Portfolio Writings

Page 1

portfoliocoensmetswritings

Uitgeverij De Uitstraling

Van Aken Architecten

Ode aan Ivo Niehe Uitspraak (jaargang 3, w20 2005)

02

Dat shoppen we wel even weg mei 2011

10

Zap de Buys Uitspraak (jaargang 4, w16 2006)

03

Wel- of Nietstand? Een metaforisch onderzoek juni 2011

11

De tweede helft Coen in Turijn (jaargang 5, w50 2006)

04

Comfortfundamentalisme november 2011

12

Met 0-0 gewonnen Uitspraak (jaargang 4, w28 2006)

06

Kerstgedachten december 2011

13

Wat een verhelderende kijk heeft ze me gegeven! Uitspraak (jaargang 6, w48 2007)

07 De volgende artikelen zijn een selectie van de tweewekelijkse bijdrage die ik heb geschreven voor Uitgeverij De Uitstraling b.v., (Oirschot, Nederland) van maart 2005 tot januari 2008. De artikelen zijn gepubliceerd in dit lokale tijdschrift, dat een breed publiek heeft.

Blend Magazine, januari 2010 (Solos special) What is The Fuss all about? Interview The Fuss Puinzooi maken, snapte?! Interview The Wild Horses

08 09

Ook heb ik twee interviews geschreven voor de Solos special van de januari 2010 editie van Blend Magazine, een kunstzinnig lifestyle magazine met een oplage van 25.000 nummers. In deze special staan artistieke, ondernemende jongeren uit de omgeving Den Bosch centraal. Van mei tot december 2011 heb ik enkele columns geschreven voor Van Aken Architecten (Eindhoven) toen ik daar werkzaam was als assistent-ontwerper.


De Uitstraling, jaargang 3, w20 2005, Uitspraak

Ode aan Ivo Niehe

In nummer 15 van de Avrobode van dit jaar stond een lang gevreesde mededeling, die mij slechts met een weemoedige en radeloze leegte achterliet: de TV Show is aan zijn eind. Slechts 25 keer zal nog worden teruggeblikt in de tweede helft van dit jaar, daarna is het klaar, finished, finito, passé, fertig, acabado, zoals Ivo het zelf altijd zou zeggen. Ivo, de beleefdheid zelve, sprak zo hij kon in de taal van de gasten die hij interviewde. En hij kon zo. Vele talen was hij machtig. Nu was het kennelijk tijd voor iets anders. Iets anders? Daarvoor is geen plek in de TV Show, en daarmee gaat een cultuur verloren. Een cultuur die mij zo vredig stemde. Die een houvast voor mij was. Met die eeuwige jingle waarmee het programma steevast werd ingeluid, stemde je mij gerust. Zoals de geur van mijn tutter in mijn kinderjaren. Geen blitse beats, geen polyfone computersounds. Nee, die eeuwige, simpele jingle. En dan het welgemeende applaus van je publiek. Ze kwamen voor jou, Ivo! Voor jou! Langzaam sterft het applaus weg, en dan is het zover. Je komt in beeld en dan: “Goedenavond.” Een geladen woord met een therapeutische werking. Je knikt even, gemeend sympathiek, waarbij je heel subtiel je ogen even dichtknijpt. “Laat die show maar beginnen!” Je straalt het helemaal uit! Je colbert even ingetogen als altijd. Hij moet haast wel ruiken naar een doorgewoeld dekbed in de luie ochtenduren. Je kapsel perfect op je outfit afgestemd. Ivo Niehe. Het bewijs dat tijdloze stijl kan overleven. Zelfs in roerige tijden, waarin de mode stuurloos op hol lijkt te zijn geslagen. En dan beweert men dat Reinout Oerlemans de nieuwe Ivo Niehe is, maar dan beter! Je weet toch dat ik achter jou sta? Never change a winning formula. Dat was jouw motto. Je zei onlangs in het Parool: “Ik ben geen durver.” Me dunkt! Dat is nog eens een uitspraak! Wat een zelfkritiek! Dat tref je niet aan bij figuren als Louis van Gaal en Dick ­Advocaat. Zij durven dat niet. Maar jij wel, Ivo. Jij hebt die status aparte, want jij bent het culturele erfgoed van de 2

Nederlandse publieke omroep. Visuele media zijn moeilijk te conserveren, maar jouw Opus Magnus draag ik mee in mijn hart. It goes beyond the eye, Ivo! Veel mensen hadden kritiek op jouw laagdrempelige, onderhoudende interviews, waarin je keuvelde met tal van beroemdheden. “Je vroeg nooit door,” riepen ze. Dat verwijt snap ik niet. Je hield gewoon niet van moeilijkheden. Je wilde slechts beleefd zijn. Ruzie vermijden. Dat was jouw geloof. En daar verlang ik ook naar. We moeten per slot van rekening met zijn allen naast elkaar leven. Dat betekent niet dat we het met iedereen eens hoeven zijn. Maar we mogen toch vriendelijk zijn, hè Ivo? Toch Ivo? Maar leg me dan toch maar eens uit waarom je zo nodig met een nieuw programma naar John de Mol’s Talpa gaat, Ivo? Jij iets anders? En ik dan? Een weemoedige, radeloze leegte laat mij achter…


De Uitstraling, jaargang 4, w16 2006, Uitspraak

Zap de Buys

Onlangs kwam de wereldvoetbalbond FIFA met een aantal officiële aanscherpingen van de regels tegen racisme en discriminatie op en rond de voetbalvelden. Voorzitter Sepp Blatter strijdt voor voetbalwedstrijden zonder spreekkoren en andere scheldkanonnades die racistisch en discriminerend van aard zijn. Harde sancties zullen volgen op overtredingen van de regels. Is het geheel toeval of niet dat er in dezelfde week alle aandacht wordt gevestigd op de Buys Zoen, voorheen bekend als de Negerzoen? Ik kan me maar zeer moeilijk voorstellen dat iemand, negroïde of blank, moeite heeft met het woord Negerzoen. Wat is er nou discriminerend aan? Kijk, als er nou een doos Negerzoenen naast een doos Bleekscheetzoenen zou liggen, en de laatstgenoemde zou twee keer zo duur zijn… Maar de naam kon ineens niet meer door de beugel, en nu gaat de Negerzoen officieel als de Buys Zoen door het leven (naar de zogenaamde ‘uitvinder’, ene bakker Buys). Het zal nog lang duren eer deze benaming ook in de volksmond zal worden toegepast. Persoonlijk vind ik Negerzoen veel exotischer klinken dan Buys Zoen, die mij eerder doet denken aan een vadsige zwetende bakkersmuil met vieze snor vol meel en stukjes uitgedroogd marsepein. Zo doorredenerend zou ik bijna van racisme willen spreken: negroïde mensen worden ineens zomaar gelinkt aan vadsige zwetende bakkersmuilen met vieze snorren vol meel en stukjes marsepein! Dat zou ik niet pikken! Heel onze taal zal nu op de schop moeten. Wat bedenken we voor Jodenvet? Ajaciedenvet? Dan klinkt het ineens weer zo agressief, hè? “’t Is een Ajacied, ‘t is een Ajacied, ‘t is een… lala… Ajacied, lalalalaah lalalaah lalaah” klinkt het in het stadion. “Hoe drinkt u uw koffie?” “Buys, graag.”

Het kan nog veel ingewikkelder. U had waarschijnlijk zelf al gedacht aan de Buyswerker en Buysreizen (wat ironisch genoeg erg veel op het woord busreizen lijkt). “Jezus”, o nee: “Koning der Ajacieden! Het ziet hier Buys van de mensen!” “Ik ga even Babi Pangang bestellen bij die man die volgens mij zijn lenzen kwijt is…” Overdreven? Ja! Net zo overdreven als die flauwe Buys Zoenen! Heeft u het programma ‘Raymann is laat’ eens op de buis gezien? Of zapt u dan voorbij? Dit populaire vrolijke praatprogramma wordt gepresenteerd door Jürgen Raymann, hij is van Surinaamse afkomst (of mag ik dat niet zeggen...?). Ook een groot gedeelte van het publiek bestaat uit mensen met Surinaamse roots en andere etnische minderheden van onze bevolking. (Met minderheden wordt dus niet bedoeld dat zij mindere personen zijn!!) Jürgen Raymann, ook bekend van het programma ‘The Comedy Factory’, praat met typisch Surinaams accent zeer vluchtig Nederlands. Met veel Surinaamse zelfspot en ook trots komen de spraakmakende, lachwekkende verschillen tussen Surinaamse en Nederlandse gewoontes en gebruiken veelvuldig aan bod, waarbij er met name hard gelachen wordt door de meerderheid van de etnische minderheden. Als ik dit programma zie, vaak ook met veel plezier overigens, dan kan ik me zo moeilijk voorstellen dat deze mensen er bezwaar tegen hebben dat wij Negerzoenen eten, in plaats van Buys Zoenen. Wie wil deze veranderingen nou? Beseffen we wel dat we het ons erg moeilijk aan het maken zijn? Alles wordt er alleen maar ingewikkelder van, waardoor we ons, mijns inziens, steeds eerder beledigd en gediscrimineerd gaan voelen. Dus mijn advies: als iemand je een Buys Zoen aanbiedt, gewoon negeren.

3


De Uitstraling, jaargang 5, w50 2006, Coen in Turijn

4


5


De Uitstraling, jaargang 4, w28 2006, Uitspraak

Met 0-0 gewonnen

Deze zomer moest een geweldige sportzomer worden. Vol spanning en sensatie, met prachtige kwaliteiten van de sporters, emoties en terechte kampioenen. Op het moment voelt het echter meer alsof die veelbelovende sportzomer ons bestolen is, ver in blessuretijd door een spuuglelijk, maar dodelijk effectief Inzaghi-rebound-goaltje. De anticlimax op al onze verwachtingen en wensen. Op het moment dat ik dit schrijf moeten de halve finales van het WK voetbal nog gespeeld worden. Hoogstwaarschijnlijk is dit teleurstellende toernooi op het moment dat u dit leest al gewonnen door Die Mannschaft. Kleine voorspelling. Duitsland speelt negentig minuten zo flets als de wimpers van de gefrustreerde reservedoelman Ollie Kahn, maar de geslepen matennaaiploeg uit de Algarve biedt veel te weinig tegenstand. Zij zijn te veel bezig met het tonen van hun aangeboren theatertalent. Luis Figo schittert in zijn laatste mondiale optreden bijna net zo hard als de beruchte trap van Boulahrouz. Bij de eerstkomende Oscaruitreikingen krijgt Figo een oeuvreprijs voor zijn indrukwekkende carrière waarin hij altijd heeft gepoogd om het voetbal en het theater dichter tot elkaar te laten komen. Met succes, want de jongere generaties voetballers kopiëren zijn acteerkunsten gretig. Terug naar de finale, waarvan ik nu verwacht dat de eerste negentig minuten noch door Portugal noch Duitsland gescoord wordt. Het hele toernooi vielen er al weinig doelpunten. Veel saaie wedstrijden die beslist werden uit corners, vrije trappen en penalty’s. En dat terwijl Adidas een speciale bal ontwikkeld had, ‘der Teamgeist’, die de

6

aanvallende partij voordeel had moeten brengen. Kun je nagaan hoe pauper ieder land in feite speelde! Of is verdedigen nu het credo en moeten wij daar als neutrale fans van zien te genieten? De aanvallers maakten een hopeloze, radeloze indruk. Een compleet vermoeide Shevchenko, een kotsende Beckham, een amateuristische Kuijt, een over het hoofd geziene Messi en een Rooney die tenminste nog twee ballen wist te raken… Er zijn veel theorieën op losgelaten, spelers zouden een te lang en zwaar seizoen hebben gedraaid, de druk lag te hoog, er is te veel geld mee gemoeid. Waarschijnlijk speelt dit alles zeker mee. De sport is, denk ik, steeds verder aan het evolueren. Met tamme wedstrijden als gevolg. Spelers en coaches hebben alles al meegemaakt, ze weten precies wat ze moeten doen. Er zijn geen verrassingen meer, geen uitblinkers. Iedereen is gedegradeerd tot de grijze middenmoot. Een perfecte wedstrijd zou misschien ook in 0-0 moeten eindigen, maar daar is natuurlijk geen zak aan. Het wordt steeds meer voorspelbaar. Even radeloos en hopeloos als de sobere vedettes van het WK vraag ik me nu af wat er moet veranderen om de sport weer aantrekkelijk te krijgen. Veel wedstrijden konden wat mij betreft meteen beginnen met het nemen van strafschoppen. Je wist van tevoren dat er toch niet gescoord zou worden. Neem nou Zwitserland tegen Oekraïne. Een schrijnender voorbeeld bestaat niet. Hoe dan ook, het meest positieve aan het afgelopen WK, moet ik bekennen, was eigenlijk het WK Hotshots Lingerie Penaltyschieten. Ik heb alweer zin in het EK, hoewel ik Argentinië wel zal missen.


De Uitstraling, jaargang 6, w48 2007, Uitspraak

Wat een verhelderende kijk heeft ze me gegeven!

Daar liep ze, en van het treinspoor tot onderaan de roltrap die op het stationsplein uitkomt, liep ik achter haar aan. Niet dat ik haar achtervolgde. Ze liep toevallig dezelfde route als ik. Deze vrouw bewoog zich voort op de wankele scheidslijn tussen schoonheid enerzijds, en anderzijds overdaad aan aandacht voor haar uiterlijk. Sletterig wil ik het niet noemen, daarvoor toonde ze teveel klasse in haar entiteit aan zwarte elegante versieringen. Haar haar: lang, stijl en gitzwart. Haar lange zwarte jas met een ceintuur om haar wespentaille. Haar laarzen ietwat gewaagd met een bontje. Maar wel zwart. Zo ook de puntige hak, waarvan het getik op de tegels helaas niet hoorbaar was door het geroezemoes van de immer voorbijrazende mensenmassa zo aan het einde van de middag. Maar blijkbaar trok ze niet alleen mijn aandacht. Want bijna als vanzelf verplaatste de mijne zich naar de reacties van al die mensen die toch even stil leken te staan voor deze femme fatale. De bekende trucs uit de oude doos werden naar boven gehaald: “Vooral niet aankijken! Ik heb niks door!” Echter, direct wanneer zij een gadeslaande vrouw in kwestie voorbij was gelopen, rolden die haar ogen minachtend naar haar gesprekspartner en trok ze haar mondhoeken naar achteren. Even daarna, vanaf de andere zijde van het perron, bogen diverse hoofden in constante

Ik vond haar stoer. En mezelf ook, omdat ik toevallig achter haar aan liep en alle kneuzige, bekrompen reacties uit onze samenleving kon observeren.

beweging naar haar zwarte haar, en misschien ook naar het zwarte bontje. En evenzo constant en beheerst draaiden ze weer terug in de bekende houding. Alsof iedereen zich schaamt om haar aan te kijken. Alsof het ogenschijnlijk niemand iets doet. Alsof ze zich willen distantiëren van deze persoon, die in hun ogen de overdaad aan uiterlijke vertoning representeert en daarom verafschuwd moet worden. Daarbij kon ik nauwelijks onderscheid maken tussen de reacties van mannen of vrouwen, hoewel het naar achter trekken van de mondhoeken bij de eerder genoemde vrouw door een man werd vertaald naar een onhandige glimlach, waarbij hij zoekend wegkeek in de hoop bijval te krijgen van iemand. Maar als je al niet wil laten merken dat je aandacht was getrokken door deze vrouw, die een rechtstreekse driedimensionale kopie van het ‘gephotoshopt’ topmodel op de cover van een glossy magazine lijkt te zijn, dan denk maar niet dat de glazige glimlach van zomaar een man ook maar enige reactie ontlokte. Ik vond haar stoer. En mezelf ook, omdat ik toevallig achter haar aan liep en alle kneuzige, bekrompen reacties uit onze samenleving kon observeren. Alsof iedereen wilde schreeuwen: “Kleedt je wat minder opvallend! Wees niet zo bloedmooi!” En stiekem wilde elke vrouw haar zijn, met haar fijne knietjes - niet veel groter dan een tennisbal - die een klein gedeelte onthulde van wat dat rokje toch zo vastberaden liet wapperen… En stiekem wilde elke man naast haar lopen, met zijn arm om haar ranke schouders, zodat hij alle jaloerse blikken van andere mannen met vijandige ogen zou kunnen verjagen. Zwart was haar verschijning en ze absorbeerde al het licht dat uit die grote, op haar gerichte spotlights kwam. Ik liep er achter. In een luchtledige twilight zone. Maar wat een verhelderende kijk heeft ze me gegeven! 7


Blend Magazine, januari 2010 (Solos special)

What is The Fuss all about?

De jonge mannen van de Bossche swingende pop/rock band The Fuss onthullen hun muzikale ambities in een toepasselijke setting: de oefenruimte in popcentrum W2 in Den Bosch. Hugo den Hartog (zang), Jeroen Straatman (leadgitaar), Matthijs van der Wielen (slaggitaar), Rens Spierings (bas), Dirk Voets (saxofoon) en Rob van Rumpt (drums) hebben nog maar net de meerderjarige leeftijd, maar zijn op muzikaal gebied hun puberteit al ruimschoots ontgroeid. Een voorzichtig voorproefje op een professioneel muzikaal bestaan. Aan de ambitie ligt het niet: “Eerst Lowlands en dan naar de UK, want daar komt toch de beste muziek vandaan!” The Fuss bestaat sinds november 2006. Tijdens de eerste editie van het Solos event in 2008 deed de band mee aan een project waarin beginnende muzikanten een eigen bewerking verzorgden van het nummer ‘De Vraag Is’ van rapper Geckusman. Toen nog zonder saxofonist. Het energieke saxofoongeluid past echter heel goed bij de muziekstijl die de mannen voor ogen hebben. De band werkt momenteel aan eigen nummers en is niet meer bezig met coveren. Jeroen: “Een cover is toch altijd minder dan het origineel.” “Behalve dan de covers die wij spelen,” verkondigt Dirk gespeeld stoïcijns. Maar op de vraag of het een eer zal zijn wanneer The Fuss eens zal worden gecoverd, volgt een volmondig ‘Ja!’ Matthijs: “Het klinkt gewoon cool! Fuss betekent ophef en dat past heel goed bij ons.” “Onze slogan is dan ook: This is what the Fuss is all about,” vertelt Dirk. De stortvloed aan uitzinnige groupies kan echter nog beter volgens de band.En ook valt het aantal illustere slooppartijen tijdens optredens nog wel mee. Hugo: “Het gaat vooral om de muzikale energie. We willen meer gaan optreden. Dan gaat

8

“Mijn vader vertelt altijd van die enge verhalen over platenmaatschappijen. We willen niet net zo eindigen als Marco Borsato!” het eerst om de muziek en pas dan om de show. Daarvoor hebben we goed promotiemateriaal nodig dat we op internet kunnen zetten. Nu nemen we als we repeteren onze nummers op, zodat we alles kunnen terugluisteren om vervolgens verbeteringen aan te brengen. Als er een stuk of vijf goede nummers tussen zitten, dan willen we een demo opnemen van hoge kwaliteit. Wat we bijverdienen aan optredens, investeren we in de band. Sinds kort hebben we een manager in de persoon van Björn Roeters. Hij zorgt ervoor dat we als band een positief saldo krijgen.” Dirk: “Maar het liefst houden we zoveel mogelijk in eigen hand. Mijn vader vertelt altijd van die enge verhalen over platenmaatschappijen. We willen niet net zo eindigen als Marco Borsato!”

Volgend jaar gaan de bandleden allemaal beginnen aan hun studie, een belangrijk moment. Rens: “Studie is voor mij heel belangrijk. Maar als ik straks mijn propedeuse heb, en ik zou de kans krijgen om met The Fuss door te breken, dan ga ik ervoor!” De groep denkt over vijf jaar nog zeker bij elkaar te zijn. Lekker touren, dat zien ze allemaal wel zitten. Maar stel dat je een aanbod krijgt van een bekende artiest om in zijn band te spelen, wat kies je dan? Rens: “Ik kan in The Fuss heel goed mijn ei kwijt, maar ik heb ook nog heel veel andere eieren! Ik hou bijvoorbeeld erg van metal.” Jeroen: “Ik ga voor die bekende band! Geld verdienen met muziek maken, dat is toch geweldig!?” Rob is het daarmee eens. Matthijs is al wat strategischer: “Eerst een jaar naam maken in die bekende band en vervolgens terugkeren in The Fuss. Dan zijn we in één klap beroemd!” “De teksten die ik schrijf zijn in ieder geval bestemd voor The Fuss,” concludeert Hugo. Hier en daar zijn de meningen nog verdeeld. Is dat erg? Ik maak er geen ophef over, het komt wel goed met deze mannen. Als afsluiter werd ik getrakteerd op een live performance waarin de muzikanten elkaar goed de ruimte gunden. Een grote groep van zes jonge honden speelde een zeer volwassen swingend nummer in hun eigen stijl.

“Ik kan in The Fuss heel goed mijn ei kwijt, maar ik heb ook nog heel veel andere eieren!” Voor meer info: http://thefuss.hyves.nl. Binnenkort in de lucht: http://www.thefuss.nl


Blend Magazine, januari 2010 (Solos special)

Puinzooi maken, snapte?!

Begin oktober 2009 organiseerden The Wild Horses hun eerste eigen knalfuif, genaamd Witnie, tijdens het Solos Next event. Om de simpele reden dat er zo weinig te doen is voor jongeren van 20-30 jaar in Den Bosch, staken Renske Francissen (26), Quinten Montroos (27), Dax Vismale (23) en Fayette Montroos (19) de hoofden bij elkaar (want paarden hebben hoofden) en namen zelf het initiatief voor een intens feest. “Er was niks, maar er is nu nog steeds niet veel. We hebben nog maar één feest georganiseerd,” vertelt Renske. Witnie, zo heette het eerste feest. Het is onderdeel van een geplande vierdelige reeks feesten waarbij voor de resterende drie het concept nog niet helemaal bepaald is, maar de titels staan vast. Na Witnie volgen Wittetonnie, Snapte en Houdoe. Quinten: “Het zijn sequels. Aan het einde van de reeks dan snapte hem!” De Wild Horses zijn alle vier opgegroeid in Den Bosch en houden wel van Bossche ‘slang’. Dat wordt volgens Quinten ook goed gewaardeerd in het doorgaans zo hippe Amsterdam: “We gingen vaak uit in Amsterdam en dan hoorden we vaak mensen reageren: ‘Hee, daar heb je die Bosschenaren, dat wordt lachen!’ Toen dachten we, dan organiseren we toch ook een keer iets in Den Bosch! Daar is het toch ook gezellig?” Zus Fayette pareert: “Gezellig is wel heel Brabants…”

Na Witnie volgen Wittetonnie, Snapte en Houdoe. “Het zijn sequels. Aan het einde van de reeks dan snapte hem!” Renske: “We willen in de toekomst met een simpele setting op een aparte locatie een bepaalde sfeer scheppen.

Bijvoorbeeld een huiskamer namaken in de tuin. Tostikraam erbij of zo. Ook willen we enkele activiteiten op het feest. Bij Witnie hadden we een speciale fotohoek waar iedereen een soort polaroid van zichzelf kon schieten. Nu denken we ook aan een verkleedhoek. Verder verkopen we kunstzinnige attributen, zoals ons Wild Horses T-shirt en de speciale rozetten door Jitske Blom en Tess van Hooff van Studio Twaalf. In de toekomst willen we hiermee verder. Vooral omdat we het tof vinden en dus niet zozeer voor de centen. Daarom vragen we subsidie aan bij de gemeente en Heineken sponsort ons. We willen zo onafhankelijk mogelijk zijn om onze creatieve ideeën te kunnen uitwerken naar eigen smaak.” Dax: “We willen niet één soort publiek trekken. Iedereen is welkom. We huren professionele DJ’s in. Dat gedeelte zal niet interactief worden. Laat het publiek maar gewoon dansen. Live muziek is wel een optie. Goed dansbaar en niet in hokjes denken. Wat we willen bereiken is dat het publiek in contact komt met nieuwe muziek die het nog niet kende. Na elk feest volgt een evaluatie en passen we ons concept voor het volgende aan. Zo blijven we tunen op de doelgroep. Het moet niet zo zijn dat we abrupt van een Death Metal naar een House party gaan.” Quinten

haakt in: “Als ik thuis een feest houd, dan nodig ik vaak aparte mensen uit die ik niet ken. Dat kan zomaar een geschikte gast zijn die iets nieuws brengt. Misschien zie je die mensen daarna nooit meer terug, maar het moment blijft wel hangen!” Dat is niet echt een Nederlandse houding toch? “Dat klopt, maar we willen ook niet perse in Den Bosch blijven. Dax en ik hebben een keer een rooftop knalfuif meegemaakt in New York en dat was echt intens!” Dax: “Wat een stel excentrieke bohemian figuren daar!” Hoe kwamen jullie daar dan binnen? “By some devine miracle werden we uitgenodigd door een groep meisjes.” “Twee meisjes,” nuanceert Quinten. “Het was een onvergetelijke avond in een wolkenkrabber met een geweldig uitzicht! Je kunt dus zeker een mooie avond hebben met totaal onbekenden! Zo zagen we bij ons feest ook een ouwe van 50+ helemaal uit zijn plaat gaan! Dat is echt genieten.”

“Als ik thuis een feest houd, dan nodig ik vaak mensen uit die ik niet ken.” De naam The Wild Horses bleef maar plakken bij het bedenken van een naam voor een feest, maar bleek toch meer geschikt voor de groep zelf, ook al is niemand specifiek paardenliefhebber. “We zijn een groep jonge ongetemde rakkers!” Conclusie: komt allen puinzooi maken in Den Bosch, want er is meer dan het (hippe) Amsterdam! Streefdatum voor Wittetonnie is maart/april 2010, maar da wittenoitnie met die Brabanders… The Wild Horses zijn te vinden op Facebook

9


Van Aken Architecten, mei 2011

Dat shoppen we wel even weg

Architecten houden van shoppen. Photoshoppen wel te verstaan. De ideale wereld waarin alle imperfecties en foutjes kunnen worden weggepoetst met een paar klikken op de muis. Het is ook niet gek dat wij juist bezig zijn met dit stadium waarin realiteit wordt bewerkt, om een nieuwe werkelijkheid, een nieuw ideaal, te creëren. Die nieuwe werkelijkheid is er namelijk nog niet, maar hij moet al wel verkocht worden. En aangezien veel aanschouwers toch niet precies weten hoe dat beeld wordt gemaakt, gaat het om het laatste plaatje, het presenteerblaadje. Tijdens mijn stageperiode in Turijn noemde mijn werkgever dit het money shot (het plaatje dat verkoopt). Het duurde me een paar tellen voordat ik hem doorhad, vanwege zijn zwaar Italiaanse accent (manniesjotte, met de klemtoon op sjot) en nog vóórdat dat ahaa-moment was aangebroken, ging hij enthousiast door over de vergelijking met het cum shot in pornofilms (deze laatste iets beter uitgesproken, als kamsjotte, wederom met klemtoon op de laatste lettergreep). Hebben wij architecten dit shot echt nodig en is het net zo banaal als in porno? Laten we in dat geval ook eens aandacht schenken aan de fetisjisten onder onze klanten. Waarom altijd die gelikte plaatjes met de standaard blije, zonnige taferelen? Veel groen, een paar kindjes erbij, alléén vitale ouderen en, niet te vergeten, een blauwe lucht vol vogeltjes. Dat is blijkbaar de enige ideale wereld volgens de architect (of moet ik zeggen volgens de opdrachtgever?) Wij doen wat de opdrachtgever vraagt, maar als wij altijd tamme, lieflijke, utopische prenten maken, dan blijven de verwachtingen van de opdrachtgever ook gereserveerd. Dus niet play on demand, maar de toon zetten, is wat we moeten doen! En hoewel we te maken hebben met veel regels en partijen die het ontwerp van een gebouw in grote lijnen enorm sturen, zouden we ons, mijns inziens,

10

niet door deze gewoontes en verwachtingspatronen moeten laten beperken in de wijze waarop we onze ontwerpen presenteren. Waarom moeten we bang zijn om humor in te zetten en te choqueren? Picasso was nooit beroemd geworden als ie op een iedereen-kan-schilderen manier zou hebben geschilderd! Overigens is het niet die beroemdheid waar het om gaat, maar de impact die Picasso’s werk heeft gehad op nieuwe manieren van kijken en ervaren en daarmee de ontwikkeling van de schilderkunst. Maar werkt choqueren eigenlijk wel voor architectuur? Of moeten wij ons toch beperken tot simpelweg uitvoeren wat men van ons verlangt? Als je de vergelijking weer maakt met het cum shot, dan zou je kunnen stellen dat dit uiterst voor de hand liggende einde totaal niet verrassend, maar nog altijd een climax is, die bovendien maar moeilijk te overtreffen blijkt. Waarom afstappen van deze gouden formule, zou je zeggen! Een formule die bewijst dat originele verhaallijnen ondergeschikt zijn en waarin werelden worden getoond die eerder een vertaling van een gedachte zijn dan van een voorspelde realiteit. De ‘vieze’ gedachtes van ons (jou, en ook je buurman en –vrouw!) zijn taboes, en daarin schuilt de kracht. De gelikte geshopte shots die wij architecten maken, vallen echter onder de veilige categorie ‘softcore’. Ik ben erg benieuwd wat het oplevert als we nou eens beginnen met het wegschoppen van dit softe censuur. Dus laten we eens een paar shots maken met vooral lelijke mensen, vallende ouderen, een dronken meisje kotsend in een mooi groen bloemperkje (want groen verkoopt…) en, voor de schaalverhouding, een aangespoelde walvis en een stel smurfen. Het is maar de vraag waar dit experiment op uit zal draaien. Wordt het een anti-climax, of misschien toch een zinderende apotheose in visuele projectpresentaties?


Van Aken Architecten, juni 2011

Wel- of Nietstand? Een metaforisch onderzoek

Als je op de website van de gemeente Eindhoven zoekt naar onderwerpen over de welstand, in de wetenschap dat het welstandsbeleid in Eindhoven dreigt te worden afgeschaft (nadat Boekel de primeur in Nederland had, en ja, dan kun je niet achterblijven), dan kom je terecht op een pagina waar de ogenschijnlijk nietsvermoedende afdeling, die over esthetisch verantwoord Eindhoven gaat, diens belang toelicht met de woorden: “Het welstandsbeleid probeert de gemeente Eindhoven te zorgen voor een aangenaam en aantrekkelijk stadsbeeld.” Dat dit een grammaticaal incorrecte zin is, zullen we maar even laten voor wat het is. Kloppende grammatica is kennelijk even belangrijk als esthetische en verantwoorde architectuur in de lichtstad. Wat mij meer opvalt is het beschermende karakter dat de welstand kennelijk nastreeft, kijkend naar de woordjes ‘zorgen’ en ‘probeert’. Ik ben geen groot fan van bescherming. Ik houd meer van een trial-and-error methode. Daar leer je veel meer en veel sneller van. Bovendien biedt ze ruimte voor actie en vrijheid! Ik ben dan ook heel benieuwd naar dit experiment van de gemeente Eindhoven en kan het niet laten om een kleine voorspelling te maken, gebaseerd op metaforisch onderzoek: De gemeente Eindhoven kunnen we beschouwen als een zorgzame moeder: mevrouw Van Eindhoven. Maar ze heeft gebaard. Dochter Stadsbeeld, wat nu? Ze probeert goedschiks om het mormel te verzorgen, met de ijle hoop er nog iets aangenaams, of op zijn minst, aantrekkelijks van te maken. Het kind groeit veilig onder moeders vleugels op en wordt stilaan jongvolwassen. Maar Stadsbeeld doet niet meer precies wat mamlief voor ogen hield, ze wordt recalcitrant.

Is mevrouw Van Eindhoven wel een goede moeder? Haar dochter drijft haar tot wanhoop en de naweeën uit haar eigen jeugd borrelen weer op. Enige uitkomst lijkt een praatgroepje. Niet geheel toevallig raakt ze daar in gesprek met mevrouw Van Boekel. Deze legt uit dat ze het niet meer aankan met haar dochter, genaamd Dorpsgezicht. Ze vertelt uitvoerig over haar. Een tijdje geleden had ze de hoop opgegeven, en haar laten uitvliegen. Mevrouw Van Boekel vreest dat haar dochter binnen de kortste keren onder de tatoeages en piercings zal zitten en vast en zeker zo’n rare pet met ongebogen klep gaat dragen! Met de stickers er nog op (schijnt mode te zijn)! Moeder Van Eindhoven rilt van de gedachte, maar merkt dat ze veel verontrustende overeenkomsten heeft met Van Boekel. Ze laat haar hormonen even de vrije loop en in een handeling van impulsiviteit beslist ze dat haar dochter ook maar op eigen benen moet. Nee, ze komt er thuis niet meer in! Terug naar de dag van vandaag en de kwestie Wel- of Nietstand: het wel of niet op eigen benen staan van het stadsbeeld. We kunnen allerlei toetsingsmethoden en parallellen op dit onderwerp loslaten, of we laten het lekker gebeuren en zullen dan proefondervindelijk te weten komen waar het naar toe gaat met de aangenaamheid, de aantrekkelijkheid en de daarmee gepaard gaande status en financiële waarde van de stad. Want na de rebelse adolescentenfase beginnen we aan de metaforische studententijd van het stadsbeeld. Een tijd waar menigeen buitengewoon fantastische herinneringen aan heeft. Aan die prachtige tijd konden zelfs de krappe portemonnee en de schrale studentenkamertjes met hun dubieuze grootte en prijs-/kwaliteitverhouding geen afbreuk doen! Er wacht het stadsbeeld van Eindhoven een tijd van vorming, bewustwording, een schat aan ervaringen en vele vrijheden waar ze mijn inziens kei hard van moet gaan genieten. En, geloof me, de burgerlijkheid sluipt er op termijn toch wel weer in! 11


Van Aken Architecten, november 2011

Comfortfundamentalisme

Ik kan me goed indenken dat conservatieve moslimfundamentalisten een grote afkeer hebben tegen de westerse levensstijl die wij bezigen. Maar deze afkeer is niet zo zwartwit van hunnie tegen hullie geloof ik (en veel verder, noch extremer dan dit reikt mijn geloof overigens niet). Onze culturen zijn blijvend aan verandering onderhevig. Dat is maar goed ook, want elke vorm van extremisme is enorm bekrompen, of dat nou islamitisch, christelijk of atheïstisch is. Het beste wapen tegen dit bekrompen denken is de spiegel voorhouden. Zelfkritiek en jezelf daarmee durven te confronteren. De vrije markt werkt dan misschien prima tot op zekere hoogte, maar het haalt naast grootse menselijke prestaties en totale betrokkenheid ook eigenschappen naar boven als arrogantie, gemakzucht en hebzucht. In de westerse wereld doen we er sinds mensenheugenis alles aan om maar zo comfortabel mogelijk te leven. Daarbij wordt tegenwoordig vooral gekeken naar het fysieke comfort. Het spirituele comfort wordt daarbij ontzettend ondergewaardeerd. Liever zorgen we ervoor dat het in het hele huis constant 21 graden warm is, in plaats van in een koud huis de open haard (wie heeft die nog?) aan te zetten met een dekentje over je schoot. Gerrit Rietveld zei eens: “I think it is indeed very unhealthy in winter not to feel the cold and in summer not to feel the heat”[i] Als je het daar niet op zijn minst deels mee eens bent, dan beweer je dat je het liefst het hele jaar door in eenzelfde gevoelloze neutrale toestand wilt verkeren. Dat ontneemt je dan ook om ergens naar uit te kijken. Naar het begin van de lente bijvoorbeeld.

12

De enorme energie die we steken in het scheppen van een neutrale en constante leefomgeving druist keihard in tegen het idee dat we energieneutraal en milieuvriendelijk zouden willen (of moeten) leven. Beter kunnen we energie steken in het bijstellen van ons levenspatroon: behoeftes laten afnemen. Een keer accepteren om de kou of hitte te trotseren. Beter kijken wat we nou werkelijk nodig hebben en wat energieverspilling is. Wat moet je er bijvoorbeeld van denken als je advertenties ziet van afstandsbedieningen voor het openen en sluiten van je gordijnen? Hebben we allemaal polio of zo? Hebben we dat nou echt nodig? Nee natuurlijk niet! Maar als je een beetje gehaaid bent en je product goed kan verkopen, is er zelfs voor dat soort troep ruimte in ons denk- en gedragspatroon. Comfortabel, zo wordt beweerd. Maar let even op: ten eerste moet je om de zoveel tijd batterijen kopen voor de afstandsbediening, ten tweede doe je door dit en soortgelijke uitvindingen geen ene moer meer zodat je fysieke gestel danig de behoefte heeft om te trainen. Koop maar weer een sportkaart! (Overigens een ironisch tussendoortje: Thomas Midgley, uitvinder van onder andere CFK en gelode benzine, stierf in 1944 door toedoen van een zelfontworpen machine die hem moest helpen in bed recht te komen nadat hij kreupel werd door polio.) We laten alles klakkeloos over aan de techniek en verwijderen onszelf meer en meer van een zelfstandig persoon die zich weet te redden als het nodig is. Die zichzelf kwaliteiten aanleert en zich ontplooit. Neem het piepsignaal op de nieuwere auto’s bij het inparkeren. Wie kan er zelf nog een beetje sturen? Wat maakt een krasje meer of minder op je auto eigenlijk uit? Wie weet nog de telefoonnummers van zijn vrienden als de mobiele telefoon het begeeft? In

plaats van je dieet aanpassen, heb je speciale afslankpillen. Je buikspieren kun je al zittend in je luie stoel kweken met een pulserend apparaatje. Je hoeft er geen fundamentalist voor te zijn om in te zien dat dit inderdaad verwerpelijk gedrag is. Dit thema is al vaak aangehaald, beschreven en verfilmd. De vrees dat de mensheid wordt ingehaald door de techniek is zo oud als het, blijkbaar nog altijd niet te overtreffen, systeemplafond. Dit stukje is mij niet te doen om argwaan te zaaien tegen al wat nieuw is, maar puur om ons de spiegel voor te houden: is al dat (fysieke!) comfort nu echt zo hard nodig? Ik geloof zogezegd niet in extremen en ik pleit ook niet voor geheelonthouding van comfort. Wel hoop ik dat er af en toe momenten zullen komen waarop we met zijn allen zeggen: “Laat deze maar een keer aan ons voorbij gaan.” Zoals bij de zoveelste update van computersoftware, zoals bij weer een nieuwere iPad versie. En zeker zoals bij een op afstand te besturen gordijn! De enige zucht die we lijken te hebben en waar we alle energie tegenaan smijten, is gemakzucht (opdat we maar steeds minder te zuchten hebben…). De gedachte dat deze energieverspilling ten behoeve van ons fysieke én spirituele comfort te rechtvaardigen is, is echter fundamenteel fout!

[i] Uit: ‘De 8 en Opbouw,’ 25, December 11, 1933; geciteerd in Szénássy, Istuan L. et al, ‘g. rietveld architect,’ Stedelijk Museum Amsterdam / Arts Council of Great Britain, Amsterdam, 1971 [geen paginanummer].


Van Aken Architecten, december 2011

Kerstgedachten

Zomaar een paar willekeurige kerstgedachten: …Sinterklaas is nog niet opgerot, of je hoort de jingle bells overal alweer autistisch rinkelen… …Nooit gaan we naar de kerk, maar tijdens kerst gaan we naar de nachtmis… …Nooit staan we vrijwillig in de file, maar voor een meubelcentrum op tweede kerstdag maken we graag een uitzondering… …En maar blijven dromen van een witte kerst, en maar vloeken als we daardoor weer de stoep moeten schoonvegen en een half uur moeten krabben voordat we in de auto kunnen stappen… …Het hele jaar door al luisteren we noodgedwongen naar dezelfde rukliedjes op de radio, maar tijdens de kerstvakantie acht men het toch noodzakelijk om de hele ‘top’ 2000 nog eens de revue te moeten laten passeren… …Mariah Carey in een strak rood pakje behoort inmiddels al net zo sterk tot ons beeld van kerst als dat beeldje van dat tengere mannetje aan dat houten kruis… …Kerstmis, dan besef je weer hoe belangrijk een rommelzolder is! “Nellie, ik geloof dat we Jozef weer kwijt zijn…” …Ik heb niet eens tuingereedschap of groene vingers, maar met de kerst moeten mijn handen onder het hars komen te zitten en moet mijn trui nog drie dagen naalden ophoesten, anders weet ik niet dat het weer the most wonderful time of the year is… …Waarom rijden die met lichtjes versierde Coca-Cola trucks eigenlijk nooit door de lichtstad?... …Er komen zoveel films op tv tijdens de kerst. En helemaal ideaal is het dat je tussen de reclameblokken door ongestraft naar een andere zender kunt zappen zonder dat de verhaallijn verandert. Van Arnold Schwarzenegger, Bruce

Willis tot Hulk Hogan, allemaal weten ze de ietwat turbulente kerstdagen nog op het nippertje te redden… …Het hele jaar zit onze agenda ramvol gepland, waardoor we onze partners en kinderen met regelmaat een avondje alleen thuis laten zitten, maar met de kerst kijken we traditiegetrouw samen naar de kopie van onze zoon in Home Alone… …Gevolgd door Home Alone 2 en 3, want tradities zijn er om uitgemolken te worden... …Of het nou Pasen is of kerst, die stol moet op tafel... …Hetzelfde geldt voor Jesus Christ Super Star. Ook al vertelt deze rockmusical niet de eerste maar juist de laatste dagen van onze lendedoekdragende voorloper van Superman, vorig jaar werd hij (en ik zweer het op de maagdelijkheid van moeder Maria) tijdens de kerst uitgezonden... …Naastenliefde is heden ten dage vertaald naar het overmaken van geld naar een willekeurig gekozen goed doel, wat het op dat moment ‘goed doet’ (lees: waar een of andere kunstenaar een mooie foto en passende slogan bij kon bedenken) en dat dan landelijk triomfantelijk aan de grote klok hangen via een stel dj’s die 6 dagen gaan vasten in een glazen huis en daarmee een soort profeetstatus willen afdwingen… …De oudejaarsconference, lekker terugblikken op wat we morgen alweer vergeten zijn… …O ja, de koningin heeft ook nog wat te zeggen. Die vlotte geëngageerde babbel, daar kan geen troonrede tegenop… …Eigenlijk past fonduen veel beter bij de feestdagen dan gourmetten. Hmm, lekker cheesy… …Wham! snakt niet als enige naar een Last Christmas. Maar het jaar is nog niet voorbij of het is alweer zover…

Kerstmis gaat over hoop, (nieuw) leven en goed doen. Je kunt een hoop goede dingen doen in je leven. Wat dat dan moet zijn, ik weet het niet precies. Wel kan ik je vertellen dat er in bovenstaande lijst maar weinig dingen zinvol zouden zijn als ze geen tradities waren geweest. Tradities. Verplichte kost. Maar ja, gewoon op een doordeweekse dag gourmetten is ook weer zoiets. De kerstgedachte, tja, wat verstaan we daar precies onder? Een vriend van de middelbare school kon het mij destijds nog het meest treffend toelichten door een miezerig kladblaadje te geven met daarop een stempelafdruk van Nijntje met kerstster en in vluchtig handschrift eronder geschreven: ‘Het gaat om de kerstgedachte’! Misschien moeten we alles ook maar beter zo laten. Een kleine cultuurverandering wil ik echter nog wel proberen te creëren. Een traditie moet immers ergens beginnen. Daarom stel ik voor: tijdens de kerst gaat voortaan elke architect compleet – en dat wil zeggen inclusief bril – in het wit gekleed! Zo, dan hebben we tenminste elk jaar zeker een witte kerst. En vreest niet, we hebben in dat geval nog ruim voldoende donkerzwarte dagen voor Kerstmis: van 27 december tot en met 24 december… Ik wens iedereen een prettige kerst toe en alvast een geweldig 2012!

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.