4
Thema Auteur
De Oogst oktober 2009
De Oogst oktober 2009
Voor
Thema Hans Frinsel
5
god spelen Welk kind fantaseert er in zijn spel niet wel eens dat hij kan toveren? Wij mensen willen de werkelijkheid om ons heen zo graag helemaal naar onze hand zetten. De echte werkelijkheid zint ons nooit helemaal en vaak helemaal niet.
Natuurlijk zijn er legitieme en goede inspanningen om die werkelijkheid te verbeteren. Denk maar aan het bestrijden van armoede, misdaad, ziekte en geweld in de wereld. Maar dat zijn altijd langdurige processen die hard werk vergen en waarvan de resultaten altijd onzeker zijn. Wat willen we die werkelijkheid graag sneller kunnen veranderen! Maar dat is juist vaak wat we proberen. We trachten de omgeving naar onze hand te zetten. Hoe verleidelijk is het niet om iets van de waarheid achter te houden met het doel anderen achter onze ideeën of plannen te krijgen. Of we dikken juist de feiten wat aan om de ander over de streep te trekken. Soms maken we handig gebruik – zeg maar misbruik – van de situatie waarin de ander zich bevindt om iets gedaan te krijgen. Misschien is het voor legitieme doelstellingen, maar zulke manoeuvres zijn niets anders dan manipulatie, pogingen om anderen te laten doen of denken wat wij graag willen.
Manipulatie is altijd een gebrek aan vertrouwen op God Toverstokje Jacob maakte misbruik van de honger van Ezau om hem het eerstgeboorterecht te ontfutselen. Later gebruikte hij bedrog om die zegen ook echt van zijn vader te krijgen. Gods belofte was dat hij die zegen zou ontvangen, maar blijkbaar had hij zijn twijfels of God die belofte wel kon vervullen. We vinden hem achterbaks, maar hoe vaak maken wij niet gebruik van situaties of van halve waarheden om te
krijgen wat we willen of waar we menen recht op te hebben? In het geestelijk leven is manipulatie altijd een gebrek aan vertrouwen op God. Het is een zoeken naar de macht die garandeert dat we alles onder eigen controle hebben en dat onze wensen op onze tijd worden vervuld. De Bijbel geeft veel voorbeelden van mensen die net als Jacob niet op God konden wachten. Koning Saul begon zelf het offer maar te brengen tegen Gods gebod in, om zich te verzekeren van bovennatuurlijke hulp in de strijd. Samuël noemt Sauls weerspannigheid ‘zonde der toverij’.
Christenen zijn niet immuun voor de verleiding om te manipuleren Een regel uit een liedje luidt: ‘O, had ik maar het toverstokje van Merlijn’. Tovenarij is in feite niets anders dan een poging om de werkelijkheid om ons heen te manipuleren. Nu zullen er weinigen zijn die menen echt te kunnen toveren, maar de meesten van ons komen regelmatig in de verleiding ‘tovenarij’ van een andere orde te plegen om onze zin door te drijven, namelijk door de mensen om ons heen te manipuleren. Je kunt het ook ‘voor god spelen’ noemen. Het is pure arrogantie te denken dat wij weten wat het beste is en uitermate gevaarlijk, niet alleen voor onszelf, maar ook voor de wereld om ons heen. Hoeveel maken we niet kapot door manipulatie? Gelukkig hebben we geen echt toverstokje, anders zou deze wereld er nog veel erger aan toe zijn.
6
Thema Hans Frinsel
De Oogst oktober 2009
Niet immuun Christenen zijn helaas niet immuun voor de verleiding om te manipuleren. Juist een ‘geestelijke’ context leent zich uitstekend voor zulk misbruik, omdat het zaken behelst die voor anderen moeilijk te controleren vallen. Meer dan anderen moeten christenen daarom bedacht zijn op het gevaar van manipulatie. Christenen moeten niet alleen bedacht zijn op het gevaar om gemanipuleerd te worden, maar vooral ook de verleiding om te manipuleren. Die verleiding is veel reëler en veel dichterbij dan we beseffen. Manipulatie gebeurt vaak zonder dat de bedrijver er erg in heeft. Hoe gemakkelijk wordt Gods Naam gebruikt om een menselijk argument of plan kracht bij te zetten. ‘God wil het’, riepen de organisatoren van de kruistochten. Maar klinkt ons dat vandaag ook niet bekend in de oren?
De verleiding van manipulatie is veel dichterbij dan we beseffen Ongehoorzaamheid Sommige christenen weten altijd zo precies wat Gods wil is, vooral voor anderen. In 1 Koningen 12 lezen we van een ‘man Gods uit Juda’ die gezonden is om een oordeel uit te spreken over Jerobeam en zijn afgodenaltaar in Betel. God had hem opgedragen Zijn Woord te spreken en direct zonder te eten of te drinken terug te keren. Een oude profeet in Betel hoort van dat oordeel en beseft dat dit van God is. Hij nodigt de man Gods uit Juda uit om bij hem te komen, maar deze slaat de uitnodiging af. Dan gebruikt de oude profeet manipulatie om hem toch over te halen: ‘Ook ik ben een profeet evenals gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEREN: laat hem met u terugkeren naar uw huis, om brood te eten en water te drinken’ (v. 18). Hij misbruikt Gods Naam om de ander zijn wil op te leggen. Die laat zich erdoor misleiden. Maar God gebruikt diezelfde oude profeet om de man Gods Zijn oordeel aan te zeggen over zijn ongehoorzaamheid. Het gevolg is dat hij omkomt.
God aanbidden betekent dat we Hem volkomen vertrouwen Alles toetsen Deze geschiedenis leert ons enkele belangrijke lessen. Ten eerste, een dienstknecht of profeet van God is niet immuun voor manipulatie. De oude profeet werd zelfs na zijn bedrog nog door God gebruikt. Het feit dat hij profeet is, wil niet zeggen dat wat hij zegt niet getoetst mag worden. Ten tweede
God wil gebeden zijn
laat het zien dat we alles moeten toetsen aan wat God al geopenbaard heeft. De Bijbel is daarom de toetssteen. God verandert niet zomaar van gedachten. Als Hij wel iets anders voorhad met de man Gods uit Juda, dan zou Hij hem dat Zelf gezegd hebben. Nu laat hij zich door de bedrieglijke woorden van de oude profeet misleiden. Het klonk allemaal zo mooi, en eigenlijk was hij moe en had hij honger en dorst. God zorgt toch immers ook in deze zaken voor ons?
We moeten alles toetsen aan Gods openbaring: de Bijbel Hoe vaak horen we niet dat mensen Gods Naam misbruiken om anderen te manipuleren? Een diacones in een van onze gemeentes in Guiné Bissau had grote moeite met de jongeman waarmee haar dochter verkering had. Zij wilde graag dat zij zou trouwen met een andere jongeman die op de zendingspost werkte. Maar die jongeman had zelf ook een vriendin. Hoe kon ze hen haar wil opleggen? De moeder kwam opeens met een droom waarin ze zag hoe er bloemen gestrooid werden van haar dochter naar de deur van het kantoortje waar die jongeman werkte. De uitleg? Zij waren voor elkaar bestemd! Dat insinueerde zij naar anderen, onder andere aan een kortverband-zendelinge met weinig kennis van de cultuur en weinig onderscheidingsvermogen, maar wel een overmoedig vertrouwen in de geestelijke gaven van de vrouw. Deze zendelinge kreeg prompt een woord van de HERE dat deze jongeman en haar dochter door de HERE voor elkaar bestemd waren.
De Oogst oktober 2009
Rampenhuwelijk Onder de indruk van deze ‘geestelijke’ autoriteit voelden de twee jonge mensen zich min of meer gedwongen hierop in te gaan, mede omdat de gemeenteleiding zich erachter stelde. Eén oudste protesteerde fel, maar zij verweten hem ‘niet bedacht te zijn op de dingen van de Geest’ en hij werd zelfs uit zijn ambt gezet. Helaas kreeg hij wel gelijk. Het werd een rampenhuwelijk met veel geweld, dat na een paar jaar eindigde in een scheiding. De jonge vrouw kwam in de goot terecht en stierf jong. Ik herinner mij hoe haar moeder in een jaarvergadering van de kerk opstond en onder bittere tranen beleed dat zij het leven van haar dochter had verwoest. Ze bekende dat de droom uit haar eigen fantasie was voortgekomen om haar dochter in die relatie te manipuleren. De meest arrogante vorm van manipulatie is de poging van de mens om God te manipuleren. Balak wilde dat Bileam dat probeerde, maar het werkte niet. Hoevelen in onze tijd proberen niet de ultieme geloofsformule te vinden die God ‘dwingt’ om te doen wat wij willen? De neo-occulte leer van het ‘positief belijden’ – het fundament van het welvaartsevangelie – is zo’n formule die ten diepste leert dat niet wat God wil, maar wat wij uitspreken zal gebeuren. Ook het eigenzinnig ‘claimen’ van Gods voorziening of van genezing, zonder dat God gesproken heeft, is niets anders dan een poging God te manipuleren. Zo probeert men Hem te dwingen te doen wat wij menen dat Hij zou moeten doen. Al zulke formules zijn niets anders dan een poging tot ‘toveren’.
Vertrouwen Dat dit doorgaans niet werkt (al sluiten velen de ogen daarvoor) komt omdat God zich niet laat manipuleren. ‘Door geen bekommeringen, geen klagen en geen pijn, laat God Zich iets ontwringen, Hij wil gebeden zijn.’
Echt geloof rust in Gods almacht God aanbidden betekent dat we Hem volkomen vertrouwen, vertrouwen dat Hij weet wat het beste voor ons is. Dat was het geloof van Job. Dat wil niet zeggen dat we Hem niets hoeven of mogen vragen. Nee, we mogen met al onze vragen en wensen bij Hem komen, maar echt geloof betekent dat wij op Hem vertrouwen dat te doen wat uiteindelijk in Zijn ogen het beste is, en op Zijn tijd. Gebed is vaak een worsteling om op één lijn te komen met Gods wil. Echt geloof houdt zich verre van manipulatie, maar rust in God, in Zijn almacht, in Zijn voorzienigheid en in Zijn liefde. Hans Frinsel is zendeling en werkt in Guiné-Bissau.
Column Otto de Bruijne
7
Het mom Er zijn ouders die hun kinderen tot moes slaan en dus wordt elke opvoedingstik nu bij wet verboden. Er zijn mensen die zich opblazen om zoveel mogelijk mensen te doden. Daarom hangen overal camera’s en moet je eindeloze procedures volgen om een vliegtuig te betreden. Er zijn mensen die er lol in hebben om hun geloof zo te exposeren dat je hun gezicht niet meer kunt zien, en daarom mogen (semi)ambtenaren geen kruisje, keppeltje, halfmaantje of wat voor religieus teken ook in de publieke ruimte dragen. Zo is de legitimatieplicht ontstaan door de enorme aantallen illegalen. Als ik mijn kleinkind ophaal bij de basisschool moet ik mij legitimeren, want ik kon wel eens een boze ex zijn die zijn kind wil ontvoeren. Ach, misschien is dit alles te kort door de bocht, maar het komt mij voor dat wij collectief gegijzeld worden door uitzonderingen en individuele extremisten. Maar, en nu wordt het vreemd: dit ‘culturele gijzelingsdrama’ biedt openingen voor andere fundo’s, namelijk voor liberalen en secularisten. Zij proberen op extreme wijze de vrijheid van meningsuiting, het verbod op godslastering, de openbare goede zeden en alles wat misschien te maken zou hebben met de joods-christelijke fundering te reguleren, aan banden te leggen en als het te pas komt uit te bannen uit het publieke leven. In een personeelsadvertentie voor een functie binnen een christelijke organisatie mag dan niet meer iets als ‘meelevend christen’ genoemd worden. Worden extreme en verwerpelijke zaken dan een steuntje in de rug van een fundo-liberale of seculiere agenda? Een mom of drogreden?
Otto de Bruijne, oud-programmamaker bij de EO, is schrijver en kunstenaar. FOTO NIEK STAM