5 minute read

Up close and personal: Erwin Rozendal

Voor deze serie gaan we op zoek naar bijzondere verhalen achter bevlogen mensen in onze regio. Waar komen ze vandaan, wat heeft ze gevormd, wat drijft hen? Een unieke portrettenreeks met intieme en persoonlijke gesprekken. In deze herfstuitgave hospitality man pur sang Erwin Rozendal (Epe, 1964).

Precies 25 jaar is Erwin Rozendal de eigenaar van Villa Beukenhof in Oegstgeest. We spreken hem terwijl hij druk bezig is met de inrichting van zijn nieuwe bistro Jeff’s.

Hoe gaat het ermee?

‘Goed! Het is een zware tijd geweest voor de horeca, maar nu gaat het weer de goede kant op. Ik ben bezig met foto’s uitzoeken voor de fotowand voor onze nieuwe Jeff’s Bistro, een leuk klusje. Als ik zoek in het archief kom ik zoveel foto’s, menu’s en gastenboeken van vroeger tegen. Maandelijks ligt er een envelopje met foto’s in mijn brievenbus. Hier bijvoorbeeld: een foto uit 1935, dat is 85 jaar geleden. Dit kreeg ik onlangs opgestuurd van mensen die de zolder van hun overleden ouders aan het opruimen zijn, ze zijn hier getrouwd of vierden hier een feestje. Ik heb gastenboeken vanaf 1948. Hier eentje uit dat jaartal, de gasten die erin schreven kwamen uit Londen, Zuid-Afrika, Amerika, Australië of zelfs Pakistan. Vanuit de hele wereld kwamen hier prominenten eten. Denk aan Maria Callas, Liz Taylor en Audrey Hepburn, bekende sporters en leden van koninklijke huizen. Prinses Juliana had hier haar theeclubje en prinses Beatrix kwam met haar eerste vriendje. Historie is je rijkdom. Ik ben trots om op deze plek te werken.’

Deze maand opent je bistro, wat kunnen we daarvan verwachten?

‘De bistro is in de keuken van de villa. We hebben een topchef: Rudolf Bos, hij werkte onder andere bij De Bokkedoorns (**), Lucas Carton (**) in Parijs en Brasserie Flo in Amsterdam. Met de bistro willen we de villa wat laagdrempeliger maken. Je kunt hier driegangenmenu’s vanaf €35,00 krijgen met gerechten zoals slibtongetjes en steak, maar dan wel superlekker. De banken worden bekleed met rode pluche en er komt een grote spiegel. Ik ben geïnspireerd door Le Garage van Joop Braakhekke. Ik kwam daar destijds elke maandag. Zo’n leuke man, hij was echt mijn voorbeeld. Op tv kon hij er echt een show van maken: dan kwam hij een chocoladetaart bakken maar had hij de chocolade niet bij zich. Als hij een stukje op de piano speelde, was iedereen dat alweer vergeten. Ik zou nog wel pianoles willen nemen, dan kan ik spelen voor mijn gasten. Een beetje entertainment en gekkigheid, ik houd daar wel van. Zingen? Nee, dat kan ik beter laten.’

Driegangenmenu’s deed je ook al bij je eerste zaak aan het begin van je carrière.

‘Klopt, zo is de cirkel weer rond. Tijdens mijn studie aan de hotelschool ging ik werken bij restaurant Diner in de Morsstraat in Leiden. De eigenaren Joep en Ed vroegen of ik de zaak wilde overnemen. Daar introduceerde ik iets nieuws voor die tijd: een driegangen keuzemenu voor 29,50 gulden. Dat had je nergens anders. Later opende ik vestigingen van James Diner en Alfreds Diner en exploiteerde ik de horeca en catering van enkele musea en SnowWorld. En we hadden ook nog de keten Koetjes en Kalfjes. In mijn loopbaan heb ik zeshonderd chefs gehad en vierduizend man bediening. Ik zou een keer een grote reünie moeten organiseren. Ik heb keihard gewerkt, je maakt tachtig tot honderd uur in de week. Maar er is niks leukers dan je gasten happy naar huis sturen. Villa Beukenhof en Jeff’s zijn mijn laatste hospitality kunstje.’

Wordt Jeff’s ook weer een keten?

‘Ik weet het niet. Het is in deze tijd steeds lastiger om gasten tevreden naar huis te laten gaan. Het is elke avond finale. En om die finale te spelen, moet je erbij zijn. Ik kan niet elke avond op tien verschillende plekken zijn. Ik heb dat vroeger gedaan, maar dat is niet uit te houden. Alles op één plek is heel fijn.’

Hoe ben je 25 jaar geleden bij De Beukenhof gekomen?

‘Ik weet het nog goed: op een middag in november 1995 lunchte ik hier. Ik weet nog precies aan welke tafel ik zat met Jacky, de moeder van mijn dochters Jilly en Felice. Een oase van rust en dat midden in de randstad. Na die lunch sprak ik een vriend en vertelde ik hem over de historische Beukenhof. De eigenaar bleek heel toevallig zijn huisbaas te zijn. Ik belde hem op en een half jaar later nam ik de zaak over. Sinds ik de eigenaar ben, is er veel veranderd. Ik ontwikkelde huizen en heb negen luxe hotelsuites laten bouwen. En we hebben er hele mooie feestjes gegeven. Nog steeds wordt het bezocht door BN’ers, prominenten en veel vaste gasten.’

Dat was allemaal zakelijk. Hoe is het in de liefde?

‘Goed. Ik ben sinds vijf jaar samen met Milva. We leerden elkaar hier kennen. Ze kwam om de zes weken naar Nederland vanuit Chicago, haar zoon studeerde in Leiden. Een keer was haar vaste hotel volgeboekt en kwam ze hier slapen. We raakten aan de praat tijdens het ontbijt en de lunch. Een vriend van me gaf een feestje en ik vroeg of ik een leuke tafeldame mee mocht nemen; Milva dus. En zo begon het internationale sprookje. We reizen veel. Elke maand reizen we naar elkaar, dat is in Nederland, Amerika of Italië. Ik heb veel airmiles inmiddels gespaard, ja.’

Zitten jullie weleens samen op de bank te netflixen?

‘Nee, eigenlijk nooit. Mensen die in de horeca werken, komen sowieso heel laat thuis. Ik ben hier elke dag, het is mijn leven. Als het rustig is, dan word ik onrustig. Dan is er even weinig te doen op de zaak en dan wil ik reizen. Mijn rust begint als het vliegtuig opstijgt. We hebben vrienden overal op de wereld. Even lunchen in Nice of een paar dagen naar Thailand. Een duur horloge aan mijn pols hoef ik niet, ik maak liever mooie reizen en maak herinneringen.’

Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

‘Die zijn er genoeg. Naast de nieuwe bistro openen we komend voorjaar twee villa appartementen in de tuin. Ik heb een deel van het pand verkocht. Met La Societé, onze members only club, gaan we weer mooie reisjes maken. Half september gaan we naar Friuli in Italië. Volgend jaar bestaat de historische Beukenhof alweer 505 jaar, reden genoeg om een mooi feest te geven. Never a dull moment hier. Ik ben nu 56 jaar en wil nog tien jaar werken. Dan gaan mijn dochters Jilly en Felice de boel overnemen. Als ik aan het reizen ben, zorgen we ervoor dat er altijd een Roosje – een Rozendal dus – op de zaak is. Dan kan ik het met vertrouwen achterlaten en nagenieten van de vele mooie momenten die deze gastvrijheidsindustrie mij hebben gebracht.’

This article is from: