KlasseApart Monitoring

Page 1

Informatieblad relaties CED-Groep september 2016 nummer 3 jaargang 14

Leergroei Data inzetten voor hogere opbrengsten

Monitoring:

VVE-monitor Taal Effect Schoolondersteuningsprofiel PO-VO-monitor NCKO-Kwaliteitsmonitor

Wat voegt de school aan leerlingen toe?


Inhoud

Monitoring

Geef uw mening op het Onderwijsforum! ‘Het monitoren van leerresultaten geeft praktische inzichten voor elke professional binnen de school.’ Wat vindt u van deze stelling? De CEDGroep roept betrokken professionals op om hun mening te geven over trends in het onderwijs. Hiermee willen we beleidsvormers informeren over de zin/onzin van plannen

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

en maatregelen. Geïnteresseerden worden Spannende vraag Het is een spannende vraag: wat voeg jij als school aan je leerlingen toe? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je kritisch naar je eigen functioneren kijken. En naar de impact daarvan op je leerlingen. Daarvoor is een kritische blik op de cijfers nodig, want de werkelijkheid daarachter kan net iets anders

een aantal keren per jaar kort bevraagd en één keer per jaar uitgenodigd voor een ge-

6

zamenlijke trendsessie. Graag horen wij uw mening over de bovenstaande stelling.

Met behulp van de beschikbare data kun je je onderwijs verbeteren. Dat leren zestien vo-scholen binnen het project ‘Data-gestuurd en opbrengstgericht werken in het Utrechtse onderwijs’.

Laat uw mening weten via www.cedgroep. nl/onderwijsforum.

Leergroei

zijn dan een eerste blik doet vermoeden.

4

Mooie toetsscores zijn fijn, maar in hoeverre brengt een school kinderen echt verder? Dat wordt uitgedrukt met een nieuw begrip: leergroei.

Je kunt het gevoel hebben dat je het als school goed doet, en dat bevestigd zien door mooie Citoscores. Maar hoe lang zitten je leerlingen al op dit niveau? Het is jammer als zij stilstaan, ook al is dat op een uitstekend niveau. Ook lage scores verdienen zo’n nadere blik. Je school scoort misschien zwak. Maar als kinderen binnenkomen met weinig bagage, en hun ontwikkeling groeit ver-

9

toont, verricht je goed werk. ‘Monitoring’ is het thema van deze klasseApart. Dat onderwerp komt in elk

10

artikel terug. Zo kunt u lezen hoe in de voor- en vroegschoolse educatie (vve) de VVE-monitor wordt ingezet om zichtbaar te maken hoe het eigen beleid uitpakt. Bij de kinderopvang brengt men met de NCKO-Kwaliteitsmonitor de

Taal Effect stimuleert het taalonderwijs

samenwerken in dataprojectteams om meer inzicht te krijgen in de eigen effectiviteit. Hoe met Taal Effect het taalonderwijs zo wordt geïntensiveerd dat de eigen leerlingen hier maximaal van profiteren. Kinderen die overstappen van de basisschool naar het vo, hebben baat bij de PO-VO-monitor. Een analyse van hun scores helpt om hen beter over te dragen en op de juiste plek te krijgen. Ook samenwerkingsverbanden zijn bereid om kritisch naar zichzelf te kijken:

Schoolondersteuningsprofiel

zij gebruiken het schoolondersteuningsprofiel om te bepalen of ze een dekkend aanbod doen aan leerlingen in hun regio.

eigen functioneren te kijken. En om een stap extra te zetten in het belang van hun leerlingen. Hartverwarmend.

De CED-Groep traint professionals en adviseert beslissers in onderwijs en kinderopvang. En ontwikkelt innovatieve educatieve producten. Dat is wat we doen. Maar niet wat we zijn. Bij de CED-Groep zijn we van alle onderwijsmarkten thuis. We zijn innovatief en hebben een grote passie voor kansen voor kinderen.

Rotterdam Bezoekadres: Dwerggras 30 3068 PC Rotterdam

Volg ons

Postadres CED-Groep Postbus 8639 3009 AP Rotterdam

www.cedgroep.nl info@cedgroep.nl

NCKO-Kwaliteitsmonitor

Maar voor alles zijn we trots op resultaat. Als het een professional lukt om kinderen het beste uit zichzelf te laten halen, hebben wij echt iets bereikt.

KlasseApart is een drie keer per jaar verschijnend informatieblad van de CED-Groep over (nieuwe) diensten, producten en aspecten van educatieve dienstverlening in de praktijk; bestemd voor scholen, onderwijsinstellingen en overige relaties. ISSN 1571-660, jaargang 14, nummer 3, september 2016 redactie: Frank Brouwer, Lot Hannik, Marijke Nijboer (eindredacteur), Carolien Rebel, Elly van der Zel redactie-adres: CED-Groep, Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, klasseapart@cedgroep.nl website: www.cedgroep.nl fotografie: Jan van der Meijde vormgeving: Pressure Line druk: MediaCenter Rotterdam oplage: 14.000 KlasseApart gratis ontvangen? Mail uw adresgegevens naar: klasseapart@cedgroep.nl 2

KlasseApart september 2016 nummer 3

14

Kunnen wij alle leerlingen een passende plek bieden? Het schoolondersteuningsprofiel van de CED-Groep hielp het Samenwerkingsverband passend primair onderwijs aan den IJssel om dat helder te krijgen.

Onze journalisten zagen op al die plekken hoe mensen bereid zijn om naar hun

Gemeente Amersfoort positief over VVEmonitor

Hoe doen kinderen het in voor- en vroegschoolse voorzieningen? En hoe loopt de uitvoering van het beleid? Op die vragen geeft de VVE-monitor in Amersfoort antwoord.

Met behulp van het programma Taal Effect intensiveren vo-scholen in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht hun taalonderwijs.

eigen sterke en zwakke plekken in beeld. We lezen hoe mensen schoolbreed

CED-Groep bereikt

Datagestuurd werken

De Kwaliteitsmonitor van het NCKO maakt duidelijk wat de sterke en zwakkere kanten van de opvang zijn en op 18 welke punten de kwaliteit verder kan worden verbeterd.

PO-VO-monitor

Bij de plaatsing van leerlingen in het vo kan er nog beter gebruik worden gemaakt van alle beschikbare informatie over leerlingen. Daarbij helpt de PO-VO-monitor.

16

19 MAGITO, Uit de wetenschap, @cedgroep

KlasseApart september 2016 nummer 3

3


Monitoring

Leergroei: Wat voeg jij als school aan leerlingen toe? De professional voor de klas

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

De definitie van leergroei

Leergroei doet zich voor wanneer een leerling of een groep leerlingen

meer groeit tussen twee toetsmomenten dan normaal is of dan verwacht mag worden op basis van het landelijk gemiddelde.

Meer halen uit beschikbare data

venties. Scholen kunnen zo zichtbaar maken

‘Op deze manier kunnen we uit de bestaande

wat zij bijdragen aan de ontwikkeling van hun

data nieuwe informatie halen’, zegt adviseur

leerlingen.’

Hanke Geurts. De CED-Groep was betrokken

De CED-Groep biedt deze dienst aan op

bij de landelijke pilot Leerwinst en toegevoeg-

school- en bestuursniveau. ‘Scholen en be-

de waarde, met OCW, de onderwijsinspectie,

stuurders kunnen met deze informatie doel-

Rijksuniversiteit Groningen, GION, Universi-

gerichter en planmatiger sturen’, zegt Hanke.

teit Twente en de Cito-groep. Aansluitend op

‘Ze zien in een oogopslag hoe hun school of

deze pilot heeft de CED-Groep het meten van

scholen het in dit opzicht doen. Je kunt scho-

de leergroei verder ontwikkeld.

len ook van elkaar laten leren. Wanneer het

De Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam

de ene school wel lukt om bij een bepaald vak

werd uitgenodigd om mee te doen aan de

leergroei te realiseren en de andere niet, kan

pilot. ‘Ik was meteen geïnteresseerd’, vertelt

de succesvolle school zijn aanpak delen met

Yvonne Buijink, staffunctionaris onderwijs en

de collegaschool.’

kwaliteit. ‘Ik heb van één school bij het vak rekenen een cohort leerlingen teruggevolgd

Scholen onderling in gesprek

van groep 7 naar groep 4. Dat gaf veel inzicht.

Yvonne vindt de grafieken die ze krijgt van

Ik zag leergroei waar ik dat niet verwachtte,

de leergroei per vak bij de verschillende

en een enorme dip in leergroei in een bepaald

scholen enorm handig. ‘Vorig jaar zijn alle

leerjaar. We hadden nog nooit op deze manier

directeuren van onze 25 scholen met elkaar

naar de cijfers gekeken. In een gesprek zijn

in gesprek gegaan over de resultaten. Dit jaar

we nagegaan waar dit aan kon liggen.’

gaan we met meer directeuren in gesprek over de leergroei. Daarbij combineren we een

Tekst Marijke Nijboer

Mooie toetsscores zijn fijn, maar in hoeverre brengt een school kinderen echt verder? Dat wordt uitgedrukt met een nieuw begrip: leergroei. Een speciale werkwijze maakt leergroei zichtbaar en helpt scholen om meer uit hun leerlingen te halen.

4

‘Onwijze pluim’

school met veel leergroei met een school met

Toen de analyse van de scores van ‘haar’

gemiddelde leergroei en met één met verlies

scholen klaar was, besprak Yvonne die met

aan leergroei. Vanuit dit gesprek formuleer ik

Hanke en haar collega, Ellen Lacor van de

aandachtspunten voor de andere directeuren.

Onderzoek- en Toetsservice. ‘De eerste keer

Onze drie sbo-scholen vormen een eigen trio.

vroegen zij: bij welke scholen verwacht je

Ik ga daarnaast individuele gesprekken over

de meeste leergroei, en over welke maak je

de leergroei voeren met alle directeuren. Ik

je zorgen? Ik had hoge verwachtingen van

wil een analyse over hoe deze resultaten tot

scholen met hoge Cito-scores, maar daar

stand zijn gekomen.’

was de leergroei niet spectaculair. Onze

Yvonne: ‘De inspectie kijkt met haar nieuwe

Woltjerschool in Delfshaven doet het echter

manier van toezichthouden meer naar wat

heel goed. De leerlingen hebben bij de start

scholen toevoegen. Ik denk dat het meten van

van de leergroei geen extra toetsen hoeven

op school een achterstand, maar ze vertonen

leerwinst daar heel mooi bij past.’

af te nemen. Ze sturen hun toetsscores naar

bij alle vakken leergroei. Ook in schooljaar

de CED-Groep. Daar worden de scores voor

2014/15 liet deze school weer leergroei zien

Het begrip leergroei draagt bij aan een meer

school al jaren op hetzelfde niveau presteren,

wanneer de leerlingen in de jaren daarvoor

een of meer vakken (technisch en begrijpend

bij alle vakken. Blijkbaar weten zij alle kinde-

genuanceerde blik op scholen, waarbij de

kun je je afvragen of de school voldoende uit

op een nog lager niveau presteerden en bezig

lezen, spelling, woordenschat en/of rekenen),

ren in de leerstand te krijgen. De mensen die

toetsscores in hun context worden gezien.

hen heeft gehaald.

zijn aan een opmars. Dat alles kan nu zicht-

die op allemaal verschillende schalen worden

daar werken verdienen een onwijze pluim.’

Een hoog gemiddelde op toetsen is prima,

En andersom: een score beneden het lande-

baar worden gemaakt.

uitgedrukt, omgezet in vergelijkbare maten.

Dat is de meerwaarde, zegt Hanke: ‘Je ziet

maar wanneer blijkt dat leerlingen op deze

lijk gemiddelde kan een hele prestatie blijken,

Het mooie is dat scholen voor het bepalen

Zo kunnen ze met elkaar worden vergeleken.

wat de effecten zijn van de ingezette inter-

KlasseApart september 2016 nummer 3

Meer weten? Hanke Geurts H.Geurts@cedgroep.nl

KlasseApart september 2016 nummer 3

5


Monitoring

Data inzetten voor hogere opbrengsten in het vo

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

Tekst Connie van der Zel

Met behulp van de beschikbare data kun je het onderwijs op je school verbeteren. Dat leren zestien vo-scholen binnen het project ‘Data-gestuurd en opbrengstgericht werken in het Utrechts onderwijs’. Elke school heeft een dataprojectteam, bestaand uit een onderzoeker van de Universiteit Utrecht, een adviseur van de CED-Groep, de schoolleider en minimaal drie (vakgroep) docenten. Het Trajectum College, Oosterlicht College en Niftarlake College vertellen hoe zij hun onderwijs langs deze weg versterken.

Brigitte van Hilst, adviseur bij de CED-Groep

pen functioneerden niet optimaal. De eerste

en Ada Kool, onderzoeker bij de Universiteit

vraag die wij hebben neergelegd betrof de

Utrecht, werken samen binnen verschillende

cijfers. Hoe kijk je binnen een vakgroep naar

dataprojectteams. ‘Het uitgangspunt van een

alle cijfers die gegeven zijn? Welke toetsen

dataprojectteam is de vraag van de school’,

neem je af? Hoe weeg je die? Waarin verschilt

vertelt Ada. ‘De school stelt het te onder-

dat met je collega’s? Hoe verhouden je cijfers

zoeken probleem vast en de onderzoeker

zich tot het Cito-volgsysteem? Onze kwali-

maakt er een onderzoekbare vraag van. De

teitsmedewerker heeft alle benodigde cijfers

school levert de data die door de onderzoeker

voor het vak Nederlands boven tafel gehaald.

geanalyseerd worden. Het dataprojectteam

We hebben ze naast elkaar gelegd en zijn in

interpreteert de cijfers, gaat aan de slag met

discussie gegaan over de betekenis. We ont-

het verklaren van de gegevens en formuleert

dekten bijvoorbeeld een discrepantie tussen

waar nodig verdiepingsvragen.’

de Cito-cijfers en de rapportcijfers. Zo kon het

Elk dataprojectteam komt vijf tot zes keer

gebeuren dat leerlingen bij de Cito-toets zwak

per jaar bij elkaar. Brigitte: ‘De eerste twee

scoorden op het gebied van begrijpend lezen

bijeenkomsten staan vooral in het teken van

en woordenschat, maar wel een acht op hun

de analyses. Vanaf de derde bijeenkomst

rapport hadden.’

komen ook de interventies aan bod. Wat kan

Dergelijke bevindingen kwamen ook terug

de school concreet doen om op basis van de

bij het antwoord op de tweede vraag van het

analyses een verbeterslag te maken? Tijdens

Trajectum: hoe kon het dat zestien leerlin-

de data-bijeenkomsten geeft ik al veel prak-

gen van het derde jaar theoretische leerweg

tische tips en trucs mee. Verdere adviezen

moesten worden teruggeplaatst naar kader?

hangen natuurlijk af van de situatie.’

De onderzoeker maakte van deze leerlingen een cohort-analyse aan de hand van hun

Op het Trajectum College in Utrecht zijn de resultaten significant verbeterd.

6

KlasseApart september 2016 nummer 3

Van zeer zwak naar voldoende

cijfers van alle jaren en alle vakken. ‘Ook hier

Kees-Jan Vreeker is directeur van het Trajec-

bleek dat veel van hen al in het begin van de

tum College, een vmbo-school. In januari ging

tweede klas zwak scoorden op woordenschat

de school aan de slag binnen een dataproject-

en leesvaardigheid. Veel te laag voor het tl-

team. ‘De kwaliteit van onze school was niet

niveau. Verder bleek ook hier dat de leerlin-

op orde’, vertelt hij. ‘Er was geen duidelijke

gen over gingen op basis van rapportcijfers en

lijn op het gebied van cijfers en de vakgroe-

dat er niet was gekeken naar de Cito-scores.

KlasseApart mei 2016 nummer 2

7


Monitoring ‘Sommige leerlingen scoorden bij de Cito-toets zwak op het gebied van begrijpend lezen en woordenschat, maar hadden wel een acht op hun rapport’

je lessen te vergroten, je andere toetsen te verbeteren en andere vakgroepen van advies te kunnen voorzien.’ Collega Irene Engelman is nauw betrokken bij een andere vraag voor het dataprojectteam: hoe komt het dat de resultaten van het tweede leerjaar zo’n dip vertonen? Dit is vooral onderzocht bij de vakken Nederlands, Engels en

We hebben de determinatieprocedure uiter-

kernvakken bij het vmbo-tl? Een voorzichtig

aard aangepast. We ontdekten ook nog dat

antwoord tekent zich al af: voor Nederlands,

zij-instromers klakkeloos werden aangeno-

Engels en Wiskunde lijkt Cito 2 in combinatie

men op basis van advies van de vorige school.

met het rapport van het derde jaar de beste

Naar cijfers werd niet gekeken. Dat doen we

voorspeller te zijn. De Cito Eindtoets daaren-

nu natuurlijk wel anders.’

tegen lijkt helemaal niet voorspellend. Deze eerste bevindingen hebben nu al invloed op

Zwakke woordenschat

de werkwijze. Bij de eerstkomende leerling-

‘Een grote uitdaging op onze school is de

besprekingen van de tweedejaars zullen we de

zwakke woordenschat en het zwakke niveau

uitslagen van Cito-2 serieuzer nemen en de

voor begrijpend lezen’, vertelt Kees-Jan. ‘We

Cito Eindtoets buiten beschouwing laten.’

zijn daarom op advies van onze begeleider

Op het Oosterlichtcollege worden nu zes

van de CED-Groep aan de slag gegaan met

docenten opgeleid om zelf data te analyseren.

de programma’s Nieuwsbegrip en Nieuws-

‘Wij zijn al langer bezig om met behulp van

begrip XL. De resultaten hiervan, gekoppeld

data ons onderwijs te verbeteren’, vertelt

aan de Cito-volgtoetsen, leveren bepaalde

Dineke. ‘Dit gebeurde voorheen vooral op

gegevens op waarmee verschillende niveaus

het niveau van de schoolleiding. We zijn in

worden aangegeven. De gegevens worden

september met een groep gemotiveerde do-

met behulp van een orthopedagoog vertaald

centen in het dataprojectteam gestapt. Deze

naar de klas. We kijken samen met de docent

docenten kunnen door hun opleiding nu ook

hoe deze zijn lessen kan aansluiten op de

zelf tot op een bepaalde hoogte een vraag van

verschillende niveaus. We hebben twee jaar

de school onderzoeken. Ook kunnen collega’s

een groep gevolgd waar op deze manier mee

deze mensen benaderen voor een analyse-

wordt gewerkt. De resultaten waren signifi-

vraag. Zo komt het werken met data echt

cant verbeterd.’

op docentniveau. Hiermee kunnen we flinke

Inmiddels is deze werkwijze doorgetrokken

stappen gaan zetten.’

naar alle vakgroepen. Kees-Jan: ‘Al onze vakgroep-voorzitters hebben een training

Tweedejaars dip

gehad over het interpreteren van data. Nu ko-

Welke toetsen die wij afnemen zijn exem-

men alle vakgroepen één keer per periode bij

plarisch voor de resultaten van het Centraal

elkaar om alle cijfers te bespreken en waar

Examen? Met deze vraag ging het Niftarlake

nodig het onderwijs bij te stellen. Al met al

College aan de slag. ‘Wij onderzochten dit bij

leidt onze nieuwe manier van werken tot een

de secties met de beste resultaten’, vertelt

zichtbare kwaliteitsverbetering. We zijn vorig

Eelkje de Jong, schoolleider onderwijs. `Eén

jaar van zeer zwak naar zwak gegaan. De ver-

uitkomst hiervan was dat bij Frans de luister-

wachting voor dit jaar is dat we doorgroeien

toets de beste voorspeller is. Bij Nederlands

naar voldoende.’

leverde dit onderzoek een ander verrassend resultaat op. De aanname was dat de op het

8

De beste voorspellers

examen lijkende leesvaardigheidstoets de

Ook het Oosterlicht College, een brede school

hoogste voorspellende waarde zou hebben.

voor vmbo, havo en vwo, participeert in een

Dat was niet het geval. De resultaten voor het

dataprojectteam. Directielid Dineke van der

schrijven van een betoog vertoonden daar-

Hulst: ‘Eén van de onderzoeksvragen luidt:

entegen wél een duidelijke correlatie met de

wat zijn de meest voorspellende indicato-

resultaten van het eindexamen. Deze kennis

ren voor de eindexamenresultaten van de

geeft aanknopingspunten om de kwaliteit van

KlasseApart september 2016 nummer 3

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

wiskunde. Irene: ‘Eerst zijn alle cijfers breed onderzocht; per vak, bij het schooladvies en

Gemeente Amersfoort positief over VVE-monitor

de Cito Eindtoets. Ook het verschil tussen jongens en meisjes is meegewogen. Maar eigenlijk vielen uit de cijfers geen conclusies te trekken. Daarna zijn we aan de slag gegaan met vragenlijsten over motivatie en betrok-

Tekst Karin van Breugel

Hoe doen kinderen het in voor- en

kenheid. Dit gaf ook geen verklaring voor de

vroegschoolse voorzieningen? En

dip: onze leerlingen blijken erg gemotiveerd

hoe loopt de uitvoering van het

en betrokken. De volgende stap is nu in gang

beleid? Op die vragen moet de VVE-

gezet. Wij gaan interviews afnemen bij alle tweedejaars bij wie we zien dat de dip inzet.

monitor in Amersfoort antwoord

We besteden daarbij aandacht aan de thuis-

geven. De CED-Groep voert de

situatie, peergroup, gezondheid, enzovoort.

monitor uit.

Ik ben benieuwd of we zo een verklaring gaan vinden.’ Meerwaarde Eelkje is enthousiast over de samenwerking met de Universiteit Utrecht en de CED-Groep. ‘Wij krijgen bijvoorbeeld voor bovengenoemde onderzoeken goede vragenlijsten van de CEDGroep. De Universiteit Utrecht analyseert vervolgens de uitkomsten. En als er dan weer gegevens nodig zijn van de school, leveren wij die. Zo’n uitgebreid onderzoek zouden we zelf nooit kunnen doen. We waren altijd al redelijk datagericht, maar binnen dit project kun je

‘Alle gemeenten in Nederland zijn verplicht

is altijd een heel gedoe om van alle scholen

lijn en verhogen van ouderbetrokkenheid. De

echt diepte-analyses doen, waar je veel van

om de ontwikkeling te volgen van risicokinde-

en kinderopvanglocaties alle toetsgegevens

tweede monitor geeft inzicht in de kwaliteit

kunt opsteken.’

ren die gebruikmaken van voor- en vroeg-

aangeleverd te krijgen. Dat verzorgt de CED-

van de uitvoering. Ofwel, hoe loopt het op de

De deelnemende scholen zien de meer-

schoolse educatie. Dat is vastgelegd in de

Groep. Dat scheelt ons veel tijd.’ Op basis van

werkvloer? Dat is belangrijk om de uitvoering

waarde van de dataprojectteams. De diepte-

bestuursafspraken die wij met het ministerie

de nulmeting in 2012/13 heeft de gemeente-

te kunnen verbeteren.’

analyses van universitaire onderzoekers

hebben gemaakt,’ vertelt Nynke Koenen,

lijke VVE-werkgroep ambities geformuleerd.

geven zicht op de betekenis van de data.

beleidsadviseur bij de gemeente Amersfoort.

Ofwel: welke groei wil men bij kinderen zien?

Echte verbeteringen

De aansluitende, praktijkgerichte interven-

De gemeente vroeg de CED-Groep om de

De monitor vindt een aantal jaren achtereen

Nynke: ‘De CED-Groep neemt ons veel werk

ties van de CED-Groep leveren de scholen

monitor uit te voeren. Nynke: ‘We zochten

plaats, zodat duidelijk wordt of de ambities

uit handen en is een pro-actieve en meeden-

praktische manieren op om hun onderwijs

een ervaren partner met veel expertise op het

ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.

kende sparringpartner. Ze bieden niet alleen

aan te scherpen. De universiteit, de scholen

gebied van kinderopvang en onderwijs, die

en de CED-Groep vormen zo een effectieve

voor ons ook een inhoudelijke sparringpart-

Kwaliteit op de werkvloer

over wat we met de bevindingen kunnen doen.

driehoek.

ner kan zijn.’

De tweede monitor heeft betrekking op de

Dat leidt tot échte verbeteringen.’

een rapport aan, maar gaan ook in gesprek

uitvoeringspraktijk. Nynke: ‘Met de betrokMeer weten? Brigitte van Hilst B.vanhilst@CEDgroep.nl @brigittevhilst

Zicht op groei

ken voorschoolse instellingen hebben we

De monitor bestaat uit twee delen. Om te

afspraken gemaakt over het vve-beleid.

beginnen is er een monitor die de taal- en re-

Speerpunten zijn bijvoorbeeld: verbeteren van

kenontwikkeling van kinderen volgt. Hiervoor

de kwaliteit van pedagogisch medewerkers,

worden de Citotoetsgegevens gebruikt. ‘Het

creëren van een doorgaande ontwikkelings-

Meer weten? Monique Jeurissen m.jeurissen@cedgroep.nl @mjmjeur

KlasseApart september 2016 nummer 3

9


Monitoring Taal Effect Taal Effect richt zich met een uitgekiende strategie op verbetering van de taalvaardigheid van leerlingen. De CED-Groep werkt op voscholen in verschillende steden, samen met schoolbesturen en gemeenten, aan dit thema. Een krachtige didactiek en een leerlinggerichte aanpak helpen om de woordenschat uit te breiden en het begrijpend lezen te versterken. Regelmatig wordt de voortgang getoetst. De scores worden gebruikt om het taalonderwijs nog beter op het niveau van de leerlingen te laten aansluiten.

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

Taal Effect in het vo: Een flinke impuls voor het taalonderwijs Tekst Marijke Nijboer

alles rondom Diataal en analyseren de scores.

vertelt Kees-Jan Vreeker, directeur van het

Dat leidde tot een studiemiddag en bezoeken

Een goede taalbeheersing helpt leerlingen om beter mee te komen bij alle

Ze zorgen ook voor de lijntjes met onze zorgaf-

Pouwer College (pro) en Trajectum-College

van collega’s aan deze effectieve docenten.’

schoolvakken. Met behulp van het programma Taal Effect intensiveren vo-scholen in

deling. Als de uitslagen tegenvallen, zoeken

(vmbo). ‘Onze leerlingen, van wie ruim 90%

Inmiddels scoren verschillende klassen boven

zij uit hoe dat komt en zorgen zij dat we daar

een allochtone achtergrond heeft, komen

het landelijk gemiddelde. ‘Ik denk dat wij als

extra op inzetten.’

binnen met een gemiddelde achterstand

school het landelijk gemiddelde opnieuw zul-

Priscilla ziet vooral een effect bij woorden-

op woordenschat en begrijpend lezen van

len halen.’

schat. ‘Sommige leerlingen scoren ver boven

anderhalf tot twee jaar. In het eerste jaar

De CED-Groep begeleidde de ‘taalgroep’ met

2F.’ Ze vindt de vooruitgang bij tekstbegrip

boekten we nauwelijks vooruitgang op de Cito

docenten en een orthopedagoog, maakte

echter langzaam gaan. Mede daarom krijgt nu

Volgtoetsen vo. Regine Bots van de CED-

overzichten van de toetsresultaten en leidde

Rotterdam, Amsterdam en Utrecht hun taalonderwijs. De CED-Groep zorgt voor de overdracht van expertise en bewaakt de voortgang. En adviseert, na analyse van de scores, hoe het team het beste kan werken aan verbetering.

ook de bovenbouw rt-lessen.

Groep stelde ons gerust, die heeft dat vaker

ook hier docenten op tot datacoaches. Ad-

‘Al onze leerlingen komen met een taalach-

‘Wij hadden hard steun nodig bij het opzet-

hoofden zijn aan de slag gegaan met verbe-

Taal Effect is in Amsterdam officieel in juni

gezien. Gelukkig zagen we in het tweede jaar

viseur Regine Bots besprak met individuele

terstand binnen,’ zegt Priscilla Ruizeveld de

ten van ons taalbeleid,’ vertelt Priscilla. ‘Het

terplannen binnen hun sectie, gericht op taal.

2015 afgesloten, maar het Huygens College zet

een enorme groei.’

docenten welke consequenties de scores

Winter, taalcoördinator, coördinator van het

was moeilijk om iets op poten te zetten dat

Elke sectie heeft daarbij eigen invalshoeken.

veel onderdelen gewoon voort. Priscilla: ‘Het is

Op basis van een analyse van toetsscores

zouden moeten hebben voor hun lessen.

eerste leerjaar en datacoach van het Huygens

schoolbreed gedragen kon worden. Maar in

zonde om dat wat we hebben opgezet, te laten

ontwikkelde zijn school taalbeleid. De me-

‘Daar zetten we nu de ondersteuning op in’,

College in Amsterdam. ‘Dat frustreert docen-

die vier jaar hebben we met behulp van de

Diataal

verslonzen. We hebben veel gehad aan de hulp

thode Nieuwsbegrip werd geïntroduceerd en

vertelt Kees-Jan.

ten wel eens. Wij moeten de leerlingen aan

CED-Groep en Taal Effect een aardige slag

De voortgang van leerlingen wordt gemeten

van de CED-Groep. Meedoen aan Taal Effect

er kwam veel extra aandacht voor begrijpend

In Utrecht ontstond behoefte om ook op het

het eind van het vmbo op niveau 2F afleveren,

geslagen.’

met het toets- en volgsysteem Diataal. Aan

was een uitgelezen kans voor onze school.’

lezen en woordenschat, gekoppeld aan vak-

vlak van rekenen/wiskunde een extra impuls

terwijl ze met een veel lager referentieniveau

De school geeft extra uren Nederlands en het

het begin van het eerste leerjaar is er een

taalwoorden.

te geven. Daarvoor draait nu een eigen pro-

binnenkomen.’ Het Huygens College stapte

leesonderwijs krijgt veel aandacht. Priscilla:

nulmeting. Daarna wordt er getoetst aan het

Utrecht

Kees-Jan: ‘We hebben achterhaald welke

ject, dat is ingebed in het stedelijke traject

samen met zes andere Amsterdamse scholen

‘Daarbij zoeken we ook steeds vaker externe

eind van het eerste, tweede en derde leerjaar.

In Utrecht loopt Taal Effect al ruim drie jaar.

klassen het heel goed gedaan hebben. Met

rond datagestuurd werken en wordt geleid

vier jaar geleden in een pilot van Taal Effect,

partners. We werken bijvoorbeeld veel samen

Op aanraden van de CED-Groep zijn twee

‘Voor de start scoorden wij als school onder

die docenten zijn we in gesprek gegaan en we

door de Universiteit Utrecht en de CED-

die hier ‘Referentieniveaus Amsterdam’ heet.

met de openbare bibliotheek.’ De vakgroep-

docenten opgeleid tot datacoach. ‘Zij regelen

het Utrechtse en landelijke gemiddelde’,

hebben opnames gemaakt van hun lessen.

Groep. Kees-Jan: ‘Daardoor hebben we op

10 KlasseApart september 2016 nummer 3

KlasseApart september 2016 nummer 3 11


Monitoring

mijn school besloten om ook in het algemeen

Het tekstbegrip is door de jaren heen dras-

ontwikkeld.’

maken wat we willen weten.’

meer data te gaan analyseren. Vakgroepen

tisch vooruit gegaan. Regine: ‘We bereiken

Erik Zevenbergen, rector van het Libanon

Regine: ‘Je ziet hier op kleine schaal ook dat

beoordelen nu hun eigen cijfers van het afge-

nog steeds een behoorlijke groei, bij alle

Lyceum, over diezelfde clusterbijeenkom-

de ene school de andere ‘adopteert’. Mensen

lopen kwartaal.’

schoolsoorten. Als een school een jaar lang

sten: ‘Docenten van verschillende scholen en

wisselen dan goed uit wat er op taalgebied

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

wat minder groeit, werkt de stedelijke bench-

besturen delen kennis over wat bij hen in de

wordt gedaan; je krijgt dan een olievlekwer-

Rotterdam

mark mooi als een wake up call.’

klas goed werkt. Daarover houden ze presen-

king. Dat geeft echt toegevoegde waarde.’

In Rotterdam loopt Taal Effect al sinds

Docenten van verschillende besturen bekijken

taties. We houden ook interactieve workshops

schooljaar 2010-11. Uniek is dat de Rotter-

tijdens clusterbijeenkomsten elkaars scores

waarin we methodieken ontwikkelen voor in

Borgen

damse scholen van verschillende besturen

en bevragen elkaar over hun werkwijze.

de klas. Mensen maken daarnaast afspraken

Alle drie de steden zetten Taal Effect in als

onderling volledig open zijn over de groei op

Sinds dit jaar heeft Rotterdam bovendien een

tussendoor. Ze kijken dan bij elkaar in de keu-

onderdeel van hun stadsbreed beleid om de

Taal Effect onderschrijft en de uitvoering on-

voor docenten van één schoolsoort, of een

taaltoetsen. Vrijwel alle vo-scholen doen mee.

‘expertgroep’. Hierin zitten tien docenten die

ken. Dat levert altijd inspiratie op. Omdat we

onderwijsresultaten te verbeteren. De ge-

dersteunt’, zegt Regine. De eigen taalcoördi-

studiemiddag voor alle docenten Nederlands.

Sommige kiezen voor extra uren Nederlands,

in duo’s aan de slag gaan met onderzoeksvra-

allemaal de toets Diataal afnemen, kunnen

meenten betalen hieraan mee en zijn gechar-

nator speelt een belangrijke rol bij het verder

Zo houden we de betekenis van toetsgege-

andere zetten in op extra aandacht voor taal

gen. Tijdens de clusterbijeenkomsten delen

we benchmarken. Maakt een school binnen

meerd van het benchmarkteffect: scholen

uitdragen van het taalbeleid in de school. En

vens levend, en blijft het boeiend en leuk.’

bij alle vakken. Scholen gebruiken methodes

zij hun bevindingen met de andere docenten.

een bepaald cohort opvallende vorderingen,

die hun resultaten onderling vergelijken. In

de toetscoördinator of datacoach kan helpen

als Muiswerk, Nieuwsbegrip, Woordenweb

Gerrit Elings, directeur onderwijs van CSG

dan ga je eens informeren: wat doen jullie

Rotterdam is Taaleffect opgenomen in het

om het datagestuurd taalonderwijs op de ra-

of Leesdok. Daarnaast ontwikkelen docen-

Calvijn: ‘Op deze manier koppelen we onder-

precies? Af en toe pakken we ook een thema,

gemeentelijke onderwijsbeleid Leren Loont,

dar te houden. Verder moet je elkaar scherp

ten zelf lesmateriaal. Ook hier wordt Diataal

zoek naar taalontwikkeling aan de praktijk.

zoals taal en toetsen. Dan kijken we bijvoor-

dat loopt tot en met 2020.

houden, vindt zij. ‘De projectgroep achter Taal

gebruikt als gemeenschappelijke meetlat.

Een van de onderzoeksvragen richt zich

beeld of de terminologie die we in toetsen

Maar ook op schoolniveau moet de continuï-

Effect in Rotterdam organiseert samen met

Leerlingen maken de toets aan het begin en

bijvoorbeeld op hoe je leerlingen kan helpen

gebruiken, wel duidelijk is voor de leerlingen.

teit worden bewaakt. Hoe borg je bijvoorbeeld

de CED-Groep regelmatig activiteiten voor

eind van de eerste klas en aan het einde van

om een vaktekst beter te begrijpen. Eén van

We willen niet vervallen in Jip en Janneketaal,

alle nieuwe kennis over taalverbetering? ‘Het

alle Taal Effectscholen in de stad om het boei-

het tweede leerjaar.

de docenten heeft daar een handige tool voor

maar wel zeker weten dat we goed duidelijk

helpt wanneer een directeur het belang van

end te houden, zoals clusterbijeenkomsten

12 KlasseApart september 2016 nummer 3

Meer weten? Regine Bots r.bots@cedgroep.nl

KlasseApart september 2016 nummer 3 13


Monitoring

Schoolondersteuningsprofiel

Hoe dekkend is uw netwerk van onderwijsvoorzieningen? Tekst Connie van der Zel

Wat voegt de school aan leerlingen toe? Eén A4-tje Het schoolondersteuningsprofiel van de CED-Groep is compact: het beslaat één A4. Het document bestaat uit drie delen: preventief en planmatig handelen op alle leergebieden, inrichting van de ondersteuningsstructuur en kwaliteit.

het swv. Hierbij stond het invullen van het

Een school die op deze manier de eigen

profiel van de school centraal. De ib’ers en

kwaliteiten in kaart brengt, krijgt snel en

directeuren bespraken samen met hun be-

duidelijk inzicht in de ondersteuning die

geleider het vooraf ingevulde formulier. Kiek:

Kunnen wij aan alle leerlingen een passende plek bieden in ons werkgebied?

zij te bieden heeft.

‘Ook deze gesprekken leidden tot veel discussie. Wanneer je zo’n profiel invult, heb je het

Om deze vraag te beantwoorden, ging het Samenwerkingsverband

echt over het onderwijs: wat voor school ben

passend primair onderwijs aan den IJssel aan de slag met het

ik? Wat voor school wil ik zijn? Velen vonden

schoolondersteuningsprofiel van de CED-Groep. Zo ontstond duidelijkheid.

het positief om zo met hun vak bezig zijn.’ Kiek: ‘Minder positief is dat ook op schoolniveau de vraagstelling niet altijd duidelijk werd gevonden. Dit heeft invloed op de eenduidigheid.’ Zij geeft een voorbeeld. ‘Bij de opbrengsten van de leergebieden wordt getabel. Bovendien bevat het alle informatie die

vraagd naar de uitstroom. Geldt die uitstroom

wettelijk opgenomen moet zijn in een school-

dan voor één leerjaar of gaat het om een

ondersteuningsprofiel.’

gemiddelde van alle leerjaren? Als iedereen dit anders interpreteert, krijg je geen klop-

Younes en Liselot

pend beeld.’

In augustus en september 2015 organiseerde

De vier bijeenkomsten resulteren in een

de CED-Groep vier startbijeenkomsten voor

matrix en een eindrapport. Beide zijn

de ib’ers en directeuren van alle scholen bin-

door de CED-Groep gepresenteerd aan de

nen dit swv. ‘Naast algemene informatie over

beleidsgroep en de klankbordgroep van het

opbrengstgericht werken in 4D, de inhoud

samenwerkingsverband. ‘De matrix bevat de

van de schoolarrangementen en de denkwijze

gegevens van alle scholen. Het is een heel

achter het schoolondersteuningsprofiel, was

praktisch product’, vindt Kiek. ‘Hiermee kan

er ook aandacht voor de praktijk. Kiek: ‘In

ik adviseren met welke school ouders van een

een casus werden twee kinderen voorgesteld:

kind met een bepaalde onderwijs- en onder-

Younes en Liselot. Daarbij kreeg iedereen

steuningsbehoefte contact kunnen opnemen

vier jaar. De tijd zal leren of de scholen zich

samenwerkingsverband alle leerlingen een

de ingevulde profielen van twee scholen. De

voor een gesprek. Uit het eindrapport komen

dit model eigen maken. De CED-Groep gaat

passende plek bieden in ons werkgebied?

vraag bij beide kinderen was: op welke school

enkele interessante conclusies naar voren. Zo

ons daarbij helpen. Om te komen tot een

Het antwoord is: ja, dat kunnen wij, met onze

zou je het plaatsen? Van de ib’ers en direc-

blijkt dat onze reguliere scholen niet zo veel

eenduidige hantering van de begrippen gaat

eigen basis- en sbo-scholen, aangevuld met

teuren zat 70% goed, 30% week af. Dit heeft

van elkaar verschillen. Een punt van bespre-

de CED-Groep de toelichting digitaliseren en

so-plekken in de nabije omgeving.’

te maken met het feit dat sommige vragen

king is de wenselijkheid van meer variatie.

voorzien van vervolgvragen. Verder komt er

uit het profiel voor meerdere uitleg vatbaar

Nog belangrijker is de conclusie dat er op de

op basis van de behoefte van de scholen extra

‘Ons samenwerkingsverband (swv) bevat 36

werk dan opnieuw beginnen. ‘Al snel besloten

zijn. De verschillende antwoorden die mensen

scholen weinig planmatig aan gedrag wordt

ruimte voor vrije tekst in het model. Zo kun-

vestigingen. Deze gebruikten vijf verschil-

we om een frisse start te maken met één

gaven, leidden tot goede, inhoudelijke discus-

gewerkt. Dit is verplicht vanaf 2017, dus hier

nen scholen hun expertise en hun grenzen

lende modellen om in kaart te brengen welke

gezamenlijk model. De beleidsgroep heeft

sies.’

gaan we zeker mee aan de slag.’

specificeren. En er wordt gewerkt aan een

specifieke kwaliteiten en ondersteuning de

gekozen voor het schoolondersteuningspro-

afzonderlijke scholen kunnen bieden aan

fiel van de CED-Groep. Dit model is compact,

Met je vak bezig zijn

Vervolgacties

ouders te begrijpen is.’

leerlingen’, vertelt directeur Kiek Broekman.

opbrengstgericht, de kwantitatieve gegevens

De volgende stap betrof de schoolbezoeken.

Tot slot werpt Kiek een blik op de toekomst.

Al met al is Kiek tevreden met wat er tot nu

Eerst wilde het swv deze modellen samen-

krijgen een plek, het is relatief eenvoudig te

Vier begeleiders van de CED-Groep bezochten

‘Het schoolondersteuningsprofiel van de

toe bereikt is. ‘Vooral de matrix is essen-

voegen tot één nieuwe, maar dat bleek meer

updaten en de prijs per school is heel comfor-

tussen oktober en december alle scholen van

CED-Groep is gekozen voor een periode van

tieel voor onze beginvraag: kunnen wij als

14 KlasseApart september 2016 nummer 3

publieksversie, zodat het document ook voor

Meer weten? Wilma Peulen w.peulen@cedgroep.nl @wpeulen

KlasseApart september 2016 nummer 3 15


Monitoring

PO-VO-monitor:

Betere overdracht en plaatsing door analyse van scores

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

Tekst Marijke Nijboer

Het schooladvies en lokale initiatieven zoals de Rotterdamse Plaatsingswijzer helpen om kinderen in het voortgezet onderwijs op de goede plek te krijgen. Maar er kan nog beter gebruik worden gemaakt van

hun ouders daarop hebben aangedrongen.

alle beschikbare informatie over leerlingen. Daar is een nieuw instrument

De boeken, lessen en repetities zijn op mavo/

voor ontwikkeld: de PO-VO-monitor.

havoniveau en dat werkt voor deze kinderen demotiverend. Soms leidt dat er zelfs toe dat ze ook de mavo niet meer aankunnen.’ Laura:

De PO-VO-monitor, een Rotterdams initiatief,

juiste plek plaatsen en hun niveau handhaven

‘Wij hebben als basisschool goed contact met

brengt vo-scholen en hun toeleverende basis-

en uitbouwen.

de ouders. Ik denk dat wij bij hen nadrukkelijker de mavo moeten aanbevelen.’

scholen met elkaar in gesprek. Op basis van

Vlnr Laura Kemeling, Mathieu Lapré en Joop Nooitrust

16 KlasseApart september 2016 nummer 3

de scores van tweedeklassers, waarbij wordt

Warme overdracht

Zij bestudeert de scores en vraagt: ‘Waarom

teruggekeken tot groep 6 of 7, analyseren zij

Het Rotterdamse Wolfert College en de

denken jullie dat kinderen afstromen? Het

samen wat er goed en fout is gegaan en hoe

Nicolaasschool doen mee aan de pilot van de

valt me op dat afstromers ook slecht scoren

het schooladvies verder kan worden verbe-

PO-VO-monitor. Samen nemen zij de leerlin-

op vakken als kunst en cultuur.’ Joop: ‘Vaak

terd. Dat is extra belangrijk nu het basis-

gen onder de loep die van deze basisschool

ontbreekt het hen aan basisvaardigheden. Ze

schooladvies doorslaggevend is geworden.

komen. Joop Nooitrust, teamleider onder-

kunnen bijvoorbeeld niet plannen en leveren

De vo-school en basisschool kijken samen

bouw, en zijn collega Mathieu Lapré (counsel-

niet op tijd hun opdrachten in.’ Laura: ‘Dat

hoeveel leerlingen er nog zitten op het oor-

lor, verantwoor-

spronkelijk geadviseerde niveau. Om inzicht

delijk voor zorg

te krijgen in de factoren die daarbij een rol

en schoolmaat-

spelen, worden per kind verschillende taal-

schappelijk werk)

scores in kaart gebracht (de monitor richtte

bespreken hun

zich tot nu toe alleen op taal; dit schooljaar

cijfers met intern

komt rekenen daarbij). Vanuit het basison-

begeleider Laura

derwijs zijn dat de scores uit groep 6, 7 en 8

Kemeling van de Nicolaasschool. Joop wijst

dat willen we graag opheffen.’

op begrijpend lezen en woordenschat, plus

naar zijn beeldscherm. ‘Moet je eens kijken

Met de toetsgegevens op tafel is een objectief

het taalpercentiel en de eindscore op de Cito

hoe goed Amanda gaat. Maar daar hebben we

gesprek mogelijk. Laura vindt dat basisscho-

Eindtoets. Vanuit de data van Rotterdams Taal

ook bovenop gezeten.’ Een warme overdracht

len nog te weinig doen met de leerlinggege-

Effect worden hier drie scores bijgevoegd. Het

is belangrijk, vertelt Mathieu. ‘Vooral bij

vens die ze krijgen van het vo. ‘Ik vrees dat

gaat om scores uit de eerste twee leerjaren

zorgleerlingen. Als een kind bijvoorbeeld veel

veel leerkrachten van groep 8 ernaar kijken

van het vo op Diataal voor zowel tekstbegrip

verzuimt, kan de basisschool mij vaak vertel-

en denken: o, jammer, of: o, leuk.’ De PO-VO-

als woordenschat.

len of zij het probleem herkennen en welke

monitor kan scholen helpen om op dit punt

De twee scholen bespreken deze gegevens

interventies werken.’

verder te professionaliseren. Laura: ‘Wij leren

en trekken er lering uit. Zowel op individueel

Het Wolfert College heeft maar liefst 59

als basisschool hoe we onze advisering kun-

niveau, door te beslissen welke leerlingen

toeleverende basisscholen. Joop: ‘Als een

nen verbeteren. En we kunnen de vo-school

meer aandacht nodig hebben, als op grotere

school vier of meer leerlingen levert, gaan wij

misschien vertellen wat wij deden om een

schaal: wat zijn risicofactoren voor afstroom?

er op bezoek. Met een ‘‘hofleverancier’’ als

kind wél op niveau te laten presteren.’

Welke trends zijn zichtbaar, en moet hierop

de Nicolaasschool, die jaarlijks zo’n twintig

actie worden ondernomen? De basisschool

leerlingen levert, kunnen we naar de grote

kan op basis van deze analyse de kwaliteit van

lijnen kijken.’ Zo bespreken zij nu het pro-

haar schooladviezen evalueren en verbete-

bleem dat in de mavo/havo-brugklas teveel

ren. De vo-school kan met de gegevens uit

leerlingen zitten met een mavoadvies. Joop:

de monitor leerlingen hopelijk sneller op de

‘Deze kinderen zitten meestal te hoog omdat

Samen analyseren hoe het schooladvies kan worden verbeterd

neem ik zeker mee terug naar school.’ Zij is blij met dit overleg. ‘Er is een zeker wantrouwen tussen po en vo,

Meer weten? Regine Bots r.bots@cedgroep.nl

KlasseApart september 2016 nummer 3 17


Monitoring

NCKO-Kwaliteitsmonitor meet kwaliteit kinderopvangorganisatie

‘Wat doen we goed, wat missen we nog?’

aan de hand van punten. Bij een ruimte kijk je bijvoorbeeld hoe je hoeken effectiever kunt benutten en hoe je materialen op een handiger manier kunt opstellen. Je gaat objectief kijken wat er daadwerkelijk gebeurt in een mening toe te voegen.’ De training leerde haar om ook als pedagogisch medewerker bewuster met kinderen om te gaan. ‘Voorheen was ik sneller geneigd

Hoe staan we ervoor als kinderopvangorganisatie, wat doen we goed, wat kan beter? De Kwaliteitsmonitor

zelf dingen op te ruimen na een activiteit, nu

Je gaat het pas zien…

laat ik de kinderen meehelpen. Elk moment is een pedagogisch moment. Bij het naar buiten

zwakkere kanten van de opvang zijn en op welke concrete punten de kwaliteit verder kan verbeteren.

gaan duurt het langer als kinderen zonder

Kinderopvangorganisatie Vlietkinderen (regio Leidschendam-Voorburg en Den Haag) werkt naar aanleiding

hulp hun jassen aantrekken. Dat moet dan

van de uitkomsten van deze kwaliteitsmonitor aan een verbeterplan.

MAGiTO

groep, zonder dat in te kleuren en je eigen

Ineke Westbroek

van het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) maakt duidelijk wat de sterke en

Wat voegt de school aan leerlingen toe?

maar. Dan eten we wel een kwartier later.’

Monitoren en meten is regelmatig een onderwerp van veel discussie in het onderwijs. Aan de ene kant tref je de groep die heilig gelooft in het empirische adagium ‘Meten is weten’. En aan de andere kant het gezelschap dat meent dat kwaliteit te maken heeft met een gecompliceerde werkelijkheid die vorm wordt gegeven in een

De organisatie scoorde goed op onder andere pedagogisch beleid, buitenruimte, creatieve vorming en breng- en haalmomenten. Betrouwbare nulmeting Yvette en haar collega Fréya Verhagen-Bruin (coördinator Vlietkinderen Tussenschoolse Opvang Lusthof en pedagogisch medewerker van Vlietkinderen Naschoolse Opvang Het Spektakel) noemen de NCKO-Kwaliteitsmonitor een mooi meetinstrument. ‘Het maakt duidelijk waar je als organisatie staat,’ vindt Fréya. Zij nam de monitor dit jaar af. ‘We werkten al aan de kwaliteit van pedagogisch medewerkers met behulp van video interactie begeleiding. We hadden behoefte aan een betrouwbare nulmeting over de manier waarop wordt omgegaan met de kinderen. Daarnaast wilden we andere zaken in kaart brengen, zoals de inzet van de materialen.’ Volgend jaar gaat Vlietkinderen de meting nog een keer uitvoeren. ‘Wat doen we goed, wat missen we Het spelmateriaal moet meer op oog- en

basis hiervan werken alle teams aan verbete-

nog?’ schetst Fréya. ‘Daarvan willen wij een

reikhoogte worden gelegd, zodat kinderen

ringen, op een manier die bij hun locatie past.

duidelijk overzicht.’

er zelfstandig mee aan de slag kunnen. De

In het pedagogisch werkplan is nu aandacht

groepsruimtes moeten zo worden ingedeeld

voor culturele diversiteit. Ook zijn er materia-

Pedagogisch moment

dat kinderen worden uitgedaagd om zelf op

len aangeschaft waarin kinderen uit verschil-

Om de kwaliteitsmonitor te kunnen invoe-

onderzoek uit te gaan. In de werkwijze moet

lende culturen zich kunnen herkennen. ‘We

ren, volgde Fréya de NCKO-training, die de

bovendien meer rekening worden gehouden

lezen voor uit boekjes waarin mensen uit

CED-Groep aanbiedt aan vestigingsmanagers

met culturele achtergronden. Die aandachts-

verschillende culturen een rol spelen,’ noemt

en staf- en beleidsmedewerkers. De training

punten vloeien bij Vlietkinderen voort uit de

Yvette Korporaal (regiomanager Vlietkinde-

leerde haar om op een andere manier naar de

inzet van de NCKO-Kwaliteitsmonitor. Op

ren) als voorbeeld.

organisatie te kijken. ‘Je leert objectief meten

18 KlasseApart september 2016 nummer 3

Werken met de NCKO-

betekenisvolle, pedagogische relatie. Die eerste groep

Kwaliteitsmonitor

vindt die anderen maar mystiek en vaag. Terwijl het

De Kwaliteitsmonitor brengt de kwali-

tweede gezelschap meent dat door te meten veel van

teit binnen een kinderopvangorganisa-

de werkelijkheid wordt vergeten. Het zijn standpunten

tie op relatief eenvoudige wijze in kaart,

van waaruit betrekkelijk eenvoudig andermans gelijk

met behulp van de handleidingen Kwa-

blijvend kan worden bestreden. Twee vormen van mo-

liteit Van de Leefomgeving, Structurele

no-denken met als kernidee dat een principe voldoende

Kwaliteit en Interactievaardigheden.

is om alles te verklaren. Eigenlijk houdt het denken dan

Aan de hand van observatielijsten van

zo ongeveer op. Terwijl beide standpunten elkaar nodig

het NCKO-Kwaliteitsmodel worden on-

hebben om tot echt zinvolle kennis te komen.

der andere pedagogisch beleid, ruimte, inrichting, materialen, programma,

Dat mono-denken zou daarom vervangen moeten

pedagogische ondersteuning, groeps-

worden door een vorm van dubbeldenken, het denken

grootte en groepsstabiliteit doorgelicht.

in relaties en ontwikkelingen waarbij je ijkpunten nodig

Om te werken met de Kwaliteitsmo-

hebt om de stand van zaken en voortgang te bepalen.

nitor maakt de CED-Groep leiding-

Dat je enerzijds de werkelijkheid zo goed begrijpt, dat

gevenden en kwaliteitsmedewerkers

je betekenisvolle en juiste indicaties en meetmomenten

in de kinderopvang vertrouwd met het

kunt benoemen. En methodologisch correcte data en

instrument. De training leert cursisten

cijfers kunt verzamelen en ordenen. Als zinvolle ijkpun-

om de pedagogische kwaliteit op de

ten. En dat je anderzijds een grondige kennis van de

groepen op een deskundige en gerichte

onderzochte realiteit hebt waardoor de cijfers en data

manier in kaart te brengen en geeft hen

verstandig kunnen worden geplaatst in de dynamiek

handvatten om pedagogisch medewer-

van die realiteit. Als richtingaanwijzers voor acties en

kers te begeleiden in het opdoen van

verbeteringen. Zoals een thermometer wel koorts kan

kennis en ervaring met de Kwaliteits-

aangeven, maar nog niets zegt over de aandoening. Het

monitor. Daarnaast is er aandacht voor

is meten en begrijpen, waarnemen en interpreteren.

het maken van een implementatieplan/

Dubbeldenken dus.

verbeterplan. Waarschijnlijk bedoelde Cruijff dat toen hij zei: ‘Je gaat het pas zien, als je het door hebt.’ Meer weten? Anja de Rooij a.derooij@cedgroep.nl

KlasseApart september 2016 nummer 3 19


De CED-Groep wenst u een schooljaar toe vol leerplezier en goede resultaten.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.