
2 minute read
Onno Blom over Wolkers’ herfst op de heide
AAN DE HERFST
Het leek wel of de herfst dit jaar al in de zomer was begonnen. De regen sloeg kletterend tegen de ramen van de regentenkamer. Laat in de middag viel er een goudgeel licht op de hortensia’s en geraniums in de nevelige tuin van het Leidse hofje. De druiven tegen de oude stenen waren al diep gekleurd, zoals je normaal pas in september ziet.
Season of mists and mellow fruitfullness Close busom-friend of the maturing sun
Dat schreef John Keats in ‘To autumn’, zijn schitterende ode aan de herfst.
Seizoen van mist en volle vruchtbaarheid, Dat met de zon, jouw hartsvriend, samenspant.
Toen we eind augustus naar Texel gingen, zoals elk jaar, bleek dat de vroege herfst het eiland fel paars had gekleurd. In de duinen was het alsof de hei in purperen brand stond, of een impressionistische schilder het zand met dikke, gloedvolle toetsen paars, lila en violet had beschilderd. Ik moest onmiddellijk aan de schilderingen op papier denken, die Jan Wolkers in de laatste jaren van zijn leven op Texel heeft gemaakt. Intuïtieve werken in een warreling van kleuren die hij op het eiland om zich heen zag: het blauw van de lucht, het groengrijs van de zee, het paars van de hei. Er gaat van die schilderijen een melancholieke kracht uit. ‘Gedachtelandschappen’ noemde Wolkers die abstracte werken. Hij maakte ze met zijn rug naar het uitzicht over de grazige, groene weiden. De kleuren van Texel waren in hem gaan zitten. Als hij zijn ogen sloot, zag hij ze voor zich. De herfst was Wolkers’ favoriete seizoen. Weliswaar heeft hij de winter liefgehad, maar de lente vond hij vals, en de zomer kon hem gestolen worden. Hij hield van het seizoen waarin het einde van de levenscyclus zich aankondigt in een explosie van zachte, warme kleuren – en je zo voor even verzoent met je sterfelijkheid. Daarom voelde hij zich ook zo verbonden met John Keats, de romantische dichter wiens ‘To autumn’ hij kon dromen. ‘Kan het zijn,’ vroeg Wolkers zich af, ‘omdat Keats en ook ikzelf tegen het eind van oktober geboren zijn? Niet dat ik in een lots- of karakterbepalende invloed van die wemelende vuurbrij hoog boven ons geloof, maar het moet toch verschil uitmaken of je in de klamme warmte van augustus of bij de koele zondoornevelde temperatuur van oktober voor het eerst van je leven, uit die lauwe zak met vruchtwater, aan de buitenlucht wordt blootgesteld.’ De herfst was niet alleen het seizoen waarin Wolkers geboren werd, op 26 oktober 1925, maar ook zou sterven. Zijn sterfdatum is precies een week voor zijn geboortedatum. Na zijn dood op 19 oktober 2007, toen ik begonnen was om voor zijn biografie zijn archief om te spitten, vond ik in zijn verlaten atelier – waar je tot op de dag van vandaag het gevoel hebt dat hij elk moment kan binnenstappen – een gedicht dat lag vastgeplakt op een met verf bespatte werkbank. ‘Na de zomer’ heet het. In Wolkers’ breekbare handschrift stond te lezen:
De kreukels van het loof Vermoeid gesteente Met flinterdunne nerven Dat zijn bladeren ontvouwt En neer laat dalen Tot geel geschuifel. Het lila van de herfst Op bleke stelen Zakt rottend weg In drassigheid. Het besef: Wij waren Er even bij –Een voetstap Die geen echo achterlaat.