Inleiding De methode Spelling langs de lijn is een opbrengstgerichte spellingmethode voor het regulier primair onderwijs (po), speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so). De methode werkt toe naar referentieniveau 1F en/of 1S. Het theoretisch kader van Spelling langs de lijn wordt gevormd door het Onderwijscontinuüm CED-Groep (Struiksma, 2012). Het Onderwijscontinuüm is een denk- en werkwijze om planmatig, datagestuurd, opbrengstgericht en passend onderwijs te realiseren. Het is toepasbaar in elke onderwijskundige setting en geschikt voor elk vak- of vormingsgebied. Spelling langs de lijn is een complete en gebruiksklare uitwerking van het Onderwijscontinuüm voor het vakgebied spelling. De belangrijkste bouwsteen van het Onderwijscontinuüm is het zogenaamde 4D-model dat voorziet in een cyclische manier van werken volgens vier D’s: - Data verzamelen; - Duiden van data; - Doelen stellen; - Doen. In deze inleiding illustreren we het werken met Spelling langs de lijn volgens het 4D-model. Als voorbeeld nemen we groep 3 van juf Florine.
Het centrale uitgangspunt van het Onderwijscontinuüm en het 4D-model Het uitgangspunt is het realiseren van ambities. De ambities die een school wil bereiken met leerlingen noemen we schoolstandaarden. Deze kunnen voor scholen verschillend zijn, maar zijn de basis voor het onderwijsaanbod. We onderscheiden drie schoolstandaarden: - De gevorderde standaard voor de betere leerlingen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau A of I behalen. Je wijst deze leerlingen toe aan het talentarrangement uit Spelling langs de lijn (dit is te vinden in de handleiding bij elk leerjaar). Hierin staat de aanpak beschreven die passend is bij de onderwijsbehoeften van deze groep leerlingen, met als doel dat de leerling volgens de gevorderde standaard blijft presteren. In het talentarrangement lees je voornamelijk wat je anders doet voor deze leerlingen dan de leerlingen in het basisarrangement of de voldoende standaard. -
De voldoende standaard voor het gros van de leerlingen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau B/C of II/III behalen. Deze leerlingen wijs je toe aan het basisarrangement. Hierin staat de basisaanpak beschreven.
-
De minimumstandaard. Dit is het minimumniveau wat je met de leerlingen wilt halen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau D of IV behalen. In de arrangementen (zoals beschreven in de handleiding) lees je in de kolom voornamelijk wat je extra doet voor deze leerlingen bovenop het basisarrangement. Dit uiteraard met als doel dat deze leerlingen op het niveau van het basisarrangement mee kunnen komen. Leerlingen die de minimumstandaard niet halen, wijs je toe aan het zeer intensief arrangement. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau E of V behalen.
Opbrengstgericht werken betekent dat je data gebruikt om je aanbod aan leerlingen richting te geven. Er is sprake van een cyclisch proces, het 4D-model. Binnen dit cyclische proces bestaat iedere D steeds uit een aantal activiteiten.
1
Spelling langs de lijn
4D
Stappen
Data
Data verzamelen (genormeerde toetsgegevens, methodegebonden toetsen).
Duiden
Data analyseren en vergelijken met de schoolstandaarden. Leerlingen toewijzen aan de arrangementen.
Doelen
Formuleren van doelen in een groepsplan voor een bepaalde planperiode.
Doen
Uitvoeren van het groepsplan. Uitvoeren van de beschreven leerkrachtvaardigheden.
Hieronder beschrijven we iedere D aan de hand van de groep van juf Florine.
2
Spelling langs de lijn
1 Data Data zijn in Spelling langs de lijn de basis om leerlingen toe te wijzen aan een onderwijsarrangement. Tijdens het spellingonderwijs krijg je veel data over leerlingen. Data zijn niet alleen resultaten van genormeerde toetsen, maar ook resultaten van methodegebonden toetsen en dagelijks werk. Dit geeft continu informatie over de spellingvaardigheid van de leerlingen. Je krijgt elke les informatie om te analyseren en indien nodig tussentijds bij te sturen. Hieronder de data die Juf Florine heeft verzameld van haar groep 3 in de periode oktober tot en met december. Leerling
Vaardigheidsscore Cito spelling M3
Niveau A t/m E
Methodegebonden toetsen
1.
Daniel
118
A
Goed
2.
Nicole
117
A
Goed
3.
Mareld
115
A
Goed
4.
Younes
115
A
Goed
5.
Mohamed
113
A
Goed
6.
Sanne
111
B
Goed
Zeer gemotiveerd om woorden juist te schrijven.
7.
Hanke
111
B
Voldoende
Aandachtspunt: Categorie 4
8.
Lucienne
111
B
Goed
9.
Hans
111
B
Voldoende
10. Piet
110
B
Matig
Past categorieĂŤn altijd juist toe binnen andere taalactiviteiten
11. Paul
110
B
Goed
Aandachtspunt: Categorie 4
12. Thijs
110
B
Voldoende
13. Lucas
109
B
Voldoende
Aandachtspunt: Categorie 4
14. Ali
108
C
Voldoende
Aandachtspunt: Categorie 4
15. Ming
108
C
Voldoende
16. Ruud
107
C
Voldoende
17. Hasan
106
C
Onvoldoende
18. Guus
104
D
Voldoende
19. Ellen
103
D
Voldoende
Aandachtspunt analyseren. Dit kost nog heel veel tijd. Het gaat wel goed. Doordat Ellen te weinig tijd heeft, schrijft ze niet het gehele woord op.
20. Puk
103
D
Onvoldoende
Aandachtspunt: klankzuivere woorden met een b-, -p- of een d-.
Na het verzamelen van data volgt het duiden van data. 3
Spelling langs de lijn
Past de juiste schrijfwijze van de categorie toe in overige taalactiviteiten
Laat soms letters weg uit slordigheid. Als ze er nog eens naar kijkt, ziet ze meteen wat er fout is.
Aandachtspunt: Categorie 4: klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast).
Aandachtspunt: analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/e/l/k, m/a/r/k/t, sch/r/i/f/t, p/i/nk). Juiste klankbeeld is heel belangrijk voor Hasan vanwege zijn tweetaligheid. Hasan is zeer gemotiveerd. Hij wil de woorden goed schrijven. Aandachtspunt: Categorie 4
2 Duiden Om te kunnen duiden moet je schoolstandaarden hebben. Data krijgen immers pas waarde als je ze afzet tegen wat je wilt bereiken in je ambitie schoolstandaard. Vervolgens ga je analyseren. Dit doe je op kenmerken die je als leerkracht kunt beĂŻnvloeden. Het OnderwijscontinuĂźm onderscheidt de volgende onderwijskenmerken die een leerkracht kan verbeteren om te behalen wat hij wil behalen: leerstofaanbod, leertijd, klassenmanagement, didactisch handelen, pedagogisch handelen, schoolklimaat. Hieronder de vergelijking van de data van de groep van juf Florine met de ambitie schoolstandaarden. Op de school van juf Florine is ervoor gekozen om de ambitie schoolstandaarden gelijk te houden aan het landelijk gemiddelde. Dit betekent: - Gevorderde standaard: met 25% van de leerlingen wil men een vaardigheidscore halen die valt binnen niveau A op de gestelde tussentoets -
Voldoende standaard: met 75% van de leerlingen wil men tenminste niveau B of C behalen behorend bij de gestelde tussentoets. De leerlingen die de gevorderde standaard halen, behalen de voldoende standaard ook. De school streeft met de voldoende standaard naar het behalen van referentieniveau 1S.
-
Minimum standaard: met 90% van de leerlingen wil men minimaal de ondergrens van niveau D op de gestelde tussentoetsen behalen. Deze school wil dat 90% van de leerlingen minimaal de categorieĂŤn van referentieniveau 1F beheerst.
Zoals je in het overzicht onder data kunt zien, heeft juf Florine 20 leerlingen in haar groep. Daarvan halen 5 leerlingen niveau A, 12 leerlingen niveau B of C en 3 leerlingen niveau D. Groep 3
Leerlingen
Medio groep 3
Aantal leerlingen dat voldoet aan de schoolstandaard
Spelling
25% haalt
A
5 leerlingen van de 20 = 25%
75% haalt
B of C
12 leerlingen van de 20 = 60%
90% haalt
D
3 leerlingen van de 20 =15%
Florine heeft de laatste toetsgegevens van haar groep vergeleken met de schoolstandaarden. Voor haar groep geldt: dat 25% van de leerlingen precies de gevorderde standaard haalt. dat 85% (25% + 60%) van de leerlingen de voldoende standaard haalt en dat in haar groep 100% de minimumstandaard haalt (25%+60%+15%).
Leerkracht Florine voldoet aan de schoolstandaarden en mag concluderen dat ze goed bezig is. Het effect van de door haar geboden onderwijskwaliteit is waar ze naar streefde. Florine behaalt zelfs met 85% van de leerlingen de voldoende standaard. Florine wil dit niveau in het volgende groepsplan graag vasthouden. Zo levert zij haar bijdrage aan het behalen van de tussendoelen op weg naar 1S aan het einde van groep 8.
4
Spelling langs de lijn
Florine bespreekt met het ‘datateam middenbouw’ uit haar school alle onderwijskenmerken uit het Onderwijscontinuüm. Elk onderwijskenmerk (leerstofaanbod, leertijd, klassenmanagement, didactisch handelen, pedagogisch handelen en schoolklimaat) heeft invloed op data. In de ‘arrangementen deel 2’ van Spelling langs de lijn zijn alle onderwijskenmerken zo beschreven dat je de bijbehorende ambitie kunt behalen, mits de aanwijzingen worden opgevolgd. Indien een leerkracht de standaarden niet haalt, is de analyse van de onderwijskenmerken een manier om inzichtelijk te maken aan welke aspecten je nog iets kunt veranderen in de volgende periode. Het voordeel van deze wijze van werken is, dat je direct ontdekt waar je invloed uit kunt oefenen op het onderwijs en dat je eventuele tekorten niet toewijst aan het gedrag van leerlingen. Dit duiden aan de hand van onderwijskenmerken kan tijdens de groepsbesprekingen, maar kan ook in datateams op vaste momenten in het jaar. Door elk onderdeel van het onderwijsleerproces samen met collega’s te analyseren, kun je profiteren van elkaars kennis en ervaringen. Hieronder bespreken we kort de verschillende onderwijskenmerken van het onderwijscontinuüm.
Leerstofaanbod Het leerstofaanbod in Spelling langs de lijn wordt gevormd door de categorieën van de leerlijn spelling zoals in dit programma opgenomen. De volledige leerlijn spelling is bijgevoegd in deze handleiding. De spellingcategorieën van deze leerlijn richten zich op het behalen van referentieniveau 1F en 1S. In het basisarrangement zie je welke categorieën aan bod komen in de volgende planperiode. Deze categorieën in het basisarrangement gelden voor de gehele groep. We spreken dan van een convergente wijze van werken. Voor Florine zijn dit voor periode medio groep 3 tot en met eind groep 3 de volgende categorieën in haar groepsplan: Categorie 5: Leerlingen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport). Categorie 6: Leerlingen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm, park). Categorie 7: Leerlingen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar (markt, straat, strik, korst). Categorie 8: Leerlingen spellen woorden met sch(r) (school, schrift). Categorie 9: Leerlingen spellen woorden met -ng en -nk (bank, kring, streng). Uit de data van Florine blijkt dat er extra aandacht nodig is voor categorie 4: klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast). Veel leerlingen vinden deze categorie nog moeilijk. Categorie 4 neemt Florine extra mee in haar leerstofaanbod van het basisarrangement in haar volgende groepsplan. De categorieën in het basisarrangement gelden voor alle leerlingen. Ook met uitvallers streef je ernaar om deze categorieën te halen door extra inspanningen te doen bovenop het aanbod in het basisarrangement. Dit heet convergent differentiëren. Je intensiveert het onderwijsaanbod door te stapelen. Stapelen in de vorm van het geven van meer verwerkingstijd, meer denktijd, het vaker bieden van een correct fonologisch klankbeeld, het geven van meer positieve feedback etc. Spellingzwakke leerlingen geven we in Spelling langs de lijn dus niet vanaf jonge leeftijd een eigen leerlijn op een ander niveau. We weten namelijk dat spellingzwakke leerlingen meer en beter leren door hen het basisarrangement en het intensief arrangement aan te bieden.
5
Spelling langs de lijn
Vragen die je tijdens de analyse over het leerstofaanbod zou kunnen stellen: -
Zijn alle leerstofdoelen/categorieën gepland in de onderwijsweken voor de volgende toetsafname? Heb ik alle leerstofdoelen/categorieën voldoende aangeboden voor mijn groep? Heb ik vanuit een analyse van data voldoende aandacht besteed aan leerstofdoelen/categorieën die voor het gros van de leerlingen nog herhaald moeten worden? Heb ik voldoende tijd ingebouwd om op basis van tussentijdse analyse bepaalde categorieën te herhalen?
Leerstofaanbod in het Speciaal basisonderwijs en Speciaal Onderwijs Het verschil tussen verschillende type scholen zit in de verdeling van de leerstofdoelen per jaar. Voor het sbo adviseren wij de volgende indeling per schooljaar uitgaande van een leersnelheid van 75% en kijkend naar de hoeveelheid doelen per jaar:
Aanbod basisarrangement
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Niveau bij uitstroom
E3
M4
E4
E5
M6/ E6
M7
1F
Aanbod doelen per groep:
Met bovenstaand leerstofaanbod behaal je referentieniveau 1F. Er zijn echter ook leerlingen voor wie dit aanbod behoorlijk pittig is. Denk bijvoorbeeld aan leerlingen waarvan je verwacht dat ze uitstromen naar Praktijkonderwijs (Pro). Het is dan ook een keuze per school tot hoever ze leerlingen met uitstroombestemming Praktijkonderwijs meenemen in deze convergente wijze van werken aan de spellingcategorieën. Zolang een leerling met uitstroom Pro niet gefrustreerd raakt, is het sowieso raadzaam de leerling zo ver mogelijk te laten komen, omdat dit zijn spellingvaardigheid voor te toekomst nu eenmaal vergroot. Natuurlijk zijn er ook leerlingen die uitval laten zien op een toets. In Spelling langs de lijn kun je deze leerlingen meenemen in de convergente wijze van werken in het intensief en zeer intensief arrangement. Je accepteert hierbij dat een vaardigheidsscore behorend bij niveau D of niveau IV voor deze leerling ook groei betekent. Tevens bied je de leerling de mogelijkheid om categorieën uit hogere leerjaren wel te leren beheersen. Je zult ontdekken dat er heel wat categorieën zijn die een leerling dan inderdaad gaat beheersen. Dit is effectiever dan het steeds opnieuw aanbieden van hetzelfde niveau. Veel sbo scholen nemen leerlingen tot een didactische leeftijd (dl) van 40 maanden mee in het convergente onderwijsaanbod door te intensiveren door te stapelen. Vervolgens hebben ze dan nog 20 resterende onderwijsmaanden om te kiezen voor doorwerken aan de doelen, het herhalen van bepaalde categorieën of om te dispenseren. Voor het so adviseren wij de arrangementen te gebruiken zoals ze aangeboden zijn in deze map. In het groepsplan maak je op basis van de onderwijsbehoeften van deze doelgroepen voornamelijk aanpassingen in de kolom pedagogisch handelen en klassenmanagement. Behalve voor het so, scholen cluster 3 zml, adviseren wij de volgende indeling per schooljaar uitgaande van een leersnelheid van 50% en kijkend naar de hoeveelheid doelen per jaar:
Aanbod basisarrangement
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Niveau bij uitstroom
Start groep 3
M3
E3
M4
E4
M5
<1F
Aanbod doelen per groep:
We hebben echter ervaren dat in het so cluster 3 zml een grote diversiteit bestaat aan niveaus in de verschillende leerroutes binnen een school. Het geschetste aanbod is dan ook meer bestemd voor het hoogste niveau binnen het cluster 3 zml onderwijs.
6
Spelling langs de lijn
Leertijd Een school bepaalt zelf hoeveel tijd er besteed moet worden aan verschillende leerlijnen of leerstofonderdelen om uiteindelijk de schoolstandaard te halen. In ieder arrangement zoals in Spelling langs de lijn beschreven, vind je hoeveel leertijd we aanbevelen. Talentarrangement
Basisarrangement
Intensief arrangement
Zeer intensief arrangement
Voor groep 3 is dit 4 x 25 minuten per week en voor groep 4 tot en met 8 is dit 3 x 35 minuten per week
Extra 2 x 15 minuten per week
Extra; dagelijks 5 minuten
Vragen die je tijdens de analyse over de leertijd zou kunnen stellen: -
Heb ik de leertijd uit het basisarrangement ook ingeroosterd? Is deze tijd ook echt besteed aan de instructie, verwerking en afsluiting? Heb ik de extra verwerkingstijd voor de leerlingen in het intensief arrangement ook geroosterd en georganiseerd? Moet ik de leertijd in het basisarrangement ophogen indien ik de schoolstandaard niet haal met het gros van de leerlingen? Kan ik de leertijd in het basisarrangement inkorten indien ik de schoolstandaard gemakkelijk haal met het gros van de leerlingen? Zodat deze leertijd besteed kan worden aan een ander vakgebied. Besteed ik de tijd ook volgens de voorgeschreven lesopzet in het basisarrangement? Zo nee, aan welk onderdeel besteed ik teveel tijd en hoe komt dit?
Klassenmanagement Bij klassenmanagement gaat het met name om je organisatie van de activiteiten binnen een les, bijvoorbeeld organisatorische interventies voor de instructie, verwerking of overgangen. De vorm en frequentie van deze organisatorische interventies zijn afhankelijk van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Door organisatorische interventies in te zetten die aansluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen, zal een les efficiĂŤnter verlopen. Vragen die je tijdens de analyse over klassenmanagement zou kunnen stellen: -
Heb ik me gehouden aan de tijden voor de verschillende onderdelen van de les? Weten de leerlingen met wie ze een dictee in tweetallen mogen doen? Weten leerlingen welke tijd staat voor de verschillende onderdelen uit de les? Inzet timetimer. Weten leerlingen hoe ze omgaan met uitgestelde aandacht? Weten de leerlingen hoe de hulprondes verlopen? Liggen alle materialen vooraf klaar?
7
Spelling langs de lijn
Didactisch handelen Het didactisch handelen is uitgewerkt in een zeer concrete standaardles voor het basisarrangement van groep 3 tot en met 8. Mits de leerkracht de lessen op onderstaande wijze uitvoerde, is deze bij het uittesten van Spelling langs de lijn opbrengstverhogend gebleken. Dit geldt zowel voor het primair onderwijs, speciaal basisonderwijs als voor het speciaal onderwijs. Het verschil tussen deze doelgroepen zit voornamelijk in de verdeling van het aanbod in de leerstofdoelen per jaar, zoals beschreven bij het onderwijskenmerk leerstofaanbod. Onderstaande lesopzet is ontstaan vanuit verschillende wetenschappelijke artikelen over wat werkt bij spelling. Iedere didactische vaardigheid in de instructie en activiteit in de verwerking is heel doelbewust gekozen. Een van de principes van het werken met het 4D-model is dat de leerkracht ertoe doet. Het juist uitvoeren van de beschreven leerkrachtvaardigheden is van grote invloed op de spellingvaardigheid van de leerlingen. De bijbehorende tijdsindicaties zijn binnen alle doelgroepen heel reëel gebleken en zijn een zeer goede richtlijn voor een leerkracht om de leertijd effectief in te zetten tijdens iedere spellingles. De didactische vaardigheden kunnen leerkrachten zich tamelijk eenvoudig eigen maken en komen steeds terug. Leerkrachten geven aan dat dit in de voorbereiding veel tijd scheelt en dat leerlingen deze lesopzet helder, duidelijk en voorspelbaar vinden. Hieronder de didactische vaardigheden uit het basisarrangement:
Didactisch handelen Voorbereiding en oriëntatie 3 minuten De leerkracht maakt afspraken m.b.t. klassenmanagement: opgeruimde werkplek en benodigd materiaal, toiletbezoek, de wijze van vragen stellen, wat je moet doen als je klaar bent, etc. Instructie 5-7 minuten 1. De leerkracht benoemt het doel van de les: welke categorie geleerd gaat worden en visualiseert deze categorie op het bord. 2. De leerkracht vraagt de leerlingen of zij al woorden kennen van deze categorie(ën). De leerkracht noteert maximaal vijf genoemde woorden per categorie op het bord. 3. De leerkracht leest de categoriewoorden voor en hanteert de correcte uitspraak van deze woorden. Dit is essentieel om fonologische problemen te voorkomen. 4. De leerkracht licht de strategie toe die gebruikt wordt om de categoriewoorden juist te schrijven en zo mogelijk de regel. 5. De leerkracht legt de nadruk op de juiste stappen bij het spellen van de woorden. Verwerking 20 minuten - Basisactiviteit 1 (± 8 minuten): De leerlingen spellen de categoriewoorden met behulp van een stappenplan. De leerkracht doet eventueel enkele opgaven met de leerlingen samen (begeleid inoefenen). De leerlingen lezen een woord en dekken het af. De leerlingen schrijven de woorden uit het hoofd. De leerlingen controleren het woord. (Essentie: visueel dictee en kritisch bewustzijn). (Let op dat het geen overschrijven wordt.) - Basisactiviteit 2 (± 2-3 minuten): Auditief dictee met een medeleerling. In tweetallen schrijft elke leerling 5 categoriewoorden op die gekozen worden uit basisactiviteit 1. Samen controleren en reflecteren. Controleren: goed of fout, reflecteren: waarom ging het goed of fout. (Essentie: auditief dictee). - Basisactiviteit 3 (± 9-10 minuten): Doelgerichte opdracht om de aangeboden categoriewoorden verder in te oefenen.
8
Spelling langs de lijn
-
De leerkracht geeft aan alle leerlingen positieve tussentijdse feedback op het goed schrijven van de woorden en het hanteren van het stappenplan. De leerkracht probeert door rond te lopen zoveel mogelijk onmiddellijke feedback te geven en te voorkomen dat fouten ingeslepen raken.
Afsluiting 5 minuten - De leerkracht vraagt de leerlingen welke categorie ze hebben geleerd en hoe dit is gegaan. Proces- en productgerichte feedback.
Vragen die je tijdens de analyse over didactisch handelen zou kunnen stellen: -
Heb ik me gehouden aan de tijden voor de verschillende onderdelen van de les? Zo niet, waar gaat veel leertijd naartoe en hoe kan ik dit veranderen? Voer ik steeds alle didactische vaardigheden in de instructie uit? Waren alle leerlingen actief tijdens mijn instructie? Weten leerlingen wat ze moeten doen bij basisactiviteit 1 en 2? Hoe sluit ik de les meestal af? Gericht op de categorie of op het proces?
Pedagogisch handelen Pedagogisch handelen geeft aan hoe je met je leerlingen omgaat. Het gaat bijvoorbeeld om gestelde gedragsregels, de wijze waarop je feedback geeft en de manier waarop je beurten geeft. Je biedt leerlingen voorspelbaarheid en structuur, zodat ze weten waar ze aan toe zijn en zich autonoom kunnen gedragen. Vragen die je tijdens de analyse over pedagogisch handelen zou kunnen stellen: -
Vertel ik de leerlingen waarom ik het waardeer wanneer zij elkaar helpen? Ben ik duidelijk in wat ik van leerlingen verwacht zodat zij zich autonoom kunnen gedragen? Hoe maak ik leerlingen verantwoordelijk voor hun eigen leerproces (autonomie)? Hoe organiseer ik de mogelijkheid om samen te werken (relaties aangaan)? Hoe kom ik toe aan het competentiegevoel van leerlingen? Geef ik positieve feedback op wat ze geleerd hebben? Geef ik (tussentijdse) positieve feedback op de werkhouding? Model ik gedrag wat ik van leerlingen ook verwacht? Hoe maak ik voortgang zichtbaar?
Schoolklimaat Dit element wordt op schoolniveau bepaald. De school legt diverse zaken vast bijvoorbeeld hoe docenten en leerlingen onderling en met elkaar omgaan, welke basisvoorzieningen er zijn om het leren te bevorderen, hoe de leerkrachten zich verder kunnen professionaliseren, hoe ouders bij het onderwijs worden betrokken. Vragen die je tijdens de analyse over schoolklimaat zou kunnen stellen:
9
Spelling langs de lijn
-
Hebben alle teamleden dezelfde visie over opbrengstgericht werken en/of zijn ze bereid om in deze verandering mee te gaan? Hoe hebben wij de ouders geïnformeerd over hoe we opbrengstgericht werken vormgeven binnen het vakgebied spelling? Hoe bespreken we de onderwijskenmerken met elkaar? Is er scholing nodig op het gebied van spelling? Zijn er schoolbreed eenduidige afspraken over het aanbieden van spellingscategorieën?
Door vragen te stellen over de verschillende onderwijskenmerken kun je actiepunten formuleren voor een volgende periode. Wanneer je nog niet voldoende informatie hebt, ga je meer vragen stellen over de verschillende elementen. De uitkomsten van de analyse gebruik je om met collega’s te bespreken hoe het onderwijs verder verbeterd kan worden, zodat de opbrengsten hoger zullen worden.
Leerlingen toewijzen aan de arrangementen Binnen de stap Duiden valt ook het toewijzen van leerlingen aan een arrangement op basis van data. Op de school van juf Florine heeft men afgesproken dat leerlingen die een vaardigheidsscore halen behorend bij niveau: - A, worden toegewezen aan het talentarrangement; - B en C, worden toegewezen aan het basisarrangement; - D, worden toegewezen aan het intensief arrangement; - E, worden toegewezen aan het zeer intensief arrangement. De leerlingen uit de groep van juf Florine worden op de volgende wijze toegewezen aan de verschillende arrangementen binnen haar groepsplan: Talentarrangement
Basisarrangement
Intensief arrangement
Zeer intensief arrangement
Daniel Nicole Mareld Younes Mohamed Sanne
Hanke Hans Lucienne Piet Paul Thijs Lucas Ali Ming Ruud Milou Hasan
Guus Ellen Puk
Geen leerlingen
118A 117A 115A 115A 113A 111B
111B 111B 111B 110B 110B 110B 109B 108C 108C 107C 107C 106C
104D 103D 103D
Leerling Sanne scoort een vaardigheidsscore binnen niveau B, maar uit de data blijkt dat Sanne op alle methodegebonden toetsen een “goed” scoort en zij zeer gemotiveerd is om woorden en zinnen op een juiste wijze te schrijven. Daarom wijkt Florine beredeneerd af van de toewijzingscriteria van haar school en wijst ze Sanne toe aan het talentarrangement. De basis van haar nieuwe groepsplan is gelegd. Na het duiden van data volgt het bepalen van doelen en aanbod in de verschillende arrangementen.
10
Spelling langs de lijn
3 Doelen Wacht niet af waar je uit gaat komen, maar plan voortdurend je aanbod. In je groepsplan leg je vast aan welke leerstofdoelen/categorieën van de leerlijn je aandacht gaat besteden en waar je uit wilt komen. Juf Florine kan met behulp van het modelarrangement (zie ‘arrangementen’) zowel de doelen als de aanpak bij de verschillende arrangementen overnemen in haar groepsplan. De kolom pedagogisch handelen past ze aan op basis van de onderwijsbehoeften van haar groep. Klassenmanagement wordt in algemene termen aan het einde van het groepsplan geformuleerd.
Groepsplan Groep:
Leergebied :
Leerkracht:
Periode:
Toewijzen leerlingen
% lln die voldoen aan schoolstandaard
Leerstofaanbod
Didactisch handelen
Talentarrangement Namen:
Basisarrangement Namen:
Intensief arrangement Namen:
Klassenmanagement
Evaluatie
Haar groepsplan ziet er dan als volgt uit:
11
Spelling langs de lijn
Schoolstandaard:
Leertijd
Pedagogisch handelen
12
Spelling langs de lijn
55% (85%)
30%
Talent Leerlingen: Daniel 118 A Nicole 117A Mareld 115A Younes 115A Mohamed 113A Sanne 111B
Basis Leerlingen: Hanke 111B Hans 111B Lucienne 111B Piet 110B Paul 110 B Thijs 110B Lucas 109B Ali 108C Ming 108C Ruud 107C Milou 107C Hasan 106C
% lln die voldoen aan schoolstandaard
Toewijzen leerlingen
Groep: 3 Leerkracht: Florine
M3-E3 Categorie 5: Leerlingen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport) Categorie 6: Leerlingen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm, park). Categorie 7: Leerlingen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar(markt, straat, strik, korst). Categorie 8: Leerlingen spellen woorden met sch(r) (school, schrift). Categorie 9: Leerlingen spellen woorden met -ng en -nk (bank, kring, streng).
Gelijk aan basisarrangement
Leerstofaanbod
Instructie 5-7 minuten 1. De leerkracht benoemt het doel van de les: welke categorie geleerd gaat worden en visualiseert deze categorie op het bord. 2. De leerkracht vraagt de leerlingen of zij al woorden kennen van deze categorie(en). De leerkracht noteert maximaal vijf genoemde woorden per categorie op het bord. 3. De leerkracht leest de categoriewoorden voor en hanteert de correcte uitspraak van deze woorden. Dit is essentieel om fonologische problemen te voorkomen. 4. De leerkracht licht de strategie toe die gebruikt wordt om de categoriewoorden juist te schrijven en zo mogelijk de regel. 5. De leerkracht legt de nadruk op de juiste stappen bij het spellen van de woorden (zie deel 2).
Voorbereiding en oriĂŤntatie 3 minuten De leerkracht maakt afspraken m.b.t. klassenmanagement: opgeruimde werkplek en benodigd materiaal, toiletbezoek, de wijze van vragen stellen, wat je moet doen als je klaar bent, etc.
Tijdens de verwerking: Basisactiviteit 1: de leerlingen uit het talentarrangement mogen eventueel zelf 15 woorden bedenken passend bij deze categorie (tegemoetkomen aan cognitieve autonomie). Basisactiviteit 2: de leerlingen overhoren elkaar eventueel aan de hand van de 15 zelfbedachte categoriewoorden. Basisactiviteit 3: eventueel een opdracht uit de lijst met complexe opdrachten of toepassingsopdrachten (zie deel 2).
Tijdens de instructie 2-3 minuten: Deze leerlingen mogen na instructieonderdeel 4 zelfstandig beginnen met basisactiviteit 1 (tegemoetkomen aan verkorte instructiebehoefte).
Dit doe ik anders dan in het basisarrangement:
Didactisch handelen
4x25 minuten per week (nadruk op herhaald schrijven). Integreer deze leertijd zoveel mogelijk in de leertijd voor aanvankelijk technisch lezen.
Leertijd
Leergebied: Spelling M3 tot en met E3 (Bij de methode Spelling langs de lijn) Schoolstandaard: 25%-75%-95% Periode: januari tot en met juni
Direct complimenteren van verwacht gedrag
- Verwerking: Je blijft aan je taak. Je zorgt dat een ander kan werken.
Voorafgaand aan de les het gedrag benoemen en visualiseren wat wordt verwacht tijdens de instructie als tijdens de verwerking - Instructie: Je kijkt de juf aan. Je steekt je vinger op.
Nicole noteert bij activiteit 2 en 3 steeds een + achter de geschreven tekst om aan te leren dat ze woorden moet controleren.
Pedagogisch handelen
13
Spelling langs de lijn
Intensief Leerlingen: Guus 104D Ellen 103D Puk 103D
Aanbod
15% (100%)
% lln die voldoen aan schoolstandaard
Extra aandacht voor M3-E3 Gelijk aan het basisarrangement, herhaling van dezelfde woorden Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/e/l/k, m/a/r/k/t, sch/r/i/f/t, p/i/nk).
Tijdens de verwerking Basisactiviteit 1: meer woorden begeleid inoefenen middels een stappenplan samen met de leerkracht. De leerlingen maken de verwerkingsstof van basisactiviteit 1 wel helemaal af. De woorden van basisactiviteit 1 worden op een ander moment op de dag of in de week nogmaals geoefend. (Tegemoetkomen aan de behoefte aan meer leertijd en/of meer verwerking). Leerlingen hebben ook bij basisactiviteit 2 en 3 het stappenplan bij de hand.
Dit doe ik extra bovenop het basisarrangement:
Afsluiting 5 minuten De leerkracht vraagt de leerlingen welke categorie ze hebben geleerd en hoe dit is gegaan. Proces- en productgerichte feedback.
Verwerking 20 minuten - Basisactiviteit 1: (± 8 minuten) De leerlingen spellen de categoriewoorden middels een stappenplan. De leerkracht doet eventueel enkele opgaven met de leerlingen samen (begeleid inoefenen). - Basisactiviteit 2: (± 2-3 minuten) Auditief dictee met een medeleerling. In tweetallen schrijft elke leerling 5 categoriewoorden op die gekozen worden uit basisactiviteit 1. Samen controleren en reflecteren. Controleren: goed of fout, reflecteren: waarom ging het goed of fout. - Basisactiviteit 3: (± 9-10 minuten) Doelgerichte opdracht uit de methode. De leerkracht geeft positieve tussentijdse feedback op het goed schrijven van de woorden en het hanteren van het stappenplan aan alle leerlingen. De leerkracht probeert door rond te lopen zoveel mogelijk onmiddellijke feedback te geven en te voorkomen dat leerlingen fouten inslijpen.
De leerkracht verdeelt de bovenstaande doelen over de periode tot aan de volgende toets (in het groepsplan).
Doelen die extra aandacht verdienen vanuit B3-M3: Categorie 4: Leerlingen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast).
Didactisch handelen
Leerstofaanbod
(dit wordt georganiseerd in het blokuur leren leren).
+ 2x15 minuten extra
Leertijd
- Vergroten van tussentijdse feedback op zowel de inhoud als de werkhouding.
Pedagogisch handelen
14
Spelling langs de lijn
% lln die voldoen aan schoolstandaard Tijdens de het begeleid inoefenen extra aandacht aan het volgende binnen de gekozen categoriewoorden: - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/e/l/k, m/a/r/k/t, sch/r/i/f/t, p/i/nk). - Leerlingen koppelen letters aan klanken. Eventueel ondersteunen met klankgebaren. - Leerlingen onderscheiden medeklinkers, klinkers die weergegeven worden door 1 letter, door 2 dezelfde letters en door 2 verschillende letters.
Extra aandacht voor M3-E3 Leerlingen koppelen letters aan klanken. Eventueel ondersteunen met klankgebaren.
Leerlingen onderscheiden medeklinkers, klinkers die weergegeven worden door 1 letter, door 2 dezelfde letters en door 2 verschillende letters.
Didactisch handelen
Leerstofaanbod
+ 5 minuten dagelijks extra (dit wordt georganiseerd na iedere ochtendpauze).
Leertijd
Onderwijskundige evaluatie In juni afnemen Cito E3 (normering Cito, november 2013). Talent arrangement streven naar vaardigheidscore van 118 of hoger behorend bij niveau A. Juni: .....% doel behaald , .....% doel niet behaald Basis arrangement streven naar vaardigheidscore van 115 of hoger behorend bij niveau B. Minimaal een vaardigheidscore van 111. Dit is de ondergrens van niveau C. Juni: .....% behaalt doel (115 of hoger) , .....% behaalt minimumdoel (111 of hoger), .....% behaalt doel niet Intensief arrangement streven naar vaardigheidscore van 111 of hoger behorend bij niveau C. Minimaal een vaardigheidscore van 108. Dit is de ondergrens van niveau D. Juni: .....% behaalt doel (111 of hoger) , .....% behaalt minimumdoel (108 of hoger), .....% behaalt doel niet
Klassenmanagement Bij de basisactiviteiten wordt de timetimer gebruikt om de tijd te bewaken. Bij basisactiviteit 2 zoeken de leerlingen zelf een medeleerling die klaar is en gaan er rustig naast zitten. Ze beoordelen elkaars werk met aantal goed geschreven woorden.
Zeer intensief Leerlingen: n.v.t.
Aanbod
- Vergroten van tussentijdse feedback op zowel de inhoud als de werkhouding.
Pedagogisch handelen
4 Doen Florine kan nu haar groepsplan gaan uitvoeren zoals ze het heeft beschreven. Om van elkaar te leren en samen de kwaliteit van de uitvoering te bewaken, is er binnen de school van Florine voor gekozen dat leerkrachten elkaar consulteren. Ze kijken aan de hand van het groepsplan naar de uitvoering van de verschillende onderwijskenmerken. Naar aanleiding van deze consultatie gaan ze met elkaar in gesprek over wat er allemaal al goed gaat, wat ze van elkaar kunnen leren en/of hoe bepaalde onderwijskenmerken nog geoptimaliseerd kunnen worden. Het kritisch bekijken van elkaars uitvoering en het samen hierop reflecteren vinden we binnen het Onderwijscontinuüm een essentieel principe. Als leerkrachten zich bewust zijn van hoe ze een les uitvoeren, kunnen ze ook bijsturen op één van de onderwijskenmerken. De wijze waarop een leerkracht reflecteert op de uitvoering kan van school tot school verschillen. Tevens kijkt juf Florine met haar collega’s nog naar een ander principe van het Onderwijscontinuüm, namelijk de wijze waarop men differentieert door te stapelen. We gaan er hiervan uit dat het aanbod van het basisarrangement voor álle leerlingen gelijk is (convergente differentiatie). Als na verloop van tijd blijkt (uit toetsgegevens en observaties) dat een leerling niet genoeg heeft aan de basisinstructie, de basisleertijd en de bijbehorende leerkrachtvaardigheden in het basisarrangement, wijs je de leerling toe aan het intensief arrangement. Dit betekent dat je meer gaat doen om de leerling toch de gestelde doelen te laten behalen bijvoorbeeld meer instructie bieden, meer verwerking (leertijd) bieden en/of meer tussentijdse positieve feedback geven. Dit betekent niet dat de doelen naar beneden worden bijgesteld. Dit is een vorm van intensiveren door te stapelen. Een leerling die ook daar niet genoeg aan heeft, bijvoorbeeld een zorgleerling, wijst je toe aan het zeer intensief arrangement (de extra ondersteuning). In de arrangementen zoals die in Spelling langs de lijn zijn opgenomen, lees je een volledig uitgewerkt onderwijsaanbod op alle kenmerken van het onderwijsleerproces: leerstofaanbod, leertijd, leerkrachtvaardigheden en klassenmanagement. Daarnaast biedt een school een zeer intensief arrangement aan voor leerlingen die de minimum standaard niet halen. Met dit aanbod streef je er in eerste instantie naar om deze leerlingen in de volgende cyclus weer toe te wijzen aan het intensief arrangement. Doordat leerlingen al vanaf jonge leeftijd worden toegewezen aan de verschillende onderwijsarrangementen op basis van gerealiseerde opbrengsten op het gebied van spelling, is het Onderwijscontinuüm een denk- en werkwijze waarin leerlingen met mogelijke spellingproblemen vroegtijdig gesignaleerd worden. Op deze wijze wordt het mogelijk om preventief en curatief te werk te gaan binnen een volgende cyclus van het groepsplan.
Literatuur: Struiksma, C. (2012). Duiden en Doen. Rotterdam: CED-Groep.
15
Spelling langs de lijn