Burgerschapspel
Handleiding voor leerkrachten
Inhoud 1 Inleiding ...................................................................................... 3
3 Spelen in Burgerland .......................................................... 15
Burgerschap op school ................................................................ 3
Tips bij de begeleiding
Burgerschapspel ............................................................................. 3
Het probleem van Chourd ............................................................. 15
De Burgerschapscan....................................................................... 4
Het eerste spelmoment ................................................................. 15
Praktijkboek Burgerschap ............................................................... 4
Het tweede spelmoment ............................................................... 16 Het derde spelmoment.................................................................. 16
Het Burgerschapspel .................................................................... 5
B-log.............................................................................................. 17
Doelgroep........................................................................................ 5 Bewoners van Burgerland............................................................... 5
Bijlagen ............................................................................................21
Participatie ...................................................................................... 5 Leren door doen.............................................................................. 5
Bijlage I Speloverzicht Burgerschapspel..................................... 22
Werken aan kerndoelen .................................................................. 6
Bijlage II Uitbreidingsmogelijkheden Burgerschapspel ................ 28
Inpasbaar in curriculum................................................................... 6
Bijlage II Participatielijst .............................................................. 31
Spel = spelen = leuk!....................................................................... 6 Kader Inspectie ............................................................................... 6
2 Welkom in Burgerland! ........................................................ 7 Voordat u het spel gaat spelen Vorm uzelf een beeld ...................................................................... 7 Kies met welke opdracht u begint ................................................... 7 Introduceer het spel ........................................................................ 8
Š CED-Groep
Tenslotte........................................................................................ 14
2
1 Inleiding
Burgerschap op school
Een doordacht beleid en goede afspraken op schoolniveau zijn belangrijk, evenals goede materialen en middelen. Maar uiteindelijk gebeurt een groot deel van de burgerschapsvorming in de klas, waar de kinderen samen met hun medeleerlingen (en hun leerkracht) een gemeenschap vormen. Juist in deze gemeenschap kunnen leerlingen goed hun burgerschapscompetenties oefenen. Het Burgerschapspel is daarbij een leidraad, waarbij kinderen spelenderwijs en met veel aandacht voor de actualiteit hun participatiegedrag versterken.
Opgroeien tot de volwassenen die we graag zien: sociaal en verantwoordelijk, betrokken en bewust, actief en zelfstandig. Dat is wat elke leerkracht met zijn leerlingen voor ogen heeft. Op school wordt hieraan gewerkt door te leren en te spelen, en deel uit te maken van de gemeenschap. De laatste jaren gebeurt dit steeds vaker onder de noemer van burgerschapsvorming.
© CED-Groep
Burgerschapsvorming is een verplichte taak voor scholen. Het is een lastige taak om vorm te geven, juist omdat het zo breed is. Het is immers niet niks, kinderen helpen om op te groeien tot betrokken, verantwoordelijke en actieve volwassenen. Zodra je als school bewust met burgerschapsvorming aan de slag gaat, kom je voor vragen te staan als: • Wat doen we eigenlijk allemaal al? • Wat vinden we voor ónze leerlingen belangrijk, wat willen we precies bereiken? • We willen zo veel, waar moeten we beginnen? • Is datgene wat we doen effectief? Hoe kunnen we dat nagaan? • Laten we nog dingen liggen? • Zijn er nog andere manieren? Om u te helpen deze vragen te beantwoorden en om u concreet te ondersteunen bij de verschillende stappen die nodig zijn voor de vorm van burgerschapsonderwijs die past bij uw ideeën, uw school en uw leerlingen, zijn De Burgerschapscan en het Praktijkboek Burgerschap ontwikkeld. Deze producten helpen u niet alleen op beleidsniveau, maar ook heel praktisch op school- en klasniveau verder met burgerschapsvorming.
Burgerschapspel Het Burgerschapspel is een spel dat gespeeld wordt in de groepen 6 t/m 8. Het spel draait om het samen ‘vorm’ geven aan een land: Burgerland. Als jong land heeft Burgerland zo z’n eigen probleempjes, waarover de kinderen gevraagd worden mee te denken en actie te ondernemen. Het spel is gericht op het versterken van het participatiegedrag van kinderen. De spelactiviteiten zijn opgehangen aan verschillende vakgebieden zoals taal, rekenen en wereldoriëntatie, en passen bij de kerndoelen van de betreffende groep. Hierdoor kost het spel weinig extra tijd en is het gemakkelijk in het rooster in te passen.
Burgerschapspel
3
Handleiding voor leerkrachten
De Burgerschapscan
Praktijkboek Burgerschap
De Burgerschapscan bestaat uit twee delen: de Screening en de Verdieping. Met de Screening krijgt u in korte tijd een actueel beeld van wat op uw school wel en niet gebeurt op het gebied van burgerschap, en wat u eventueel zelf zou willen verbeteren. Voor die onderdelen waar u specifieker inzicht in wilt krijgen, bijvoorbeeld omdat uit de Screening bleek dat dit onderdeel nog niet in orde is, of omdat u zelf nog verbeterpunten ziet bij dit onderdeel, kunt u de Verdieping gebruiken. Naar aanleiding van het resultaat van de Screening en de Verdieping maakt u een plan voor de inrichting van het onderwijs in burgerschap.
Het Praktijkboek Burgerschap ondersteunt u bij de uitvoering van dit plan op verschillende niveaus in de school. Net als De Burgerschapscan is het Praktijkboek gebaseerd op het burgerschapskader van de Inspectie van het Onderwijs. Dit kader onderscheidt enerzijds verschillende ‘thema’s’ die bij Onderwijsaanbod horen, te weten sociale competentie, openheid naar de samenleving, waarden, normen en democratie en school als oefenplaats. Anderzijds is er het ‘thema’ kwaliteitszorg, waaronder zaken als visie, doelen en inzicht in resultaten vallen. Het Praktijkboek bestaat uit verschillende delen: 1. Thema’s, waarin de aspecten uit het burgerschapskader van de Inspectie nader worden uitgelegd. 2. Ideeënboek, dat concrete ideeën biedt voor de invulling van burgerschap op school-, wijk- en samenlevingsniveau. 3. Bronnenboek, waarin een overzicht wordt gegeven van bronnen waaruit u meer te weten komt over burgerschap. 4. Sjablonenboek, dat voorziet in praktische en direct toepasbare draaiboeken en informatiebladen over verschillende aspecten van burgerschapsvorming.
Rotterdam B
De Burgerschapscan
© CED-Groep
Praktijkboek Burgerschap
4
Het Burgerschapspel
Bij participatie speelt motivatie – de wil om mee te doen - een belangrijke rol. Voor veel kinderen geldt dat ze van nature graag willen meedoen. Ze willen deelhebben aan sociale verbanden en mee-denken en -beslissen over dingen die hen raken. In het Burgerschapspel wordt op verschillende manieren ook ingespeeld op de wil om te participeren. Bijvoorbeeld door het spelelement (de mogelijkheid om punten te verdienen) en door de betrokkenheid die kinderen hebben bij Burgerland doordat ze zelf ‘inwoners’ ervan zijn. Ook de verantwoordelijkheid die de kinderen voelen jegens de andere inwoners van hun woonplaats (degenen met wie ze veel opdrachten uitvoeren) draagt bij aan de motivatie. Deze aspecten versterken elkaar: betrokkenheid en verantwoordelijkheid zijn voorwaardelijk voor participatie, en andersom zorgt meedoen juist ook voor meer betrokken- en verantwoordelijkheid.
Doelgroep Het Burgerschapspel is bedoeld voor kinderen van groep 6, 7 en 8. De keus voor deze doelgroep hangt samen met het feit dat voor de opdrachten een zekere mate van taal- en leesvaardigheid en algemene kennis nodig is. Daarnaast vereist het spel ook dat de morele ontwikkeling van de kinderen zo ver is gevorderd dat ze zich kunnen verplaatsen in een ander, dat ze moreel besef hebben en een standpunt in kunnen nemen.
Bewoners van Burgerland
In het Burgerschapspel worden drie niveaus van participatie onderscheiden: mee-beslissen, mee-voorbereiden en mee-uitvoeren. Deze niveaus komen terug in de manier waarop de opdrachten zijn opgesteld, en in de manier waarop de kinderen terugkijken op hun gedrag bij de opdracht. Meer informatie over deze participatieniveaus vindt u onder het kopje B-Log.
In het Burgerschapspel staat het fictieve land Burgerland centraal. Burgerland is een jong land, dat door zijn reputatie van ‘ideaal land’ in korte tijd veel bewoners uit allerlei landen heeft aangetrokken. Met de groei van de bevolking nemen echter ook de problemen toe. Problemen zoals we die ook in onze eigen samenleving kennen. Via opdrachten wordt de kinderen gevraagd mee te denken over de aanpak van deze problemen. Ze worden hiertoe gemotiveerd doordat zij in het spel zelf ‘bewoners’ van Burgerland zijn, evenals door het spelelement.
Leren door doen Leren door te doen en te ervaren, dat is belangrijk bij burgerschapsvorming. Het is dan ook één van de uitgangspunten van het Burgerschapspel. In het Burgerschapspel wordt, via de veilige aanpak van een fictief land, de actuele samenleving naar binnen gehaald, en wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de school als gemeenschap biedt. Zo oefenen de kinderen als het ware dubbelop: voor het deelnemen aan de gemeenschap waarvan ze op dit moment deel uitmaken (hun eigen groepje, de klas, Burgerland) en voor die grotere samenleving, waar ze later als volwassene in participeren.
© CED-Groep
Participatie Het Burgerschapspel richt zich op het versterken van participatiegedrag van de kinderen. Participatie is een burgerschapscompetentie waarin verschillende aspecten van burgerschap samenkomen. Participeren betekent meedoen aan de gemeenschap, eraan deelhebben. Het vraagt om sociaal-communicatieve vaardigheden, maar ook om een open opstelling naar andere mensen en naar de omgeving. Daarnaast vraagt participatie om een democratische houding en om sensitiviteit voor de waarden en normen die gelden in een gemeenschap.
5
Werken aan kerndoelen Werken aan burgerschapscompetenties doe je door alle mogelijkheden te benutten, de hele dag door. Zo vindt burgerschapsvorming door het hele curriculum verweven plaats. Andersom werkt het ook: tijd die u bewust aan burgerschapsvorming besteedt, komt ook ten goede aan andere vakken. Dit komt doordat ‘burgerschapsonderwerpen’ sterk raken aan vakken als taal en wereldoriëntatie. In het Burgerschapspel wordt dit principe structureel ingezet, door bij elke opdracht aan te geven aan welke kern- en tussendoelen - naast burgerschap - nog meer wordt gewerkt. Zo kunt u de opdrachten niet alleen plannen vanuit de invalshoek van burgerschap, maar ook vanuit de invalshoek van andere vakken. De kerndoelen waarnaar in de opdrachten wordt verwezen vallen onder de leergebieden Nederlands, Rekenen/wiskunde en Oriëntatie op jezelf en de wereld (in het speloverzicht afgekort als OJW).
Spel = spelen = leuk! Een spel is er om gespeeld te worden, en spelen is leuk. Dat is een logische redenering, die ook opgaat voor het Burgerschapspel, waarin educatieve doeleinden verweven zijn in een aansprekend spel. Door gebruik te maken van de Uitbreidingsmogelijkheden (zie bijlage) wordt het spel nog leuker én waardevoller.
Kader Inspectie Ook het Burgerschapspel is gebaseerd op het kader dat de Onderwijsinspectie hanteert bij haar toezicht op burgerschap en sociale integratie, net als De Burgerschapscan en het Praktijkboek Burgerschap. De verschillende thema’s in dit Inspectiekader komen in het Burgerschapspel geïntegreerd aan bod, onder de noemer ‘participatie’. Ze zijn terug te vinden in de onderwerpen die in de opdrachten behandeld worden, en in de aanpak binnen de opdrachten. Ook in het B-Log zijn de thema’s van de Inspectie zichtbaar. De kinderen reflecteren hier vanuit de invalshoeken ‘sociale competentie’, ‘openheid naar de samenleving’, en ‘waarden, normen en democratie’ zelf op de mate waarin geparticipeerd wordt.
Inpasbaar in curriculum
© CED-Groep
Hoe nuttig een activiteit ook is, het moet wel praktisch haalbaar zijn. Bij het ontwikkelen van het Burgerschapspel was ‘een korte tijdsinvestering’ dan ook een belangrijk uitgangspunt. Door de aard van het onderwerp - burgerschap is iets dat door het hele curriculum heen is verweven, de aard van de activiteit een spel is leuk en nodigt uit om op verschillende momenten mee aan de gang te gaan, en door het doel van het spel - participatie is iets wat kinderen zélf moeten doen, was dit goed te realiseren. Het spelen van het Burgerschapspel kost ongeveer 15-20 minuten ‘roostertijd’ per week. De overige tijd investeren de kinderen zelf: bijvoorbeeld in de tijd waarin ze zelfstandig mogen werken, in de pauzes of buiten schooltijd. In de praktijk blijkt dat leerkrachten graag gebruik maken van de vele aanknopingspunten die het spel biedt voor verbindingen met andere vakken en activiteiten. Hierdoor neemt de tijdsbesteding uiteraard toe.
6