FRATERS CMM 3/15
| Fraters en de Tilburgse volkstuinen | Apocalyps 21 in emaille | Ontmoeting met Vincent de Paul | Religieuzen bijeen in Aparecida | Open Kloosterdag | Gezamenlijke ziekenzalving
Inhoud
Gesprek met de algemene overste
4
Rond frater Andreas
5
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl). Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) fax: 013 5441405 e-mail: magazine@cmmbrothers.nl website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: De Keniaanse fraters Elijah Osena Agilo (links) en Nicodemus Orang’i Otundo in gesprek met belangstellenden tijdens de Open Kloosterdag in het CMM-generalaat (zie pagina 18).
Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Chartres (foto: frater Ad de Kok).
Fraters en de Tilburgse volkstuinen
6
Apocalyps 21 in emaille
9
Ontmoeting met Vincent de Paul
10
Van de redactie Op 1 augustus overleed frater Jan Smits, oudredactielied en voormalig hoofdredacteur van Fraters CMM. Hij werd 89 jaar oud. Op pagina 22 is een kort In Memoriam te lezen. De redactieleden namen met vele anderen - familie, medebroeders, vrienden en bekenden - op 7 augustus afscheid van hem in een uitvaartviering in de kapel van woonzorgcentrum Joannes Zwijsen, waar hij woonde. In 2004 nam Jan Smits het stokje over van hoofdredacteur frater Remigius Heesbeen, die jarenlang aan het roer had gestaan van het congregationele blad Ontmoetingen, de voorloper van het magazine Fraters CMM, dat in 2005 van start ging. In 1984 was Jan Smits toegetreden tot de redactie van Ontmoetingen. Het hoofdredacteurschap zou ‘ad interim’ zijn, maar het duurde tot 2009. Op 17 januari 2009 deelde de toenmalige algemene overste frater Broer Huitema aan het begin van de redactievergadering van Fraters CMM mee dat Jan Smits besloten had terug te treden als hoofdredacteur om weer ‘gewoon’ redactielid te worden. Dat was mogelijk omdat Rien Vissers de hoofdredactie op zich ging nemen. Hij verruilde op 1 maart 2009 zijn functie als bibliothecaris bij de Bibliotheek Midden-Brabant voor die van archivaris van de congregatie. De redactie is frater Jan Smits veel dank verschuldigd voor de grote inzet waarmee hij leiding heeft gegeven aan het team. Als schrijvend redactielid leverde hij daarnaast een reeks uitstekende bijdragen. De laatste jaren liet zijn gezondheid het helaas niet meer toe om deel te nemen aan het redactiewerk. Wat na zijn overlijden bij de redactieleden blijft zijn goede herinneringen.
Missie
‘Mijn Jeepney’
15
17
Gezamenlijke ziekenzalving
19
IN MEMORIAM
22
Religieuzen bijeen in Aparecida
16
Open Kloosterdag
Kort nieuws
‘Dichtbij is zijn genade’
18
20
23 3
gesprek
met de algemene overste
Van 27 tot en met 29 mei nam ik in Rome deel aan de halfjaarlijkse bijeenkomst van de Unie van Hogere Oversten (USG). Het thema was: ‘In vreugde gezonden. De zending van het godgewijde leven in de kerk van paus Franciscus’. Het was voor mij een buitengewoon inspirerende ervaring. Voor de bisschoppensynode over het gezin die dit najaar plaatsvindt, wordt een broeder-religieus gekozen als deelnemer. Hij zal stemrecht hebben. Dit is een primeur in de geschiedenis van bisschoppensynodes.
Het thema ‘In vreugde gezonden’ werd door de inleiders op verschillende manieren uitgewerkt. De discussies vonden plaats in een broederlijke atmosfeer en de deelnemers gingen na hoe hun leven beïnvloed wordt door deze paus, die ook religieus is. De heel eigen stijl van paus Franciscus, zijn taal, zijn boodschappen en projecten, drukken een stempel op de zending van religieuzen. Zijn keuze om dicht bij het gewone leven te staan en zijn voortdurende pleidooien voor een cultuur van ontmoeting in plaats van uitsluiting openen nieuwe perspectieven voor ons. Wat betekent dit alles voor de leiding binnen de religieuze gemeenschappen? Paus Franciscus geeft aan dat besturen bij voorkeur niet vanuit een machtspositie moeten opereren. Voor onze congregatie betekent zo’n insteek dat bestuurders omstandigheden dienen te bevorderen waarin provincies, regio’s en communiteiten in een proces van voortdurende vorming hun gevoeligheid voor hun zending cultiveren. Het is de opdracht van besturen om deze spirituele educatie te stimuleren, rekening houdend met alle omstandigheden. Daarbij is de eigen traditie van de fraters met hun focus op barmhartigheid behulpzaam
4
bij het op een creatieve manier verstaan van de tekenen van de tijd. Hierop inspelen is één van de belangrijkste taken van het generaal bestuur tijdens visitaties van provincies en regio’s. De persoonlijke vorming van fraters vraagt blijvende aandacht van besturen en van de individuele frater. Het is van belang bewust te reageren op je zending. Hoe kan ik met mijn capaciteiten bijdragen aan een gezond communiteitsleven? Voel ik mij ‘in vreugde gezonden’ in de taken die ik vervul? Een goed voorbeeld van deze voortdurende educatie is het vormingsprogramma met aansluitend de Vincentiaanse pelgrimstocht, deze zomer in Frankrijk. Hier namen elf fraters aan deel. Zeven van hen die hun professie voor het leven al hadden afgelegd kwamen uit Indonesië. Vier fraters uit Kenia waren erbij ter voorbereiding op hun professie voor het leven. Ik hoop dat de verdieping van hun spiritualiteit zegenrijk mag zijn voor henzelf, hun communiteiten en de mensen met en voor wie zij werken! frater Lawrence Obiko geïnterviewd door Rien Vissers
rond frater andreas
Volstrekt integer Na de dood van frater Andreas van den Boer bleven veel fraters over hem spreken. Eén van de thema’s die in hun herinneringen telkens terugkeert, is dat van zijn plichtsgetrouwe, regelvaste leven. Het is opmerkelijk welke stellige uitspraken zij daarover doen.
Frater Rudolpho van Meegeren schrijft bijvoorbeeld: “Ik kan me geen geval van overtreding herinneren.” Net als hij waren veel medebroeders er absoluut zeker van dat frater Andreas zich aan alle bepalingen en voorschriften van het fraterleven had gehouden. Altijd. Hij was als docent, surveillant en medebroeder onberispelijk. Maar hoe konden zij daar zo zeker van zijn? En waarom was juist dát voor hen zo belangrijk? Het moet wel zijn principiële en coherente levenswijze zijn geweest die hen voor ogen stond. Frater Andreas gold als volstrekt integer. Frater Andreas was integer als frater, docent en surveillant. Als surveillant op de kostschool was hij zeer stipt en scrupuleus. Hij wist dat het toezicht op de kinderen die aan de school waren toevertrouwd, zeer nauw luisterde en dat alle voorschriften op dit gebied strak moesten worden nageleefd. Hij was ook als docent uiterst precies. “Hij bereidde zich voor al zijn lessen voor en verrichtte de correctie van het werk zijner leerlingen met de grootste zorg”, schrijft frater Rudolpho. Kwalitatief goed onderwijs vraagt om algehele toewijding en onverdeelde aandacht van een docent, ook in de organisatie en de toetsing. Als religieus gold frater Andreas eveneens als voorbeeldig in de naleving van het grote ideaal.
Religieuze integriteit was natuurlijk niet alleen in de leefregel van de fraters vastgelegd, het is een begrip met diepe bijbelse wortels. Frater Andreas was vertrouwd met de Latijnse grondwoorden. De iustus, de rechtvaardige mens, is iemand die het kwade mijdt en het goede doet, die zijn naaste niet bedriegt of geweld aandoet, die de waarheid spreekt, ook in zijn hart. Zo wilde frater Andreas leven. De Hebreeuwse grondwoorden tsedeq = rechtvaardig, integer, juist, en tam, tamîm = vol, voltooid, volmaakt, geheel, intact, kende hij waarschijnlijk niet. Ze komen veel in de bijbel voor. Frater Andreas kwam ze in vertaling in zijn psalmengebed en meditaties dagelijks tegen. Hij bad psalm 26,1: Wees rechter over mij, HEER: ik leid een onbesproken leven. En psalm 119,1: Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn. Psalmverzen die verschillend zijn vertaald maar die gaan over integer en zuiver leven, in het aangezicht van God. Dat was frater Andreas’ ideaal. De wijze waarop hij het naleefde heeft op iedereen diepe indruk gemaakt.
Charles van Leeuwen
5
Nederland
Fraters en de Tilburgse volkstuinen Duizenden Tilburgers hebben sinds de Tweede Wereldoorlog hele avonden, dagen, weekenden en soms zelfs complete vakanties doorgebracht op de volkstuincomplexen die verspreid over de stad te vinden zijn. Ooit waren deze stukjes grond bittere noodzaak, maar in de loop der jaren zijn ze veranderd in een belangrijke manier van recreëren. Op hun tuinen leven de volkstuinders volgens het ritme van de seizoenen. Zij vergeten er hun problemen, en de spanningen die het leven van alledag met zich mee kan brengen, verdwijnen er. Verschillende fraters stonden mede aan de basis van het volkstuinwezen in Tilburg. Frater Silvius Mutsaers. en aardappelen was een tekort ontstaan. Samen met onder anderen toenmalig burgemeester Van de Mortel nam frater Silvius in 1942 zitting in een commissie die voorlichting en advies verstrekte over onder meer zomergewassen, het drogen en inmaken van groenten en andere ‘groene’ onderwerpen. Blijkbaar voorzagen dergelijke cursusmomenten in de oorlogstijd in een flinke behoefte, want op enig moment kwamen maar liefst 750 belangstellenden af op een bijeenkomst die verzorgd werd door een kooklerares. Naarmate de oorlog voortduurde, kwam er steeds meer belangstelling voor een volkstuin en de vereniging zag haar ledental flink groeien. Eind 1943 waren er 204 leden bij de eerste Tilburgse volkstuinvereniging aangesloten; een jaar later was dat aantal meer dan verdubbeld. In die oorlogsperiode bracht de commissie in het Leijpark, aan de zuidkant van de stad, het eerste gemeentelijke volkstuincomplex van de grond.
Actief
Hoewel hij al meer dan dertig jaar geleden is overleden, zingt zijn naam nog altijd rond in Tilburg: frater Silvius. Deze frater was tijdens zijn leven een lokale beroemdheid en ook nu nog wordt hij geprezen om zijn uitgebreide kennis op het gebied van alles wat groeit en bloeit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was frater Silvius betrokken bij de oprichting van het eerste gemeentelijke volkstuincomplex in de stad. Het was een tijd van schaarste en ook aan groenten 6
Het persoonsdossier van frater Silvius dat zich in het archief van de Fraters CMM bevindt, laat zien dat de in 1903 geboren Silvius behoorlijk actief is geweest op tuingebied. Hij beschikte onder meer over land- en tuinbouwaktes en een diploma Bijenteelt, en hij was leraar aan de Middelbare Tuinbouwschool in Breda en docent aan de Sierteeltdagschool. Hij was dus medeoprichter van Tilburgs oudste volkstuincomplex, maar ook de nu nog altijd bestaande dahliavereniging Flora kwam eind jaren veertig onder zijn leiding tot stand. En dan was hij ook nog lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Tuin- en Plantkunde, afdeling Tilburg (waar hij ook nog eens ruim dertig jaar secretaris van was) en hij verzorgde allerlei cursussen. In het maandblad Onze Tuin verzorgde ‘de Sil’, zoals hij
Frater Oelbert van Vliet. in de volksmond werd genoemd, vele jaren lang een rubriek waarin hij zijn collega-tuinders liet meedelen in zijn kennis en uitleg gaf over wat er die maand allemaal gedaan moest worden op de tuin. Nog altijd zijn er tuinders die de pennenvruchten van Silvius zeer ter harte nemen. “Hij verstond de kunst om op één bladzijde ’n half boek te schrijven om ons maar zoveel mogelijk tips ineens te kunnen geven”, schreef Wal van Hest, destijds de secretaris van de Tilburgse Bond van Volkstuindersverenigingen, in het blad Onze Tuin in 1984 nadat de Sil was overleden. En zo kunnen we nog wel even doorgaan over wat hij allemaal betekend heeft voor tuinierend Tilburg. Niet vreemd dus dat Arnoldus Joannes Mutsaers, zoals de frater eigenlijk heette, in 1977 tot erelid van volkstuincomplex Tuinpark Noord werd benoemd en dat er op verschillende volkstuinen nog altijd een ‘Frater Silviuslaan’ bestaat. “Door de jaren heen was hij voor ontelbare mensen ’n vraagbaak maar vooral ’n grote vriend, en vooral door dit laatste valt het afscheid ons bijzonder zwaar”, schreef Wal van Hest nadat de Sil naar groenere weides was vertrokken. “Voor de Tilburgse volkstuinders zal hij in elk geval in grote dankbaarheid in de herinnering voortleven.”
Frater Embertus Kuijpers.
Trots Frater Silvius was ook ooit voorzitter van de volkstuinvereniging in het Leijpark, maar hij was niet de éérste voorzitter van deze vereniging. Dat was namelijk een medefrater, die tijdens de oorlog ook betrokken was geweest bij de totstandkoming van dat volkstuincomplex: frater Oelbert van Vliet. Deze in 1909 geboren Tilburger was in 1926 ingetreden en beschikte over onder andere landbouw-, tuinbouw- en bijenteelt aktes.
Frater Silvius plant een boom, 1948. 7
Nederland
De Koninklijke Volkstuindervereniging Hoflaan beheert één van de grootste volkstuinen in Tilburg (foto: Jan van Oevelen).
Volkstuin Hoflaan (foto: Jan van Oevelen).
“Ik ga er nog altijd trots op dat ik de eerste voorzitter was”, zo noteerde frater Oelbert in zijn herinneringen aan zijn verblijf in de fraterhuizen in Tilburg en Goirle. Frater Oelbert, die in 1948 de congregatie verliet, zou tot de zomer van 1944 voorzitter van de volkstuinvereniging blijven. Toen stapte hij uit het bestuur ‘wegens drukke werkzaamheden’, aldus het jaarverslag van 1944 van de Volkstuinvereniging Tilburg e.o.
Bloemenpracht Maar behalve de fraters Silvius en Oelbert was er nog een andere frater die een rol van belang heeft gespeeld in de Tilburgse volkstuinwereld. Frater Embertus Kuijpers was namelijk de oprichter van bloemenvereniging St. Franciscus. En net als de tuincomplexen Leijpark en Flora bestaat ook deze vereniging nog altijd. Als de Tweede Wereldoorlog geen roet in het eten had gegooid, was St. Franciscus anno 2015 de oudste van de dertien tuinen geweest die tegenwoordig onder de Overkoepelende Vereniging van Amateurtuinverenigingen Tilburg vallen. Zij werd namelijk opgericht in 1939, maar twee jaar later al weer verboden door de Duitse bezetter. In 1946 gingen de 8
Volkstuin Flora (foto: Jan van Oevelen). bloemenkwekers weer van start. Hun oorsprong zijn de tuinders van St. Franciscus nooit vergeten, want wie op dit complex een perceel huurt, is verplicht om de helft van zijn tuin vol te zetten met bloemen of vaste planten. Volgens een handgeschreven stuk in het archief van vereniging St. Franciscus hadden bloemen volgens frater Embertus een “grote betekenis in het leven van de mens”. “Het aanschouwen en het bezit ervan betekent vreugde en achting voor God, die in zijn oneindige goedheid ons naast onze arbeid voor het bestaan de bloemenpracht en plantenweelde heeft geschonken.” Jeroen Ketelaars Jeroen Ketelaars, Veertien tuinen, vier seizoenen. Leven met de natuur op de Tilburgse volkstuinen, deel drie in de reeks ‘In Tilburg’, Gianotten Printed Media, Tilburg 2015, 96 blz., € 11,95. Verkrijgbaar via de boekhandel.
Nederland
Het kunstwerk van frater André de Veer.
Apocalyps 21 in emaille Frater André de Veer is, net zoals vele andere fraters vroeger en nu, een begenadigd kunstenaar. Vooral tijdens zijn verblijf van ruim 35 jaar in Indonesië maakte hij prachtige voorwerpen: kruisbeelden, kandelaars, wandversieringen, ornamenten op altaren, tabernakels, enzovoorts, voornamelijk versierd met emaille. Op 19 maart 2015, vierde hij in het Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen zijn 65-jarig kloosterjubileum.
Een kunstwerk van frater André inspireerde frater Harrie van Geene, overste van de communiteit Joannes Zwijsen, tot het schrijven van een bezinning voor de versperviering op deze feestdag. Het in 1988 met emaille en mooie stenen vervaardigde kunstwerk, bevond zich in de kapel van het fraterhuis in Gunung Sitoli op het eiland Nias in Indonesië. Bij een aardbeving in 2005 is het zwaar beschadigd. Frater André de Veer heeft nog bruikbare onderdelen ervan verwerkt in andere objecten. Hieronder volgen enkele passages uit de overweging van Frater Harrie van Geene. “Het werk verbeeldt hoofdstuk 21 van de Apocalyps, het laatste hoofdstuk van het laatste bijbelboek. Het gaat daarin om de positieve piekervaringen die wij in het leven af en toe mogen ervaren en uiteindelijk om de schone voleinding van alles waarop we hopen. Dat hoofdstuk beschrijft een visioen, een toekomstdroom die nu soms al even een beetje zichtbaar en voelbaar wordt. Het is de verbeelding van het nieuwe Jeruzalem, van nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. … In het werk is van alles te zien. In het centrum vinden we het Lam. Dat Lam staat voor Jezus. Het kruis laat daar geen twijfel over bestaan. Dat middelpunt heeft niets
te maken met grootheid of macht. Integendeel, het Lam staat voor de zachte krachten in het leven: voor aandacht, tederheid, compassie, echtheid, goedheid en schoonheid. We zien verder een stevig ommuurde stad, een stad met vele poorten. Je kunt die poorten tellen. Twaalf zijn het er. En bij al die poorten zie je engelen. Weer twaalf. En ook allerlei kostbare stenen. Allemaal beelden. Hebt u wat moeite met al die apocalyptische beelden, denk dan maar aan ‘engelen van mensen’ en ‘juwelen van mensen’ want die hebben alles met Jezus en dat nieuwe Jeruzalem te maken. De stad staat voor het grote ‘samen’, voor de verbondenheid van mensen, voor het warme ‘wij’. … Terug naar het hart van de afbeelding die frater André maakte, het Lam. Het Lam, beeld van Jezus. In het centrum staat die persoon, dat symbool van tederheid, van barmhartigheid en broederschap. Niet grootheid en macht moet het richtbeeld zijn van ons leven en samenleven. Nee, voor Jezus zijn de zwaartepunten van het samenleven: recht, barmhartigheid en trouw. Dat is de wijsheid van het evangelie, dat is de goedheid en de schoonheid ervan.” Christianne van de Wal, geassocieerd lid 9
Internationaal
Avondgebed bij een beeld van Vincent de Paul in Château l’Évêque.
Ontmoeting met Vincent de Paul Jaarlijks verzorgen de Fraters CMM en de Zusters SCMM een reis naar de plaatsen in Frankrijk die van betekenis waren in het leven van Vincent de Paul (1581-1660). Deze heilige is een belangrijke inspiratiebron voor beide congregaties. Dit jaar vond deze ‘Vincentiaanse pelgrimage’ plaats van 29 juni tot en met 11 juli. Van de partij waren elf fraters (zeven uit Indonesië en vier uit Kenia) en twaalf zusters (negen uit Indonesië en drie uit Brazilië). Onderweg werden citaten gelezen uit brieven en andere geschriften van Vincent de Paul, maar ook van zijn geestverwanten Louise de Marillac (1591-1660) en Frédéric Ozanam (1813-1853). Nathalie Bastiaansen, ambtelijk secretaris van het generaal CMM-bestuur coördineerde de tocht. Zij stelde een selectie samen uit de leesstof en de overwegingen die de deelnemers erbij maakten.
Onze eerste stop was Folleville. Daar ontdekte Vincent in 1617 hoe de onwetende arme boeren zelfs de meest elementaire voorbereiding op de sacramenten ontbeerden. Zijn hart brak. Waarom zou hij nog het grootste deel van zijn tijd doorbrengen binnen de kleine kring van een rijke familie? Hij besloot om de rest van zijn dagen te wijden aan de dienst van de armen. Hij omschreef het begrip ‘roeping’ later dan ook als “een oproep van God om iets te dóen”. De meeste deelnemers ervaren hun roeping als een proces, dat heel klein kan beginnen. Een pelgrim vertelde: “De Heer roept iedere mens op verschillende manieren, en het begint meestal met een heel eenvoudige motivatie. In het 10
vervolgproces wordt de motivatie steeds meer uitgezuiverd via diverse concrete situaties.”
Bidden We reisden verder naar Chartres, een belangrijk bedevaartsoord voor Louise de Marillac. In de avond genoten we van de jaarlijkse lichtshow. Lumière (Licht) is ook de titel van één van Louise’s geschriften. Ze beschrijft hierin hoe, tijdens het bidden, haar gedachten opeens werden bevrijd van alle twijfel die ze had over de invulling van haar leven, omdat haar verzekerd werd “dat er later een tijd zou komen dat ik in een positie zou zijn om geloften van armoede, kuisheid en
Groepsfoto bij het geboortehuis van Vincent de Paul. Fraters lezen in Folleville een tekst van Vincent de Paul. gehoorzaamheid af te leggen. … Mijn laatste twijfel werd verwijderd door de innerlijke zekerheid die ik voelde dat het God was die mij deze dingen liet zien, en dit geloof in God bracht met zich mee dat ik ook niet hoefde te twijfelen aan de rest.” Eén van de zusters herkende zich hierin: “Ik heb een ervaring gehad die er op lijkt. In een moment van kwaadheid, angst, onbegrip, verzet, en onzekerheid, stond ik op het punt om het religieuze leven te verlaten. Hierover biddend, herinnerde ik me de woorden van Jezus: ‘Ik ben altijd bij u tot op ‘t eind der tijden.’ Toen keerde de rust terug. Ik geloof sterk in de kracht van het gebed. Hoe ik weet dat het van God komt? Vrede, blijheid, en rust, zelfs in moeilijke omstandigheden, zijn voor mij een bewijs dat God aanwezig is in mijn leven.”
Voorzienigheid We brachten een bezoek aan het stadje Richelieu, genoemd naar haar stichter. Kardinaal Richelieu (15851642) was één van de belangrijkste politieke connecties van Vincent. Richelieu had hem gevraagd om zich in te zetten voor de nieuwe ‘stad van Richelieu’. Helaas was de overeenkomst waarin een en ander definitief zou worden nog niet ondertekend toen de kardinaal plotseling stierf. Vincent schrijft dan in een brief aan één van zijn missionarissen: “De Voorzienigheid heeft toegestaan dat [de stichting in] Richelieu niet wordt gefinancierd.” En ook schrijft hij: “We moeten God 11
Internationaal hiervoor loven. We zullen afwachten wat zijn erfgenamen nu zullen doen.” Het mag ons wat vreemd in de oren klinken, maar zelfs wanneer het tegen zit, schrijft Vincent dat dus toe aan Gods Voorzienigheid. Wat zou dat woord voor hem precies betekend hebben? “Uit die brief blijkt vooral dat Vincent werkelijk geloofde in de Voorzienigheid”, merkte een frater op. “En terecht”, vervolgde hij, “want ondanks de dood van de kardinaal ging de missie in Richelieu uiteindelijk toch door.” Een andere frater voegde hier aan toe: “Voorzienigheid betekent niet dat we niets hoeven te doen of dat alles vanzelf gaat zoals wij dat willen. Het betekent dat we onze missie, onze plannen, maar ook onze vreugde en droefheden in de handen van God mogen leggen.”
Augustinus leerde ons dat we Gods werken kunnen herkennen aan het feit dat ze door zichzelf tot stand lijken te komen. Ze gebeuren op een zodanige wijze dat ze niet waarneembaar zijn, en uiteindelijk is er iets tot stand gekomen, en niemand kan zeggen hoe, behalve God.” Het is herkenbaar voor de pelgrims: “Via diverse levenservaringen, zowel die je vreugdevol als die je minder vreugdevol stemmen, ontdekken we de wil van God in het uitzuiveren van onze roeping.”
Deugden
De reis bracht ons verder naar Château l’Évêque. Hier werd Vincent de Paul in 1600 tot priester gewijd. Vincent wilde priester worden vanwege de goede maatschappelijke positie en een goed inkomen. Maar Gods wegen zijn niet altijd de wegen van de mens. Dat heeft Vincent gaandeweg ook ontdekt: “De heilige
Vincent de Paul werd geboren op 24 april 1581 in Pouy. We verbleven enkele dagen bij zijn geboortehuis: ‘Le Berceau’. Onze geestelijk begeleider in deze pelgrimage, pastor Agus Heru CM, verzorgde in Le Berceau twee conferenties over de vijf Vincentiaanse deugden: eenvoud, nederigheid, zachtmoedigheid, onthechting, en ijver/geestdrift. Vincent verwijst regelmatig naar zijn eenvoudige afkomst. Hij zegt dat het gemakkelijk is om te spreken over nederigheid, maar dat het lastiger is om het in praktijk te brengen. “Nederig zijn betekent altijd de laagste plaats kiezen, en laster verdragen;
Eucharistieviering in de kapel van Vincent de Paul, Moederhuis Lazaristen, Parijs.
Viering in het geboortehuis van Vincent de Paul.
Herkenbaar
Bezoek aan souvenirwinkeltje in Buglose.
12
dingen waar we van nature een afkeer van hebben.” Hoe gaan wij hier zelf eigenlijk mee om? De pelgrims deelden hun ervaringen: “Het communiteitsleven wordt nog dikwijls beïnvloed door de achtergrond van de leden. Zo zijn er grote, schrijnende verschillen in communiteiten tussen jong en oud, verschil in niveau van opleiding, culturele achtergrond, verschil in taak en positie. We moeten een houding en mentaliteit ontwikkelen op grond van de religieuze deugden waar Vincent de Paul ons op heeft gewezen: vooral eenvoud en nederigheid.”
Liefde Dicht bij de geboorteplaats van Vincent is een heiligdom met een beeld van Onze Lieve Vrouw van Buglose. In zijn jeugdjaren bezocht Vincent dit heiligdom met zijn familie. Maar in plaats van als een ‘object van devotie’ zag Vincent Maria liever als een ‘voorbeeld van hoe te leven’. Tot de Dochters der Liefde zei hij dan ook: “Waartoe dient het om soep of medicijnen aan de armen te brengen, als het motief voor een dergelijke actie niet voortkomt uit liefde? Liefde was de drijfveer van het handelen van de Heilige Maagd, en van alle goede vrouwen, die onder de leiding van onze Heilige
Moeder en de apostelen de armen dienden.” De fraters en zusters gingen in gesprek over de vraag: Wie is Maria voor ons? Een zuster zei: “Steeds op momenten van twijfel of crisis vraag ik aan Maria om mij te begeleiden. Bij de aardbeving op Nias en in Sibolga gingen we naar de kapel. De huizen van SCMM ontkwamen toen aan een ramp, waardoor ze voor langere tijd een huis konden zijn voor vluchtelingen.”
Vraag We bezochten de kerk waar Vincent in 1581 werd gedoopt. In 1624, tijdens een bezoek aan zijn familie, hernieuwde hij hier zijn doopbeloften. Voor Vincent bevatten de doopbeloften het antwoord op een belangrijke vraag: “Wat moet er worden gedaan?” Het antwoord: “In ons en in alles wat ons aangaat Gods wil te volgen.” Wat wil God, concreet, van ons, fraters en zusters? Op deze vraag kwamen vele uiteenlopende antwoorden. “In de communiteit moet er zowel tussen de leden als tussen de leden en de leiding goed gecommuniceerd worden zodat er een sfeer van openheid en ondersteuning ontstaat.” “We moeten zichtbaar zijn in de wereld, de congregatie moet haar visie en missie laten zien.” “We moeten dienstbaar zijn, bijvoorbeeld
De pelgrims bij de basiliek van Sacré-Coeur in Parijs. 13
Internationaal
De pelgrims na terugkeer in Nederland bijeen in de tuin van fraterhuis De Vuurhaard in Udenhout. door de jeugd te begeleiden, en ook in ons werk binnen een team.” “We moeten open staan voor nieuwe werken van barmhartigheid.” “God vraagt van ons om gelukkig te zijn met de armen.”
Offer In Parijs bezochten we de kapel van Onze-LieveVrouw van de Wonderdadige Medaille, en ontmoetten we als het ware Louise de Marillac. Louise koos voor de Dochters der Liefde het motto: ‘Wat ons drijft is de liefde van de gekruisigde Christus’. De zinsnede komt van Paulus: “Wat ons drijft is de liefde van Christus” (2 Kor 5,14), maar Louise heeft in haar versie ‘de gekruisigde’ toegevoegd. Op het eerste gezicht zou je denken dat ze wel een wat meer opbeurender toevoeging had kunnen kiezen: ‘de verrezen’ of ‘de barmhartige’. In plaats daarvan benadrukt ze de liefde van Jezus die zichtbaar wordt in zijn worsteling en zijn offer. Voor degenen onder ons die soms worstelen met hun missie, kan dit motto juist heel troostend zijn. Bijvoorbeeld wanneer we het gevoel hebben dat we falen in ons werk, of eronder lijden, of als dingen onmogelijk blijken. Maar als we ons herinneren dat het de liefde is van de gekruisigde Christus die ons aanspoort om dit soort werk te doen, vinden we de kracht om door te gaan.
Vernieuwing Vincent de Paul heeft veel mensen geïnspireerd om zich in te zetten voor de armen. Zo was er Frédéric Ozanam. Samen met enkele anderen stichtte hij in 14
1833 een liefdadigheidsvereniging die later bekend zou worden als de Vincentiusvereniging. Deze telt nu ongeveer 800.000 leden in zo’n 140 landen. De context waarin Frédéric Ozanam leefde is vergelijkbaar met onze hedendaagse cultuur. Het was een wereld vol onrust, geteisterd door de ene crisis na de andere. De Franse Revolutie wierp oude overtuigingen en tradities omver, ook die van de geïnstitutionaliseerde kerk. Frédéric Ozanam zocht naar vernieuwing van de kerk, en vertaalde de Vincentiaanse spiritualiteit naar concrete acties om de problemen van zijn tijd het hoofd te bieden. En wij? Wat kunnen wij doen?
Dienen Vincent vreesde soms dat zijn ideaal lastig te verwezenlijken zou zijn. Hij begreep heel goed, uit eigen ervaring, dat het dienen van de armen zeer veeleisend kan zijn. Het kost moeite om Jezus in de stervende patiënt te ontdekken, of in de verslaafde, in de crimineel, in de vervelende leerling, of in de ongelovige. In het Moederhuis van de Lazaristen bezochten we de heilige Vincentius. Om hem te begroeten, en misschien ook om hem te vertellen dat deze pelgrimstocht ons inspireerde om verder te gaan op zijn weg, en die van Louise de Marillac, van Frédéric Ozanam, en van de vele zusters en fraters die ons voorgingen. We nemen Vincents woorden mee: “Laten we God liefhebben, maar laten we dit doen met de kracht van onze armen en met het zweet op ons gezicht.” Nathalie Bastiaansen
Jaar van het Godgewijde Leven
Missie In juni verscheen de derde aflevering van de reeks ‘Vreugde!’ voor het Jaar van het Godgewijde Leven met bezinningsmateriaal voor fraters en geassocieerde leden van de congregatie. ‘De vreugde van onze missie’ luidt de titel van deze editie. Een ander initiatief in het kader van het religieuzenjaar, dat weliswaar beperkt blijft tot Nederland, zijn ‘spiritualiteitskaarten’.
De spiritualiteitskaart van juni met het schilderij ‘De barmhartige Samaritaan’ van Vincent van Gogh. De juni-uitgave van Vreugde! opent net als de twee voorgaande edities met enkele citaten. “God bemint wie met vreugde geeft” (2 Kor 9,7). “Weest steeds opgeruimd en blijmoedig, want God wil met een blijmoedig hart gediend zijn” (Joannes Zwijsen). “Een van de best bewaarde geheimen is de vreugde die een leven in mededogen geeft” (Henri Nouwen). “Mensen hebben vandaag zeker behoefte aan een bemoedigend of inspirerend woord. Maar wat ze nog méér nodig hebben is: dat we Gods barmhartigheid en tederheid uitdragen. Dat is hartverwarmend, wekt hoop op en beweegt mensen tot het goede. Het is vreugdevol om mensen Gods vertroosting te brengen!” (Paus Franciscus). “Waar wij ook werkzaam zijn, steeds zullen wij ons blijven verdiepen in de menselijke en evangelische zin van onze arbeid. Samen met allen die wij ontmoeten, In de wereldwijde katholieke kerk wordt van 29 november 2014 tot en met 2 februari 2016 het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ gevierd. Paus Franciscus kondigde dit speciale jaar op 29 november 2013 aan tijdens een ontmoeting met religieuzen in Rome. Hij roept ordes en congregaties op zich in dit jaar te bezinnen op hun betekenis voor kerk en samenleving. Ook de fraters CMM staan in dit jaar stil bij hun roeping en zending.
willen wij groeien naar een door God gewilde menselijkheid” (Constituties CMM I, 219-220).
In het hart van de uitgave staan wederom teksten uit een rondzendbrief van de Vaticaanse Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven voor religieuzen met het oog op het Jaar van het Godgewijde Leven. De titel luidt: Verheugt u.
Kaarten Het bestuur van de Nederlandse CMM-provincie verspreidt onder fraters en geassocieerde leden in Nederland maandelijks ‘spiritualiteitskaarten’ in het kader van het Jaar van het Godgewijde Leven. De eerste verscheen in januari. Op iedere kaart staat een tekst uit de apostolische brief van paus Franciscus, gericht aan alle religieuzen bij gelegenheid van het Jaar van het Godgewijde Leven, en een citaat uit de constituties van de Fraters CMM. De kaarten zijn geïllustreerd met het officiële logo voor het religieuzenjaar en een bij de teksten passende afbeelding. De uitgaven van Vreugde! verschijnen in het Nederlands, Engels, Indonesisch en Portugees en zijn te vinden op www.cmmbrothers.org. Peter van Zoest 15
Jaar van het Godgewijde Leven
Het nationale heiligdom in Aparecida.
Religieuzen bijeen in Aparecida
Het plaatsje Aparecida in de buurt van de miljoenenstad São Paulo is uitgegroeid tot één van de grootste Mariale bedevaartplaatsen ter wereld. Hier wordt Onze Lieve Vrouw van Aparecida vereerd, de patroonheilige van Brazilië. Het is dan ook een ‘nationaal heiligdom’. In het kader van het Jaar van het Godgewijde Leven werd er van 7 tot en met 10 april een landelijk congres georganiseerd door de Conferentie van de Religieuzen van Brazilië (CRB), een koepelorganisatie van ongeveer 33.000 vrouwelijke en ruim 2000 mannelijke religieuzen. Meer dan 2000 van hen waren samengekomen in het congresgebouw van het heiligdom.
Het congres had tot doel om te reflecteren over de identiteit, de mystiek en de zending van het religieuze leven in de wereld en maatschappij van vandaag. Of zoals de zuster-presidente van de CRB, Maria Inês Ribeiro, het uitdrukte: “Een reflectie aanbieden over onze radicale navolging van Jezus, over onze zending aan het volk Gods, en een sterk moment beleven van samen vieren en delen van religieuzen onder elkaar.” Het was een goede gelegenheid voor bezinning, onder meer ook tijdens eucharistievieringen met bisschoppen en naar aanleiding van een video-presentatie van kardinaal João Bráz de Aviz, de Braziliaanse prefect van de Vaticaanse Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven.
Uitdaging Veel congregaties hebben zich teruggetrokken uit scholen en ziekenhuizen en zijn naar de periferie van de grote steden gegaan, of naar het binnenland, en zetten zich in op pastoraal terrein en werken aan de bewustwording van de arme bevolking. Het samenleven en delen met armen is belangrijk geworden. In Zuid-Amerika hebben de bisschoppen bijeenkomsten belegd in Medellin (1968), Puebla (1979), Santo Domingo (1992) en Aparecida (2007) die grote invloed hadden op de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen. Er is meer ruimte gekomen voor leken en religieuzen. De wereld van vandaag biedt veel kansen: individuele verschillen worden meer geaccepteerd en roepen op tot een intensievere en open dialoog. De consumptiewereld is een grote uitdaging om het leven van religieuzen te vereenvoudigen, 16
echte waarden te incorporeren en bewust kiezen voor armoede. Jezus blijft daarbij het grote voorbeeld van radicale inzet voor het Rijk Gods, voor armen, lijdenden en behoeftigen.
Zending De deelnemers kregen bij het slot van de bijeenkomst een speciale zending mee: “Blijf opgewekt, wanneer je bij de Heer bent, als je Zijn wil volbrengt, wanneer je Zijn geloof deelt, Zijn hoop en Zijn evangelische barmhartigheid. Jullie worden toevertrouwd aan de voorspraak van Maria. Zij zal ons helpen om in vrijheid en zonder vrees, grote beslissingen te nemen. Zij helpt ons om de logica van de liefde van het kruis te leren en door ons gebed te groeien in eenheid met de Heer en zo een rijk, vruchtbaar en vreugdevol getuigenis te zijn van ons bestaan.” frater Theo Adams Beeld van het congres.
Symbolen
‘Mijn Jeepney’ Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle kapittelleden gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde aan aantal boeiende verhalen op, waarvan in ‘Fraters CMM’ een selectie wordt opgenomen. In deze editie: het symbool van generaal CMM-bestuurslid Rofinus Banunaek.
Het symbool dat ik u laat zien is een Jeepney. Een Jeepney is een voertuig voor openbaar vervoer in de Filippijnen. Reizen met een Jeepney is niet duur. Een Jeepney vervoert alle soorten mensen, zonder onderscheid des persoons: mannen en vrouwen, kinderen en ouderen, gezonde mensen en zieken, rijk en arm, studenten en bouwvakkers, religieuze mensen en atheïsten. Als het regent, of stormt, of de zon fel schijnt, of wanneer de straten hobbelig zijn, dan voelen de passagiers zich veilig in het voertuig. En tijdens de rit kunnen de passagiers genieten van de liedjes die de bestuurder en de bijrijder zingen. Klinkt goed, nietwaar? Ik wijd mijn leven aan de congregatie van de Fraters CMM. Deze congregatie is ‘mijn Jeepney’. Reizen met de ‘CMM Jeepney’ betekent ook dat ik samen reis met medefraters, met anderen en met God. ‘Samen reizen’ betekent in de spiritualiteit van de Fraters CMM dat we samen op weg zijn naar hetzelfde doel: ‘barmhartigheid en broederschap’, in Christus, met anderen. Tijdens mijn reis genaamd ‘het leven’, dien ik niet egocentrisch te zijn en anderen te negeren, vooral in de context van mijn gemeenschap, maar ook in de hele congregatie. Ik moet vasthouden aan het belangrijkste doel van de Jeepney: ‘voor iedereen, zonder onderscheid des persoons, zodat iedereen zijn of haar bestemming veilig en gelukkig kan bereiken’. Als ik dit niet doe, dan zal
de Jeepney vroeg of laat passagiers verliezen. Dan zal de opbrengst niet genoeg zijn om brandstof te kopen en deze Jeepney voor toekomstige reizen en routes te handhaven. Er zijn tal van passagiers geweest in het verleden, er zijn passagiers op dit moment, en er zullen ook in de toekomst passagiers zijn die een grote wens hebben om in te stappen in ‘onze Jeepney’. Er zijn momenten geweest waarin we passagiers die wilden instappen afgewezen hebben. We zijn ook passagiers kwijtgeraakt tijdens hun reis in onze Jeepney. Hebben we hen ergens achtergelaten, zonder genade? Hebben we onze ‘eigen regels’ gebruikt om te oordelen en te veroordelen? Ik heb een droom over ‘het veranderen van de omgeving’ op een manier die geschikt is en betekenisvol voor de hele congregatie: op het gebied van visie, missie, doelstellingen en het apostolaat. Het generaal kapittel is een prachtige gelegenheid voor ons om deuren te durven openen, nieuwe wegen te gaan, en barmhartigheid en broederschap in de wereld te brengen. We moeten de moed hebben om jongeren uit te nodigen te reizen met onze Jeepney: om te reizen met ons, met ons charisma en onze spiritualiteit. Durven we die weg te gaan? Ik hoop het! frater Rofinus Banunaek
17
Nederland
Open Kloosterdag In het kader van het Jaar van het Godgewijde Leven werd op 14 juni in Nederland een extra ‘Open Kloosterdag’ gehouden. Eerdere edities van deze manifestatie waar religieuze gemeenschappen aan deelnemen, dateren van maart 2000, maart 2003, mei 2006, april 2008, juni 2012 en mei 2014. Tijdens de dag zetten communiteiten van ordes en congregaties hun deuren open om te laten zien wat hen inspireert en waar ze voor staan. De Open Kloosterdag trok dit keer ruim 9000 bezoekers. Vierenvijftig communiteiten namen er aan deel, waaronder de gemeenschap van het CMM-generalaat in Tilburg. Het gebouw aan de Gasthuisring werd van 14.00 tot 17.30 uur bezocht door 140 belangstellenden. PowerPoint-presentaties, bezoeken aan het Fratermuseum en persoonlijke ontmoetingen met fraters waren de belangrijkste elementen van deze Open Kloosterdag. Om 17.30 konden geïnteresseerden deelnemen aan de vespers. Bijzonder was dat er niet alleen Nederlandse fraters, maar ook fraters uit Kenia en Indonesië aanwezig waren om de gasten over hun inspiratie en werk in hun eigen land te vertellen. Zij volgden in Nederland een bezinningsprogramma.
De deur van het generalaat is geopend voor bezoekers. Frater Ben Maijvis heet gasten welkom.
De Keniaanse fraters Elijah Osena Agilo (links) en Nicodemus Orang’i Otundo in gesprek met belangstellenden. tijdens de open kloosterdag in het CMMgeneralaat Frater Edward Gresnigt verzorgt een rondleiding in het Fratermuseum.
18
Nederland
Gezamenlijke ziekenzalving Op 26 mei vond in de kapel van het Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen een viering plaats rond de gezamenlijke ziekenzalving. Vijftien fraters, twee geassocieerden en elf religieuze huisgenoten waren aanwezig om het sacrament te ontvangen. De viering werd verzorgd door pater Willem Spann OSFS en Gabriël Roes, geestelijk verzorger van ‘De Wever’, de organisatie voor ouderenzorg in Tilburg die het centrum beheert. Henk van de Wal, geassocieerd lid van de Fraters CMM maakte de volgende impressie.
Vroeger kon je de ziekenzalving alleen ontvangen als je bijna dood was: het was eigenlijk het sacrament voor de stervenden. Tegenwoordig wordt de ziekenzalving steeds vaker eerder gegeven en is meer gericht op de bemoediging van een zieke of een kwetsbare oudere. En het hoeven niet eens ouderen te zijn! Een bijkomend voordeel is dat op deze manier het sacrament bewuster kan worden meegemaakt. Een week eerder was er tijdens de bezinningsdag van de communiteit uitleg gegeven over dit ‘sacrament van bemoediging’, zoals het ook vaak wordt genoemd.
Kwetsbaar Deze mensen voelen zich niet ziek, maar zijn zich ervan bewust dat ze kwetsbaar zijn, vermoeid soms, en onder lasten gebukt gaan. Bij zo’n viering voel je je gesteund door de andere aanwezigen, mensen die ook het sacrament ontvangen en mensen die door hun aanwezigheid
willen laten weten dat ze er zijn voor hun naasten, ook in komende moeilijke tijden.
Broederlijke steun Na afloop werden felicitaties uitgewisseld in verband met het ontvangen van dit sacrament van bemoediging en werd er onder het genot van een kopje koffie en een plakje cake nog even nagepraat. Ook oude en zwakke mensen zijn een beeld van God. De kwaliteit van de samenleving valt af te lezen aan de mate waarin kwetsbare mensenkinderen hun plaats krijgen. In een congregatie is dat niet anders. Daarom waren door de communiteit van Joannes Zwijsen alle fraters en geassocieerden in Nederland voor deze viering uitgenodigd: om deel te nemen aan de ziekenzalving of om de medebroeders een blijk van broederlijke steun te geven. Henk van de Wal, geassocieerd lid CMM
Uit de Katechismus van de Katholieke Kerk: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden” (Jak. 5,14-15) (1526). Het sacrament van de ziekenzalving heeft als doel een bijzondere genade te verlenen aan de christen die te kampen heeft met de moeilijkheden die verbonden zijn met een ernstige ziekte of met ouderdom. (1527). Willem Spann dient de ziekenzalving toe.
19
Kort nieuws
CMM participeert in bestuur Vincentiaanse Familie Begin dit jaar is besloten om het bestuur van de Vincentiaanse Familie (Vincentian Family Executive Committee) met nog drie takken van de familie uit te breiden. Momenteel bestaat het bestuur uit de generale overste van de Congregatie der Missie en een assistent, de generale overste van de Dochters der Liefde en een assistent, de internationale voorzitter van de Vincentiusvereniging wereldwijd en een assistent, en de internationale voorzitter van de Sociëteit van St. Vincent de Paul en een assistent. De congregatie van de Fraters CMM, die sinds 2009 actief betrokken is bij de leiderschap- en vormingsprogramma’s van de
Vincentiaanse Familie, werd gevraagd om zitting te nemen in het bestuur ervan. De algemene overste, frater Lawrence Obiko, werd door Gregory Gay, generale overste van de Congregatie der Missie, persoonlijk hiervoor gevraagd en hij heeft de uitnodiging aanvaard. Vervolgens heeft frater Lawrence Obiko de vorige algemene overste, frater Broer Huitema, als zijn assistent gekozen om met hem in het bestuur van de Vincentiaanse Familie zitting te nemen. De eerste bestuursbijeenkomst zal in januari 2016 in Rome plaatsvinden.
Tiende verjaardag overlijden frater Anthony Koning herdacht De tiende verjaardag van het overlijden van frater Anthony Koning werd dit jaar in Kenia twee keer herdacht. Frater Anthony overleed tien jaar geleden op 28 april 2005 als gevolg van een dodelijk ongeval, dat gebeurde toen hij onderweg was naar Nairobi om de eerste tijdelijke geloften en het begin van het noviciaat van zijn medebroeders in Sigona, Nairobi, bij te wonen. Op 25 april 2015 was er een eucharistieviering in Mosocho voor de drie fraters die in Kenia zijn begraven: de fraters Amator van Hugten, Martin Peters en Anthony Koning. De fraters van de communiteiten Mosocho, Oyugis en Sikri hadden enkele gasten uitgenodigd voor een eenvoudige gedachtenisviering. Na de mis werd het graf van frater Anthony bezocht. De provinciale overste frater James Ochwangi hield een korte toespraak, waarin hij vertelde over zijn persoonlijke ervaringen en lessen die hij uit het leven van frater Anthony had getrokken. Daarna nodigde hij alle aanwezigen uit voor een maaltijd in het fraterhuis. Bij deze gelegenheid waren ook de vrienden en het personeel van St. Vincent Depaul Boys School Mosocho aanwezig. Op dinsdagmorgen 28 april ging een kleine groep medewerkers van het Oyugis Integrated Project (OIP) in Shirikisho naar het kerkhof van de fraters in Mosocho. Frater Anthony Koning was de drijvende kracht achter dit project dat er op gericht is om besmetting met hiv/aids te voorkomen en mensen te ondersteunen die gebukt gaan onder de gevolgen ervan. Er werden een paar liederen gezongen en voorbeden 20
uitgesproken. In de namiddag gaf de voormalige provinciale overste, frater Andrea Sifuna, een presentatie aan het personeel van OIP over het gedachtegoed van frater Anthony. Hij sprak over de drie grote ‘liefdes’ van Anthony: zijn liefde voor de scholen en voor sport, zijn liefde voor Shirikisho en de vorming van de Afrikaanse fraters, en zijn liefde voor het OIP. Over dit project zei hij ooit: “Ik geloof nog steeds dat, na een lange tijd les gegeven te hebben op een middelbare school, en na bestuursfuncties in allerlei organisaties en in de gemeenschap van de fraters, dat het OIP het beste is dat me ooit is overkomen. Werken met stervende en gemarginaliseerde mensen in zo’n directe relatie is een door God aan mij gegeven uitdaging, waarvoor ik erg dankbaar ben.” Frater Anthony Koning in Shirikisho.
Kort nieuws
Fraters Oost-Timor vieren verjaardag congregatie Op 25 augustus vierden de fraters van de CMM-regio Oost-Timor dat de congregatie van de Fraters CMM 171 jaar geleden werd gesticht, dat gebeurde met een eucharistieviering in de kapel van de communiteit in Dili, gecelebreerd door de franciscaan Hermenegildo Dato. De viering werd niet alleen bijgewoond door fraters, maar ook door zusters SCMM, ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ en scholieren. De regionale CMMoverste frater Silvino Belo zei in een toespraak tijdens de mis dat de congregatie weliswaar ‘oud’ is in vergelijking met een mensenleeftijd, maar dat de fraters volop vitaliteit uitstralen om van Christus te getuigen. Hij riep de ambassadeurs op om de activiteiten van de CMM-gemeenschappen van Oost-Timor te ondersteunen. De verjaardagsviering werd afgesloten met een diner, muzikaal omlijst door ambassadeurs en fraters. Beeld van de eucharistieviering in Dili.
Hogere oversten bijeen in Rome Samen met 115 hogere oversten van ordes, congregaties en religieuze instituten nam frater Lawrence Obiko, de algemene overste van de Fraters CMM, in Rome deel aan de halfjaarlijkse bijeenkomst van de Unie van Hogere Oversten (USG). De vergadering werd van 27 tot en met 29 mei 2015 in het ‘Salesianum’ te Rome gehouden. Het thema van de vergadering was: ‘In vreugde gezonden. De zending van het godgewijde leven in de kerk van paus Franciscus’. Op basis van inleidingen, in groepsgesprekken en discussies werd gesproken over de uitdagingen van het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ dat door de paus is uitgeroepen. Op de eerste dag van de bijeenkomst stond een inleiding van de karmeliet Bruno Secondin centraal. De titel van zijn presentatie luidde: ‘Een actieve liefde om nieuwe horizonten te beleven: de taal, de stijl en
de projecten van paus Franciscus voor de kerk’. Hij beschreef de speerpunten in de zending van de kerk door voorbeelden te geven uit de taal, de stijl, de projecten en boodschappen van paus Franciscus. Bruno Cadoré, magister generaal van de dominicanen, liet zien wat paus Franciscus betekent voor het godgewijde leven. De discussies werden in een broederlijke atmosfeer in taalgroepen gehouden. De deelnemers gingen na hoe hun leven als religieuzen door deze paus, die zelf religieus is, beïnvloed wordt. Kardinaal João Braz de Aviz, prefect van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven en aartsbisschop José Rodríguez Carballo OFM, secretaris van deze Congregatie, beantwoordden op de laatste dag van de vergadering vragen die voornamelijk betrekking hadden op de ontwikkelingen rond een aantal documenten. Voor de komende bisschoppensynode over het gezin zal een broeder-religieus worden gekozen om aan de synode deel te nemen. Hij zal stemrecht hebben. Dit is een primeur in de geschiedenis van kerksynodes. Frater Lawrence Obiko (vijfde van links) tijdens een discussie.
21
In Memoriam
Installatie regionale overste Namibië De fraters Benyamin Tunggu en Niek Hanckmann, leden van het generaal bestuur van de Fraters CMM, brachten van 30 april tot en met 15 mei een werkbezoek aan de CMM-regio Namibië. Namens de algemene overste frater Lawrence Obiko heeft frater Benyamin Tunggu frater Athanasius Onyoni als regionale overste van de fraters in Namibië geïnstalleerd. De plechtigheid vond plaats op 2 mei in de kapel van de communiteit aan de Jan Jonker Road in Windhoek. De twee leden van het generaal bestuur dankten de aftredende regionale overste frater Hermenegildus Beris voor zijn bereidheid en extra tijd waarin hij de regio heeft gediend. Dat laatste was noodzakelijk omdat het regelen van de verblijfs- en werkvergunning van frater Athanasius Onyoni langer duurde dan was voorzien.
Nieuwe website Retiro Vicente de Paulo Onlangs kreeg het retraite- en conferentiecentrum Retiro Vicente de Paulo (RVP) in Igarapé, Brazilië een nieuwe website. Dit centrum is ontworpen, opgericht en wordt onderhouden door de fraters van de Braziliaanse regio van de congregatie. De architectuur, de sculpturen en de programma’s stralen op een bijzondere manier het charisma en het spirituele gedachtegoed uit van de Fraters CMM: broederschap en barmhartigheid. De nieuwe website geeft informatie over het retraitecentrum, de programma’s, de evenementen en presenteert nieuwsberichten. Ga naar www.retirovicentedepaulo.com.br.
Openingsfoto van de website.
22
Frater
Jan (J.A.M.) Smits Hij werd geboren te Tilburg op 15 september 1925 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1942. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1947. Hij overleed op 1 augustus 2015 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed Steenwijk in Vught. Frater Jan Smits werd geboren in de Lange Nieuwstraat te Tilburg, vlak bij het Moederhuis van de fraters. Hij bezocht de basisschool aan de Stedekestraat die werd geleid door fraters. Die contacten en de katholieke sfeer thuis hebben er mede voor gezorgd dat Jan voor het religieuze leven als frater koos. Na het behalen van onderwijsdiploma’s gaf hij in Nederland onderwijs op basis- en ULO-scholen en vanaf 1966 op Curaçao. Taken als econoom, raadsfrater en lokale overste werden aan hem toevertrouwd. In 1984 koos het generaal kapittel frater Jan als lid van het nieuwe generaal bestuur. Gedurende twee bestuursperioden (19841996) heeft hij mede richting gegeven aan de koers van de congregatie. Daarna werd hij gedurende zes jaar plaatsvervangend provinciale overste in Nederland. In 1999 verhuisde hij naar de communiteit Joannes Zwijsen, waar hij wederom gevraagd werd bestuurslid te worden. Frater Jan heeft altijd veel waarde gehecht aan een goede familieband. Geregelde bezoeken aan zijn zussen en broer waren uiting van zijn verbondenheid met hen. Langzaam kwam er een wolk van grijze duisternis over zijn leven. Sneller dan voorzien is frater Jan van duisternis overgegaan naar het Licht, waarin hij zo geloofde. Wij vertrouwen hem nu toe aan het Licht, waarin Gods barmhartige liefde alles bepalend is.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
Niemand heeft God ooit gezien In 1956 deed ik mijn professie voor het leven. De gewoonte was, dat men een prentje als aandenken koos. Heel mooie en vrome afbeeldingen deden de ronde. Frater Vincenzo de Kok tekende voor mij een Maria. En daarbij koos je een passende tekst. Ik kon er niet mee vooruit. Het was voor mij te mooi, te vroom misschien ook wel. Waarom ik een tekst van Hadewijch koos, weet ik nog steeds niet:
God si u God ende ghi hem minne Laat God die God zijn in je leven en gij: hou van Hem Heel mijn leven heeft deze tekst mij vergezeld. In de vele fasen die ik heb doorgemaakt: soms als een opgave, of als een anker om aan vast te houden, of als zorg of je wel op de goede weg bent of als een kwelling, een niet-weten, een leegte. Nogal eens vraagt men mij: geloof jij dat allemaal nog? Met als ondertoon er geen raad mee te weten en zich af te vragen of men niet voor de gek gehouden is. Ik begrijp die vragen vanuit mijn eigen ervaring. De ervaring te weten enkel wat Hij niet is en ervaren te hebben er met je verstand helemaal niet uit te komen. Vaak antwoord ik eerlijk en dat blijkt lucht te geven: ik weet het ook niet, maar wat ik weet is, dat God liefde, barmhartige liefde, is. Maar dan nog: niemand heeft God ooit gezien. Onder deze titel schreef Maurice Bellet een indringend en moedig boekje, waarin hij de velen die tobben met God én degenen die Hem afwijzen, een weg wijst door de leegte en stilte van
niet-weten heen. “Niemand heeft God ooit gezien”, schreef Johannes, maar met daarop volgend: “Als we elkaar liefhebben, blijft God in ons, en is zijn liefde in ons volkomen geworden.” “Ende ghi hem minne”, dichtte Hadewijch. Hoe troostvol als je tobt, twijfelt, teleurgesteld bent, niet weet wat dat betekent: heb elkaar lief dan blijft God in ons. Wat een immense opgave ook, als je beseft dat ook de ander ‘drager van de oneindigheid is’. Want zegt Maurice Bellet: “Als God is, is hij in elke mens het lichtpunt dat aan elke rede en elke dwaasheid vooraf gaat, en dat niet vermag te vernietigen. Misschien bestaat ‘in God geloven’ dan hierin: geloven dat dit lichtpunt in elke mens aanwezig is.” Maurice Bellet stamelt op het einde van zijn beschouwing. Zelf ervaar ik verlegenheid. Want uiteindelijk gaat het over iets heel persoonlijks, iets waar je moeilijk over praat. Misschien zijn er lezers, die zich hierin herkennen en die het helpt om verder te gaan op de weg van de liefde, in een wolk van niet-weten vaak. frater Wim Verschuren
23
Ieder geeft zijn persoonlijke omgang met Christus een eigen gestalte al naargelang de groeifase en de toestand waarin hij verkeert. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid