Ziel van de Nederlandse wijnbouw
ACHTTIEN METER ONDER HET VIJLENSE LANDSCHAP
Oenoloog Stan Beurskens bezocht wijngaarden in de meest exotische uithoeken en deed kennis op aan gerenommeerde wijninstituten. Toch overschaduwde het wereldburgerschap zijn Limburgse bescheidenheid nooit. “De perfecte wijn heb ik nog niet gemaakt, daar ben ik niet eens bij in de buurt gekomen. Elke dag doe ik weer nieuwe kennis op, ik ben 39 en nog lang niet uitgeleerd.” Tekst: Cindy Brouns en Hein Schumans I Fotografie: Paul Rous
000
000
p zeventienjarige leeftijd nam Stan Beurskens Wijndomein St. Martinus van zijn vader over. De interesse voor het druivennat was eerder gewekt, om precies te zijn op zevenjarige leeftijd toen pa Beurskens de kleine Stan een slokje liet nemen. “Mijn vader kocht dit perceel in 1988 met de ambitie goede wijn te maken met nieuwe rassen die minder bestrijdingsmiddelen vereisten.” De wijngaard is onder het bewind van Stan van 1,3 hectare naar 16,5 hectare gegroeid en brengt jaarlijks 65.000 flessen wijn voort. Een deel van het oude perceel dient nog altijd als bron voor experimenten. ERVARING
Stan studeerde oenologie aan de universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) en Geisenheim (Duitsland) en deed ervaring op in wijngaarden in Australië, Brazilië, Chili, Tasmanië, Nieuw Zeeland en Australië. De Vijlenaar is inmiddels gesetteld op de plek waar het ooit allemaal begon: Wijngaard St. Martinus. Toch verruilt Stan met regelmaat de rol van wijnbouwer voor die van wijnbouwadviseur en pakt zijn koffers voor een trip naar een van de vele (inter)nationale wijngaarden die uit zijn kennis putten. In 2014 bundelde de Vijlenaar zijn kennis in het wijnkenniscentrum, gelegen aan de oude oorspronkelijke wijngaard van St. Martinus.
DENKEN IN CONCURRENTIE, IS DENKEN IN ANGST 000
18 METER
Het met aarde bedekte wijnkenniscentrum is geheel ingebed in zijn natuurlijke omgeving. Hoewel het bouwsel bescheiden oogt, herbergt het de ziel van de Nederlandse wijnbouw. Het is een onuitputtelijke bron van smaakvolle wijn én wijsheid op het gebied van wijnbouw. Het pand strekt zich achttien meter onder de grond uit over drie ondergrondse verdiepingen. Diep begraven uit bescheidenheid, niet omdat de informatie die daar gebundeld is zo goed verborgen moet blijven. Stan gelooft in het delen van kennis.
Stan Beurskens
Er zijn wereldwijd 20.000 verschillende druiven. Dat aantal wordt jaarlijks met
VOORUITGANG
50 nieuwe rassen
Oenoloog Wiebke Nedderman, bedrijfsleider van Wijngaard St. Martinus en verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen het wijndomein, vertelt over het ontstaan van het wijnkenniscentrum: “Er was in Nederland nog geen verzamelplek voor wijnkennis. Als we allemaal afzonderlijk met oogkleppen op werken, zullen we het huidige niveau nooit ontstijgen. Door kennis beschikbaar te stellen, proberen we samen de Nederlandse wijnbouw verder te ontwikkelen en ondersteunen we vooruitgang. We werken samen met wetenschappers en doen momenteel bijvoorbeeld onderzoek naar zwavelreductie in wijn.” Denken in concurrentie, is denken in angst legt Stan uit: “Als een Limburgse wijnbouwer een prijs wint, is dat goed voor de Limburgse wijnbouw. Mijn twee directe collega's adviseer ik op het gebied van wijnbouw en vinificatie. Door elkaar te versterken, bereik je samen meer.”
aangevuld. De helft van alle St. Martinus-wijn wordt achter de toonbank in Vijlen verkocht. De andere helft wordt bijvoorbeeld door Karel V in Utrecht geschonken en Limburgse topzaken als Château St. Gerlach, de Gerardushoeve en Mes Amis.
INVLOEDEN
Een goede druif maakt nog geen goede wijn. Alle componenten moeten samen komen. Niet alleen moeten de weergoden de wijngaard gunstig gestemd zijn. De aanwezigheid van twee oenologen, een wijntechnicus, keldermeester en iemand die met kennis de wijngaard onderhoudt en snoeit is van levensbelang om tot een 000
DUURZAAMHEID Stans filosofie van innovatie en duurzaamheid is doorgevoerd in het ontwerp van het wijnkenniscentrum. Zo wordt het water meerdere malen hergebruikt en zorgen aardwarmte en LED-verlichting voor minimaal energiegebruik.
fles wijn te komen die daadwerkelijk alle zintuigen positief prikkelt. Dat team van gepassioneerde professionals zorgt ervoor dat zowel de druiven als Stan optimaal tot bloei komen. De beste druiven komen niet per se uit Nederland en dat is bij het team van Stan niet anders. De roots van Wiebke Nedderman liggen in Düsseldorf, waar keldermeester Gusztav Kincses een Hongaars paspoort kan overleggen. Stan: “In Nederland en België zijn er vier oenologen en zeven wijnbouwtechniekers. De helft van al die mensen werkt bij ons. We hebben allemaal een eigen mening en zijn het meestal niet direct met elkaar eens. Door consensus te bereiken in al die kennis, maak je jezelf en je product beter.” KUNSTENAAR
De virtuele prijzenkast van Stan zit overvol. Virtueel. Stan is er de man niet naar om te pronken met prijzen. Prijzen, oorkondes of lovende juryrapporten strelen Stan, maar belonen hem niet. De grootst mogelijke voldoening haalt de Vijlenaar uit de aanblik van een liefhebber die met genoegen van zijn creaties nipt. Als een artistiekeling die een kunstliefhebber van zijn schilderij ziet genieten. Het vak van een kunstenaar en wijnbouwer liggen volgens Stan niet ver uit elkaar. “Je maakt wijn voor mensen die dat waarderen. In China vermengen ze wijn standaard met cola. Een Chinese handelaar 000
wilde eens vier pallets St. Martinus-wijn kopen voor een meer dan redelijk bedrag. Toch heb ik dat afgewezen omdat dat voor mij voelde als het verkopen van mijn ziel. Als kunstenaar verkoop je ook geen schilderij in de wetenschap dat iemand anders er overheen tekent.” PIONIER
“Hoe meer iemand me ervan probeert te doordringen dat iets niet kan, hoe meer prikkels ik ervaar het tegenovergestelde te bewijzen”, vertrouwt Stan ons toe. Met die zelfverzekerdheid zet hij zijn vaders zoektocht naar een duurzame vorm van wijnbouw voort. Het antwoord daarop schuilt voor een deel in het experimenteren met nieuwe druivenrassen. “Voor veel traditionele wijnbouwers is dat een heikel punt, voor mij niet. Emotie is een slechte raadgever. Dat betekent niet dat je afscheid hoeft te nemen van het vertrouwde, ik heb ook nog klassieke gewassen als pinot noir, pinot gris en chardonnay staan. Maar ik heb ook zeven nieuwe rassen staan die ik door elkaar blend. De pinot gris hebben we dit jaar veertien keer moeten spuiten, de nieuwe souvignier gris maar drie keer. Als ik dat verschil milieutechnisch tot me door laat dringen, betwijfel ik of ik dat klassieke ras hier over tien jaar nog heb staan. Ik ben eigenwijs, volg mijn eigen weg.”