GRNVLD 05

Page 1

05

2011

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

IN DIT NUMMER

Nature morte

PAULINE TERREEHORS T

Bruine Bonen Bende ONNO KLE YN

Weg van vlees PAUL SCHNABEL EN VERDER MET

Gerrie Hondius A.L. Snijders

‘ Want dieren zijn precies als mensen…’

Wouter Tulp


Voor alle fans van echte smaak: De Groene Weg klantenkaart Bij De Groene Weg slagers maken we ons iedere dag sterk voor het lekkerste biologische vlees. Vlees gezond van oorsprong wat nog ouderwets lekker smaakt. Onze klanten zijn namelijk gek op alles wat met lekker bewust eten te maken heeft. Voor alle fans van de smaak van echt is er nu de Groene Weg klantenkaart. Een kaart waarmee wij onze klanten belonen voor hun bewuste keuzes. De gespaarde punten kunnen namelijk omgeruild worden voor culinaire cadeaus zoals lekkere biologische wijn of een kookworkshop waarin u samen met andere bewuste genieters leert koken op hoog niveau. Meer weten over De Groene Weg en de klantenkaart? Kijk dan eens op onze site www.degroeneweg.nl.

www.degroeneweg.nl


03 COLOFON

VOORAF

GRNVLD is een uitgave van Sjaalman Media in opdracht van Kasteel Groeneveld. GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt in juni 2011.

Uitgever Sjaalman Media, Chris van Koppen m 06-51 66 33 32 Redactie Caroline van der Lee (hoofdredacteur), Brigitte van Mechelen (managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur) Vormgeving Volta_ontwerpers Druk Wilco, Amersfoort Medewerkers Marco Bakker, Willemijn van Benthem, Marcel van den Berg, Andrea Bosman, Persijn Broersen & Margit Lukács, Jos Collignon, Comic House, Jan Dobbe, Jurjen Drenth, Nora Eeckels, Wilma Elmendorp, Kester Freriks, Henrieke Goorhuis, Jan Groeneveld, Gerrie Hondius, Innovatienetwerk, Frank Jonker, Hans van Keken, Loethe Olthof, Aloys Oosterwijk, Hans van Oudenaarden, Jutka Rona, Paul Schnabel, Hugo Schuitemaker, Matthijs Sienot, Irene Smook, A.L. Snijders, Christine Tinssen, Pauline Terreehorst, Wouter Tulp, de Vrede van Utrecht, Arjan Wilschut Foto’s cover en achterkant Hugo Schuitemaker Tijdens het Groeneveld Forum 2010 logeerden drie Bonte Bentheimers op het rondeel van Kasteel Groeneveld. Een aantal mensen kwam een dagje met de varkens wandelen. Alle zorg is besteed aan het achterhalen van namen van rechthebbenden. Degene die menen zekere rechten te doen gelden kunnen contact opnemen met de uitgever. Marketing en advertentieacquisitie Isabel van der Weijden, info@belenjet.nl m 06-52 00 81 23 ISSN 1566-6190 Abonnementen Een abonnement kost € 25,– voor 4 nummers per jaar. Voor een abonnement zie p. 50. Als abonnee bent u tevens vriend van de Stichting Groeneveld. De Stichting Groeneveld ondersteunt de activiteiten van Kasteel Groeneveld. Als vriend heeft u recht op gratis toegang tot het kasteel voor uzelf en een introducé, wordt u uitgenodigd voor openingen en andere activiteiten en krijgt u korting op speciale publicaties en andere artikelen. Aanmelden voor de maandelijks e-nieuwsbrief kan via de website www.kasteelgroeneveld.nl Nieuws en persberichten kunt u sturen naar GRNVLD, Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@minlnv.nl

Beeld: Hans van Oudenaarden

GRNVLD Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@minlnv.nl

Caroline van der Lee Hoofdredacteur

Eind november zijn

drie Bonte Bentheimers (varkens) ondergebracht op het landgoed bij Kasteel Groeneveld. Dit als illustratie bij het gespreksonderwerp van het Groeneveld Forum: wroeten in de relatie tussen dier en mens. De relatie tussen dier en mens is ook het jaarthema van de discussies in en rond kasteel Groeneveld én van de GRNVLD in 2011. In de discussie over de relatie tussen mens en dier voert de mens de boventoon. Of het nu gaat over rechten voor het dier in de grondwet, het eten van vlees of de manier van huisvesten, onze drie Bentheimers laten hooguit een goedmoedig geknor horen. Dat maakt de discussie over de relatie tussen mens en dier tamelijk eenzijdig. Het gáát eigenlijk ook helemaal niet over de relatie tussen dier en mens, maar over hoe wij mensen, ons tot dieren verhouden. En wat wij daar zelf van vinden, bij denken en voelen. Voor de standpunten van dieren doen we aan invulkunde. Al naar gelang onze eigen opvattingen en levensvisie menen we te weten wat zij vinden en voelen (dat zou met je partner eens moeten wagen!!). Als ik op de derde dag van hun verblijf op Groeneveld met een emmertje voer kom aangelopen bij hun veldje, rennen de Bentheimers me vrolijk knorrend tegemoet. ‘Kijk, ze herkennen me al en ze zien me graag.’ Of denk ik dat alleen maar?



I N HO U D 05

Wroeten 06

zaaigoed

08

ter tafel

12

groo(t)s

14

op pad

Kort nieuws Erno Eskens en Coen simon p4

Wroeten in de relatie dier – mens

20

mijn landschap

22

verhaal

24

zware kost

28

wende

30

ander beeld

32

kaf en koren

36

oogst

38

oorsprong

43

de schutting

44

mmm

46

verstript

48

groeneveld verbouwing + programma

Margit Lukács & Persijn Broersen A.L. Snijders

28

Weg van Vlees, Paul Schnabel NBvP, Vrouwen van Nu Jutka Rona Reflecties, inzichten Dieren in de kunst Vrede van Utrecht Duurzaam versus huishoudboekje Onno Kleyn Arjan Wilschut Verbouwingsfeuilleton, evenementen

Wende IEN VINKENBURG-BOS VERTELT HOE NBvP, VROUWEN VAN NU ZORGT VOOR EEN VITAAL PLATTELAND


06

Z A AIGOED

NIEUWS – PUBLICATIES, TENTOONSTELLINGEN, PRIJS VRAGEN, CAMPAGNES, SYMPOSIA, INNOVATIES. NIEUWS EN PERSBERICHTEN KUNT U STUREN NAAR GRNVLD, GROENEVELD 2, 3744 ML BAARN, GRNVLD@MINLNV.NL

Rupsenaaskever

LEZERSAANBIEDING LEZERSAANBIEDING

BEVLOGEN LANDSCHAP Toegeven aan zijn passie voor luchtfotografie, dat was wat landschapsarchitect Peter van Bolhuis in 1998 deed. Zijn foto’s tonen de bijzondere kwaliteiten van stad en land en de niet-aflatende inspanning om het land bewoonbaar te : AA NB IED ING maken. Van Bolhuis overleed plotseling in 2005, in de bloei van zijn VA N DO NATE UR S LD nieuwe carrière. Bevlogen landschap toont een omvangrijke selectie VE NE OE GR KA ST EE L HTS uit zijn nalatenschap. De foto’s van Van Bolhuis kenmerken zich door BE TA LE N SL EC een groot gevoel, begrip en precisie. ten De begeleidende essays van onder anderen Harry Cock, Theo Spek, Dirk incl. verzendkos Sijmons, Sim Visser en Noud de Vreeze geven een indruk van zijn persoonlijkheid, zijn nauwgezette werkwijze en duiden de betekenis van zijn werk.

€40,–

bevlogen landschap / soaring landscape Peter van Bolhuis, luchtfotograaf redactie: Harry Harsema, Jeanette Haverkort, Harm Veenenbos Uitgeverij Blauwdruk met een bijdrage van

BOS

BUIKHARIGEN EN BEENTASTERS 47.800 soorten komen er voor in ons land, in het boek De Nederlandse biodiversiteit wordt de complete Nederlandse biodiversiteit beschreven. Ruim 100 specialisten uit talloze kennisorganisaties, leverden hun bijdrage in woord en beeld. Alle groepen komen aan bod, van vogels en vaatplanten tot buikharigen en beentasters. Het basisdocument is in eerste instantie bedoeld voor iedereen die in natuur geïnteresseerd is. Het biedt daarnaast aanknopingspunten voor het opstellen van natuurbeleid en het uitvoeren van natuurbeheer.

de Stichting NH Bos, het Stimuleringsfonds voor Architectuur en de EFL-stichting isbn 978 90 7527 134 8 prijs: € 46,50 www.blauwdruk.nl

AVATARBOS

NATUUR BEWEGING MEETS HOLLYWOOD De virtuele wereld van Avatar, waarin bewondering en respect voor de natuur centraal staan, inspireert tot nieuwe Nederlandse natuur. Hiermee wordt aansluiting gezocht bij de belevingswereld van een generatie jongeren voor wie virtual reality deel uitmaakt van hun dagelijkse leefomgeving. In april wordt – in het Bentwoud – een uniek Avatarbos gerealiseerd, compleet met zwerfpaden, droomplekken en landschapskunst. Iedereen kan bijdragen aan de realisatie van dit bos, door aanschaf van Avatar-certificaten (à € 10,– goed voor de aanplant van één boompje) en/of door in april zelf te komen helpen met de feestelijke aanplant van de bomen. De aanplant van (inheemse) boompjes gebeurt op ecologisch verantwoorde wijze.

Centraal in het bos komt een landschapskunstwerk van Cornelia Bruinewoud, De Droom van de Boom, waarin een jong boompje zich spiegelt aan de oerbomen die vroeger ons land bepaalden. Daaromheen zal een fijnmazig netwerk verschijnen van bomen, boomgroepen, zwerfpaden en droomplekken. Jongeren worden opgeroepen hun ideeën en schetsen over de ideale droomplek in te sturen. De film Avatar geldt daarbij als bron van inspiratie. Staatsbosbeheer ontvangt dit initiatief met open armen zodat mensen van alle leeftijden optimaal kunnen genieten van de schoonheid van de natuur. meer informatie: kijk voor het indienen van ideeën en het kopen van certificaten op www.plantjevoort.nl

Voor de telling doen alle soorten mee die sinds 1758 (het jaar waarin Linnaeus zijn boek Systema Naturae publiceerde) gedurende langere tijd in Nederland zijn voorgekomen. ‘Elk van deze soorten is uniek en heeft haar eigen bijzonderheden,’ aldus de schrijvers. ‘Zo zijn we hand-in-handvliegende galmijten, stampvoetende stofluizen, slavenhoudende mieren en levendbarende dopluizen tegengekomen.’ Tijdens het werken aan dit boek werd zelfs nog een heel nieuwe diergroep ontdekt voor Nederland: de kransdiertjes (Cycliophora). Deze minuscule diertjes leven op de kaken van kreeften. In De Nederlandse biodiversiteit worden niet alleen alle groepen in beeld gebracht. Ook patronen, trends en het beleid komen in aparte hoofdstukken aan bod. Daarnaast zijn de verspreidingsgegevens van ruim 18.000 dier- en plantensoorten – voor het eerst – op kaart samengevat. De kaart laat zien dat de hoogste diversiteit in de met elkaar verbonden natuurgebieden (de Ecologische Hoofdstructuur) te vinden is, met name op de zandgronden. De Nederlandse Biodiversiteit KNNV Uitgeverij isbn 978 90 5011 351 9 prijs: € 49,95


07 EXPOSITIE

Mes & vork Het Schielandshuis in Rotterdam presenteert een expositie over tafelen: van chic tot friet. Mes & Vork biedt een buffet van vijftien rijk gevulde thematafels. De bezoeker dwaalt langs pronkserviezen, tafelzilver en eeuwenoude scherven, langs bestek voor linkshandigen, het startersservies van Ikea en design van Piet Hein Eek. Favoriete serviesstukken bieden een kijkje in de keukens van bekende en gewone Rotterdammers. Schilderijen, recepten, etiquetteboeken, filmfragmenten van beroemde eetscènes bieden inzicht in onze tafelmanieren. Wie zich de etiquette van het tafelen eigen wil maken, kan de uitdaging aangaan en zelf tafels dekken.

COLLEGES

ARTIS ACADEMIE Om haar bezoekers op een laagdrempelige en inspirerende manier kennis te laten maken met dieren, planten, sterren en cultuur verzorgt Artis onder de noemer ‘Artis Academie’ uiteenlopende activiteiten waaronder colleges. Tijdens deze colleges wordt verkend hoe onze cultuur in een lange traditie landschappen, tuinen en (stads)parken heeft gemaakt en van betekenis voorzien, natuur heeft bewonderd en verzameld in collecties en musea, en de natuurlijke wereld een plaats heeft gekregen in riten, verhalen, gebruiken en afbeeldingen. Voor 2011 staat een serie colleges Een ‘derde natuur’. Over de verhouding tussen natuur en mens op het programma. Naast wildernis (eerste natuur) en het agrarische cultuurlandschap (tweede natuur) is een derde natuur ontstaan. Aan de orde komen de betekenis van plant en dier, van landschap, (stads)park en tuin, het natuurhistorische museum, alsook de rol van literatuur, film en fotografie. Ook de nietwesterse wereld komt aan bod. Tot slot wordt een sessie ‘Kijken naar natuurfilms’ met toelichting en discussie na, gepland. Het programma en de data van de bijeenkomsten zijn te vinden op www.artis.nl/artis-academie/colleges

De expositie ‘Mes & Vork. Tafelen van chic tot friet’ is nog te zien tot 16 mei 2011 in het Schielandshuis, Korte Hoogstraat 31 in Rotterdam.

BOEK

De hongerige stad De internationale bestseller Hungry City is vertaald, eindelijk. In De hongerige stad volgt Carolyn Steel het spoor van ons voedsel, van het platteland tot de stad, via markten en supermarkten, keukens en eettafels, afvalverwerking en terug. Ze vraagt zich af hoe wij voedsel kunnen benutten als een manier om onze steden beter te begrijpen, beter te ontwerpen, en leefbaarder te maken. Ze schetst een helder beeld van de impact van de moderne voedselproductie op onze planeet en op ons leven en verschaft inzicht in hoe het zo gekomen is en hoe we verder moeten. De hongerige stad is uiterst actueel, indringend en onmisbaar.

BOEK

HERSCHEPPING VOLGERMEER De sanering van de Volgermeer is het grootste bodemsaneringsproject in de Nederlandse geschiedenis, waarbij om de Nederlandse oernatuur te herstellen, gebruik wordt gemaakt van nieuwe, tot de verbeelding sprekende technieken. Fotografe Maaike Vergouwe volgde twee jaar lang de werkzaamheden in de Volgermeer. Haar foto’s geven een spectaculair beeld van ‘technisch kunnen’ en laten ons met stille verwondering kijken naar de natuurontwikkeling die daardoor mogelijk wordt gemaakt. Cyriel van Rossum beschrijft de geschiedenis van de Volgermeer: het verhaal van de vervuiling en de zoektocht naar een oplossing. Hij interviewde tal van betrokkenen: omwonenden, wetenschappers en mensen die in de Volgermeer aan de sanering hebben gewerkt. Op 19 april wordt het eerste exemplaar van het boek gepresenteerd. De dagen daaropvolgend viert het Noord-Hollands Landschap met open dagen voor haar leden, feest in de Volgermeer.

De herschepping van de Volgermeer, Cyriel van Rossum en Maaike Vergouwe Uitgeverij Sjaalman Media in opdracht van ProjectBureau Bodem van de gemeente Amsterdam isbn 978 90 815 8903 1 prijs: € 29,90

De hongerige stad. Hoe voedsel ons leven vormt

www.sjaalmanmedia.nl

auteur: Carolyn Steel isbn 978 90 5662 805 5

informatie over de presentatie

prijs: € 19,95

en de open dagen: www.landschapnoordholland.nl


08

TER TAFEL

Tekst: Kester Freriks* | Beeld: Aloys Oosterwijk** Š Comic House

voor tegen Verreikende rechten voor dieren:

versus

RECHTSPR A AK NA AR GROENEVELDS MODEL


09 Een, in meerdere opzichten, buitengewone rechtszaak voor en tegen verregaande rechten voor dieren in de naast Kasteel Groeneveld gelegen, stampvolle Oranjerie. Kester Freriks verwondert zich over de loop van het recht.

Duidelijk

zichtbaar voor alle toeschouwers van de fictieve maar in mijn ogen zeer belangrijke rechtszitting, trekt de rechter zijn zwarte toga aan, knoopt de witte kraag om. De Orangerie is tot de laatste stoel bezet. Het aankomende dispuut past in de serie van Kasteel Groeneveld om de relatie tussen mens en dier verdieping te geven. Als ik om me heen kijk, heb ik het idee dat de tegenstander van meer rechten voor het dier eigenlijk kansloos is. Wie wil er geen goede en wettelijk vastgestelde behandeling voor dieren? accusatoir Directeur Jan Hartholt van Kasteel Groeneveld zet uiteen dat deze bijeenkomst het karakter heeft van een ‘accusatoir proces’, een rechtsvorm die voortkomt uit de Angelsakische traditie. In deze rechtspleging ligt het initiatief van het proces bij de partijen en zijn zij verantwoordelijk voor de bewijsvoering. Hierbij heeft de rechter een passieve rol. Ook maakt deze rechtsvorm gebruik van juryleden die vooraf bevraagd worden op hun kennis van zaken en betrokkenheid bij het onderwerp. Volgens Hartholt zouden we ook kunnen spreken van een ‘rechtspraak naar Groenevelds model’. Op de uitroep van de bode ‘de rechtbank’, staat iedereen staat op. De rechter heet iedereen welkom en vraagt de vijf juryleden om naar voren te komen. Nadat volgens eeuwenoud gebruik een munt is opgeworpen, in dit geval een rijksdaalder, om te bepalen wie als eerste het woord mag voeren, is met een enkele hamerslag de zitting geopend. Aan de kopzijde van de munt is, in de woorden van de rechter ‘de beeltenis geslagen van de buurvrouw van Soesterberg’. Nadrukkelijk bevestigt de rechter zijn ‘tijdelijke rol’. Hij is aangesteld om de argumenten van pleiter en gedaagde ‘te wegen en te duiden’. De griffier is aangesteld de orde te bewaren. Een korte rondgang langs de juryleden leert dat zij van uiteenlopende afkomst zijn, stemmend voor uiteenlopende partijen en directe betrokkenheid bezitten bij het onderwerp van die middag. Het is 13.30 uur, maandagmiddag 29 november 2010. tekentafel De muntzijde valt boven en gedaagde Coen Simon, tegenstander van verregaande dierenrechten, krijgt als eerste het

woord. Zijn tegenstander is Arno Erkens, voorstander van dierenrechten. Simon is in dit geval de gedaagde, Erkens de eiser. De laatste eist dat Simon voor het welzijn der dieren inziet en aanvaardt dat dierenrechten noodzakelijk zijn en conform algemeen aanvaard maatschappelijk fatsoen. Simon richt zich in dit publieke debat tot alle betrokkenen: de rechter, de leden van de jury en de toeschouwers. Het is

“Koeien zien we niet. Het plaatje is ervoor in de plaats gekomen.” hem, en ook zijn tegenstander Erkens, toegestaan met behulp van retorische middelen het publiek van zijn gelijk te overtuigen. Simon haalt een herinnering op aan de periode waarin hij in Noord-Groningen woonde. Daar was gewoonweg ‘ruimte’. En dus ook voor koeien, die stonden dan ook volop in de wei. Dat beeld is nu geheel verdwenen. De weilanden zijn leeg en de boerderijen getransformeerd in gigantische megastallen. Het enige wat is overgebleven is een bord bij de entree van de boerderij met daarop een fraai getekende zwart-witte koe tegen een groene achtergrond. De koeien zien we niet. Het plaatje is ervoor in de plaats gekomen. ‘De relatie tussen mens en dier is op de tekentafel tot stand gekomen,’ aldus Simon. Het dier is een plaatje in onze samenleving geworden. Gedaagde benadrukt dat hij niet tegen het dier pleit, maar wel tegen voorstanders van verreikende rechten voor het dier. Simon: ‘lk pleit tegen dierenrechten. Er zijn twee soorten dierenvrienden. De eerste groep zet zich in voor de dieren, de andere groep wendt allerlei juridische middelen aan om het dierenwelzijn te verbeteren. Dat zijn politieke en juridische procedures die tot monsterlijke afmetingen uitgroeien en juist het tegendeel bereiken. Dierenleed is niet voldoende reden om tot extreme dierenrechten te komen,’ zo betoogt Simon. Het blijft stil in de zaal. Tot nu toe onderbreekt geen van de aanwezigen Simons requisitoir. Ik denk mee met zijn

** Kester Freriks (1954) is romanschrijver en auteur van boeken over vogels, waaronder Vogels kijken. Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten en De valk. Over valkerij en wilde vogels. Hij is verbonden aan NRC Handelsblad. Dit najaar verschijnt zijn boek Verborgen wildernis. Over ruige natuur en kaarten in Nederland. ** Aloys Oosterwijk (1956) volgde de Akademie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. In 1978 debuteerde hij met de strip Een keurig wit pakje met geen vlekje besmeurd. Grote bekendheid verwierf hij met Willems Wereld in Panorama. Vanaf 2004 maakt hij naam als rechtbanktekenaar.


10

TER TAFEL

redenering. Heeft hij gelijk? En zo ja, waarom dan het publiek eerst het beeld tonen van lege weilanden en ligstallen als fortificaties in het landschap en vervolgens te pleiten tégen dierenrechten. Ik kan het niet met elkaar rijmen. Daarom is het wachten op de voorstander van meer dierenrechten. In elke samenleving is er zoiets als ‘toelaatbaar leed’. Dieren hebben in onze maatschappij gunsten, maar geen rechten. Mensen hebben zich verplicht tot omgang met dieren zoals dat passend is in een rechtsstaat. Mensen spreken recht, wie anders? Dat is een culturele afspraak. Dieren kunnen geen recht spreken. Niet de rechter, maar de bioloog heeft inzage in het welzijn van dieren. Het resultaat van dierenrechten zou zijn dat alle dieren de beschikking krijgen over mensenrechten. Dat betekent dat mensen en dieren aan elkaar gelijkgesteld worden. Geen samenleving is tot deze gelijkschakeling in staat. Coen Simon memoreert hoe complex in juridische zin dierenrechten zijn georganiseerd. Alleen mensen kunnen voor mensen opkomen. radicalen Arno Erkens, de gedaagde, zet uiteen dat het recht zich afspeelt tussen de mensen, maar voegt hij eraan toe ‘niet alle dieren zijn vegetarisch’. Zoals mensen dieren nuttigen, zo nuttigen dieren ook dieren. Volgens Erkens gaan in het dierenrecht wetenschap en moreel oordeel samen. Hij ziet in het dierenrecht een mogelijkheid voor de dieren om ‘voor hun specifieke belangen op te komen’. Dierenrechten zijn

“Niet alle dieren zijn vegetarisch”

een juridisch instrument om het welzijn van dieren te verbeteren. Erkens verzet zich tegen het begrip ‘radicalen’ als het gaat om voorstanders van dierenrechten. In een wereld als de onze, die onnodig complex is, zijn rechten nodig als een juridisch beginsel. Hij laat aan de hand van enkele gruwelijke beelden van veetransporten en slachthuispraktijken zien hoe de mens met het dier omgaat. Dit beeldmateriaal lijkt in het verlengde te liggen van Simons illustraties. Voor en tegen liggen op dit moment dicht bij elkaar. Het interessante aan deze rechtbank is dat het debat van begin af aan zorgvuldig en zonder al te veel argumenten ad hominem ofwel op de man af wordt gevoerd. vogelvrij ‘Mensen hebben zorgplicht jegens dieren,’ aldus Erkens. ‘Helaas is het niet verankerd in ons recht om tot een beschaafde omgang met dieren te komen. Voor de mens is het menselijk belang altijd het doel en is het dier slechts een middel. Huisdieren krijgen door de regel wel een goede behandeling. Met dieren in stallen wordt geld verdiend, dus kennelijk gelden hiervoor andere normen. Ofwel: ‘Dieren die in stallen staan, zijn voor de wet vogelvrij.’ Eiser Erkens constateert dat het ‘plichtensysteem’ niet werkt, omdat plichten niet verankerd zijn door achterliggende rechten. Bovendien vindt weinig controle plaats. Hierdoor ontstaat een vacuüm waarvan dieren het slachtoffer zijn. Volgens hem lopen de belangen van mens en dier veel meer parallel dan de meesten van ons denken: ‘Als je voor dieren bent, loop je altijd achteraan.’ In zekere zin sluit Erkens bij Simon aan als hij betoogt ‘dat het niet mogelijk is voor dieren te procederen’. Als iemand voor de rechtbank zou opkomen voor beperking van dierenleed dan zou hij dat namens een persoon moeten doen die dierenleed ‘ondraaglijk’ vindt. Gedaagde vraagt zich af waarom belangen van dieren anders wegen dan van mensen. Het systeem van nu is ingewikkeld en onwerkbaar. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dat in verband met dieren de mens ‘in de geest van de wet’ dient te handelen. Dit noemt Erkens een ‘irrationele vertaling’ die het dierenwelzijn verhindert. mentaliteitsverandering De vraag die de pleiter indirect aan gedaagde stelt over welk dierenleed precies gesproken wordt: is het leed dat de grote grazers in de Oostvaardersplassen overkomt minder erg dan dat wat veehandelaren en boeren hun dieren aandoen? In de Oostvaardersplassen heeft de mens een vreemde wet ingesteld, namelijk: ‘Hier red je je maar.’ Met als gevolg dat er ’s winters dieren sterven of afgeschoten moeten worden. Dierenrechten zijn extreme uitwassen van dierenwelzijn. Als je, zoals Simon betoogt, dierenrechten zou afschaffen en daar de zorgplicht voor in de plaats zou stellen, dan zou het welzijn voor de dieren toenemen. De misstanden op de veemarkten en in de bio-industrie zijn Erkens nog altijd een doorn in het oog. Jaarlijks sterven er op de boerderijen vijf miljoen varkens. Als er dierenrechten


11 zouden zijn, dan zou het makkelijker zijn deze wantoestand aan te pakken binnen het strafrecht. Daar is het Erkens om te doen. Hij betoogt: ‘Er is de facto geen enkele controle. In principe moet elk bedrijf eens in de veertig jaar gecontroleerd worden. Dat gebeurt niet of nauwelijks. Het besef van dierenwelzijn zou een mentaliteitsverandering moeten opleveren. Maar dat gebeurt niet. Daarom moeten er rechten komen, want die zijn afdwingbaar. Ook het productiedier heeft recht op welzijn, maar die krijgt het vaak niet want wij ontnemen het dier de vrijheid. Dieren die buiten de bioindustrie hebben geleefd, hebben tenminste een fatsoenlijk bestaan geleid.’ beschavingsoffensief De rechter komt tot een eerste duiding en constateert dat er een systeem zou moeten komen dat dieren beschermt tegen uitwassen. Simon als eiser blijft voorstander van afschaffing dierenrechten en Erkens als gedaagde is voorstander van dierenrechten. Simon benadrukt nog eens dat dierenwelzijn gehinderd wordt door juridische middelen. Daar is gedaagde het niet mee eens. De ‘Bill of Rights’, opgesteld in Groot-Brittannië in 1689, geeft als eerste artikel aan ‘het recht op leven’. Dit wettelijke document vormt de grondslag van de democratische parlementaire monarchie. Dieren die door de mens gehouden worden, hebben recht op bescherming. Het is een kwestie van een ‘beschavingsoffensief’ de empathie voor dieren grondwettelijk te verzekeren. Tussen mens en dier bestaat immers een ‘afhankelijkheidsrelatie’.

weggeduwd, opgegeten. Het is van groot belang de relatie tussen dieren en mensen in beeld te brengen.’ emotioneel De zitting nadert haar voltooiing en het woord is aan de jury. Nu ontstaat er wel commotie. Een van de juryleden, tegenstander van dierenrechten, betoogt dat negers, slaven en vrouwen lange tijd in de geschiedenis geen rechten hadden. Volgens hem klopte dat. Er moet nu eenmaal in elk systeem een grens tussen rechtelozen en rechthebbers zijn. Een vrouw in het publiek wordt emotioneel. Het kan volgens haar niet dat je vrouwen met dieren vergelijkt. Deze aanwezige is duidelijk voorstander van gelijke rechten voor iedereen; en ook rechten voor het dier. Ook een wetenschapster komt aan het woord; zij doet dierproeven. Ze betoogt: ‘Als er te veel dierenrechten zijn, dan zijn proeven niet meer mogelijk. Dat zou indirect de volksgezondheid kunnen schaden.’ Ze krijgt slechts schoorvoetend instemming. Niet iedereen gaat met haar mee, maar het argument van volksgezondheid telt sterk. De wijzer van de weegschaal van het recht is nog steeds niet naar de ene of de andere kant doorgeslagen.

“De wijzers van de weegschaal van het recht”

gemankeerde mensen Nadat de getuigen van beide partijen zijn gehoord gaan de eiser en gedaagde over tot het slotpleidooi. Dat is aanmerkelijk korter dan het openingspleidooi. Slechts enkele minuten hebben eiser en gedaagde de tijd tot scherpe, ter zake doende formuleringen te komen. Erkens: ‘Het strijden voor dierenrechten is een emancipatorische aangelegenheid. Als dierenorganisatie mogen we alleen een juridische strijd voeren als we dat doen namens de achterban. Het mag nooit om de dieren zelf gaan. Dat acht ik een misstand. We hebben een samenleving met dieren. Die beschikken over een eigen waarde. We mogen ze niet behandelen als gemankeerde mensen.’ Simon: ‘De poging tot dierenrechten is een perpetuum mobile en dat moet een keer ophouden. Natuurlijk dient dierenwelzijn hoog op de politieke agenda geplaatst te worden, maar niet als juridisch instrument.’ Hierop repliceert Erkens: ‘Er is een vreemde tweedeling in de maatschappij. Enerzijds worden dieren behandeld als kleine mensjes. Anderzijds worden dieren ‘verdinglijkt’,

niemand protesteert Na een kort juryoverleg achter gesloten deuren spreekt de voorzitter de rechtbank toe: ‘Er is geen eensgezindheid bereikt. Het meerderheidsstandpunt luidt dat de jury er niet van is overtuigd dat dieren een fundamenteel recht dienen te krijgen. Wel acht de jury het noodzakelijk dat wij als mensen, die de dieren hun vrijheid ontnemen, verplichtingen jegens het dier hebben. Het debat zou op een hoger niveau gevoerd moeten worden dan slechts op dat van de wetgeving.’ Ik ben verbaasd: na het pleidooi van Erkens had ik verwacht dat de wijzer door zou slaan naar meer rechten voor het dier. Het dispuut krijgt een verrassend eindoordeel. Ik vraag me af hoe het komt. De rationaliteit van het betoog van Simon is kennelijk sterker dan de emotieve argumentatie van Erkens. De aanwezigen schikken zich in de conclusie. Niemand protesteert, en ook dat is opvallend. Tot slot, het is dan tegen 17.35 uur, neemt de rechter het woord en komt hij toe aan de duiding. De rechter: ‘Het is volgens het ongeschreven recht van de Heren van Groeneveld dat de rechter van oordeel is dat de partijen verplicht worden gesteld de gedachtewisseling open te houden.’

Coen Simon (1972) is filosoof en publicist. Hij schrijft onder andere voor Trouw, Filosofie Magazine en NRC Handelsblad. Hij is tegenstander van dierenrechten en werkt aan een boek daarover.

Een vorm van gedachtewisseling als deze fictieve rechtbank is van groot belang. De argumenten voor en tegen een zaak krijgen alle reliëf en diepte die noodzakelijk zijn om kennis te maken met andermans gedachten en visie. Vooral de rituele secuurheid van deze rechtbank is veelbetekenend.

Erno Eskens (1964) is als filosoof verbonden aan de Internationale School voor Wijsbegeerte. Hij schreef het boek Democratie voor dieren en is voorstander van dierenrechten.


12

GROO(T)S

Tekst: Mariken Bokeloh | Beeld: Hugo Schuitemaker

Gert-Jan Stok over People, Planet, Profit én Pleasure RESTJES BEWAREN, DE DEUR ACHTER JE SLUITEN TEGEN DE TOCHT EN VOORAL GEEN LAMPEN LATEN BRANDEN ALS JE NIET IN BETREFFENDE RUIMTE MOET ZIJN. DUURZAAMHEID WERD GERT-JAN STOK MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN. DE SCHAARSTE AAN PRODUCTEN EN DE INVLOED VAN CONSUMENTEN DAAROP BRACHT HEM ERTOE SAMEN TE GAAN WERKEN MET BIOLOGISCH HORECAONDERNEMER ARNOLD KAMPHUIS. ZO VERZEILDE STOK VANUIT DE HORECAUITZENDBRANCHE IN DE DUURZAME HORECA/CATERING.

Gastvrijheid het

allerbelangrijkst Je bedrijf heet P4, dat verdient een toelichting… Ik ben mede-eigenaar van P4, het moederbedrijf van een horeca/catering onderneming die haar visie stoelt op de ideeën van duurzaamheid consultant John Elkington. P4 verwijst naar de drie P’s van Elkington, People, Planet en Profit, die in harmonie met elkaar tot duurzaamheid moeten leiden. Ik voegde daar de P van Pleasure aan toe, waarmee we ook de boodschap van onbezorgde gastvrijheid wil uitdragen. De vier P’s zie je in het logo gekleurd terug. Voor mij is ‘people’ het belangrijkste element. Die P kreeg de kleur rood, de kleur van de hartstocht. Mensen zijn de crux. Gastvrijheid is het allerbelangrijkste. Als je mensen gastvrij ontvangt, bezorgt dat ‘pleasure’. Daar komen mensen voor terug en dat levert meer kansen tot diverse winsten (‘profit’) op. Werknemers krijgen daardoor meer mogelijkheden tot groei en ontwikkeling en het biedt ook meer ruimte aan (groene) sociaal maatschappelijke plannen. Waar is het groene aspect terug te vinden bij P4? De groene P in het logo, van ‘planet’, trekken we breed. Maar liefst negentig procent van de

producten die we aanbieden is biologisch. Daarin zijn we in Nederland voorloper. Om verspilling zoveel mogelijk te beperken, wordt de menukaart maar in beperkte oplage gedrukt en niet te vaak veranderd. We serveren wel coca cola, dat is een van de weinige concessies aan de ‘profit’. Een biologische kiwi uit Nieuw-Zeeland hebben we niet, dat conflicteert met ons duurzaamheidbeginsel… we beperken ons tot biologische streek- en seizoensgebonden producten. In alle facetten van de bedrijfsvoering geniet duurzaamheid de voorkeur. De (her)inrichting van de gebouwen gebeurt met duurzame materialen, zo zijn de muren beschilderd met een milieuvriendelijke kalk. Het personeel draagt kleding en schorten van ecotextiel, de energiecontracten zijn groen gericht, we scheiden het afval waar mogelijk en gebruiken led-spaarverlichting. Uit duurzame overwegingen zijn we met onze cateringtak een joint venture aangegaan met een cateringbedrijf dat ook duurzame aspiraties heeft. Ons gedachtegoed, de keuze van producten en onze marketing hebben we kunnen combineren met een nieuw ontwikkelde

productiekeuken van de cateraar. Zo hoefden we niet een nieuwe keuken neer te zetten en hebben we alle aandacht voor het op maat leveren van de catering. P4 zit nu in Kasteel Woerden, in Kasteel Groeneveld in Baarn en in de Kemphaan in Almere. Deze locaties zijn heel divers… waar zit de gemeenschappelijke deler? Onze locaties moeten aan de vier P’s voldoen. De gebouwen herbergen een restaurant en/of grand café en vergaderruimten. De locaties zijn bovendien uniek op het gebied van architectuur, historie en ligging. We zijn ambitieus… Het plan is om in 2013 te hebben uitgebreid van de huidige drie locaties naar maar liefst tien exploitaties. Ook de nieuwe locaties selecteren we op de genoemde criteria. Wat maakt jou trots bij P4? Ik ben een optelsom van bourgondiër, ondernemer en idealist. Mijn doel en passie is om met een goed team een mooie vorm van duurzame gastvrijheid betaalbaar aan te bieden aan onze gasten. Wij noemen dit onbezorgde gastvrijheid.


“Mensen zijn de crux�

Meer over de visie van P4 en de adressen waar je hun gastvrijheid kunt genieten is te vinden op www.p-4catering.nl


14

OP PAD

Tekst: Jan Dobbe*, m.m.v. JozĂŠ Mulders en Robin Schouten | Beeld: Gerrie Hondius**

Relatie dier-mens


15 Je kunt erover filosoferen, discussiëren, dichten of weeklagen, maar de relatie dier-mens is en blijft een ‘mensending’. Het zijn immers mensen die er een punt van maken, last hebben van hun geweten. Dieren hoor je er niet over: ze zijn wat ze zijn, doen wat ze doen. Ze leven en lijden, maar ze zwijgen en laten het zoeken over aan de mens. Het Groeneveld Forum 2010 was een proeve van deze menselijke zoektocht.

is vooral een

mensending IMP RESSIE G ROENE VELD FORUM 2010 proloog

Het Groeneveld Forum op 29 en 30 november gaat over de relatie diermens, bekeken vanuit diverse disciplines.

Doel van het forum is de dilemma’s die voortkomen uit de relatie dier-mens te laten zien en beleven, en zo ‘de discussie te voeden en naar een hoger niveau te tillen’. Niveau is er zeker. Eloquente sprekers als Paul Schnabel, Wiel Kusters, Pauline Terreehorst en Erno Eskens treden op. Iedereen is vriendelijk, voorkomend en weldenkend. Is het de invloed van het voorname kasteel en zijn chique zalen? Deelnemers komen uit diverse hoeken: dierenbescherming en dierenrechtenbeweging, wetenschap, overheid, onderwijs, kunst. Er is zelfs een enkele boer. Het is lovenswaardig dat tijdens het forum wordt gewerkt vanuit disciplines die je bij dit onderwerp niet direct verwacht. Hoe kijken kunstenaars en schrijvers tegen dieren aan? Het doorbreekt de kring van ‘usual suspects’ en vergroot de kans op nieuwe invalshoeken.

maandagmiddag 29 november

Het forum start met een ‘rechtszaak’,

waarin de filosofen Erno Eskens en Coen Simon in het strijdperk treden. Volgens Simon, die wat onzeker oogt, komen dier en mens juist verder van elkaar af te staan als je dieren formele rechten toekent. ‘Het zijn mensen die bepalen of dieren al dan niet mogen lijden. En in de praktijk verplichten mensen elkaar al om goed met dieren om te gaan. In die zin hebben dieren dus al rechten. Het maatschappelijk draagvlak is er, daar hebben we geen extra juridisch instrument voor nodig.’ Eskens repliceert dat je niets aan plichten hebt als die niet duidelijk geformuleerd zijn. ‘Waarom zou je de belangen van dieren anders wegen dan die van mensen? Hanteer hetzelfde beoordelingsregime en weeg dan de belangen van mens en dier tegen elkaar af. Geef dieren burgerrechten en toets die aan de praktijk. Vervolgens kun je rechten schrappen als die niet werken. Neem de muskusrat die onze dijken ondermijnt. Omdat ‘onze’ veiligheid in gevaar komt, vervalt ‘zijn’ recht op bescherming. Door zo te schrap-

** Jan Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Tot 2009 werkte hij bij de Nederlandse Vereniging tot bescherming van Dieren als hoofdredacteur van het blad DIER. ** Gerrie Hondius werkt zelfstandig als (strip)tekenaar, illustrator, (live)cartoonist, schilder en schrijfster. Ze heeft strips getekend voor Opzij, NRC Next, het AD en de Volkskrant.

pen houd je een solide, rechtvaardiger systeem over.’ Martje Fentener van Vlissingen, hoofd Dierenexperimenteel Centrum van het Erasmus MC, is Coen Simons getuige. Ze is tegen rechten voor dieren omdat ‘(…) dieren zichzelf zijn en we ze in hun waarde moeten laten!’ Simons tweede getuige, Iaira Boissevain, leerstoel

“Waarom zou je de belangen van dieren anders wegen dan die van mensen?” Dier & Recht van de Universiteit Utrecht, stelt dat ‘(…) er momenteel geen gebrek is aan juridische middelen, maar dat we er te weinig mee doen.’ Eskens’ getuige Hans Baay, stichting


16

OP PAD

Varkens in Nood, vertoont daarop een schokkende film over veetransport en -markten, die het ontbreken van goede regels en toezicht daarop onderstreept. Eskens’ tweede getuige, historicus/socioloog Bernd Timmerman, stelt dieren op één lijn met menselijke groepen die eerder geëmancipeerd zijn, zoals negers, slaven en vrouwen. ‘Die vergelijking mag je niet maken!’ roept Fentener van Vlissingen uit de zaal. In zijn slotpleidooi reageert Eskens: ‘Dieren verschillen weliswaar van mensen, maar horen wel tot dezelfde rechtsgemeenschap. Dus moeten hun belangen in het rechtssysteem worden verdisconteerd.’ Simon: ‘Dierenwelzijn is belangrijk, maar wordt niet gediend door dierenrechten. Sterker nog, het blijven voeren van deze discussie werkt contraproductief.’ Eskens’ betoog is veel sterker, vind ik. En het

“Dat krijg je, als mensen door koeienogen kijken” verbaast me dat het merendeel van de aanwezigen het standpunt van Simon steunt. Dat velen de emancipatoire vergelijking met mensen niet kies vinden, verbaast me evenzeer. Het zal mijn beroepsdeformatie wel zijn.

Ook de jury geeft uiteindelijk eiser Eskens geen gelijk als het gaat om fundamentele rechten voor dieren. Wel moeten mensen de belangen van dieren zo veel mogelijk behartigen, vindt de jury, temeer omdat het dier afhankelijk van ons is. Verder moet het debat over dierenrechten beter gevoerd worden om tot werkbare resultaten te komen. De rechter neemt deze uitspraak over. Buiten valt de eerste sneeuw. Een opmerking van kunstenares Esther Polak in de pauze intrigeert me. Volgens haar wordt de manier waarop we naar dieren kijken sterk bepaald door cultuur, en absolute rechten stroken niet met cultuurverschillen. Tijdens een reis naar Letland zag ze een moederpoes met één jong. Zonder schroom vertelt de eigenaar dat van een nest altijd alle katjes op één na worden gedood. Esther is geschokt en repliceert dat wij onze katten laten castreren of steriliseren. De Letten op hun beurt vinden dit choquerend – je ontneemt dieren dan toch zoiets essentieels als hun seksualiteit?! De relatie dier-mens, een puur mensending… maandagavond 29 november

Voedsel is een heikele kwestie binnen de relatie dier-mens. In samen-

werking met de onvolprezen keuken van Kasteel Groeneveld presenteert ‘eetkunstenaar’ Elles Kiers van de PeerGroup ’s avonds een bijzonder diner. Kiers en ‘kunstboer’ Sjef Meijman vertellen vooraf over hun ervaringen met de varkens Rinus, Alie, Anna en Bom. Als kunstproject leven ze een jaar lang met deze

dieren. Waarom? ‘De afstand tussen de mens en de oorsprong van zijn voedsel is erg groot geworden. Wat ‘is’ ons voedsel eigenlijk, hoe wordt het gemaakt, waar komt het vandaan? Dat willen we onderzoeken.’ Uiteindelijk moeten de varkens, waar ze een nauwe band mee opbouwen, er wel aan geloven. Tijdens het copieuze diner, met heerlijke seizoens- en natuurproducten (waaronder door de varkens naar boven gewoelde aardperen), worden we geconfronteerd met vlees van varken Bom. Dit schiet in het verkeerde keelgat van sommige deelnemers: een vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren spreekt er schande van, en weigert aanvankelijk aan tafel te gaan. Het serveren van vlees van varken Bom heeft als gevolg dat we ons zeer bewust zijn van wat we eten. En dat is precies het gewenste effect: bewust eten leidt tot een andere houding – minder verkwistend, minder onverschillig. De drie overgebleven varkens, die buiten voor de deur in het rondeel bivakkeren, eten mee. Ze krijgen onze restjes – nadrukkelijk niet de restjes van hun kameraad Bom. Niet dat ze die niet zouden willen eten; het is de mens die dit ethisch niet trekt. Via een geluidsverbinding horen we de varkens wellustig knorren en smakken… Leuk! dinsdagochtend 30 november

Dat de relatie dier-mens een mensending is, komt gedurende dag twee opnieuw naar voren. Subjectiviteit is

onvermijdelijk: hoe we dieren bekijken en


17 beoordelen, wordt door talloze zaken in ons eigen brein beïnvloed. Dat blijkt uit de film over het wandelen met de varkens van de PeerGroup op het terrein van kasteel Groeneveld. Varkens zijn ongelooflijk geinige beesten. Alsof je een hond uitlaat, zo kun je ook met varkens lopen. Je kunt ze knuffelen, aaien, samen met ze in het stro liggen. Na afloop worden de wandelaars gevraagd of ze deze dieren nu nog op willen of kunnen eten? De antwoorden verschillen, maar het is duidelijk dat iedereen anders kijkt, nu hij ‘een relatie’ met de dieren heeft. Over die relatie gaat het ook in de lezingen van Paul Schnabel (directeur Sociaal Cultureel Planbureau) en dichter Wiel Kusters. Schnabel gaat in zijn lezing ‘Weg van vlees’ in op de verandering in onze relatie met het dier, getuige de verregaande liefde voor gezelschapsdieren of het succes van de Partij voor de Dieren. Grote invloed hebben de gedragswetenschappen, die laten zien dat mens en dier dichter bij elkaar staan dan we dachten. Door onze toenemende kennis over dieren neemt ook onze bewondering en fascinatie toe. Gedrag dat daar niet mee strookt, zoals het doden, slachten en opeten, wordt als ‘pijnlijk’ ervaren. Daarom drukken we die werkelijkheid weg: we houden dieren in gesloten, ontoegankelijke stallen, we doden en slachten dieren ‘schoon’ in een witte, steriele omgeving, we serveren ‘kipfilet’ in plaats van ‘een hele en dus herkenbare kip’. Omdat het dier een hogere status heeft verworven, vinden wij het steeds moeilijker het op te eten – zeker als het vlees herkenbaar is als van een gedood dier.

Dichter Wiel Kusters bekijkt het vanuit literair perspectief in zijn voordracht over schrijver Anton Koolhaas (1912-1993) en diens empathie met dieren. Koolhaas weet volmaakt in de huid van dieren te kruipen. ‘Juist omdat hij doet wat in de traditionele biologie niet of te weinig gebeurt: vertellen, laten zien, hoe het is om bijvoorbeeld een vleermuis te zijn.’ Volgens Kusters ziet Koolhaas de dieren in zijn verhalen voor vol aan, als wezens die net als wij betekenis geven aan hun wereld – ook al valt die soms maar gedeeltelijk samen met de onze. Hij maakt een ‘hybride’ soort, waarin hij het dierop-zichzelf combineert met zijn eigen leven. ‘Koolhaas zag ook de ondeelbaarheid van het leven en de dood. Zowel dieren als mensen zijn vormen van een doorgaande levensstroom. Schrijvers en dichters vertolken de eerbied die we zouden moeten hebben voor zaken waar we geen antwoord op hebben.’ Mooi gesproken! dinsdagmiddag 30 november

Tijdens de workshops van die middag blijkt hoezeer de mens geneigd is vanuit zijn eigen beleving te kijken. In de workshop ‘Technologie en ethiek’ bijvoorbeeld. Jan Staman (directeur Rathenau Instituut) en Marjan Slob (filosoof-publicist) vragen de deelnemers of ze een intensief veehouderijsysteem kunnen bedenken dat ethisch acceptabel is. Waarom is er weerstand tegen ‘agroparken’, die volgens wetenschappers wel degelijk voldoende tegemoetkomen aan de behoeften van dieren? Uit de discussie blijkt dat niet dieren moeite hebben met zo’n

“Kipfilet in plaats van een hele en dus herkenbare kip” systeem, maar mensen die zich met de dieren identificeren. Omdat mensen het een afzichtelijk idee vinden om als ‘product’ te worden gezien, willen ze het dieren ook niet aandoen. Mensen willen terug naar proportionaliteit, ze willen respect voor dieren omdat ze ‘verbinding’ voelen met deze wezens. Wanneer in de architectuur de Gulden Snede wordt gehanteerd blijken de meeste mensen zich prettig te voelen in de gebouwde ruimtes. Zou een vergelijkbaar systeem ook voor het ontwerpen van veehouderijsystemen denkbaar zijn, oppert een van de aanwezigen? Verbinding met het dier is een sleutelbegrip in de hele discussie. In die verbinding past geen massaliteit – wat wetenschappers ook mogen beweren. Het Latijnse woord voor verbinding is ‘religie’, weet een van de deelnemers op de valreep nog te melden. Daar kunnen we nog een paar dagen op kauwen, maar dat ethisch verantwoorde systeem – nee, dat komt er nog even niet. Wat de kunstenaar kan bereiken zonder direct een oordeel uit te spreken, is het onderwerp van de workshop ‘Het dier in de beeldende kunst’, onder leiding van publiciste Pauline


18

OP PAD

Terreehorst. Helpt opvallende, controversiële kunst in discussies over dierenrechten? Kunstenares Tinkebell komt ter sprake. Haar handtasjes en speeltjes, waarin ze dode huisdieren verwerkt, roepen verontwaardiging op. De kunstenares kreeg zoveel haatmail, dat ze er een boek mee kon vullen. Conclusie van de workshop: het helpt als kunst de aandacht trekt en zo de discussie op gang brengt. Dat doet in elk geval het werk van filmmaker/fotograaf Jan van IJken, die de extreem uiteenlopende manieren waarop mensen omgaan met dieren tot thema van zijn werk heeft gemaakt. Van IJken vertoont na afloop de trailer van zijn nieuwe documentaire. Onthutsend is vooral de manier waarop hij de kijker meeneemt in de hellegang van dieren – zoals eendagskuikens op de lopende band of biggetjes die op het punt staan gecastreerd te worden. Een aanrader – voor mensen die stevig in hun schoenen staan. Onderzoeker Birgit Boogaard wil burger en boer bij elkaar brengen. Ze haalt burgers naar boerenbedrijven en laat hen daar ‘ruiken, voelen en kijken’ om zo zelf een beeld te vormen van wat er gebeurt. Vandaag neemt ze de deelnemers aan haar workshop ‘De menselijk maat in de dierhouderij’ mee naar de Eemlandhoeve, een zorgboerderij in Bunschoten. Eigenaar Jan Huijgen heeft naast het boeren ook altijd een intellectuele en filosofische interesse gehad. En het is ook zijn droom om burgers bij de boer te brengen. Of zoals Paul Bos (oftewel ‘Boer Bos’, die zijn boerderij aanbiedt als ‘learning centre’) het later formuleert:

‘(…) oude tradities op een intelligente manier verbinden met eigentijdse behoeftes. Innoveren door verleidelijke concepten te bedenken om de burgers te laten ervaren waar boeren mee bezig zijn.’ Om te zien of de menselijke maat nog aanwezig is in een ultramodern bedrijf, verhuist het gezelschap naar hoeve ’t Witte Schaap in Eemland. Deze boerderij is met melkrobots verregaand geautomatiseerd, gericht op hoge productie. Keerzijde: de koeien blijven het hele jaar binnen in de (ruime) stal. Hoewel het onduidelijk is hoe de dieren dit ervaren, levert dit gegeven binnen de excursiegroep gemengde gevoelens op. Dat krijg je, als mensen door koeienogen kijken.

EPILOOG Als oud-Dierenbeschermer ben ik gewend ‘tot een kamp’ te behoren. In discussies betrek je vaste stellingen. Dat kan op den duur verlammend werken; iedereen kent je standpunt en heeft zijn repliek al klaar voor je ook maar één woord hebt gezegd. Dit forum is geen strijdperk, maar een ‘denktank’ voor nieuwe ideeën, invalshoeken, oplossingen. Iedereen probeert vanuit zijn eigen discipline gebak te maken van de relatie tussen mens en dier, en vaak laat men doorschemeren ‘het ook niet te weten’. Voor mij is dat een verademing. Maar ook even wennen. Geen strijd, zoals ik bij de Dierenbescherming gewend was? Geen retoriek?

Geen diepe emoties? Soms hoor je iemand morren, maar daar blijft het bij. Daarvoor in de plaats is er nieuwsgierigheid en de wil om iets moois tot stand te brengen. Mooi is bijvoorbeeld het hernieuwde inzicht dat met echte aandacht voor dieren al een wereld gewonnen is. Wie ziet hoe mooi, leuk of boeiend dieren zijn, moet wel uit heel verkeerd hout gesneden zijn om diezelfde dieren nog onheus te bejegenen. Mooi is ook, dat we weer streven naar de menselijke maat, waarmee niet alleen het dier maar vooral de mens weer een stapje dichter bij het verloren paradijs komt.


Beeld: Marcel van den Berg

GROENEVELD FORUM 2010

19


20

MIJN LANDSCHAP

Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: Persijn Broersen & Margit Lukács*

VERBEELDINGSKRACHT Persijn Broersen & Margit Lukács over Mastering Bambi, over heimwee (naar iets wat misschien nooit bestaan heeft) en over de verantwoordelijkheid voor je eigen constructies. ‘“Waar ons werk over gaat?”, over het antwoord op deze onvermijdelijke vraag – we maken niet het meest eenduidige werk –, heb ik gisteravond zitten nadenken. Luisterend naar een concert van Mahler zag ik ineens een parallel: ik was bezig met architectuur van de concertzaal, verplaatste me in de karakters van de orkestleden en vroeg me af of waarom de dirigent in vredesnaam een slobberblouse droeg die zijn buik ternauwernood bedekte. Zolang ik mijn ogen openhield had ik grote moeite om me over te geven aan de muziek. Met kijken naar het landschap, objectief, naar ‘dat wat het is’, gaat het net zo. Je filtert, mixt en fantaseert aan een stuk door. Dit soort mentale processen waarvan je je niet bewust bent naar voren brengen, dat is wat we doen. Onze film Prime Time Paradise bijvoorbeeld gaat over wat er gebeurt als je aan het zappen bent. Impressies van quizdecors, scènes uit dansfilms, de beelden van nine-eleven; in je hoofd stapel je ze op elkaar. Het nieuwe beeld is een mentale constructie. Persoonlijke associaties, fascinaties, allemaal aan elkaar gelinkt in een onnavolgbaar proces.

Ook culturele, historische factoren en de tijdgeest zijn een factor in het duidingsproces. Neem bijvoorbeeld de Amerikaanse fotografie ten tijde van de industriële revolutie; de opnames van spoorwegen en fabrieken in landschappelijke omgevingen werden ‘gelezen’ als triomf, als baken van hoop. Als je dit doortrekt naar onze tijd, zie je een fascinerende verschuiving. De grote windmolenparken waarvan sprake is, ontmoeten vooral bezorgdheid. Zorg om de natuur, het landschap, de dieren, de rust. Is het vooruitgangsgeloof omgeslagen in nostalgie, in heimwee (naar iets wat misschien nooit bestaan heeft), naar de Disney-harmonie? Dat het meta-verhaal is veranderd is duidelijk. Of dit de brug is met onze recente film Mastering Bambi? Zeker, maar er spelen ook andere factoren. Bambi is een embleem uit onze jeugd, iedereen kent het grootogige hertje. Bovendien is het een vroeg voorbeeld van een virtuele wereld. Compleet geconstrueerd zoals nu heel vaak gebeurd, in Facebook bijvoorbeeld. En zoals de mentale pleinen, nieuwe sociale codes en nieuwe mores met zich meebrengen, deed Bambi dat ook.


21

Fascinerend trouwens is dat het boek waarop de film is gebaseerd in de jaren dertig werd geschreven door een Oostenrijkse jood. In het originele verhaal wordt Bambi gewaarschuwd dat hij op zijn hoede moet zijn voor zowel dieren als mensen. Het dierenrijk wordt beschreven als een wrede business, genuanceerd dus. Iets wat wringt met het algemene beeld van Disney als ‘verspreider van platte moraal en als sentimentele moloch’. Disney modelleerde zijn ideale landschap naar Europese sprookjesboeken en de romantische schilderkunst uit Europa. We zijn in de VS op zoek gegaan naar landschappen met een vergelijkbare ‘kwaliteit’. Van de foto’s die we hiervan maakten, maar bijvoorbeeld ook van de oude eik waaronder Disney het idee voor Mickey Mouse zou hebben gekregen, hebben we een virtuele collage gemaakt. Waar het beeld in het origineel van links naar rechts glijdt, vooruit dus, gaan wij achteruit. En waar de originele versie begint met een still van de op zijn tak

* Persijn Broersen (1974) & Margit Lukács (1973) werken sinds 2002 als een kunstenaarsduo. Broersen en Lukács hebben specifiek interesse in de interactie tussen fictie en realiteit. Beiden hebben een MA behaald aan het Sandberg instituut in Amsterdam en waren ‘residents’ van de Rijksakademie in Amsterdam.

zittende uil, duiken wij het achter zijn rug bevindende gat in de boom in om als het ware áchter het decor te kijken. Waarom er in Mastering Bambi geen dieren zijn? Iets weglaten is een goede manier om iets te laten zien. En daarnaast, het daagt de kijker uit om zijn verbeelding te laten spreken. Als iemand zich íets van het origineel herinnert, is het dit: de dood van de moeder van Bambi. Je ziet niets, hoort enkel een schot en vervolgens Bambi roepen: ‘Mama, mama…’. Interessant is dat veel mensen dit in hun herinnering blijken te hebben gevisualiseerd. Ze zien het ‘nog voor zich’. We hebben er alles aan gedaan om Mastering Bambi een meeslepende ervaring te laten zijn, bijna hallucinatoir. Iets wat ons gesterkt heeft in deze aanpak is de ervaring die we als docent in China hadden. We nodigden studenten uit een filmpje te maken en waren verbijsterd door het onvervalste sentiment in hun werk, maar ook door de narrativiteit, de sterke verhaalstructuur in hun filmpjes. En het wérkte. ‘Het verhaal’, mits goed gebracht, heeft een enorme kracht. Het is belangrijk om in te zien hoe manipulatief verhalen zijn, of worden ingezet. Zo’n filmpje over Wilders die zittend in een roeibootje vertelt ‘waarvoor hij staat’, is een welbewuste poging om aan te sluiten bij een meta-verhaal. Te denken dat je macht hebt over mentale processen, is een illusie. Waar het ons om gaat, is de noodzaak om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen constructies.’


22

VERHAAL

Tekst: A.L. Snijders* | Beeld: Wouter Tulp**

* A.L. Snijders (1937) maakte furore als schrijver van columns en is bekend als ‘een van de grootste schrijvers van het zeer korte verhaal’. In2010 won hij de Constantijn Huygens-prijs. ** Wouter Tulp (1979) volgde zijn illustratie- en tekenopleiding aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en behaalde zijn diploma als een van de beste studenten in 2001. Vanaf dat moment werkt hij als schilder, illustrator en karikaturist.


23 er komen weinig mensen, er vallen wel eens bomen om. Het hoort bij het kasteel, mijn huis hoorde ook bij het kasteel, maar de tijd heeft alles opgegeten. Van de honderden hectaren van het landgoed zijn er maar dertig over, de pachtboerderijen zijn verkocht, er zijn nieuwe mensen komen wonen, een nieuwe taal, mensen uit het westen. De hemel is de dans ontsprongen, de ganzen kunnen er nog ongestoord vliegen, zacht mompelend en gakkend. De eigenaar van het kasteel heeft mij toestemming gegeven omgewaaide bomen met de motorzaag handzaam te maken, ik stook hout. Dit jaar vier ik mijn veertigjarig motorzaagjubileum, ik woon hier sinds 1971. Toen ik voor het eerst in het bos liep, niet ver van mijn huis, op een glooiend zandpad, zag ik in de bocht twee mensen in liefde tegen elkaar staan. Zij kusten elkaar op een statige wijze. Toen ze mij zagen, bleven ze dat doen, ze hielden hun monden op elkaar en keken naar mij vanuit hun ooghoeken. Ik bleef staan en bewoog me niet. Ik vond dat de schilder, de beeldhouwer, de dichter en de choreograaf, die ongetwijfeld vanuit de bosjes naar ons keken, de tijd moesten hebben om deze pas de trois in zich op te nemen. Na een minuut draaide ik me om en koos een andere weg. Dit was mijn eerste ontmoeting in en met het bos. De gebeurtenis herhaalde zich nooit, het heeft jaren geduurd voor ik eraan gewend was. Vele jaren later scharrelde ik met Jack, mijn jongste kleinzoon, in de tuin. Hij is een kleine boeddha, hij woont in de grote stad en als hij hier logeert, zit hij altijd buiten, gebogen over kleine beestjes in waterplassen of met een stokje peurend in een holletje dat hem naar het middelpunt van de aarde voert. Toen hij drie jaar was, zei hij na een filmpje over de tuin van Jan Wolkers: die man kent de dieren. Toen we in de verte het nerveuze geluid van motorzagen hoorden liepen we uit de tuin naar het bos. Het waren drie professionele zagers, die met klimhaken naar boven waren geklommen. Ze deden dat met zo’n gemak dat ik het woord klimmen graag zou verruilen voor lopen: ze waren naar boven gelopen. Toen ze klaar waren in de boomtoppen kwamen er twee naar beneden, ze deden hun helm af en maakten de klimhaken los. Ze trokken hun werkkleding uit, legden hun gereedschap achterin het busje en reden weg om in hun rijtjeshuis in Almere of Boskoop naar muziek van Steve Reich te luisteren of Schopenhauer te lezen. Wij bleven achter en begrepen niet waar de derde zager was gebleven. Jack legde zich erbij neer en boog zich als gewoonlijk naar de aarde, ik was onrustig en liep van boom naar boom en tuurde langs de stammen omhoog. Toen ik hem zag hing hij als een cocon tussen de takken, zacht wiegend in een flauwe bries. Hij ontpopte zich, ik zag dat er grote vleugels uit zijn schouders groeiden. Ik liep naar mijn kleinzoon, die naar een egel zat te kijken. Ik stootte hem aan om hem te attenderen op de geboorte van een engel, maar hij wilde niet, hij bleef naar de egel kijken, één letter verschil. Pas toen de vleugels van de zager een spanwijdte van zes meter hadden en in een langzame beweging het geluid van de branding maakten, keek hij uit zijn afgrond naar de luchtmens. De man vloog majestueus boven het bos, wij volgden hem zenuwachtig op de grond, omhoog kijkend, struikelend. Bij de bosrand zagen we hem recht omhoog vliegen, alsof hij door een tunnel ging. Jack zei dat er op die plek een gat in de lucht zat en maakte er verder geen punt van. Thuis boog hij zich weer naar de aarde om kleine diertjes te zoeken.


24

ZWARE KOST

Lezing: Paul Schnabel, opgetekend door Jan Dobbe | Beeld: Volta_ontwerpers

Weg van 2015

105 MILJOEN TON

+25% 2005

81 MILJOEN TON

Stijging Dw vleesconsumtie zal binnen zes jaar de grens van 300 miljoen ton overschrijden. In 2005 lag de consumptie van vlees nog op 260 miiljoen ton. Zo gaat de afzet van pluimveevlees tussen 2005 en 2015 met ruim 24 miljoen ton omghoog naar zo'n 105 miljoen ton. Een stijging van bijna 25 procent.


25 WEERGAVE VAN DE LEZING DIE PROF. DR. PAUL SCHNABEL, DIRECTEUR SOCIAAL EN CULTUREEL PLANBUREAU, HEEFT GEGEVEN TIJDENS HET GROENEVELD FORUM, 29 EN 30 NOVEMBER 2010.

vlees Onlangs

had ik een etentje bij vrienden, die mij een zeer vlezige maaltijd voorzetten. Serranoham vooraf, dan een gerecht met daarin overvloedig zalm en garnalen, en vervolgens een hoofdgerecht van rood vlees: ossenhaas. Biologisch en duurzaam geproduceerd hoor, en heerlijk allemaal, maar toch vroeg ik me af hoelang het nog duurt dat mensen dit bloedrode vlees nog aan hun gasten durven te serveren. Waarom ik me dat afvroeg? Omdat het hier ging om rood, bijna rauw vlees en omdat ik een duidelijke tendens waarneem dat mensen daar steeds minder mee geconfronteerd willen worden. Anders gezegd: we willen het dier dat ons vlees heeft geleverd, er niet doorheen zien. Natuurlijk is dat allemaal een kwestie van beleving, we zijn geen vegetariërs aan het worden. Maar we hebben wel een toenemende afkeer van dat al te dierlijke. U ziet, onze relatie met dieren en dierlijk voedsel zit complex in elkaar. Dierenwelzijn is een politiek item van formaat geworden. Kijk maar naar de Partij voor de Dieren. Die is met twee zetels toch heel invloedrijk. Niet voor niets zijn delen van hun

2005 104 miljoen ton

gedachtegoed al snel overgenomen door andere politieke partijen. En door toedoen van de PvdA moest de minister van Landbouw Verburg een paar extra ambtenaren inhuren om het grote aantal Kamervragen van die partij te kunnen beantwoorden. Gelijk opgaand met deze ontwikkelingen in de politiek, is er een grotere hang naar duurzaam geproduceerd dierlijk voedsel ontstaan, maar daar zit nog wel een kostenprobleem aan vast: biologisch vlees is een stuk duurder. Voor productiedieren geldt steeds meer: diervriendelijke veehouderij en duurzame productiewijzer. Voor de gezelschapsdieren leggen we weer heel andere standaarden aan. Onze liefde voor deze categorie dieren gaat heel ver. Huisdieren worden vaak zelfs gezien als lid van het gezin en als zodanig behandeld. Voor mensen die in een sociaal isolement verkeren, bijvoorbeeld, geeft de zorg voor dieren structuur aan hun leven. In deze gevallen heeft het dier zelfs de functie van vervanging voor de mens. Mensen hebben soms veel over voor hun huisdier, ook en vooral mensen die zelf van een bijstandsuitkering moeten leven. Ze wringen zich in alle mogelijke

* Jan Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Tot 2009 werkte hij bij de Nederlandse Vereniging tot bescherming van Dieren als hoofdredacteur van het blad DIER.

+20%

2015 125 miljoen ton

bochten om hun huisdier ondanks een krappe kas te kunnen onderhouden. Het verschijnsel dat mensen hun kop in het zand steken voor de minder mooie kanten van de mens-dierrelatie zie je ook in de schilderkunst. Portretten van levende dieren, vooral honden, katten en paarden, zijn zeer gewild en brengen soms tonnen op, terwijl schilderijen van dode dieren, jachtbuit en vissen, hoe schitterend geschilderd ook, voor een fractie daarvan te koop zijn. Het is zeker niet toevallig dat het portretteren van gezelschapsdieren vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw heel populair werd en de afkeer van zeventiende-eeuwse jachtbuit-, vis- en geslachte varkensvoorstellingen navenant groot. De gevoeligheid voor het ‘hard-dierlijke’ was al heel groot geworden. Ook in de wetenschap is onze kijk op en omgang met dieren aan het veranderen. Kijk je naar de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, dan zie je dat ook daar een andere houding is ontstaan ten opzichte van dieren – gezelschapsdieren zowel als


26

ZWARE KOST

+13% 2005 62 miljoen ton

productiedieren. Er worden meer vrouwen opgeleid tot dierenarts, en die hebben gemiddeld toch een andere houding ten aanzien van dieren dan mannen. De effecten daarvan zullen we meer en meer gaan merken. Belangrijke invloed hebben de biologische- en gedragswetenschappen in deze. Darwin heeft in de evolutietheorie de mens al veel dichter bij het dier gebracht, maar de gedragswetenschappen hebben laten zien dat mens en dier ook nu nog dichter bij elkaar staan dan we voorheen dachten. Dieren kennen net als wij mensen angst en agressie, maar ook genegenheid, trouw en altruïsme – eigenschappen die voorheen aan mensen leken te zijn voorbehouden. Dit te beseffen leidt tot meer respect voor dieren en andersom ook tot een hogere acceptatie van het dierlijke in de mens. Als het gaat om respect voor dieren, differentieert de mens wel: eerst komen de meest ‘mensgelijken’ zoals apen en de 'mensovertreffers' zoals tijgers, leeuwen of adelaars, van die geweldig sterke, snelle of gevaarlijke dieren waartegen we het een-op-een zouden afleggen. Door onze toenemende kennis over dieren neemt onze bewondering en fascinatie toe. Daarnaast verdwijnt ons jachtinstinct steeds meer – het was dus kennelijk ook geen instinct! – en dus neigen we ertoe dieren steeds minder te na te komen. Fotograferen ja, schieten nee.

Onze relatie met dieren zit complex in elkaar. Zo hebben we een vrij strenge categorie-indeling gemaakt voor wat de nutsdieren betreft. Bij elke categorie hoort weer een andere gedragsregel: huisdieren staan heel dichtbij ons; huisdieren van anderen staan weer iets verderaf; bedreigde dieren daar willen we wel iets voor doen; aaibare dieren zijn lief; enge, gevaarlijke dieren moeten opgesloten worden; vieze schadelijke dieren moeten worden vernietigd; leuke dieren zijn lief; prehistorische dieren zoals dino’s zijn imposant; en fantasiedieren zoals Donald Duck en Mickey Mouse zijn weer leuk. Aparte regels hebben we voor de proefdieren. Zijn de proeven voor cosmetica, dan zeggen we: ‘Nee!’. Zijn ze voor de bestrijding van levensbedreigende ziektes, dan zeggen we: ‘Ja’. Maar ook al zeggen we ja, we verbinden er wel steeds strengere gedragsregels aan, we vinden dat het gebruik zo veel mogelijk moet worden beperkt. De vraag rijst of we sowieso kunnen afzien van het gebruik van dieren? Ook hier hanteren we weer verschillende invalshoeken. Gaat het om bont, dan kunnen we wel zonder. Gaat het om leer, dan weer niet. En waar het eten van vlees ter discussie staat, geldt dat weer veel minder of niet voor de consumptie van melk en eieren. Dieren zijn dus aan het emanciperen, net als voorheen de slaven, negers, vrouwen of homo's. Net zoals deze menselijke groeperingen gelijke rechten kregen, is er nu de roep om meer rech-

2015 70 miljoen ton

ten voor dieren. De dieren vragen daar zelf niet om en in die zin zijn dierenrechten natuurlijk ‘mensenrechten’. Wij willen onze omgang met dieren reguleren op een voor ons acceptabel gedragsniveau. Pijnlijk blijft natuurlijk dat we de dieren wel blijven gebruiken op een manier die mensen elkaar niet mogen aandoen. Het doden, slachten en opeten van dieren wordt in toenemende mate als pijnlijk ervaren. Daarom drukken we deze werkelijkheid weg: we houden dieren massaal in voor het publiek ontoegankelijke stallen, we doden en slachten dieren ‘schoon’ in een witte, steriele omgeving, we serveren kipfilet in plaats van een hele en dus herkenbare kip. Ik zei het al eerder, we zijn nog geen vegetariërs. Slechts 4 procent van de Nederlanders eet helemaal geen vlees. Daar staat echter tegenover dat maar liefst 70 procent inmiddels ‘flexitariër’ is, dat wil zeggen dat deze groep zijn vleesconsumptie sterk heeft verminderd. Weg van vlees dus, vooral van vlees dat ons te veel herinnert aan het feit dat wat op ons bord ligt een voor ons gedood levend wezen was. Vooral weg van rood vlees dus en dat gaat nog sneller nu we weten dat rood vlees ook meer risico’s voor de gezondheid met zich meebrengt dan het witte vlees van vooral kip en vis. We zijn dan ook minder geïnteresseerd in de veelzijdigheid dan in de onzijdigheid van het ‘stukje vlees’ dat kip heet. ‘Kip, het meest onzijdige stukje vlees.’


[ advertorial ] Dennis bespreekt Hemmerechts’ roman Gitte

pag

pag

4 >>> | Wendy over Cook ‘n’ Roll

MICHIEL KLEIN NULENT HET KOEKOEKSEI

9 >>>

pag

pag

17 >>>

adve rte nti e

www.kewlox.nl

THEMA DEBUTEN DE LITERAIRE BELOFTEN VAN 2010 / 2011

5 >>>

%

boekenkrant voor nederland en vlaanderen t Gratis t jaargang 5 t nummer 1 t februari 2011 t www.boekenkrant.com

BESPREKING

Kasteel Groeneveld brengt landschapsliteratuur onder de aandacht. Samen met de Boekenkrant elke maand volop boekennieuws, interviews, achtergronden en heel veel leestips. Neem nu een abonnement. Ga naar www.boekenkrant.com

UITGELICHT

Wij zijn ons brein Bram Bakker studeerde geneeskunde en psychiatrie en schreef enkele geruchtmakende boeken over zijn vakgebied, zoals Te gek om los te lopen en Te zot voor woorden. Hij las en besprak Wij zijn ons brein van Dick Swaab.

‘Als je kennis over de hersenen wilt opdoen is er nauwelijks een beter boek te bedenken. Wij zijn ons brein is gemakkelijk leesbaar, de illustraties zijn een prettige en begrijpelijke aanvulling op de tekst, en Swaab herhaalt de feiten geregeld, zodat ze beter blijven hangen. Ook de opzet van het boek is prettig: in chronologische volgorde voert Swaab ons van foetus tot de dood door de hersenen, en alles wat daar gedurende het leven mee kan gebeuren. Maar naast de actuele stand van zaken in het hersenonderzoek schetst Swaab een beeld van zijn eigen carrière, inclusief de hoogte- en dieptepunten. Zo was er de destijds omstreden bevinding dat er een verschil tussen heteroseksuele en homoseksuele mannen bestaat in de grootte van een bepaald hersengebied. Voor de wetenschapper Swaab ongetwijfeld een hoogtepunt, maar gelet op de reacties vanuit de homowereld tegelijkertijd een dieptepunt.Een belangrijk pleidooi is dat er in de baarmoeder al veel mis kan gaan, en dat dit dikwijls gebeurt. Een gecompliceerde bevalling is vaak een eerste uiting van een reeds bij de foetus aanwezige afwijking, legt Swaab uit. Voor Swaab moet het prettig zijn om met pensioen te gaan op een moment dat velen zich eindelijk realiseren hoe belangrijk zijn werk is geweest. DICK SWAAB, WIJ ZIJN ONS

BREIN, UITGEVERIJ CONTACT, ISBN 978 90 254 3522 6 (â‚Ź 24,95)

STRIPWERELD

Geen enkele schrijver kan de lezer zo van regenuitzichten laten houden als Bernlef. In een interview met de Boekenkrant zei hij: ‘De natuur is altijd het beginpunt van mijn werk. Ik zie een landschap voor me, en daarin moet een verhaal spelen.’

Bernlefs beregende, koude landschappen, met uitzicht op dennenbossen en heuvels sturen zijn verhaal en zijn personages, die een soortgelijke tragiek ondergaan – zoals in De een zijn dood. Roderick Vos’ ligt een half jaar dood in zijn huis. Wim Terlinde, oud-rechercheur, zoekt naar nabestaanden. Twee vrouwen, Sofie en Francien, speelden een rol in Rodericks leven. Maar als Francien in een psychose belandt, besluiten Wim en Sofie de erfenis samen te delen. Als Sofie en Francien elkaar weer ontmoeten, blijken ze met de nasleep van eenzelfde soort gebeurtenis te worstelen: beiden zijn ze seksueel misbruikt. Na hun ontmoeting is hun leven, en het verhaal van De een zijn dood, niet meer hetzelfde. BERNLEF, DE EEN ZIJN DOOD, UITGEVERIJ QUERIDO, ISBN 978 90 214 3874 0 (₏ 22,95) (HARDCOVER), ISBN 978 90 214 3905 1 (₏ 17,95) (PAPERBACK)

Tuin

Witte bloesems als verbleekte mulatten hellen vervaarlijk over de rand van het balkon kijken ze naar binnen, ik pluk er ĂŠĂŠn, laat de rest als dode smeltende sneeuwvlokken dwarrelen ze op de grond worden ze in slow motion bruin. uit: Roel Weerheijm, Dodenboom

Er kan wel wat zout uit Er kan wel wat zout uit is een ironische blik op keukenhobbyisme van veel Nederlanders. Keukenprinsen en – prinsessen, huisvrouwen en –mannen en goedbedoelende amateurs maken er vaak een rotzooi van. Het is of Peter van Straaten met zijn mild spottende pen bij u en ik in de keuken heeft gestaan.

TESS FRANKE MASKERADE

Peter van Straaten kreeg onlangs het eredoctoraat van de psychologie van de Universiteit Leiden uitgereikt voor zijn scherpe blik op mensen en hun dagelijkse beslommeringen. Er kan wel wat zout uit is het zoveelste bewijs dat hij een van de scherpste waarnemers is onder de cartoonisten, maar ook een van de menselijkste. Hij heeft zijn onderwerp, u en

pag

8 >>>

JUDITH VISSER (E.A.) VERRASSING! pag 13 >>> Herman Koch | Foto: Mark Kohn 6 ' !* $0%. -/. 5 + (0% / ! !!-./! 4%* 1 * Zomerhuis met zwembad %! $0%. -/. %. - $(+..!- *%!/ !, ( !!* %) !( ) * %& $!!"/ !!* $!'!( * +* !- * !-! -%*'!-. -+'!-. (0%( ''!* 1%!4!-%'!* !* $3,+ $+* !-. +"/!2!( * )!*.!* %* $!/ (#!)!!* !* * 4%&* , /%7*/!* %* $!/ %&4+* !- !* 1 * !4! , /%7*/!* %. (,$ !%!- /!0- )!/ !!* !*+-) !#+ %& %. !!*

+*1!-4 %# - $! +*%./ )!/ !!* (/%& 1!-(!''!- ++# +, ! 1-+02/&!. !/ $0* */-!''!(%&'! ! $/#!*+/!. !* ,0 !- + $/!-. 1!!( - *' !* ) **!(%&'! -%"/!* !(!* - !* (,$ /%& !*. ! 1 ' */%! !!* 4+)!-$0%. )!/ 42!) * * /00-(%&' - #! !0-!* %*#!* ! 1 ' */%! ) '/ - !!* )! %. $! "+0/ !* , /%7*/ # / ++ (,$ !/ *%!/.+*/4%!* ! !!-(%&'$!%

" !

De een zijn dood

A.L. SNIJDERS VOORDEEL SCHUTTER pag 3 >>>

1!-/!(/ - $(+..!- $+! ((!. 4+ %. #!'+)!* * (!#/ !-) * + $ $!!( 2 / +* *#!* )$! !* (++/ 0%./ $!/#!!* #!2++*(%&' 4+ !. $ " 1!-. $+(!* (%&"/ '!*/ $!/ 2!( + $

HERMAN KOCH, ZOMERHUIS MET ZWEMBAD, UITGEVERIJ ANTHOS, ISBN 978 90 414 1559 2 (â‚Ź 20,95)

>>> VERDER OP PAGINA 7

ANS MARKUS DE PIJN VAN OUD

16 >>>

pag

WILLEM JARDIN

## ! Haantjes ! " !" $ ) (! $ !" " ' " % ( " $ " ! # " ! & " " " " ' " ! ' "

>>> PAG 4

Negen raven TED DEKKER

Verder in dit nummer:

>>> PAG 13

Bloedgetuige BETTINE VRIESEKOOP Duizend dagen in China JACQUES VRIENS De superdikke Meester Jaap

>>> PAG 16 >>> PAG 18 Losse delen Strip Win een boek

pagina 2 pagina 15 pagina 19

adve rte nti es

Sensuele roman over de mythe van de onschuld Gitte - Kristien Hemmerechts | Lees boekfragment op pagina 7!

1

INTERVIEW

De rustigste plek van Nederland

A.L. Snijders verwierf bekendheid met zijn Zeer Korte Verhalen en won daarmee de C. Huygensprijs. Nu verschijnt, in twee delen, Voordeel schutter: een verzameling columns/verhalen. ‘Ik ben geboren op de meest lawaaiige plek van Nederland: de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam,’ vertelt A.L. Snijders. ‘Mijn ouders hadden een buitenhuisje aan de Nieuwkoopse Plassen. Op mijn 33e ben ik daar eens een maand geweest. Ik vond het heerlijk!’ Direct wilde Snijders nog maar een ding: de natuur in. ‘Van de meest lawaaiige plek naar de rustigste plek. Zo kwamen we in de boerderij terecht waar we nu nog wonen.’ Dat is buiten Klein Dochteren, tussen de bossen en de weilanden. Inspireert de natuur zijn werk, brengt het de rust die hij bij het schrijven nodig heeft? Snijders wijst bij die vragen alleen uit het raam. ‘Kijk daar eens,’ zegt hij, wijzend op een landhuis in de verte. ‘Je kijkt hier zo de natuur, en de rust in. Die rust is overweldigend, zoals de duisternis overweldigend is. In die grootsheid ben je een nobody. Dat wilde ik ook zijn, levend in de anonimiteit.’ A.L. SNIJDERS, VOORDEEL

SCHUTTER, UITGEVERIJ THOMAS RAP, ISBN 978 90 600 5987 6 (â‚Ź 19,90)

ik, lief. Daarom bespot hij ons. Er kan wel wat zout uit is het vijfde deel in een thematische reeks cartoons van Peter van Straaten. Eerdere afleveringen uit deze reeks, Roken Neuken Drinken, Zo zijn we niet getrouwd, Hoe was je dag schat? en Weet mama hiervan?, werden al succesvol. PETER VAN STRAATEN, ER KAN WEL WAT ZOUT UIT, UITGEVERIJ DE HARMONIE, ISBN 978 90 616 9984 2 (â‚Ź 14,90)


28

WENDE

“Je hebt geen landelijke club nodig voor theekransjes”


29

Tekst: Matthijs Sienot | Beeld: Marco Bakker

Ien Vinkenburg-Bos vertelt hoe NBvP, Vrouwen van Nu zorgt voor een vitaal platteland VLAK NA DE OORLOG GROEIDEN VROUWEN ER MEE OP: DE NEDERLANDSE BOND VOOR PLATTELANDSVROUWEN. EN NOG STEEDS IS DEZE ORGANISATIE, DIE TEGENWOORDIG ‘NBVP, VROUWEN VAN NU’ HEET, DE GROOTSTE VROUWENVERENIGING VAN NEDERLAND. HOE SPEELT DE NBVP, VROUWEN VAN NU TELKENS WEER IN OP DE BEHOEFTES VAN NIEUWE GENERATIES VROUWEN? EN HOE ZET ZE ZICH IN VOOR EEN VAN HAAR BELANGRIJKSTE DOELEN: HET BEHOUD VAN EEN VITAAL PLATTELAND?

‘Genoeg vrouwen met talent, maar te weinig met zelfvertrouwen’ “De kern

van het succes van NBvP, Vrouwen van Nu ligt in de ‘macht van het getal’ en ‘succesvol mee veranderen met de wereld om je heen’, is de overtuiging van voorzitter Ien Vinkenburg-Bos. Al snel na de oprichting in 1930 werd de organisatie een begrip. ‘We schoven overal aan,’ zegt voorzitter Ien Vinkenburg. Met gepaste trots vertelt de voormalige marineofficier over de bijdrage die de NBvP, Vrouwen van Nu destijds leverde aan de spectaculaire verbetering van hygiënische en economische omstandigheden op het platteland. ‘Het is de macht van het getal, wanneer je de handen ineenslaat, kun je veel bereiken.’

Rond de eeuwwisseling liep het ledenaantal terug. Weinig jonge vrouwen woonden nog op het platteland en de organisatie sprak minder aan. ‘We hadden een oubollig imago,’ legt Ien Vinkenburg-Bos uit. ‘Vroeger ging een lidmaatschap over van moeder op dochter. Nu dachten jonge vrouwen: Mijn moeder is daar lid, je denkt toch niet dat ik dat ook word? Een nieuwe naam, NBvP, Vrouwen van Nu, en een andere koers moesten zorgen voor een moderner imago dat ook vrouwen uit de stad aansprak. ‘De focus verschoof van ‘samen de maatschappij veranderen’ naar ‘samen leuke dingen doen’. Dat paste ook helemaal in de tijdgeest.’

Ien Vinkenburg-Bos verschuift op haar stoel: ‘Maar je hebt geen landelijke club nodig voor theekransjes,

Matthijs Sienot is publicist en uitgever van hetkanWel, de website over groener, eerlijker en leuker leven.

wel als je maatschappelijk mee wilt doen. We zien nu dat vrouwen weer samen hun omgeving willen veranderen. Op het platteland zijn bijvoorbeeld steeds minder winkels, verenigingen en tradities, terwijl die zaken juist zorgen voor leefbaarheid. We gaan daarom terug naar onze roots: een vitaal platteland. Met 48 duizend vrijwilligers moeten we heel wat kunnen bereiken op dit gebied. Als organisatie bieden wij daarvoor kennis en zelfvertrouwen. Vooral dat laatste is nodig, want er zijn genoeg vrouwen met talent, maar zelfvertrouwen ontbreekt vaak.’

Hoe vrouwen hun leefomgeving kunnen verbeteren, verschilt per provincie. De NBvP, Vrouwen van Nu heeft daarom de afgelopen twee jaar samen met haar leden geïnventariseerd wat vrouwen in hun buurt zouden willen veranderen. Mooi voorbeeld is de Groningse plaats Oldambt waar vrouwen hun achterop geraakte gebied nieuw leven hebben ingeblazen door ondernemingen te starten. Ze begonnen bijvoorbeeld een bed & breakfast met atelier voor workshops beeldende kunst, maar ook een kledingmakerij en een hotel-restaurant dat tevens dient als dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten en autisten. Ien Vinkenburg-Bos: ‘Maar ook allochtone en jonge vrouwen in de stad willen hun omgeving verbeteren. Daarom denken we ook na over hoe we ze kunnen bereiken. Maar het komend jaar is al geslaagd als we er voor zorgen dat de geïnventariseerde plannen voor een vitaal platteland worden gerealiseerd. Geen gezeur, gewoon doen. Gezelligheid komt daarna wel weer.’


30

ANDER BEELD

Tekst: Brigitte van Mechelen

JUTKA RONA

‘Op reportage in Wenen voor het blad Reizen ging ik natuurlijk naar het Freud Museum. Ineens viel dit hondje me op, het keek niet daar waarnaar iedereen keek, de vitrines in dit geval, maar naar mij. Nog net niet met een blik van ‘kom maar op met je neuroses’, maar wel nieuwsgierig. Ik vond hem eigenlijk wel op Freud lijken. Je hebt gelijk, Freud zou zich in zijn graf omdraaien bij het idee dat hij met een schoothondje vergeleken zou worden. Maar het hondje zit er in elk geval niet dom uit… Ik hou van foto’s waarop een figuur zich onttrekt aan de centrale handeling, of zich anderszins buiten het centrum plaatst. Dit zorgt voor een extra laag, waardoor je langer blijft kijken. De tentoonstelling die ik komende nazomer in Galerie Weesperzijde krijg, gaat hier ook over, over wat ik ‘de onverwachte blik’ noem. Die blik kan van een mens zijn maar dus ook van een dier. Eigenlijk fotografeer ik ‘de mens in het dier’. Je bent immers geneigd om dieren menselijk gevoelens toe te dichten. Zo van, hij vindt het een beetje eng hier, of hij vindt mij wel oké. Onzin waarschijnlijk, maar toch. Hoe dan ook, wanneer ik dieren fotografeer is dat het liefst kijkend, met die intense, raadselachtige blik.’

Jutka Rona is in 1936 geboren in Budapest en groeide op in Amsterdam. Naast haar werk als film- en theaterfotografe portretteerde ze schrijvers, acteurs, artiesten en politici. Als fotojournaliste maakte ze reportages in binnen- en buitenland.


31

In 1975 verscheen haar eerste fotoboek Wolvenstraat 1974. Na enkele reisgidsen en twee boeken over kloosters in Nederland en Vlaanderen, maakte zij in 1999 het fotoboek Op je tenen lopen, leven met de ziekte van Duchenne. In 2000 gevolgd door Een denkbeeldig leven, Hongaars fotoalbum, als antwoord op de vraag hoe haar leven geweest zou zijn als zij in Hongarije was gebleven.

In 2009 kwam BINNEN|BUITEN Een jaar in foto’s uit, waarin Rona illustreert hoe het dagelijks leven zich afspeelt tegen de achtergrond van een harde, dreigende wereld. Afgelopen najaar verscheen Hongaarse zigeuners. Verhalen van overlevers met foto’s van Hongaarse Roma, overlevenden van de nazi-terreur.


32

K AF EN KO R E N

VERSLAGEN, SAMENVATTINGEN, REFLECTIES, STANDPUNTEN EN INZICHTEN POLITIEKE STANDPUNTEN

M A AT R E G E L E N VO O R V E R K E E R ÉN MILIEU Eind september presenteerde het kabinet Rutte-Verhagen zijn regeerakkoord: in de laatste GRNVLD stond een kleine inventarisatie van aangekondigde maatregelen op het terrein van natuur- en milieubeheer, waarvan sommigen het ergste vreesden. ‘Milieu in tijden van cholera’, noemde milieugoeroe Wouter van Dieren de situatie tijdens een duurzaamheidsfestival op Terschelling. In deze rubriek gaan we wanneer bepaalde maatregelen uit het regeerakkoord hun beslag krijgen, en met welke gevolgen: het regeerakkoord in de praktijk. Eén van de meest omstreden maatregelen die het kabinet aankondigde – verguisd als ‘rechtse hobby’ maar door anderen bejubeld – is de verhoging van de maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen naar 130 kilometer per uur. Die zou volgens het kabinet het milieu ten goede komen: de verbeterde doorstroming zou niet alleen goed zijn voor de economie, maar ook voor de luchtkwaliteit: minder files betekent minder vervuiling. Zowel de ANWB als het verkeersadviesbureau Goudappel Coffeng wezen op de risico’s: volgens het bureau zou de maatregel voor meer verkeersdoden en -gewonden zorgen en zoveel extra luchtvervuiling opleveren dat het resultaat van alle fiscale stimuleringsmaatregelen voor schonere auto’s in één keer teniet zou zijn gedaan. VVD Tweede Kamerlid en woordvoerder verkeer Charlie Aptroot veegde deze bezwaren als nonsens van tafel. Zo pakte

“We leggen niet meer zomaar een plak asfalt neer” volgens hem de snelheidsverhoging in Denemarken juist heel gunstig uit wat betreft het aantal ongevallen en ook de luchtkwaliteit zou als gevolg van een goede doorstroming juist verbeteren. Aanvankelijk was de snelheidsverhoging al voor december voorzien, tot minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen (VVD) aankondigde eerst de gevolgen

beter te willen onderzoeken. Begin december klonk weer een andere boodschap: ze zou in maart al met de snelheidsverhoging willen beginnen. En zo geschiedde. Vanaf 1 maart mag op de Afsluitdijk (A7) tussen Zurich en Wognum dag en nacht 130 km per uur worden gereden. Nog zeven andere trajecten zijn inmiddels voor vergelijkbare experimenten aangewezen. Vanaf 1 mei zijn ondermeer de A2 tussen Everdingen en Deil, en de A16 tussen Moerdijk en Breda aan de beurt, maar alleen buiten de spits mag daar de snelheid omhoog. En op de A6 tussen Almere en Joure mag ’s avonds en ’s nachts 130 worden gereden. De plannen van de minister gaan veel verder dan aanvankelijk werd gedacht. Liefst wil ze nog deze kabinetsperiode op een derde van de Nederlandse snelwegen de 130 kilometerlimiet invoeren. ‘Ik wil het meeste halen uit elke meter asfalt die we hebben aangelegd. Ook moeten snelheden beter aansluiten bij de belevenis van de weggebruiker, Als het rustig is, is een snelheid van 80 kilometer per uur niet te begrijpen’, zei Schultz van Haegen half februari tegen persbureau Novum. Daarom wil ze ook op de 80 kilometer zone bij Rotterdam experimenteren met het flexibel aanpassen van de maximumsnelheid. Uit proeven hiermee bij Den Haag zou blijken dat de verhoging vrijwel geen effect heeft op de luchtkwaliteit. Organisaties als Milieudefensie denken hier uiteraard anders over: hogere snelheden gaan gepaard met hoger brandstofgebruik, hogere uitstoot van Co2 en No2 en geluidsoverlast. De tijdwinst verwaarloosbaar. Maar volgens woordvoerder Willem Bonekamp van het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn dit juist de maatregelen die passen bij tijden van schaarste, bij een kabinet dat voorrang geeft aan de economie. Voor nieuwe wegen zijn nauwelijks middelen beschikbaar. Bonekamp: ‘We proberen de investeringen voor grote, meerjarige projecten op peil te houden, maar we kijken ook wat we kunnen met wegen die er al liggen, daar komen de ideeën voor zo’n snelheidsverhoging of het permanent gebruiken van spitsstroken vandaan. Uiteraard zijn we gebonden aan wettelijke normen voor luchtkwaliteit en hebben we rekening te houden met bijvoorbeeld Natura 2000 gebieden waar sommige wegen aan liggen.’ Het nieuw gevormde ministerie heet niet voor niets Infrastructuur én Milieu, zegt Bonekamp. ‘Het is niet meer het één of het ander: infrastructuur en milieu gaan samen. Bij veel projecten

gaat de leefomgeving er op vooruit. We leggen niet meer zomaar ergens een plak asfalt neer. Er is geen project meer waarbij niet wordt gedacht aan natuur en leefomgeving, aan tunneltjes voor dieren, of aan andere manieren om de snelweg te verlichten zoals bij de A44: daar is led-verlichting die minder ruis veroorzaakt en ook minder energie verbruikt.’ Tekst: Andrea Bosman (journalist en redacteur bij dagblad Trouw)

INNOVATIENETWERK

BOEREN ZO N D E R A N T I B I OT I C A 24 veehouders hebben besloten zich concreet in te zetten voor het uitbannen van het gebruik van antibiotica. De groep heeft zich in 2010 aangesloten bij het Innovatieprogramma Antibioticavrije Ketens, dat is ontwikkeld door InnovatieNetwerk. De deelname van de boeren is een belangrijke stap om te komen tot een wijze van varkens en vleeskuikens produceren waarbij geen antibiotica nodig zijn om de dieren gezond te houden. De tien varkenshouders en veertien pluimveehouders proberen om wat betreft antibioticagebruik in 2011 op nul, of daar dichtbij, uit te komen. Voormalig LNV-minister Gerda Verburg wees er bij de start van dit Innovatieprogramma op 30 maart 2010 op dat uiteraard ook wordt gelet op het welzijn van de dieren, de economische positie van de sectoren en de maatschappelijke acceptatie. Belangrijke partners in het programma zijn pluimveeketen GPS/Lagerwey en varkensketen De Hoeve. De 24 deelnemende veehouders en ketenpartners krijgen hulp van een team van experts en een coach. Deze experts ondersteunen de boeren bij het in kaart brengen van knelpunten op hun bedrijf. Op basis van de analyses maakt elk bedrijf een plan voor het uitbannen van antibioticagebruik. Niet alleen de boeren, maar ook de ketens waarin ze opereren worden bij het verwezenlijken van het concept betrokken. Antibioticavrij produceren kan immers alleen als de hele keten, waarin de boer een schakel is, meewerkt. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van


33 de ambities ligt bij de boer, die samen met de dierenarts en voervoorlichter als managementteam van het bedrijf het plan gaat uitvoeren. Met goede advisering door de dierenarts kan een boer bijvoorbeeld besluiten dat antibiotica bij een bepaalde aandoening niet nodig is, maar een pijnstiller voldoet. Duidelijk is dat het uitbannen van het gebruik van antibiotica alleen gaat lukken als er meer aandacht is voor gezondheid en het voorkomen van ziekte. Alle partijen moeten werken aan het verbeteren van de randvoorwaarden voor gezondheid zoals goede hygiëne, goed voer, en een goede kwaliteit van drinkwater en klimaat. Een klankbordgroep gaat de uitvoering van het Innovatieprogramma Antibioticavrije Ketens begeleiden. Viermaal per jaar komt de klankgroep bijeen voor het bespreken van de inhoudelijke begeleiding, advisering van het ministerie, het oplossen van knelpunten, organiseren van het maatschappelijk debat en verspreiden van kennis. Het programma van InnovatieNetwerk is gericht op het breken met de huidige trend, waarbij het gebruik van antibiotica in de veehouderij juist verder toeneemt. Antibiotica kunnen gevaarlijk zijn omdat ze bij kwistig gebruik bijdragen aan het ontstaan van bacteriën die resistent voor

“Antibioticavrij produceren kan alleen als de hele keten meewerkt” deze middelen zijn (zoals is gebeurd met de ziekenhuisbacterie MRSA). Deze resistente bacteriën die niet meer met antibiotica te bestrijden zijn, vormen een bedreiging voor mensen met een verminderde weerstand, zoals zieken, ouderen en baby’s. Het concept sluit geheel aan bij het overheidsprogramma CLEAR (Co-innovatieprogramma Landbouwhuisdieren en Antibiotica Reductie).

InnovatieNetwerk ontwikkelt grensverleggende vernieuwingen in landbouw, agribusiness, voeding en groene ruimte en zorgt dat die door belanghebbenden in de praktijk worden gebracht.

FILM

DE OPMERKEL I J K E E E N VO U D VA N D E F I L M D RO O M K I N D Het recht om verwonderd te genieten Waar vind je nog echte, pure stilte? Wie luistert nog naar het ruisen van bladeren, klimt in bomen en kan wegdromen hoog in een boom? In de film Droomkind (2010) van Erik de Goederen zijn al deze, bijna existentiële ervaringen van een indringende schoonheid. En een bedrieglijke eenvoud, want Droomkind is een film met meer lagen. Droomkind stond de derde dag van het filmfestival Nieuwe Oogst, tussen kerst en oud en nieuw, op het programma in Kasteel Groeneveld. Altijd al dagen van rust en bezinning. En dus ook, met Droomkind als katalysator, een mooi moment om stil te staan bij spelen, kinderen en het beleven van natuur. En vooral bij de noodzaak van dat laatste. Want bosjes, ruige grond en nutteloze terreinen, je vindt ze bijna nergens meer dichtbij huis. Vandaar dat mensenrechtenjuriste Annelies Henstra aanschoof in Groeneveld. Zij probeert vanuit de Nederlandse afdeling van IUCN (International Union for the Conservation of Nature) voor elkaar te krijgen dat de Verenigde Naties in hun Verdrag voor de Rechten van het Kind opnemen, dat ieder kind recht heeft op natuur in zijn buurt. Onze jeugd groeit namelijk steeds meer op, zonder dat ze er vlakbij huis lekker op uit kan. Computers als Playstation, televisie en games lijken favoriete tijdsbesteding. Op zich niets mis mee, maar waar blijft de verbeelding? Wie herinnert zich niet dat hij als kind nog helemaal kon opgaan in een eigen wereld, vol vervoering en verwondering? Staren uit het zolderraam, struinen door de polder, en spelen in de bosjes. Dagdromen, avonturen beleven, alleen met jezelf. Precies zoals de negenjarig jongen (gespeeld door Pepijn Borst) in Droomkind ervaart, in een haast magisch universum, dichtbij huis in zijn eigen grote tuin. Is daar tegenwoordig nog ruimte voor?

In de Verenigde Staten is het boek Het Laatste Kind in het Bos (in ons land uitgegeven in 2007) van Richard Louv in sommige kringen in korte tijd een klassieker geworden. Louv constateert een ernstige kloof tussen kinderen en de natuur, omschreven als een natuurtekortstoornis. Met symptomen als ADHD, depressies en overgewicht. Minister Gerda Verburg deelde het in het Nederlands vertaalde boek in 2007 zelfs uit aan alle kabinetsleden. Want ook zij erkende dat het, ook in ons land, hoog tijd wordt dat we kinderen weer in contact brengen met de natuur om ons heen. Het overgeorganiseerde hedendaagse kinderleven heeft immers een grote schaduwkant. Niet alleen vanwege de al genoemde symptomen. Maar ook omdat er grote kans is dat kinderen, als ze niet lekker kunnen scharrelen, amper meer een band hebben met de natuur. En dus ook lang niet zo betrokken meer zijn met deze mooie wereld om hen heen. Ook komen zintuigen en creativiteit nauwelijks aan bod, als je vooral televisie kijkt en computerspelletjes speelt. Het zijn juist die zintuigen die in de film van De Goederen alle ruimte krijgen, merkte één van de aanwezigen op tijdens het nagesprek van de goed bezochte voorstelling. De zintuigen als sleutel tot bewustzijn, met grote werelden die schuil gaan achter kleine, intieme gebeurtenissen. Vandaar ook dat De Goederen zijn film, geïnspireerd door – zoals hij het zelf omschrijft – ‘een existentiële ervaring’, omschrijft als een diepgaande visie op het leven. Voor iedereen die ergens vanbinnen nog een kind in zich heeft. Bevlogen juriste Annelies Henstra probeert daarbij de meer praktische kant gestalte te geven. Zij vertelde over de noodzaak van wetten en regels die het kind ruimte geven. In elk geval letterlijk, in de vorm van – in onze ogen vaak nutteloos – groen in de buurt. Al is de figuurlijke ruimte misschien wel minstens zo belangrijk. Ruimte voor het kind dat in ieder van ons volwassenen nog schuilt. Ruimte dus voor rust en stilte, en aandacht voor het kleine en schijnbaar onbeduidende. We zullen immers zelf het voorbeeld moeten geven. En de jeugd inspireren. Heel wat anders dan achter de pc zitten en tv-kijken. Lastig hè! Tekst: Hans van Keken (journalist en verslaggever bij de Gooi en Eemlander) 1 www.droomkind.com 1 www.iederkindheeftrechtopnatuur.nl


34

K AF EN KO R E N

Tekst: Rob Hoekstra* | Beeld: Jos Collignon**

INTERVIEW MET JAN JAAP DE GRAEFF, DIRECTEUR NATUURMONUMENTEN

Natuurbeleid kind van de rekening

Naar een nieuw natuurbeleid ‘Terug naar de eenvoud,’ Jan Jaap de Graeff, directeur van Natuurmonumenten, is heel stellig over de vraag hoe het natuurbeleid weer de noodzakelijke politieke urgentie kan krijgen. ‘We hebben het natuurbeleid nodeloos ingewikkeld gemaakt en dichtgegoten met allerlei regels. Daar zijn we als Nederlanders goed in. Maar het brede publiek begrijpt het niet meer en dat breekt ons nu op. We moeten het verhaal over het belang van de natuur beter onder woorden brengen. Zoals Jac. P. Thijsse dat in het begin van de vorige eeuw ook zo goed deed. En we moeten stoppen met dingen te doen die mensen niet meer snappen. Er is zeker draagvlak voor natuur en landschap onder de mensen. Maar we moeten dat draagvlak activeren en daarna ook politieke betekenis geven!’

rampenplan Het natuurbeleid zoals dat in de plannen van het kabinet Rutte staat, noemt hij ‘een rampenplan’. Dat er in deze tijd ook op natuur moet worden bezuinigd begrijpt hij. Maar veel erger is dat het maatschappelijk draagvlak voor het natuurbeleid verdwenen lijkt en daarmee ook het politiek belang. Iets over de oorzaken: ‘Er spelen meerdere dingen. Lange tijd spoorde het natuurbeleid met de aanleg van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en het landbouwbeleid met elkaar. Het betrof vooral omzetting van de arme gronden in nieuwe natuur. Maar inmiddels strekt de EHS zich ook uit over de rijkere landbouwgronden. Voeg daarbij dat het aanzien van de landbouw als economische en sociaalculturele factor is toegenomen. Dan zie je waar de weerstand vandaan komt.’

van levensbelang ‘Ook is het natuurbeleid er niet eenvoudiger op geworden. Eerst de aanleg van de EHS, waar later de robuuste verbindingen zijn bijgekomen. Daaroverheen zijn vanuit Europa nog eens de habitat richtlijnen en Natura 2000 gekomen. Het beleid is door de opeenstapeling van vele regels en wetten ondoorgrondelijk geworden. Nederland is dichtgeregeld. De boeren menen dat het land voor hen op slot gaat.’ ‘Maar het zijn niet alleen de boeren die zich tegen het complexe natuurbeleid keren, ook anderen doen dat. Er zijn de laatste tijd nogal wat incidenten geweest die tot onbegrip over het natuurbeleid hebben geleid. Denk aan het politieke spel rond de Hedwigepolder in ZeeuwsVlaanderen en aan de discussie over de Oostvaardersplassen met het al dan niet bijvoederen van de heckrunderen. Zo is er een situatie ontstaan van tegenwind en onbegrip. Ten slotte moet je bedenken dat we met de EHS in de eindfase waren beland. En, zoals bekend, de laatste loodjes wegen het zwaarst. Als er dan een zware economische crisis overheen komt en er een regering van VVD en CDA met PVV gedoogsteun aan de macht is, zie je waarom het natuurbeleid kind van de rekening dreigt te worden. Waarbij het voor het CDA van levensbelang is de boeren, van oudsher CDA-stemmers maar die bij de laatste verkiezingen deze partij de rug hebben toegekeerd, terug te winnen.’ zien aankomen ‘Als ik nu staatssecretaris voor landbouw en natuur zou zijn geweest, had ik het anders gedaan. Ik zou hebben gezegd dat niet alles

**Rob Hoekstra is adviseur water and nature management bij Gyrinus advies. ** Jos Collignon is tekenaar en cartoonist en maakt sinds 1992 politieke prenten voor de Volkskrant. In januari 2010 won hij de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening.

tegelijk kan en voorts zou ik de belanghebbenden, boeren- én natuurbeschermingsorganisaties samen uitgenodigd hebben om te kijken wat echt nodig is, wat prioriteit heeft. Want je hebt ze absoluut allebei nodig om het beleid voor de natuur, maar ook voor de landbouw optimaal uit te kunnen voeren.’ Op de vraag of hij dit twee jaar geleden ook gezegd zou hebben, aarzelt hij. ‘Toch heb ik deze terugslag wel een beetje zien aankomen. Het ledental van de natuurbeschermingsorganisaties loopt al enige tijd geleidelijk terug. Maar ik had deze beleidsomslag niet in deze heftigheid verwacht en niet in deze rancuneuze sfeer.’

om de tafel ‘We gaan met de andere terreinbeherende en bij natuurbeleid betrokken organisaties als de provinciale landschapsorganisaties, Staatsbosbeheer en ANWB om de tafel zitten om ons te bezinnen op de situatie. We moeten samen een antwoord geven op het veranderde beleid. Wij zullen als beheerders van natuurterreinen en beschermers van de natuur in Nederland ook moeten laten zien dat we de veranderde tijdgeest begrijpen. We zullen moeten laten zien dat natuurbeheer ook op een andere, een innovatieve manier kan. Hoe, daar denken we nu over na.’ drs. Jan Groeneveld was van juni 2004 tot eind 2010 communicatieadviseur bij de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid. Daarvoor werkte hij in de journalistiek en in diverse functies op het gebied van overheidscommunicatie en voorlichting. Op dit moment verzorgt hij in opdracht van Kasteel Groeneveld een serie debatten over Nieuw Groen.


35 DOCUMENTAIRE

QUEEN OF THE SUN What are the bees telling us?

Over de hele wereld gaan bijen dood. Niet af en toe eentje of een handjevol, nee, hele bijenvolkeren leggen in één klap het loodje, soms wel met tientallen, honderden, duizenden volkeren in een land of gebied tegelijk. Bij gebrek aan een betere benaming wordt dit fenomeen ‘Colony Collapse Disorder’ genoemd. Niemand weet namelijk wat nu eigenlijk de oorzaak van deze massale bijensterfte is. Maar misschien vindt u bijen helemaal niet interessant en houdt u al helemaal niet van honing, dus waarom zou u zich hier druk over maken? Dat legt de documentaire Queen of the sun: what are the bees telling us? niet alleen haarfijn uit, je blijft ook alle 82 minuten lang geboeid kijken. De scènes zijn adembenemend mooi en direct gefilmd, maar het zijn vooral de mensen die aan het woord komen, die je hart raken: internationaal befaamde wetenschappers, zoals de Indiase

“Laat de bij en de mijt het zelf uitvechten” Vandana Shiva, voedingsdeskundige Michael Pollan of ‘bijenprofessor’ Gunther Hauk. Maar ook – en misschien vooral – de gepassioneerde biologische bijenhouders, mannen, vrouwen en jongeren, die heel persoonlijk vertellen over hun liefde voor bijen en hun bezorgdheid over wat er

Queen of the sun: what are the bees telling us? is een documentaire van Taggart Siegel, de regisseur van het veelbekroonde The Real Dirt on Farmer John.

nu gebeurt. Want zonder bijen ziet de toekomst voor ons mensen er maar somber uit. Geen bijen – en dat gaat ook op voor hun neven de hommels, wespen en andere nectarspeurders – betekent geen bestuiving, zonder bestuiving geen bevruchting, en zonder bevruchting geen fruit, groenten, noten, peulvruchten of aardappels. Weten de imkers in de film waarom de bijen sterven? Er komen verschillende mogelijke oorzaken aan de orde en het lijkt waarschijnlijk dat een combinatie van al deze factoren de ‘Colony Collapse’ veroorzaakt. Uitgestrekte monoculturen zijn als woestijn voor dieren als vogels en insecten. Op de amandelplantages in Californië bijvoorbeeld worden voor de bestuiving bijen geïmporteerd, die vervolgens door voedselgebrek, zodra de bomen zijn uitgebloeid, allemaal doodgaan. Giftige landbouwpesticiden en antibiotica komen via de nectar in de bijen en de honing terecht (en in ons, als we de honing eten), waardoor onder andere de weerstand van de bijen vermindert. Dat maakt ze ook weer gevoeliger voor de varoa-mijt, een klein, rood parasietje dat van bijenbloed leeft en bovendien bliksemsnel resistent wordt tegen de chemicaliën waarmee de imker de bijen wil beschermen. Laat de bij en de mijt het liever zelf uitvechten,

is daarom het advies van sommige biologische imkers in de documentaire. Ten slotte laat de film zien dat de imkers zelf ook schuld hebben. Bijenteelt is verworden tot bijenindustrie, waarin voortdurend met bijen wordt gesleept (wat voor stress zorgt) en waarvoor koninginnen worden gekweekt en geïnsemineerd met het pipet van de wetenschapper, in plaats van zich te laten bevruchten door het sperma van de sterkste darren, zoals gebeurt tijdens een

“Bruidsvlucht” natuurlijke ‘bruidsvlucht’. Daarmee komen we eigenlijk bij de kern van de documentaire: hoe lang kunnen we nog doorgaan met het veronachtzamen van de natuur? Eén ding is jammer. Want net als je je gaat af vragen – ja, ook de honinghaters onder ons – wat je nou zélf kunt doen, stopt de film en komen er alleen wat tekstsuggesties langs scrollen, zoals bijenplanten in je tuin zetten en (biologische) honing bij de imker kopen. Daar had filmmaker Taggart Siegel nou best wat meer plaats voor mogen inruimen. Tekst: Loethe Olthuis (journalist en publiceert over duurzaamheid, milieu en dieren)


36

OOGST

Tekst: Pauline Terreehorst*

Pauline Terreehorst, journalist met een cv dat loopt van museumdirecteur tot trendwatcher, over dieren in de kunst.

Nature Morte Waar in het verleden dieren in de kunst een grote symbolische waarde hadden, zoals in de schilderkunst van de Gouden Eeuw, waar ze ofwel menselijke eigenschappen verbeeldden, dan wel rijkdom of verval symboliseerden, sticht het dier in de hedendaagse kunsten vooral verwarring.

Als je er op gaat letten,

blijken dieren belangrijk nieuws. Elke dag staan er op de voorpagina van kranten wel berichten over dieren: dieren in nood, dieren die iets bijzonders hebben gedaan of dieren die een mooi plaatje opleveren in wisselende weersomstandigheden. Dieren appelleren aan diepe emoties, die te maken hebben met veiligheid, huiselijkheid, en een zorgeloos bestaan. Het is zo langzamerhand een van de weinige functies die dieren nog hebben in ons bestaan, naast die van voedsel. De diepere betekenis van dieren wordt vrijwel geheel overgelaten aan het domein van de beeldende kunsten.

personage Onze tegenstrijdige verhouding tot dieren, bio-industrie aan de ene kant, schoothondjes aan de andere kant, ontstond in de negentiende eeuw. Tot die tijd hadden we ze nodig voor voedsel, zwaar werk, transport en voor beschermende kleding. Dieren vertegenwoordigden nog meer: ze waren boodschappers en voorboden van veranderingen, ze hadden een magische functie. De mens had het dier nodig. Niet alleen vanwege nuttige zaken, maar ook om hem te verlossen uit zijn eenzaamheid. De jager met zijn paard en zijn hond, de boer en zijn koe: ze keken naar hun dieren om te begrijpen wat ze wilden vertellen. Door de blik die

1

2

beantwoord werd, werd de mens zich bewust van zichzelf, een personage – zoals een kind zich bewust wordt van zichzelf door in de spiegel te kijken en van zijn ouders te horen: dat ben jij. macht In de moderne tijd heeft het dier geen essentiele functie meer, omdat vrijwel alles wat een dier kan is overgenomen door machines. De dieren worden gemarginaliseerd, ze worden gereduceerd tot vermaak in dierentuinen. Als ze al een rol blijven spelen in het leven van de moderne mens, dan doen ze dat als huisdier. Het heeft geen betekenis meer dat zij ons kunnen observeren en dat wij daardoor uit onze eenzaamheid worden verlost. Daardoor hebben we televisies. De blik is eenzijdig geworden: wij observeren alleen hen nog maar. En alleen al daardoor oefenen we macht over ze uit. De meest intieme gedragingen van de dieren, in al hun details uitvergroot, zijn tegenwoordig onderwerp van fotoseries en documentaires. Het beste wat de mens voor ze kan doen, is ze verder maar met rust te laten, en zich concentreren op de eigen dierlijke kanten

* Pauline Terreehorst (1952) is publicist en journalist. Terreehorst studeerde kunstgeschiedenis, Neerlandistiek en filosofie, is filmkenner, schreef over fotografie en lifestyle, architectuur en video. Naast haar bijdragen als journalist-columnist aan de Volkskrant en Vrij Nederland heeft ze diverse boeken gepubliceerd. Van 2005 tot 2008 was ze directeur van het Centraal Museum in Utrecht.


37

4

3

5

van het geconstrueerde bestaan, de zowel menselijke als dierlijke verhouding tot elkaar en tot de dieren om ons heen. Daarvoor is het nodig om de fantasie te gebruiken en een positie op te zoeken waarin het mogelijk is om een gebied te verkennen tussen het menselijke en dierlijke in. Juist daar komt in de hedendaagse beeldende kunst steeds meer aandacht voor. Het onderzoek van kunstenaars, biologen en filosofen richt zich daarbij in het bijzonder op het vraagstuk van de identiteit.

“Mijn naam is Haas” Vanaf de jaren zestig zien we hoe het dier gebruikt wordt om de kunsten te vernieuwen, waarbij veel kunstenaars ermee worstelen dat het dier ‘te veel betekent’. In 1965 voert Joseph Beuys een performance uit met een dode haas: ‘Wie man dem toten Hasen die Kunst erklärt.’ Het ging Beuys erom ‘de innerlijke en spirituele energie van de dieren uit te drukken en zo een analogie met het creatieve bestaan in het

algemeen, als ook met het menselijke bestaan, te realiseren.’ Hij merkt op ‘Ik ben geen Mens, ik ben een Haas’. In 1966 richt hij een Politieke Partij van de dieren op. De acties van Beuys zijn als een cesuur op te vatten. Niet dat hij de enige was, maar hij radicaliseerde de positie van de kunstenaar met betrekking tot de dieren. In de eerste plaats vroeg hij aandacht voor het proces dat in deze verhouding van belang is – en dus voor de tijd. Een afbeelding volstaat niet, er moet een betrokkenheid worden gecreëerd, en dat kan alleen in een afgesloten ruimte binnen een beperkte tijd, met live aanwezigheid. En hij introduceert het dier zelf, het dode dier, in de arena van de kunsten. Hij houdt het in zijn armen, en roept daarmee heftige, affectieve reacties op. Vanaf dat moment zien we dat op meerdere momenten en door meerdere kunstenaars gebeuren. De actie, de performance en daarna de registratie daarvan in de fotografie en de eerste videokunst, is dan de belangrijkste vorm. fascinatie Afstamming, evolutie, wordt in de decennia daarna een tweede belangrijk thema, gevoed door de ontdekking en de successen van het

Het Historisch Museum Arnhem presenteerde begin dit jaar ‘ZOO OP ZOLDER – dieren in de kunst’. De tentoonstelling is een selectie uit de collecties van het Historisch Museum Arnhem en het Museum voor Moderne Kunst. De bij dit artikel geplaatste beelden – met uitzondering van het werk van Charlotte Dumas – zijn afkomstig van deze tentoonstelling waarin een mix van ‘oud’ en ‘nieuw’ laat zien hoe kunstenaars in de loop der tijd steeds op andere wijze het dier hebben weergegeven.

6

1 Jan Mankes, egel, 1916 2 Sylvie Zijlmans, framed by the mob, 1994 3 Sylvie Zijlmans, De Oplichter, 1997 4 Anne Semler, zonder titel, 1996 5 Charlotte Mutsaers, la belle et la bête, 1983 6 Charlotte Dumas, Heart Shaped Hole, 2008

DNA-onderzoek. Ook dit thema vraagt aandacht voor het proces, voor een verhouding die zich afspeelt in de tijd – en dus voor vormen van kunst die tijd als belangrijk element hebben, zoals performances, installaties en films. Er is steeds meer nadruk op reeksen en structuren. En er is een blijvende fascinatie voor het dier als huisdier, als ‘pet’. nabijheid Het belangrijkste waar al deze kunstenaars aandacht voor vragen is een overgang, een nabijheid tussen mens en dier, die al eerder in de schilderkunst was onderzocht door Francis Bacon, tien jaar voordat Beuys de kunst aan de dode haas verklaarde. Anderen volgen in dit spoor, uiteenlopend, van Mark Dion en Damien Hirst tot Steve McQueen. Hun denken loopt parallel met dat van de invloedrijke Franse filosofen Deleuze en Guattari, die – onder andere naar aanleiding van een tekst van Kafka, Metamorfose, over een mens die in een insect verandert, opmerken: ‘Het zelf is alleen een drempel, een deur, een wording tussen twee veelvouden, waardoor steeds nieuwe assemblages ontstaan.’ De kern hiervan is het kijken naar het ‘ding’ dier, het ‘spiegelen’ aan het dier, waar we inmiddels zoveel technieken voor hebben. Het dier verzet zich tegen interpretatie. Het is er gewoon, als feit.


38

OORSPRONG

Tekst: Andrea Bosman* | Beeld: Marc Baars, Petra Moes en Renske Moes

VREDE VAN Omarming van natuur en cultuur

*Andrea Bosman is journalist en eind redacteur bij het dagblad Trouw.


39

2 Schapen tijdens Week van het Landschap op Vliegbasis Soesterberg

Wie in Utrecht woont of de stad of regio regelmatig bezoekt heeft het logo vast wel eens op een poster bij een voorstelling of manifestatie zien staan: Vrede van Utrecht 2013. Maar waar staat ‘Vrede van Utrecht’ precies voor?

UTRECHT In 2013 is het driehonderd jaar geleden dat in

Utrecht de Vrede van Utrecht werd getekend. De Stichting Vrede van Utrecht is door stad en provincie Utrecht in het leven geroepen om de viering van deze gebeurtenis voor te bereiden en dit zo te organiseren dat het kunst- en cultuurleven in stad en regio een flinke impuls krijgt. Het verhaal van 2013, verleden en heden, is ietwat ingewikkeld en gaat zo: Op 11 april 1713 werd aan een onderhandelingstafel in de Domstad een einde gemaakt aan een lange periode van oorlogen en conflicten in Europa en daarbuiten, waaronder de Spaanse successieoorlog en de oorlog tussen Frankrijk en Engeland om de heerschappij op het NoordAmerikaanse continent. Dat diplomatieke proces was bijzonder, omdat vrede tot die tijd hoofdzakelijk op het slagveld tot stand kwam – als de tegenstander bloedig was verslagen. Volgens de Stichting Vrede van Utrecht waren het met name de kunst- en cultuuruitingen waarmee de anderhalf jaar durende onderhandelingen werden omlijst die voor een goede stemming zorgden, en dus de vrede bevorderden. En dát is de reden om Utrecht ook nu als stad van dialoog, kennis en cultuur op de kaart te zetten. Voor wie snel zijn historische kennis over die onderhandelingen wil bijspijkeren: het Utrechtse productiebureau il Luster maakte een prachtig animatiefilmpje waarin de achtergronden van de Vrede van Utrecht overzichtelijk en aanstekelijk worden verbeeld. De goede stemming aan de onderhandelingstafel wordt in de animatie overigens aan hele specifieke cultuurvormen – de cafétafel, drank en hoeren – toegeschreven. (Het filmpje is te vinden op youtube.com/user/ vredevanutrecht.) vliegbasis Met een kunst en cultuurprogramma waarin thema’s als ‘respect’, ‘dialoog’, ‘kennis’ en ‘kracht van cultuur’ doorklinken werkt de Stichting Vrede van Utrecht – met veel partners – naar het jubileumjaar 2013 toe. Niet alleen in de stad Utrecht, maar uiteraard ook in de buitengebieden. Met educatieve projecten, beeldende kunst, muziek, opera en theater op bijzondere erfgoedlocaties zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en kastelen als De Haar, Amerongen, Zeist en Groeneveld. Tevens is gekozen voor

3 Voorstelling Wellkommen van dAmor in de tuinen van Kasteel de Haar in Haarzuilens 2009

“Ambities van de kunstenaars staan soms haaks op de belangen van de natuurbeheerders” dat spannende, nieuwe natuur- en recreatiegebied midden op de Utrechtse Heuvelrug, dat grotendeels nog heringericht en ontsloten moet worden: de Vliegbasis Soesterberg. Er zijn plannen om daar in september 2013 een tiendaags festival te organiseren. Maar ook de komende twee jaar gaat, als opmaat naar 2013, op de vliegbasis al het nodige gebeuren. GRNVLD bracht met de projectleider Erfgoedlocaties van de Vrede van Utrecht, Petra Moes, alvast een bezoek aan deze weemoedige plek, waar de ambities van de kunstenaars soms haaks staan op de belangen van de natuurbeheerders.


40

OORSPRONG

Voorstelling Wellkommen van dAmor in de tuinen van Kasteel de Haar in Haarzuilens 2009 1

tennisbanen ‘Kijk een buizerd! Altijd als ik hier ben, is het wachten op het eerste bijzondere dier, een roofvogel, een vos, een ree.’ Petra Moes, projectleider Erfgoedlocaties van de Vrede van Utrecht, manoeuvreert haar auto over het grondgebied van Vliegbasis Soesterberg. We rijden langs stoere betonnen shelters waarin voorheen de straaljagers geparkeerd stonden en waar nu schapen in huizen, langs kerosineopslagplaatsen, langs deels overwoekerde opslagbunkers voor munitie van dik beton met enorme stalen deuren, puinresten van gebouwen die inmiddels zijn afgebroken, langs vergeten tennisbanen met roestige hekken eromheen. Het is een koude januari ochtend met alle soorten weer: hagel, regen, donkere wolken. Even later trekt de lucht open en baden de naaldbomen in zilvergrijs zonlicht. Nu staan we op een voormalige patrouilleheuvel met fantastisch weids uitzicht over het glinsterende asfalt van de startbanen.

“Kunst kan het verhaal vertellen van de plek waar je staat” Juist omdat het terrein nog niet opengesteld is voor publiek – er loopt alleen een fietsroute doorheen – spreekt de vliegbasis als onontgonnen speelterrein voor kunstenaars sterk tot de verbeelding. Het is een weemoedige plek met een rijke historie van bijna honderd jaar, verbonden vooral ook met de periode van de Koude Oorlog en de aanwezigheid van Amerikaanse militairen in ons land. Dat is ook precies waarom het volgens Petra Moes zo aantrekkelijk is om hier plannen te ontwikkelen voor een kunst-, cultuur- en natuurprogramma zoals de Vrede van Utrecht dat voor ogen heeft. En het is meteen óók de reden waarom het zo complex is, want het ontsluiten van het gebied voor recreatie en

culturele activiteiten staat op gespannen voet met het beschermen van de natuur die de afgelopen decennia op het terrein is ontstaan. kamperen ‘Ik kom zelf uit de festivalwereld, en iedereen uit de kunstsector die hier komt ziet als eerste natuurlijk een groot meerdaags festival voor zich waar het publiek kan kamperen met alles erop en eraan. Dat kan dus niet, en men realiseert zich dat ook gelukkig vrij snel. Dit is een bijzonder gebied met een bijzondere vegetatie en veel dieren die gewend zijn aan de rust die ze hier jaren hadden. Neem het schrale grasland langs de startbanen. Het werd nooit betreden en één keer per jaar gemaaid, en vormt de ideale vegetatie voor de veldleeuwerik en andere vogels, die verder niet veel voorkomen in Nederland. Dus kun je geen publiek op dat gras toelaten.’ zweefvliegclub Bij de herinrichting van de 360 hectare grote vliegbasis zijn veel partijen betrokken: bewoners en gemeentebesturen van Zeist en Soest, de provincie Utrecht als eigenaar, stichting Het Utrechts Landschap als toekomstig beheerder, de zweefvliegclub, Defensie, dat er een nieuw groot militair museum bouwt en er ook nog kantoren en opslagruimte heeft. Petra Moes: ‘Het is behoorlijk complex. Kunst kan hier minder een constante zijn dan we misschien zouden willen, behalve de beeldende kunst misschien. Maar kunst kan juist ook het verhaal vertellen van de plek waar je staat. Naast de feitelijke historische zaken, krijgen beleving en ervaring van de mensen die op deze plek woonden en werkten een stem en een gezicht. Zo kan de verbeelding van de kunstenaar de beleving van de bezoeker verbreden. In een theatervoorstelling, gedicht, muziekstuk of in beeldende kunst.’ spektakelstukken Inmiddels zijn we op de reusachtige kruising van de twee startbanen aanbeland, een ware zee van asfalt. De langste en oudste startbaan van 3,5 kilometer lang blijft als erfgoed

ENKELE ACTIVITEITEN VAN DE VREDE VAN UTRECHT IN DE REGIO IN 2011 3 juni t/m 23 juli: Orfeo ed Euridice bij Paleis Soestdijk door De Utrechtse Spelen 21 juni: Fête de la Musique in Houten, Bunnik en Leersum door Zimihc 23 juni t/m 9 juli: The Tempest op Fort Rijnauwen door Holland Opera Vanaf 2 juli: A day in the life of the castle, eerste openstelling kasteel Amerongen met een project van de Britse filmkunstenaar Peter Greenaway. Met filmprojecties laat hij één dag uit de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners, te weten 21 juni 1680, tot leven komen. 10 & 11 september: Festival De Basis op de voormalige vliegbasis Soesterberg Voor meer informatie over het programma zie www.vredevanutrecht2013.nl 3 In het dorpje De Haar tijdens project TOER i.s.m. Fort van de Verbeelding verhalen van het dorp verbeeld d.m.v. liederen en theater



42

OORSPRONG

WWW.VREDEVANUTRECHT2013.NL Vrede van Utrecht organiseert met culturele en maatschappelijke partners programma's in de stad Utrecht en de regio, o.a. Woerden, Gemeente Heuvelrug, Veenendaal, Zeist en Soest. De viering van Vrede van Utrecht 2013 staat niet op zich, in 2018 wil Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa zijn. De Vrede van Utrecht is gevraagd om deze nominatie in goede banen te leiden. Vrede van Utrecht en Utrecht 2018 zijn initiatieven van gemeente en provincie. Zie ook www.vredevanutrecht2013.nl

3 Vliegbasis Soesterberg tijdens Week van het Landschap 2010

liggen. Petra Moes: ‘De betrokken partijen hebben vier locaties op het terrein als cultuurplaats aangewezen waar we activiteiten kunnen ontwikkelen die aan de voorwaarden van het beheerplan voldoen. Deze kruising is zo’n plek, hier kunnen we één keer per jaar een grootschalig festival organiseren. Het duurt nog even, maar we hopen dat in september 2013 zich hier een van de spektakelstukken van de Vrede van Utrecht ontvouwt. Regisseur Jos Thie van theatergezelschap De Utrechtse Spelen wil de voorstelling Faustus maken, speciaal voor deze plek, die hij meteen met grootse thema’s associeerde.’ asbakken Als alles goed gaat, wordt al dit najaar onder de titel ‘De Basis’ een eerste tweedaagse editie van het festival gehouden met een programma voor een breed publiek: van jong tot oud, van lokaal tot internationaal, met cultuur en natuur. Bij het maken van het programma werkt de Vrede van Utrecht nauw samen met het Centrum Beeldende Kunst Utrecht. Zij maakten een plan voor een aantal werken voor een vaste collectie in de karakteristieke bouwwerken op de vliegbasis. ‘Eén van die plannen betreft een minimuseum, een museaal café met de sfeer van een officiersmess met volle asbakken, oude foto’s en het geluid van overvliegende

straaljagers. In een andere shelter wordt met film- en geluidsimpressies de sfeer van oorlogsgeweld gecreëerd,’ vertelt Petra Moes. ‘Daarnaast zullen tijdens het festival in september ook tijdelijke werken te zien zijn.’ spanning Een belangrijke peiler voor het programma is de samenwerking met jonge kunstenaars die op de vliegbasis zelf hun inspiratie zoeken. ‘We zullen hier nooit zomaar een voorstelling programmeren,’ zegt Petra Moes. ‘We willen alleen maar projecten die speciaal voor deze plek zijn gemaakt of het verhaal van hier vertellen. Dit jaar werken we samen met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) en de toneelacademie Maastricht.’ Ook bij dit project keert die spanning tussen cultuur en natuur weer terug. ‘Eigenlijk zou je willen zeggen: hier is de vliegbasis, ga je gang! Maar dat kan dus niet. We hebben nu een aantal plekken aangewezen waar ze uit mogen kiezen. Straks bij de uitwerking gaan we in overleg met Het Utrechts Landschap bekijken wat er allemaal wel of niet kan: waarschijnlijk geen toegang na zonsondergang bijvoorbeeld, niet met versterkt geluid, geen kunstlicht. Allemaal dingen die je als theatermaker best graag wilt. Maar dat is niet erg, het is ook juist mooi om te kijken waar cultuur en natuur elkaar wél kunnen omarmen.’


DE SCHUTTING

43

In nummer 3 vroegen wij u: “U bent van duurzaam,

maar de portemonnee is niet onuitputtelijk. Wat zijn dan uw keuzes? Biologisch vlees en biologische melk. Maar ‘gewone’ groente? Groente uit eigen tuin? Minder met vakantie? Laat het weten…” Hieronder een greep uit de discussie

die op www.kasteelgroeneveld.nl wordt gevoerd.

“Ik ben tien jaar ouder dan mijn vrouw en nog veel ouder dan mijn kinderen, dus mijn eigen

duurzaamheid is noodzaak.

Ik loop en fiets veel. Door al dat bewegen verandert mijn eetpatroon. Ik heb minder trek in zwaar eten, zoals vlees. Aan vakantie heb ik ook nauwelijks behoefte, want fietsen en vooral lopen ontspant enorm. Een groot of duur huis dat veel energie verslindt wil ik niet, want dan ben ik zover van mijn vrouw en kinderen. Dat is dus duurzaamheid.

Net zo gemakkelijk.” S. Huizinga, Houten

“ We hebben in het hele huis gloeilampen vervangen door spaarlampen. En ik let er heel goed op dat het licht nergens onnodig brandt.” Ineke Brouwer, Soest

VOOR HET VOLGENDE NUMMER VAN GRNVLD:

Knuffeldieren, gebruiksdieren, jonge dieren, bejaarde dieren, wilde dieren heimweedieren… Heeft u een foto waarvan uw relatie met dieren het onderwerp is, stuur deze dan vóór 29 april naar grnvld@minlnv.nl

“Minder vlees, beter

vlees, bewust omgaan met de afvalstroom, niet zomaar een vliegvakantie, auto op gas en blij zijn met wat de omgeving biedt.” Irene Smook, Baarn

“Hoezo, uw portemonnee is niet onuitputtelijk?

Het is een groot misverstand dat duurzaam leven ook duur is. Vaker de fiets of de benenwagen nemen kost niks. De verwarming een graadje lager en dan maar een dikke trui aan, minder vliegvakanties, minder elektronica in huis, het zijn allemaal besparingen.” Jan Geraards, Delft

“Consequent duurzaam leven is nog een heel ding, mij lijkt lukt het niet. Mijn keuzes maak ik intuïtief;

biologisch vlees vind ik heel belangrijk.” E. de Vries, ’s Graveland.


44

MMM

Recept: Onno Kleyn | Beeld: Henrieke Goorhuis Tekst interview: Caroline van der Lee | Portretfoto: Jurjen Drenth

Ingrediënten

(voor 4 personen): 2 tenen knoflook 1 citroen, liefst biologisch 1 handvol peterselie, krul of plat 1,5 dl olijfolie extra vergine + 5 eetlepels 1 mespunt chilipoeder 4 mootjes kabeljauwfilet van de rug van elk 80 gram 1 blik kikkererwten (400 ml) 1 theelepeltje gemalen komijn

voorbere id e n (1 0 m in u t e n + 3 0 minute m in im a a l n mariner en): b e r e id e n Knijp een te (30 minut en knofloo en): k Leg de vis fi jn met de knijp B oen de citr in een oven er. oen schoon schaal en ze hij niet biolo onder de kr de oven. Zet t hem in aan als gisch is. Ras die aan op lu p 100 graden chtoven) o de schil dun geen wit m f 120 graden (hete; er mag eekomen. (andere ove voorver war n), zonder Was de pet men. L aat erselie niet 25 minuten als er niet ec Plet de twee garen. aan zit. Snijd ht aarde de teen kn h em g oflook en b ro f en beker van d h d em oe za h ak em ch tjes in 2 ee e staafmixer in de tlepels olijfo met de 1,5 dl goudgeel kl even tot de lie eu ol tot hij rt ie . Draai . Gooi de kn peterselie g epureerd is oflook weg kikkerer w te olie, maar an (e . L r n aa is u te t de it lekken maa ders pak t d veel e staafmixer r bewaar h Doe ze met de helft van et vocht. 2 eetlepels niet). Houd de olie apar van hun vo t en meng d en verwar m met de citr cht in de pan e andere hel zachtjes. oenrasp, ch ft ilipeper en kn D ra ai Zou t de mo oflook. na d e 2 5 m otjes vis en inuten de o wentel ze d ven uit. De ziet er niet een bord do aa vis gebakken o rn a in or de citroen g f gegaard u aa r olie. Dek af is -c h h ij ili to -k it, maar ch. Stamp noflookmet folie en de kikkerer stamper to mar ineer 1/ de koelkast w ten met ee t een stam 2 tot 1 uur in . n ppotje. Voeg rende 3 eetl de resteepels olijfo lie toe en net hun achterg zo veel van ehouden vo cht als nod de komijn d ig is. Meng oor en proef er , misschien peper nodig is er zout o . f Leg op elk bord wat st amppot, daa aan een mo r tegenotje vis, en van de ach druppel er tergehoud w at en peter se mar inade d lieolie (niet us!) omhee de n.

1.

2.

3.

1.

2.

3.

4.

KOKEN MET CULI’S In 2011 verzorgt Grand Café Groeneveld in samenwerking met de Spinazie Academie een serie maandelijkse lunches met culinaire schrijvers. Kosten deelname € 25,– voor volwassenen en € 12,50 voor kinderen tot 12 jaar. Kijk voor meer informatie op www.kasteelgroeneveld.nl


45

Onno Kleyn (1957) schrijft voor vele bladen over eten en wijn en verzorgt wekelijks twee rubrieken in de Volkskrant. Daarnaast heeft hij meer dan dertig boeken op zijn naam staan.

De strategie van de Bruine Bonen Bende Een scherp pennetje, humor en vakkennis, zo omschrijven collega's culinair journalist Onno Kleyn. Meer dan dertig boeken schreef hij al, over wijn, de keukens van Frankrijk, Italië en Spanje. Maar het meest bekend is hij vanwege zijn vaste rubrieken in de Volkskrant, waarin hij zich niet zelden opwerpt als warm pleitbezorger van de peulvrucht. Je bent betrokken bij De Bruine Bonen Bende, een initiatief om de peulvrucht te promoten. Wat heb je met peulvruchten? ‘Peulvruchten zijn een zegen voor de Hollandse mens. Kijk, ik ben van de ‘afdeling lekker’ en juist die melige smaak van peulvruchten is zo heerlijk. Ik heb een tijdje in Toscane gewoond. De bewoners van die streek worden nog altijd bonenvreters genoemd. Je hebt daar de heerlijkste bonenschotels. Maar ook op andere plekken waar ik op de wereld kwam, heb ik altijd de peulvrucht opgezocht. Daarnaast voel ik me als journalist ook verantwoordelijk om de mens op het juiste voedingspad te brengen. Peulvruchten zijn duurzaam. De meeste peulvruchten komen van om de hoek. In Nederland worden vele soorten bonen geteeld. Maar ook als ze van ver(der) weg komen zorgt het vervoer over het algemeen niet voor veel vervuiling. Bonen zijn robuuste planten. Ook niet-biologische bonen vragen weinig bestrijdingsmiddelen. En tot slot zijn peulvruchten gezond, ze bevatten veel eiwit en vezels en zijn bijvoorbeeld een fantastische vleesvervanger.’ Waarom eten we zo weinig peulvruchten? ‘Peulvruchten gaan gebukt onder een slecht imago. Dat is niet alleen zo in Nederland, maar dat geldt wereldwijd en dat is al zo sinds de oudheid. De reden daarvoor is dat erwten en bonen goedkoop zijn en niet schaars. En dus vinden we ze niet chic. Omdat bonen goedkoop zijn, worden ze met name gegeten door lager opgeleiden. Die eten ze dan vooral als groente, bijvoorbeeld witte bonen in tomatensaus. En studenten eten chili con carne. Verder komen er weinig bonen op tafel.’

** Henrieke Goorhuis (1990) is een autodidact op het gebied van tekenen en animatie. Ondanks haar jonge leeftijd heeft ze al aardig wat publicaties op haar naam staan onder andere in de Donald Duck. ** Jurjen Drenth (1955) fotografeert vooral landschappen. Zijn werk is bij een breed internationaal publiek bekend.

Veel mensen vinden de smaak van bonen droog. ‘Om lekker te zijn hebben bonen vet nodig. Dat maakt bonengerechten niet ongezond. Alles gaat om de verhoudingen. Bovendien, bonen bevatten langzame koolhydraten. Dat compenseert dan weer.’ Hoe kan dat imago van de boon worden verbeterd? ‘De Bruine Bonen Bende volgt de strategie om bonen sjiek te maken, ze te associëren met romantiek en historie en ze te gebruiken in exotische recepten. Favada of cassoulet klinkt gelijk al heel anders dan bruine bonensoep. Wij willen niet alleen de traditionele Nederlandse bonengerechten promoten, maar juist ook aansluiten bij nieuwe trends en buitenlandse tradities. In mijn stukjes in de krant besteed ik regelmatig aandacht aan peulvruchten. Ook zal de Bruine Bonen Bende lezingen en workshops organiseren en blijven we collega’s van de pers bestoken om de peulvrucht op de agenda te zetten en om enthousiasme voor dit product te tonen. En we gaan de industrie benaderen om ons te steunen. We hebben een lange weg te gaan, maar ik ben al blij als er wat meer aandacht voor de boon komt.’ Wat verdient voorkeur: verse bonen of gedroogd? ‘Beide! Uit de diepvries zijn ze overigens ook heel lekker. En ik heb ook niets tegen blik of pot. Verse peulvruchten smaken wel heel ánders dan wanneer ze gedroogd zijn. Verse bonen zijn heerlijk, maar het doppen vergt wel tijd en van een grote zak verse bonen houd je uiteindelijk niet veel over. Maar bonen of erwten doppen is een uiterst aangenaam ritueel, dat moet je echt doen in ‘het seizoen’. Voor gedroogde bonen zijn ook heerlijke recepten. Raasdonders bijvoorbeeld moet je van gedroogde bonen maken.’


46

VERSTRIPT

de tuinman en de apen Een verhaal uit India

Tekst: Frank Jonker* | Beeld: Arjan Wilschut** Š Comic House


47

* Frank Jonker (1965) is auteur van stripscenario’s en korte verhalen. Zijn verhalen verschijnen onder andere in de Donald Duck, het meidenblad Tina, de Penny en het Vlaamse jeugdtijdschrift Zonnestraal. Sinds 2003 is hij de scenarist van de Bob Evers-strips naar de boeken van Willy van der Heide.

** Arjan Wilschut (1971) begon als animator. Hij woonde en werkte vijf jaar in Cardiff. In Londen werkte hij onder andere voor Michael Dudok de Wit aan diens Oscar winnende korte film Vader en dochter. Terug in Nederland werkt hij als animator en illustrator/designer en schrijft hij kinderboeken.


48

VERBOUWINGSFEUILLETON

Tekst: Willemijn van Benthem Beeld: Studio Kastemans, Bureau Jonkman Klinkhamer en Rutger Paets

Kasteel Groeneveld gaat een grondige renovatie tegemoet. Zakelijk leider Herma de Heer van het kasteel vertelt alles over de beslissing, de historie, het proces en de toekomst. Door alle werkzaamheden zal het kasteel van maart 2011 tot maart 2012 gesloten zijn.

LUISTEREN EN IN OUDE LUISTER HERSTELLEN Wat maakt Kasteel Groeneveld zo’n bijzonder kasteel? ‘Kasteel Groeneveld is een buitenplaats uit de achttiende eeuw, ooit gebouwd door de rijke, Franse koopman Mamuchet. Nederland had zo’n zesduizend van deze buitenplaatsen, inmiddels zijn daar nog maar vijfhonderd van over. De grond is natuurlijk veel duurder geworden, het onderhoud van de gebouwen ook en daarnaast is door stadsuitbreiding veel verloren gegaan.’

begonnen we erover na te denken, vier jaar geleden werd het besluit genomen door te gaan met de plannen. We zijn op zoek gegaan naar goede architecten die gespecialiseerd zijn in Maar toch is het tijd voor een nieuwe aanpak? renovaties. Royal Haskoning, het ministerie van ‘We zijn uit ons jasje gegroeid, de bezoekersaantallen zijn vele malen groter dan in de jaren tachtig. Economie, Landbouw en Innovatie en het kasteel zelf begeleiden het proces.’ We komen gewoon niet meer weg met de ruimte die we nu hebben. Daarnaast willen we de logistiek van het pand aanpakken, om het voor de bezoekers Wat is belangrijk tijdens dit renovatieproces? gemakkelijker te maken. Nu hebben we 60.000 tot ‘Communicatie is cruciaal en goed overleg essentieel. En luisteren, ook dat is van groot belang. 80.000 bezoekers per jaar, we gaan naar 100.000 Je klinkt heel trots, als je over het kasteel praat. Omdat je met diverse partijen te maken hebt, is bezoekers.’ ‘Maar het is ook geen doods museum, het is een het een kwestie van geven en nemen, daar ontkom levend gebouw met een toekomst. Het is onderdeel je niet aan. Het is mensenwerk. En alleen als Wat zijn veranderingen die worden doorgevoerd? van een ministerie dat constant vooruitziet. En je goed luistert, als je openstaat voor andere het is natuurlijk een prachtige plek. Als dadelijk alle ‘Alle medewerkers komen centraal in een bijgemeningen, haal je het beste uit de situatie.’ bouw te zitten, de horeca wordt verplaatst en paarse krokussen bloeien, weet je niet wat je ziet.’ de antieke keuken wordt in oude luister hersteld. Het is ook best spannend zo’n renovatie. Wat Bezoekers kunnen dadelijk overal lopen. Het is Is de buitenplaats al eens eerder gerenoveerd? staat voorop in dit project? ‘Er mag niet gemorreld ‘In de vorige eeuw is het gebouw van 1978 tot 1982 sowieso geen gebouw waar je achter koordjes worden aan de uitstraling van het gebouw. Het is moet blijven. Het kasteel wordt gebruikt voor gerestaureerd – maar alleen aan de buitenkant. cultureel erfgoed en daar moeten we zorgvuldig debatten, concerten en educatieve doeleinden. Voor die tijd was het kasteel in vervallen staat, mee omgaan. Daarnaast is het voor de gebruiker En daar is na de renovatie nog meer ruimte voor.’ door de vele verschillende eigenaren die het van belang dat hij een groot gedeelte van de bewoond hebben. Zo was het in de jaren zestig Wanneer kwam het idee om het geheel te renoveren? functionaliteit terugziet. Het moet een verbetering een ontmoetingsplek voor de intellectuele bohézijn.’ miens van Amsterdam die hier nogal wat feesten ‘We zijn al een tijdje bezig. Zeven jaar geleden hebben gegeven. Die renovatie was prachtig gedaan.’


GROENEVELD INFO 7 Artist impressions van het souterrain en de voorgevel

49

GROENEVELD INFO

JAARTHEMA: DIER & MENS Kasteel Groeneveld en Natuurmuseum Brabant realiseren in 2011 een gezamenlijk project over de relatie tussen dier en mens. Om een publieke discussie te bevorderen over dit onderwerp worden een tentoonstelling in het Natuurmuseum Brabant, een aangepast educatieprogramma en debatten verzorgd.

26|06

DEBATTEN ‘Ik lust je rauw’ 26 mei, 19.30 uur, Rode Hoed, Amsterdam Aan de ene kant wordt het dier tot ding gemaakt, verstopt in productieprocessen waar mensen vaak liever niet mee geconfronteerd willen worden. Aan de andere kant wordt het dier vermenselijkt, leidend tot de wens van een ‘humane’ behandeling van dieren. Het compartimentsdenken ligt aan de basis van veel spanning en verschillende visies op de relatie mens-dier. In dit debat wordt onderzocht wat de psychologie en sociologie te zeggen hebben over de relatie mens-dier.

Educatieve programma’s tijdens de renovatie Van 1 maart 2011 tot en met 1 maart 2012 zijn alleen de buitenprogramma’s beschikbaar, soms in aangepaste vorm. Tijdens de renovatie zijn de programma’s gratis en zijn scholen welkom op dinsdag, woensdag of donderdag.

Culinaire lezingen en lunches Grand Café Groeneveld organiseert samen met wetenschapsjournalist Lizet Kruyff culinaire lunches in Kasteel Groeneveld. Het thema Dier & Mens verbindt de programmering van de bijeenkomsten. De buffetten worden samengesteld, en door middel van een korte inleiding geïntroduceerd door

Dan de planning. Weinig verbouwingen halen de deadline. ‘Planning is inderdaad van begin af aan een punt van aandacht. Je hebt met een oud gebouw te maken, dus niet alles is te voorzien. Maar we houden dat goed in de gaten.’

Hoe groot is het budget van de verbouwing? ‘Dat is geen geheim, we hebben vijf miljoen euro te besteden. En dat kan ook.’

Voorlopig programma

30|06

Zijn jullie nu al bezig met de heropening? ‘We zullen onze bezoekers op alle mogelijke manieren informeren. Het is geweldig om te zien hoe je een gebouw klaar kunt maken voor de komende jaren. Het is een creatief proces, maar ook maatschappelijk en technisch gezien zeer uitdagend. En stiekem hopen we nog op een antieke vondst te stuiten… dat zou het helemaal af maken!’

een culinair journalist.

ZO. 7 AUG. Karin Luyten (Koken met Karin)

Deelnamekosten € 25,–

ZO. 4 SEP. Pay-Uun Hiu (Volkskeuken)

voor volwassenen en € 12,50

ZO. 2 OKT. Lizet Kruyff (Spinazieacademie)

voor kinderen tot 12 jaar.

ZO. 6 NOV. Nadia Zeraouli en Merijn Tol

Reserveren:

(Cookbook Arabia en Bismillah Arabia)

reserveringsbureau@minlnv.nl

ZO. 4 DEC. Marjan Ippel (Talkin’food)

tel. 035-5480994

Tentoonstelling Dier of ding? vanaf 30 juni, Natuurmuseum Brabant, Tilburg Een goed begrip van onze cultuurhistorische omgang met dieren is belangrijk om inzicht in de huidige ontwikkelingen te krijgen. In de tentoonstelling wordt verkend in welke richting de relatie mens-dier zich vanuit dit perspectief zal ontwikkelen.

zondagmiddag

Vanaf 1 maart 2011 is het kasteel gesloten voor particuliere bezoekers. De website www.kasteelgroeneveld.nl houdt u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen, programma’s en debatten.


50

IN HET VOLGENDE NUMMER:

nr.06 ‘ DIER EN MENS’ VAN DOMESTICATIE TOT MELKKARAVANEN TOT KOEIENTUINEN

Jan Staman – directeur Rathenau instituut – en Maarten Doorman – filosoof – over MET IN NR. 06 ONDER MEER:

dubbelinterview met

wetenschap en techniek versus romantiek in de veehouderij; een reportage

koeientuinen, met het binnen=buiten principe; ‘Domesticatie’, een essay door Frans Ellenbroek; Aziz Bekkaoui in ‘Mijn Landschap’ over melk (die door alle culturen stroomt); John Huige over het fenomeen

over expertise-netwerk ASOM en het ONT-poldermodel; een speciaal voor

A.L. Snijders, de grootste meester van het zeer kleine verhaal; in MMM: koken-met-Karin Luyten. GRNVLD geschreven bericht van

Het jaarthema ‘dier en mens’ van kasteel Groeneveld is komend jaar prominent aanwezig in GRNVLD. 05 2011

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

Word abonnee! Voor slechts ₏ 25,–! IN DIT NUMMER

Nature morte

PAU L I N E T E R R E E H O R S T

Bruine Bonen Bende ONNO KLEYN

Weg van vlees PAU L S C H N A B E L EN VERDER MET

Gerrie Hondius A.L. Snijders

‘ Want dieren zijn precies als mensen‌’

Wouter Tulp

Als abonnee krijgt u GRNVLD, magazine over het verbinden van stad en land, vier keer per jaar toegestuurd. Daarnaast: als abonnee bent u automatisch donateur van de Stichting Kasteel Groeneveld. Als donateur Ţ IFCU V HSBUJT UPFHBOH UPU IFU LBTUFFM WPPS V[FMG FO FFO JOUSPEVD¨ Ţ XPSEU V VJUHFOPEJHE WPPS PQFOJOHFO FO BOEFSF BDUJWJUFJUFO FO Ţ LSJKHU V LPSUJOH PQ TQFDJBMF QVCMJDBUJFT FO BOEFS BSUJLFMFO Abonnee worden kan op drie manieren: Ţ TUVVS FFO CSJFĆ?F NFU VX OBBN BESFT UFMFGPPOOVNNFS FO F NBJMBESFT aan Stichting Kasteel Groeneveld, Antwoordnummer 586, 3740 VB Baarn, een postzegel is niet nodig Ţ TUVVS FFO NBJM NFU EF[FMGEF HFHFWFOT BBO JOGP@kasteelgroeneveld.nl Ţ PG CFM OBBS


Vraag honderd Nederlanders wat een buitenplaats is en misschien geeft één persoon het juiste antwoord. Hoe komt het dat buitenplaatsen bij het grote publiek zo onbekend zijn? En dat, terwijl buitenplaatsen tot één van de vijftig vensters van de Canon van de Nederlandse Geschiedenis behoren?

Kunsthistoricus René W.Chr. Dessing heeft het initiatief genomen tot Het jaar van de Buitenplaats 2012. De bedoeling is om buitenplaatsen in het zonlicht te zetten door het organiseren van activiteiten, tentoonstellingen, bezoeken, en publicaties voor een breed publiek. Een vraaggesprek met initiatiefnemer René W. Chr. Dessing. Door drs Hanneke van Rooijen.

Waarom een speciaal jaar gewijd aan de historische buitenplaats? “Het idee om 2012 uit te roepen tot Jaar van de Historische Buiten­ plaats ontstond nadat ik opmerkte dat veel Nederlanders niet goed weten of zelfs onbekend is wat historische buitenplaatsen zijn en welke band zij hebben met talrijke onderwerpen uit onze vader­

landse geschiedenis. Door deze onbekendheid is het niet vreemd dat er weinig maatschappelijke belangstelling of politieke steun bestaat voor het behoud van dit markante type cultureel erfgoed. En hier geldt: onbekend, maakt onbemind. Daarnaast heb ik als oud­adviseur van de stichting tot behoud van Particuliere Histori­ sche Buitenplaatsen begrepen dat er bij veel eigenaren grote !#+#2'34$%-./5$#%4$*$#%,../%)$­ rugtrekkende overheden, veran­ derde subsidieregelen en wets­ wijzigingen. Dat maakt dat hun wereld in beweging is en dat de zorgen rond de instandhouding toenemen. Het vergt veel van eigenaren om een buitenplaats in stand te houden. Deze aspecten, de maatschappelijke onwetend­ heid rondom het fenomeen bui­ tenplaats en de inspanningen van de eigenaar om de buitenplaats te behouden, deden mij besluiten deze schat aan cultureel erfgoed bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Wat staat ons te wachten in 2012? “Het themajaar is vooral bedoeld om meer mensen kennis te la­ ten maken met het fenomeen buitenplaats. Veel buitenplaat­ sen zijn in het kader van de Na­ tuurschoonwet (NSW) geheel of gedeeltelijk toegankelijk. Ook nu valt er op de ons resterende 500 historische buitenplaatsen veel te genieten, als bezoeker maar ook als vrijwilliger door een steentje bij te dragen. Om dit te bewerkstel­ ligen is de Stichting Themajaar [ advertorial ]

Historische Buitenplaatsen 2012 opgericht. Door genereuze giften kon Mirjam Blott bij ons beginnen. Zij organiseerde als projectleider in 2008 al het succesvolle themajaar van het Religieus Erfgoed. Wat wij met ons themajaar voor ogen hebben is het aanzwengelen van een dialoog tussen verschillende culturen en disciplines met als insteek het behoud van het cul­ tureel erfgoed dat met de histori­ sche buitenplaatsen samenhangt. Het bestuur en de werkgroep kennen vertegenwoordigers van ministeries, particuliere en instituti­ onele eigenaren, musea, kastelen en natuurorganisaties. Publicaties, tentoonstellingen, excursies, een wetenschappelijk congres en an­ dere activiteiten staan op stapel om dit geweldig mooie erfgoed breder onder de aandacht te brengen. Meer informatie is te vinden op onze site www.buitenplaatsen2012.nl Het interview verscheen eerder in Artifex magazine

foto: Esther Quelle

Waarom bent u zo gefascineerd geraakt door het fenomeen bui­ tenplaats? “Dat heeft meerdere redenen. Uiteraard voedt het zelf bewonen van Het Huis te Manpad mij voor dit onderwerp. Bijzonder vond ik te merken dat ik nooit precies het !"#$%&'()%*+#%,$-$%&..#*./01% Ik had nooit de onderlinge ver­ banden gezien, laat staan dat ik begreep dat het een manier van leven was die zeer gangbaar was in voorbije eeuwen. Nu adviseer ik buitenplaatsen en landgoederen. Vanwege dit werk ben ik feite­ lijk alles gaan lezen aangaande Buitenplaatsen en werd mij duide­ lijker welke belangrijke positie de Buitenplaatsen in onze geschie­ denis innemen. De historische samenhang met het koopman­ schap, het bestuurlijke kader, de stad Amsterdam, de vormgeving van ons land, alsmede de adel­ lijke structuren in delen van het platteland, alles was nauw met elkaar verbonden. Hierbij spelen buitenplaatsen een hoofdrol en let wel: ooit telde ons land duizenden buitenplaatsen. Iedere voorname familie bezat er wel één; soms zelfs meerdere.”


Kasteel Groeneveld, buitenplaats voor stad en land, van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie wil de stad en het (platte)land opnieuw met elkaar verbinden.

Dit varken wil een ever zwijn. Zijn, bedoel ik. Of zoiets. Een varken vindt hij zo banaal. Varkens zijn we allemaal, Vindt hij. Hij vindt zijn kleur niet leuk. Roos is frivool en geeft ons jeuk, Vindt hij. Hij is een echte strever: In zijn hart klopt er een ever. Zwijn, bedoel ik. Of zoiets. Nu loopt hij door het woud en huilt En zoekt en zoekt en ander varken In wiens hart ook een ever schuilt. Nora Eeckels Uit Dit varken wil een ever zwijn Uitgeverij Atlas isbn 978 90 450 3314 3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.