Huridisch 32

Page 1

Magazine voor alumni en de beroepspraktijk van het Instituut voor Recht van Hogeschool Utrecht. januari 2015

32

CASEMANAGER BEGELEID WONEN SIMONE ROKS ZOEKT GRAAG VERRASSENDE OPLOSSINGEN VOOR HAAR CLIテ起TEN

SJD AL 25 JAAR MEER DAN EEN OPLEIDING | DE NS EN AGRESSIE VIA SOCIAL MEDIA | DOCENT ONDERZOCHT TAAKHERSCHIKKING ECHTSCHEIDINGSPRAKTIJK |


K O R T K O R T K O R T bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid moet hij de route via het UWV volgen en bij verstoorde arbeidsverhouding, disfunctioneren of verwijtbaarheid van de werknemer de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter. Bij beide ontslagroutes heeft de werknemer in beginsel recht op een forfaitaire transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst tenminste 24 maanden heeft geduurd. Ook bij afloop van arbeidscontracten voor bepaalde tijd bestaat daar recht op als op initiatief van de werkgever het arbeidscontract niet is verlengd. De kantonrechtersformule komt te vervallen. PvG

Nieuwe master bij IvR Het instituut voor Recht (IvR) start in februari met de masteropleiding Forensisch Sociaal Professional. De opleiding is bedoeld voor professionals in het veld van het justitieel kader die een sleutelrol spelen in het terugdringen van recidive, zowel bij overlast en criminaliteit als bij huiselijk geweld en kindermishandeling. “Dit is de eerste geaccrediteerde masteropleiding voor de beroepsgroep forensisch sociale professionals in Nederland. In het forensisch sociale beroepenveld komen sociale, juridische, pedagogische - en veiligheidskundige expertise samen. Het is een beroepsgroep met een belangrijke taak, die grote maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt en die goede ondersteuning verdient vanuit publieke onderwijsinstellingen. De politiek vraagt daar al jaren om. We zijn dan ook heel trots dat de HU nu aan deze praktijkvraag tegemoet kan komen!” aldus lector Anneke Menger. Meer informatie op HU.nl. CM

foto: Femke van den Heuvel

Accreditatie HBO-Rechten Op 30 oktober jl. heeft een auditpanel van de Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de opleiding HBORechten aan de tand gevoeld. Het panel heeft uitgebreid gesproken met het management, docenten, lectoren, (oud)studenten, de examencommissie en vertegenwoordigers uit het werkveld van alle opleidingsvarianten: voltijd, deeltijd en kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Het onderzoek heeft geresulteerd in een oordeel over het programma, de beoogde doelstellingen daarvan en de toetsing en het gerealiseerde eindniveau. Voor de eerste twee aspecten heeft de opleiding het predicaat 'goed' gekregen en voor het laatste onderdeel 'voldoende'. Dat betekent dat de accreditatie weer dubbel en dwars verdiend is. LvdP

554 nieuwe voltijdstudenten bij het IVR Aan het begin van het collegejaar 2014/2015 zijn 554 voltijdstudenten gestart met een juridische opleiding aan het Instituut voor Recht. De meeste nieuwkomers zijn er bij Sociaal Juridische Dienstverlening, 334. HBO-Rechten heeft 200 nieuwe studenten en bij Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder zijn 20 studenten gestart. In het collegejaar 2013/2014 kregen 170 voltijdstudenten hun diploma, zij mogen zich nu Bachelor of Law noemen. Bij HBORechten feliciteerden we 100 afgestudeerden, 56 SJD’ers kregen hun diploma en er zijn 14 nieuwe KandidaatGerechtsdeurwaarders afgestudeerd. CM

De Wet werk en zekerheid (WWZ) brengt grote wijzigingen teweeg in het arbeidsrecht. Het verbod op een proeftijd bij arbeidscontracten voor bepaalde tijd ≤ zes maanden en de aanzegtermijn bij afloop van tijdelijke contracten ≥ zes maanden worden per 1 januari 2015 ingevoerd. Ook mogen dan geen concurrentiebedingen meer worden afgesloten in arbeidscontracten voor bepaalde tijd tenzij de werkgever daar een zwaarwegend belang bij heeft. Op 1 juli 2015 wijzigen de regels voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De maximale duur voor het aanbieden van opeenvolgende arbeidscontracten voor bepaalde tijd gaat terug van 36 naar 24 maanden. De ontslagreden bepaalt voortaan de te volgen ontslagroute door de werkgever bij arbeidscontracten voor onbepaalde tijd. Bij

2

foto: Jan-Willem Groen

Nieuwe regels arbeidsrecht

Een blok tegen agressie; online en offline

4

afstudeeronderzoek over agressie tegen

Presentatie biografie Jan de Quay

Veel media-aandacht voor rapport ‘Onoplosbare schuldsituaties' Problematische schulden zijn steeds vaker onoplosbaar. De gevolgen voor betrokken gezinnen zijn groot en de maatschappelijke kosten hoog. Dat stelt Nadja Jungmann, lector schulden van de Hogeschool Utrecht, in het rapport 'Onoplosbare schuldsituaties'. Rondom het verschijnen van dit rapport is veel media-aandacht geweest. Op de website van het lectoraat schuldenenincasso.nl staat meer informatie. Hier vind je ook het complete rapport en linkjes naar de verschillende uitzendingen en krantenartikelen. CM

INHOUD werknemers met een publieke taak

Onze docent HBO-Rechten Cees Meijer kan terugkijken op een waardige en indrukwekkende presentatie van zijn biografie over Jan de Quay, premier van 19591963 en jarenlang commissaris van de koningin in zijn geliefde Noord-Brabant. In het Noordbrabants museum trok op 24 september een stoet aan voormalige premiers, ministers en commissarissen van de koningin aan de neus van Cees voorbij. In de oude statenzaal bewierookte Van Agt in zijn bloemrijk proza de biograaf: ‘een treffend portret!’ Commissaris van de koning Van de Donk noemde de biografie ‘een bezonken oordeel van een wijs auteur’. Tot slot wierp de jongste zoon van De Quay de vraag op hoe zijn vader een biografie over zijn persoon zou hebben gevonden. "Vader zou vast geantwoord hebben: ‘Schrijf maar een boek over moeder. Dat is veel interessanter’.” Cees Meijer, Jan de Quay (1901-1985) Een biografie, uitgeverij Boom, ISBN 9789461055552. PvG

Alumna Demelza Buter

7

SJD al 25 jaar méér dan een opleiding

8

Wisselwerk Wouter Lem

9

25 jaar SJD: werken op het snijvlak van recht

10

en samenleving Training op maat voor Groenewegen en partners 12 Alumna Simone Roks

14

Spotlight: Nexus

15

Eindrapport taakherschikking echtscheidings-

16

praktijk. Anders werken, meer plezier! Alumnus Mark van Schie

19

Colofon HUridisch is het magazine voor alumni en de beroepspraktijk van de opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening, HBO-Rechten en Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder van Hogeschool Utrecht. Postbus 85397 3508 AJ Utrecht T 088-481 81 81 Redactie Paul van Grinsven, Lidwien van der Pas, Agnes Sutherland Aan dit nummer werkten mee Mariek Hilhorst, Remco Mourits en Lysanne Wilkens

MET MEER DAN RECHT, DOEN WIJ RECHT 3

Hoofd- en eindredactie Hogeschool Utrecht – Chantal Martini Vormgeving Troost communicatie Druk Grafisch bedrijf Tuijtel Redactiesecretariaat Voor vragen, opmerkingen, adreswijzigingen of aanvragen kunt u terecht bij het Onderwijssecretariaat Recht, mailrechtsjd@hu.nl; mailrechthbr@hu.nl.


ONDERZOEK

EEN BLOK TEGEN AGRESSIE; ONLINE EN OFFLINE MICKY VAN LOON SCHRIJFT OVER DE KEERZIJDE VAN SOCIAL MEDIA

De ontwikkelingen in de digitale wereld gaan snel, niet alleen in positieve zin. Termen uit het strafrecht als smaad, laster en belediging worden in de praktijk gekoppeld aan nieuwe begrippen zoals trollen, reaguurders en dreigtweets. De trol is een querulant die vaak vervelende boodschappen plaatst op social media.

Hij zeurt, treitert en dramt, verstoort discussies en gaat net zo lang door tot anderen het bijltje erbij neergooien.1 Adviezen op websites over hoe de trol te bestrijden, zijn stellig: ‘Don't feed the troll’.2 De term reaguurder verwijst naar het plaatsen van ongepaste reacties op het internet bij weblogs zoals Retecool en GeenStijl.3 Dreigtweets zijn volgens de definitie van de Nationale Politie berichten waarin een twitteraar dreigt met geweld tegen een persoon, een gebouw of eigendommen van een ander. Het gaat niet om scheldwoorden, maar om variaties op 'Ik ga je dood maken' of 'Ik blaas de school op'.4 Belediging en bedreiging in de publieke taak Uitingen van reizigers kunnen als beledigend of bedreigend worden opgevat. Toch is een opmerking pas beledigend wanneer de medewerker die opmerking als zodanig opvat. Enige olifantshuid is wenselijk, een reiziger mag kritiek uiten op het werk van een medewerker. Bovendien is er ruimte voor interpretatie van het begrip belediging. Niet ieder middel is kwetsend. Zo voelde een politieagent zich gekwetst door een jongen die in zijn nek de letters ACAB had laten tatoeëren. Waar staat de afkorting ACAB echter voor? Voor 'All Cops Are Bastards' of 'Acht Cola Acht Bier'. Omdat de opzet tot belediging ontbrak, werd de jongen niet vervolgd. Als medewerkers in een publieke functie zich aangesproken voelen, is het strafrechtelijk gezien dus geen gelopen race. Daarnaast geeft de anonimiteit een belemmering in de opsporing van de daders. De persoon achter dreigtweets kan een ‘brave huisvader’ zijn die vanuit

4

het keurige rijtjeshuis twittert of een reiziger die met een mobieltje ongevraagd medewerkers in hun publieke taak filmt en deze publiceert. Ze overzien hun daden wel op de korte maar niet op de lange termijn. Volgens John Suler, hoogleraar psychologie aan Rider University, hanteren ze voor zichzelf een scheiding tussen on- en offline gedrag. Mensen gedragen zich op het web ongeremder dan in het echte leven. Mogelijke oorzaak is de anonimiteit. Deze dader heeft tevens geen boodschap aan de Wet bescherming persoonsgegevens of de algemene voorwaarden van het vervoerbedrijf waarin het de reiziger verboden wordt zonder toestemming foto en/of geluidopnamen te publiceren van medewerkers in de uitoefening van hun publieke taak. Tegen deze onzichtbare vijanden is het moeilijk vechten. De anonimiteit werkt twee kanten op: zowel de daders als de slachtoffers zijn onzichtbaar, waardoor emotionele reacties niet meespelen. De impact van een dreigtweet of filmpje op internet is voor de dader immers niet zichtbaar: wat een beledigende tweet met een persoon doet, zal de dader niet merken. Verhuftert De gevolgen van agressie via social media worden naar mijn mening onderschat. Deze vorm van agressie wordt door een slachtoffer moeizaam verwerkt, omdat de kwetsende boodschap online staat en aanwezig blijft. Alles is vlug verspreid, lastiger ongedaan te maken en moeilijker aan te pakken. Het leidt tot machteloosheid. Daarom worden bedreigingen via social media soms als nog vervolg op pagina 6

foto: Hollandse Hoogte. De persoon op de foto heeft geen relatie met de tekst

Social media zijn prachtige fora om meningen te delen. Agressieve uitingen komen helaas ook voor op sites zoals Twitter en Youtube. In toenemende mate worden medewerkers met een publieke taak in het vervoer hiermee geconfronteerd. Dit blijkt verstrekkende gevolgen te hebben op het gemoed van dienstverlenende medewerkers. Hierin ligt een aanzienlijke verantwoordelijkheid voor een werkgever.

ONDER HET DAK VAN DE VERMEENDE VRIJHEID VAN MENINGSUITING HOUDT DE BRAVE BURGER ZICH TEN ONRECHTE SCHUIL. DE VRIJHEID VAN JE MENING MOGEN UITEN HOUDT ECHTER GEEN RECHT OP BELEDIGEN IN, EN KAN BEPERKT WORDEN DOOR BEPALINGEN IN HET WETBOEK VAN STRAFRECHT


CARRIÈRE

DEMELZA BUTER WERKT ALS FAILLISSEMENTSSECRETARIS hellend vlak. Is de gemeenschappelijke afspraak om geen foto's van anderen zonder toestemming te publiceren nog geldend? Wil de burger nog dat zijn persoonsgegevens beschermd worden? Toen Snowden de afluisterschandalen onthulde, ontstond weinig ophef in Nederland, want, zo zegt de doorsnee burger ‘ik heb toch niets te verbergen?’. Maar dat is misschien vandaag het geval, hoe is dat morgen of over vijf jaar?6 Tenslotte is het de overheid die bepaalt wat je wel of niet te verbergen hebt. In zo’n permissieve cultuur kunnen uitingen via social media gedijen. De privacy van medewerkers in publieke functies wordt keer op keer geschonden.

Al een aantal jaar wordt door vooraanstaande sociologen geroepen dat de maatschappij verhuftert.5 De maatschappij verhardt en normen en waarden vervagen. Zelfs de toenmalig minister-president gaf in 2010 aan dat we ons land moeten terugveroveren op de hufters. Bij deze uitspraak kun je de vraag stellen: wie zijn ‘we’ en wie zijn ‘de hufters’? Wie moet het land terugveroveren op wie? Moeten we de vraag wellicht omkeren: moet niet heel Nederland verhufteren? Moeten medewerkers in publieke functies maar opgewassen zijn tegen de verruwing van de samenleving?

Goed werkgeverschap Publieke organisaties kunnen echter veel betekenen voor hun medewerkers. Intern zijn maatregelen te treffen op voorzorg (preventie), beleid (norm bepalen) en nazorg (op psychisch en juridisch gebied). In dit digitale tijdperk moeten een organisatie en haar medewerkers zich digibewust tonen. Daartoe verplicht het goed werkgeverschap. Effectieve maatregelen tegen agressieve uitingen op social media behoren daartoe: organiseer trainingen hoe werknemers met een publieke taak zich kunnen weren tegen

Deze vragen leggen de publieke moraal en de integriteitsnormen als etterende wonden bloot. Toegegeven, in de Grondwet, het EVRM, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Portretwet en de Auteurswet zijn onze normen en waarden geïncorporeerd. Het is niet toegestaan om zomaar gegevens van een ander publiek te maken. Toch is er een

1 http://www.henkblanken.nl/?p=374 geraadpleegd 9-3-2014 (blog onderzoeksjournalist Henk Blanken van het Dagblad van het Noorden) 2 http://mijnkindonline.nl/artikelen/verboden-de-trollen-te-voeren http://www.henkblanken.nl/?p=374 , waar loop je bij twitter, facebook en youtube tegenaan,mijn kind online., http://community.wikia.com/wiki/Help:Don%27t_feed_the_trolls 3 http://wiki.retecool.com/index.php/Reaguurders en http://nl.wikipedia.org/wiki/GeenStijl geraadpleegd 9-32014 4 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieuws/article/detail/3536127/2013/10/31/Per-dag-200-serieuze-bedreigingen-via-Twitter.dhtml geraadpleegd 13-12-2013 5 http://www.eur.nl/nieuws/dekwestie/archief/2008/kwestie_2008_10/ 6 Ellian A., Molier G., Zwart T. (red.), Mag ik dit zeggen? Beschouwingen over de vrijheid van meningsuiting,Den Haag: Boom juridische uitgevers 2013.

6

deze vorm van agressie; pas bestaande protocollen over agressie aan om ook online agressie aan te pakken; vertoon voorbeeldgedrag in landelijke campagnes. Laat zien hoe het hoort! Kortom, met een aantal makkelijk te realiseren aanpassingen op, vaak al bestaan anti-agressie beleid, kunnen publieke organisaties effectief optreden tegen agressie via social media. Publieke organisaties dienen als één blok te staan tegen agressie tegen hun medewerkers, offline èn online.

In juli 2014 slaagde Micky van Loon (1984, Arnhem) voor de deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening aan Hogeschool Utrecht. In haar onderzoeksrapport ging zij op zoek naar het antwoord op de vraag hoe haar werkgever effectief kan optreden tegen agressie via social media gericht tegen werknemers met een publieke taak. Het artikel De keerzijde van social media is daar een bewerking van. Micky is werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen op de afdeling HRM, team Arbeidsverhoudingen.

"OP MIJN VRIJE DAG WERK IK IN DE VROUWENGEVANGENIS"

De opleiding HBO-Rechten was voor Demelza Buter (30) niet genoeg. Om advocaat te worden, moest ze naar de universiteit. Afgelopen april rondde ze haar master privaatrecht af. “Ik wil van jongs af aan al advocaat worden.” Toch is ze nu nog geen advocaat, maar werkt ze als faillissementssecretaris. “Direct na mijn afstuderen kon ik bij De Haan Advocaten terecht als faillissementssecretaris. Ik leer hier heel veel. Op de universiteit heb ik wel faillissementsrecht gehad, maar in de praktijk is het toch heel anders. Het contact met mensen vind ik erg leuk. Mijn scriptiebegeleider op de universiteit vond al dat ik echt een mensen-mens ben. Mensen hebben natuurlijk veel vragen als ze failliet verklaard worden. Ik vind het fijn als je iemand daarbij kunt ondersteunen. Hoewel de curator er hoofdzakelijk voor de crediteuren is, vind ik dat je degene die failliet is ook een beetje moet begeleiden in zijn faillissement. Naast mijn werk als faillissementssecretaris ben ik als vrijwilliger betrokken bij het Juridisch Spreekuur voor Gedetineerden. Ik had me tijdens mijn bachelorstudie ingeschreven voor dit spreekuur met de gedachte dat strafrecht misschien wat meer mijn ding zou zijn. Maar hoewel ik al ben afgestudeerd doe ik het nog steeds. Ik vind het veel te leuk en zolang het te combineren is met mijn baan, wil ik dit blijven doen. Vrijdag is mijn vrije dag en als ik ben ingeroosterd ga ik naar de vrouwengevangenis Nieuwersluis. Gedetineerden kunnen met al hun juridische vragen bij ons terecht. Als we ze direct kunnen adviseren doen we dat. Zo niet, dan werken we het advies thuis uit en bezorgen het antwoord de week erop. Vaak hebben de vragen van de gedetineerden betrekking op parkeerboetes, maar het gaat ook wel eens over heftiger zaken zoals huiselijk geweld. Het advies dat je geeft, stuur je op in de hoop dat ze er wat mee doen. Uiteindelijk zou ik het liefst als advocaat aan de slag gaan. Het lijkt me gewoon heel erg leuk om mensen te helpen en bij te staan. Het rechtvaardigheidsgevoel is bij mij ook heel sterk. Maar voor het zover is, moet ik eerst nog een advocatenopleiding doen. Als de kans zich voordoet om advocaat te worden, grijp ik hem met beide handen aan.”

foto's: Lysanne Wilkens

heftiger ervaren dan offline agressie. Een geïnterviewde medewerkster zegt over de impact van zo’n filmpje op internet: “Waarom heeft ze niet gewoon een klacht ingediend? Dan kun je er in ieder geval op reageren, maar nu zo hup de media in. Zo is het maar één kant van het verhaal. Zelf reageren, dat is ook niet goed en dat heb ik ook niet gedaan natuurlijk. Ik vind het heel jammer dat zij niet aangepakt is. Dan was dat meisje er misschien met een waarschuwing vanaf gekomen of ze had het filmpje eraf moeten halen. Maar nu heb ik altijd nog zo iets van: het staat er nog steeds op en zij is nooit op haar vingers getikt. Ze zou het zo weer bij iemand kunnen doen.”

Lysanne Wilkens

7


W I S S E LW E R K

In deze rubriek staat een docent centraal die naast Hogeschool Utrecht nog een andere werkkring heeft. De focus ligt op de kruisbestuiving tussen de verschillende werkzaamheden.

foto: Femke van den Heuvel

SJD AL 25 JAAR MÉÉR DAN EEN OPLEIDING Op dezelfde avond dat het Nederlandse vrouwenteam zich ten koste van Italië kwalificeerde voor het WK voetbal in Canada, klonk binnen de muren van het voetbalstadion Galgenwaard in plaats van ‘Utereg’ meermalen SJD. Meer dan tweehonderd alumni en (oud) docenten bezochten daar op donderdagavond 27 november de viering van het 25jarig bestaan van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening.

Oud en jong behoorden eens een keer tot dezelfde patatgeneratie, althans als je de vette hap in ogenschouw nam die tussendoor werd geserveerd op deze in alle opzichten warme bijeenkomst. Het officiële gedeelte bestond uit een aantal korte toespraken, een quiz, het voorstellen van de auteurs van ‘SJD en de nieuwe kwetsbaarheid’ en een oproep om de alumnivereniging in oprichting te versterken. De muzikale omlijsting werd verzorgd door het rondom een oud-student SJD gevormde Thomas Baggermantrio. Hierna nam een uit docenten samengestelde band van het Instituut voor Recht het stokje over maar niet nadat een aantal voltijddocenten een persiflage op de hit Y.M.C.A. van de Amerikaanse groep Village People ten tonele bracht. De deeltijddocenten daarentegen verscholen zich veilig tussen de opgewonden toeschouwers. Maar, wat was nu eigenlijk de kern van deze feestavond? Opnieuw werd duidelijk dat SJD meer dan een opleiding is, het is een gevoel. Paul van Grinsven

8

“SOMMIGE BELLERS WILLEN GEWOON DAT JE EVEN NAAR ZE LUISTERT” Naast zijn werk op de hogeschool biedt Wouter Lem sinds enige tijd op interimbasis eerstelijnsrechtshulp bij de VvAA. "De leden, die allemaal een (para)medisch beroep hebben, kunnen één keer per kwestie een gratis juridisch consult krijgen. Als ze bij ons een rechtsbijstandsverzekering hebben, zijn wij ook het eerste portaal: we helpen ze praktisch op weg om er met de tegenpartij uit te komen. Lukt dat niet, dan nemen wij zelf contact op met de tegenpartij om te bezien of we een oplossing voor het conflict kunnen vinden. Lukt ook dat niet, dan bepalen we in overleg met de klant of er een gerechtelijke procedure gevoerd moet worden. Daarnaast is mijn rol om andere medewerkers te begeleiden, vanwege mijn ervaring als docent en mijn achtergrond

in de advocatuur: hoe pak je een zaak aan? Hoe ga je om met bewijsdocumenten? Hoe kun je snel concluderen: ‘u staat sterk’, ‘u staat zwak’? De situaties die we krijgen voorgelegd zijn heel divers. Het varieert van mensen die elkaar de maatschap uit vechten tot privéperikelen: ‘Ik heb een keuken gekocht bij de Keukenkampioen en hij past niet, wat nu?’ Het lijkt misschien vreemd dat ik als docent-expert Procesrecht probeer te bereiken dat er zo min mogelijk geprocedeerd wordt. Maar kennis van het procesrecht, inclusief het bewijsrecht, is nu juist onontbeerlijk om voor de cliënt strategische stappen te kunnen zetten, zodat hij een procedure kan voorkomen. Hoe is de bewijslast verdeeld? Zijn er

9

getuigen? Waar kun je mee dreigen? Met welke kosten moet je rekening houden? Dat soort zaken zijn allemaal van invloed. Uit mijn interimwerk bij de VvAA haal ik heel veel informatie die voor mijn functie als docent relevant is, want op mijn afdeling heeft vrijwel iedereen HBO-Rechten gestudeerd. Ik heb bijvoorbeeld ervaren hoe belangrijk het is om naast juridische ook andere vaardigheden in te zetten: sommige bellers willen gewoon dat je even naar ze luistert. Vorige week had ik een specialist aan de telefoon die na 25 jaar goed functioneren een tuchtklacht had gekregen. Hij zei: ‘Het voelt als een aanslag!’ Zo iemand kan ik dan toch met een iets geruster hart het weekend laten ingaan.” Lidwien van der Pas


25 JAAR SOCIAAL JURIDISCHE DIENSTVERLENING WERKEN OP HET SNIJVLAK VAN RECHT EN MAATSCHAPPIJ Toch begonnen the founding fathers Laurens Smets en Frans Verboekend aan het grote verhaal van SJD dat nu al 25 jaar stand houdt en een duidelijk arbeidsmarktperspectief biedt. Vóór 1989 misten studenten maatschappelijk werk de juridische know how en academisch gevormde juristen de benodigde sociale vaardigheden. In dat gat sprongen Smets en Verboekend: een beroepsopleiding verzorgen waarin het beste van deze twee werelden op hboniveau werd aangeboden. In 1994 volgde de officiële opname van de opleiding in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Tot dat jaar studeerden SJD’ers af onder de vlag van Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), het huidige Social Work. De SJD-opleiding heeft zich van begin af aan op het standpunt gesteld, dat zij SJD studenten moest voorbereiden op een brede ‘waaier’ van functies en werksoorten. Op het gebied van werk en inkomen vinden SJD’ers nu emplooi bij gemeentelijke sociale diensten of detacheringbedrijven die zich op diverse gemeenten richten, het UWV (voorheen de bedrijfsverenigingen of arbeidsvoorziening) en de Sociale Verzekeringsbank, bij vakbonden, rechtsbijstandverzekeraars, het sociaal raadsliedenwerk en het Juridisch Loket (voorheen Bureau voor Rechtshulp). Ook worden SJD’ers betrokken bij de uitvoering van de WMO (voorheen de WVG). Daarnaast werken SJD’ers in de justitiële dienstverlening zoals Reclassering Nederland of de equivalent daarvan het Leger des Heils, bij bureau Halt of de jeugdzorg. Verder zien we onze studenten terug als bewindvoerders, bij gemeentelijke kredietbanken en andere bureaus voor schuldbemiddeling of schuldsanering. Het zal de lezer geenszins verbazen dat de werkgelegenheid voor onze dienstverleners in

10

de schuldhulpverlening de laatste vijf jaren fors is gestegen, omdat steeds meer mensen in de schulden geraken. Beperkter emplooi is er bij consumentenorganisaties. Let wel, dit overzicht betreft geen limitatieve opsomming. Het illustreert vooral dat de SJD’er de afgelopen 25 jaar een geheel eigen positie op de arbeidsmarkt heeft verworven. In advertenties wordt regelmatig expliciet naar een SJD’er gevraagd. De leuze was altijd: SJD is geen functie-opleiding maar een beroepsopleiding. De breedte van het werkveld weerspiegelt zich in de breedte van het opleidingsaanbod. In die zin heeft SJD altijd gepretendeerd om een ‘beroep in wording’ gestalte te geven. Jubileumbundel Voor welke uitdagingen het SJD-werk nog staat, is terug te lezen in de jubileumuitgave die onder redactie van SJDdocenten Hans van ’t Blik en Stijn Bollinger verscheen bij het 25-jarig bestaan van SJD. De SJD-doelgroep blijft onveranderlijk. Die bestaat uit zowel zelfredzame als kwetsbare burgers. Maar als er iets beter wordt gekeken, is een nieuwe groep kwetsbare burgers te onderscheiden. Hierbij is sprake van een verschuiving van de meer traditionele sociaal-economische kwetsbaarheid in de aloude vezorgingsstaat naar een nieuwe sociale kwetsbaarheid van burgers als gevolg van juridisering van de samenleving, internationalisering van het Nederlandse recht, toenemende complexiteit van sociale problematiek, een veranderende claim op sociale competenties van burgers en een groter beroep op zelfredzaamheid van een groep die daar bijna per definitie problemen mee heeft. Daarnaast zijn concrete ontwikkelingen als digitalisering van dienstverlening

foto: Femke van den Heuvel

Wat hebben commerciële televisie, de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) en de Berlijnse muur met elkaar gemeen? In het gedenkwaardige jaar 1989 begon RTL/Veronique vanuit Luxemburg voor het eerst met uitzenden, startte in Culemborg de eerste lichting studenten die als SJD’ers in 1993 afstudeerden, en viel in het najaar de Berlijnse muur. De filosoof Fukuyama betitelde deze periode als het einde van de grote verhalen. Alle ideologieën die eindigden op een ‘isme’ waren tenslotte overwonnen door de liberale democratie. Het einde van de geschiedenis!

debet aan het moeilijk bereikbaar maken van bepaalde overheidsdiensten en zorgarrangementen voor burgers die hier niet voldoende competent in zijn. Diverse auteurs van Nederlandse maar ook andere Europese onderwijsinstellingen laten in deze bundel, elk vanuit hun eigen expertise, zien hoe deze ‘nieuwe kwetsbaarheid’ er in de praktijk uit ziet. De gebruikte metafoor van de caleidoscoop is bedoeld om aan te geven dat het SJDwerk enorm divers is, maar ook om te laten zien dat de dagelijkse realiteit van

de SJD’er constant aan verandering onderhevig is. Beweging lijkt een kernactiviteit van de SJD’er te zijn. Voor wie is deze bundel bedoeld? Hij is interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in het werken op het snijvlak van recht en samenleving. De bundel bevat boeiende elementen voor zowel SJDstudenten als SJD-docenten die onderwijs verzorgen en ontwikkelen in SJDopleidingen, voor professionals die werkzaam zijn in de front- en backoffice, als-

11

ook ‘out-of-office’, de werkers van ‘er op af!’ Daarnaast biedt hij een bron van informatie voor politici, beleidsmakers en managers die werkzaam zijn in de publieke sector, want ook zij kunnen hun voordeel doen met de specifieke SJD-blik op de maatschappelijke trends die in Nederland maar ook in de rest van Europa spelen. Paul van Grinsven


LEVEN LANG LEREN

DEURWAARDERS NIET SNEL ONDER DE INDRUK VAN AGRESSIE Training op maat voor Groenewegen en partners

Lilith Brouwer, werkzaam bij de afstudeerrichting Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder van de HU, heeft deze training in company gegeven. Enkele deelnemers hadden ook tijdens hun opleiding les van Lilith gehad.

Had je het idee dat je hun nog iets kon leren? Lilith: “Ja, want tijdens de opleiding hadden ze nog weinig werkervaring. Inmiddels hebben ze veel meer meegemaakt en heel andere vragen. Ik heb van niemand gehoord dat het niet nuttig was, terwijl een aantal medewerkers tien jaar geleden ook een dergelijke training had gehad. Veel deelnemers vonden het confronterend om hun eigen grenzen te ontdekken: ze vinden heel veel toelaatbaar. Met name instrumentele agressie (zie uitleg in kader) herkennen ze vaak niet of ze negeren het. Als een debiteur boos wordt en zegt: ‘Rot op!’ dan is dat duidelijk, maar iemand die heel koel met een groot mes zijn nagels gaat schoonmaken, is ook agressief. Dat was voor velen wel een eye opener.” Wat hield de training precies in? “Er waren drie leerdoelen: de deurwaarder weet welke indruk hij maakt, hij

herkent de drie vormen van agressie en hij weet welk gedrag effectief is bij elke vorm van agressie. De deelnemers kwamen zelf met vragen als: hoe kan ik een debiteur ertoe krijgen dat hij betaalt? En: hoe zorg ik dat het lukt om beslag te leggen? Vanuit deze invalshoeken hebben we situaties nagebootst om te trainen hoe je dan kunt reageren.” Waarin verschilt deze in companytraining met wat je tijdens de opleiding voor Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder behandelt? “Een nieuw onderdeel, dat ik op verzoek van de opdrachtgevers heb toegevoegd, is welke indruk je maakt. Ik denk dat er niet veel beroepen zijn waarbij je zo op jezelf bent aangewezen als gerechtsdeurwaarder: je staat in je eentje aan de deur, je hebt geen collega’s bij je, je moet het doen met wat je zelf in huis hebt en dan is het heel belangrijk om

De vormen van agressie die in de training centraal stonden en de meest geschikte reactie: 1. Frustratieagressie: emotionele reactie vanuit machteloosheid Vb. ‘je bent de zesde al deze week, rot op man!’ Advies: geduld hebben, debiteur laten uitrazen 2. Instrumentele agressie: onderkoeld dreigend gedrag met als doel angst aanjagen Vb. ‘ik weet waar jouw kinderen op school zitten…’ Advies: grenzen stellen 3. Psychopathologische agressie: onvoorspelbaar gedrag door drugsgebruik of stoornis Vb. geweld gebruiken Advies: eigen veiligheid vooropstellen, wegwezen!

12

foto: Hollandse Hoogte

foto: Chantal Martini

ELKE DEURWAARDER KOMT WELEENS AGRESSIE TEGEN ALS HIJ OP ROUTE IS. DAT WAS AANLEIDING VOOR GROENEWEGEN EN PARTNERS LILITH BROUWER TE VRAGEN EEN TRAINING ‘OMGAAN MET WEERSTAND EN AGRESSIE’ TE VERZORGEN.

genoeg zelfinzicht te hebben. Om dat te vergroten, heb ik de deelnemers laten aangeven wat voor type deurwaarder ze de anderen vinden. Verrassend daarbij was dat sommigen vier of vijf keer hetzelfde te horen kregen, terwijl ze elkaar zelden aan het werk zien. Ook moesten ze antwoord geven op de vraag: wat denk je dat een debiteur wel eens van jou vindt? We hebben daarna besproken of ze zich konden voorstellen dat ze weerstand oproepen en waar ‘m dat dan in zou kunnen zitten. Het effect was dat ze heel openhartig werden en vertelden wat ze – soms na 25 jaar – nog steeds moeilijke situaties vonden. Verder ben ik dieper ingegaan op de verschillende soorten agressie en heb ik meer ruimte geboden voor eigen casussen.” Eén van de deelnemers noemde jou in de evaluatie ‘streetwise’, weet je waarop dat gebaseerd was? “Ja, dat denk ik wel. Als er even geen

casus voor handen was, kon ik er snel een bedenken of de acteur instrueren hoe een debiteur reageert in een bepaalde situatie. Ik geef nu vijf jaar trainingen aan Kandidaat-Gerechtsdeurwaarders, ik ben een paar keer mee geweest met een deurwaarder, als stagebegeleider bezoek ik verschillende kantoren per jaar, dus ja, ik weet inmiddels wat er speelt. Degene die dat opschreef was trouwens al 20 jaar deurwaarder, dus dat vond ik een heel leuk compliment!” Lidwien van der Pas Wilt u weten wat het Instituut voor Recht kan betekenen voor uw organisatie? Neemt u dan contact op met Jos Janssen: jos.janssen@hu.nl. Hij bespreekt graag met u wat de mogelijkheden zijn op het gebied van training en opleiding.

13

Gabe Westra, gastdocent bij de afstudeerrichting KandidaatGerechtsdeurwaarder en interne opleider bij Groenewegen en partners (een van de grootste deurwaarderskantoren in Nederland): “Vanwege de geweldstoename heeft de beroepsorganisatie voorgeschreven een training op dit gebied te organiseren. Als gastdocent kende ik Lilith en ik had gehoord dat ze altijd goede evaluaties heeft. Daarom heb ik haar gevraagd om deze training te ontwikkelen en te geven en dat heeft ze heel goed gedaan. Er is rekening gehouden met onze wensen. Ik heb van tevoren Lilith input gegeven over enkele deelnemers. Voorbeelden hiervan zijn: men schiet snel in de verdediging of reageert zeer direct op aanmerkingen. De casussen voor de praktijksimulaties heeft ze daaraan aangepast zodat ze heel gericht konden oefenen.”


CARRIÈRE

SPOTLIGHT

SIMONE ROKS KOOS VOOR DE SOCIALE KANT “VOORAL DE DIVERSITEIT IN MAATSCHAPPELIJK WERK VIND IK ZO LEUK”

Tijdens haar opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) merkte Simone Roks (25) al snel dat vooral de sociale kant haar interesse had. Haar roeping vond ze in maatschappelijk werk.

Vooral de diversiteit in het maatschappelijk werk vind ik zo leuk. Mensen met sociale problematiek zijn heel veelzijdig. Waar zij tegenaan lopen, hangt vaak samen met veel andere dingen en daarom kan het heel verassend zijn om dat op te lossen. Bij mijn vorige werkgever werkte ik met een angstige jongen die graag andere mensen wilde ontmoeten. Hij wilde een hobby, maar kon niet bedenken wat hij leuk vond. Samen hebben we een heleboel willekeurige dingen opgeschreven die je in je vrije tijd kunt doen. De top vijf hebben we samen uitgeprobeerd. Hij heeft een hele stap gezet door in te zien dat het prettig kan zijn om nieuwe dingen te proberen in plaats van negatief te denken. Dat zijn momenten dat ik het echt heel leuk vind. Je ziet die mensen stralen en zelfverzekerd worden. Dat vind ik wel heel tof.”

foto's: Lysanne Wilkens

VERBINDT

“Ik heb een half jaar gewerkt als begeleider van mensen met een meervoudige beperking. Ik ondersteunde hen simpelweg met wat ze deden op een dag. Dat was niet echt iets voor mij. Ik merkte al snel dat ik het leuker vind als je mensen kunt ondersteunen bij het behalen van een bepaald doel, dan dat je bepaalt hoe hun dag eruitziet. Die kans kreeg ik bij Jan Arends, waar ik persoonlijk begeleider was van jongeren die uiteindelijk zelfstandig willen wonen en leven. Dat waren jongeren met verschillende problematiek zoals autisme, een verstandelijke beperking of angststoornissen. Toen mijn contract afliep ben ik bij Begeleid Wonen gaan werken. Nu werk ik niet alleen met jongeren, maar begeleid ik ook ouderen. Ik weet nog goed dat ik SJD ging doen, omdat ik rechten en psychologie allebei interessant vond. Ik kwam er al vrij snel achter dat de sociale vakken mij meer boeiden dan de juridische kant. Mijn minor en stage heb ik daar ook op toegespitst. Wat mij in de rechtenkant minder trok, is dat de wet de wet is. Maar mijn juridische achtergrond komt bij mijn huidige baan ook zeker van pas. Ik doe nu bijvoorbeeld budgetbegeleiding voor sommige mensen, dan is het handig dat ik weet hoe je belastingaangifte doet of hoe je een bezwaarschrift schrijft.

Lysanne Wilkens

14

NEXUS

Vijf oud-studenten van HBO-Rechten richtten een alumnivereniging op: Nexus. Over het hoe en waarom vertelt Sylvia Richmond.

den en kunnen ons steentje bijdragen aan het vernieuwen van het onderwijs.” Nexus biedt voor elk wat wils. “We gaan lezingen organiseren met inspirerende sprekers, we zijn bezig met het plannen van een sollicitatietraining, de facebookpagina is al live en daarnaast starten we binnenkort met borrels.”

HBO-Rechten is al jaren een populaire opleiding en ook het werkveld lijkt steeds beter te begrijpen dat praktisch opgeleide juristen van meerwaarde zijn. Toch vonden vijf oud-studenten van de opleiding HBO-Rechten dat het beter kan. “Daarnaast vinden wij het belangrijk dat afgestudeerden eenvoudig contact met elkaar kunnen houden", vertelt Sylvia Richmond. Sylvia is een van de bestuursleden van de in september jl. opgerichte alumnivereniging Nexus. “Ik geloof echt in deze opleiding, en wil dat graag voor de bühne brengen. Ik vind het jammer dat ik in het werkveld zie dat er wo-juristen op hbo-plekken komen. Daar wil ik me graag voor inzetten.”

Chantal Martini Malik Arbaj, Marvin de Vos, Melissa Rodenburg, Sylvia Richmond, Tessa Reijmerink vormen het bestuur van NEXUS. Een alumnivereniging zorgt er voor dat de contacten die je opbouwt tijdens je studie na je studie niet verwateren en zorgt zo voor een netwerk met allerlei interessante contacten voor onder andere jouw loopbaan. En natuurlijk is het leuk om met je oud-studiegenoten mooie herinneringen op te halen. Het lidmaatschap van NEXUS is € 12,50. Interesse? Kijk dan op facebook/avnexus

Nexus moet een bindende factor tussen alumni, studenten, opleiding, docenten en het werkveld worden. “We zijn nu druk met het werven van leden. En het loopt best goed. Ook collega’s die al jaren geleden zijn afgestudeerd zoeken contact.” De vijf bestuursleden kennen elkaar uit de klas, via de studievereniging of de opleidingscommissie. “We waren allemaal al actief tijdens onze studie en die gedrevenheid brengt ons nu samen in Nexus. De hogeschool heeft ons geholpen met de oprichting van de vereniging omdat oud-studenten voor de HU belangrijk zijn. Wij zijn nu onderdeel van het werkveld waar ze voor oplei-

15


ANDERS WERKEN, MEER PLEZIER!

foto: Hollandse Hoogte

BEROEPSPRAKTIJK

AFGELOPEN ZOMER VERSCHEEN HET ‘EINDRAPPORT PROJECT TAAKHERSCHIKKING ECHTSCHEIDINGSPRAKTIJK’ VAN MAAIKE KEESEN, HU-ONDERZOEKER EN DOCENT BIJ DE OPLEIDING HRM. Esther Verboon, voormalig opleidingsmanager HBO-Rechten, en Ingrid von Burg, Projectmanager kwaliteitsinnovatie bij Stichting Viadicte, werkten mee aan dit project. Gedrieën lichten ze het onderzoek en de resultaten toe. Plezier in het werk voor iedereen Maaike Keesen vertelt over de uitkomst van het onderzoek: "Kort gezegd biedt dit rapport een handreiking voor advocatenkantoren om juridisch geschoolde medewerkers in te zetten. Dus geen advocaten, maar wel medewerkers met een juridische opleiding op niveau, zoals HBO-Rechten. Het rapport focust op kantoren met een echtscheidingspraktijk,

maar ook bij andere kantoren zou dit volgens ons kunnen. Het rapport geeft aan hoe en wanneer de inzet van zo’n ‘jurist familierecht’ kan werken. Uitgangspunt is dat de advocaat altijd eindverantwoordelijk blijft voor de juridische dienstverlening. Binnen dat kader zijn de belangrijkste aspecten de competenties van betrokkenen, goede afspraken over taakverdeling (én samenwerking) en natuurlijk financiën: taakherschikking in de echtscheidingspraktijk – taken van de advocaat beleggen bij een jurist familierecht - is de moeite waard bij een kantoor met een zeker volume, vanaf ongeveer twee advocaten." Esther Verboon vult aan dat een inhoudelijke ‘matching’ tussen persoon en werkzaamheden van groot belang is: zowel de advocaat als de jurist familierecht moet en kan in zo’n nieuwe verdeling werk doen dat hij leuk vindt en dat past bij zijn competenties en ambities. Het juridisch ‘bulkwerk’ is voor een ervaren advocaat vaak minder spannend. Hij kan dat dan aan de jurist overlaten, voor wie dit werk juist wel uitdagend kan zijn. Diens communicatieve vaardigheden sluiten daar juist weer heel goed bij aan: contact met cliënten onderhouden, zaken toelichten en dergelijke zijn bij uitstek werkzaamheden waarin een hbo-jurist sterk is. Op die manier leidt een andere taakverdeling tot groter werkplezier voor beide partijen.

16

Uitkomsten onderzoek Het onderzoek laat zien dat het voor een kantoor kan lonen om te denken aan taakherschikking. Om te komen tot het bedrijfseconomisch model is bij twee kantoren bekeken hoeveel en welke taken een jurist familierecht zou kunnen overnemen van de advocaat. Die tijd komt bij de laatste ‘vrij’ om aan andere werkzaamheden te besteden. Tegelijk moet er ook ingecalculeerd worden dat de jurist gemiddeld wat meer tijd nodig heeft voor werkzaamheden dan de advocaat. Ook is het belangrijk dat er tijd wordt berekend voor overleg en afstemming. Met deze aannames kan de inzet van een parttime jurist (0,5 werktijd) die een kwart van door de advocaat geselecteerde werkzaamheden overneemt, een besparing voor het kantoor van € 7.000 op jaarbasis opleveren. Neemt de jurist een groter deel van de werkzaamheden voor zijn rekening, dan wordt het voordeel snel groter. Het bedrijfseconomische rekenmodel kan worden aangepast aan de feitelijke situatie op het eigen kantoor. Nog veel belangrijker dan het bedrijfsmatige effect, blijkt uit het onderzoek, is de vraag of advocaten op deze manier willen en kunnen werken. Om die vraag te beantwoorden, biedt het rapport een beslisboom. Daarin komen juist aspecten als het vertrouwen in zo’n andere werk-

“ZONDER DRAAGVLAK BIJ DE KLANT VALT ER NIET VEEL TE HERSCHIKKEN”

wijze, vermogen tot samenwerking, delegeren en afstemmen aan de orde. De drie geïnterviewden benadrukken dat dit de belangrijkste factor voor een succesvolle taakherschikking is: heeft de advocaat er vertrouwen in dat de jurist familierecht en de advocaat goed kunnen afstemmen en samenwerken. Is dat vertrouwen er niet, dan zal taakherschikking geen succes worden. Onderzoek in de echtscheidingspraktijk Maaike Keesen licht toe waarom het onderzoek is gedaan binnen kantoren met een echtscheidingspraktijk: “De opzet was om te kijken naar de mogelijkheden binnen het familierecht in het algemeen. Dat is echter heel breed. Daarom hebben we besloten het onderzoek te beperken tot de echtscheidings-

praktijk. In eerste aanleg wilden wij de werkprocessen in kaart brengen, om die vervolgens te verdelen over advocaat en jurist familierecht. Al snel bleek dat dat niet passend was voor deze juridische werkpraktijk. Daarin zijn niet de werkprocessen het belangrijkste coördinatiemechanisme, maar de deskundigheid van de werkzame professionals. Dat bleek ook duidelijk tijdens de gesprekken. De verantwoordelijkheden, competenties en ambities van de professionals bleken de essentiële aanknopingspunten om tot taakherschikking te komen, niet de werkprocessen. Vooral de start van het werkproces, de intake met de klant, kwam naar voren als een belangrijk moment om beide professionals te introduceren. Zonder draagvlak bij de klant valt er niet veel te herschikken.”

Aanleiding In het netwerk van Stichting Viadicte (zie kader) gaf een advocaat aan dat hij experimenteerde met de inzet van hbo-juristen in de letselschadepraktijk, maar dat hij dat ook in de personen- en familierechtpraktijk wilde proberen. Voor de Stichting was dit interessant om te onderzoeken omdat het de kantoorkwaliteit kan verbeteren. Voor de opleiding HBORechten bood het onderzoek inzicht in mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor de afgestudeerden van de opleiding. Dat geldt te meer omdat het resultaat van het onderzoek geen theoretisch model is, maar een praktisch model voor advocatenkantoren. De uitkomsten zijn dus direct toepasbaar in de praktijk.

vervolg op pagina 18

17


CARRIÈRE

MARK VAN SCHIE HEEFT ZIJN EIGEN INCASSOBEDRIJF Na een opleiding Management, Economie en Recht vond Mark van Schie (33) zijn passie in de deurwaarders- en incassosector. Een logisch vervolg voor hem was de HBO-opleiding Rechten met deurwaardersspecialisatie. Elf jaar ervaring in de incassowereld bracht hem twee jaar geleden tot een volgende stap, zijn eigen incassobedrijf INcompanyCASSO.

“VOOR MEZELF BEGINNEN WAS GEEN DROOM, DAT IS ECHT ZO GEGROEID”

“Tijdens mijn opleiding Management, Economie en Recht liep ik stage bij een deurwaarderskantoor. Daar kwam ik erachter dat ik deurwaarder wilde worden. Tot die tijd sprak het beroep van advocaat mij altijd erg aan. In zekere zin komen de werkzaamheden van beide overeen, denk bijvoorbeeld aan het procederen. Ik zie mezelf nog wel een keer de titel meester in de rechten halen. Ik heb zo’n zes jaar als kandidaat-gerechtsdeurwaarder gewerkt. De gebruikelijke tarieven binnen de incasso- en deurwaardersbranche vond ik niet altijd even fair ten opzichte van de opdrachtgevers. Naar mijn idee kon dat eerlijker en transparanter. Daarom heb ik mijn baan opgezegd en ben ik in juni 2012 voor mezelf begonnen. Ik werk nu op uurtarief. Geen abonnementen of vergoeding op basis van een percentage. Klanten betalen mij gewoon voor de tijd die ik aan een dossier besteed. Ik merk dat ze dat prettig vinden.

specialisaties te hebben in een kantoor. Het model dat er nu ligt kan daar goed voor gebruikt worden.” Ingrid von Burg vult aan: “Taakherschikking kan eigenlijk overal, mits je goed documenteert, overlegt en overdraagt.” Esther Verboon sluit af: ”Er ligt hier een mooie potentiële arbeidsmarkt voor hbo-juristen, die zeker verder verkend moet worden. Ook voor zittend personeel dat inhoudelijk door wil groeien, kan onze opleiding een rol spelen.” Agnes Sutherland Meer informatie over het onderzoek? Neem dan contact op met maaike.keesen@hu.nl

Stichting Viadicte Stichting Viadicte bestaat bijna 14 jaar. De stichting is door advocaten in het zuiden van het land opgezet en zet zich in om de kwaliteit van de dienstverlening van advocatenkantoren te waarborgen en verbeteren.. Viadicte adviseert advocatenkantoren hoe zij zich van andere advocatenkantoren kunnen onderscheiden door aantoonbaar op een hoog kwaliteitsniveau te werken en daardoor betere en meetbare kwaliteit aan cliënten te leveren.

Het is prettig om eigen baas te zijn, je eigen werkwijze en tarieven te bepalen en zelf het contact met je klanten te onderhouden. Je bent vrijer. Dingen waarvan je denkt dat ze best wel eens zouden kunnen werken, zoals een andere tarifering, probeer je gewoon. Daarnaast heb ik vorig jaar een opleiding tot registermediator afgerond en organiseer ik jaarlijks met drie andere ondernemers een zakelijke beurs in de regio. Dat zou ik anders nooit gedaan hebben.”

foto's: Lysanne Wilkens

Praktijkervaringen Op dit moment zijn er al enkele kantoren die werken met taakherschikking. Tot nu toe zijn dat vooral letselschadepraktijken. De jurist treedt dan ook op in de rechtbank en heeft veel cliëntcontacten. Uiteindelijk wil de klant gewoon goed geholpen worden en dat loopt daar prima. De hoop is via dit rapport meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden die taakherschikking biedt. Het model dat er ligt kan ook gebruikt worden voor verkenning van de mogelijkheden bij andere rechtsgebieden. Maaike Keesen: “Volgens ons is de inzet van een hbojurist ook bij andere rechtsgebieden goed mogelijk. Je kunt ook denken aan een medewerker die meerdere gebieden behandelt. Dat past ook bij de trend in de advocatuur om twee of maximaal drie

Voor mezelf beginnen was geen droom, dat is echt zo gegroeid. Ik had het gevoel dat ik genoeg kennis en ervaring had opgedaan om deze stap te nemen. Bij een eigen bedrijf komt een hoop kijken. Het schrijven van een ondernemingsplan, het regelen van verzekeringen, dat soort dingen. De kennis om een eigen bedrijf op te zetten heb ik opgedaan tijdens mijn opleiding Management, Economie en Recht. Begin je voor jezelf in de incassobranche, dan kan een juridische achtergrond naar mijn idee niet ontbreken. Die heb ik dankzij mijn opleiding HBO-Rechten. Niet alleen om zelf overeenkomsten te beoordelen en af te sluiten, maar ook om mijn klanten zo goed mogelijk te kunnen informeren.

Lysanne Wilkens

18

19


CONFLICTVAARDIG? In de post-bachelorcursus Mediation (opleiding tot Certified Mediator) maakt u kennis met en traint u vaardigheden die nodig zijn bij het geven van advies, het oplossen van conflicten en het voeren van onderhandelingen. De opleiding is opgebouwd uit twintig lesdagen en duurt in totaal tien maanden. Hiermee behoort deze opleiding tot een van de meest uitgebreide Mediation-opleidingen van Nederland. De duur van de opleiding houdt verband met de onderwijsvisie; namelijk dat mediation een vak is dat eigen gemaakt moet worden door veel oefeningen en door er de tijd voor te nemen. Tijdens de lesdagen maakt u kennis met verschillende aspecten van mediation. De opleiding is praktisch ingericht. U oefent veel met acteurs en met elkaar. Naast de trainer/mediators die verbonden zijn aan HU Mediation, zijn er ook een aantal gasttrainers die onderdelen van de opleiding verzorgen. In de loop van de opleiding ontrolt zich het mediationproces en komen de verschillende terreinen, waarop mediation wordt ingezet aan bod. Elke maand staat er een nieuwe mediationvaardigheid in de spotlights. De onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere conflicten binnen relaties (echtscheiding), tussen buren (burenruzie), op het werk (arbeidsgeschil), met klanten en binnen organisaties. De opleiding Mediation is verbonden aan het centrum HU Mediation. Binnen dit centrum worden mediations gedaan, er wordt onderzoek gedaan naar mediation en er wordt regelmatig gepubliceerd over mediation. Ook is er een op maat gespecificeerd aan bod van trainingen op het gebied van communicatie en conflictvaardigheid. De post-bachelor cursus Mediation start op 22 en 23 januari. www.mediation.hu.nl Telefoon: (088) 481 96 93 E-mail: mediation@hu.nl Erkende opleiding Deze opleiding is erkend door de Mediatorsfederatie Nederland (MfN, voorheen NMI). Na afronding heeft u voldaan aan een van de eisen voor registratie bij het MfN. Indien u geregistreerd wilt worden, dient u na deze opleiding nog een kennistoets en een assessment te behalen. De opleiding is tevens geaccrediteerd door het Centrum Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION). U ontvangt, naast het certificaat van deelname, een diploma van het CPION.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.