GRNVLD 10

Page 1

10

2012

magazine over het verbinden van stad en land

Dierenfobie versus vogelgriep Vinex-jagers en worstmakers

Meneer Wateetons

Eendagskuikens en paarden op Schiphol

‘ Angst geeft vleugels’

en verder

Slimme dijken Tien Top buitenplaatsen Nudge oprichter, Jan Betten


[ advertentie ]

Voor alle fans van echte smaak: De Groene Weg klantenkaart Bij De Groene Weg slagers maken we ons iedere dag sterk voor het lekkerste biologische vlees. Vlees gezond van oorsprong wat nog ouderwets lekker smaakt. Onze klanten zijn namelijk gek op alles wat met lekker bewust eten te maken heeft. Voor alle fans van de smaak van echt is er nu de Groene Weg klantenkaart. Een kaart waarmee wij onze klanten belonen voor hun bewuste keuzes. De gespaarde punten kunnen namelijk omgeruild worden voor culinaire cadeaus zoals lekkere biologische wijn of een kookworkshop waarin u samen met andere bewuste genieters leert koken op hoog niveau. Meer weten over De Groene Weg en de klantenkaart? Kijk dan eens op onze site www.degroeneweg.nl.

www.degroeneweg.nl


03 Colofon

Vooraf

GRNVLD is een uitgave van Sjaalman Media in opdracht van Kasteel Groeneveld. GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt in september 2012.

Uitgever  Sjaalman Media, Chris van Koppen Redactie  Caroline van der Lee (hoofdredacteur), Brigitte van Mechelen (managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur) Vormgeving  Volta_ontwerpers, Utrecht Druk  Wilco, Amersfoort Medewerkers  Marco Bakker, Willemijn van Benthem, Jos Collignon, Comic House, René Dessing, Jan Dobbe, Wilma Elmendorp, Kester Freriks, Jan Hartholt, Jan Holwerda, Michiel de Jong, Frank Jonker, Bram van de Klundert, Cees Nooteboom, Aloys Oosterwijk, Hans van Oudenaarden, Eddy Posthuma de Boer, Hugo Schuitemaker, Matthijs Sienot, Marjan Slob, Christine Tinssen, Gerben Valkema, Jan van der Veken, Willem Vleeschouwer, Peter van Vliet Foto cover  Olaf Kraak, Hollandse Hoogte Foto achterkant  Fred Pot Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de namen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de uitgever. Marketing en advertentieacquisitie Isabelle van der Weijden, info@belenjet.nl, m 06 52 00 81 23 ISSN 1566-6190 Abonnementen  Een abonnement kost € 25,– voor vier nummers per jaar. Voor een abonnement zie p. 51. Als abonnee bent u tevens vriend van de Stichting Groeneveld. De Stichting Groeneveld ondersteunt de activiteiten van Kasteel Groeneveld. Als vriend heeft u gratis toegang tot het kasteel voor uzelf en een introducé, wordt u uitgenodigd voor openingen en evenementen en krijgt u korting op speciale publicaties. Aanmelden voor de maandelijkse nieuwsbrief kan via www.kasteelgroeneveld.nl Nieuws en persberichten kunt u sturen naar GRNVLD, Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@mineleni.nl

grnvldmagazine     Kasteel Groeneveld

Beeld: Hans van Oudenaarden

GRNVLD Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@mineleni.nl

Caroline van der Lee Hoofdredacteur

Slangen in een vliegtuig,

agressieve vogels die een kustplaatsje terroriseren of uit de hel afkomstige hamsters. Je kunt geen beest bedenken of er is wel een horrorfilm over gemaakt. Ook in sprookjes en legenden spelen dieren niet zelden de rol van de ‘bad guy’. Onze angst voor dieren zit kennelijk diep. Wat opvalt is dat in de oeroude verhalen de slechteriken vooral tot de hoger ontwikkelde dieren behoren, met de wolf met stip op de eerste plaats, ­terwijl in onze eigentijdse griezelverhalen die rol vaak wordt ingenomen door dieren van een lagere orde. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de relatie die wij in het dagelijks leven hebben met dieren. Waar onze verre voorouders tijdens barre tochten door het woud (die overigens gezien de gevaren en de beperkte tijd tot een minimum werden beperkt), nog konden vrezen door een wolf of een beer te worden aangevallen en opgepeuzeld, hebben wij van deze dieren niets meer te vrezen. Ze zijn verdreven of onderworpen. Of nog erger: tot knuffelobject gedegradeerd. Vandaag komt het grootste gevaar van het kleine gespuis, de onderkruipers: insecten. Hun werkwijze is vele malen geniepiger dan die van de oude vijand. Die ging met open vizier het gevecht aan om te zegevieren of te worden verslagen. De hedendaagse vijand verbergt zich in gras en kreupelhout of in het bedden­goed en in je broodtrommel om je ongemerkt aan te vallen. Zijn dood is niet het einde van de ellende. Overal laat hij larven of ziektekiemen achter. De aanval bestaat uit een langzame maar trefzekere ondermijning van onze gezondheid. Teken in het struikgewas, dat is pas horror.


[ advertorial ]

Groeneveld en Vineyard; een duurzame samenwerking Maarssen/Baarn, 1 juni 2012 – Vineyard en Kasteel Groeneveld gaan per 1 juni 2012 een duurzame samenwerking aan. Vineyard wordt hiermee de nieuwe exploitant van het stijlvolle Grand Café Groeneveld én huiscateraar van het indrukwekkende Kasteel Groeneveld, dat op 1 juli 2012 na een ingrijpende renovatie officieel heropend wordt. Vineyard is trots op deze nieuwe samenwerking die zorgt voor uitbereiding op zowel het gebied van horecaexploitatie als zakelijke cateringlocaties. Groeneveld heeft met de keuze voor Vineyard een cateraar in huis gehaald die zorgt voor duurzame foodconcepten van hoogwaardige kwaliteit, speciaal samengesteld voor de locatie en haar doelgroep.

Over Vineyard Vineyard Catering is onderdeel van Vineyard Company, waar onder andere ook restaurant de Nonnerie in Maarssen toebehoort. Vineyard is dé verzorger van eten & drinken op een groeiend aantal bijzondere locaties in Midden Nederland, zoals Nyenrode Business Universiteit, Rijksmuseum het Muiderslot, Buitenplaats Amerongen, Kasteel de Haar en Fort Voordorp. Locaties met een eigen verhaal. Over Kasteel Groeneveld Kasteel Groeneveld te Baarn is een 18e eeuwse buitenplaats en heeft als doel om stad en land opnieuw met elkaar te verbinden. Programma, locatie, huis, park en inrichting zijn hier onlosmakelijk met elkaar verbonden. Rijke regenten zwaaiden vroeger de scepter in Kasteel Groeneveld, nu is dat het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Kasteel Groeneveld is nu onderhevig aan een grootscheepse renovatie met een fantastisch eindresultaat in het vooruitzicht. Over Grand Café Groeneveld In het Koetshuis is het Grand Café gevestigd. U kunt hier terecht voor een heerlijke kop koffie of thee of een uitgebreide lunch, bereid met biologische streekproducten.

Vineyard Catering B.V. Langegracht 51 3601 AK Maarssen

Tel : 0346 – 590988 E mail: info@vineyardcatering.nl www.vineyardcatering.nl


i n ho ud 05

Kriebelen 06

zaaigoed

08

dubbelinterview

Kort nieuws Jan van den Berg & Miquel Ekkelenkamp

12

groo(t)s

14

reportage

G.J. Doornbos Eendagskuikens, paarden en rode kardinalen

20

mijn landschap

22

verhaal

24

essay

28

wende

30

ander beeld

32

kaf en koren

36

oogst

38

oorsprong

43

de schutting

44

mmm

46

verstript

48

groeneveld verbouwing

50

programma

Tom Claassen Cees Nooteboom Ik ben beestjes

28

Jan Betten Arie Kievit Reflecties, inzichten Tien top buitenplaatsen Slimme dijken Anekdotes over Kasteel Groeneveld Meneer Wateetons Spin Anansi en de dood Verbouwingsfeuilleton Evenementen

Wende

Jan Betten over het versnellen van groene burgerinitiatieven


06

z a a igo ed

nieuws – publicaties, tentoonstellingen, prijs­vragen, campagnes, symposia, innovaties. Nieuws en persberichten kunt u sturen naar GRNVLD, Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@mineleni.nl

floriade

unieke winkel

Animal Eyes

Voel, ruik, proef en hoor zoals een dier dat doet. Klim als een eekhoorn, fladder als een vlinder, zwem als een vis en vlieg als een vogel. In het paviljoen ‘Through Animal Eyes’ op de Floriade kunt u de natuur beleven door de ogen van de dieren. Tijdens interactieve workshops ontdekt u op een speelse wijze de mogelijkheden van de natuur. Het paviljoen is een initiatief van: IVN, Vivara, Vogelbescherming, Vlinderstichting, RAVON, Egelbescherming Nederland en de Eekhoornopvang.

oerol

Zwerfafval in hoofdrol

Tweede leven voor planten

De wind voert het woord, de zee duwt het voort: duizenden kilo’s afval. Naar schatting wordt er wereldwijd elke seconde 206 kilo afval in zee gedumpt. Op de Nederlandse stranden spoelt elk jaar zo’n 20.000 ton afval aan. Passend bij het thema van Oerol 2012 – De wind voert het woord – krijgt zwerfafval een prominente plek in diverse kunstobjecten en theatervoorstellingen. Het eiland en daarmee het Terschellinger strand is hét podium van Oerol. De organisatie is zich bewust van de vervuiling en gaat daar nu dus ook iets concreets mee doen. ‘Door afgeschreven materialen een nieuwe plaats te geven binnen het festival laten we niet alleen zien dat eigenlijk niks afval is op het moment van hergebruik en hier mooie dingen uit voort kunnen komen, maar maken we ook een volgende stap in het verduurzamen van Oerol.’ De Waddenvereniging, Staatsbosbeheer en Stayokay organiseren strandopruimsessies. Verschillende kunstenaars verwerken het zwerfvuil in hun voorstelling of kunstproject. Zo wordt afval verheven tot kunst.

In een voormalige potstal in Langelo (Drenthe) treft u een unieke winkel: ‘de Groene Kalebas’. Een ruim aanbod vaste planten voor de boerentuin vormt het hart van de winkel. Het bijzondere van deze planten is dat ze ‘over’ waren. Ze komen uit de tuin van eigenaresse Jeichien Martens en uit tuinen van collegatuinliefhebbers. Ook haalt Martens dankzij bemiddeling van bevriende hoveniers, tuinen leeg wanneer deze op de schop gaan. Kortom, een tweede leven voor planten die het prima doen en een plekje in andermans tuin verdienen! Naast planten biedt de Groene Kalebas een assortiment zelfgemaakte tuin­ accessoires en een uitgebreide collectie vintage vazen en serviesgoed met daarop bloemen en planten.

Oerol 2012, 15 t/m 24 juni  |  meer info: www.oerol.nl

informatie over aanbod en openingstijden: www.degroenekalebas.nl

tentoonstelling

Lost in Flowers De zonnebloemen van Van Gogh, de bloemstillevens met gedurfde kleurcombinaties van Jan Sluijters. Bloemen zijn sinds jaar en dag inspiratiebron voor de kunst, zelfs een abstracte kunstenaar als Piet Mondriaan hield zich er mee bezig. Met ‘Lost in Flowers’ toont Museum van Bommel van Dam in

Venlo werk van vier kunstenaars die het thema op heel verschillende wijze bij de kop nemen. Siliconen, verf en garen in de schilderijen van Arjan van Arendonk; de transparante materialiteit van het gelaagde Japanse papier bij Ellen Jess; de extreme vergrotingen in de foto’s van Hildegard Monssen;

de monumentale, barokke fotografische composities van Margriet Smulders. De tentoonstelling ‘Lost in Flowers’ is te zien van 6 mei t/m 19 augustus 2012. meer info: www.vanbommelvandam.nl


07 EXPOSITIE

Fruit veilen ‘Naar de veiling!’ is de nieuwe expositie in het Fruitteeltmuseum. Luiken, kijkkasten, authentiek gereedschap en een werkende veilingklok maken deze tentoonstelling tot een beleving voor jong en oud. Ook de vaste opstelling – een ontdekkingsreis door de geschiedenis van fruit en fruitteelt – is de moeite van het bezichtigen, en proeven (!) waard. In de museumtuin groeien 170 verschillende fruitbomen, met name oude appel- en perenrassen. In de zomer kunnen de zoete vruchten worden geplukt, in de lente vallen de bloesems te bewonderen. Op verzoek vertellen gidsen over het kweken, enten en snoeien van de fruitbomen. meer info: Fruitteeltmuseum, Kapelle www.fruitteeltmuseum.nl

website

Teken­s eizoen Het tekenseizoen is in volle gang en dus komt tekenradar.nl (een initiatief van Het Rijksinstituut voor Volks­ gezondheid en Milieu (RIVM) en de Wageningen Universiteit (WUR)) als geroepen. Op de site is voor elke gemeente in Nederland te zien hoe hoog de tekenconcentratie is en hoe vaak in dat gebied de door teken overgebrachte ziekte van Lyme voorkomt. De ziekte, die met antibiotica goed te behandelen is, kan wanneer deze niet wordt opgemerkt jarenlang sluimeren en zelfs fataal aflopen. Het aantal gevallen in Nederland neemt de laatste jaren sterk toe. Behalve als waarschuwingskanaal fungeert de site ook als onderzoeks-

platform. Onder welke omstandig­ heden een tekenbeet tot de ziekte van Lyme leidt, hoe ernstig die verloopt en wat de maatschappelijke gevolgen zijn, is wat men te weten wil komen. Mensen die, recent of al eerder, gebeten zijn worden uitgenodigd zich te onderwerpen aan een serie vragenlijsten. Ook de teek zelf is welkom voor onderzoek (gewoon met een plakbandje op een vel papier plakken en opsturen). De vraag of de teek de ziekmakende bacterie bij zich draagt kan pas acht maanden later worden beantwoord. Wie zich ziek voelt doet er goed aan om hier niet op te wachten. meer info: www.tekenradar.nl

Hondenbescherming

Hondenjaar De Hondenbescherming bestaat honderd jaar en komt met een opvallende boodschap: ‘Neem geen hond.’ De gelijknamige campagne is gebaseerd op cijfers die er niet om liegen. Jaarlijks verdwijnen meer dan 12.000 honden naar het asiel omdat hun baas ze niet meer kan of wil houden. De puppy bijvoorbeeld die als schattig cadeau voor een kind wordt gekocht, maar het bankstel blijkt te slopen en de buurt bij elkaar jankt als de kinderen op school zitten en de ouders aan het werk zijn. Je goed beraden over de aanschaf van een hond is verstandig. Geen Sint Bernard op een bovenhuis dus. Ook de herkomst is hierbij belangrijk. Te veel honden blijken afkomstig van illegale handel. Pups die hiervandaan komen hebben vaak een slechte start, zijn regelmatig ziek en blijven soms een leven lang angstig of agressief. Dus: ‘Neem geen hond’, tenzij je dagelijks twee uur van je tijd aan de hond kunt geven, per maand minimaal vijftig tot honderd euro kunt besteden, de hond per dag (na gewenning) niet langer dan zes uur alleen laat en hem opvoedt en voorkomt dat hij overlast veroorzaakt. Voor wie denkt dit te kunnen, zijn op hondenbescherming.nl tips te vinden voor een verantwoorde aanschaf.

kinderboek

Gevangen op het Kasteel Wie vroeger rijk was liet een buiten­ plaats aanleggen. Op afstand van de grote stad vermaakten koop­ lieden en regenten zichzelf en elkaar met poëzie, muziek, beeldende kunst en feesten. Gevangen op het Kasteel speelt zich in het jaar 1711 af op zo’n buitenplaats. Een spannende zoektocht van de 12-jarige Marie naar een gestolen munt leidt door de eindeloze tuin en de ver­boden kamers van een buitenplaats. De gastheer verdenkt haar vader, de penningmaker, van diefstal. Onterecht, weet Marie, maar de enige die haar gelooft is de tuinjongen. Dit spannende boek voor kinderen van 9-12 jaar, verschijnt in het kader van het Jaar van de buitenplaats en is onder andere verkrijgbaar in de winkel van Kasteel Groeneveld. Gevangen op het Kasteel Martine Letterie | uitgeverij Leopold isbn 978 90 2586 065 3 | prijs € 12,95

boek

BuitenplaatsenBoek Een kasteelroman, een reisgids, een geschiedenisverhaal: De Buitenplaats en het Nederlandse landschap is dit alles en nog veel meer. Alle aspecten van de buitenplaats en haar betekenis voor het Nederlandse landschap komen aan bod: economie, ecologie en erfgoed, voedselvoorziening, oorlog en rampen, de buitenplaatsbiotoop en sporen in het landschap.

De schets van de geschiedenis van de buitenplaatsencultuur wordt aangevuld met de visie van specialisten, onder wie een historisch geograaf, kunsthistoricus, bosbouwer, rentmeester, tuin- en landschapsarchitect en natuurlijk een aantal eigenaren. Gerangschikt op provincie zijn 165 buitenplaatsen in beeld gebracht. De Buitenplaats en het Nederlandse

landschap kwam tot stand op initiatief van de Stichting Jaar van de Historische Buitenplaatsen 2012 en is samengesteld door Marina Laméris. Roel Norel maakte de (lucht)foto’s. De Buitenplaats en het Nederlandse landschap uitgeverij WBOOKS isbn  978 90 4000 502 2 |  prijs  € 24,95


08

dubbelinterview

kleine

Tussen

bacteriĂŤn en grote

angsten


09

Tekst: Kester Freriks* | Beeld: Aloys Oosterwijk** © Comic House

Angst voor spinnen, honden, muizen, slangen, slakken, vogels. Twee wetenschappers – Miquel Ekkelenkamp en Jan van den Berg – in gesprek over microbiologie enerzijds en psychologische angstbestrijding anderzijds.

‘Zuigelingen

worden schoon en zuiver van bacteriën geboren, ze zijn steriel,’ zegt Miquel Ekkelenkamp, arts en microbioloog aan het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht. Hij legt zich toe op infectiezieken. Waarom hem dat boeit? ‘Omdat deze ziekten het hele spectrum van de geneeskunde omvatten,’ antwoordt Ekkelenkamp met enthousiasme. ‘Alle dokters krijgen te maken met infecties, van huisarts tot IC-arts.’ Aan het UMC onderzoekt Ekkelenkamp ‘de interessantste gevallen van infecties’. Zijn onderzoek richt zich op deze kleinste overdragers, onzichtbaar voor het blote oog. Hij werkt samen met medisch analisten in een laboratoriumruimte. Heel anders is de werkwijze van Jan van den Berg, psycholoog aan het IPZO, het angstbehandelcentrum, gevestigd in Nijmegen. Mensen met klachten over angsten, trauma’s en fobieën zoeken bij het IPZO naar een oplossing voor hun problemen. Van den Berg helpt hen daarbij. Hij is gespecialiseerd in mensen met overmatige angsten, waaronder vrees voor dieren, zoals spinnen, honden, muizen, slangen. spinnen ‘Angst voor dieren is deels cultureel bepaald,’ aldus Van den Berg. ‘Vijf op de tien West-Europese vrouwen is bang voor spinnen. De oorzaak daarvan ligt in het verleden en is door de generaties heen overgedragen. Vroeger dacht men dat spinnen de brengers waren van builenpest. Nu zijn mensen misschien iets minder bang voor ziekteoverdracht door spinnen, maar wel voor vogelgriep. Een dergelijke angst voor besmetting ontregelt iemands leven. Ons behandelcentrum helpt mensen hinderende angsten te overwinnen.’ frictie van angsten Microbiologie enerzijds en psychologische angstbestrijding anderzijds: het is een boeiend onderwerp om met twee vooraanstaande wetenschappers van gedachten te wisselen. Het gesprek gaat heen en weer tussen Ekkelenkamps allerkleinste diertjes en Van den Bergs diagnose van vele vormen van angst, zoals faalangst en dwangneurose. ‘Als iemand last heeft van hoogtevrees, ga ik bijvoorbeeld met hem of haar naar de klimmuur in de Bergensche Hoek bij Rotterdam. Veel klachten komen voort uit innerlijke conditionering en laten zich niet goed beredeneren,’ aldus Van den Berg. ‘Bij een behandeling moet je veiligheid

bieden. Iemand die een verkeersramp heeft overleefd, laat je heel voorzichtig weer aan het verkeer deelnemen. Vooral niet rigide zijn. Mensen met een spinnenfobie sluit je niet op met spinnen. En wie vrees heeft voor asbest, geef je uiteraard geen confrontatiemethode met een lijntje gemalen asbest.’ Van den Berg spreekt over de ‘vreemde frictie van angsten’. Waar komen die vandaan? Waarom zijn mensen bang? In zijn behandeling probeert hij het spectrum zo breed mogelijk te benaderen. Hoewel Ekkelenkamps werkzaamheden zich strikt genomen in het beta-domein bevinden, is psychologie hem niet vreemd. Onder het pseudoniem Micquel Bulnes (de achternaam is ontleend aan zijn moeders naam) publiceerde hij een aantal literaire, psychologische romans waarvan de laatste, het belangwekkende Het bloed in onze aderen, handelt over de aanleiding tot de Spaanse Burgeroorlog. Het boek werd genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2012.

“ Wie vrees heeft voor asbest, geef je geen confrontatiemethode met een lijntje gemalen asbest” Jan van den Berg horrorheup Op de vraag naar de oorzaak van vogelfobie (en van andere fobieën) is het antwoord vanuit psychologische invalshoek duidelijk: ‘Het grillige gedrag van een wegrennende muis, een hond die naar je opspringt of een spin heeft alles te maken met de ongewenste inbreuk die deze dieren maken op iemands wereld, op iemands persoonlijke sfeer.’ De angst voor inbreuk in de persoonlijke levenssfeer heeft niet alleen een psychologisch, ook een fysiek aspect. In dit opzicht spreekt Ekkelenkamp op beeldende wijze over een ‘horrorheup’. Ekkelenkamp: ‘Dat is een betrekkelijk recente ontdekking. Mensen met een nieuwe heup van ijzer kregen last van pijn. Wat bleek? De wrijving van metaal op metaal veroorzaakte ijzersplinters. Daardoor ging het weefsel om de heup woekeren en raakte makkelijk geïnfecteerd. De technisch innovatiefste geneeskunde is die van de transplantaties en van de kunstorganen: kunstheupen, -knieën,

* Kester Freriks (1954) is verbonden aan NRC Handelsblad. Hij is schrijver van romans en van boeken over de natuur, waaronder het recente Verborgen wildernis. Ruige natuur en kaarten in Nederland. ** A loys Oosterwijk (1956) volgde de Academie van beeldende kunsten in Arnhem. Grote bekendheid verwierf hij met de strip Willems Wereld in Panorama. Vanaf 2004 is hij rechtbanktekenaar.


10

dubbelinterview

-vaten, -organen en -nieren… Maar al deze implantaten zijn ook een paradijs voor bacteriën. Als beestjes zich er eenmaal aan hechten, krijg je ze bijna niet weg. Dit geeft nieuwe soorten infecties, die voor patiënten verschrikkelijk zijn, maar voor microbiologen ontzettend boeiend.’ vals alarm In tegenstelling tot Jan van den Berg ziet Miquel Ekkelenkamp zelden de patiënten om wie het draait. Hij bestudeert met zijn analisten de kleinste bacteriën die soms zelfs kanker en hart- en vaatstoornissen veroorzaken; steeds verder en dieper speurt hij ernaar. De angst voor deze minuscule organismen zetelt, volgens Van den Berg, vooraan in de hersenen, in de cortex. Voor veel mensen speelt het bestaan van deze onzichtbare bacteriën zich af op een abstract niveau. Volgens Van den Berg luidt de definitie van angst: de aanpassingsreactie op gevaar of vermeend gevaar. Hij geeft een mooi voorbeeld: mensen met hoogtevrees kun je moeilijk twee meter van de rand van een flatdak neerzetten, maar je kunt ze vanzelfsprekend wel op een stoeprand plaatsen zonder dat er enige angst is om te vallen of te springen. Van den Berg: ‘Het vermeende gevaar gedurende de confrontatie op het flatdak veroorzaakt een vals alarm dat zich moeilijk laat uitschakelen. Angst voor vogels hoeft overigens niet direct op de vogel betrekking te hebben, maar kan een afgeleide zijn van smetvrees waarbij men bang is voor de vogelgriep. Mensen maken verschillende combinaties tussen het een en het ander. Vogelgriep en vogels zijn voor de mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar ook een kuchende hoest kan men thuis op de bank angstig in verband brengen met opkomende vogelgriep. Of een dwarrelende vogelveer.’ resistent Een van de oudste en bekendste ontdekkingen in de bacterio­logische wereld is die van het ontstaan van kraamvrouwenkoorts. Artsen begrepen niet dat veel vrouwen vlak na de bevalling in het kraambed stierven. Totdat Ignaz Semmelweis in 1847 ontdekte dat er een verband bestond met de bacteriën, de streptokokbacterie, die zich op de hand

“ De Mexicaanse griep was een doodgewone griep, zoals we die elk jaar zien” Miquel Ekkelenkamp

van artsen bevinden die zojuist een dode patiënt hebben onderzocht. De noodzaak van hygiëne werd erkend. Miquel Ekkelenkamp begrijpt dat de angst van toen nog altijd de angst van nu is. Ziekten als lepra, pest, griep en tropische ziekten als malaria worden nog steeds veroorzaakt door die kleinste organismen. Ekkelenkamp: ‘Bacteriën zijn passagiers, ze reizen mee in ons lichaam, maar zitten ook in ons voedsel. De laatste tijd merken we dat bacteriën op kippenvlees steeds resistenter worden tegen antibiotica. Kippen

worden volgepompt met antibiotica. Door de matige tot slechte omstandigheden waarin ze leven moet dat ook, want anders gaat tien procent dood. De laatste week van hun leven krijgen ze geen antibiotica meer toegediend, dus die middelen krijgen we niet binnen met ons eten, maar wel de bacteriën die in deze kippen resistent zijn geworden. Deze bacteriën kunnen ons infecties geven, die veel moeilijker te behandelen zijn. Dat zien we dagelijks in de praktijk.’ drachtige dieren Ekkelenkamp benadrukt dat door een gebrek aan kennis en gezond verstand er van overheidswege regelmatig fouten worden gemaakt. Een duidelijk voorbeeld hiervan was de bestrijding van de Q-koorts: ‘Men wist al in 2005 dat er iets mis was, maar er is tot 2009 gewacht met het nemen van maatregelen. Het Ministerie van Landbouw dacht kennelijk dat het allemaal wel zou overwaaien. Q-koorts wordt alleen

“ Angst voor dieren is deels cultureel bepaald” Jan van den Berg

verspreid vanuit abortussen van drachtige dieren. Men besloot pas tot ingrijpen toen de dieren al waren gedekt. Als dit inzicht twee maanden eerder was doorgedrongen tot de ministeries had niet één geit geruimd hoeven worden. Dat waren er nu vijftigduizend. Gezond verstand had niet alleen veel leed, maar ook veel geld kunnen besparen.’ Ekkelenkamp citeert instemmend Aexander Rinnooy Kan: ‘Wie denkt dat kennis duur is, weet niet wat domheid kost en ook niet wat onwetendheid aanricht.’ Hij vervolgt: ‘De mechanismen van infectieziekten zijn miljoenen jaren oud, al weigeren we soms ze te begrijpen. Ziekteverwekkers zijn, als ze net op een nieuwe gastheer overspringen, vaak heel gevaarlijk. In loop der tijd passen ze zich aan. Andersom passen dieren zich aan aan hun ziekteverwekkers. De konijnen in Australië gingen in eerste instantie bijna allemaal dood aan de ziekte myxomatose. Tegenwoordig zijn ze helemaal ongevoelig voor de ziekte. Als ziekteverwekkers zich niet aanpassen aan hun gastheer en hun gastheer niet aan hen, dan sterven ze uiteindelijk allebei uit. Parasieten blijven uiteindelijk in leven dankzij deze ontwikkeling. Zouden alle parasieten hun gastheer doden, dan richten ze zichzelf te gronde. Dat voorkomen ze dus zelf door aanpassing. Uiterst ingenieus!’ aankoop In zijn praktijk werkt Jan van den Berg regelmatig met confrontatietherapie. Hij probeert bij zijn patiënten de irrationele angst uit te lokken in een veilig voelende omgeving, waardoor mensen er uiteindelijk mee leren omgaan. ‘Daarnaast zijn er de zogenaamde cognitieve interventies, waarin wij angstige opvattingen bijstellen die niet functioneel zijn. Mensen stellen zich bijvoorbeeld rampscenario’s voor, zelfs


11 bij te verwaarlozen risico’s van bacteriële besmetting,’ aldus Van den Berg. ‘De onzichtbaarheid van bacteriën lokt angstgedachten en onveiligheidsgevoelens uit.’ Is het een idee, vraag ik, wanneer Van den Berg met zijn patiënten een bezoek brengt aan het laboratorium van Ekkelenkamp? Dat ze daar door microscopen naar die onzichtbare wereld kijken van kleine beestjes, micro-organismen, bacteriën? De beide wetenschappers reageren vrolijk. ‘Bacteriën zijn ook interessante helpers,’ aldus Ekkelenkamp. ‘Dat wordt vaak vergeten.’ De angst voor bacteriën wordt ook veroorzaakt door bestuurders en politici. ‘Bestuurders zijn niet bang voor de ziekte, ze zijn bang voor de verantwoordelijkheid,’ betoogt Ekkelenkamp. ‘Hun angst voor verantwoordelijkheid bezweren ze door alle maatregelen te nemen die maar bedacht kunnen worden, ook als deze volledig overbodig zijn. Juist het nemen van allemaal onnodige maatregelen creëert extra gevoel van onveiligheid bij de bevolking.’ Een duidelijk voorbeeld hiervan was de bestrijding van de Mexicaanse griep. Ekkelenkamp heeft zich aldoor uitgesproken tegen de overheidsmaatregelen van de Mexicaanse griep: ‘Het was vanaf het begin duidelijk dat er nooit een dodelijke pandemie zou ontstaan. Dat bleek ook, maar toen zat de overheid met miljoenen bestelde vaccins opgescheept. Om deze aankoop te rechtvaardigen werd er angst gecreëerd.’

“ Nieuwe soorten infecties – voor patiënten verschrikkelijk, voor microbiologen ontzettend boeiend” Miquel Ekkelenkamp Vanuit zijn werkzaamheden als psycholoog kan Van den Berg deze kritische visie beamen: ‘Angst is een slechte raadgever in het besluitvormingsproces. Je wordt geacht een verantwoorde risico-inschatting te maken. Het is een teken van moed en realisme om maatregelen níet te nemen als de objectieve kans voor gevaar klein is. Echter subjectieve angsten in het besluitvormingsproces maken dat we steeds weer blijven overreageren.’ autorijden Miquel Ekkelenkamp heeft zich, onder meer op de Opiniepagina’s van NRC Handelsblad, flink bemoeid in de discussie rondom het vogelgriepvirus en de vaccins.

Miquel Ekkelenkamp is arts en microbioloog aan het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht. Onder de naam Bulnes schrijft hij columns en romans. In 2003 debuteerde met de roman Zorg, gevolgd door de romans Lab en Attaque!. Deze verhalen spelen zich af in ziekenhuizen, laboratoria en psychiatrische klinieken.

“ Bacteriën zijn passagiers, ze reizen mee in ons lichaam” Miquel Ekkelenkamp Volgens Ekkelenkamp zetten ‘onderzoekers en farmaceuten over de hele wereld zich dagelijks in om ons bang te maken voor influenza’. Hij vervolgt: ‘Bij het horen van het woord “griep” en al helemaal bij “vogelgriep” slaat bij bestuurders en politici de paniek toe.’ Volgens Ekkelenkamp is die vrees ongegrond en bestaat er niet zoiets als een ‘horrorvirus’: ‘Aan mazelen, laat staan aan autorijden, gaan elke dag meer mensen dood dan er in totaal, wereldwijd, ooit aan vogelgriep zijn overleden. De Mexicaanse griep was een dood­ gewone griep, zoals we die elk jaar zien,’ aldus Ekkelenkamp. Hij schreef in de krant: ‘Binnen mijn beroepsgroep, de medische microbiologie, was het eigenlijk voor iedereen meteen al duidelijk dat het zo’n vaart niet zou lopen met die Mexicaanse griep. Dat bleek alleen al uit het feit dat in Mexico zelf de hele epidemie voorbij was voordat iemand doorhad dat zij bestond.’ inbeelding Dat Ekkelenkamp de virologen ‘paniekzaaiers’ noemt en het geschetste rampscenario ‘kwaadaardige, ongefundeerde onzin,’ is hem niet in dank afgenomen. Ook zijn kritiek op minister Ab Klink die tegen het advies van de gezondheidsraad in zowat een half miljard euro schade veroorzaakte door vaccins aan te kopen, zorgde voor veel commotie. Angst blijkt telkens weer de slechte raadgever. Met deze visie zijn we feitelijk terug bij het begin, namelijk de grote rol die inbeelding speelt in de menselijke geest. Mensen beschouwen zichzelf vaak bovenmatig kwetsbaar, met name wanneer ze bang zijn. Dat verhoogt gevoelens van onveiligheid. Van den Berg: ‘Door die overschatting blijven mensen met hun aandacht en inbeelding niet afgepast met hun vermeende kwetsbaarheden bezig. Deze steeds terugkerende “aandachtzuigers” zijn niet functioneel en vooral onredelijk.’ Zowel Ekkelenkamp als Van den Berg zetten hun wetenschappelijke overtuiging in om het irrationele aspect van angst voor dieren, zowel de zichtbare als de onzichtbare, weg te nemen. Van den Berg: ‘In mijn behandelpraktijk probeer ik patiënten bewust te maken van hun niet-functionele vermijdingsdrang ten aanzien van spinnen en muizen. Dat mensen anno 2012 gillend wegrennen voor een spin omdat die, in de middeleeuwen, aangezien werd als brenger van pest en builen is voor een onderzoeker als ik bijzonder interessant. Zo hardnekkig zijn denkangsten.’

Jan van den Berg van IPZO is klinisch psycholoog en werkt bij het angstbehandelcentrum IPZO. Daarnaast schrijft hij boeken over angststoornissen en adviseert hij De Nederlandse Hyperventilatie Stichting. Ook houdt hij lezingen over behandelinterventies.


12

groo(t)s

Tekst: Mariken Bokeloh | Beeld: Hugo Schuitemaker*

Dijkgraaf G.J. Doornbos over de waterschappen anno nu Dijkgraaf Doornbos is van origine een buitenmens. Al vroeg was hij onder de indruk van de continue interactie in de natuur. Tijdens zijn jeugd in agrarisch gebied leerde hij de wetmatigheden van de natuur kennen en ervoer hij het belang van schoon water en schone lucht. Als dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland – een van de oudste waterschappen in Nederland –, komt het erkennen van de beperkingen in het sturen van de natuur hem goed van pas.

Waterschappen

diep geworteld in onze maatschappelijke structuur Wat maakt waterschap Rijnland zo uniek en wat is uw rol? Van oudsher hebben mensen elkaar nodig in hun zoektocht naar bescherming tegen water. Water gaat zijn eigen gang, om het te weren moeten krachten gebundeld worden. Rijnland is formeel het oudste waterschap. Wij hebben het oudste bewijs van bestaan: een acte uit 1255. Die ligt hier goed geconserveerd in de kelder. Hoofdtaken van de dijkgraaf en het Hoogheemraadschap zijn in volgorde van belang: veiligheid, voldoende water en schoon water. Dat wil niet zeggen dat we ook in die volgorde handelen. Twee derde van het budget is inmiddels bestemd voor schoon water. Met dertig zuiveringen in Rijnland heeft het Hoogheemraadschap een bedrijfsmatige functie. Een waterschap is financieel niet afhankelijk van rijksoverheid of enig andere partij. Wij heffen zelf belasting en mogen daarom het geld alleen besteden aan water. Deze structuur zorgt voor de veiligste basis ter wereld. Wereldwijd is het anders georganiseerd, waardoor andere belangen voorrang hebben gekregen. Als gevolg van de klimaatverandering wordt de discussie over de organisatie van het watermanagement pregnant en is de belangstelling voor de Nederlandse organisatie groot.

Hoe verenigt u de voorwaarden zo dat de veiligheid voldoende is gewaarborgd en tegelijk ecologische waarden niet worden aangetast? De ‘kaderrichtlijn water’ die overal in Europa de waterkwaliteit moet waarborgen is een uitdaging. Hier in de dichtbevolkte Randstad is het vrijwel onmogelijk om het water terug te brengen naar de natuurlijke staat. Het is een complex geheel; er zijn veel terreinen te bedienen. In Rijnland kom je alles tegen: kust, duinen, bollengebied, oude steden, industriële belangen, agrarische sector, noem maar op. En vergeet niet, de natte natuur zoekt evenwicht. De diversiteit aan gebruik van het land naast elkaar kan dat evenwicht snel verstoren. Wat zijn de uitdagingen en ambities in uw waterschap? Het is interessant om een waterkering te organiseren in de huidige tijd. Een keringfunctie moet gerealiseerd worden in een, door de eeuwen heen ontwikkelde omgeving. Zo hebben we in Rijnland maar liefst 1300 kilometer dijk, waarvan een groot deel is geïntegreerd in stedelijk gebied en verstrengeld met economische belangen. Het aanpassen van keringen is een gigantische operatie. De Randstad is dichtbevolkt en wordt intensief gebruikt. Dat biedt weinig manoeuvreerruimte. In voorgaande decennia was het beleid vooral

gericht op het laag houden van de tarieven. Maar we hebben ook een fors pakket achterstallig onderhoud. Die achterstand willen we inlopen zodat de veiligheid zo goed mogelijk gewaarborgd wordt. Dat doen we niet alleen. In Katwijk gaan we in samenwerking met de gemeente een versterkte kering onder de duinen realiseren waarin een parkeergarage is gesitueerd. Zo blijft het aanzicht behouden, is de veiligheid gewaarborgd en zijn ook de voorzieningen gerealiseerd. De waterschappen staan voortdurend politiek ter discussie. Heeft het voortbestaan van de waterschappen volgens u een toegevoegde waarde? Als het beter zonder kan, moeten we dat doen. Wij moeten handelen in het belang van burgers en bedrijven. Maar de argumenten om de waterschappen op te heffen blijken vooralsnog niet valide en vinden onvoldoende grond. Je raakt met die vraag aan het grondbeginsel… de reden waarom waterschappen zijn ontstaan. En dan blijken deze instanties diep geworteld te zijn in onze maatschappelijke structuur.

* H ugo Schuitemaker is freelance fotograaf. Met zijn bedrijf Zeeliefhebbers verkoopt hij duurzame vis in combinatie met fotografie en recepten. www.zeeliefhebbers.nl


Hoofdtaken van de dijkgraaf: (in volgorde van belang) 足 veiligheid, voldoende water en schoon water


14

reportage

Eendags足kuikens,

paarden & rode

kardinalen

Dieren kijken aan de EU-grens op Schiphol


15

Tekst: Jan Dobbe* | Beeld: Michiel de Jong © Comic House**

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet er op toe dat er via ons land geen dieren illegaal de EU ingaan, dat dieren correct worden vervoerd en verzorgd, en dat er geen nare dierziektes onze Unie binnenkomen. Jan Dobbe ging eens kijken op Schiphol, waar onder andere via het Dierenhotel van de KLM miljoenen dieren per jaar passeren.

Helaas

is niet alles rozengeur en maneschijn in de relatie tussen mens en dier. Mensen halen soms rare fratsen met dieren uit: ze vangen ze illegaal (uit het wild), verpakken ze letterlijk als postpakketje of stoppen ze in plastic flacons en smokkelen ze per vliegtuig of boot de EU in of uit. Ze doen dat omdat sommige dieren heel veel geld opleveren op de zwarte markt. Of omdat ze gewoon niet nadenken. Ook nemen mensen soms ongewild dieren mee met een besmettelijke ziekte die we kunnen missen als kiespijn. Denk aan nare ziektes die ook op mensen overdraagbaar zijn, zoals hondsdolheid – een ziekte die we hier effectief hebben bestreden en die al sinds 1991 niet meer is gesignaleerd. hondsdolheid

Althans, tot voor kort. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit stelde in februari bij een puppy in Amsterdam hondsdolheid vast.

Het hondje werd direct geëuthanaseerd en de GGD Amsterdam nam meteen maatregelen om alle mensen en dieren die met het diertje in aanraking waren geweest op te sporen en te vaccineren. Pas over enkele maanden weet men zeker of de ziekte, die een lange incubatietijd kan hebben, niet verder is verspreid. Het zieke hondje bleek kort tevoren vanuit Marokko te zijn ingevoerd, en is daarbij door

alle controles gekomen. Hoe kan dat, vraag ik Cindy Bunnik, officieel gecertificeerd dierenarts van de NVWA en belast met het toezicht op dieren die de EU binnenkomen via Schiphol: ‘Dat kan doordat dit hondje via Spanje de EU is binnengekomen. Later is de eigenaar met het hondje doorgevlogen naar Nederland, maar toen was hij de Spaanse douane al gepasseerd. Binnen de EU vindt er dan geen controle meer plaats.’ Helemaal waterdicht is het systeem dus niet, ook toezichthoudende diensten zien kennelijk wel eens iets over het hoofd. De mazen in het net daargelaten, lukt het Cindy Bunnik en haar collega’s in samenwerking met douane en marechaussee heel goed om althans op Schiphol de EU-grens te bewaken. Eveneens controleert men de luchthaven Maastricht en uiteraard de zeehaven Rotterdam (geen levende have, alleen dierlijke producten). Ook controleert de NVWA visafslagen, maar dan gaat het meer om illegale bijvangsten, overschrijding van quota of ondermaatsheid van vissen.

puppy’s

Niet alleen op zee- en luchthavens is de NVWA actief om ongeoorloofde invoer van dieren te verijdelen. Ook

binnen de EU probeert men een oogje in het zeil te houden. Zoals vorig jaar, toen inspecteurs maar liefst 84 puppy’s van verschillende rassen in beslag namen bij een vervoerder uit Slowakije en een hondenfokker in Noord-Brabant. De vervoerder had even daarvoor 7 honden bij de hondenhandelaar afgeleverd en werd met de resterende 77 honden achter in zijn wagen aangehouden. De puppy’s werden vervoerd met valse entingstickers in de dierenpaspoorten en vervalste gezondheidscertificaten. Ook was de route van doorvoerlanden niet juist opgenomen. De NVWA bekijkt in zo’n geval meteen ook of er sprake is van overtreding van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en slingert de overtreders op de bon. Terug naar Schiphol. Daar is het de primaire taak van de NVWA (op Schiphol) om de EU-grenzen te beschermen. Cindy Bunnik:

“ Helemaal waterdicht is het systeem niet”

** J an Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Tot 2009 werkte hij bij de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren als hoofdredacteur van het ledenblad DIER. ** Michiel de Jong volgde diverse kunstopleidingen om uiteindelijk voor het vak van striptekenaar te kiezen. Hij publiceert in Zone 5300 en maakte met Milan Hulsing de strip Hanuman in het Algemeen Dagblad. De Jong wordt gezien als Nederlandse vertegenwoordiger van de Atoomstijl in de school van Yves Chaland.


16

reportage

“ Hij had de fragiele vogeltjes in shampooflacons gepropt…” ‘Het gaat dus nadrukkelijk om dieren en dierlijke producten die de EU binnenkomen. Dieren die de EU uitgaan, worden niet door ons gecontroleerd. Dat gebeurt al eerder, elders in Nederland, nog vóór ze hierheen komen. Hier onderzoeken we dieren die de EU uitgaan alleen als we daarom verzocht worden door een van de andere diensten zoals de douane of de marechaussee. Meestal is dat wanneer er wordt getwijfeld aan het dierenwelzijn.’

vier vaste verzorgers en permanent circa zes uitzendkrachten in het hotel, kan men heel veel dieren aan. Alle dieren die via het hotel de EU ingaan, worden door de NVWA gecontroleerd. Worden ze goedgekeurd, dan zijn ze ‘EU-waardig’ en kunnen hun weg vervolgen. Dozen of kennels die door de NVWA zijn gecontroleerd, krijgen de ene na de andere goedkeuringssticker, met bijvoorbeeld als opschrift: ‘Inspection-label, opened and closed by Nat. Inspection Service for Livestock and Meat. BIP Amsterdam EG.’

dierenhotel

Wie als particulier of bedrijf één of meer dieren professioneel per vliegtuig wil laten vervoeren komt vanzelf bij het KLM Dierenhotel terecht.

Men heeft er alle benodigde faciliteiten, dieren­verblijven en vooral knowhow als het gaat om een verantwoord, diervriendelijk transport van levende have. Aan zo’n organisatie kun je je geliefde c.q. waardevolle dieren toevertrouwen. Een huizenhoge poster van Anky van Grunsven aan de muur laat zien dat ook de olympische kampioene haar volbloeden aan het Dierenhotel toevertrouwt. Met een team van vierentwintig animal attendants die de dieren in en om het vliegtuig begeleiden,

heel veel eendagskuikens

Productmanager Raymond Tilburg van het Dierenhotel leidt me rond:

‘Jaarlijks passeren hier miljoenen dieren. Uiteraard veel honden en katten,

meestal van expats die hun huisdier meenemen naar een volgende bestemming. Maar ook zo’n tienduizend paarden per jaar, ontzaglijk veel vogels, en enorm veel eendagskuikens! Dierentuindieren zoals leeuwen en tijgers krijgen we hier ook, maar die accepteren we alleen wanneer ze van dierentuin naar dierentuin gaan of van de ene erkende fokker naar de ander. Vage herkomst of bestemmingen, daar beginnen we niet aan. Daar zijn we heel voorzichtig mee.’ Eendagskuikens, die in grote partijen worden aangevoerd, zijn commercieel gezien welkome

Buitengrens Inspectie Post Inherent aan grote organisaties is het werken met de meest uiteenlopende afkortingen. Zo werken Cindy Bunnik en haar acht collega’s, plus negen assistenten, op Schiphol in een zogeheten BIP: Buitengrens Inspectie Post. Daar werkt men volgens het protocol DOF: Document-, Overeenstemmingsen Fysieke controle. De douane neemt de document­ controle voor zijn rekening en controleert of de gezondheidscertificaten van de dieren kloppen. Bij de overeenstemmingscontrole wordt aan de hand

van identificatiechips of -tatoeages gecontroleerd of de overhandigde papieren ook echt bij deze dieren horen. (Bij dierlijke producten wordt onder meer gekeken naar de etiketten.) De fysieke controle, tot slot, is bedoeld om de gezondheid en het welzijn van de dieren te inspecteren. Cindy: ‘We kijken eerst naar de algemene indruk die de dieren maken. Is die twijfelachtig, dan onderzoeken we ze grondiger om te zien of ze iets onder de leden hebben, dan wel aan ondervoeding of uitdroging lijden.’


17 gasten in het Dierenhotel. Verpakt in grote ‘gebaksdozen’ die met tientallen tegelijk op grote pallets worden binnengebracht, staan de kuikens te wachten op de volgende vlucht die hen weer verder brengt. Tilburg: ‘Het zijn zeer waardevolle diertjes. Ze zijn bedoeld om mee te fokken, het neusje van de zalm. Daar zijn we dus heel zuinig op.’ Het valt me op dat er geen voer of water in de gebaksdozen aanwezig is. En hoewel de dozen heel levendig klinken (het is een getsjilp van jewelste), vraag ik Cindy Bunnik hoe ze daar als dierenarts/controleur tegenaan kijkt: ‘De kuikens kunnen in principe drie dagen zonder voer en water, maar dat is wel het uiterste. Meestal duurt de reis minder lang. Het blijft natuurlijk van groot belang om de dieren regelmatig te controleren en in de gaten te houden of het allemaal nog wel goed gaat. Daarvoor zijn er dan ook professionele begeleiders aan boord, die kunnen ingrijpen als het mis dreigt te gaan.’

fysieke controle

katten zijn dat diverse benches (individuele

gezien moeten hebben.’ Wat nu als er iets mis is met de dieren? Tilburg: ‘Als er iets mis is met de papieren, er is bijvoorbeeld sprake van een foutieve vaccinatiedatum, dan zijn de dieren nog niet “EU-waardig” zoals wij dat noemen. Ze worden dan in de “Aanhoudingsruimte” ondergebracht – een isolatieruimte waar de dieren worden verzorgd totdat de kwestie is opgelost.’ Voor de paarden zijn dat ruime, van elkaar gescheiden boxen en voor kleinere huisdieren zoals honden en

groep’ omdat hier nogal eens mensen tussen zitten die een dier illegaal meenemen. Gewoon, in hun handbagage, of in hun binnenzak. Cindy: ‘In de helft van de gevallen gaat het om mensen die zo naïef zijn te denken dat ze hun huisdier zomaar mee kunnen nemen, zonder de benodigde inentingen en goedkeuringscertificaten. We zorgen dan dat in overleg met betrokkenen de formaliteiten alsnog worden geregeld. In de meeste gevallen gaan de dieren een aantal weken of zelfs maanden in quarantaine, waar

In de taakomschrijving van de kennels). En wat gebeurt er als de problemen NVWA-controleurs staat dat ze ‘bij niet kunnen worden opgelost? Cindy: ‘Dan gaan levende dieren in alle gevallen een de dieren terug naar het land van herkomst.’ fysieke en welzijnscontrole uitvoeren, waarbij de gezondheid van de dieren rode kardinalen wordt gecontroleerd.’ Hoe zit dat bij heel Op Schiphol onderscheidt men grote aantallen dieren, zoals die grote partijen dieren die via het Dierenhotel van de eendagskuikens? Cindy: ‘Het is natuurlijk KLM binnenkomen en dieren die via ondoenlijk om alle kuikens afzonderlijk te de aankomsthal binnenkomen, meest controleren, dus is de stelregel dat we bij grote in het gezelschap van hun baasje of partijen 10 procent van de dieren daadwerkelijk verzorger. Deze laatste groep is de ‘risico-

“ Zo’n tienduizend paarden per jaar, ontzaglijk veel vogels, en enorm veel eendagskuikens”


18

reportage

“ Het is natuurlijk ondoenlijk om alle kuikens afzonderlijk te controleren” ze alsnog worden onderzocht en de vereiste inentingen krijgen. Het geeft een hoop onnodig oponthoud, kosten en rompslomp, dat wel.’ Minder leuk wordt het als mensen willens en wetens proberen een of meer dieren het land binnen te smokkelen. Cindy vertelt het verhaal van een man die in de aankomsthal werd aangehouden met twee tropische vogels in zijn sokken. ‘Het ging om twee rode kardinalen. Hij had de fragiele vogeltjes in shampooflacons gepropt, nylonkousen eromheen gedaan en vervolgens in zijn sokken verstopt. De douane heeft hem eruit geplukt en ons erbij gehaald. Los van het ontbreken van de noodzakelijke papieren is het natuurlijk volstrekt ontoelaatbaar om dieren op zo’n manier te vervoeren! De vogeltjes hebben het overleefd en zijn in beslag genomen. Ze zijn via de Dienst Regelingen [dienst van het ministerie van EL&I, belast met nazorg voor in beslag genomen dieren, red.] naar een opvangadres gebracht. Daar krijgen ze alle benodigde (medische) verzorging en goede huisvesting. Het is nog niet duidelijk wat er uiteindelijk met de vogeltjes gebeurt, maar het zou mooi zijn als ze weer in het wild kunnen worden uitgezet in het land waar ze thuishoren. De man kreeg natuurlijk een fikse bekeuring

en draait op voor alle gemaakte kosten voor opvang, transport en medische zorg.’ Cindy en haar collega’s kijken al niet meer op van dit soort smokkelmethoden: ‘Je maakt de gekste dingen mee. Laatst nog iemand die supergiftige schorpioenen uit India in post­ pakketjes had gestopt en die zo het land in wilde smokkelen. Of giftige spinnen in luciferdoosjes, met gaatjes in het deksel geprikt voor zuurstof.’ uniek in europa

Als je je dier(en) door de lucht wilt laten vervoeren via het Dierenhotel, ben je verplicht een zogeheten Pets Agent in te schakelen. Zo’n agentschap is

gespecialiseerd in de veelal complexe administratieve en juridische eisen waar het luchttransport van dieren moet voldoen. Tilburg: ‘We doen alleen zaken met deze agentschappen. Als het via hen loopt, weten we tenminste dat het allemaal goed is voorbereid en lopen we

niet snel tegen onprettige verrassingen aan.’ Het vervoer van dieren is een commerciële zaak, er is veel concurrentie van andere Europese vluchthavens. Ten tijde van de zeer besmettelijke vogelgriep die een aantal jaren geleden in Nederland heerste, verkeerde het Dierenhotel in zwaar weer. Tilburg: ‘Toen mochten er bijvoorbeeld geen kuikens vanuit of via Nederland vervoerd worden, en liepen de transportlijnen via andere landen. Daardoor zijn we wel een paar klanten kwijtgeraakt. Maar gelukkig is er geen enkel land in de EU dat kan spreken van een heus Dierenhotel met eenzelfde hoog serviceniveau als wij hebben. Dat is echt uniek in Europa. Vandaar dat we nog steeds uitstekend draaien.’ Het is dus duimen voor het Dierenhotel dat er geen nieuwe besmettelijke dierziekte de kop opsteekt. Daar zorgen nu juist Cindy en haar collega’s van de NVWA weer voor – en zo is de cirkel rond.

“ Het vervoer van dieren is een commerciële zaak”


[ advertorial ]

Van lusthof tot volkstuin 25.03 t m 28.10.2012 www.princessehof.nl Het gehele tuinseizoen is in Leeuwarden de tentoonstelling Groen Geluk te bezoeken in Keramiekmuseum Princessehof. Tuinen uit verschillende eeuwen vormen het decor voor keramiek met een groen tintje. Een tentoonstelling die de echte tuin- ĂŠn keramiekliefhebber niet mag missen!


20

mijn landschap

Je bent er in twaalf seconden aan voorbij Tom Claassen over naar buiten kijken en de noodzaak van oningevulde ruimte Landschap, landschap, waar hebben we het dan over? Wat ik nu op de keukentafel voor me zie, is ook een landschap. En een tentoonstellingsruimte is een soort binnenlandschap. Doordenkend over de grenzen van de term denk ik toch dat er een stukje buiten mee wordt bedoeld. Maar dan ben je er nog niet. Als je uit het raam van een vliegtuig kijkt bijvoorbeeld, wat je dan ziet is eigenlijk geen landschap, er is geen horizon… Het is meer een topografisch genoegen, compositorisch enorm onderhoudend.

‘Naar buiten kijken’ is een

van mijn favoriete bezigheden. Al van kleins af aan. Wanneer we op vakantie naar Spanje gingen bijvoorbeeld zat ik dwars op de achterbank van onze DAF 55 stationcar eindeloos naar het oosten te kijken. Op een goed moment kom je dan langs de Alpen en daar wilde ik dan naartoe, ik wilde er op. Maar ja, die ouders bleven gewoon doorrijden. Jawel, jawel, die schade heb ik later ingehaald. Maar, het verlangen is niet verdwenen. Om te beginnen duurt het al wandelend úren voor je een fatsoenlijke Alp onder je voeten hebt, en je wilt natuurlijk naar die hoogste, helemaal daarginds. En daar dan weer helemaal óp. Wat dat betreft is de wereld, nu vliegen zo gewoon is geworden, er niet leuker op geworden. ‘Helemaal aan de andere kant van de wereld’ klinkt natuurlijk stukken beter dan ‘acht uur

vliegen’. Het onbekende moet dus ergens anders gezocht worden. Ik bedoel, er moet oningevulde ruimte zijn, terrein open blijven. Daarom vind ik die industrieterreinen rond de steden – weer een heel andere soort landschap trouwens – zo interessant. Nee, niet de industrieterreintjes met autosloperijen en kleine werfjes die we al sinds eind jaren tachtig leuk vinden, maar de nieuwbouwterreinen van ná die tijd met van die systeemhallen die net klaar zijn! Misschien doordat de economie slechter draait, ik weet het niet, maar er poppen kleinschalige, levendige activiteiten op. Cursusbedrijfjes, kunstenaarsateliers, meditatiecentra, van alles. Ik zie daar zelfs eethuisjes opduiken, wanneer die straks misschien ook ’s avonds openblijven moet je je voorstellen hoe het er dan gaat uit zien. Of het in Denemarken waar ik deels woon minder

geregisseerd is? Ik weet het eigenlijk niet, ik voel me hier vooral op bezoek. We wonen op het platteland en de weilanden hier dat is echt wel van ‘afblijven’, boeren vinden het heus niet goed wanneer ik hier een beetje doorheen zou gaan crossen. En gelijk hebben ze. Het merendeel van mijn werk maak ik speciaal voor een specifieke locatie. De Zandloper bijvoorbeeld, een recent ontwerp samen met NIO Architecten voor de Delflandse kust. Op de grens van het oude en het nieuwe duin waar je uitzicht hebt over een man-made omgeving – je ziet containerkranen bij de Maasvlakte, appartementen­ gebouwen bij Scheveningen en een zee van glazen daken – bedachten we een baken. Een instrument met tentakels, een dier met een stalen vel waarvan je kunt afvragen of-ie uit zee is komen kruipen.


21

Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: Gert-jan van Rooij

In het niemandsgebied tussen dorp en strand wacht de Zandloper de toeristen op die uit Monster het strand naderen. Het project is trouwens afgeblazen, het hoogheemraadschap had de vrees dat de Zandloper in geval van storm het wegslaan van het duin zou versterken. Behalve de wisselwerking met de locatie, het omringende landschap hou ik in mijn achterhoofd dat het werk ook autonoom bestaansrecht heeft. De olifanten langs de A6 bij Almere bijvoorbeeld zijn zo groot dat ze boven het talud uitsteken,

Tom Claassen studeerde aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda. In 1992 werd hij geselecteerd voor de Prix de Rome (beeldhouwen/beeldende kunst en openbaarheid). Hij ontving diverse prijzen, zoals de Aanmoedigingsprijs Stad Amsterdam en de Charlotte Köhler Prijs. Veel werk van Claassen heeft een plaats gekregen in de openbare ruimte. Vooral zijn dierfiguren laten zich van verre herkennen.

niet onder de brug door kunnen en de lijnen van de fly-over doorbreken. Een andere kwaliteit van dit formaat is dat je ze ook zíet, rijdend over de snelweg ben je er in twaalf seconden voorbij. Je draait er bovendien omheen, wat een filmisch perspectief geeft. Om die reden maakte ik vijf olifanten die bovendien precies hetzelfde zijn, alles bij elkaar genomen heb je er uiteindelijk hopelijk één goed gezien. Als je me vraagt of er een plek is waar ik graag iets zou willen maken: ja, die is er. Staand met je rug naar de Stopera zie je in de tegenoverliggende gevelrij hoog naast een torenspits een fascinerend element, een kubus. Daar wilde ik altijd al een transparant volume bovenop zetten met een glazen wenteltrap en een grote bak water erin. En daar dan iets oranjes in, een krokodil ofzo. Nooit sprake van geweest, maar wie weet is het nijlpaard op IJburg wel het resultaat van deze fantasie, hier gebeurt namelijk precies het omgekeerde, je kijkt er van bovenaf op. Of ik speciaal gesteld ben op een specifiek landschap? Niet echt. Alhoewel, de streek rond Wageningen en Nijmegen, mijn broer woont daar, met z’n meanderende rivieren vind ik heel mooi. Maar waar dat nu aan ligt? Ik rijd er vaak in de lente naartoe, met van dat raam-open-blotearmen-weer, misschien is dat het. Of misschien ligt het wel aan mijn broer.

• Schets van de Zandloper, een ontwerp voor de Delflandse kust samen met NIO Architecten


22

Verhaal

Tekst: Cees Nooteboom* Beeld: Eddy Posthuma de Boer

2 JAGTLUST, een wandeling

V

orige keer schreef ik over mijn eerste blik op Groeneveld, een onbenaderbaar droomgezicht uit de verte, verlichte ramen waarachter schimmen bewogen die op mijn fantasie werkten: wat zouden dat voor mensen zijn die daar woonden? Zonder valse schaamte, ik was een oorlogskind, gescheiden ouders, vader omgekomen in 1945, pleegouders, kostscholen, om in een verwarrende wereld overeind te blijven had ik een eigen, andere wereld bedacht, zonder twijfel romantisch, waarin ik alleen kon zijn en die ik niet met anderen hoefde te delen. Uit de eerste, onhoudbare fantasiewereld is mijn boek Philip en de Anderen ontstaan, waarin een vreemde monnik, een Chinees meisje en natuurlijk een kasteel, een rol zouden spelen. De beek bij Groeneveld die mij liet nadenken, de stille en uitgestrekte bossen, het gezicht op het kasteel, de liftreizen door de Provence, naar Rome, en later naar Spanje, dat alles moet een rol gespeeld hebben bij het besluit om in de gemeente­ bibliotheek van Hilversum aan tafel te gaan zitten om het eerste hoofdstuk van dat boek te schrijven, al is besluit misschien niet het goede woord. Dat boek kwam vanzelf, het diende zich aan, mijn naam zou er op staan, en vanaf dat ogenblik was ik schrijver. Het was alsof iets me was overkomen, en al had ik dat boek dan zelf geschreven, ik zou nooit het gevoel helemaal kwijtraken dat het buiten mij om gegaan was. Zelfs nu, meer dan vijftig jaar later denk ik nog steeds dat alles wat daarna gebeurd is tot op de dag van vandaag een gevolg is van dat eerste boek en die eerste jaren. Plotseling leerde ik nieuwe mensen kennen, kwam terecht in een wereld die aansloot bij de romantische fantasieën van die vroege jaren. Een van die mensen was Fritzi ten Harmsen van der Beek, en zij, die zelf in een poëtische wereld woonde en meer dan wie die ik in mijn leven ontmoet heb die poëzie leefde, zou degene zijn die mij in de wereld van de mensen achter de ramen zou binnenbrengen. Achteraf is het makkelijk om die wereld van bohème, van drank en talent te doorzien, aan de betovering van haar stem, die Remco Campert en zoveel jaren later nog Roland Holst


23

zou inspinnen, die eindeloze fabulerende guirlandes van woorden in hese, betogende zinnen, viel niet te ontkomen, en nog steeds, als ik haar stem hoor op de weinige opnames die er van haar gemaakt zijn komt het weer terug, het grote huis in Blaricum, de tekeningen overal, de glazen voorwerpen op alle kozijnen, de drank足 handelaar met zijn rekeningen die ik van de deur moest houden, haar broer Heintje met wie ze haar erfenis erdoor gejaagd had als in een veenbrand, de dichter Sontrop die op een benedenverdieping woonde als een boze tuinkabouter, het is een tover die blijft, en die elke keer als ik haar gedichten lees die nog niets van hun kracht verloren hebben, terugkomt. Pas veel later zouden er ook sporen van die dagen zichtbaar worden in mijn boek De Ridder is gestorven, zonder dat dat voor anderen duidelijk was. Er waren nog geen bestsellerlijsten, ik had dan wel een boek gepubliceerd maar moest nog werken op een reclamebureau, kwam in het weekend met de bus en een fles Izarra of groene Chartreuse naar het stille Blaricum en haar zo andere wereld, en het moet op een van die weekends geweest zijn dat we de lange wandeling ondernamen van Jagtlust naar Groeneveld.

* Cees Nooteboom (Den Haag, 1933) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandse schrijvers. Van zijn romans en reisverhalen verschenen vertalingen over de hele wereld. In 2003 kreeg hij de Oostenrijkse Staatsprijs voor Europese Literatuur, in 2004 de P.C.Hooft-prijs, en in 2009 de Prijs der Nederlandse Letteren.


24

essay

Ik ben beestjes Nut en onnut van ‘dierkens’ in, en op de mens

In en om de mens krioelt het van de ‘beestjes’. Wespen, bijen, muggen kunnen ’s zomers picknicks, terrasmaaltijden en kampeerplekjes verpesten. Tekenbeten zijn soms de bijwerking van een mooie boswandeling. Luizen teisteren scholen en kinderhoofden. De natuurlijke reactie is vaak: verdelgen. Of: wegwezen. Toch zijn die zichtbare lastpakken uitzonderingen. De meeste beestjes in en om de mens zijn onzichtbaar. En onmisbaar. Sommige speelden een grote rol in de evolutie, bij het ontstaan van de mens. Sommige hebben zich zelfs ingebouwd. * W im Köhler (1953) is medisch redacteur van NRC Handelsblad. Hij studeerde fysische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen en begon zijn journalistieke werk bij de Universiteitskrant Groningen en het populair-wetenschappelijke maandblad Natuur & Techniek.


25

Tekst: Wim Köhler* | Beeld: Jan van der Veken

De beestjes

in dit verhaal zijn de ‘dierkens’, de beweeglijke ‘animacules’ die Antoni van Leeuwenhoek ongeveer 300 jaar geleden ontdekte, kijkend door zijn zelfgemaakte vergrootglazen. Van Leeuwenhoek noemde zelfs bewegende spermacellen ‘dierkens’. Het bericht aan de ‘Koninglijke Sociëteit tot London’ waarin hij de ontdekking van spermatozoa (‘zaaddiertjes’) beschrijft, begint met: ‘Van de levende dierkens in de hommen of mannelijke zaden van de visschen, ende in de testiculen van de dieren…’ Hij zag dikkopjes met lange zwiepstaartjes zwemmen. Spermacellen zijn geen dieren maar cellen, weten we tegenwoordig. Geen complete ‘dierkens’. Bacteriën (die Van Leeuwenhoek als eerste zag, in zijn tandplaque) en virussen zijn ook geen dieren, maar we negeren de moderne indeling van levende organismen. In dit artikel horen bacteriën en virussen bij de ‘beestjes’. als baby

Virussen staan vooral bekend als vervelende ziekteverwekkers. Verkoudheid, mazelen en griep zijn

virusziekten waar de meeste mensen weer van herstellen. Aids, sars en ebola zijn vaak dodelijke virusziekten. Maar er bestaat ook een goedaardig virus. Dat zorgde ervoor dat wij als baby ter wereld konden komen. Zodra de snelste van de spermacellen die Van Leeuwenhoek al zag zwemmen een rijpe eicel heeft bevrucht, ontstaat er een embryo. Dat komt na een paar dagen uit de eileider in de baarmoeder aan. Daar gaat het zich innestelen. En moet er een placenta ontstaan, waardoor de moeder haar kind negen maanden lang van voedsel kan voorzien. Die placenta groeit dankzij een virus dat tientallen miljoenen jaren geleden een verre voorouder van alle zoogdieren infecteerde. Ook de mens stamt van die voorouder af. Dat virus (HERV-W heet het) heeft ervoor gezorgd dat mensen – en alle zoogdieren – levende jongen baren. En geen eieren meer leggen en uitbroeden.

verzekeren. Het hoeft ook niet op zoek naar nieuwe gast­ heren. Hedendaagse verkoudheidsvirussen moeten dat nog wel. Die zijn nog niet voldoende aangepast aan de diersoorten die ze infecteren. HERV-W hoeft, zoals de moderne ronddolende virussen, ook geen dodend afweersysteem meer te weerstaan. Beter kun je het, zeggen evolutiebiologen, als virus niet treffen. varkensharten HERV-W is lang niet het enige virus dat zich voorgoed tussen de genen van een gastheer heeft gevestigd. In het menselijk DNA, maar ook in het erfelijk materiaal van varkens, apen, honden, katten, zelfs van alle planten zitten honderden van die virusgenen en resten van virusgenen. Die voorgoed gevestigde virusgenen hebben ook een schaduw­ kant. Ze zijn er de oorzaak van dat doodzieke hartpatiënten geen varkenshart als donorhart kunnen krijgen. Er waren eind jaren negentig al speciale, genetisch veranderde varkens gemaakt, waarvan de harten in mensen geen ernstige afweerreacties zouden veroorzaken. De eerste transplantaties met die varkensharten stonden op het punt te beginnen. Allereerst door mensapen een varkenshart te geven. Toen kwamen die virussen aan het licht. Een aantal virusdeskundigen waarschuwde voor het gevaar. Het was onzeker of de virusgenen in varkens, eenmaal met een varkenshart in de mens gebracht, weer actief zouden kunnen worden. Als dat gebeurde was de ramp niet te overzien. Er zou een ernstige nieuwe infectieziekte onder mensen kunnen ontstaan. Met een wereldwijde epidemie en miljoenen doden als gevolg. Maar aan HERV-W heeft de mens altijd veel plezier beleefd.

“ Wie op de weegschaal staat, weegt een paar ons darmbacteriën mee”

nieuwe gastheren

De placenta ontstaat alleen als tijdens de innesteling van het embryo, precies op tijd, een fusie ontstaat tussen cellen van het embryo en van moeders baarmoederbekleding. Het virus

HERV-W had een gen dat celfusies verzorgt. Was HERV-W er niet geweest, dan zouden onze moeders ons nog hebben moeten uitbroeden. Of we zouden in een broedmachine ter wereld zijn gekomen. Het fusiegen van HERV-W is onderdeel van het pakket van ruim 20.000 genen dat bij mensen van ouder op kind overerft. Maar het is van oorsprong een virusgen. HERV-W heeft zichzelf miljoenen jaren geleden onsterfelijk gemaakt door zich voorgoed in de genen van een gastheer of gastvrouw te vestigen. En dat besmette dier was succesvol in de evolutie. Misschien wel omdat het levende jongen kon baren. En HERV-W profiteerde mee. Want het virus hoeft geen nieuwe virusdeeltjes te maken om zijn voortbestaan te

oerbacteriën

Er is nog zo’n ‘beestje’ geweest dat vroeg in de evolutie onderdeel is geworden van cellen waar uiteindelijk de mens uit is geëvolueerd. Het zijn de mitochondriën. Dat zijn kamertjes in levende cellen die de cel van aangepaste energie voorzien. Mitochondriën zitten in alle lichaamscellen van de mens, maar ook in de lichaamscellen van alle andere dieren. En zelfs in plantencellen. Mitochondriën waren honderden miljoenen jaren geleden een bacteriesoort die met andere levensvormen in symbiose is gaan leven. Uit die symbiotische levensvorm zijn later planten, reptielen, amfibieën, vissen, vogels en zoogdieren geëvolueerd. Want die hebben allemaal mitochondriën zoals de mens die heeft. Planten profiteren ook nog van een ander inwonend ‘beestje’. De bladgroen­ korrels die zonlicht, kooldioxide en water omzetten in koolhydraten zijn ook restanten van oerbacteriën.


26

Essay

steriel

Wie ver genoeg terug kijkt in de tijd ziet dat in iedere lichaamscel van de mens talloze andere ‘beestjes’ leven. Zij kunnen niet buiten de mens en wij

kunnen niet buiten hen. Gemakshalve rekenen we ze tot de ‘onderdelen’ van de mens. Ook al omdat nog niet eens zo lang bekend is dat mitochondriën van oerbacteriën afstammen. Andere beestjes zijn bekender. En ze zijn in de mens duidelijker herkenbaar. De baby die dankzij HERV-W veilig in de baarmoeder groeit, krijgt langzaam maar zeker ook een echte darm. Die is steriel, terwijl in de darmen van volwassen mensen wel een miljoen maal tien miljoen bacteriën leven. Wie op de weegschaal staat, weegt een paar ons darmbacteriën mee.

“In vergelijking met de ‘dierkens’-activiteiten binnenin de mens, is het buiten maar een dooie boel” steenpuisten

We weten nog niet half hoe nuttig die dierkens in de darmen zijn. De afgelopen jaren zijn er allerlei

nieuwe functies ontdekt. Darmbacteriën helpen met het verteren van voedsel. Bestanddelen die onze eigen spijs­ verteringssappen niet klein krijgen vinden ze lekker. Bonen bijvoorbeeld. En daarbij produceren die bacteriën kwalijk riekende gassen. Ook maken ze wat vitaminen waar we profijt van hebben. Zolang we ze niet te uitbundig voeden zijn ze dus erg vriendelijk. Maar dat zijn ze alleen als ze blijven waar ze zijn: in de darm. Ons afweersysteem dat ons beschermt tegen ziekten houdt ze in de gaten. O wee, als die vriendelijke darmbacteriën door de darmwand heen breken en in ons bloed of in onze longen terechtkomen. Dan kan zich een levensgevaarlijke bloedvergiftiging of longontsteking ontwikkelen. Maar ze kunnen ook huidinfecties en steenpuisten veroorzaken. Een baby wordt in zijn eerste levensdagen besmet met bacteriën die zich in zijn darm kunnen vestigen. Er zijn wel honderd bacteriesoorten die dat kunnen. En het best is het om een mix van de soorten te krijgen die in het ouderlijk huis de darmen bevolken. Ieder gezin heeft zijn eigen mix van bacteriën. Een beetje viezige bevalling is daarom helemaal niet erg. Een moeder die al persend poep laat glippen, en de baby die daarmee in contact komt, vormt een prima eerste contact met de familiale darmflora. schijn

Die darmflora, leeft die nou ín of óm de mens?

De darmen zitten in het lichaam, zoveel is duidelijk. Het lijkt dus of de darmbacteriën ín de mens leven. Maar dat is schijn. Biologisch gezien leven de darmbacteriën ‘buiten’. De huid is de strikte grens tussen binnen en buiten. Wijzelf

“ In menselijk DNA zitten honderden virusgenen en resten van virusgenen” én de virussen die zich voor altijd in onze genen hebben gevestigd én de mitochondriën in al onze cellen, zijn de enige vaste bewoners binnen die huid. De anderen horen buiten. Van mond tot anus loopt een buis, bestaand uit mond, keel, slokdarm, maag en darmen. Die buis is ook met een soort huid bekleed. Het is huid met speciale functies. De maag heeft een zuurbestendige huid. De darmen nemen door die huid het verteerde voedsel in het lichaam op. Het spijsverteringskanaal is een hooggespecialiseerde ‘binnenbuitenkant’. Niet alleen in de darmen, maar in het hele spijsverteringskanaal wemelt het van de dierkens. Tandplaquebacteriën groeien razendsnel op tanden die een dagje niet gepoetst worden. En waar steeds suikerwater en nu en dan wat vet passeert. Bij niet goed poetsen en flossen, en bij consumptie van veel ‘tussendoortjes’ veroorzaakt het zuur van die tandplaquebacteriën snel tandbederf en pijnlijk tandvlees. En wat lager bezorgen maagbacteriën in tijden van stress hun gastheer brandend maagzuur en maagzweren. kolonies

In vergelijking met de ‘dierkens’-activiteiten aan de binnenbuitenkant van de mens, is het aan de buitenbuitenkant, op de zichtbare huid, maar een dooie boel. Ook daar zitten bacteriekolonies,

onzichtbaar voor het blote oog, maar lang niet zo veel als in de darm. Soms vestigen zich echte dieren op de buitenhuid. Een luizenkolonie op een kinderhoofd bijvoorbeeld. Maar luizenmoeders, luizenbriefjes, luizenshampoo en soms een ouderwetse netenkam maken er een tijdelijk probleem van. Vuile scholen en zelden gewassen jassen en mutsen zorgen ervoor dat het probleem steeds terugkeert. Maar dat zijn de uitzonderingen in dit schone en koele land. In tropische landen belagen veel meer parasieten, insecten en wormen de mens en zijn huid. Van Leeuwenhoek bestudeerde nog uitgebreid de vlo (Pulex irritans). Maar mensenvlooien zijn in dit schone landje niet makkelijk meer te vinden.


[ advertorial ]


28

wende

“ D e overheid is als de wind. Als je hem tegen hebt, moet je harder fietsen�


29

Tekst: Matthijs Sienot* | Beeld: Marco Bakker**

Jan Betten, oprichter van Nudge, over het versnellen van groene burgerinitiatieven.

cynisch zijn,

Je mag best maar niet in mijn buurt Op het gebied van duurzaamheid maakt

Nederland bepaald geen meters, eerder centimeters. Desondanks ondernemen burgers en bedrijven allerlei groene initiatieven. En dat is goed nieuws, volgens Jan van Betten, de oprichter van consumentenplatform Nudge. Want ecoprojecten vliegen pas echt als burgers ze zélf willen of zélf het initiatief nemen. Met Nudge wil Van Betten groene burgerinitiatieven versnellen door ze te verbinden met de juiste partijen in onderwijs, wetenschap, overheid of bedrijfsleven. En voor duurzame initiatieven van bedrijven zoekt Nudge juist geïnteresseerde consumenten.

Noem Jan van Betten, voormalig CEO van Reed Elsevier Duitsland, gerust een expert op het terrein van de relatie van de gemiddelde consument met duurzaamheid. Hij was er namelijk zelf een. ‘Daarom begrijp ik ook zo goed hoe de meeste mensen er in zitten, die zijn er helemaal niet mee bezig.’ Maar hoe zag jij dan het groene licht? ‘Ja, dat vragen veel mensen. Het was geen bliksemschicht die insloeg, het was meer een proces. We verhuisden van een Nederlandse stad naar het Duitse platteland waar ik veel meer in contact kwam met de natuur. Voorts raakte ik na een lange wandeling in gesprek met mijn buurman, een keuterboer die zijn hoofd nauwelijks boven water kon houden. Hij vroeg mij: “Vindt u het normaal dat er boeren zijn die hun koeien de hele dag antibiotica in het water geven, omdat ze bang zijn dat ze ziek worden?” Zo zette hij me aan het denken. Ook andere gebeurtenissen en mensen zorgden dat ik uiteindelijk dacht: Het moet anders en dat moeten we met elkaar doen, maar hoe?’ Die hoe-vraag beantwoordde Jan van Betten met Nudge, een consumentenbeweging die streeft naar een groene economie door duurzame initiatieven overal kleine zetjes (‘nudges’) te geven. Inmiddels, een jaar na oprichting, hebben al bijna 25.000 mensen zich aangesloten. Ze hebben daarvoor

een stip gezet op de online Nudge-kaart van Nederland. Maar wordt onze samenleving echt duurzamer van groene stippen op een website? ‘Tja, we krijgen vaker cynische vragen over onze stippen. Maar dat laat ik een beetje over me heen komen, want daarmee ga je in elk geval niks bereiken. Mensen mogen best cynisch zijn, maar niet in mijn buurt. Uit het koor van cynici klonk ook: je komt nooit verder dan 15.000…’ Ook op vragen over het huidige, zogenaamde ‘kolenkabinet’ dat een verdere verduurzaming zou frustreren, reageert Jan van Betten luchtig. [Ten tijde van dit gesprek was het kabinet nog niet gevallen, red.] ‘De overheid zie ik als de wind. Als je hem tegen hebt, moet je harder fietsen.’

Dus trapt Nudge lekker door. Waar de organisatie vorig jaar met een klein team werkte aan 7 projecten die zich op z’n best laten kwalificeren als ‘sympathiek’, daar helpen nu al bijna 3500 vrijwilligers actief mee aan 32 impactvolle initiatieven. Neem de actie Zonnekracht. Hierbij geven Nudgers zich op als ‘buurtburgemeester’ om samen met buurtbewoners zonne-energie in hun wijk mogelijk te maken. Er zijn nu al 164 buurtburgemeesters. En Nudge streeft naar 1000 buurtburgemeesters, die elk gemiddeld 20 daken bedekken met ten minste 6 zonnepanelen. Zo bouwt Nudge aan een groene economie die begint aan de basis. Jan van Betten: ‘Want het helpt natuurlijk veel als mensen zelf willen.’ Grote bedrijven als Alliander, ING en Accenture onderschrijven de consumentenkracht van Nudge en hebben zich aangesloten als partner. Hierdoor krijgt Nudge van kritische eco-twitteraars echter nog wel eens het verwijt dat ze de duurzame beweging van onderaf inzet voor winstgroei van grote bedrijven. Jan van Betten: ‘Moeten we ons concentreren op nichespelers die groen als gras zijn of op grote jongens die nog een lange weg te gaan hebben? Ik zeg beide, want als je die mammoettankers in de juiste richting krijgt, heb je nog meer impact.’

*Matthijs Sienot is publicist en uitgever van hetkanWel, de website over groener, eerlijker en leuker leven. **Marco Bakker is freelance portretfotograaf.


30

Ander beeld

Vrienden voor het leven Wie de woonkamer van Marleen Damen binnenkomt wordt van verschillende kanten aangestaard. Verspreid door het leefgedeelte staan Mechelse herder Nicky, labrador Mandy, maltezer Woepie, bastaard Toby, en ihasa apso Wammes. Bijten doen ze niet, de honden zijn opgezet. De zevenenveertigjarige Eindhovense laat al haar overleden honden opzetten. Ze heeft er nu zes in de woonkamer, de zevende heeft ze deze ochtend opgehaald. Ze knuffelt ze regelmatig en het biedt haar troost. Haar ouders staan in een urn boven.

Tekst: Brigitte van Mechelen Beeld: Arie Kievit / Hollandse Hoogte


31


32

K a f en Ko r e n

Tekst: Bram van de Klundert | Beeld: Jos Collignon*

Verslagen, samenvattingen, reflecties, standpunten en inzichten Expeditie

Een jaar wilderniservaringen in Nederland

Expeditie Wildernis Natuur

is voor mij altijd belangrijk geweest, van de merel in de dakgoot en de houtwal in de Achterhoek tot de leegte van Lapland of de rijkdom van de Donaudelta. Toen ik als puber Walden van Henry David Thoreau las over zijn verblijf in de wildernis spraken twee dingen daarin me in het bijzonder aan: de verwondering over wildernis als de plek waar de hand van de mens niet domineert en de intensiteit van de ervaring die het ‘alleen zijn’ met zich meebracht. Een verlangen was gewekt. Op een zondagochtend bedacht ik dat het tijd was om aan dat verlangen tegemoet te komen: me eens echt onder te dompelen in natuur en te onderzoeken of in Nederland nog iets van wildernis te beleven is. Ik schreef de directeuren van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten met de vraag of zij een Thoreau-ervaring mogelijk wilden maken. Dat wilden ze en zo kon ik een jaar lang een week per maand in ‘een wildernis’ doorbrengen. Steeds zou ik een dag of vijf alleen

en zonder enige afleiding in een wildernis verblijven. Aan het eind van elke week zou ik een gast ontvangen waarmee ik een etmaal lang de wildernis zou ervaren en de betekenis ervan bespreken. Het begon in januari met een week op de oostpunt van Schiermonnikoog, en eindigde via Veluwe, Oostvaardersplassen, Tiengemeten, Biesbosch, Weerribben, Bargerveen en Rottumerplaat op het eiland Griend tussen de ijsschotsen. Het werd een jaar van intense natuurervaringen; ervaringen van schoonheid, verwondering, mededogen, bewondering, maar ook van onverschilligheid en afgrijzen. Er waren momenten van verbondenheid met alles wat leeft en ervaringen die raakten aan het sublieme, in de betekenis die Kant er ooit aan gaf. Hij onderscheidde twee soorten sublieme ervaringen: de mathematische die je kunt ervaren bij een

* Jos Collignon is tekenaar en cartoonist en maakt sinds 1992 politieke prenten voor de Volkskrant. In januari 2010 won hij de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening.

oneindige sterrenhemel en de dynamische bij overweldigende natuurkrachten. Voor mij kwam er nog een dimensie van het sublieme bij: de ervaring van de kracht, diversiteit en massaliteit van het leven zelf.

“ De ervaring van de kracht, diversiteit en massaliteit van het leven zelf” Veel heb ik geleerd van de gesprekken met mijn gasten. Hun achtergrond was gevarieerd: wetenschap, filosofie, politiek, kunst, journalistiek. In alle rust en zonder afleiding gingen de gesprekken al snel de diepte in. Het ging over schoonheid als troost, over de ambiguïteit in onze liefde voor dieren, over onze behoefte aan wildheid in een wereld die steeds meer weg heeft van een dierentuin, over ons verlangen


33 column marjan slob

naar een Arcadië dat er misschien nooit was, over een behoefte aan rituelen waarbij de natuur een rol zou kunnen spelen. De confrontatie met eenzaamheid was bijzonder. We worden in ons dagelijks leven constant geïnformeerd, geamuseerd, afgeleid. De eerste keer zag ik op tegen het dagenlang alleen zijn zonder

“ Projectiescherm voor onze angsten en verlangens” enige mogelijk aan mezelf te ontsnappen, zonder telefoon, computer of boeken. Na een jaar oefenen en veel mediteren ging ik mij uiteindelijk zelfs verheugen op een week op Griend waar het zelfs onmogelijk was een gast te ontvangen. De combinatie van eenzaamheid en meditatie gaf mij uiteindelijk een heel sterk gevoel van thuis zijn op de plek waar ik was en thuis zijn in mezelf, in een steeds legere en steeds prettigere ruimte. Is mijn beeld van wildernis veranderd? Mijn verlangen naar plekken waar het leven ruimte heeft voor autonomie, verwondering, authenticiteit is groter geworden en ik zie het belang van wildheid als tegenpool voor onze gecontroleerde wereld alleen maar groeien. De natuur is altijd een projectiescherm geweest voor onze angsten en verlangens. Sinds mijn wildernisjaar is mijn zorg om de toekomst van wildernis helaas toegenomen. Als het aan Bleker ligt, zal de natuur nog slechts een spiegel zijn waarin we onszelf aanstaren. •

Vogelvrij Jean-Jacques Rousseau filosofeerde dan wel dat de menselijke goedheid het beste tot expressie komt in de onbedorven natuur, als kind wist ik al beter. De natuur kan een idylle zijn. Maar het is ook de plek van grensoverschrijding, van wetteloosheid. Van gedrag dat het daglicht niet verdraagt. Midden in het dorp, direct achter het rijtjeshuis waar ik als schoolkind woonde, lag een braakliggend veld waar wij na het eten vaak speelden. Voor mij was het enorm; het gras kwam er tot mijn schouders. Wij buurtkinderen legden hele gangenstelsels aan waarin we veldslagen uitvochten. Ik was er ook weleens alleen, liggend op mijn rug, kijkend naar de voorbijtrekkende wolken. Beschut door het hoge gras kon ik mezelf zijn zoals nergens anders, onder een eindeloze koepel vol licht, lucht, planten en onbestemdheid. In mijn verbeelding kan ik altijd terug­ keren naar dit veldje, ook al staat er nu al jaren een enorm bakstenen gebouw waarin het dorp zijn feesten viert.

“Zelf hield ik schone handen” Op dit veldje ervoer ik misschien wel mijn eerste momenten van bewust geluk. Maar hier zag ik ook mijn eerste echte wreedheden. Ik keek toe hoe de stoerste jongens kikkers kwelden en handenvol slakken in de sloot gooiden, die treurig en zinloos – blup blup – naar de bodem zonken. Het is ook op dit veldje dat ik zelf een wandaad beging die me nog steeds achtervolgt. Aan het einde van het zandpad stond een huis, waarop een bordje ‘onbewoonbaar verklaard’ was getimmerd. In dat huis woonden twee oude vrouwen. Heksen, nogal wiedes! Wij kinderen zagen deze schuwe vrouwen nauwelijks, maar zij hadden wel een waslijn op dat veldje. Op een dag dat die waslijn vol schone lakens hing, heb ik de jongens ingefluisterd om er kluiten en modder tegenaan te gooien. Zelf hield ik schone handen. De jongens hadden het gedaan! Bijna onmiddellijk voelde ik dat het niet klopte. De bedenker van een wandaad draagt natuurlijk ten minste zoveel schuld als de uitvoerders. Maar het kwaad was geschied.

Tekst: Bram van de Klundert is programmamanager bij WNF en columnist voor het tijdschrift Landwerk.

Dit landje, de natuur uit mijn jeugd, bood mij mijn eerste gevoel van vrijheid. Maar natuur is altijd ook ‘de groene mantel van Satan’ (John Fowles). Het groen waarin misdaden zich ongezien en ongestraft kunnen voltrekken. •

lezersaanbieding

Marjan Slob is filosoof, schrijver en moderator. www.marjanslob.nl

Over zijn ervaringen tijdens verblijf in Nederlandse ‘wildernissen’ schreef hij het boek Expeditie wildernis: ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. Uitgeverij Landwerk isbn 978 90 501 1414 1  |  prijs € 19,95 ex

aanb ied in g: vijf GR NV LD mag . emplaren weggeven

stuur een mail in te re ss e? en adres naar met uw naam landwerk.nl ek@ be w.halle


34

K a f en Ko r e n

Natuurbeleid

Nieuwe ta al voor natuur Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen. (Uit: gedicht ‘De Dapperstraat’ van J.C. Bloem)

Jacques Bloem had de natuur niet nodig om zich wel te bevinden en domweg gelukkig te zijn. Afgezien van de constatering dat de natuur hier niks meer voorstelt, is de schoonheid van de grauwe stedelijkheid genoeg voor wie niet veel verwacht. (Iets niet verwachten is een andere gemoedstoestand dan tevreden zijn.) Van natuur moet je ook niet veel verwachten, want het is teruggebracht tot de grootte van een krant. Je moet het doen met de verborgen wonderen die je zomaar opeens kunnen toevallen, in de framing van het moment: een wolk gekaderd door een dakraam. Bloem verruilde, door toedoen van levensgezellin Clara Eggink, de stad voor het platteland van Noordwest Overijssel en ligt daar nu onder de groene zoden van Paasloo. Er zijn weinig plekken in Nederland te bedenken met meer natuur in de buurt. Niet verwacht en toch gekregen. Het stukje ter grootte van een krant is in het kader van het Natuurbeleid bevorderd tot de ‘hooge staat’ van Nationaal Park. Bloems natuurbeeld wordt altijd geciteerd in een context van schaarste. En dan, wat is natuur nog in dit land? Schaarste lijkt dominant in het beschouwen van natuur. Het wordt allemaal minder: soorten sterven uit, steden rukken op, landbouw verdringt natuur, ammoniak, onkruidbestrijdings­

middelen enzovoorts. De schaarste leidde tot bewaren, er zuinig op moeten zijn, er hekken omheen plaatsen, tot er vanaf moeten blijven. Dat kwam tot uitdrukking in woorden als beheren, reserveren, conserveren. De beheerders groeiden als kool en zijn zaonder dat ze er erg in hadden de nieuwe grootgrond­ bezitters namens ons allen. Dat riep ook verzet op. Voor een nieuwe generatie lijkt het bovendien een weinig aantrekkelijk perspectief. Het is de natuur waar je op bezoek moet, die moet worden uitgelegd en die niet van jezelf is. Vreemd is dan weer dat schaarste niet leidde tot het economisch waardevol worden van natuur, terwijl schaarste toch het centrale begrip van de economie is. De natuur wordt wel gewaardeerd maar staat niet op de balans van de Nederlandse economie, voor zover ik weet. Het lijkt erop dat het Bloems natuurbeeld en het beleid dat er bij hoort net zo vergaat als Bloem zelf die op zijn graf liet zetten: Voorbij, voorbij o en voorgoed voorbij.

Steun voor het bewaren en het maken van nieuwe natuurterreinen brokkelt af en verlegt zich naar een breder perspectief van het bewaren van de planeet voor volgende generaties. Hoe komt dat dan? Is het omdat onze beleving van de ‘plek’ – en zelfs van een eigen plek – verschuift van lokaal naar footloosemondiaal? Op een bord op landgoed Groeneveld staat: ‘70% van de jeugd komt nooit in de natuur.’ Maar dat betekent niet dat jongeren niet van natuur houden; ze beleven het anders en zoeken andere vormen. Natuur is evengoed de Zuidpool, als de Oostvaardersplassen. De zeearend in de achtertuin en Happy Feet strijden om de aandacht. Doe hier wat goed is voor de natuur overal: think global – act local. Zorgvuldig zijn in je eigen gedrag,

is ook zorgen voor de toekomst van de planeet. Het belang van de natuur is: schepsel onder de schepselen; er zijn en er mogen zijn. Een dergelijke nieuwe houding waarbij natuur deel van onszelf uitmaakt, vinden we bij dichter Mark Boog. Onverwacht en ongevraagd aanwezig. Natuur is iets dat zijn eigen gang gaat, een grootheid waartoe men zich moet verhouden. Een natuur die geen mensen nodig heeft en evenmin beleid behoeft?

Maar visie begint niet met een classificatie. Natuur begint niet met ‘of je er verstand van hebt’, maar ‘of je er van houdt’. Alleen waar dat zo is kan natuur in een drukbevolkt land als het onze bestaan. We moeten de natuur opnieuw snoeien. Natuur is wel eeuwig, want sterfelijkheid is ook natuur. Maar de richtingen die wij kiezen zijn niet voor de eeuwigheid. Laten we vooral open staan hoe in de cultuur van jongeren naar natuur gekeken wordt. Elke generatie

Van natuur, dat wat bijgeknipt moet worden, krijgen we niet snel genoeg. Ze is de wreedheid in de liefde, mestsmaak in de wijn, de rotting in het wildbraad. We maken onze tuin iets ruig, bevinden ons er ’s avonds wel als in een spannend boek met goede afloop. (De schoonheid is het bijgeknipte. Niet het wilde, evenmin het mooie.) Haar achteloosheid is haar ergerlijkste eigenschap. Het tussen de tegels uit, het woeker, het koud en het warm, te nat, te droog: zo onnadenkend. Snoei, ons wapen, leidt tot bloei, in richtingen en kleuren die wij kozen. De spa de aarde in, gevogelte verschrikt, de wormen aangemoedigd. Zij brengen zuurstof in de grond, zij ruimen op wat rest. (‘Natuur’ uit: De encyclopedie van de grote woorden van Mark Boog)

Wreedheid, mestsmaak, rotting, ruig, achteloosheid, woeker, onnadenkend. Menselijke bemoeienis is snoei, we kiezen kleur en richting en bevinden ons er tijdelijk wel. En dan ruimt de natuur de resten weer op.

“ think global – act local” Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft een voorzet gegeven om tot nieuwe woorden te komen en onderscheidt vier soorten natuur.

moet zijn houding ten opzichte van natuur opnieuw vormgeven. Er is behoefte aan nieuwe visies en in het verlengde daarvan aan nieuwe arrangementen om die natuur vorm te geven en te beheren. Opnieuw zoeken; misschien heeft de natuur ons wel gemist? • Bovenstaande tekst is de weerslag van een verhandeling over ‘visie(s) op natuurbeleid’ die Jan Hartholt, directeur van Kasteel Groeneveld, op uitnodiging van Flevolandschap tijdens de ledencontactdagen in Almere, Lelystad en Emmeloord heeft gehouden.


35 Duurzaam nieuws

iNSnet wil informeren, bewustmaken en stimuleren Je bent groen en wil wat doen voor de wereld. Zo beginnen veel duurzame projecten en zo startte tien jaar geleden ook iNSnet. De duurzame wereld zag er nog heel anders uit dan nu. Veel mensen waren bezig voor zichzelf het wiel uit te vinden. Google, Facebook en Twitter bestonden nog niet. De groene startpagina, die Stichting iNSnet in 2002 introduceerde, was in de eerste plaats bedoeld om alle projecten aan elkaar te koppelen: netwerken aan elkaar knopen om zo synergie te bereiken. Daar komt ook de naam vandaan: InterNetwork for Sustainability. Engels, omdat de activiteiten in die tijd vooral internationaal waren gericht. Dat veranderde toen Al Gore in 2006 veel aandacht voor duurzaamheid en klimaat genereerde met zijn film An Inconvenient Truth. Het leek of Nederland uit een groene winterslaap ontwaakte. integrale visie Google en Gore zorgden ervoor dat iNSnet een tandje kon bijzetten: door de komst van de zoekmachine verschoof de belangstelling op de website steeds meer naar nieuws en Gore bracht een golf van nieuwe aandacht voor groen op gang. Om de vlag meer aan de lading aan te passen is de naam van de nieuwssite toen omgedoopt in Duurzaamnieuws.nl. Alle aandacht voor het klimaat­ probleem heeft uiteindelijk flink geholpen om voor het voetlicht te krijgen waar het werkelijk om gaat: een integrale visie op, en aanpak van, duurzaamheid. Als we alle problemen die we met de planeet en de ecologie – en inmiddels ook met de economie – ondervinden op een rij zetten, kunnen we onder aan de streep niet anders concluderen dan dat het allemaal gevolgen zijn van menselijk handelen. Het resultaat van alsmaar meer willen hebben van alles. Zonder daar de echte prijs voor te willen betalen. meetmethode iNSnet koppelt professionele dienstverlening op gebied van

nieuws- en informatievoorziening, media exposure, onderzoek en toekomstige trendontwikkeling aan ecologische en sociale verantwoordelijkheid en laat zien dat je ook op een zakelijke manier succesvol kunt werken voor mens en milieu. Inmiddels ontwikkelden zich nieuwe activiteiten vanuit de stichting: projecten, die duurzaamheid in de brede zin helpen versterken. Zo zet iNSnet zich in voor een betrouwbare meetmethode voor duurzaamheid in de samenleving en in de economie. Dat het daaraan schort toonde econoom Roefie Hueting al in 1965 aan met de introductie van het begrip ‘Duurzaam Nationaal Inkomen’. De kern van dit idee is dat niet alleen gekeken moet worden naar financiële opbrengsten, maar ook naar de kosten aan verlies aan natuur, gezondheid en reserves. Inmiddels is rond het begrip ‘Duurzaam Nationaal Inkomen’ het platform Duurzame en Solidaire Economie ontstaan. Mede als gevolg van de inspanningen van deze groep heeft het CBS twee jaar geleden de Monitor Duurzaam Nederland geïntroduceerd, waarin wordt proefgedraaid met alternatieve en

duurzame manieren van meten van economisch resultaat. zelf doen In het belang van de stabiliteit en de duurzaamheid van de economie zouden burgers meer zelf moeten doen. Zij kunnen ook meer dan ze denken. Zelf opwekken van energie bijvoorbeeld. Om daar concreet mee te experimenteren heeft iNSnet samen met ODE (Organisatie voor Duurzame Energie) coöperatie de Zonvogel opgericht. Belangrijkste doel van die vereniging is om ook mensen zonder geschikt (eigen) dak toch zelf zonne-energie op te laten wekken. Andere projecten van iNSnet zijn: de Duurzaamheidmonitor, een van

markt gebracht. Na verbranding dient de as weer als meststof voor tuin of landbouw. uitkijkpost en graadmeter Via de website Duurzaamnieuws.nl draagt iNSnet ook bij aan bewustwording van burgers. Deze site met duurzame nieuwsfeiten is voor de stichting een fantastische uitkijkpost en graadmeter voor wat leeft op gebied van duurzaamheid, en tegelijkertijd een geweldig platform om zinvolle projecten in het veld effectief te steunen en promoten. Want het is natuurlijk leuk om een mening te verkondigen, wat telt is hoeveel groene streepjes er aan het einde van de dag te turven zijn. Daar doen we het voor, toch? •

“ Het resultaat van alsmaar meer willen hebben van alles” de eerste onderzoeken naar duurzaam consumentengedrag; Repair Café als zelfwerkplaats voor het repareren van kapotte spullen (in plaats van weggooien) samen met Martine Postma; Planet Ads, het eerste groene advertentienetwerk. Een van de meest recente initiatieven is een onderzoek naar het sluiten van de kringloop voor paarden­mest, helemaal cradle-tocradle. Hierbij wordt stalmest verwerkt tot nieuw bacterieel neutraal stalstrooisel. Uitvalmateriaal van het proces en materiaal dat niet herbruikbaar is, wordt verwerkt tot brandstof (pellets) die deels wordt gebruikt als energie voor het productieproces. De rest wordt op de

Tekst: Peter van Vliet is de oprichter van Stichting iNSnet Duurzaam nieuws is te vinden op: www.duurzaamnieuws.nl


36

Oogst

Tijdens mijn kinderjaren speelde ik vaak met bouwdozen, waarmee ik menig gefantaseerd huis optrok, compleet met grachten, bruggen, poorten, tuinen en hekken. Ik creĂŤerde feitelijk kasteelachtige huizen die op buitenplaatsen leken. Zou het in het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats geen leuk idee zijn om een wedstrijd te organiseren, waarin (jeugdige) deelnemers hun gedroomde buitenplaats ontwerpen, die zowel klassieke als eigentijdse elementen moet bevatten? Wie weet leidt dit artikel tot inspiratie.

10 top

buitenplaatsen

Iedere buitenplaats is uniek gids Eind dit jaar verschijnt bij Uitgeverij Noord-Holland een gids met een compleet overzicht van alle 550 historische buitenplaatsen die ons land nog telt.

informatie meer lezen over genoemde en andere historische buitenplaatsen: www.buitenplaatsen2012.nl www.menkemaborg.nl www.twickel.nl www.mooigelderland.nl www.kasteelgroeneveld.nl www.buitenplaatsbeeckestijn.nl www.huistemanpad.nl www.kasteelkeukenhof.nl www. brabantslandschap.nl/natuurgebieden/ west/mattemburgh.html www.kasteel.amstenrade.net


37

Tekst: René Dessing* | Research: Jan Holwerda** | Beeld: Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, Nic Barlow

Buitenplaatsen bezitten iets

magisch. Misschien omdat zij op grootse wijze een diepgeworteld verlangen naar het buiten­ leven vormgeven. In buitenplaatsen harmonieert de natuur met architectuur en andersom. Groen en rood vormen samen een totaalkunstwerk waarbij ieder onderdeel essentieel is. Menig 18de-eeuws regent ontwierp als amateur­ architect zijn eigen buitenverblijf. Dat was gewoon in die tijd. Men schilderde, schreef poëzie of ontwierp gebouwen. Als volleerde architecten lieten eigenaren hun eigen buitenplaatsen vaak uitvoeren door Amsterdamse meester-aannemers. Land was geen probleem want veel gefortuneerde Amsterdammers bezaten dit ruimschoots, nadat zij met elkaar nieuwe landbouwgebieden tot ontwikkeling hadden gebracht. Hieronder geef ik een overzicht van buitenplaatsen die mij aanspreken vanwege hun geschiedenis, een persoonlijk verhaal of hun vorm. Ik zeg bewust niet ‘de mooiste buitenplaatsen’, want iedere buitenplaats is uniek.

1

In het Noorden bevindt zich de 14de-eeuwse Menkemaborg. Deze vanouds verdedigbare borg of stenenhuis in Uithuizen werd in 1920 een museum met een historiserende tuin. In de borg zijn stijlkamers ingericht, waar te zien is hoe gefortuneerde Groningers destijds leefden. Lopend tussen de dubbele rij lindebomen van de toegangslaan, is het lastig om niet onder de indruk te raken van de schoonheid die de Menkemaborg uitstraalt. De fraaie tuin wordt met veel liefde door vrijwilligers bijgehouden.

2

In Friesland steken Dekemastate bij Jelsum en Oranjestein bij Oranjewoud elkaar naar de kroon. Oranjestein ligt fraai in de bossen van Oranjewoud. Het complex is altijd in particuliere handen geweest waardoor de eenheid goed is bewaard. Ieder jaar tijdens augustusweekends zijn de tuinen opengesteld. Dan valt er veel te genieten op de smalle, slingerende paadjes die leiden door de glooiende tuin, langs

bos, een hertenkamp en tuinpaviljoens. De tuin werd door Lucas Pieter Roodbaard (1782-1851) ontworpen en verdient meer dan regionale aandacht.

3

In Overijssel kan ik niet om Twickel in AmbtDelden heen. Dit grote buitengoed bezit veel agrarische grondgebieden die in erfpacht zijn uitgegeven. Het huis dateert uit 1347. Door de eeuwen heen werkten hier vele bekende tuinarchitecten zoals Daniel Marot (1661-1752), Jan David (1791-1870) en zijn zoon Louis Paul Zocher (1820-1915) en recent nog Micheal van Gessel (1948). De grote tuin, moestuin en de bossen rond Twickel vormen een topattractie.

hun huidige vorm aan het begin van de 18de eeuw. Op Beeckestijn werd de eerste landschappelijke tuin in ons land aangelegd. Deze tuinarchitectonische vorm waaide destijds over uit Engeland. Vereniging Hendrick de Keyser en Natuurmonumenten beheren samen het geheel. Het Manpad is particulier bezit. Daar zijn veel 18de-eeuwse tuinelementen bewaard gebleven zoals zichtassen en tuin- en slingermuren (met 230 meter de langste van Europa). Dat buitenplaatsen soms ingrijpend van vorm kunnen veranderen, bewijst het bij Lisse gelegen Kasteel Keukenhof, dat er ooit uitzag zoals Huis te Manpad. In de 19de eeuw kreeg het huis

“ Compleet met grachten, bruggen, poorten, tuinen en hekken” In Gelderland moet Rosendael bij Roosendaal worden genoemd. Het kasteel, dat behoort tot de Stichting Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen en uit de 14de eeuw dateert, kent een geschiedenis waarin werd verbouwd, uitgebreid en gesloopt. De kern van het huis is een zogenaamd donjon. Dit is een verdedigbare (woon)toren. Meer buitenplaatsen hebben in oorsprong met fortificaties te maken. Vanuit het huis heeft men een heerlijk zicht op de stromende sprengen en vijvers en op de tuinen waarin zich de bekende bedriegertjes bevinden.

4

In Utrecht kies ik natuurlijk voor Kasteel Groeneveld, een echte klassieke buitenplaats. Hier heerste geen economische bedrijvigheid, zoals op veel landgoederen wel het geval was. Hier genoot men. De moestuin en boerderij bevoorraadde enkel de eigen kasteelkeuken. Nu zorgt Staatsbosbeheer voor het park en bos terwijl het Ministerie van EL&I het huis gebruikt. Na een renovatie gaat het kasteel deze zomer weer open. Dan is een hervonden huis te bezoeken waarin bijvoorbeeld de keuken haar oude vorm terugkreeg.

6

5

In Noord-Holland zijn twee buitenplaatsen het vermelden waard: Beeckestijn te Velsen en Huis te Manpad in Heemstede. Beide huizen zijn typische voorbeelden van buitenplaatsen zoals Amsterdammers die in de 17de eeuw bouwden. Het Manpad uit 1632 is een van de oudste buitenplaatsen in de kuststreek. Beeckestijn is van 1648. Beide huizen kregen

7

8

zijn torens, kantelen en andere oude bouw­ vormen. Veel mensen weten niet dat de wereldberoemde Keukenhof deel uitmaakt van het bezit van Kasteel Keukenhof. Het huis is onlangs ingrijpend gerestaureerd en nu weer te bezoeken. In de tuin bij Kasteel Keukenhof bevinden zich nog restanten van oude duinen die elders in deze vorm zijn verdwenen. Bij Woensdrecht bevindt zich het mooie landgoed Mattemburgh. Het huis uit 1851 heeft een neoclassicistisch voorkomen. In de tuin zijn zowel Engelse landschappelijke als formeel Franse tuinelementen te vinden. Op de Matten­ burgh bevindt zich ook een oranjerie en een ijskelder. Daar werd ’s winters ijs opgeslagen, dat men in de zomer kon gebruiken. Aardig is ook dat men hier de traditie van het aanleggen van bloemperken met eenjarigen in ere houdt.

9

Amstenrade nabij Heerlen voeg ik graag aan deze opsomming toe. Dit huis staat dicht bij België en Duitsland waardoor stijlkenmerken uit die landen zijn overgenomen. Het interieur is uniek voor ons land en bestaat ondermeer uit stucelementen in de zogenaamde Luiks classicistische stijl. De vroegste vermeldingen over Amstenrade dateren uit de 14de eeuw, maar rond 1780 kreeg het huis haar huidige vorm. Het park, dat tendeert naar de Engelse landschapstijl, telt veel bijzondere bomen en struiken. Amstenrade is particulier bewoond. Men kan het huis (af )huren voor ontvangsten of als trouwlocatie.

10

* René W.Chr. Dessing is voorzitter Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012. ** Jan Holwerda studeerde tuinarchitectuur aan wat nu Van Hall Larenstein heet en is betrokken bij onder andere het Tuinhistorisch Genootschap Cascade.


38

oorsprong

Slimme dijken

• Hondsbossche en Pettemer Zeewering


39

Tekst: Jan Dobbe* | Beeld: ARCADIS

Voor een nóg hogere beschermingsfactor Zo’n 17.000 kilometer aan dijken en duinen beschermen ons land tegen het (zee) water. Het waterpeil stijgt echter steeds sneller als gevolg van klimaatverandering. We moeten dus alles op alles zetten om de beschermingsfactor hoog te houden. Onze dijken beschermen immers tien miljoen mensen die onder zeeniveau wonen… Een nieuwe troef in de strijd tegen het water is de ‘slimme dijk’, een dijk die zelf aangeeft wanneer het hem te veel dreigt te worden. • IJmuiden

“ Nederland heeft de strengste ­normering voor waterveiligheid ter wereld” Objectief gezien is Nederland niet echt een uitgelezen plek om te leven. Een groot deel van het land, met tien miljoen inwoners en een geïnvesteerd vermogen van 1800 miljard euro, ligt onder zeeniveau – griezelig idee. Maar de aanwezigheid van veel water biedt ook kansen, kijk maar naar het succes van de Rotterdamse Haven. Dus zijn we hier gebleven en hebben het land tot bloei gebracht. Om deze welvarende delta te beschermen, hebben we in de loop der eeuwen een stelsel aan duinen en dijken aangelegd met een totale lengte van meer dan 17.000 kilometer. Het op orde houden van deze waardevolle bescherming kost heel veel geld. Bovendien moeten we nu extra investeren, want door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. En de bodem zakt, langzaam maar zeker. Berekeningen leren dat in het jaar 2100 de zeespiegel als gevolg van klimaatverandering zo’n

60 tot 100 cm gestegen kan zijn, terwijl de bodem in het westen van het land ieder jaar 1 à 2 cm daalt. De klimaat­ verandering zorgt er bovendien voor dat er meer neerslag valt, met als gevolg extra hoge waterstanden in rivieren, meren en kanalen. Kortom, we moeten flink aan de bak. rampen De Watersnoodramp van 1953 is een Nederlands trauma dat zijn weerga niet kent. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 was de rampzalige combinatie van springtij en noordwesterstorm te machtig voor de toenmalige zeewering, en zo overstroomde een groot deel van Zeeland, West-Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden. Meer dan 1.800 mensen en talloze dieren verdronken en 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Dat mocht nooit meer gebeuren…

* J an Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Tot 2009 werkte hij bij de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren als hoofdredacteur van het ledenblad DIER.


40

oorsprong

Bril kopen? Augustus 2003 In de gemeente Wilnis (Utrecht) slaat het water in de Ringvaart een gat in de Ringdijk, waardoor een hele wijk onder water komt te staan. 1500 mensen moeten worden geëvacueerd. Als de boze bewoners de burgemeester ter verantwoording roepen, kan hij hen niet uitleggen waarom deze ramp niet voorkomen kon worden. Het hoogheemraadschap moet eveneens toegeven niet te hebben geweten dat de dijk in zo’n slechte staat was. Volgens de dijkgraaf zijn de dijken kort tevoren nog allemaal gecontroleerd op stabiliteit. Daarbij bleek dat er bij enkele dijken reparaties nodig waren, maar deze dijk was daar niet

bij. ‘Als we gisteren hadden gecontroleerd, hadden we misschien wel niets gezien,’ aldus de dijkgraaf, die daarop te horen krijgt ‘dat hij maar eens een goede bril moet kopen’. Januari 2004 In de dijk van het Julianakanaal in de Limburgse gemeente Stein ontstaat een lek. Honderden mensen worden geëvacueerd en het scheepvaartverkeer wordt stilgelegd. De dijk is ernstig ondermijnd en over een lengte van tien meter is ongeveer twee derde van het dijklichaam ingezakt. Het water sijpelt door de dijk. Voor de gemeente komt de dijkverzakking totaal onverwacht.

Januari 2012 Door extreem hoog water dreigt bij het Groningse dorp Tolbert een dijk door te breken. Tientallen mensen uit de Tolberter Petten, een polder waarin zo’n veertig huizen en boerenbedrijven staan, worden geëvacueerd. Ook een honderdtal dieren wordt in veiligheid gebracht. Incidenten zoals hierboven omschreven kosten weliswaar niet het leven aan vele mensen, ze kosten de gemeenschap wel veel geld en ze ondermijnen het vertrouwen van de burger in het waterveiligheidssysteem. Opvallend in deze voorbeelden is dat de verantwoordelijken geen van allen zagen

• Hellevoetsluis

“ Een dijk wordt iedere twaalf jaar aan een soort APK-keuring onderworpen” De Deltawerken werden gepland en uitgevoerd om in elk geval het zeer kwetsbare westen van ons land voorgoed tegen overstroming te beveiligen. Maar ook de rest van het land moest van rampen gevrijwaard blijven. Daarom heeft Nederland de afgelopen zestig jaar gewerkt aan een geweldig hoge beschermingsfactor. ‘Veruit de strengste normering ter wereld,’ aldus Marco Veendorp, hoofd Adviesgroep Waterkeringen bij ingenieursbureau ARCADIS. Hij is expert op het gebied va n waterwerken in het algemeen en slimme dijken in het bijzonder. ‘Het dijken- en duinenstelsel dat de Randstad tegen zee en rivieren moet beschermen, is gebouwd volgens de norm dat de kans op overstroming 1 op 10.000 is. Dat betekent in de praktijk dat de dijken die wij als zeewering hebben gebouwd, vijf meter hoger zijn dan de normale hoogwaterstand.’ Ter vergelijking noemt Veendorp de normering voor de dijken rondom New Orleans, een stad met miljoenen inwoners en nog maar kort geleden (2005) hard getroffen door overstromingen: ‘Daar is de norm 1 op

200 – een aanmerkelijk verschil.’ De beschermingsfactor is niet overal in ons land zo extreem hoog. Veendorp: ‘De primaire waterkering voor gebieden met minder inwoners en minder economische waarde heeft een beschermingsfactor die varieert van 1 op de 4.000 tot 1 op de 1.250. Dat blijft nog altijd zeer veilig.’ Het grootste deel van onze waterkeringen zijn zogenaamde ‘regionale keringen’. Die liggen langs de polders, kanalen en vaarten overal in het land. Als het daar eens fout gaat hebben we geen grootschalige ramp met veel slachtoffers zoals in ’53, maar ondervinden we wel aanzienlijke materiële schade en heel veel overlast, bijvoorbeeld vanwege grootscheepse evacuatie van mensen en dieren. In een aantal gevallen had dit met de inzet van digitale dijkbewaking, ofwel slimme dijken, voorkomen kunnen worden.


41 aankomen dat er iets mis zou gaan. Pijnlijk. Mede daarom is de watersector gaan studeren op innovatieve methoden om zeperds als in Wilnis, Stein en Tolbert tot nul te reduceren. ‘De traditionele manier om dijken te beheren is het visuele toezicht,’ legt Marco Veendorp uit. ‘Iemand loopt of rijdt over de dijk, hij vaart er een keer langs en beoordeelt wat hij ziet. Zo kan hij een duidelijke scheur of beschadiging signaleren. Maar hij kan niet ín de dijk kijken. Een lekkende waterleiding, de waarschijnlijke oorzaak van de dijkdoorbraak in Stein, kan hij bijvoorbeeld niet vaststellen. Het is juist voor dit soort gevallen dat “slimme dijken” in een grote behoefte kunnen voorzien.’

• Dijk bij Wilnis

24 uur Wat zijn ‘slimme dijken?’ Veendorp: ‘Slimme dijken zijn voorzien van elektronica zoals sensoren en glasvezelkabels. Die zijn op hun beurt verbonden met computers die op een centrale plaats uitgelezen worden. De sensoren meten voortdurend zaken als waterdruk, vochtigheid, temperatuur en vervormingen. Zo kun je 24 uur per dag, zeven dagen per week, in de gaten houden wat er in, om en onder de dijk gebeurt. Het intelligente systeem herkent ongewone veranderingen, zodat het een waarschuwing kan afgeven ruim voordat de dijk bezwijkt. Zo weet je dus in een vroegtijdig stadium dat je moet ingrijpen.’ Een dijk die zelf aangeeft of het hem teveel dreigt te worden, dat is nog eens veilig! Incidenten als in Wilnis, Tolbert en Stein kunnen zich dan immers niet meer voordoen, want er kan tijdig worden ingegrepen. Veendorp beaamt dit, maar er zijn nog meer voordelen: ‘Ook financieel kan dit op termijn besparingen opleveren. Een voorbeeld: een dijk bestaat

voornamelijk uit grond, te weten zand en klei. Als we een dijk versterken, wordt hij soms hoger maar vaak breder. Omdat we niet heel precies weten hoe grond zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden, nemen we het zekere voor het onzekere: we maken hem net wat hoger en breder.’ Overdimensionering heet dat in het jargon. ‘En hoe hoger en breder, des te meer grond er nodig is en des te duurder de dijk wordt. Met de inzet van slimme dijken kunnen we de onzekerheid kleiner maken en is het verantwoord om net wat minder hoog en breed te gaan en zo flink wat geld te besparen.’ kostbaar Omdat we Nederland zo veilig mogelijk willen houden, wordt een dijk iedere twaalf jaar aan een soort APK-keuring onderworpen. Hij wordt dan als het ware met de loep bekeken, doorgelicht en centimeter voor centimeter geïnspecteerd, op zoek naar (verborgen) gebreken. • Dijkversterking Enkhuizen-Hoorn

Veendorp: ‘Zo nodig wordt er opgehoogd, versterkt of vernieuwd. Daarna moet de dijk weer minimaal vijftig jaar meekunnen.’ Met het oog op de stijgende zeespiegel moet het verbeteren van de dijken nu extra goed gebeuren. Veendorp rekent me voor dat het versterken van de primaire waterkering, dat is de kering met de hoogste normering, gemiddeld 3 tot 5 miljoen euro per kilometer kost. ‘Dat is inclusief enige overdimensionering. Als we de dijken “slim” maken, kan de overdimensionering in sommige situaties minder zijn, omdat we meten en daardoor meer weten van de dijk zelf en de ondergrond.’ Waterbouw is net als wegenbouw een verschrikkelijk kostbare zaak. Uitgaande van 1.200 kilometer dijk die de komende jaren versterkt moet worden, zou die ingreep maar liefst 4 tot 6 miljard euro gaan kosten. ‘Met de inzet van slimme dijken zouden daar zomaar enkele procenten besparing op kunnen worden gemaakt,’ aldus Veendorp. ‘Dat is veel geld, dus zeker de moeite waard.’


42

oorsprong

recordhoogte Een ander voordeel van slimme dijken is de snelheid waarmee er relevante informatie voorhanden is. Informatie waarmee bijvoorbeeld de kritische burger tevreden gesteld kan worden. Veendorp: ‘De burger raakt eraan gewend om à la minute uitgebreid en gedetailleerd geïnformeerd te worden over calamiteiten. De watersector moet daar op inspelen.’ Hij noemt het voorbeeld van Noord-Nederland, begin januari 2012. Daar kreeg men te maken met de dreiging van dijkdoorbraak bij Tolbert, toen na aanhoudende regenval het water tot recordhoogte steeg. ‘Het waterschap aldaar moest honderden kilometers dijk in de gaten houden met een beperkt aantal mensen. Gevolg is dat men niet alle ‘‘mogelijk zwakke plekken’’ in beeld had. Burgers en pers accepteren dat niet meer. Men eist duidelijke, open communicatie over de stand van zaken en wil precies weten waar men aan toe is. Met behulp van slimme technologie, die

24 uur per dag voorhanden is, kunnen waterbeheerders straks dit soort situaties veel beter inschatten.’ livedijk xl In november 2007 gaf de toenmalige staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Huizinga, het startschot voor de Stichting IJkdijk, een proefopstelling voor slimme dijken in Oost-Groningen. Gerenommeerde bedrijven als ARCADIS, Siemens en IBM werken in dit project samen met beheerders en kennisinstituten als TNO en Deltares. Met deze proef­ opstelling kon men allerlei meetsystemen en sensoren testen en zelfs echte dijkdoorbraken nabootsen. Ook bouwde men er dijken met verschillende materialen zoals zand, klei en veen, om te zien hoe die zich onder verschillende omstandigheden gedragen. In 2011 werd de eerste fase van deze tot nu toe succesvolle proef afgesloten. Hoe nu verder? Veendorp: ‘In 2011 is de Stichting IJkdijk

• Zwakke schakel duinenkop Noord-Holland

ARCADIS - Van kade tot kustlijn ARCADIS is een internationale onderneming die management-, advies- en ingenieurs­ diensten levert voor infrastructuur, milieu en gebouwen en richt zich hierbij op mobiliteit, duurzaam­heid en leefbaarheid. De onder­ neming levert een scala aan diensten variërend van haalbaarheidsstudies, adviezen, ontwerpen, ingenieurswerk, projectmanagement tot implementatie, onderhoud en beheer. Met haar wereldwijde netwerk is ARCADIS derde op de Europese en zevende op de wereld­ranglijst. meer info: www.arcadis.nl

“ Een dijk die zelf

aangeeft of het hem te veel dreigt te worden”

verdergegaan met een nieuw ontwikkelprogramma. Er worden monitoring-technieken beproefd en toegepast in bestaande dijken: de LiveDijk-projecten, onder meer bij waterschap Noorderzijlvest in Groningen en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in Utrecht. Deze fase loopt tot 2014.’ Niet alleen in Nederland is men benieuwd naar de resultaten, ook in het buitenland is men zeer geïnteresseerd in de toepassing van deze slimme technologie. Denk aan een stad als New Orleans, die geen herhaling van de ramp in 2005 met de orkaan Katrina wil… Hoe lang duurt het nog voordat heel Nederland wordt beschermd door slimme dijken? Veendorp: ‘Als je kijkt naar de snelle invoering van slimme meetsystemen op en rond onze autowegen, en de duidelijke toegevoegde waarde voor dijken, dan voorspel ik dat het snel kan gaan. Ik vermoed dat we binnen een jaar of tien, twintig overal in het land digitaal bewaakte dijken kunnen hebben.’


De Schutting De oproep in het vorige nummer om een persoonlijk verhaal of een anekdote over Kasteel Groeneveld in te sturen, bleek niet tegen dovemansoren te zijn gericht. Een selectie.

‘Het moet rond 1918 geweest zijn dat mijn vader met vriendjes naar school liep. Nu mochten de boerenjongens nooit op de weg voor het kasteel lopen. Baron Teats van Amerongen keek met een verrekijker of er geen jongens op zijn weg liepen. Was dat wel het geval dan werd de koddebeier – een soort Bromsnor – gestuurd om de ijer jongens te pakken. Zo gebeurde het dat Jaap Me ring eve rl e v o de jongens een keer moesten vluchten (uit de ader), v van zijn door de heggen van de moestuin. In die n hoeve a v r e bewon tijd rookten sommige jongens stiekem in t s Rave e pijp. Tijdens het vluchten stopte een van de jongens de pijp in zijn broekzak. Later bleek dat zijn broek in brand stond. Met een gat in zijn broek ging hij naar school, want ze durfden niet terug te gaan.’

‘Joop en Alie Colson waren inmiddels overleden, maar hun dochter Mary ontving nog steeds allerlei bezoekers van divers pluimage. Waar haar ouders nog enig toezicht hielden en van de door hen gehuisveste kunstenaars nog verwachtten dat zij serieus werk afleverden, was het bij hun dochter lang leve de lol. Hoewel de oranjeriebewoners nauwelijks wisten wat er in het kasteel Andre & Conny zelf gebeurde, zagen zij wel Wiersma, bewoners regelmatig een stomdronken Oranjerie en later de Ramses Shaffy over het ossenstal rondeel wankelen.’

Voor het volgende nummer van GRNVLD:

Waar beleeft de Amsterdammer anno nu zijn of haar buitenplaatsgevoel: in de volkstuin, Het Amsterdamse bos, langs de Vecht of in Frankrijk? Mail een foto van uw buiten vóór 1 augustus naar grnvld@mineleni.nl

‘In 1966 kwam het idee op in Baarns dreven voor journalistieke collega’s een picknick te organiseren en wel op het landgoed Groeneveld. Bij het uitwerken van de plannen bedacht ik dat het handig zou zijn als we de daartoe benodigde mond- en drankvoorraad van tevoren ergens zouden kunnen onderbrengen. Waar zou dat beter kunnen dan in kasteel Groeneveld zelf? Daar woonde Joop Colson, de Amsterdamse fotograaf die bekend stond om zijn warme banden met figuren uit de media- en de kunstwereld. Op een avond meldde ik me bij de imposante kasteeldeur. De bel weergalmde door de hal. De huishoudster deed open. Zij ging mij na kort overleg binnenskamers voor naar een van de achterzalen van het kasteel waar Joop Colson mij, gezeten in een leunstoel, als een soort heer Bommel ontving. Het klikte meteen. Bij een glas goede wijn kwamen we snel ter zake. Colson was meteen gewonnen voor zo’n bezoek van journalisten van grote Nederlandse dagbladen aan zijn domein. Natuurlijk mocht ik wat nodig was voor de picknick voortijdig naar het kasteel brengen. En waarom zouden we het voor die picknick elders in de bossen zoeken. Het achterpark van het kasteel, in die tijd niet voor publiek toegankelijk, was immers de ideale plek voor het gebeuren! Dat aanbod sloeg ik uiteraard niet af. Ik ging er vanuit dat het een stralende zomerdag zou worden. Colson bood aan dat als dat niet het geval zou zijn de zalen in het kasteel soulaas zouden kunnen bieden. Op de bewuste junidag was het gelukkig prachtig weer. Joop, die een paar maanden later helaas zou overlijden, en zijn huishoudster begroetten ons met koffie en bliezen daarna de aftocht. Groeneveld was aan ons. Het werd een vrolijk samenzijn De gasten vermaakten zich prima zowel buiten als in het kasteel. Het roeibootje, dat afgemeerd lag in de beek, werd volop benut voor vaartochtjes onder meer naar een door reigers bevolkt eilandje. Collega Cisca Dresselhuys, destijds moderedactrice bij Trouw, waagde zich ook te water al had zij ‘een heilige angst’ voor primitieve boten. Want zou het nieuwe pakje dat zij voor deze gelegenheid had aangeschaft niet hopeloos in de vernieling raken op zo’n gammel vaartuig? Collega Eduard Hirschfeld, opgegroeid in een milieu waar fraai ingerichte kasteelzalen bekend terrein waren, toonde zoveel belangstelling voor de wapenkamer dat hij diverse wapens van de muren haalde voor het houden van schijn­ gevechten. De antieke trapleuningen waren eveneens favoriet. Massaal roetsjten de aanwezigen naar beneden. Het eikenhout kraakte onder dat geweld maar het was gelukkig wel iets gewend. Toen de gasten na een staatsiefoto op het bordes in het begin van de avond in hun autootjes vertrokken en kasteelheer Colson terugkeerde op zijn domein waren alle sporen aan een wilde dag uitgewist.’ Fred Lam mer oud s, -r ed Trou a w en cteur inwo van Baa ner rn

43


44

MMM

Over Worst Meneer Wateetons & Sjoerd Mulder uitgeverij   Carera isbn   978 90 488 0991 2 prijs   € 22,50

GRNVLD sociëteit culinair Elke tweede zondag van de maand is in Kasteel Groeneveld de GRNVLD sociëteit culinair: een lezing met lunch verzorgd door een culinaire journalist. meer info:

www.kasteelgroeneveld.nl

Worst m aak je ge woon ze B e r e id in lf! g s w ij z e :

Worst is ei ge

nlijk een ge haktbal in De braadw een darm. orstvriend elijke dunn e is verbazin varkensda rm gwekkend makkelijk te krijgen. Zelfs de kil oknallersla ger kan je er Voor een p aan helpen aar euro ku . n je tientall en worsten jaloersmak van ende lengt e fabricere n. Een geh molen heb a k tje tweedeh ands al van af 15 euro v Marktplaat ia s.nl. Met d e hand hee l klein snij of even in d den, e keukenm achine kan ook. Voor een su ccesvolle w orst is esse ntieel dat je het

vlees heel go

–  ca. 650 gram speklappen en 350 gram mager (varkens)vlees –  een gehaktmolen –  een spuitzak –  darm –  zout en peper –  kruiden naar keuze

ed, en heel koud mengt . Leg daart oe rst een uurt je in de vri ezer. Niet te lan g: het moet koud zijn, n iet bevrore Laat onder n. tussen de d arm een bee worden in tje zacht een bakje w ater. Kruid het ge hakt met 15 gram zout peper per k en drie gra m ilo. Verder alle kruiden vindt. Bijv d ie je le k k oorbeeld b er ekende Ita liaanse sm makers als aak­ venkel of sa lie (beide zo per kilo), o ’n drie gram f nootmusk aat en kruid nagel (één per kilo) vo gram or een Holl andse touch Nu is het za . Wees crea tief ! ak je ijskou de gehakt go Als je een la ed te menge mme schou n. der krijgt en van je wors sp ij t hebt tplannen b en je halver wege. Vul je spuit zak met je koude vlees smurrie en stroop je n atte darm o m het tuutj e. Door je za aan te draa k ien spuit je de vleespa sta langzaa in je darm. m Elke associ atie, en gev oelens dientengev olge, zijn ge heel voor ei Als je darm gen rekenin gevuld is k g. un je met to uwtjes wors knopen. tjes Klaar! je gehakt ee


Meneer Wateetons experimenteert met eten en schrijft daarover. Onder andere op zijn blog Wateetons.com. In coproductie met Sjoerd Mulder schreef hij twee boeken: Handboek voor de Vinex-jager en Over worst. Daarnaast ontwikkelde hij de wildplukwijzer.nl en geeft hij workshops worst maken. www.wildplukwijzer.nl, www.wateetons.com

Tekst: Caroline van der Lee | Beeld: Gerben Valkema*

45

Meneer Wateetons

Over koken en het padvindersgevoel De blog over eten van Meneer Wateetons – zijn gezicht en werkelijke naam blijven onbekend –, leest als een jongensboek. Niet zo vreemd, want koken en eten hebben voor hem vooral te maken met avontuur. Ook de boeken die hij in coproductie met Sjoerd Mulder schreef, zoals: Handboek voor de Vinex-jager en Over worst, een handboek voor de amateur worstmaker, hebben een hoog ‘Bob Evers’gehalte.

speelplaats van de school van mijn dochter staat een walnoten­ boom. Ik heb daar tassen vol walnoten vandaan gehaald. Ook dierlijk voedsel is overal volop te vinden. Laatst was ik op de Waddeneilanden. Wat ik daar aan oesters en kokkels en visjes heb gevonden… Je moet het natuurlijk wel in je mond durven steken. Het gaat ook weleens fout. Dan zit ik daarna een hele dag op het toilet.

De titels van uw boeken doen denken aan ‘doe-het-zelf’boeken. Met onze boeken richten we ons in de eerste plaats op mannen. De kokende man is diep in zijn hart een klusser. Eten maken is voor hem zoiets als sleutelen aan de auto. Wat daarachter zit is een drang om dingen zelf te doen, zelf te maken; stoer en mannelijk zijn.

“ Brave huisvaders v ­ anuit de comfortzone van de Vinex-locatie op avontuur”

Moet ik het ook zien als een pleidooi om de man weer echt man te laten zijn? Misschien wel, maar op een vrolijke manier en met enige zelfspot. We noemen ons zelf niet voor niets Vinex-jagers. Uiteindelijk zijn we brave huisvaders die op avontuur gaan vanuit de comfortzone van de Vinex-locatie. Vinex-jagen heeft veel te maken met het ‘padvindersgevoel’: zelf je eten verzamelen in de natuur en klaarmaken met eigengemaakt gereedschap, bijvoorbeeld een zelfgebouwde kreeftenval of een rookoven van een paar blikjes. Ik houd vooral van het experiment. Ontdekken hoe iets werkt, bijvoorbeeld hoe je yoghurt maakt. Daar word ik heel blij van.

Worst maken is ook mannelijk? Worst maken is heel fysiek: lekker met je handen in vlees graaien. Ik geef tegenwoordig ook workshops worst maken. Dat is vooral populair onder hoogopgeleide mannen. Die zitten de hele dag achter hun computer en dan mogen ze bij mij opeens lekker van grote lappen vlees een heerlijke worst maken. Dat appelleert aan een oerdrift. Worst maken is heel gemakkelijk. En het kost bijna niets. Ingrediënten haal je bij de slager. Darmen geven ze soms gratis mee, omdat ze het leuk vinden dat je zelf worst gaat maken. En een vleesmolentje koop je al vanaf 15 euro op Marktplaats.

Behalve op jacht, gaat u ook in de Vinex-wijk op zoek naar eten. Wat is daar zoal te vinden? Ik zeg niet dat we de hele bevolking kunnen voeden met wat we in de natuur vinden, maar de stad is vol groenten, noten en fruit. De meeste mensen hebben geen idee, maar als je er op gaat letten zie je overal hazelaars en appelbomen. Op de

Wat wordt het volgende ‘doe-het-zelf’boek? Iets met drank ligt voor de hand. Bier brouwen, stoken, cider maken… er is heel veel variatie in drank. Ik ben daar nu veel mee bezig en het is heel leuk om te doen. Kaas zou ook kunnen. Met kaas is ook veel te variëren. Maar kaas is minder mannelijk dan drank.

* G erben Valkema bedenkt en tekent strips voor diverse bladen en kranten. Vooral bekend is de strip Elsje, die hij maakt met schrijver Hercules. Dit jaar ontvingen Hercules en Valkema voor deze strip een Stripschappenning. www.elsje.nl


46

Verstript

spin anansi en de dood Volksverhaal uit Jamaica


Tekst: Frank Jonker* | Beeld: Willem Vleeshouwer**

* F rank Jonker (1965) is auteur van stripscenario’s en korte verhalen. Zijn werk verscheen onder andere in Donald Duck, Tina en Penny. ** W illem Vleeshouwer volgde zijn opleiding aan de Rietveld Academie en de Grafische School, Amsterdam. Hij publiceert onder andere in muziekblad Oor, Elsevier, Esquire, PSV-Voetbalblad, Autoweek, Het Parool en Cosmo.

47


48

verbouwingsfeuilleton

Tekst: Willemijn van Benthem | Beeld: Wilma Elmendorp

Dit jaar onderging Kasteel Groeneveld een grondige ­renovatie. De hoofdrolspelers vertellen over de historie van het kasteel, het renovatieproces en de toekomst van Groeneveld. Dit keer antiquair decorateur Annemarie Feyen van Manu uit Breda aan het woord, verantwoordelijk voor de wandbekleding in het ­kasteel.

Als we op vakantie zijn in de natuur, krijgen we

a fkick v er schijnsel en Hoe word je antiquair decorateur? ‘Ik zit al 27 jaar in het vak, heb mijn eigen zaak opgezet vanuit mijn oude voorliefde voor antiek textiel. Al toen ik vijftien jaar oud was, struinde ik markten af op zoek naar bewerkt linnen. Ik ben daar altijd mee bezig geweest en heb via deze liefde zelfs mijn man ontmoet, die met mij in de zaak zit. Ik was achttien en hielp hem via een vriend aan een antieke tafel. Sinds die dag zijn we onafscheidelijk.’ Hoe kreeg u de opdracht om het kasteel te stofferen? ‘Ik kom niet uit deze regio, maar ben bekend juist door mijn specialisatie in antieke stoffen. Door de commissie die over de inrichting van het kasteel gaat, werd ik gevraagd om een voordracht te geven met ook andere specialisten. Met mijn auto vol rollen behang en stoffen reed ik de oprijlaan op naar dat mooie, stevige gebouw. Het was ontzettend spannend, want het gaat over een goede

uitstraling die moet worden neergezet. Na twee weken hoorde ik dat ze voor mijn voorstel hadden gekozen. Toen hebben mijn man en ik een flesje wijn opengetrokken. Als het straks klaar is, drinken we champagne.’ In de eetzaal van het kasteel waren de wanden vroeger bespannen met goud leer, vertelde Ingeborg Snelleman in GRNVLD 08. Aan u de eer dat op een hedendaagse manier te benaderen. ‘Dat klopt, en goudlederen behang is er nog wel, maar erg kostbaar. Dus het is een stoffen wandbespanning geworden, maar zo subliem! Het doet denken aan dat goudleer uit Venetië, het heeft net zo’n verfijnde uitstraling.’ Dat klinkt als een speld in een hooiberg, hoe heeft u dat gevonden? ‘Ik ben altijd met mijn vak bezig, lees artikelen en bezoek beurzen. Dit vak is mijn passie. Toen ik voor het eerst in het kasteel kwam, schoten dan

ook meteen ontwerpers en bedrijven door mijn hoofd die mij aan stoffen zouden kunnen helpen. Zo kwam ik op het idee voor het behang dat op leer lijkt.’ En de andere kamers? ‘Ik heb bijvoorbeeld een handbeschilderd behang gevonden in Chinoiserie, dat op geschept papier wordt gemaakt. Het wordt speciaal op deze kamer ontworpen, met prachtige gordijnen in dezelfde kleur. Het is een getekende tuin, met struiken, exotische bloemen en vogels. Ik zag voor me hoe de mensen in de achttiende eeuw voor een feest in koetsen kwamen aanrijden. Hoe de mannen na het diner vertrokken naar de heren­ kamer en hoe vrouwen zich naar een andere ruimte begaven. Vroeger werd behang op kleine vellen handgeschept papier gemaakt. Gelukkig worden deze vellen nu verwerkt op rollen en als paneel aangeleverd.’


49

Beeld: Wilma Elmendorp

En haalt u de deadline van 1 juli? ‘Daar doen we ons best voor. Zodra ik wist wat het moest worden, heb ik reserveringen uitgezet want van dit soort bijzondere stoffen is weinig op voorraad. Er moet dus nog wel wat geweven worden.’ Jammer zeker, als het kasteel af is? ‘Ik kan eindeloos doorgaan, dit werk is verslavend. Maar ik hou ook van de kleinere opdrachten. Mijn man en ik zijn er altijd mee bezig. Als we op vakantie zijn in de natuur, krijgen we na twee dagen afkickverschijnselen en moeten we weer oude huizen, musea of antiekmarkten bezoeken.’

vanaf

Was het lastig om de geschikte stoffen te vinden? ‘Het was een puzzel! Het moest passen bij toen en bij nu en bij het kleurgamma dat uit het onderzoek is gekomen. En het mocht geen kermis worden. Ik ben blij dat het een concept is geworden waar iedereen tevreden mee is. De verdeling van de tinten is prachtig en verrassend.’

03|07

Collage verbouwing

Openstelling en officiële opening Vanaf 3 juli is het publiek weer welkom in Kasteel Groeneveld. Vrienden van de Stichting Groeneveld wordt op zondag 1 juli al een preview in het verbouwde en opnieuw ingerichte huis gegund. Met natuurlijk ook een blik achter de schermen. De officiële heropening van Kasteel Groeneveld wordt gevierd tijdens het Groeneveldfestival van het Goede leven op 16 september 2012. Ter gelegenheid hiervan verzorgen Vroege Vogels en OVT die dag een live radio-uitzending vanuit Kasteel Groeneveld.


50

Groeneveld info

Groeneveld info

Vanaf 15 juli gaan de deuren van het gerenoveerde huis weer open voor vergadergroepen. Kasteel Groeneveld

Kasteel Groeneveld, gepresenteerd. Aan de hand van vijf essays

beschikt over een aantal stijlvolle vergaderzalen met

wordt de geschiedenis van Kasteel Groeneveld verteld, als voor-

moderne faciliteiten, die beschikbaar zijn voor groepen

beeld van een historische buitenplaats. De essays gaan over de

van (semi)overheden, bedrijven en instanties die raak-

bouwgeschiedenis, kunstbeleving, voedsel, verlangen naar buiten

vlakken hebben met het beleidsveld van het ministerie

en het vrijplaatsgevoel en werden geschreven door Heimerick

van EL&I. Vraag naar de voorwaarden via

Tromp, Barbara Joustra, Janny van der Heijden, Marita Mathijsen

reserveringsbureau@mineleni.nl

en Dik van der Meulen.

of bel 035 548 09 94.

15|07

Op zondag 1 juli wordt de publicatie Buitenplaats voor stad en land,

vanaf

Vergaderen met allure

Publicatie: Buitenplaats voor stad en land, Kasteel Groeneveld

Buitenplaats voor stad en land, Kasteel Groeneveld Uitgeverij Thoth  |  isbn 978 90 6868 596 1 Prijs  € 24,95 en € 19,95 voor vrienden van Stichting Groeneveld.

Groeneveldfestival van het Goede leven

Zet zondag 16 september vast in de agenda. Van 11.00 tot 17.00 uur vormt Kasteel Groeneveld het decor van het Groeneveldfestival van

vanaf

22|09 Roots foto’s

het Goede leven. Een programma vol muziek, verhalen, literatuur, kinderfestival, films, locatietheater en een proeftuin met heerlijke pure producten van het Nederlandse platteland. Als ook het zonnetje zich wil laten zien, kan het goede leven deze dag in alle vormen worden ervaren.

Het natuurmagazine Roots (opvolger van Grasduinen) organiseert jaarlijks een fotowedstrijd onder haar lezers. De winnende foto’s worden geëxposeerd in Kasteel Groeneveld vanaf 22 september.

vanaf

16|09

De Appelboom in het atelier Studenten van de HKU werden uitgenodigd een verbeelding te maken van de buitenplaats. Daarbij lieten zij zich inspireren door Karel Appel en Cees Nooteboom, twee grote kunstenaars die in de naoorlogse periode vaste bezoekers waren van de ‘vrijplaats’ Groeneveld. Het resultaat is ‘De Appelboom’, te zien vanaf 16 september.

vanaf

03|07

Tentoonstelling Amsterdammers en hun buitenplaatsen Rijke Amsterdamse kooplieden en bestuurders lieten in de 17e, 18e en 19e eeuw buitenplaatsen bouwen langs de Vecht, in Kennemerland en op de Utrechtse Heuvelrug. Ook Kasteel Groeneveld is een ‘Amsterdamse buitenplaats’. In het kader van het jaar van de buitenplaats is vanaf 3 juli in Kasteel Groeneveld de tentoonstelling ‘Amsterdammers en hun buitenplaatsen’ te zien. De tentoonstelling kwam tot stand in nauwe samenwerking met het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake (Vechtstreek) dat zich hard maakt voor het behoud van buitenplaatsen en in 2012 haar honderdjarig bestaan viert. Fotografe Els Zweerink maakte speciaal voor deze tentoonstelling portretten van buitenplaatseigenaren.

Meer weten? Meer informatie over het programma, tijden en entreeprijzen: kijk op www.kasteelgroeneveld.nl

16|09

01|07


in het volgende nummer:

51

nr.11 ‘Buitenpl aats der Buitenpl aatsen’ met dit thema sluit GRNVLD zich aan bij het Jaar van de Buitenplaatsen

projectontwikkeling langs de Vecht; Ada Geertruida Beets, het vijftiende kind van Nicolaas Beets over Met een reportage over

haar jaarlijkse logeerpartij op Slot Zeist aan het einde van de 19de eeuw;

Amsterdamse bestuurders in gesprek over de schakelfunctie – toen en

Jan Hartholt over duurzame groei en groene innovaties, de focus van kasteel Groeneveld;  Janny van der Heijden nu – van buitenplaatsen;

over de ongebreidelde experimenteerlust in de keukens van buitenplaatsen;  En het vervolgverhaal – over buitenplaatsen natuurlijk – van Cees Nooteboom.

Word abonnee! Voor slechts € 25,–! Als abonnee krijgt u GRNVLD, magazine over het verbinden van stad en land, vier keer per jaar toegestuurd. Daarnaast: als abonnee bent u automatisch vriend van de Stichting Groeneveld. Als vriend • hebt u gratis toegang tot het kasteel voor uzelf en een introducé, • wordt u uitgenodigd voor openingen en andere activiteiten en • krijgt u korting op speciale publicaties en ander artikelen. Abonnee worden kan op drie manieren: • stuur een briefje met uw naam, adres, telefoonnummer en emailadres aan: Stichting Groeneveld, Antwoordnummer 586, 3740 VB Soest Nijverheidsweg. Een postzegel is niet nodig. • stuur een mail met dezelfde gegevens aan info@kasteelgroeneveld.nl • of bel naar 035 5420446.


Kasteel Groeneveld, buitenplaats voor stad en land van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie wil stad en (platte)land opnieuw met elkaar verbinden.

beestjes beestjes langs de drempel in een hele lange rij door de sleutelgaten komen ze er bij en ze kijken allemaal naar mij beestjes beestjes blauwe gelen rooien alles zit er bij likkebaardend komen zij steeds dichter bij en ze loeren allemaal op mij

Peter Koelewijn Uit: songtekst allemaal beestjes


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.