Huridisch 33

Page 1

Magazine voor alumni en de beroepspraktijk van het Instituut voor Recht van Hogeschool Utrecht. juni 2015

33

WILJA POST BEGELEIDT NU ZELF STAGIAIRS: “EEN STAGE IS ALS HET GOED LOOPT EEN WIN-WINSITUATIE”

WERKEN IN EEN JUSTITIEEL KADER ZSM: SNELHEID HEEFT BETEKENIS | DE MARKT VOOR SINAASAPPELS | ‘DOSSIER – HELP MIJ’ | DRIE ALUMNI VERTELLEN OVER HUN CARRIÈRE |


K O R T K O R T K O R T verbonden blijven met de HU. De contacten die je opbouwt tijdens je studie vormen na je studie een interessant netwerk voor onder andere je loopbaan. En natuurlijk is het ook gewoon leuk om met je oud-studiegenoten mooie herinneringen op te halen!” De alumnivereniging zit niet stil. Regelmatig organiseren ze bijeenkomsten. Meer weten? Kijk dan op Facebook (zoek op Alumni Sociaal Juridische Dienstverlening HU) en LinkedIn. CM

Leren samen kennis creëren Publicatie in THEMA over onderwijsvisie HU In het laatste nummer van het vakblad THEMA vertellen Ouke Pijl, Pieter Cornelissen en Suzanne Unck, bij de HU nauw betrokken bij onderwijsvernieuwing, over de visie die de HU op onderwijs heeft. “Blijven leren is noodzakelijk vanuit economisch oogpunt. Voor werkgevers is het van groot belang professionals in dienst te hebben die state-of-the-art zijn opgeleid. Ook vanuit de optiek van de professional is blijven leren essentieel. Niet alleen om daarmee aantrekkelijk te zijn en te blijven voor de huidige of toekomstige werkgever: werk is voor veel mensen ook een belangrijke bepaler van hun identiteit. Mensen willen zich in hun werk ontwikkelen, bewijzen, voelen dat ze van waarde zijn.” Dat kan met modern onderwijs vanuit het concept Leven Lang Leren. Geïnteresseerden kunnen terecht op www.themahogeronderwijs.org CM

“Antihelden; bijzondere levens van gewone mensen uit de tijd van Napoleon” Van dr. Joost Welten, historicus en docent taalbeheersing bij HBO-Rechten, is dit jaar zijn derde boek over de napoleontische periode uitgegeven: Antihelden; bijzondere levens van gewone mensen uit de tijd van Napoleon. Welten over wat hem zo boeit in deze periode: “De Franse tijd, van 1794 tot 1815, was een kantelpunt in de geschiedenis. Plotseling kon iedereen van een dubbeltje een kwartje worden. We leven anno nu in een samenleving waarvan we de beginselen – democratie, gelijkheid voor de wet – zó vanzelfsprekend vinden, dat we ons niet realiseren dat ze pas zo’n tweehonderd jaar oud zijn, bevochten op een staatsbestel dat er tot die tijd heel anders uitzag.” In vijftien verhalen – steeds met een andere antiheld – beschrijft Welten hoe gewone mensen zich staande hielden in een tijd waarin alle zekerheden wegvielen. Meer informatie is te vinden op http://wbooks.com/antihelden.html LvdP

HU-lectoraat ontwikkelt landelijk intakemodel voor Humanitas Het lectoraat Schulden & Incasso van Hogeschool Utrecht (HU) heeft een landelijk intakemodel voor vereniging Humanitas ontwikkeld. Met dit model kunnen de vrijwilligers van Humanitas beter mensen helpen die hun thuisadministratie niet op orde krijgen. Duizenden vrijwilligers komen wekelijks bij deelnemers thuis om samen de post te openen, schuldeisers te bellen of budgetten op te stellen.

Alumnivereniging voor SJD opgericht Oud-studenten van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening zijn van harte welkom bij de Alumnivereniging SJD. In maart 2015 is de alumnivereniging officieel gestart. Roos Broekman: “Wij, als bestuur, vinden het belangrijk dat oud-studenten contact houden met hun faculteit/opleiding en

De groep mensen die wordt geholpen bij hun thuisadministratie is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Ook de diversiteit van de cliënten is sterk toegenomen. Humanitas-afdelingen komen steeds vaker mensen tegen met een zó zware problematiek, dat vrijwilligers niet in staat zijn die ondersteuning te bieden die nodig is. Door al deze ontwikkelingen is een goed intakegesprek steeds belangrijker geworden. Daarom heeft het lectoraat Schulden & Incasso, in opdracht van Humanitas, een handreiking en bijbehorend intakemodel ontwikkeld. Dit eenduidige model schetst de feitelijke situatie van de cliënt. Ook wordt duidelijk of cliënten gemotiveerd zijn om de eigen financiële situatie aan te pakken. Aan de hand van dit model kan een coördinator van Humanitas, na afloop van het gesprek met een cliënt, toelichten wat het beste plan van aanpak is. Of aangeven dat de cliënt beter geholpen kan worden door een (zwaardere) voorziening dan de thuisadministratie, zoals een bewindvoerder. CM

INHOUD

Beneluxlanden gaan elkaars diploma’s erkennen Wat is een Nederlandse studie eigenlijk waard, vergeleken met een studie in België of Luxemburg? Op 18 mei maakten minister Bussemaker en haar collega’s van België en Luxemburg een einde aan die vraag: de drie landen gaan elkaars bachelor- en masterdiploma’s automatisch erkennen. “Nu kan het soms vier maanden duren voordat een diploma in een ander land erkend is”, zegt Bussemaker. “Dan is die baan waar je op wilde solliciteren al weg, of de inschrijftermijn voor een vervolgstudie is verlopen. We maken het minder bureaucratisch en geven elkaar meer vertrouwen.” De minister ziet het niet “zo een-twee-drie” gebeuren dat alle Europese landen elkaars diploma’s gaan erkennen. Daarvoor zijn, volgens haar, de verschillen te groot. “Ik weet dat de Scandinavische landen ermee bezig zijn, net als landen op de Balkan. Dat juich ik toe. Op termijn kunnen we misschien naar elkaar toe groeien.” De automatische erkenning van diploma’s tussen Nederland en België is al in 2010 aangekondigd. Aanleiding was de kwestie van een Maastrichtse student die een baan bij de Belgische overheid misliep doordat het maanden duurde voor haar Nederlandse diploma werd erkend. De toenmalige rector van de Universiteit Maastricht dreigde met juridische stappen als dit probleem niet werd aangepakt.

4

Alumna Fenna Douwenga werkt bij Bird & Bird

7

De markt voor sinaasappels

8

Monique van Buren heeft nevenfunctie bij gemeente

9

‘Dossier – Help mij’ lesprogramma schuldpreventie

12

Alumnus Robin Hutten geeft trainingen

14

Maaike gaat voor vijf sterren

15

Stage een nuttige zaak

16

Alumna Charlotte werkt bij Bluetech

19

Colofon HUridisch is het magazine voor alumni en de beroepspraktijk van de opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening, HBO-Rechten en Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder van Hogeschool Utrecht. Postbus 85397 3508 AJ Utrecht T 088-481 81 81 Redactie Paul van Grinsven, Lidwien van der Pas, Agnes Sutherland Aan dit nummer werkten mee Het Lectoraat Werken in een justitieel kader, Nina Juffermans, Alumnivereniging SJD en Nexus

MET MEER DAN RECHT, DOEN WIJ RECHT 2

ZSM: snelheid heeft betekenis

3

Hoofd- en eindredactie Hogeschool Utrecht – Chantal Martini Vormgeving Troost communicatie Druk Grafisch bedrijf Tuijtel Redactiesecretariaat Voor vragen, opmerkingen, adreswijzigingen of aanvragen kunt u terecht bij het Onderwijssecretariaat Recht, mailrechtsjd@hu.nl; mailrechthbr@hu.nl.


ONDERZOEK

Twee docenten van de opleiding SJD werken, met andere onderzoekers, binnen het lectoraat Werken in een Justitieel Kader aan een actieonderzoek bij een nieuwe werkwijze in de strafrechtketen bij veelvoorkomende criminaliteit. Deze werkwijze heet ZSM. Een impressie van de waarde van praktijkgericht onderzoek voor werkveld en opleiding. Bij het onderzoek is een groot aantal partners binnen de justitieketen betrokken. Twee kernpartners zijn het Openbaar Ministerie (OM) en de reclassering. Zij verstrekten de opdracht tot onderzoek aan het lectoraat. Dit actieonderzoek is gericht op de ontwikkeling en onderbouwing van nieuwe werkwijzen bij de reclassering en op begeleiding van nieuwe vormen van samenwerking tussen

de reclassering en het OM. Onlangs is de eerste tussenrapportage opgeleverd. De aanbevelingen waren meteen aanleiding tot verbeteringen en tot nieuw beleid. ZSM: snelheid heeft betekenis Met als naam ZSM is de associatie met ‘zo snel mogelijk’ gemakkelijk gelegd. ‘Snel afdoen’ is dan ook een belangrijk doel van ZSM. De werkwijze en de ‘S-en’ staan echter voor veel meer. ZSM betekent namelijk Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk afdoen van veel voorkomende delicten. Ook spreekt men wel van Zorgvuldig Selectief Maatwerk. Het ministerie van Veiligheid en Justitie onderscheidt ‘snel afdoen’ en ‘betekenisvol interveniëren’ (2014). Snel afdoen draagt bij aan betekenisvol interveniëren. Een interventie is betekenisvol als die niet alleen passend is voor de daad en de dader, maar tevens recht doet aan de positie van het slachtoffer en als de samenleving merkt dat daders snel gecorrigeerd worden. Snel afdoen en betekenisvol interveniëren heeft meerdere voordelen: het geeft een signaal aan daders, slachtoffers en samenleving en de aanpak leidt tot hogere effectiviteit van de straf, lagere kosten en een groter gevoel van veiligheid. Met deze termen worden de veelomvattende ambities van ZSM duidelijk. Om deze ambities naderbij te brengen is het proces van beoordelen, straffen en uitvoeren in elkaar geschoven. De ketenpartners werken niet meer na elkaar, maar letterlijk naast elkaar en tegelijkertijd in een ZSM-kamer. Hierdoor wordt het voor het OM mogelijk om samen met de betrokken ketenpartners een snelle en professionele beslissing aan de voorkant

te realiseren. De samenwerkende partners in een ZSM team zijn het OM, politie, reclassering (Reclassering Nederland, Leger des Heils en/of Stichting Verslavingsreclassering GGZ), Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming. In enkele regio’s wordt geëxperimenteerd met de advocatuur als vaste partner in de ZSMKamer. De partners streven ernaar elke zaak binnen tien dagen af te doen en binnen zes uur na melding moet duidelijk zijn wat afgehandeld kan worden en waar nader onderzoek nodig is. Op grond van positieve ervaringen in het pilotstadium is ZSM tussen 2012 en 2013 landelijk uitgerold. Momenteel wordt ruim een kwart van de zaken via ZSM vroegtijdig in de justitieketen afgevangen. In 77 procent van deze zaken is er binnen een week een beslissing. Deze groeiende omvang maakt een verdere investering in de kwaliteit van ZSM van groot belang. De kans dat ZSM ‘blijft steken’ bij de S van Snel is aanwezig als niet ook wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van innovatieve werkwijzen. De justitiepartners zijn vooral uit op de ontwikkeling van een landelijk gedeeld begrip van betekenisvol interveniëren en contextgericht werken. Uitvoering bij twee ontwikkelwerkplaatsen In twee justitieregio’s, Midden-Nederland en Noord-Nederland, is een ontwikkelwerkplaats ingericht, bedoeld als vliegwiel voor de ontwikkeling van innovatief reclasseringswerk. Het OM en de reclassering werken hierbij intensief samen. Zij zoeken met elkaar naar een aanpak die zoveel mogelijk aansluit bij de leefwereld van de verdachte of veroordeelde. De

foto: Femke van den Heuvel

SAMEN NAAR EEN GERICHTE EN EFFECTIEVE AANPAK VAN CRIMINEEL GEDRAG

nieuwe aanpak moet werkendeweg ontstaan, op grond van systematische bespreking van casuïstiek. Vanuit de vraag welke innovatieve, contextgerichte aanpak mogelijk zou zijn, welke belemmeringen er zijn (in de reguliere werkprocessen) om dit te doen en wat er nodig zou zijn om de zaak anders aan te pakken. De onderzoekers van het lectoraat Werken in een Justitieel Kader begeleiden deze besprekingen, brengen opties voor alternatieven in, verzamelen systematisch gegevens en interviewen officieren van justitie en reclasseringswerkers. Het onderzoek verloopt in drie fasen. In de eerste fase is in kaart gebracht welke mogelijkheden zijn overwogen, wat daarvan al dan niet terecht kwam en wat er zou moeten veranderen in de werkprocessen om innovatiever te werken. In de volgende twee fasen ligt het accent op daadwerkelijke ontwikkeling, onderbouwing en implementatie van betekenisvolle en contextgerichte alternatieven.

Enkele bevindingen in tussenrapportage eerste fase Overheersend is de constatering dat zowel het OM als de reclasseringswerkers vooral voordelen en mogelijkheden zien in de nieuwe werkwijze. Een reclasseringswerker hierover: “Je ziet zaken waar je eerder niet bij betrokken was, kleine delicten. Maar daar kan een flinke problematiek onder liggen. Nu kunnen we dus veel eerder dingen uitzetten om de problemen aan te pakken. Op de tweede plaats weet je meteen dat een cliënt die al bij ons in toezicht zit, is opgepakt. Vroeger hoorde je dat vaak niet, als het ging om kleine feitjes waar ze met een boete weggestuurd waren. Alleen als de cliënt het zelf vertelde wist je ervan. Dus nu weet je veel eerder dat een cliënt toch weer de fout in dreigt te gaan en kun je daar eerder op sturen.” Deze uitspraak verwijst echter tegelijk naar beperkingen die ZSM reclasseringswerkers ervaren. Veel creatieve ideeën

die tijdens casuïstiekbesprekingen voorbij kwamen stuitten op de gedachte dat de gebruikelijke instrumenten en werkprocessen van de reclassering zich niet lenen voor deze doelgroep. De reclassering werkt al enkele decennia alleen in justitiële kaders, nadat hiertoe een opdracht is verstrekt door justitie. De werkprocessen zijn in lijn hiermee vooral ingericht op hoge risicocliënten, waarbij zorgvuldige diagnostiek van risico op recidive en schade essentieel is, evenals het werken met gestructureerde gedragsinterventies die goed zijn onderzocht op effectiviteit. Bij ZSM komt echter een andere categorie in beeld: zeer lichte delicten, maar wel problematiek die aandacht behoeft om verergering te voorkomen. Huiselijk geweldzaken waarbij er een klap gevallen is of iemand een duw heeft gekregen, diefstal van een enkel artikel bij de supermarkt door iemand met een AOWuitkering, een verwarde dakloze man die ruiten ingooit bij een leegstaand pand. vervolg op pagina 6

4

5


CARRIÈRE

FENNA IS JURIST

Innovatief en vrij Ook bevelen de onderzoekers aan dat de organisatie een paar reclasseringswerkers vrijmaakt die klaar staan om de creatief bedachte werkwijzen daadwerkelijk, en snel uit te voeren. Want de ZSM-werkers voelden zich in hun creatieve denkproces over alternatieven belemmerd door de gedachte dat er buiten ZSM geen menskracht zou zijn om de bedachte aanpak uit te voeren. De in de ZSM-kamer zelf beschikbare uren zijn vaak niet voldoende, om iemand zonder justitieel kader een zachte landing te geven bij (schuld)hulp of zorg, of een

Het lectoraat Werken in een Justitieel Kader verricht onderzoek met, in én voor de praktijk, en is daarbij gericht op twee onderzoekslijnen. De eerste lijn betreft de professionaliteit van het werken in gedwongen kader: welke kenmerken en welk gedrag van deze professionals dragen bij aan de gewenste veranderingen bij cliënten en aan het vergroten van de veiligheid? De tweede onderzoekslijn richt zich op de continuïteit: wat kunnen we doen om samenhang tussen de verschillende interventies te verbeteren? Naast onderzoek richt het lectoraat zich ook op het onderwijs op bachelor- en masterniveau. Tot voor kort was daarin weinig aandacht voor het methodisch werken in gedwongen kader. Hierdoor waren nieuwkomers in deze sector slecht voorbereid op hun specifieke werk. www.werkeninjustitieelkader.nl

herstelgesprek te initiëren met de school of de benadeelde(n). En vooralsnog was er ook bij de ‘gewone’ reclassering geen menskracht voor, omdat werken buiten justitiële kaders om het buiten het reguliere (en dus betaalde) werk valt. Deze aanbevelingen zijn onmiddellijk overgenomen door de directie van de drie reclasseringsorganisaties. Beide werkplaatsen krijgen extra menskracht, in de vorm van een achterwacht, zodat er ruimte is om opties voor nieuwe aanpak uit te proberen. Met deze maatregel alleen al is meteen denkruimte voor de

6

betrokken professionals, van zowel reclassering als OM, vrijgekomen. Waar in fase 1 het denken in kansen snel ondermijnd werd door gedachten over belemmeringen, is het ontwikkelklimaat in de onlangs gestarte fase 2 innovatief en vrij. Blijkend uit de uitspraak van een van hen: “De onderzoekers moeten maar chocola maken van wat wij allemaal bedenken en uitproberen.” En die uitnodiging gaan we met veel plezier aan.

Na haar studie solliciteerde Fenna Douwenga (25) bij het internationale advocatenkantoor Bird & Bird in Den Haag. Ze werkt er sinds 1 december 2014 en heeft haar draai al aardig gevonden. Het internationale kantoor, dat zich focust op technologie en innovatie, is voor haar de plek om zichzelf te ontwikkelen. “Ik houd van spelen met woorden. Net zo lang puzzelen met een zaak tot het helemaal klopt. Dat is precies wat ik nu ook doe. Mijn focus ligt hier op intellectueel eigendomsrecht en zo kom ik in aanraking met heel veel verschillende markten. Ik vind het een heel leuke en creatieve sector om in te werken. Bovendien ben ik gefocust. Half werk doen is niets voor mij.” “Ik vind het leuk om te leren en was dan ook altijd al een gemotiveerde student. HBO-Rechten was een goede basis, dat merk ik nog steeds. Destijds vond ik het vreselijk om al die reflecties op school te moeten maken. Nu merk ik dat ik daardoor wel heel zelfbewust te werk ga. Als student sloot ik me aan bij een pleitgenootschap. Hier hielden we pleitwedstrijden en na een tijdje werd ik er zelfs voorzitter. Zo bracht ik alles wat ik op school leerde in de praktijk. Ik heb er veel geleerd. Na het hbo heb ik een versnelde bachelor in Utrecht gedaan. Daarna ging ik naar Tilburg voor een master Law & Technology en vervolgens de master International Business Law.” “Ik heb het bij Bird & Bird erg naar mijn zin. Het is een fijn kantoor, met een goede sfeer. Al mijn karaktereigenschappen samen maken me ambitieus. Eerst moet ik maar eens mijn beroepsopleiding bij de Orde van Advocaten afronden. Maar wie weet is het partnerschap in de toekomst nog wel eens weggelegd voor mij. Het lijkt me fantastisch als mij dit lukt.” Nina Juffermans

foto's: Nina Juffermans

Een van de aanbevelingen van de onderzoekers is dan ook dat de reclassering voor de ZSM doelgroep en – werkwijze kortere en snel inzetbare instrumenten zou moeten ontwikkelen en een apart werkproces zou kunnen inrichten. Onderdeel van dit werkproces kan zijn dat de reclassering ook kortdurend aan de slag gaat met cliënten zonder justitieel kader, bijvoorbeeld waar het nodig is om hulp of zorg van sociaal netwerk of andere professionals te initiëren, of waar een licht hersteltraject mogelijk en gewenst is. Hiervoor zijn ook aanpassingen nodig in de ‘mindset’ van de reclasseringswerkers, waarin preventief werken bij het eerste begin van de ontwikkeling van mogelijk criminele loopbanen passend is.

Lectoraat Werken in een Justitieel Kader In Nederland werken ruim 20.000 professionals in een justitieel kader. Deze professionals houden toezicht op volwassenen of kinderen die een gevaar vormen of die gevaar lopen. Ze combineren zorg, behandelen of begeleiden met controle. Ze werken in een spanningsveld tussen integratie en veiligheid. Dit werk vraagt om een hoge mate van professionaliteit, effectieve methodieken, specifieke competenties en gerichte opleidingen.

“MIJN KARAKTEREIGENSCHAPPEN MAKEN ME AMBITIEUS”

Lous Krechtig, Anneke Menger, Moniek Zuurbier, Maaike de Boois, Erik Lems.

7


In deze rubriek staat een docent centraal die naast Hogeschool Utrecht nog een andere werkkring heeft. De focus ligt op de kruisbestuiving tussen de verschillende werkzaamheden.

W I S S E LW E R K

“ER IS MEER IN DE WERELD DAN DE REGELTJES VAN HET RECHT” Marloes te Pas volgde haar minor International Business aan de Berlijnse Hochschule für Technik und Wirtshaft.

Monique van Buren: “Ik wilde al lang deel uitmaken van een bezwaarschriftencommissie, maar dat lukte niet meteen: het is een gewilde nevenfunctie. Veel juristen vinden het leuk om de rechtmatigheid van besluiten te beoordelen en daar met anderen over te discussiëren. En je krijgt met allerlei soorten zaken en mensen te maken. In 2014 kwam er een plek vrij in de gemeente Wijk bij Duurstede. Daar ben ik benoemd als lid en plaatsvervangend voorzitter. Als een burger bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van het college van B&W, brengen wij onafhankelijk advies uit. We baseren dit advies op het dossier en op een hoorzitting, waarin beide partijen de gelegenheid krijgen hun visie toe te lichten.”

Dresscode zwart Berlijn is technostad bij uitstek en trekt de beste dj’s op dat gebied aan zoals Len Faki en Chris Liebing. De dresscode is zwart. Zonder die kleur val je uit de toon. Met haar beste Duits moest zij zich naar binnen praten in dé nachtclub Berghain. “Eigenlijk willen de portiers alleen echte Duitsers binnen hebben. De Berlijners kijken niet op van buitenlanders, maar tegelijkertijd zijn ze er niet aardig tegen. In de clubs kun je beter Duits praten.”

Marloes, gehuld in zwarte kledij en getooid met een hoed in diezelfde kleur, vertelt in het voorjaarszonnetje over haar bijzondere tijd in Berlijn. Daar kwam zij terecht na een tip van Bart Hoeijmaekers, coördinator internationalisering Recht bij HBORechten. Het werd in alle opzichten een bijzonder half jaar. Tijdens de minor kwam Marloes in aanraking met marketing, projectmanagement en HRM. Praktijkmensen gaven er les met aansprekende voorbeelden. “Het perspectief van studenten uit verschillende Europese landen maakte voor mij het plaatje compleet. Het is super leerzaam om verhalen van mensen uit andere landen aan te horen. Dan besef je dan we het echt niet slecht hebben in Nederland en het geeft je weer een nieuwe kijk op dingen.”

Internationalisering “In mijn ogen onderscheid je je als student als je een buitenlandse periode op je CV kan zetten omdat dit aantoont dat je lef hebt, niet bang bent voor een uitdaging en leergierig bent. Je moet namelijk alles zelf regelen, van een woning zoeken tot het bestellen van je boeken. Als je wat wilt bereiken, dan moet je daar hard voor werken. Tegenwoordig zijn er zo veel hbostudenten dat je je als student wel moet onderscheiden.” Paul van Grinsven

8

foto: Femke van den Heuvel

Met haar vader bezocht ze een concert van Counting Crows, als eerbetoon aan haar overleden moeder die al eerder een concert van deze groep bijwoonde. Marloes herinnert zich nog het nummer met Bløf, Holiday in Spain. ‘Zet het eens wat harder’, hoort ze haar moeder nog zeggen. “Mijn moeder is mijn inspiratiebron om alles met 150 % inzet en passie te doen, net zoals zij dat deed. En om dankbaar te zijn voor al het mooie in dit leven.”

“Dit jaar zijn er relatief weinig zittingen geweest, doordat veel zaken tegenwoordig worden afgehandeld met premediation. Daarbij neemt een ambtenaar contact op met de burger om te informeren naar de achtergrond van het bezwaar. Vaak lukt het om in overleg tot een oplossing te komen, waarna het bezwaar wordt ingetrokken.” “Toen ik nog advocaat was, belichtte ik een geschil altijd vanuit één invalshoek. Als lid van de bezwaarschriftencommissie bekijk ik een besluit vanuit beide optieken; dat vind ik erg interessant. Je moet elk dossier echt goed bestuderen en ook

“IK VIND HET INTERESSANT OM EEN BESLUIT VANUIT BEIDE OPTIEKEN TE BEKIJKEN” jurisprudentie zoeken. Op mijn vakgebied - het omgevingsrecht verandert op dit moment veel. Heel nuttig om mijn kennis nu ook in de praktijk toe te passen. Ik leer daar veel van. En de behandelde bezwaarkwesties gebruik ik als casus of als voorbeeld in mijn lessen.” “Toen ik docent werd, ben ik al snel gaan zoeken naar een manier om contact te houden met de praktijk. Maar ik vind het geen must voor alle docenten om een nevenfunctie te hebben. Er zijn ook andere manieren om die link met de praktijk vorm te geven, bijvoorbeeld door met jurisprudentie te werken en een netwerk te onderhouden.” Lidwien van der Pas

9


ACTUEEL Wie profiteert er van de nieuwe regels rondom arbeidsrecht?

DE MARKT VOOR SINAASAPPELS

,1 ¤ ¤

0,80!

Toen de filosoof Kinneging deze metafoor in De Groene Amsterdammer van 5 juni 2014 aanhaalde, kon hij nog niet weten van de praktijk van sommige werkgevers om werknemers vóór 1 juli 2015 te lozen. Waarom doen ze dat? De maximale duur voor het aanbieden van arbeidscontracten voor bepaalde tijd gaat terug van 36 naar 24 maanden. Pas bij tussenposen van langer dan zes maanden wordt de keten doorbroken. Met deze wijzigingen streeft minister Asscher er naar om het toenemende aantal flexwerkers terug te dringen. Zijn intentie is goed, maar vele werkgevers zullen hen geen vast arbeidscontract aanbieden.

Voordat het arbeidscontract van rechtswege wordt omgezet in eentje voor onbepaalde tijd gaan ze afscheid van hun werknemer nemen. Dat lozen van werknemers heeft ook van doen met de bestaande loondoorbetalings- en re-integratieverplichtingen bij ziekte en de te betalen transitievergoeding. Voor beide ontslagroutes, UWV en kantonrechter, geldt vanaf 1 juli een forfaitaire transitievergoeding. Deze is ook verschuldigd bij afloop van arbeidscontracten voor bepaalde tijd. Wel moet de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden hebben geduurd. Wat gaat er dus gebeuren? Naast de bekende jaarcontracten worden overeenkomsten voor een kortere duur aangeboden, wellicht in de volgorde 8-87. Deze rekenkundige reeks wordt aangehouden ter voorkoming van de betaling van de transitievergoeding. Uit het lood geslagen balans De transitievergoeding bedraagt ⅓ maandsalaris voor de eerste tien gewerkte jaren en een ½ maandsalaris voor de jaren die de werknemer langer dan tien jaar bij de werkgever heeft gewerkt. Werkgevers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) waren gewend om de route via het UWV te volgen. In die procedure bleven zij verschoond van het betalen van een vergoeding. Voortaan zijn ook zij de transitievergoeding verschuldigd. Wel is er overgangsrecht. Bij werkgevers met minder dan 25 werknemers tellen de dienstjaren pas vanaf 1 mei 2013 mee. Hoewel deze werkgevers na 1 juli 2015 duurder uit zijn, is dat te rechtvaardigen. Met geen goed fatsoen waren de verschillen van vóór 1 juli uit te leggen.

10

Een voorbeeld Bij twee bedrijven worden in januari 2015 reorganisaties doorgevoerd op grond van erkende bedrijfseconomische omstandigheden. Er is geen sociaal plan afgesproken. Na toepassing van het afspiegelingsbeginsel verleent het UWV aan bedrijf A een ontslagvergunning voor een 54-jarige werknemer. Na een dienstverband van acht jaar vindt opzegging plaats zonder dat enigerlei vergoeding wordt betaald. Bij bedrijf B werkt een even oude werknemer met dezelfde dienstjaren en hetzelfde salaris, te weten 3600 euro per maand. Een ontbindingsverzoek wordt bij de kantonrechter ingediend. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op grond van verandering van omstandigheden. Bij een correctiefactor van 1 krijgt deze werknemer op grond van de kantonrechtersformule 8 x 1.5 = 12 x 3600 = 43.200 euro mee. Vanaf 1 juli 2015 zijn beide werkgevers verplicht de route via het UWV te volgen. Beiden zijn een transitievergoeding verschuldigd. Voor beide werknemers bedraagt deze ⅓ x 3600 = 1200 x 8 = 9600 euro. Andere noviteiten Met de invoering van de transitievergoeding is de uit het lood geslagen balans tussen rechten van oudere werknemers en die van jongere werknemers hersteld. Gezien de gewogen telling van gewerkte jaren (hoe hoger de leeftijdsklasse hoe meer) werkte de per 1 juli ingetrokken kantonrechtersformule veel gunstiger uit voor oudere werknemers. Ook de goedopgeleide, oudere werknemer, die al een nieuwe baan op zak had, profiteerde hiervan. Hoewel de kantonrechter deze

25 , 1 ¤ ¤ 1,35 foto: forwallpaper.com

Per 1 juli 2015 is het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Dit nieuwe ontslagrecht moest nog in werking treden of de markt voor arbeid werd al op dezelfde manier behandeld als de markt voor sinaasappels: als er teveel van zijn, worden ze doorgedraaid.

gelukzoeker de voet kon dwarszitten, gebeurde dat bijna nooit. Een geregelde ontbinding of een beëindiging met wederzijds goedvinden onder toekenning van een vergoeding conform de kantonrechtersformule deed hier wonderen. Toch zullen de totale ontslagkosten voor werkgevers na 1 juli niet fors dalen. Tegenover de grote besparingen van werkgevers die voorheen gewend waren om hogere ontbindingsvergoedingen te betalen, staan de te betalen transitievergoedingen door werkgevers in het MKB. Tot slot nog andere noviteiten. De

bestuursrechtelijke bepalingen van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen en het daarop gebaseerde Ontslagbesluit worden overgeheveld naar het civiel recht, boek 7, titel 10 BW. De ontslagreden bepaalt de te volgen ontslagroute door de werkgever. Bij verstoorde arbeidsverhouding, disfunctioneren of verwijtbaar handelen van de werknemer moet hij een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter indienen, en bij bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid de route via het UWV volgen. Sociale partners kunnen bij cao een commissie instellen die de preventieve ontslagtoets

11

van het UWV overneemt. Deze kan afwijken van het afspiegelingsbeginsel. Mits sprake van een gelijkwaardige voorziening kan worden afgeweken van de transitievergoeding. Een afspraak om vooral oudere werknemers te ontslaan onder toekenning van een hogere vergoeding is dus mogelijk. Dat een dergelijke afspraak in strijd is met het kabinetsbeleid om zoveel mogelijk oudere werknemers te laten doorwerken, nemen we dan maar voor lief. Paul van Grinsven


LEVEN LANG LEREN

“OP HET DROGE OEFENEN OM MET PROBLEMEN OM TE GAAN” Lesprogramma voor middelbaar beroepsonderwijs over schuldpreventie

Julia den Hartogh: “Het idee ontstond tijdens een twittersessie tussen Nadja Jungmann, HU-lector Schulden en Incasso, en de toenmalige Rotterdamse wethouder Marco Florijn. Het aantal jeugdige werklozen en jongeren met schulden in Rotterdam is enorm hoog. Nadja dacht toen: Wij hebben de kennis, jullie de behoefte, laten we daar iets mee doen!” Medewerkers van haar lectoraat hebben vervolgens een eerste versie van het lesprogramma over schuldpreventie ontwikkeld.” Het lesprogramma ‘Dossier – Help mij’ bestaat onder andere uit een website waarop verschillende dossiers staan. Dossiers waarin verschillende personen de hoofdrol spelen. Aan de hand van dagboekfragmenten, brieven en bankafschriften krijg je een beeld van hun leven, inclusief problemen. Bij elk dossier horen opdrachten om de problemen van de hoofdpersoon te signaleren, analyseren, prioriteiten daarin aan te brengen en oplossingen te bedenken. De mbostudenten kijken als het ware over de schouder van de hoofdpersoon mee en

zoeken samen uit welke mogelijkheden er zijn en waar ze in hun eigen gemeente hulp kunnen inschakelen. Ze leren dat er niet één ultieme oplossing is. Gratis beschikbaar Den Hartogh: ”Het lesprogramma werd opgemerkt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Schulden in combinatie met een lage startkwalificatie vormen namelijk een groot risico op een slechte start op de arbeidsmarkt.” Het ministerie van SZW vond de methode een mooi resultaat van de match tussen een vraag uit de praktijk, toepassing van onderzoeksresultaten en onderwijs. De eerste versie was heel specifiek gericht op Rotterdam. Het ministerie heeft daarom gezegd: “We gaan jullie financieel helpen om een programma te maken dat voor het hele land geschikt is en dat willen we vervolgens gratis beschikbaar stellen”.” Pim van Heijst, van het HU-lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling, heeft vervolgens een belangrijke bijdrage geleverd aan de organisatie en uitvoering van de cursus bij ROC Midden-Nederland.

Elke van Balkom (docente ROC):

“INSPIREREND MATERIAAL!” 12

Geen goed of fout “De focus van het programma is: hoe deal je met problemen die mogelijk kunnen leiden tot schulden? Door te praten over de situatie van een ander, kunnen studenten als het ware ‘op het droge’ oefenen om met problemen om te gaan, voordat ze erin verzuipen. De verhalen zijn heel herkenbaar en roepen daardoor veel op, maar het blijft ook veilig. Zodra het over jezelf gaat, ben je eerder geneigd naar details te kijken of je vast te draaien in argumenten waarom dingen niet anders kunnen. Het discussiëren over de dossiers levert heel vaak ook eigen voorbeelden op. Soms kwamen de studenten met heel schrijnende verhalen: een meisje van 19 dat al aan haar zesde bankrekening bezig is, omdat ze op de andere vijf teveel rood stond; een jongen die met diverse baantjes het hele gezin onderhoudt.” “In het programma benadrukken we dat er geen sprake is van goed of fout. Daardoor durven de studenten veel meer met klasgenoten te bespreken. En dan gaan ze elkaar verder helpen. Dat vond ik het mooiste om te zien. Onderzoek wijst uit dat peer-to-peerleren in combinatie met probleemgestuurd onderwijs meer effect heeft dan een traditionele klassikale les. Een ander sterk punt is dat de personages zo levensecht zijn: we hebben van studenten geregeld de vraag gekregen of het uiteindelijk is goed gekomen met Kelly en hoe de baby van Amba heet. Ook vanuit het buitenland is er interesse, er is al geïnformeerd waarom er geen engelstalige versie is. Uiteraard

foto: Ministerie van SZW

STEEDS MEER MBO’ERS HEBBEN TE MAKEN MET SCHULDEN. JULIA DEN HARTOGH, PROJECTLEIDER BIJ HET LECTORAAT SCHULDEN EN INCASSO, VERTELT OVER EEN INNOVATIEF LESPAKKET VOOR DEZE GROEP.

Tijdens de startbijeenkomst van de cursus op het ROC Midden Nederland ging staatssecretaris Klijnsma met studenten over de nieuwe methode in gesprek. Door pittige vragen uit de groep ontstond een interessante discussie.

gaan we onderzoeken wat het effect is van dit programma, zodat we het nog meer kunnen verbeteren.” Een op de drie huishoudens in de knel Den Hartoghs betrokkenheid bij dit onderwerp is geworteld in jarenlange ervaring als schuldhulpverlener bij diverse gemeentes. Naast haar enthousiasme over het lespakket, klinkt ook bezorgdheid door over de meest recente ontwikkelingen: “Eén op de drie huishoudens zit financieel in de knel – drie jaar geleden was dat nog één op de vijf. En dan gaat het echt om problemen die betrekking hebben op de eerste levensbehoeften: gas, water, licht, huisvesting, eten. Hierdoor verdampt jaarlijks 5 miljard euro, alleen al door afschrijvingen van schuldeisers. En dan komen daar nog miljoenen bij voor uitkeringen, toeslagen, voedselbank etc. Nadja Jungmann heeft

berekend dat elke euro die je investeert in schuldhulpverlening de overheid tweeënhalve euro besparing oplevert. Ondanks alle maatregelen die de afgelopen twintig jaar zijn getroffen, is het alleen maar erger geworden. Daarom verplicht de wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening om preventieactiviteiten te ontwikkelen. Het zou heel goed in dat beleid passen om dit lesprogramma onder de aandacht te

brengen. Beleidsmedewerkers Armoede en Schuldhulpverlening kunnen bijvoorbeeld scholen bezoeken en informeren over de mogelijkheden.“ Deze lesmethode is gratis te downloaden op de site: www.weekvanhetgeld.nl Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met julia.denhartogh@hu.nl Lidwien van der Pas

Elodie Neijssel (beleidsadviseur Werk, Inkomen en Zorg bij Gemeente Velsen:

“HET LESPROGRAMMA TREKT GOED DE AANDACHT VAN DE DOELGROEP.” 13


NIEUWSGIERIG DUURZAAM VERNIEUWEN

“Na het mbo besloot ik Sociaal Juridische Dienstverlening te gaan studeren bij Hogeschool Utrecht. Het werd in deeltijd, omdat ik al werkte bij de gemeente Hilversum. Ik ben nooit een losbandige student geweest, maar die combinatie van werken en studeren was erg druk. Uiteindelijk heb ik zes jaar over de studie gedaan, maar ik heb er nooit spijt van gehad. Ik heb er leren doorzetten. Zonder deze opleiding had ik hier nu niet gezeten.” “Mijn werk bij De Langhenkel Groep is voor mij ideaal. Toen ik hier begon, begeleidde ik mensen met een uitkering. Dat kon een alleenstaande moeder zijn, maar ook iemand die net uit detentie kwam. Die afwisseling beviel me. Toch wilde ik iets anders. Nu reis ik het hele land door en geef cursussen en trainingen bij verschillende gemeentes. De onderwerpen verschillen. Van: hoe schrijf je een goed rapport? Tot: hoe zit de bijstandswet in elkaar? Je moet jezelf blijven verdiepen om scherp te blijven in je eigen trainingen. Het werk blijft me hierdoor uitdagen.”

foto's: Nina Juffermans

“Als je me tien jaar geleden had verteld dat ik nu docent zou zijn, had ik je niet geloofd. Toch ben ik hartstikke blij met wat ik nu doe. Deze baan past bij me. Ik word ontzettend vrij gelaten, dat werkt voor mij. Ik werk op die manier beter dan wanneer alles netjes binnen de lijntjes moet gebeuren. Als iemand zegt: 'dit moet zo en zo van A tot Z' dan vraag ik me meteen af waarom dat dan zo is. Op het hbo heb ik geleerd altijd verder te kijken, daar heb ik tot nu toe veel aan gehad.” Nina Juffermans

UITDAGING

HONOURS

GEDREVENHEID

PARTICIPATIE

ONTDEKKEN

UITDAGING

INNOVATIE

HONOURS

INVESTEREN IN JEZELF

GEDREVENHEID

UITDAGEND

LEARNING COMMUNITY GEDREVENHEID

HET BESTE UIT JEZELF HALEN

NIEUWSGIERIG VAKMANSCHAP

WIJK ALS WERKPLAATS

TRENDS IN SOCIAAL BELEID

MAAIKE GAAT VOOR VIJF STERREN “Honourstrajecten zijn gekoppeld aan één of meerdere profielkenmerken: vakmanschap, innovatie en disseminatie, internationale oriëntatie, gedrevenheid en leiderschap”, vertelt Maartje Vermeulen, coördinator Honours (HBO-R) aan de FMR. “Voor elk van deze profielkenmerken kan de student projecten doen. Sluit de student zo’n project met een voldoende af dan levert je dat een Ster op. Wie vijf sterren heeft gehaald, ontvangt naast zijn diploma een Honours Certificaat. En daarmee onderscheidt een student zich op de arbeidsmarkt.”

“Voor een van mijn andere sterren, innovatie en disseminatie, deed ik onderzoek naar de drank- en horecawetgeving in Nederland vs. Europa. Sinds 1 januari 2014 heeft Nederland haar drank- en horecawetgeving gewijzigd. Omdat ik zelf als caissière werk, heb ik regelmatig met deze wetswijziging te maken. Iedereen tot 25 jaar is verplicht zich te legitimeren, dat leidt vaak tot conflicten. Ik vroeg me af wat de achterliggende reden van de Nederlandse overheid was om deze wetswijziging door te voeren. En dan met name de directe invoering, in plaats van bijvoorbeeld een stapsgewijze invoering. Tevens wordt er tegenwoordig steeds vaker gekeken naar de wetgeving van andere landen/de Europese Unie. Ik vroeg me af of Nederland zich door buitenlandse wetgeving heeft laten beïnvloeden dan wel of er op Europees niveau activiteiten worden ondernomen om wetgeving in te voeren. Door mijn onderzoek heb ik op basis van de feiten en argumenten een duidelijker beeld gekregen van deze wet en ik ben daarbij zelf tot de conclusie gekomen dat deze wet uiteindelijk noodzakelijk is.”

“Daar wil ik zeker voor gaan", vertelt Maaike."Je toont toch maar mooi aan wat je allemaal in huis hebt. Dat je echt gegaan bent voor je studie en gemotiveerd bent. Mooi voor later, maar ook nu merk ik al dat ik veel aan het programma heb. Omdat je de honourslessen volgt met studenten van andere opleidingen, krijg je andere inzichten. We discussiëren veel over onderwerpen. Denk ik bij een uitspraak van bijvoorbeeld pedagogiekstudenten ‘dat kan juridisch helemaal niet’, leggen ze mij voor dat bepaalde zaken ‘maatschappelijk helemaal niet wenselijk zijn’, ook al kloppen ze juridisch gezien wel. Het zet je aan het denken. Voor mijn ster vakmanschap werk ik momenteel samen met een aantal studenten van Sociaal Juridisch Dienstverlening. We zetten de ‘Keuken met een toekomst ’op. Een keuken die gedraaid wordt door mensen met een uitkering, als een soort leer/werkstage. De maaltijden bereiden we met gedoneerd voedsel. Onze gasten betalen naar inkomen. Ik houd me voornamelijk bezig met de juridische kanten; moet het een bv worden? Een stichting? En hoe zit het met vergunningen en regelgeving? Ontzettend interessant, en leerzaam.”

“Honoursstudenten zijn pro-actieve, enthousiaste studenten die graag willen leren door een bijdrage te leveren aan de maatschappij of een organisatie. Er zijn steeds meer organisaties die de meerwaarde zien van honoursstudenten omdat ze gedreven zijn en niet bang zijn voorop te lopen”, besluit Minke de Gruil. Minke is Honours coördinator voor SJD. Wie meer wil weten over honours, of een honoursopdracht door een van onze huidige studenten wil bespreken, kan contact met haar leggen via minke.degruil@hu.nl Chantal Martini

14

PARTICIPATIE ENTHOUSIAST INTERNATIONALE ORIËNTATIE

WIJK ALS WERKPLAATS

UITDAGEND INNOVATIE GEDREVENHEID ONDERZOEK

Maandag kan hij in Groningen werken om de volgende dag met de auto naar Brabant te rijden. Robin Hutten (33) reist voor zijn werk bij De Langhenkel Groep door heel Nederland. In verschillende gemeentes geeft hij cursussen en trainingen met betrekking tot de Participatiewet. “Ik word ontzettend vrij gelaten in mijn werk, dat past bij me.”

SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP HONOURS

LEIDERSCHAP BOVEN HET MAAIVELD CREATIVITEIT GEDREVENHEID FILOSOFIE EN CREATIVITEIT UITDAGING

BUITEN VASTE PADEN Voor ondernemende, innovatieve, andersdenkende, creatieve, slimme, gedreven, kritische, eigenwijze, onderzoekende, nieuwsgierige, competitieve en anders lerende studenten heeft de HU honourstrajecten ontwikkeld. Dit is onderwijs dat studenten naast hun reguliere programma volgen. Pittig, maar de moeite waard vindt Maaike Uden, tweedejaars HBO-Rechten.

“JE MOET JEZELF BLIJVEN VERDIEPEN OM SCHERP TE BLIJVEN”

CREATIVITEIT

UITDAGING

INNOVEREN EN VERSPREIDEN

VAKMANSCHAP EIGEN VISIE

SOCIALE INNOVATIE ENTHOUSIAST

STERRENLABUITDAGING

CREATIVITEIT

PARTICIPATIE

INNOVATIE IN ORGANISATIES

STERRENLAB

ROBIN GEEFT TRAININGEN BIJ GEMEENTES

SPOTLIGHT

FILOSOFIE EN CREATIVITEIT

CARRIÈRE

15


BEROEPSPRAKTIJK

STAGE – NUTTIGE ZAAK! Wilja Post, zelfstandig advocaat met een algemene praktijk, behaalde eerst haar diploma HBO-Rechten aan Hogeschool Utrecht en studeerde daarna door aan de universiteit. “Als ik geen stage had gelopen tijdens mijn hbo-opleiding dan had ik mijn universitaire studie Recht waarschijnlijk niet gehaald. Want door mijn stage kon ik de theorie koppelen aan de praktijk, en snapte die daardoor beter. Ik had het ‘in het echt’ gezien” Post studeerde af in 2009 en hoorde bij een van de eerste lichtingen van HBORechten. Ze liep acht maanden stage, vijf dagen in de week, bij een advocatenkantoor. Ze vond het daar zo leuk, dat ze per se door wilde in de advocatuur. Een stage bij de advocatuur lag in eerste instantie niet voor de hand, “de advocatuur sprak mij helemaal niet aan.” Toch kwam in een gesprek met docent Maud van den Berg naar voren dat ze geïnteresseerd was in zowel de juridische, administratieve als sociale aspecten van het recht. Van den Berg gaf haar het advies toch te solliciteren op een stageplek bij een advocatenkantoor. Het bleek een gouden greep. “Tot mijn verbazing vond ik het vanaf dag één heel leuk. Als student had ik het standaardbeeld over strafrecht en zielige verdachten. Maar de advocatuur bleek veel meer dan dat te zijn.”

Meerwaarde van de opleiding Van den Berg, nog steeds docent bij HBO-Rechten en tegenwoordig ook stage-coördinator van die opleiding: “We hebben een lange stage in de opleiding om onze studenten veel ervaring te laten opdoen in de beroepspraktijk. Ten opzichte van universitair geschoolde studenten geeft dat onze hbo’ers een voorsprong op de arbeidsmarkt. Daarnaast motiveert een stage het merendeel van de studenten ook. Zij zijn in het algemeen ‘doeners’ voor wie het motiverend werkt om dat wat er geleerd wordt te kunnen toepassen in de praktijk. “Verhip, het heeft nut wat ik heb geleerd! In het algemeen bevalt de stage studenten goed. Zo tegen het einde van de stage hebben sommigen het wel eens een beetje gehad, maar het werken wordt door de meerderheid als positief ervaren.” Grote lijn Terugkijkend op haar ervaringen als stagiaire vindt Post het administratieve werk op het advocatenkantoor het meest leerzame onderdeel van haar stage. “En daarmee bedoel ik dus het verwerken en uittypen van gesprekken en procedurele stukken. Ik leerde daardoor heel goed hoe de grote lijn zat, en begreep de inhoud van zo’n zaak.” De koppeling van de theorie naar de praktijk, dat is in haar ogen dan het belang van stagelopen. “Je doet een intake, koppelt terug, ziet

Wilja Post (rechts) over haar stagiaire Lisette Stoevenbelt:

"HET IS HEEL LEUK OM KENNIS OVER TE DRAGEN. LISETTE BIEDT MIJ ONDERSTEUNING OP KANTOOR, ZOEKT ZAKEN VOOR ME UIT EN GAAT MEE NAAR ZITTINGEN"

vervolg op pagina 18

"STAGE OP ADVOCATENKANTOOR, BLEEK EEN GOUDEN GREEP"

16

foto: Femke van den Heuvel

Zowel in de opleiding SJD als HBORechten gaan studenten in het derde jaar op stage. Ze werken bijna een jaar in de praktijk en komen dan in het laatste jaar terug op de opleiding. Waarom neemt de stage zo’n groot gedeelte van de opleiding in? En hoe is dat eigenlijk, een stagiair begeleiden? Ervaringsdeskundigen aan het woord.


CARRIÈRE

CHARLOTTE DOPPENBERG IS HR MANAGER

ZAKEN DIE EEN UNIVERSITAIR JURIST IN ZIJN EERSTE BAAN NOG MOET LEREN, HEEFT DE HBO’ER IN DE STAGE AL GELEERD

“HET WERKTEMPO LIGT HIER VEEL HOGER”

Leuk van de stage was ook de weg van ‘meekijken en ondersteunen’ naar steeds zelfstandiger zaken voorbereiden en afhandelen, natuurlijk wel altijd in overleg met haar stagebegeleider. Ze weet nog goed hoe trots ze was toen een groot deel van haar voorbereidende tekst in een zaak bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) terechtkwam in de uitspraak van de rechter. Stap verder Post begeleidt op haar advocatenkantoor nu zelf stagiairs van de opleiding HBORechten. “Omdat ik zelf die kans heb gehad, wil ik die ook aan studenten geven. Het is heel leuk om kennis over te dragen. Stagiairs bieden ook ondersteuning voor mij, ze zoeken zaken voor me uit en gaan mee naar zittingen. Ik vind het heel erg leuk om te zien hoe de stu-

denten ervan leren.” Ze herkent daarin de vragen die stagiairs hebben: ze hebben een behoorlijke kennisbasis, maar moeten nog leren die toe te passen. “Meestal zie je dat de kennis, ook als die wat weggezakt is, heel snel terugkomt als ze deze moeten toepassen in een zaak.” “Hbo-studenten zijn praktisch en weten goed hoe ze zaken aan moeten pakken.” Post is erg te spreken over haar stagiairs. “ Ze hebben ook al vaardigheden geleerd als onderhandelen en gesprekken voeren.” Dat is volgens haar ook echt de meerwaarde van een hbo-opleiding. Zaken die een universitair jurist in zijn eerste baan nog moet leren, heeft de hbo’er in de stage al geleerd. “Zoiets als bijvoorbeeld de telefoon opnemen op kantoor en vervolgens het gesprek goed voeren en noteren. De angst daarvoor kan groot zijn, en die heeft de hbo-jurist al in de stage leren overwinnen. Je bent daarmee al een stap verder.”

een student meer kan en meer wil, dan houdt zij daar in de werkzaamheden rekening mee. “Een stage moet goed én leuk zijn. Studenten kunnen dus ook mee naar lezingen, opleidingen, zittingen en dergelijke. Meestal is daar een mogelijkheid voor te vinden.”

Ze denkt dat het, als begeleider, nuttig is dat ze zelf ook een hbo-opleiding en stage heeft gedaan. Al is het maar omdat het voor veel advocaten toch nog vaak onbekend is wat hbo-studenten allemaal kunnen. Slechte stage-ervaringen komen daar volgens haar vaak ook vandaan: het kantoor weet dan niet goed wat ze een student kunnen laten doen en het gevaar is dat de student te veel blijft hangen in ‘alleen‘ het administratieve werk. Post wil een leuke, leerzame stage bieden. Als

“Wat opvalt is de ontwikkeling die de stagiair in zo'n krap jaar doormaakt. Dat is echt mooi om te zien. Uit een vaak nog wat lakse student”, lacht Van den Berg, “is er langzamerhand een professionele werknemer tevoorschijn gekomen. En het is ook heel nuttig dat studenten na de stage een hernieuwde motivatie hebben om dat laatste jaar van de opleiding ook nog 'even door te pakken'!”

18

Win-winsituatie Is het niet belastend een stagiair te begeleiden? Het kost immers ook tijd en energie. “Dat hoort erbij. Een stage is als het goed loopt een win-winsituatie. Een stagiair moet in het begin ingewerkt worden, maar kan daarna nog de hele stage meewerken en bijdragen aan de organisatie. Daar hebben we allebei profijt van.” Van den Berg beaamt dit. “De meeste praktijkbegeleiders vinden het erg leuk om een stagiair te begeleiden. Het kost natuurlijk veel tijd, maar ze hebben er ook lol in studenten te helpen bij hun leerproces.”

“Ik werk graag met mensen. Ze verder helpen in hun loopbaan en ontwikkeling, dat vind ik mooi om te doen. Ik werk nu bijna twee jaar bij Bluetech Engineering, een detacheringsbedrijf in Amersfoort. Ik ben onder andere verantwoordelijk voor de in-, door- en uitstroom van personeel. Daarnaast zet ik opleidingsplannen op voor het bedrijf. Het bedrijf moet gedurende het jaar groeien, dat is mede mijn verantwoordelijkheid.” “Ik merk nog elke week dat dingen uit mijn opleiding HBORechten terugkomen in mijn werk. Het hbo ging me makkelijk af. De juridische vakken waren van hoge kwaliteit, dat beviel me prima. Sommige andere vakken vond ik dan weer van een lager niveau. Ik besloot al snel dat ik na mijn hbo-bachelor door wilde studeren. Dat werd Bestuurs- en Organisatiewetenschappen in Amsterdam.” “Tijdens mijn studie liep ik stage bij de gemeente Amersfoort. Hier kon ik na mijn diplomering blijven werken. Twee dagen in de week hield ik bij de gemeente bezig met Bezwaar en Beroepzaken in de regio. Ik heb er veel geleerd, maar het ging mijn allemaal wat te traag. Van de publieke sector ben ik overgegaan naar private sector. Het tempo in mijn werk ligt nu een stuk hoger. Het lijkt me fantastisch als het bedrijf de komende jaren groeit mede door mijn werk.” Nina Juffermans foto's: Nina Juffermans

welke stappen in een procedure op elkaar volgen. Het was geen gemis in de opleiding dat dat daar niet gebeurde. De opleiding bood de theorie, en die hoort daar ook thuis.” Het was juist de meerwaarde van de stage dat je daar die theorie dan ook heel snel oppakt. “Na mijn stage volgde ik nog een extra vak, Echtscheidingsrecht. De theorie pakte ik heel snel op omdat ik de praktijk al had geleerd. In de cursus snap je dan hoe het werkt en kun je theoretisch de puntjes op de i zetten.”

Ze was 17 toen ze aan de opleiding HBO-Rechten aan de HU begon. En op haar 21e nam Charlotte Doppenberg het diploma in ontvangst. Maar ze was nog te jong voor het 'echte' leven, vondt ze. Na een reis naar Vietnam studeerde ze verder aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Inmiddels is ze HR Manager bij Bluetech Engineering in Amersfoort. “Ik zie snel resultaat van mijn werk, dat vind ik belangrijk.”

Agnes Sutherland

19


Alumnivereniging Nexus verbindt Alumnivereniging Nexus is dé vereniging van HBO-Rechten te Utrecht die het mogelijk maakt om in contact te blijven met medestudenten na het behalen van jouw diploma. Maar dat niet alleen: avNexus zet zich ook in om in contact te komen met het werkveld en met wellicht toekomstige werkgevers. Wil je je blijven ontwikkelen als jurist? Ook dat kan via avNexus. Nieuwsgierig? Lees dan verder! Workshops, lezingen en evenementen AvNexus is dynamisch en wil zoveel mogelijk bieden aan haar (aspirant)leden. Zo worden er intensieve sollicitatietrainingen, cv-checks door professionals en lezingen door vooraanstaande sprekers georganiseerd. Daarnaast organiseert avNexus in samenwerking met andere alumniverenigingen en studievereniging Codex speeddate-avonden, waar (bijna)alumni en werkveld elkaar ontmoeten en de verbinding met elkaar leggen.

Alumnivereniging SJD organiseert panelgesprek op 16 juni De kersverse alumnivereniging SJD organiseert op 16 juni een interessant panelgesprek. Tijdens deze bijeenkomst staat SJD in de stad Utrecht centraal en zal met name de verhouding van de decentralisatie en de sociale redzaamheid van de cliënt ter discussie staan. Voorafgaand aan het panel zal gastspreker Gadiza Bouazani, raadslid van de gemeente Utrecht en teamleidster van een buurteam in Kanaleneiland, een korte inleiding geven over de inzet van de sociale wijkteams. Het panel wordt geleid door Moniek Zuurbier, docent aan Hogeschool Utrecht. De volgende werkvelddeskundigen nemen hieraan deel: Martijn Vetketel (U Centraal), Wilma Kieft (Reclassering), Marthe Niemeijer (Stadgeldbeheer), Bas Schut (UWV) en Pieta Moret (Slachtofferhulp).

Een kijkje in de agenda van 2015 (onder voorbehoud): • Begin juni 2015: algemene ledenvergadering met aansluitend een borrel voor ook geïnteresseerden • Eind juni 2015: sollicitatietraining en cv –check • November 2015: speeddate met verschillende bedrijven.

AV Nexus Mail: info@avnexus.nl. www.avnexus.nl, www.facebook.nl/avnexus. Alumnivereniging SJD Mail: alumniverenigingsjd@gmail.com.

“COMING TOGETHER IS A BEGINNING; KEEPING TOGETHER IS PROGRESS; WORKING TOGETHER IS SUCCESS” Henry Ford


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.