DOUG LEMOV
Inhoudsopgave VOORWOORD ............................................................................................................ 5 INLEIDING .................................................................................................................. 7
DEEL 1: CONTROLEREN VAN BEGRIP........................................................... 9
HOOFDSTUK 1: DATA VERZAMELEN .......................................................................... 11
Techniek 2: Doelgericht vragen ............................................................................................ 11
HOOFDSTUK 2: ACTIE ONDERNEMEN ........................................................................ 15
Techniek 8: Fouten maken hoort erbij .................................................................................. 15
DEEL 2: STUDIEHOUDING
............................................................................. 17
HOOFDSTUK 3: DE LAT HOOG LEGGEN ..................................................................... 19
Techniek 11: Weet niet geldt niet ......................................................................................... 19
Techniek 12: Goed is goed .................................................................................................. 21
Techniek 13: Rekken ........................................................................................................... 23
Techniek 14: De formulering telt .......................................................................................... 25
HOOFDSTUK 4: EEN GOEDE PLANNING IS HET HALVE WERK ...................................... 29
Techniek 16: Begin aan het eind .......................................................................................... 29
Techniek 17: De HAMM-vraag ............................................................................................. 30
Techniek 18: Zichtbaarheid .................................................................................................. 31
Techniek 19: Dubbele planning ............................................................................................ 32
HOOFDSTUK 5: LESSTRUCTUUR ............................................................................... 35
Techniek 20: Begintaak ........................................................................................................ 35
Techniek 26: De Afzwaaier .................................................................................................. 37
DEEL 3: RATIO
.................................................................................................. 39
HOOFDSTUK 7: RATIO OPBOUWEN DOOR VRAGEN STELLEN ...................................... 41
Techniek 33: Bliksembeurt ................................................................................................... 41
Techniek 34: Vraag en antwoord ......................................................................................... 44
HOOFDSTUK 9: RATIO OPBOUWEN DOOR DISCUSSIE ................................................. 47
Techniek 43: Draai en praat ................................................................................................. 47
3
4
Teach Like a Champion 2.0 • ZML-editie
DEEL 4: DE VIJF PIJLERS VAN DE KLASCULTUUR
................................. 49
HOOFDSTUK 10: SYSTEMEN EN ROUTINES ................................................................ 51
Techniek 45: Drempel .......................................................................................................... 51
Techniek 46: Een goed begin .............................................................................................. 52
Techniek 47: SARK/VLORK ................................................................................................. 54
Techniek 48: Efficiënte routines ........................................................................................... 55
Techniek 50: En nog eens ................................................................................................... 56
HOOFDSTUK 11: HOGE VERWACHTINGEN .................................................................. 59
100%, DEEL 1, Techniek 51: Radar .................................................................................... 59
100%, DEEL 2, Techniek 52: Maak een coöperatieve houding zichtbaar ........................... 60
100%, DEEL 3, Techniek 53: Niet-verstorend ingrijpen ....................................................... 61
Techniek 56: Overwicht ........................................................................................................ 62
Techniek 57: Klare taal ........................................................................................................ 64
HOOFDSTUK 12: WERKEN AAN KARAKTER EN VERTROUWEN ..................................... 67
Techniek 59: Precies prijzen ................................................................................................ 67
Techniek 62: De P-factor ..................................................................................................... 69
BIJLAGE: Extra technieken voor het stellen van vragen ...................................................... 71
VO O RWO O RD
5
Het zal moeilijk zijn om anno 2018 een onderwijsprofessional in Nederland te vinden die nog niet van Teach Like a Champion gehoord heeft. In 2012 heeft de CED-Groep dit Amerikaanse boek van Doug Lemov vertaald en bewerkt naar de Nederlandse situatie. Sindsdien zijn er ruim 30.000 exemplaren verkocht en hebben door het hele land talloze trainingen en workshops plaatsgevonden. Veel leraren zijn enthousiast met de Teachtechnieken aan de slag gegaan!
De CED-Groep heeft altijd extra aandacht voor het speciaal onderwijs. Bij iedere onderwijsvernieuwing wordt onderzocht hoe deze óók kan bijdragen aan beter onderwijs voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Ontwikkelaars, adviseurs en leraren gaan dan samen op zoek naar aanpassingen en nieuwe mogelijkheden. Zo is in 2013 bij Teach Like a Champion een speciale aanvulling voor ZML ontwikkeld. Veel professionals hebben zich al laten inspireren door de praktische technieken die zo goed toepasbaar zijn in het werken met deze speciale doelgroep.
En nu is er alweer Teach Like a Champion 2.0, waarin de nieuwste inzichten vanuit Amerika en Nederland zijn verwerkt. Ook die vinden hun weg naar het speciaal onderwijs. In nauwe samenwerking met de praktijk zijn in deze uitgave de Teachtechnieken geselecteerd die het best toepasbaar zijn in het ZML-onderwijs. Ik hoop dat veel leraren in het ZML-onderwijs hierin weer nieuwe inspiratie vinden om hun leerlingen te helpen hun unieke talenten te ontplooien. Margéke Hoogenkamp Directeur-bestuurder CED-Groep
6
Teach Like a Champion 2.0 • ZML-editie
I NL EI DI NG
7
Als ik ‘Teach’ presenteer op een school voor speciaal onderwijs, start ik de presentatie met een foto van een matrixbord boven een driebaansweg met drie rode kruisen erop. Ik stel dan de vraag: ‘Ga je terug naar huis in dit geval?’ Steeds is het antwoord: ‘Nee’. Niemand gaat terug, en zeker niet als het om een vakantiebestemming gaat! We gaan afslagen en omwegen zoeken die ons uiteindelijk naar onze bestemming brengen, want we willen ons reisdoel bereiken. Vervolgens verschijnt in de tekst: ‘Als iets niet kan, wat kan dan wél?’ Bij de introductie van Teach Like a Champion in Nederland in 2012 heeft auteur Doug Lemov hierover het volgende gezegd: “Het is niet zo dat alle technieken uit het boek overal één op één kunnen worden toegepast. Topleraren proberen ze uit en komen soms tot de conclusie dat enkele technieken voor hun doelgroep minder goed werken. Die passen ze dan zodanig aan, dat ze voor hun doelgroep wel het gewenste effect sorteren of het gewenste effect benaderen…” Lemov weet als geen ander dat technieken vaak aangepast worden aan de mogelijkheden van de populaties van scholen en hij stimuleert dat ook. Als een techniek niet ‘werkt’, met welke aanpassing werkt hij dan wel?
Teach Like a Champion 2.0 is het logische vervolg op de ‘evolutie’ van de Teachtechnieken sinds de eerste uitgave van Teach Like a Champion uit 2012 en bevat inmiddels 62 technieken, deels voortbordurend op de 49 technieken uit het eerste deel. Maar het boek bevat ook meerdere nieuwe technieken. Geheel vanuit de opvattingen van Doug Lemov over ‘de virtuoze cirkel’ (“Geef goede leraren goede technieken in handen en ze maken er binnen de kortste keren nóg betere van!”) zijn leraren van het ZML aan de slag gegaan met het gedachtegoed van Teach Like a Champion 2.0. Ze hebben ontdekt dat veel technieken uit het basisboek 2.0 wél kunnen werken voor hun leerlingen en hebben de omslag in hun eigen denken ervaren van: “Dat kunnen mijn leerlingen niet.” naar: “Dat kan ik nog niet met mijn leerlingen!” Zo zijn er technieken uitgeprobeerd en aangepast aan het werken met deze speciale doelgroep. Gelet op vaker voorkomende kenmerken van de ZML-leerling kunnen ook algemeen geldende aanpassingen van de technieken voor deze doelgroep worden aangegeven. Zo zullen de visuele en/of auditieve verwerkingssnelheid, gekoppeld aan het verstandelijk vermogen van deze leerlingen van invloed zijn op de snelheid waarmee technieken kunnen worden uitgevoerd. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen zullen bijvoorbeeld ook aanpassingen noodzakelijk zijn bij technieken waarbij schriftelijke of mondelinge taalvaardigheid een rol spelen. Ook een al dan niet specifieke leer- of gedragsstoornis, een kortere spanningsboog of moeite met gedragsregulatie zullen van invloed zijn op de toepasbaarheidsmogelijkheden van de technieken. Maar de praktijk heeft geleerd, dat waar een wil is en de kern van de techniek begrepen wordt, er een weg wordt gevonden. Zelf sta ik nog bijna dagelijks versteld van het adaptieve vermogen en de vindingrijkheid van leraren in het ZML bij de toepassing en aanpassing van de Teachtechnieken 2.0. Een speciaal woord van dank is dan ook op zijn plaats aan de leraren van ‘De Parkschool’ in Limbricht, ‘De Aventurijn’ in Almere en ‘De Regenboog’ in Rotterdam. Voor het delen van hun ervaringen en aanpassingen van de beschreven technieken in dit boek. Mede door hun enthousiasme en ervaringen kon deze uitgave worden ontwikkeld.
De indeling van deze uitgave volgt de opzet in vier delen van het basisboek. In tegenstelling tot de aanvulling voor ZML bij de eerste uitgave van 2013 is er bij deze nieuwe editie bewust voor gekozen om een selectie te maken van de in het ZML meest gebruikte en toepasbare Teachtechnieken. De technieken uit de hoofdstukken 6 ‘Tempo’ en 8 ‘Ratio opbouwen door schrijven’ ontbreken door deze keuze in zijn geheel in deze uitgave. De auteurs zijn er daarbij vanuit gegaan dat de voorliggende aanvulling voor ZML het best gelezen kan worden naast de oorspronkelijke uitgave van Teach Like a Champion 2.0.
8
Teach Like a Champion 2.0 • ZML-editie
Eerst wordt de kern van de betreffende techniek toegelicht. Daarna volgt de beschrijving van een mogelijke vertaalslag naar de ZML-praktijk, aangevuld met praktijkvoorbeelden, die we onder andere danken aan eerder genoemde enthousiaste ZML-collega’s. Voor de leesbaarheid wordt in de tekst voornamelijk gesproken over ‘hij’. Hiermee wordt echter zowel ‘hij’ als ‘zij’ bedoeld.
De CED-Groep hoopt dat deze uitgave leraren in het ZML zal inspireren zich te verdiepen in het gedachtegoed van ‘Teach’, dat zij zich willen ontwikkelen ‘from good to great’ en dat zij plezier en voldoening zullen beleven aan het toepassen van deze effectieve Teachtechnieken. Frank Teunissen Teachtrainer CED-Groep Rotterdam
9
DEEL 1
CONTROLEREN VAN BEGRIP Als leraar leg je de lesstof uit met als doel dat een leerling daarvan leert. Maar in de praktijk blijkt dat lastiger te zijn dan het lijkt. Het is daarom belangrijk om doorlopend te controleren of je instructie tot kennis en begrip leidt. Dat proces van controleren heet Controleren van begrip. Over dat proces gaat deel 1 van het boek Teach Like a Champion 2.0.
10 Teach Like a Champion 2.0 • ZML-editie
TECHNIEK 8 FOUTEN MAKEN HOORT ERBIJ Citaat:
“Bij ons geldt de stelregel: ’Fouten maken mag, als je maar je best doet.’ Als een leerling een fout antwoord geeft, zeg ik rustig en vriendelijk dat het antwoord fout is. Later kom ik bij de leerling terug met het goede antwoord. Bij ons wordt niemand uitgelachen om een fout antwoord, want, zo zei een leerling laatst: ‘Als je een fout maakt, komt het plafond niet naar beneden!’”
HO O FDSTUK 1
11
DATA VERZAMELEN OVER HET NIVEAU VAN LEERLINGEN Hoofdstuk 1 gaat over de belangrijkste manieren waarop een leraar informatie over zijn leerlingen krijgt. Uit dit hoofdstuk bespreken we in deze uitgave alleen techniek 2 Doelgericht vragen.
TECHNIEK 2 DOELGERICHT VRAGEN
Stel in korte tijd een reeks snelle, zorgvuldig gekozen open vragen die gericht zijn op strategisch inzicht in je klas.
Kern
Een korte steekproef om het kennispeil van je klas vast te stellen. Neem korte frequente strategische steekproefjes. Maak gebruik van de volgende regels: 1. Snelheid telt. Stel tussendoor vragen zonder het lesritme te verbreken. 2. Bedenk vragen van tevoren. Zo kun je ze goed op je les afstemmen. Schrijf ook de antwoorden op die je wil horen. Dan ben je voorbereid op de voor de hand liggende fouten. 3. Strategisch verzamelen van data. Besluit bewust aan wie je de vragen stelt. Zorg voor een aannemelijke doorsnede van je klas (5-6 leerlingen): • twee gemiddelde leerlingen, • twee leerlingen, die langer nodig hebben om de stof te beheersen, • een bovengemiddelde leerling. Bij een klein éénduidig lesdoel (je kan de letter ‘T’ herkennen op een werkblad) is dit minder van belang dan bij een rijk gedifferentieerd lesdoel (je kan twee redenen noemen waarom je zuinig moet zijn met drinkwater). 4. Bliksembeurt. Gebruik bij doelgericht vragen om erachter te komen wat je klas weet. Je zal je moeten aanwennen om degenen te kiezen die niet spontaan meedoen. Om echt inzicht te krijgen in het begripsniveau, moet je iedereen in je klas op elk moment een vraag kunnen stellen. 5. Volg het spoor. Als de vierde leerling het goede antwoord geeft op een gestelde vraag, wil het niet zeggen dat de drie leerlingen ervóór het nu ook snappen. Er is er maar één die het snapt. Welke informatie gaven de andere antwoorden? Doelgerichte vragen kun je nog sterker maken als ze aan twee eisen voldoen: 1. Betrouwbaarheid. Is het goede antwoord een toevalstreffer of beheerst de leerling echt de stof. 2. Geldigheid. Meten je vragen of je lesdoel is behaald, zijn ze voldoende gevarieerd? Kunnen de leerlingen aantonen dat ze een onderwerp beheersen ongeacht hoe de vraag gesteld wordt?
12 Teach Like a Champion 2.0 • ZML-editie Met Doelgericht vragen kan een leraar peilen of de leerlingen de aangeboden lesstof begrepen hebben. Omdat leerlingen in het ZML-onderwijs meer moeite hebben zich de lesstof eigen te maken, is het heel belangrijk dat een leraar regelmatig toetst of de lesstof begrepen is en hij al verder kan met het volgende onderdeel. Wat betekenen de volgende regels die ondersteunend zijn om deze techniek goed uit te voeren voor het ZMLonderwijs? Snelheid telt Ook in het ZML-onderwijs is het belangrijk dat leraren de doelgerichte vragen verweven met hun les, zonder hun lesritme te verbreken of veranderingen in hun lesplan te hoeven aanbrengen. Maar het stellen van de vragen zal over het algemeen wel wat meer tijd in beslag nemen dan in het regulier onderwijs omdat de informatieverwerkingssnelheid bij leerlingen in het ZML-onderwijs lager ligt.
Bedenk vragen van tevoren Des te belangrijker is het daarom om de vragen van tevoren te bedenken. Dit zorgt er in ieder geval voor dat er geen tijd verloren gaat voor het ter plekke bedenken van de vragen. Ook het opschrijven van de vragen is in het ZML-onderwijs belangrijk omdat de leraar dan geen energie hoeft te steken in het onthouden van de vragen, maar zich volledig kan richten op de antwoorden die hij van de leerlingen krijgt. Vooraf anticiperen op hoe om te gaan met foutieve antwoorden, die leerlingen mogelijk kunnen geven, zorgt er in het ZML-onderwijs niet alleen voor dat de leraar zijn reactie op die antwoorden kan voorbereiden. Het dwingt hem er ook toe te controleren of hij de vragen concreet en helder geformuleerd heeft.
Strategisch verzamelen van data Door de grote verschillen tussen leerlingen zal het in het ZML-onderwijs lastiger zijn om een groepje leerlingen uit te kiezen dat een doorsnede van de klas vormt. Maar als een leraar wel bewust kiest welke leerlingen hij welke vragen laat beantwoorden, kan hij wel een indicatie krijgen van het (verschil in) begrip van de hele klas. Bliksembeurt Ook voor het ZML-onderwijs geldt dat de Bliksembeurt, techniek 33 (hoofdstuk 7) een belangrijke techniek is om ervoor te zorgen dat ook leerlingen die hun vinger niet opsteken een beurt krijgen.
Volg het spoor In het ZML-onderwijs is het lastiger dan in het regulier onderwijs om te voorspellen wat het juiste antwoord van de ene leerling zegt over het begrijpen van de lesstof door de andere leerlingen.
Betrouwbaarheid
Juist in het ZML-onderwijs is de kwaliteit van de vragen van het grootste belang. Hierbij zal het minder gaan om het stellen van ‘hoe- en waarom-vragen’. ‘Hoe- en waarom-vragen’ vereisen veel denkwerk en dat is juist waar leerlingen in het ZML-onderwijs moeite mee hebben. Ook het stellen van een vraag op verschillende manieren is in het ZML-onderwijs minder effectief, omdat deze manier van vragen stellen een leerling juist in verwarring kan brengen. In het ZML-onderwijs is het daarom juist van belang om vragen zo te stellen dat ze maar op één manier geïnterpreteerd kunnen worden. Ook moeten de vragen kort zijn en woorden bevatten die al bij de leerling bekend zijn. Geldigheid
Ook hier is het belangrijk dat de vragen voor de leerlingen eenduidig zijn, maar wel gericht op het toetsen van het doel. Het zal in het ZML-onderwijs minder mogelijk zijn om meer verdiepende en abstractere vragen te stellen. Toch is het wel belangrijk om variatie in de vragen aan te brengen. Die variatie kan hier liggen in het stellen van vragen die verschillende zintuigen aanspreken en verschillende handelingen van leerlingen vragen.
Hoofdstuk 1: Data verzamelen over het niveau van leerlingen
13
Dus niet alleen vragen stellen waarop leerlingen een mondeling antwoord moeten geven, maar ze ook iets aan laten wijzen of iets laten schrijven of doen. Dit zorgt voor beter inzicht in hoeverre het lesdoel behaald is. Als een leraar zowel aan de eisen van betrouwbaarheid als aan die van geldigheid voldoet, denkt hij na over verschillende vormen van vragen die kunnen controleren of de leerlingen de lesstof begrepen hebben. Drie momenten waarop je Doelgericht vragen in ieder geval inzet: - regelmatig tijdens de instructie, - na de instructie en voor begeleid oefenen of zelfstandig werken, - aan het eind van de les (Zie bij: De Afzwaaier). Zie ook: Extra technieken voor het stellen van vragen (bijlage achterin).
Voorbeeld
Tijdens een rekenles wordt de strategie uitgelegd om met getallen tot 10 over het tiental heen op te kunnen tellen: eerst aanvullen tot 10 door het getal dat erbij moet te splitsen en vervolgens de ‘rest’ van het op te tellen getal erbij te doen. Door een paar korte vragen te stellen controleert de leraar of de leerlingen de strategie kunnen volgen, begrijpen en toepassen. Voorbeeldvragen: Leraar: ‘Als ik 8 erbij 4 wil doen, wat moet ik dan als eerste doen?’ ‘Als ik 8 erbij 4 wil doen, waar splits ik 4 dan in?’ ‘Welke stappen moet je achter elkaar zetten als je 8 erbij 4 wilt doen?’ ‘Hoe reken je 8 erbij 4 in je hoofd uit?’ ‘Hoe zou je 8 erbij 4 aan je buur uitleggen?’