FRATERS CMM 1/16
| ‘Indonesië leidt’ | Herinneringen uit Amsterdam | ‘Waar ben jij op gebouwd?’ | Vincentiaanse Familie bijeen in Rome
Inhoud
Gesprek met de algemene overste
4
Rond frater Andreas
5
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl). Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) e-mail: magazine@cmmbrothers.nl website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: Kenia: vrouwelijke gevangenen en een gevangenbewaarster poseren met een doos vol materialen die ze hebben ontvangen van het ‘Father Grol’s Welfare Project’. Zie ‘Apostolaat in beeld’ op pagina 6-8.
Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Vluchtelingen, opgevangen in fraterhuis De Vuurhaard in Udenhout (foto: frater Ad de Kok).
Apostolaat in beeld
6
Jaar van Barmhartigheid
9
‘Indonesië leidt’: TRAINING VOOR SCHOOLHOOFDEN
10
Herinneringen uit Amsterdam
14
Van de redactie Het ‘Jaar van Barmhartigheid’ dat van 8 december 2015 tot en met 20 november 2016 in de katholieke kerk wordt gevierd, is in volle gang als dit lentenummer van Fraters CMM verschijnt. ‘Barmhartigheid doen’ is dagelijkse praktijk voor de congregatie van de Fraters CMM, die voluit heet: ‘Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid’. Dat de paus een speciaal barmhartigheidsjaar heeft uitgeroepen, betekent voor alle fraters een erkenning van hun inzet voor de ‘werken van barmhartigheid’ en is een enorme stimulans om hiermee door te gaan. Hoe uiteenlopend de toewijding van fraters aan barmhartigheid is, komt tot uiting in dit nummer. De rubriek ‘Apostolaat in beeld’ laat heel concreet één van de ‘werken van barmhartigheid’ zien: gevangenen bezoeken. Dat gebeurt in Kenia binnen het kader van een project, waarvan frater Linus Schoutsen de coördinator is. Van heel andere aard is de betrokkenheid van fraters bij de ‘beweging van barmhartigheid’, aangezwengeld door de Franse heilige Vincent de Paul (1581-1660), die vorm heeft gekregen in de wereldwijde ‘Vincentiaanse Familie’. De algemene CMMoverste frater Lawrence Obiko en frater Broer Huitema woonden onlangs in Rome voor het eerst een bestuursvergadering bij van deze familie. Aansluitend vond een ontmoeting plaats van vertegenwoordigers van de verschillende geledingen van de Vincentiaanse Familie. Onderdeel daarvan was het verdiepen van de Vincentiaanse spiritualiteit. Zoals frater Broer Huitema in een verslag aangeeft, was dit verrijkend voor de deelnemers die hierdoor gesterkt werden in het uitdragen van de Vincentiaanse boodschap van barmhartigheid.
11
Vreugdevol in Gods Barmhartigheid
16
‘Waar ben jij op gebouwd?’
VINCENTIAANSE FAMILIE BIJEEN
17
WERELDJONGERENDAGEN KRAKOW 2016 In 2016 organiseren we een reis naar de Wereldjongerendagen in Krakow voor 80 nieuwe ambassadors uit 7 verschillende landen, waaronder Nederland… Ben JIJ erbij?
folder_v2.indd 1
22-5-2015 11:44:08
Symbolen
19
Kort nieuws
20
In Memoriam
22
‘Dichtbij is zijn genade’
23 3
gesprek
met de algemene overste
Van 21 tot en met 24 januari nam ik samen met frater Broer Huitema deel aan de jaarlijkse bijeenkomst van de Vincentiaanse Familie in Rome. Het was voor mij de eerste keer dat ik bij zo’n ontmoeting was. Ik wil graag mijn belangrijkste indrukken van deze inspirerende dagen delen met de lezers van ‘Fraters CMM’.
Vanaf de eerste dag heb ik een sterke familiesfeer ervaren! Religieuzen en leken met heel verschillende achtergronden en afkomstig uit de hele wereld hadden het gevoel bij elkaar te horen. Je voelde je geen vreemdeling. Er was een gezamenlijk verlangen om de spiritualiteit van Vincentius te beleven. Die gedeelde spiritualiteit vraagt om een voortdurende groei in diepgang en evenzeer om een groeiende samenwerking die vruchten afwerpt. Er waren bemoedigende voorbeelden van concrete actie. Zes jaar geleden werd het toch al noodlijdende Haïti getroffen door een aardbeving. De Vincentiaanse Familie slaagde er in die zeer moeilijke en schrijnende situatie in om ter plekke op verschillende manieren succesvol samen te werken. Ook in Zuid-Soedan zijn de laatste jaren geslaagde projecten ontwikkeld. Onze congregatie heeft in beide gevallen steun kunnen geven. De vraag drong zich bij mij op hoe wij de komende jaren in de eigen gebieden meer kunnen samenwerken met leden van de Vincentiaanse Familie. Ik weet dat er op veel plaatsen inspirerende contacten zijn rond vieringen en gezamenlijke spirituele verdieping. Deze contacten zijn intussen zodanig ontwikkeld dat ze de basis kunnen vormen voor een verdere groei. Daarbij denk ik aan vormen van praktische actie. Je ziet een noodsituatie en wat ga je dan doen?
4
De Vincentiaanse Familie kan, meer nog dan nu het geval is, een wereldwijd netwerk van samenwerking vormen. De kracht van dit netwerk moet zich steeds meer gaan manifesteren. Als voorbeeld noem ik deze keer Nederland. De Vincentiaanse Familie kan zich in haar bijeenkomsten de komende tijd concreet richten op de vluchtelingen die in Nederland hun heil zoeken. De religieuze gemeenschappen kunnen afzonderlijk niet zo veel doen. Welke vormen van samenwerking zijn in deze situatie vruchtbaar? Het gaat om het bundelen van de krachten. En dat niet alleen binnen de Vincentiaanse Familie maar van daaruit ook met andere organisaties. Samenwerking, maar met behoud van eigen kleur en identiteit. Onze leefregel zegt: “Als gemeenschap horen wij thuis midden in de werkelijkheid en de stromingen van de wereld. Daar wacht de Heer op ons.” De Vincentiaanse Familie is een vorm waarbinnen en waarmee wij de eigen én de gedeelde spiritualiteit ter plekke kunnen omzetten in daden. We mogen hopen dat ze evangelisch en dus bevrijdend zullen zijn. frater Lawrence Obiko geïnterviewd door Rien Vissers
rond frater andreas
Tegen de lauwheid Als monseigneur Zwijsen ergens een hekel aan had, dan was het wel aan lauwe religieuzen. Altijd weer riep hij zijn fraters en zusters op om hun roeping helemáál waar te maken en niet slechts een beetje. In brieven en conferenties van de bisschop klinkt dikwijls een waarschuwing tegen de lauwheid. Het woord staat nog op de slotpagina van de ‘Gemeenzame Gesprekken’ en valt tot in de laatste instructies van de stichter, vlak voor zijn dood. Zwijsen verwachtte dat fraters en zusters hard werkten en zich totaal toewijdden aan hun missie en gemeenschapsleven.
dans nos coeurs’ (‘Dat Jezus in ons hart mag leven’). Het werd door allen beantwoord met een luidkeels “A jamais!” (“Voor altijd!”).
Frater Andreas en enkele leerlingen met de hand op het hart.
De bijzondere gedrevenheid van Zwijsens religieuzen werd op allerlei manieren zichtbaar. In de leefregel van de fraters van 1857 staat er bijvoorbeeld dit zinnetje over de dagorde: “Te half vijf ure ’s morgens, zowel in den winter als in den zomer, zal het teken tot opstaan gegeven worden, waarop eenieder zich zal werpen in het Heilig Hart van Jezus, en dadelijk zal opstaan.” Al het begin van de fraterdag was veeleisend. Fraters moesten niet alleen vroeg, maar ook “dadelijk” opstaan. Vol betekenis was ook die wonderlijke uitdrukking “zich werpen in het Heilig Hart van Jezus”. In die tijd begonnen de fraters, net als de kinderen op hun internaten, de dag met een Frans liedje: ‘Vive Jésus
In de religieuze familie van Zwijsen was er voor dat Heilig Hart een bijzondere verering. Eigenlijk moeten we zeggen: de Heilige Harten, want het Heilig Hart van Maria was “zeer gelijkvormig aan het allerheiligste Hart van Jezus”, zoals in de fraterregel stond. De naam van de congregatie was verbonden aan het Heilig Hart van Maria, waarin volgens Zwijsen “alle deugden en voornamelijk de barmhartigheid gevestigd zijn”. Er waren allerlei betekenissen verbonden aan de verering van de Heilige Harten van Jezus en Maria. Van die devotie ging een appèl uit tot gevoelige overgave, tot geloven met heel je hart. Ze was ook een dagelijkse herinnering aan Gods barmhartigheid en voedde de belofte die barmhartigheid elke dag in de missie concreet te maken. En zeker was ze ook een aanklacht tegen de lauwheid. Als er één devotie was in die jaren waarin het ging om een radicaal, vurig en hartelijk belijden van het geloof, dan was het wel de verering van het Heilig Hart. Het zal niet verbazen dat ook frater Andreas een vurig vereerder van het Heilig Hart was. Elke dag wierp hij zich in het Heilige Hart van Jezus en zong het Franse gebed, eerst op de kweekschool en later op internaat Ruwenberg. Hij leefde vanuit een spiritualiteit van het hart en volgde bisschop Zwijsen helemaal in zijn afkeer van de lauwheid. Frater Andreas was van nature ijverig, hartelijk en vasthoudend. In religieuze zaken was hij radicaal en gedreven, koppig en compromisloos. Zoals het een frater van Zwijsen betaamt. Charles van Leeuwen 5
Apostolaat in beeld
‘Father Grol’s Welfare Project’ in Kenia De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. De tweede aflevering van deze rubriek brengt ‘Father Grol’s Welfare Project’ in Kenia in beeld, waarvan frater Linus Schoutsen de coördinator is. Dit initiatief komt op voor de rechten van gevangenen. Het stelt hen in staat een opleiding te volgen, zorgt voor leermiddelen en biedt begeleiding bij terugkeer in de samenleving. Daarnaast regelt het project recreatieve voorzieningen en verstrekt onder meer kleding, medicijnen, gereedschap, boeken en tijdschriften.
Een auto van het Father Grol’s Welfare Project met een opschrift dat aangeeft waar de organisatie voor staat: ‘Gevangenen zijn óók mensen’.
Frater Linus Schoutsen in gesprek met moeders die gevangen zitten.
Frater Linus Schoutsen maakt een aantekening in zijn agenda op kantoor.
Vrouwelijke gevangenen vermaken zich met zang en dans.
6
Frater Linus Schoutsen spreekt gevangenen toe tijdens een voetbaltoernooi.
Een gevangene ondergaat gelaten zijn lot.
Gevangenen tijdens een volleybalwedstrijd.
Gevangenen luisteren naar frater Linus Schoutsen.
Gevangenen aan het werk.
7
Apostolaat in beeld
Gevangenen krijgen naailes.
Frater Linus Schoutsen geeft een gevangene die over een paar dagen vrijkomt een gereedschapskist.
Een gevangene opent de gereedschapskist die hij zojuist heeft ontvangen.
Vrouwelijke gevangenen en een gevangenbewaarster poseren met een doos vol materialen.
Gevangenen met materialen die ze zojuist hebben ontvangen.
Gevangenen die op het punt staan om vrijgelaten te worden met een gereedschapskist.
8
Jaar van Barmhartigheid
Logo van het Jaar van Barmhartigheid. De vertaling van de Latijnse tekst luidt: ‘Barmhartig als de Vader’.
Paradigma van barmhartigheid ‘Barmhartigheid’ is een kernbegrip in de spiritualiteit van de congregatie van de Fraters CMM. Het ‘Jaar van Barmhartigheid’ dat van 8 december 2015 tot en met 20 november 2016 in de katholieke kerk wordt gevierd, biedt bij uitstek gelegenheid om hier in ‘Fraters CMM’ aandacht voor te vragen. Oud-algemeen overste frater Harrie van Geene heeft deze taak op zich genomen. Zijn tweede bijdrage sluit aan bij een eerste artikel in dit verband over het Tweede Vaticaans Concilie in ‘Fraters CMM’ 4/15.
De openingstoespraak van paus Johannes XXIII en de slottoespraak van paus Paulus VI vormen een opvallende inclusio van het hele Tweede Vaticaans Concilie. Het was een openbaring voor mij. Toen paus Johannes XXIII in 1962 het concilie opende, zei hij: “Nu wil de bruid van Christus liever het medicijn van de BARMHARTIGHEID gebruiken dan de wapens van strengheid op te nemen.” En Paulus VI sloot in 1965 het concilie met de woorden: “We geven er de voorkeur aan de aandacht erop te richten hoezeer BARMHARTIGHEID het religieuze hoofdkenmerk van het Tweede Vaticaans Concilie is geweest.” Daags voor de sluiting van het concilie, op 7 december 1965, vond de promulgatie plaats van Gaudium et spes - pastorale constitutie over de kerk in de wereld van deze tijd, het laatste conciliedocument. Het bleek een slotakkoord van barmhartigheid te zijn: compassie voor de moderne wereld, een houding van openheid en dialoog, van optimisme en hoop. De grote concilietheoloog Yves Congar sprak over Gaudium et spes als over “het Beloofde Land van het concilie”. De eerste zin van het document luidt: “Vreugde en hoop, verdriet en angst van de mensen van vandaag, vooral van de armen en van hen die, hoe ook, te lijden hebben, zijn
evenzeer de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van de leerlingen van Christus: er is werkelijk niets bij mensen te vinden dat geen weerklank vindt in hun hart.” En even verderop: “Daarom voelt de kerk zich werkelijk intiem verbonden met het mensdom en zijn geschiedenis.” Deze woorden over barmhartigheid zijn niet voor niets opgenomen in de leefregel van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid: “Wij weten ons, samen met andere gelijkgezinden, verbonden met het volk van God en de gehele mensheid. Daarom zullen vreugde en hoop, verdriet en angst van de kerk ter plaatse, van de wereldkerk en van alle mensen ook de onze zijn” (Constituties I, 176-177). Deze woorden spelen niet voor niets zo’n opvallende rol in de heroverwegingen van het Tweede Vaticaans Concilie door paus Franciscus. Op 4 december 2015 vond aan de Radboud Universiteit in Nijmegen een internationale conferentie plaats over Gaudium et spes onder de titel: ‘A Continuing Challenge?’. Ja, een voortgaande uitdaging … van barmhartigheid. frater Harrie van Geene
9
Indonesië
De deelnemers aan de bijeenkomst.
‘Indonesië leidt’: training voor schoolhoofden Van 8 januari tot 16 januari organiseerden de Don Bosco Stichting en de Fraters CMM een intensieve training voor schoolleiders in ‘Syantikara’, een conferentiecentrum van de Zusters van Carolus Borromeus in Yogyakarta. De educatieve activiteiten van de Fraters CMM in Indonesië vallen onder de Don Bosco Stichting. De bijeenkomst voor schoolhoofden (zowel fraters als lekenpersoneel), was gericht op verbetering van de kwaliteit van leiderschap en professionaliteit. De eerste drie dagen van de bijeenkomst stonden in het teken van het thema ‘Leiderschap en professionaliteit van schoolhoofden ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs van de Don Bosco Stichting van Manado’. Het tweede deel werd geleid door mensen van ‘Great-Life Resources’, een Indonesische organisatie voor leiderschapstraining, in samenwerking met de Stichting ‘Insan Sekolah Kasih’ van ouders betrokken bij het onderwijs, en een onderwijsteam van het bisdom van Semarang. Het motto van dit onderdeel van de training was: ‘Indonesië leidt: een leiderschapsprogramma voor 1000 schoolleiders’. De leiderschapstraining ‘Indonesië leidt’ beoogt de ontwikkeling van het Indonesische volk te stimuleren op weg naar een volwaardige natie in de wereld, te beginnen met het onderwijs.
Apostolaat De provinciale CMM-overste, frater Martinus Max Mangundap, zei in een terugblik: “Deze bijeenkomst was erg belangrijk omdat er een relatie werd gelegd 10
tussen onze visie op onderwijs en de uitdagingen die er in elk gebied van het werk zijn.” De conferentie bevestigde voor hem en de andere fraters dat hun taak op onderwijsvlak een belangrijk onderdeel is van het apostolaat van de congregatie.
Nieuwe inzichten Eén van de deelnemers, frater Lukas Mandagi, voorzitter van de Don Bosco Stichting van Manado, vatte zijn ervaringen als volgt samen: “De inhoud van deze conferentie sprak ons erg aan. Wat we hebben geleerd sluit goed aan bij de huidige situatie.” Hij hoopt dat de deelnemers van ‘Indonesië leidt’ de nieuwe inzichten in praktijk gaan brengen en dat ze deze ook doorgeven aan andere docenten. “Zo kan de training een positieve invloed hebben op de scholen, de ouders, de leerlingen, maar ook op de samenleving”, aldus frater Lukas Mandagi. frater Fransiskus Linus
Nederland
Herinneringen uit Amsterdam Op 19 augustus 1960 kon iedereen in Tilburg weten dat er fraters naar Amsterdam zouden gaan. Het stond immers in het ‘Rooms Leven’, het veelgelezen Tilburgse kerkblad. Het artikel straalde groot optimisme uit over het toekomstige werk van de fraters op de basisschool aan de Nieuwe Leliestraat in de Amsterdamse Jordaan. Vooral de uitzending van frater Euberto de Kort wekte alle vertrouwen voor de toekomst, gezien zijn grote reputatie als schoolhoofd en leider van de harmonie ‘Vogelenzang’ in de parochie ‘Broekhoven II’ in Tilburg.
De Amsterdamse communiteit in 1961 in de flat in Buitenveldert. V.l.n.r. de fraters Gabinus Oor, Caspar de Leeuw, André de Veer, Euberto de Kort.
Op 1 september 1960 stapten de fraters Euberto de Kort, Adelbertus (André) de Veer en Caspar de Leeuw welgemoed de Aloysiusschool in de Jordaan binnen om hun onderwijstaak te vervullen. Die welgemoedheid sloeg spoedig om in verbijstering toen groepen leerlingen schreeuwend, vechtend, over de banken lopend, zingend en fluitend rondes door de school maakten en het gebouw in handen namen. Weifelend vroegen de fraters zich tijdens het speelkwartier af of ze nog in staat zouden zijn als onderwijzer te kunnen werken. De hopen ravottende, vechtende, vrijgevochten bendes op het veel te kleine speelplaatsje dwongen hen in een
pijnlijk defensief. De fraters beleefden een werkelijke ‘culture-shock’: ze verstonden de taal van hun pupillen nauwelijks en waren helemaal niet voorbereid op de jolige, assertieve, Jordanese vrijgevochtenheid.
Wennen Langzamerhand begonnen die Brabantse onderwijsmannen aan hun leerlingen te wennen. Er groeide begrip voor hun leefomstandigheden in die volgepropte, uitgeleefde zeventiende-eeuwse panden met, per pand, vijf of zes wooneenheden onder, boven en naast elkaar. Geen wonder dat 11
Nederland
een tijd dat borreltje nog taboe was in de congregatie. Definitieve woonruimte kwam er voor de communiteit al in 1961, toen het huis aan de Vossiusstraat werd aangekocht en opgeknapt. Het heeft nog enkele jaren geduurd voordat er op de Aloysiusschool een stabiel onderwijsklimaat heerste. Vier fraters moesten in min of meer overspannen toestand door de congregatie van de school worden teruggetrokken. Ze werden vervangen door fraters en leerkrachten die er meer slag van hadden in de Jordaan te werken.
Plaatsje veroveren
Fraterhuis aan de Vossiusstraat. toen de kroeg voor veel Jordaners hun enige huiskamer was en daar werd nog goed gezongen ook door grote talenten als Johnny Jordaan, Tante Leen en Willy Alberti. De meeste leerlingen hadden geen kleuterschool gevolgd en waren, in de eerste klas komend, er nauwelijks of niet op ingesteld om samen te zitten en iets te leren. Naarmate de fraters hun leerlingen beter begrepen en waardeerden liep het onderwijs beter, maar het bleef zwaar, uitputtend werk. Na school zaten zij meestal uitgeteld aan de koffie te vertellen wat hun die dag weer overkomen was.
Definitieve woonruimte Het bestuur van de congregatie ondersteunde de Jordaan-pioniers zo goed mogelijk. Er werd grote zorg aan huisvesting besteed. Na een paar maanden bij de Broeders van Huijbergen gelogeerd te hebben, vestigde zich de fraterscommuniteit in een flat in de wijk Buitenveldert. Het was leefbaar maar wel erg behelpen. Op een dag kwam het hoofdbestuurslid frater Engelbert Verrijt langs. Toen hij de uitgebluste, pipse gezichten van de Amsterdamse fraters zag zei hij: “Het zal goed zijn als jullie eens een glaasje drinken, dat heb je nodig. Haal maar wat en ik zal het met frater Superior in orde maken.” Dit verlof werd verleend in 12
Eind augustus 1966 werd ik vanuit de fratersopleiding overgeplaatst naar de communiteit in Amsterdam en benoemd tot onderwijzer van klas 2 op de St. Aloysiusschool. Van meet af aan was me duidelijk dat ik mijn ervaren collega’s hard nodig had om hier als onderwijzer ‘van de grond te komen’. Elke middag, na schooltijd, zaten de fraters Euberto, Maximino Jansen, André en ik moegestreden bij de koffie en wisselden we onze ervaringen uit. Dat dagelijkse koffiehalfuurtje heeft me door veel moeilijkheden heen geholpen. Die Jordaneesjes waren helemaal niet van plan om me zomaar te accepteren. Ik moest mijn plaatsje maar zien te veroveren. Bovendien verstonden we elkaar nauwelijks: ik sprak Algemeen Beschaafd Nederlands op z’n Brabants en zij spraken plat Jordanees. Als ik iets probeerde uit te leggen zag ik aan een paar ‘snuitjes’ dat ze begrepen wat ik zei. Die leerlingen heb ik aan mijn lessenaar geroepen en aangesteld tot ‘hulp juf’ en ‘hulp meester’. De klas werd verdeeld in vier of vijf groepen onder leiding van die juffies en meestertjes. Tot mijn verbazing lukte dat van het begin af aan vrij goed. Ook toen mijn ‘Jordanees’ beter werd heb ik deze werkwijze nog dikwijls toegepast. Sommige ‘Jordaan-moeders’ hadden de gewoonte om hun kinderen persoonlijk de klas in te brengen om daarna achter in de klas de buurtnieuwtjes uit te wisselen en commentaar te leveren op het onderwijs. Elke ochtend stonden er in mijn klas wel zo’n acht tot tien dames ‘te kakelen’. Die hinderlijke gewoonte was onbespreekbaar, maar ik heb het voor de dames zo saai mogelijk gemaakt. Als de leerlingen binnen kwamen lag er al een blad met cijferwerk op hun tafeltje dat ze meteen moesten gaan invullen. Voor ze hun eerste taak afhadden waren de moeders wel verdwenen.
‘Jordaan-kapitalisme’ Op een dag vond ik een doos met plastic geld. Dat is een belangrijk motivatiemiddel voor de leerlingen gebleken. Als Jordaan-ouders wat van hun kinderen gedaan wilden hebben, kregen ze voor bewezen diensten vaak een kwartje of een dubbeltje. Dit
Jordaan-kapitalisme’ paste ik met verve toe in mijn klas. Als een ware adept van onderwijsvernieuwer Jan Ligthart kon ik nu mijn leerlingen benaderen vanuit de beloning. Geld had ik zat en ik was er royaal mee. Het was elke week een hele wedstrijd welke groep en welke leerlingen het meeste verdiend hadden. Zodoende kreeg ik veel van ze gedaan en werd er hard geleerd. Het bleven natuurlijk wel zich vrij vechtende Jordanezen, zo klein als ze nog waren. Toen ik voor het eerst met de klas over straat liep, de kinderen in een voorbeeldige rij, ging dat goed tot de eerste straathoek. Bij de volgende hoek ontsnapten de meesten en had ik nog een groepje van vijf leerlingen over om naar de maandelijkse schoolmis in de kerk te gaan. Het is me daarna niet vaak gelukt om ‘full house te spelen’ en met al mijn leerlingen in de kerk aan te komen. Woensdagmiddag was vrij. Wekelijks waren er op woensdagochtend wel een stuk of tien leerlingen absent, die het de moeite niet waard vonden om nog naar school te komen. Die reisden dan zwart met de tram de hele stad door en hielden soms strooptochten in grote warenhuizen als de Bijenkorf, V&D of de Hema. Tegen een uur of elf kwamen de eerste telefoontjes op school van veiligheidsbeambten van die bedrijven, die onze leerlingen op heterdaad betrapt hadden.
met zelfbepaling, democratisering en maatschappelijk engagement, de ouderen met gehoorzaamheid aan de regel (weliswaar een experimentele) en het stipt uitvoeren van studie- en werktaken onder leiding van de overste. De spiritualiteit van barmhartigheid en broederschap was nog niet tot ontwikkeling gekomen en kon jong en oud nog niet inspireren en verzoenen. Voor mijzelf was het een bevrijding dat ik in 1970 voor nieuwe uitdagingen gesteld werd in Den Haag en Scheveningen. Van de jonge fraters in Amsterdam is er geen enkele in de congregatie gebleven.
Goede jaren Vier jaar heb ik in Amsterdam gezeten en ik beleefde er goede jaren met de fraters Euberto, Maximino en André. Ik heb er heerlijk gewerkt in de Jordaan. Mijn studie en betrokkenheid bij de studentenkerk hebben op mijn leven een blijvende invloed gehad, waar ik nu nog dankbaar voor ben. frater Pieter-Jan van Lierop
Revolutionaire situatie Intussen was er, eind jaren zestig, een revolutionaire situatie ontstaan in de kerk en op vele maatschappelijke terreinen. Daar heb ik in Amsterdam veel van meegekregen. In die tijd volgden de fraters Euberto, Fulgens Brugmans en ikzelf een MO-cursus theologie aan de Katholieke Theologische Hogeschool. Die studie heb ik hard nodig gehad. Mijn werk op school was weliswaar voor mij zeer uitdagend en bevredigend, maar religieus gezien bleek mijn ondergrond te zwak en kwam ik spoedig in een vacuüm terecht. Ik heb, op aanraden van Euberto en Fulgens, zelf voor de theologiestudie gekozen. Ik ben toen ook lid geweest van de Amsterdamse studentenkerk, met als bekendste voorgangers pater Jan van Kilsdonk en Huub Oosterhuis. Ik heb toen mogen leren mijn fraterschap te beleven op een seculiere, moderne manier. Terwijl veel van mijn vrienden in de congregatie het religieuze leven vaarwel zeiden, mocht ik voldoende bagage opbouwen om mijn roeping te verantwoorden en er gelukkig mee te zijn.
Frater Pieter-Jan van Lierop met schoolkinderen.
Generatieconflict In 1969 veranderde de Amsterdamse communiteit drastisch. Vier jonge fraters kwamen naar Amsterdam om te studeren op de universiteit en de kweekschool. Spoedig werd er een soort generatieconflict zichtbaar in de Vossiusstraat. De jongeren waren bezig 13
Kenia
Edinburgh Castle in Schotland is gebouwd op een massieve rots.
‘Waar ben jij op gebouwd?’ De Keniaanse frater Augustine Monari van de communiteit in Mosocho, schreef een bijzondere overweging. Deze diende als bezinningsmateriaal voor vier fraters die in december hun professie voor het leven aflegden. In overleg met hem is besloten zijn beschouwing ter inspiratie te delen met de lezers van ‘Fraters CMM’. “Ieder die Mij hoort en doet wat Ik zeg, zal het vergaan als een verstandig man die zijn huis bouwde op de rots. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze stortten zich op dat huis, en het stortte niet in, want het was op de rots gegrondvest. Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal het vergaan als een domme man die zijn huis bouwde op zand. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze sloegen tegen dat huis, en het stortte in: het werd één grote ruïne” (Matteüs 7, 24-27).
Storm Waarom worden sommige mensen sterker door tegenspoed, terwijl anderen worden vernietigd? We horen van mensen die zelfmoord pleegden nadat ze al hun geld verloren, maar er zijn ook mensen die enorme verliezen leden en sterk bleven. We kunnen dan verwijzen naar het hierboven geciteerde verhaal; toen de storm kwam, stortte het ene huis niet in vanwege de storm. De storm onthulde slechts de fundering. Iedereen kent stormachtige periodes in het leven. Sommigen worden daardoor weggevaagd, terwijl 14
anderen blijven staan. Het verschil is onze fundering. Waar ben jij op gebouwd? Het is bepalend voor wat er met je gebeurt als de dingen niet gaan zoals je had gepland. Het interessante aan zo’n fundering is dat deze niet direct zichtbaar is. Dat is heel belangrijk. Iedereen kan aan de oppervlakte sterk lijken, als alles gaat zoals gepland, maar de diepte wordt geopenbaard in tegenspoed. De kracht van je fundering hangt niet af van academische kennis. Ze wordt bepaald door hoeveel je weet in je hart. Geloof je inderdaad alles wat je zegt dat je gelooft? Tegenspoed is een test om dat te ontdekken. Pas als je geloof wordt uitgedaagd, zul je weten of je er echt in gelooft. Dit geldt ook voor relaties. De beste relaties worden niet gekenmerkt door de afwezigheid van conflict, maar in de mogelijkheid elkaar weer te vinden na een conflict, beter en sterker.
Verleidelijk Eerst moeten we scheuren vermijden. Scheuren ontstaan wanneer je flexibele normen hanteert. Als het moeilijk wordt, kies je dan voor de kortste weg en sluit je compromissen. Hiermee creëer je haarscheurtjes in je fundering. Als je toegeeft in kleine dingen, wordt het
steeds vanzelfsprekender om ook in de grote dingen de gemakkelijkste weg te kiezen. Een façade creëren waarmee je je anders voordoet dan je bent, is niet verstandig in het leven. Ik zou liever willen dat je me haat om wie ik ben, dan dat je me lief hebt om wie ik niet ben. Als we gewend zijn om de kortste of gemakkelijkste weg te nemen, dan is het verleidelijk om die te volgen als er bijvoorbeeld een snelle weg naar rijkdom zich aandient. Oefening baart kunst. Als we onszelf enige misleiding toestaan in de kleine dingen, zullen we er zeer bedreven in zijn tegen de tijd dat de grote dingen komen.
Ware kracht Daarom is het belangrijk om ons fundament te bouwen op het vertrouwen in onszelf als persoon, en niet op onze maatschappelijke positie of titel. Ware kracht heeft geen titel nodig om te regeren. Als onze kracht voortkomt uit onze positie op kantoor en niet uit onszelf als persoon, dan zijn we nergens meer wanneer we onze baan verliezen of met pensioen gaan. Want in de wijsheid leeft “een geest die verstandig is, heilig, uniek, veelzijdig, subtiel, beweeglijk, doordringend, smetteloos, helder, onkwetsbaar, bedacht op het goede, scherpzinnig, onweerstaanbaar, weldadig, menslievend, standvastig, onwankelbaar, onbekommerd, alles vermogend, alles overziend, alle geesten doordringend, hoe verstandig, zuiver en subtiel ze ook zijn. Want de wijsheid is beweeglijker dan alle beweging; zij doordringt en verspreidt zich in alles door de kracht van haar zuiverheid” (Wijsheid 7, 22-24). “Luister dus, koningen, en wees aandachtig, laat u onderwijzen, u die rechtspreekt tot aan de grenzen van de aarde. Spits uw oren, u die over velen heerst en opschept over de menigten van uw volken, want uw macht is afkomstig van de Heer en uw heerschappij van de Allerhoogste, die uw daden zal onderzoeken en uw bedoelingen zal natrekken. U bent de dienaren van zijn koningschap, maar u hebt niet goed geregeerd, de wet niet onderhouden en niet gewandeld volgens Gods wil. Huiveringwekkend en snel zal Hij tegen u optreden, want een onverbiddelijk vonnis treft de hooggeplaatsten. Aan de lager geplaatsten wordt uit medelijden vergiffenis geschonken, de machtigen echter worden met macht bestraft” (Wijsheid 6, 1-6).
groter dan de pijn van mijn ervaringen uit het verleden. En dan is er weer iets om naar uit te kijken. Het ware geluk ligt niet in onze materiële verworvenheden, wel in onze dankbaarheid voor wat God ons in overvloed heeft gegeven. Hij heeft ons allen - goed of slecht - evenveel tijd, liefde en leven gegeven. Onze dankbaarheid zal de volheid van het leven ontgrendelen, en wat we hebben ontvangen zal alleen nog maar meer worden. Het zal ontkenning omzetten in acceptatie, chaos in orde, en verwarring in duidelijkheid. Het kan een maaltijd veranderen in een feest, een huis in een thuis, en een vreemdeling in een vriend. Het zal klachten veranderen in complimenten, en negativiteit in positiviteit. De gemeenschap wordt een thuis voor iedereen, het licht zal de duisternis overwinnen en er een eindeloze viering van dankbaarheid van maken. Dankbaar voor wie we zijn als fraters en voor wat we hebben mogen ontvangen van de ene eeuwige God; de gever van alles wat goed is voor ons.
Sterke fundering Een goede fundering: en dan? Ik kan je vertellen dat er nog meer is dan wat je in je roeping ervaren hebt. Focus niet op moeilijkheden of wanhoop. Moeilijke tijden komen en gaan, maar de sterken worden sterker. Laten we allemaal dezelfde krachtige en positieve woorden uitspreken over onze communiteiten, regio’s, provincies, en de congregatie als geheel. Wanneer alle fraters dezelfde sterke fundering en positieve houding hebben, en hierin hun vertrouwen stellen, dan gebeurt er iets bijzonders. Vergeet niet dat woorden worden omgezet in daden, en onze daden bepalen ons lot. frater Augustine Monari
Sleutel tot succes Medebroeders, laat ons de wijsheid van het hart leren en haar grenzen niet overschrijden. Heb vertrouwen in hoe God je gemaakt heeft: dat is de sleutel tot succes in tijden van tegenspoed. Wanneer het mij slecht gaat, kijk ik altijd in de spiegel en spreek mezelf toe. Ik zeg dan: “Ik ben meer dan enkel de ellende die ik nu ervaar.” Het perspectief op mijn toekomst is dan
Frater Augustine Monari. 15
Jaar van Barmhartigheid
Jaar van het Godgewijde Leven
Vreugdevol in Gods Barmhartigheid In december en februari verschenen aflevering zes en zeven van de reeks ‘Vreugde!’ voor het Jaar van Godgewijde Leven met bezinningsmateriaal voor fraters en geassocieerde leden van de congregatie. ‘De vreugde van ons gebed’ en ‘Vreugdevol in Gods Barmhartigheid’ luiden respectievelijk de titels van deze edities. Aflevering zeven is de laatste van de reeks in het ‘religieuzenjaar’ en tegelijkertijd de eerste in het ‘Jaar van Barmhartigheid’ dat momenteel in de katholieke kerk wordt gevierd.
De serie Vreugde! werd samengesteld door een werkgroep bestaande uit frater Edward Gresnigt, frater Niek Hanckmann, generaal bestuurslid van de congregatie, en Charles van Leeuwen, CMM-studiesecretaris spiritualiteit en geschiedenis. De besturen van de Fraters CMM en Zusters SCMM hebben deze werkgroep verzocht ook een reeks bezinningsmteriaal te verzorgen voor het Jaar van Barmhartigheid, dat loopt van 8 december 2015 tot en met 20 november 2016. De titel Vreugde! van de nu afgesloten reeks, is ontleend aan de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium, De vreugde van het evangelie, van paus Franciscus. Door de laatste uitgave de titel Vreugdevol in Gods barmhartigheid mee te geven, werd ingehaakt op het Jaar van Barmhartigheid, dat als motto heeft: ‘Misericordes sicut Pater’, ‘Barmhartig als de Vader’. De nieuwe serie is getiteld: Barmhartigheid nu!. De reflecties spitsen zich toe op ‘plaatsen van barmhartigheid’. Die zijn te vinden in de ontmoeting met God en met mensen, bijvoorbeeld in kerkelijk en diaconaal verband. In de eerste aflevering staat de ontmoeting met de barmhartigheid van God de Vader centraal in de ontmoeting met Jezus Christus.
Brochure De congregaties van de Fraters CMM en de Zusters SCMM willen voor het Jaar van Barmhartigheid naast de tweemaandelijkse reeks een bezinningsbrochure samenstellen met teksten over barmhartigheid en foto’s of illustraties die barmhartigheid verbeelden. Deze kan gebruikt worden in eigen kring, maar ook samen met anderen, in bijvoorbeeld gespreksgroepen. Fraters, zusters en geassocieerden worden verzocht teksten en afbeeldingen in te sturen die hen hebben geïnspireerd in het religieuze leven. 16
De uitgaven van Vreugde! en Barmhartigheid nu! verschijnen in het Nederlands, Engels, Indonesisch en Portugees en zijn te vinden op www.cmmbrothers.org. Peter van Zoest
Logo ‘Mater Misericordiae’, ‘Moeder van Barmhartigheid’, vervaardigd door Giovanni Stissi voor het heiligdom van Santa Maria dell’Elemosina in Biancavilla, Italië. Het wordt gebruikt in de diverse CMM-publicaties in het kader van het Jaar van Barmhartigheid, samen met het officiële Vaticaanse logo voor dit jaar (zie pagina 9). ‘Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid’ is de naamgeefster van de congregaties van de Fraters CMM en de Zusters SCMM.
Internationaal
Het bestuur van de Vincentiaanse Familie. Geheel rechts achter: frater Broer Huitema met naast hem frater Lawrence Obiko. Derde van rechts achter: Gregory Gay.
Vincentiaanse Familie bijeen in Rome Op 22 januari 2016 kwam het bestuur van de Vincentiaanse Familie (‘Vincentian Family Executive Committee’) in Rome bijeen voor de jaarlijkse vergadering. Voor het eerst nam de algemene overste van de Fraters CMM, frater Lawrence Obiko, deel aan deze vergadering, geassisteerd door frater Broer Huitema. De laatste bericht erover.
Het bestuur organiseert de tweejaarlijkse bijeenkomst voor vertegenwoordigers van verschillende geledingen van de Vincentiaanse Familie en initieert en coördineert een aantal commissies en projecten. Tot 2015 bestond het bestuur uit een beperkt aantal leden: de algemene oversten van de congregaties van de Lazaristen en de Dochters der Liefde en de president van de internationale Vincentiusvereniging. De algemene overste van de Lazaristen, pater Gregory Gay, nam het initiatief om het bestuur met een aantal leden uit te breiden. Onze congregatie werd - als één van de leden van de Vincentiaanse Familie - uitgenodigd om er zitting in te nemen. Op zich is dat bijzonder. Binnen de Vincentiaanse Familie vormt onze congregatie een zeer klein onderdeel; het feit echter dat CMM vanaf de start van de Vincentiaanse Familie een zeer actieve rol heeft gespeeld, was voor pater Gregory Gay aanleiding om ons te vragen toe te treden tot het bestuur.
400 jaar Vincentiaans charisma Het was een overvolle agenda en de bestuursvergadering duurde van 8.30 uur tot 19.00 uur! Veel onderwerpen passeerden de revue, teveel om hier te noemen. Ik beperk me tot enkele punten, die ook voor onze congregatie relevant zijn. Eén van de voorstellen die werd aangenomen is de viering van 400 jaar Vincentiaans charisma. In 1617 waren er twee belangrijke gebeurtenissen, die voor Vincentius de ommekeer in zijn leven betekenden en die het begin markeerden van zijn werk voor de armen: in Folleville en Châtillon. In 2017 wordt dit herdacht. Ook de Vincentiaanse Familie in Nederland is uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Binnenkort horen we er meer over. Een ander interessant thema voor mij zijn de activiteiten van leden van de Vincentiaanse Familie bij de Verenigde Naties. Een vijftal congregaties heeft een vertegenwoordiging bij
17
Internationaal
Vertegenwoordigers van de geledingen van de Vincentiaanse Familie bijeen. de VN. Ze werken samen met andere organisaties in de strijd tegen armoede. Het is niet zo duidelijk wat nu precies hun invloed is op het VN-beleid maar hun aanwezigheid - ook namens ons - is van belang. En het is werk van de lange adem. Tenslotte wil ik het project van de Vincentiaanse Familie in Haïti noemen. Dit wordt door verschillende congregaties gesteund, financieel en met menskracht. Het startte in 2010. Haïti is een van de armste landen ter wereld. Door middel van scholing en microkredieten wordt geprobeerd om armen een zelfstandig bestaan te verschaffen. Ook dit is een project van de lange adem, gezien de omvang van de armoede. Ook onze congregatie ondersteunt dit project. Het is een goed voorbeeld van onderlinge solidariteit van leden van de Vincentiaanse Familie.
Intensieve samenwerking De bestuursvergadering werd gevolgd door de tweejaarlijkse bijeenkomst van leiders van organisaties en congregaties die tot de Vincentiaanse Familie behoren,
alsook landelijke coördinatoren van de familie. Op 23 en 24 januari kwamen meer dan 70 deelnemers uit zo’n 20 landen bijeen rond het thema ‘Samenwerking binnen de Vincentiaanse Familie’. Gesproken werd over het belang van een meer intensieve samenwerking tussen de leden van deze familie, de problemen die worden ondervonden, de uitdagingen waar we voor staan en de kansen die meer samenwerking bieden. De discussie concentreerde zich rond drie aspecten: de noodzaak van het elkaar goed leren kennen, het belang van de vorming van de leden en de uitdagingen rond concrete samenwerking in projecten voor de armen. Wat dat laatste betreft: wereldwijd zijn er goede initiatieven van de grond gekomen maar in veel landen staan we nog maar aan het begin. Dat begin is het elkaar goed leren kennen. In verschillende landen komt men al vele jaren geregeld samen, in veel landen begint het pas op gang te komen. De deelnemers onderstreepten het belang van samenkomsten op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Door elkaar beter te leren kennen groeit het onderlinge vertrouwen, overwinnen we de angst voor verlies van eigen identiteit, overstijgen we de sfeer van competitie en komen we te weten waar ondersteuning nodig is. Het verdiepen van de Vincentiaanse spiritualiteit maakt onderdeel uit van de bijeenkomsten. Daarin weten we elkaar goed te vinden. Die vormingsactiviteiten worden breed gewaardeerd; ze zijn verdiepend en verrijkend voor de deelnemers en dragen bij aan een groeiend bewustzijn van de noodzaak van de optie voor de armen. Het samenwerken in concrete projecten moet ook niet als een doel op zichzelf worden gezien. Het gaat om het lenigen van concrete noden en samenwerking is zinvol en belangrijk als de verschillende partners elkaar kunnen aanvullen. Ook in deze kunnen we - met Vincentius - zeggen: “De arme is onze meester in de weg die we samen moeten bewandelen.” Ook al is de weg nog lang: er zijn hoopvolle initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau en het was bemoedigend om een aantal van die concrete projecten nader te leren kennen. Het was buitengewoon interessant om met zoveel deelnemers uit verschillende landen samen te komen. Het was ook inspirerend om zo’n gemêleerde groep te ontmoeten, jong en oud, religieuzen en leken, mannen en vrouwen, die allemaal geïnspireerd zijn door wat Vincentius in zijn tijd tot stand heeft gebracht en die actief zijn boodschap verder willen dragen. frater Broer Huitema
Beeld van een bespreking van de deelnemers aan de bijeenkomst van de Vincentiaanse Familie. 18
Symbolen
Familie Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle kapittelleden gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde een aantal boeiende verhalen op, waarvan in ‘Fraters CMM’ een selectie wordt opgenomen. In deze editie: het symbool van frater Lawrence Obiko, destijds generaal CMM-bestuurslid. Tijdens het kapittel werd hij tot algemene overste gekozen.
Het symbool dat ik hier laat zien is een Makondehoutsnijwerk. De Makonde zijn een etnische groep afkomstig uit Zuidoost Tanzania en het noorden van Mozambique. Momenteel leven ze in heel Tanzania en Mozambique en hebben ze ook een kleine gemeenschap in Kenia. Als je naar het beeld kijkt, zijn er een paar details die opvallen: • De mensen ondersteunen elkaar, ze vormen een schakel. Ze zijn sterk met elkaar verweven tot een mooie eenheid. • Elk van de personen presenteert een schaal met eten. • Op hun gelaat is een gevoel van tevredenheid en vreugde zichtbaar. Kijkende naar dit beeld in de context van het motto van het generaal kapittel, ‘Hoopvol en trouw op de weg van broederschap en barmhartigheid’, zie ik de CMM-familieboom, waarvan ik deel uitmaak. Voor mij betekenen bovengenoemde details dan het volgende: • Het gevoel bij deze familie te horen, een familie die trouw en sterk verbonden is in geloof en hoop. • Als lid van deze familie symboliseert het beeld mijn eigen bijdrage aan het welbevinden van de familie, in de geest van broederschap. • Het symboliseert ook mijn beschikbaarheid om de weg te gaan van barmhartigheid, en mijn tijd en talenten te delen met anderen. frater Lawrence Obiko
19
Kort nieuws
Op weg naar de Wereldjongerendagen In 2016 organiseren de Fraters CMM een reis naar de Wereldjongerendagen in Krakow voor 80 jongeren uit 7 verschillende landen. Ze gaan als ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’.
Meedoen? Kent u jongeren tussen 18 en 30 jaar voor wie dit een prachtige ervaring zou zijn? In de Nederlandse groep is nog plaats! De Nederlandse deelnemers betalen voor het gehele programma € 800,-. Deelnemers uit de andere landen dragen bij naar draagkracht. Aanmelden of meer informatie? Mail frater Niek, groepsleider ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ Nederland: info@worldwidebrotherhood.com.
WERELDJONGERENDAGEN KRAKOW 2016 In 2016 organiseren we een reis naar de Wereldjongerendagen in Krakow voor 80 nieuwe ambassadors uit 7 verschillende landen, waaronder Nederland… Ben JIJ erbij?
Steun ons! De Fraters CMM dragen het grootste deel van de kosten van deze reis, samen met enkele andere religieuze instellingen. Wilt u dit initiatief financieel ondersteunen? Stort uw bijdrage op rekening NL40 RABO 0120904403 t.n.v. Ambassadors WWB.
folder_v2.indd 1
22-5-2015 11:44:08
PROFESSIES voor het leven in Kenia Op 4 december 2015 werd op de Cardinal Otunga High School in Mosocho, Kenia, de plechtigheid van de professie voor het leven gevierd. De fraters Martin Mwau Kasiva, Zaccheaus Odongo, Elia Agilo en Nicodemus Orang’i Otundo legden tijdens een eucharistieviering hun professie voor het leven af. De bisschop van Homa Bay, Philip Arnold Anyolo, ging in die plechtigheid voor. De algemene overste frater Lawrence Obiko aanvaardde de professie voor het leven van de vier fraters en ontving hen voor hun hele leven in de congregatie.
20
Meer info? www.worldwidebrotherhood.com www.facebook.com/AmbassadorsWWB
Jubilea in 2016 70 jaar frater
29 augustus: frater Hermenegildus Beris, frater Egidius de Laat
60 jaar frater
29 augustus: frater Kees Hems, frater Frans Janssen
50 jaar frater
22 augustus: frater Jan Berkers
25 jaar frater
1 mei: frater Francis Otieno Odoyo, frater Richard Sure 12 mei: frater Marten Rukka, frater Gerfasius Soli 20 oktober: frater John Karungai, frater John Kirui Kipkorir
Kort nieuws
Leven in een religieuze gemeenschap De Eleousacommuniteit is een kleine gemeenschap van de fraters CMM in Vught. Nieuwe huisgenoten zijn welkom. Zou je in een gemeenschap willen leven en past deze profielschets bij jou, neem dan contact met ons op.
Profielschets Jouw kenmerken: Man of vrouw Leeftijd 25 tot 60 jaar Je staat actief in het leven en hebt een baan of doet vrijwilligerswerk Je voelt je katholiek
Onze kenmerken: De kern van onze spiritualiteit is barmhartigheid (compassie) Onze gemeenschap is steeds op zoek naar verinnerlijking We hebben een open houding naar elkaar We zetten ons in voor een betere wereld Er is respect en ruimte voor ieders eigenheid Er is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling
Onze verwachtingen: Als je thuis bent, neem je deel aan maaltijd en viering We verdelen met elkaar de huishoudelijke taken We leiden een delend leven en vragen een bijdrage voor kost en inwoning
Wij bieden: Een leefgemeenschap met een open houding: er is ruimte voor ontwikkeling van de eigenheid van de communiteit Een rustige woonomgeving op een prachtig landgoed Een aandachtige omgang met de gebouwen, de tuin en onze dieren Een leven van rust en regelmaat Een mogelijkheid tot vele kleurrijke ontmoetingen (kloosterhotel ZIN, Beweging van Barmhartigheid)
Voor meer informatie: Telefoon: 073-6577044 E-mail: huitemabroer@gmail.com 21
In Memoriam
Frater
Frater
Valerius (J.J.Th.) Ceresa Jan (J.) Claveaux Hij werd geboren te Maaseik op 26 juli 1925 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 19 maart 1945. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1949. Hij overleed op 1 januari 2016 in het Jessa Ziekenhuis te Hasselt (België) en werd begraven op het kerkhof Zonhoven-Centrum. Frater Valerius heeft zich, in de traditie van de congregatie, ingezet voor de jongelui op hun weg naar volwassenheid. Hij onderwees hen als onderwijzer op de St. Jozefschool te Zonhoven en de Savioschool te Meulenberg, waar hij samen met anderen de Chiro (Vlaamse jeugdbeweging) oprichtte. In 1968 werd hij aangesteld als hoofd van de St. Jozefschool te Lanaken. In 1985 verliet hij het onderwijs en ging met pensioen maar niet met rust. Zeven jaar (1989-1996) lang was hij lid van de federatie-equipe van de drie parochies in Lanaken die zich toelegde op catechese, huisbezoek en ondersteuning bij diensten voor de geloofsgemeenschap in de parochie St. Servaes. Enige keren werd frater Valerius uitdrukkelijk gevraagd de congregatie te dienen. Hij was onder meer toegevoegd lid van een congregationele werkgroep, overste en plaatsvervangend overste binnen de communiteit van Zonhoven. Ook was hij archivaris van de CMM-regio België. Bij het klimmen der jaren namen zijn vitaliteit en sociale contacten af. Op de eerste dag van het nieuwe jaar werd frater Valerius plots geroepen door zijn Heer en Schepper. Zijn toewijding, dienstbaarheid en trouw zullen zeker beloond worden door de Barmhartige Vader.
22
Hij werd geboren te Tilburg op 22 april 1929 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid op 29 augustus 1946. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1951. Hij overleed op 29 januari 2016 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed Steenwijk in Vught. Jan was de oudste in een gezin van drie kinderen. Het goede voorbeeld en aansporingen van frater Hubert zorgden ervoor dat Jan voor het leven als frater koos. Bijna zeventig jaar was hij lid van de congregatie van de Fraters CMM. Zijn Congo-periode (1962-1975) had een grote impact op zijn leven. Het was vooral op het ‘Pie X Collège’ in Luluabourg dat hij meebouwde aan de toekomst van de jonge republiek Congo. Het heeft hem veel pijn gedaan dat hij, door de politieke situatie gedwongen, het Afrikaanse land moest verlaten. Maar het volk en het land Congo nam hij in zijn hart mee. Als secretaris van ‘Afrika-Europa Netwerk’ bleef hij jarenlang verbonden met het wel en wee van Afrika. Medio 2006 werd hij internationale waarnemer bij de verkiezingen in Congo. Frater Jan heeft de gemeenschap van fraters dienend ondersteund. Binnen enkele communiteiten was hij leidend aanwezig. Hij maakte deel uit van de congregationele werkgroep ‘Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping’ en werd voorzitter van ‘Stichting Sparrenhof’, die aan kansarme kinderen een vakantiemogelijkheid biedt. In dit ‘Jaar van Barmhartigheid’ geven we frater Jan uit handen en vertrouwen hem toe aan zijn Schepper. Hij heeft met zijn talenten geprobeerd een barmhartige broeder te zijn voor velen. Dat stemt ons dankbaar.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
Leven in Gods aanwezigheid Dit jaar is frater Ad Mommers al zes jaar dood. Na 42 jaar Afrika leefde hij tien jaar in onze Eleousacommuniteit. Hij had hier goede jaren en iedereen hield van hem. Hij was vaak te vinden bij de kippen en eenden, in gesprek met gasten soms. Hij las ook veel op spiritueel vlak. Onlangs kreeg ik opnieuw een tekst van hem onder ogen. Ik laat hem zelf aan het woord:
Op het generaal kapittel van 1984, waar ik als afgevaardigde van Kenia aan deelnam, presenteerde het generaal bestuur een basisprogram. En het eerste punt daarvan luidde: ‘Jezus, de Barmhartige, onze Broeder, weg van leven in Gods aanwezigheid’. Dat sloeg bij mij aan, kwam bij mij binnen als een lichtend inzicht. Maar u vraagt zich misschien af: waarom sprak de formulering ‘leven in Gods aanwezigheid’ je in 1984 pas zo aan en doet het dat nog steeds? Ik denk dat ik het toen pas echt begreep en ‘leven in Gods aanwezigheid’ daarom toen het hart van mijn dagelijks leven werd. Ik deed al die dingen voorheen, maar het was geen vlees en bloed van me. Ineens werd me duidelijk dat gebed en bezinning en viering in dienst staan van leven in Gods aanwezigheid. En dat God aanwezig is in mijn werk en contact met mensen. Toen werd mij helder wat onze leefregel zegt: “Als gemeenschap horen wij thuis midden in de werkelijkheid van de wereld. Daar wacht de Heer op ons. Dichtbij is zijn genade: verborgen maar daadwerkelijk.”
Er is nog iets waarom leven in Gods aanwezigheid bij mij de stukjes in elkaar liet vallen. Dat is de grote verandering in mijn godsbeeld, in mijn beleving van God. Van de God uit de driehoek die oordelend en straffend naar mij kijkt, naar de Vader die liefdevol naar mij omziet. En hier heeft de herontdekking van barmhartigheid alles mee te maken. Maar, zult u vragen: hoe beleef je dat in het dagelijkse leven nú, op dit moment? Het is niet eenvoudig om daar iets over te zeggen. Er zijn enkele gebeden die mij vrijwel dagelijks vergezellen. Door deze gebeden beleef ik niet alleen mijn verbondenheid met God, maar beleef daarin ook mijn verbondenheid met de mensen in hun zoektocht naar God, naar geluk, naar vrede. Tenslotte wil ik bekennen, dat het niet steeds even makkelijk is. Er zijn tijden dat ik alleen maar Gods afwezigheid ervaar en soms komt bij mij de gedachte op: “Is het allemaal geen onzin? Waar ben ik mee bezig?” Dan probeer ik met Thomas te zeggen: “Mijn Heer en mijn God” en met Petrus: “Zoon van de levende God tot wie zou ik anders gaan? Kom mijn zwak geloof te hulp.” frater Wim Verschuren
23
Als broeders streven wij ernaar allen die wij ontmoeten te vergezellen bij het onderweg-zijn naar een toekomst, voor ieder gekenmerkt door onzekerheid en hoop. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid