HOGENT - vastgoed - algemeen recht

Page 1

ALGEMEEN RECHT PB VASTGOED 1

uitgave 2019-2020 semester 2

verantwoordelijke uitgever D. Lockefeer


VOORWOORD De cursus Algemeen Recht in het eerste jaar Vastgoed heeft tot doel de student een inleiding te geven tot de verschillende takken van het recht waar men in het latere beroepsleven mee geconfronteerd zal worden. Vermits het om een inleiding gaat, zullen sommige hoofdstukken in de volgende jaren verder uitgediept worden en rijkelijk geïllustreerd. Niet alleen de theorie zoals vermeld in de cursus is van belang, maar ook de praktische toepassing ervan. Oefeningen en praktische voorbeelden worden in de lessen en via chamilo aan de theorie toegevoegd, zodat de actualiteit steeds erbij kan betrokken worden. Het gebruik van het Burgerlijk Wetboek en andere wetgeving moet de student door deze lessen onder de knie krijgen. Deze cursus heeft niet de pretentie helemaal volledig te zijn. Het economisch leven evolueert en het recht wordt constant aangepast aan nieuwe maatschappelijke tendenzen, denk maar aan de recente hervorming van het huwelijksvermogensrecht, erfrecht en ondernemingsrecht. Vandaar dat deze cursus enkel een leidraad is, die moet aangevuld worden met nieuwe items die in de les aan bod zullen komen. Nota's hiervan zullen te vinden zijn op chamilo. Het rechtsvak wordt wel eens vaker gezien als een "blokvak". En inderdaad, er komt heel wat blokken bij kijken. Maar men moet op een verstandige manier dit vak instuderen. Het volstaat niet de cursus als een papegaai te reproduceren; je moet overal de praktische toepassing van kennen en zien. Beperk je daarom niet tot de cursus, maar hou oren en ogen open door bijvoorbeeld de krant te lezen of tijdschriften en door het televisienieuws en duidingsprogramma's te volgen (Het Journaal, Terzake, De rechtbank ..). Om het instuderen van de cursus een handje te helpen, kan je in je cursus en op het elektronisch leerplatform enkele hulpmiddelen terugvinden zoals: ▪ een overzicht van de doelstellingen per hoofdstuk: aan de hand van dit overzicht ontdek je wat je uiteindelijk moet kunnen en hoe je dit hoofdstuk moet instuderen; ▪ een lijst van voorbeeldvragen: dit zijn voorbeelden van (examen)vragen die je al een beeld geven van de manier waarop stof wordt ondervraagd; ▪ een overzicht van de belangrijkste terminologie die je moet beheersen (woordenlijsten). Dit alles samen (theorieles, nota's, elektronisch leerplatform, BZL) moeten een solide basis vormen voor de verdere studie in het Vastgoed. De basis kennen is dan ook uitermate belangrijk en zal ook in die zin beoordeeld worden. Alvast veel succes, D. Lockefeer

Deze uitgave en bijhorende powerpoint is niet vatbaar voor enige publicatie zonder uitdrukkelijke toestemming van de docent. ____________________________________________________________1 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


INHOUDSTAFEL

Deel 1

Inleiding tot het staatsrecht Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7

Deel 2

Definities Personenrecht Familierecht: het huwelijk Familierecht: de wettelijke samenwoning

52 54 60 79

Het erfrecht

Hoofdstuk 1 Algemene begrippen van erfrecht Hoofdstuk 2 Technieken van het intestaat erfrecht

Deel 4

5 15 17 20 24 26 29

Personen- en familierecht Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Deel 3

Wat is recht? Historische schets Beleidsniveaus en bevoegdheidsverdeling Scheiding der machten De federale wetgevende macht De federale uitvoerende macht De rechterlijke macht

83 86

Verbintenissen uit overeenkomsten: contractenrecht

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9

Begrippen en definities Soorten overeenkomsten Grondbeginselen van contractenrecht Vier geldigheidsvoorwaarden Gevolgen tussen partijen bij de uitvoering van de overeenkomst Gevolgen tegenover derden Het einde van de overeenkomst Het bewijs van verbintenissen Het koopcontract

99 100 104 107 114 119 120 124 131

____________________________________________________________2 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Deel 5

Verbintenissen uit onrechtmatige daad: aansprakelijkheidsrecht

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6

Deel 6

Vormen van aansprakelijkheid Aansprakelijkheid voor eigen daden Aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen Aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden Aansprakelijkheid van de werkgever Aansprakelijkheid voor zaken

Zakenrecht Hoofdstuk 1 Roerende en onroerende goederen Hoofdstuk 2 Zakelijke rechten: eigendom Hoofdstuk 3 Zakelijke rechten: vruchtgebruik

Deel 7

140 142 147 149 150 151

157 159 161

Ondernemingsrecht Hoofdstuk 1 Vestigingsformaliteiten voor zelfstandigen Hoofdstuk 2 Vennootschappenrecht

Bijlage Bibliografie

166 171

176

De meest recente studiefiche is terug te vinden op het elektronisch leerplatform

____________________________________________________________3 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


DEEL 1 INLEIDING TOT HET STAATSRECHT

Heel de maatschappij leeft volgens bepaalde rechtsregels. Wie zich later als zelfstandige vestigt of als werknemer aan de slag gaat, wordt geconfronteerd met tal van regels en voorschriften die moeten gevolgd worden. In dit deel zoeken we eerst een antwoord op de vraag "wat is recht?" en bekijken we uit welke bronnen het Belgische recht is ontstaan. Al deze bronnen staan nog eens in een bepaalde verhouding tot elkaar, zodat er in principe geen overlappingen kunnen voorkomen. Vervolgens bekijken we de drie verschillende machten in onze Belgische staat die de bronnen van het recht vormen: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Het is belangrijk om in je professionele carrière te weten welke reglementering voor u of uw klant van toepassing is. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende manieren om de verkooprechten of registratierechten bij verkoop van een huis te berekenen, waarbij Vlaanderen vrij ver gaat in het toekennen van kortingen. Uiteraard is het ook belangrijk om weten bij welke rechtbank je moet aankloppen om een betwisting beslecht te krijgen. Niks is zo vervelend als een rechtbank die je vordering afwijst omdat zij onbevoegd is. Dit kost tijd en geld.

____________________________________________________________4 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 1 WAT IS RECHT?

1.

DEFINITIE

Men kan recht omschrijven als volgt: recht is het geheel van regels die ontworpen zijn door de wetgevende macht met als doel de orde te handhaven. De reglementering moet afdwingbaar zijn, zodat sancties kunnen opgelegd worden. Er is niet 1 algemene definitie van recht, maar we merken wel gemeenschappelijke kenmerken in verschillende definities die de rechtsleer geeft. Elementen die steeds terugkomen in verschillende definities zijn de volgende:

A. ▪

Een geheel van gedragsregels De juridische regels schrijven een bepaald gedrag voor. Zij formuleren een bevel of een verbod, ook al wordt dit niet altijd nageleefd. voorbeeld - verkeersrecht: doorrijden bij groen, stoppen bij rood - koop: bij overeenkomst over zaak en prijs; leveren en betalen

Deze rechtsregels hebben een algemene draagwijdte en zijn van toepassing op iedereen die zich in die bepaalde situatie bevindt; ze zijn dan ook meestal abstract geformuleerd. bijv. koop-verkoop: leveren en betalen: van laptop, brood, cd

Hoewel het voornamelijk om gedragsregels gaat, bevat recht ook voorschriften die voor een kader moeten zorgen waarbinnen men zich op een bepaalde manier moet gedragen bijv. grondwettelijk recht, gerechtelijk recht: hoe een rechtszaak beginnen, hoe parlementair worden

B.

Rechtsregels worden opgelegd door het gezag van de gemeenschap

Er zijn verschillende soorten gedragsregels, bijv. morele, religieuze, sportieve, enz. Rechtsregels onderscheiden zich hiervan omdat de gehele gemeenschap dergelijke gedragsregels tot rechtsnorm heeft gemaakt.

____________________________________________________________5 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


C.

Doel is de ordening van de maatschappij

Via de opgelegde gedragsregels wil men de maatschappij laten functioneren zoals het hoort, zodat iedereen kan samen-leven.

D.

De rechtsregels worden gehandhaafd door het maatschappelijk gezag

In onze maatschappij zijn er bepaalde overheidsinstellingen die de rechtsregels moeten uitvoeren (uitvoerende macht) en de overtreding moeten sanctioneren (rechterlijke macht).

____________________________________________________________6 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


2.

ONDERSCHEIDEN RECHTSTAKKEN

Er zijn 2 grote takken van het recht: 1. het privaatrecht: regelt de verhoudingen tussen burgers onderling. 2. het publiek recht: het publiek recht regelt enerzijds de uitoefening van het staatsgezag en anderzijds de verhouding - tussen de overheid en de burger - tussen de overheidsorganen onderling.

In het privaatrecht onderscheiden we volgende takken: het burgerlijk recht ▪ burgerlijk recht regelt de betrekkingen tussen de burgers onderling in het algemeen. ▪ het is terug te vinden in het Burgerlijk Wetboek. ▪ het omvat het personen- en familierecht, het vermogensrecht en het familiaal vermogensrecht. het handelsrecht ▪ het handelsrecht is in de eerste plaats terug te vinden in het Wetboek van Koophandel, maar ook in een groot aantal bijzondere wetten (bijv. Wetboek van Vennootschapen, Wet op de jaarrekening, Wet op de mededinging, enz.). ▪ bedoeling is een aantal specifieke verrichtingen in het economisch leven te regelen omdat ze niet in het algemeen burgerlijk recht terug te vinden zijn. het privaatrechtelijk procesrecht ▪ het privaatrechtelijk procesrecht regelt de middelen en procedures die nodig zijn om de naleving van het privaatrecht te verzekeren. ▪ hierin vinden we de inrichting en de bevoegdheid van de rechtbanken terug en hoe de procedure voor de rechtbanken moet verlopen.

____________________________________________________________7 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


In het publiekrecht onderscheiden we volgende takken: het grondwettelijk recht of staatsrecht ▪ het grondwettelijk recht regelt de staatsinrichting (grondgebied, staatsvorm, uitoefening der machten) en de fundamentele rechtsbescherming van de burgers tegenover de staat via grondwettelijke rechten en vrijheden (zoals vrijheid van onderwijs, van meningsuiting, persvrijheid, ...). ▪ deze materie is vooral geregeld in de Grondwet en in de bijzondere wetten (d.w.z. wetten die met een bijzondere meerderheid zijn aangenomen en die bepaalde algemene beginselen uit de Grondwet uitwerken). het administratief recht ▪ het administratief recht regelt de organisatie en werking (personeel, goederen, handelingen) van de uitvoerende macht ▪ het is dus een aanvulling van het staatsrecht ▪ hieronder valt o.a. het gemeente- en provincierecht, stedenbouw en ruimtelijke ordening, milieurecht ▪ het grondwettelijk en administratief recht hebben veel raakpunten. het strafrecht ▪ het strafrecht geeft aan wat een strafbaar feit (misdrijf) is en bepaalt de straf. ▪ het is terug te vinden in het Strafwetboek of in wetten en decreten (bijv. bij milieuaangelegenheden). het strafprocesrecht ▪ het strafprocesrecht bepaalt hoe misdrijven worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft. ▪ het wijkt af van de burgerrechtelijke procedure. het fiscaal recht ▪ de overheid heeft financiële middelen nodig om te kunnen werken. Deze middelen worden opgehaald via belastingen. ▪ wat er belast wordt en in welke mate wordt door het fiscaal recht bepaald. het sociaal zekerheidsrecht ▪ wie zonder inkomen zit, kan via dit vangnet toch een inkomen verkrijgen (bijv. ziekteuitkering, werkloosheidsuitkering, kinderbijslag, pensioen).

____________________________________________________________8 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3.

DE BRONNEN VAN HET BELGISCH RECHT

Boven het Belgische recht staan de internationale verdragen en het Europees Recht, dat echter maar voor specifieke materies van toepassing is.

3.1. Internationale verdragen Om samenwerking met andere landen te vergemakkelijken, worden vaak internationale verdragen afgesloten. De inhoud ervan is nogal verschillend. Ze kan betrekking hebben op de rechten en plichten van staten tegenover elkaar, of kan rechtsregels bepalen die ook op onderdanen van toepassing zijn. Er zijn verdragen die niet direct werkend zijn: de nationale wetgever moet dan bepaalde afspraken overnemen in het nationaal recht. Er zijn verdragen met directe werking: de afgesproken rechtsregels moeten dan niet eerst in nationaal recht omgezet worden. Dit verdrag primeert dan ook op nationale wetgeving. Tot slot zijn er verdragen die een soevereiniteitsdelegatie aan een internationaal orgaan inhouden: een deel van de wetten en rechtspraak zal dan door internationale organen gebeuren, niet meer door de nationale. vb. EVRM: Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (4/11/1950) → recht op leven, recht op eerlijk proces, recht op privacy, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, enz. → de naleving wordt opgevolgd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg vb. dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België: wie een villa heeft in de Provence zal in Frankrijk belast, nl. het land van ligging.

3.2. Europees recht Het Europees recht neemt een speciale plaats in in de Belgische rechtsorde. Basis is het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Unie (25 maart 1957). Dit verdrag heeft directe werking en primeert dus op de Belgische wetten. Het Europees recht wordt stelselmatig aangevuld via Verordeningen (direct toepasbaar recht) en Richtlijnen (een bevel tot de lidstaten om hun nationale wetgeving in een bepaalde zin aan te passen). vb. BTW-richtlijn

____________________________________________________________9 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Op Belgisch vlak hebben we volgende rechtsbronnen.

3.3. De grondwet ▪ De grondwet is de hoogste norm. Het bepaalt fundamentele regels voor de uitoefening van het staatsgezag (werking en organisatie) en de verhouding tot de burgers (grondwettelijke rechten en plichten). voorbeeld - allerlei vrijheden (onderwijs, vereniging, godsdienst, meningsuiting) - procedure voor wetswijziging - België is rechtsstaat die bestaat uit gemeenschappen en gewesten - monarchie

▪ Toch telt de grondwet slechts 198 artikelen. ▪ Dit is zo fundamenteel, dat de grondwet enkel door een speciale procedure kan gewijzigd worden. ▪ De grondwet is terug te vinden in wetboeken en wijzigingen in het Belgisch Staatsblad.

3.4. De wetten, decreten en ordonnanties ▪ Wetten gaan uit van het federaal parlement (Kamer/Senaat), decreten en ordonnanties gaan uit van Gemeenschappen en Gewesten (bv. Vlaams parlement). ▪ Wetten en decreten/ordonnanties hebben eenzelfde waarde en kunnen niet in elkaars vaarwater komen omdat de verschillende parlementen hun eigen bevoegdheden hebben. ▪ Bij twijfel zal het Grondwettelijk Hof (vroeger Arbitragehof) bepalen wiens bevoegdheid een bepaalde materie is. ▪ Wetten en decreten verschijnen eerst in het Belgisch Staatsblad en zijn van toepassing in principe de 10de dag na publicatie.

3.5. Uitvoeringsbesluiten ▪ Koninklijke besluiten, ministeriële besluiten, besluiten van de gemeenschaps- en gewestregeringen, zijn uitvoeringsbesluiten. Zij voeren wetten en decreten uit en moeten deze dan ook respecteren. voorbeeld: de waardebepaling van firmawagens wordt elk jaar bij KB vastgesteld om de belasting te kunnen berekenen.

▪ De Raad van State kan besluiten vernietigen indien zij in strijd zijn met de wetten of decreten die ze moeten uitvoeren. ▪ Nieuwe uitvoeringsbesluiten verschijnen in het Belgisch Staatsblad. ____________________________________________________________10 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3.6. Rechtspraak ▪ Via rechtspraak kan men een oplossing krijgen voor een bepaald probleem. In principe doet een rechter uitspraak in een bepaalde zaak; zijn vonnis heeft alleen belang voor de partijen die voor hem staan. ▪ Toch is rechtspraak een bron van recht, omdat dit precedenten kan scheppen. Indien vele rechters een wet of decreet in dezelfde zin interpreteren, geeft dit rechtszekerheid en wordt rechtspraak een bron van recht. voorbeeld onthaalmoeders krijgen een belastingvrije onkostenvergoeding en zijn geen werknemers van Kind en Gezin. Toch moeten ze aan allerlei eisen en criteria voldoen. Indien zij ziek zijn of niet meer worden erkend, hebben ze geen recht op een vergoeding omdat zij geen werknemers zijn. Toch zijn er enkele rechtbanken die onthaalmoeders een opzeggingsvergoeding of ziekte-uitkering toekennen omdat zij door al die criteria en eisen toch onder het gezag van Kind en Gezin werken.

▪ Rechtspraak is terug te vinden in gespecialiseerde tijdschriften en databanken.

3.7. Rechtsleer ▪ Rechtsleer is het geheel van wetenschappelijke commentaren van rechtsgeleerden bij het recht. Soms gaat het om systematisatie van rechtsregels, soms om kritiek of interpretaties. ▪ De rechtsleer geeft juridische argumenten die de rechter tot een bepaalde beslissing kunnen brengen. Op die manier wordt rechtszekerheid geboden en is dit een bron van recht. voorbeeld: Prof. Blanpain heeft een juridische argumentatie gevonden om onthaalmoeders als werknemers te beschouwen en hen zo een opzeggingsvergoeding of ziekte-uitkering te bezorgen

▪ Rechtsleer is terug te vinden in gespecialiseerde boeken en tijdschriften.

3.8. Gewoonten en gebruiken ▪ De gewoonte is een algemeen geldend gebruik. Iedereen handelt op dezelfde manier omdat men denkt zo een rechtsplicht na te leven. ▪ Gewoonten en gebruiken zijn uitzonderlijk een bron van recht. voorbeeld: afkoopprijs voor een pachter

____________________________________________________________11 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


____________________________________________________________12 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.

DRAAGWIJDTE VAN DE RECHTSBRONNEN

Er bestaan gebiedende en aanvullende rechtsregels.

4.1. De gebiedende rechtsregels Van de gebiedende rechtsregels mag men nooit afwijken (meestal publiek recht). Er zijn drie categorieën van gebiedende regels. A.

Regels van openbare orde ▪ Deze regels vormen de fundamenten van onze samenleving (publieke rust, orde en veiligheid). Zij beschermen de hele samenleving, dus het algemeen belang. voorbeeld - strafrechtelijke bepalingen: het verbod om te moorden verbod verkoop van babies - schijnhuwelijk - ruimtelijke ordening - milieurecht

▪ Verschillende wetgeving zal bepalen wat wel of niet kan. Overtreedt men deze wetgeving, dan wacht er een sanctie. → regels van openbare orde vinden we vooral terug in - publiek recht - grondwettelijke vrijheden en rechten - staat en bekwaamheid van personen ▪ Indien men een contract sluit dat tegen de openbare orde ingaat (bijv. de verkoop van kinderen), dan wacht dit contract een absolute nietigheid.

B. Regels die goede zeden betreffen ▪ Goede zeden is wat onze samenleving als moreel aanvaardbaar beschouwt (ethische kwesties). voorbeeld - zijn lichaam verhuren in prostitutie wordt niet aanvaard - handel in verdovende middelen wordt niet aanvaard - euthanasie was vroeger niet aanvaardbaar, maar nu wel

▪ Ook hier bepaalt wetgeving wat wel of niet kan. (bijv. euthanasie wordt nu wel toegelaten). Overtreedt men deze wetgeving, dan wacht er een sanctie. ▪ Indien men een contract sluit dat tegen de goede zeden ingaat (bijv. souteneurschap), dan wacht dit contract een absolute nietigheid.

____________________________________________________________13 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


C.

Regels van dwingend recht â–Ş Regels van dwingend recht (imperatief recht) zijn gemaakt ter bescherming van zwakkere partijen (private belangen), dus niet ter bescherming van de hele samenleving of het algemeen belang. voorbeeld - de opzegtermijnen voor werknemers - opzegtermijnen voor gehuurde woningen is vastgelegd - ouders kunnen hun kinderen niet onterven

â–Ş Contracten die hiermee strijdig zijn, kunnen aangevochten worden voor de rechtbank.

4.2.

De aanvullende rechtsregels â–Ş Aanvullend recht (suppletief recht) is er om de burgers te helpen. Er is geen verplichting om deze regels te volgen, maar geven wel een richtlijn indien er over een bepaald punt niets in een contract is voorzien. (meestal privaatrecht) voorbeeld In het Burgerlijk Wetboek is voorzien dat de verkoper de kosten van de levering draagt (bijv. transportkosten). Indien bij een koopcontract niks is voorzien, dan zal de verkoper deze transportkosten effectief zelf betalen. Men kan contractueel evenwel bepalen dat de koper deze kosten zal dragen.

____________________________________________________________14 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 2

HISTORISCHE SCHETS

België werd in 1830 onafhankelijk; de onafhankelijkheid werd uitgeroepen door het Nationaal Congres. Dit Nationaal Congres stelt ook een grondwet op die de fundamentele vrijheden, het beginsel van de scheiding der machten, de representatieve instellingen en de rechtsstaat bevestigt. Het Nationaal Congres kiest voor een grondwettelijke monarchie en voert een unitaire parlementaire staat in. 140 jaar lang blijft België een unitaire staat met drie gezagsniveaus: de centrale staat, de provincies en de gemeenten.

1.

RECHTSSTAAT

België is in de eerste plaats een rechtsstaat: - elke handeling die de overheid stelt, moet een basis vinden in een wet; - de overheid moet daarbij bepaalde onvervreemdbare en onaantastbare rechten van de burgers respecteren;

2.

DEMOCRATIE

In België huldigt men het principe van de democratie: het beleid wordt (al dan niet rechtstreeks) door de burgers bepaald.

3.

MONARCHIE

Binnen een parlementaire monarchie is de Koning het staatshoofd. In België wordt een nieuwe koning aangewezen door erfopvolging. Hij legt wel als Koning een grondwettelijke eed af voor het federale parlement. Kenmerkend voor zijn positie zijn: - de Koning is onschendbaar en onverantwoordelijk (hij kan nl. niet ter verantwoording geroepen worden door een rechtbank of het parlement); - de Koning is onbekwaam om alleen te handelen (elke handeling of akte van de Koning moet mee ondertekend worden door een minister die hiervoor de verantwoordelijkheid draagt); - de Koning heeft geen persoonlijke macht (op politiek vlak althans).

____________________________________________________________15 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.

FEDERALE STAAT

België is stilaan van een eenheidsstaat (soevereiniteit ligt onverdeeld bij de centrale overheid) naar een federale staat geëvolueerd. De soevereiniteit is dan verdeeld over het geheel (= de federatie) en de deelgebieden (= de deelstaten). België is nu een federale staat met drie cultuurgemeenschappen en drie gewesten, die elk een eigen wetgevende bevoegdheid krijgen. De federale staat, gemeenschappen en gewesten staan op gelijke voet, maar zijn bevoegd voor verschillende domeinen. In de structuur komen daar juist onder de provincies, met een eigen provincieraad. Zij staan wel onder het toezicht van de hogere overheden. Onderaan als bestuursniveau bevinden zich de gemeenten, die het dichtst bij de burger staan. Zij staan ook onder het toezicht van de hogere overheden.

____________________________________________________________16 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 3 BELEIDSNIVEAUS EN BEVOEGHEIDSVERDELING

1.

INLEIDING

Door opeenvolgende grondwetsherzieningen is België ondertussen een federale staat geworden. Er bestaan nu verschillende bestuursniveaus: 1. supranationaal 2. nevengeschikt: federaal, gemeenschap en gewest 3. ondergeschikt: provinciaal en gemeentelijk.

2.

HET SUPRANATIONAAL BELEIDSNIVEAU

Dit is het vooral het Europese niveau. Op Europees vlak moeten we rekening houden met verordeningen en richtlijnen in verband met diverse domeinen (zowel landbouw als economisch verkeer, belastingen, sociaal recht, enz.). Bedoeling is te komen tot één gemeenschappelijk beleid binnen de Europese Unie. Verder wordt er op supranationaal niveau gebruik gemaakt van internationale verdragen (Rechten van de Mens, Kyoto, dubbelbelastingverdragen, ...).

3.

NEVENGESCHIKTE BELEIDSNIVEAUS

De federale staat België bestaat uit 4 taalgebieden: 1. het Nederlandse taalgebied (= Vlaanderen) 2. het Franse taalgebied (= Wallonië) 3. het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad 4. het Duitse taalgebied Daarvan zijn afgeleid: → 3 gemeenschappen . de Vlaamse gemeenschap (= het Vlaamse Gewest + Vlamingen en Nederlandstalige instellingen op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) . de Franse gemeenschap (= het Waalse Gewest, zonder het Duitse taalgebied, + Franstaligen en Franstalige instellingen op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) . de Duitstalige gemeenschap (= het Duitse taalgebied)

____________________________________________________________17 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


→ 3 gewesten . het Vlaamse gewest (= Nederlandse taalgebied) . het Waalse gewest (= het Franse en het Duitse taalgebied) . het Brusselse Hoofdstedelijke gewest (= het tweetalig gebied Brussel Hoofdstad) Dit leidt tot de volgende nevengeschikte beleidsniveaus, met hun eigen bevoegdheid: ▪ het federale niveau: op federaal (nationaal) niveau heeft het federale parlement samen met de Koning de bevoegdheid te beslissen via wetten; het federaal parlement houdt bovendien de restbevoegdheden! ▪ het gemeenschapsniveau: de parlementen van gemeenschappen (via decreten) zijn bevoegd voor enkele welbepaalde materies die met de persoon en taal hebben te maken. ▪ het gewestniveau: de parlementen van gewesten nemen via decreten en ordonnanties voor territoriumgebonden beleidsdomeinen beslissingen. Federaal ▪ de grondwet ▪ justitie (uitz. justitiehuizen) ▪ defensie ▪ openbare orde en ordehandhaving ▪ sociale zekerheid (uitz. groeipakket) ▪ arbeidsrecht ▪ prijs- en inkomensbeleid ▪ handels- en vennootschappenrecht ▪ monetair en financieel beleid

Gemeenschap ▪ onderwijs ▪ culturele aangelegenheden (musea, audiovisuele media) ▪ persoonsgebonden aangelegenheden (verzorgingsinstellingen, jeugdbescherming, bejaardenbeleid, mindervaliden) ▪ justitiehuizen ▪ groeipakket ▪ taalgebruik in bestuurszaken, onderwijs, sociale betrekkingen tussen werkgever en personeel en wettelijke bedrijfsdocumenten

Gewest ▪ ruimtelijke ordening ▪ milieu ▪ huisvesting ▪ woninghuur (contracten vanaf 1/1/2019) ▪ waterbeleid ▪ gewestelijk energiebeleid (kernenergie = federaal) ▪ regionale economie ▪ werkgelegenheid (arbeidsbemiddeling) ▪ wegennet ▪ havens ▪ openbare werken ▪ wapenhandel

+ restbevoegdheden

Het Grondwettelijk Hof houdt toezicht op deze bevoegdheidsverdeling die in de Grondwet is vastgelegd. Bij bevoegdheidsoverschrijding kan een overheidsinstantie of een belanghebbende persoon bij het Grondwettelijk Hof een vordering tot vernietiging van een (deel van een) wet of decreet/ordonnantie instellen.

____________________________________________________________18 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.

ONDERGESCHIKT BELEIDSNIVEAU

4.1. Provinciaal niveau De provincie kan optreden in elke aangelegenheid die van provinciaal belang is en voor zover een hogere overheid zich hierover nog niet heeft ontfermd. Enkele provinciale bevoegdheden: provinciaal onderwijs, huisvuilverwerking, provinciewegennet, rampenplannen, enz. 4.2. Gemeentelijk niveau De gemeente treedt op in elke aangelegenheid die van gemeentelijk belang is. Enkele gemeentelijke bevoegdheden: OCMW, gemeentelijke politie, gemeentelijke wegen, gemeentelijke financiĂŤn, sportinfrastructuur, enz.

____________________________________________________________19 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 4

SCHEIDING DER MACHTEN

1.

HET BEGRIP SCHEIDING DER MACHTEN

De grondwet bepaalt voor BelgiĂŤ een scheiding der machten. De scheiding der machten betekent dat de staat wordt bestuurd door drie staatsmachten/organen die verschillende functies hebben: 1. de wetgevende macht: gezamenlijk uitgeoefend door Koning en parlement 2. de uitvoerende macht: de Koning, die voor de uitoefening ministers en staatssecretarissen benoemt 3. de rechterlijke macht: hoven en rechtbanken. De ene macht kan zich in principe niet mengen in zaken van de andere. De scheiding der machten is niet zo strikt in BelgiĂŤ. Het gaat veeleer om een functionele scheiding, waarbij onderlinge samenwerking nog mogelijk is.

2.

SCHEIDING DER MACHTEN OP FEDERAAL NIVEAU

De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het federaal parlement samen met de Koning. De beslissingen die zij nemen noemen we een wet. De uitvoerende macht is in handen van Koning, die hiervoor wordt bijgestaan door de Federale Regering, aangezien hij onschendbaar en politiek onverantwoordelijk is. De rechterlijke macht bestaat enkel op federaal niveau en wordt uitgeoefend door onze rechtbanken.

____________________________________________________________20 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3.

SCHEIDING DER MACHTEN OP NIVEAU VAN GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Na 4 staatshervormingen kent België naast het federale niveau ook gemeenschappen en gewesten. Op juridisch vlak zijn ze elkaars gelijke. Ze staan op voet van gelijkheid, maar zijn bevoegd voor verschillende domeinen.

3.1.

De Vlaamse Gemeenschap

De Vlaamse gemeenschap is bevoegd voor persoonsgebonden materies in de Vlaamse provincies (nl. het Vlaamse Gewest én de Nederlandstalige instellingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De wetgevende macht van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgeoefend door het Vlaams Parlement. Zij bestaat uit rechtstreeks verkozen raadsleden uit het Vlaamse Gewest en zes Nederlandstalige leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. De beslissingen van het Vlaams Parlement noemen we decreten. De uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap ligt bij de Vlaamse Regering. De beslissingen zijn besluiten van de Vlaamse Regering. Speciaal voor Vlaanderen is dat het Vlaams Parlement en Regering zowel voor gemeenschaps- als voor gewestmateries bevoegd zijn. De zes verkozenen van het Brussels Hoofdstedelijk gewest nemen niet deel aan de stemming over decreten van het Vlaamse gewest.

3.2.

De Franse Gemeenschap

De Franse gemeenschap beslist in persoonsgebonden materies, nl. voor het Waalse Gewest zonder het Duitse taalgebied, maar wel met de Franstalige instellingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het Parlement van de Franse Gemeenschap (Parlement de la Communauté française). De uitvoerende macht door de Regering van de Franse Gemeenschap (Gouvernement de la Communauté française). Het parlement van de Franse gemeenschapsraad stemt over decreten. De Regering van de Franstalige Gemeenschap neemt een Besluit van de Regering van de Franstalige Gemeenschap.

____________________________________________________________21 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3.3.

De Duitstalige Gemeenschap

De bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap beperkt zich tot persoonsgebonden materies in zes gemeenten van de provincie Luik. De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het Parlement van de Duitstalige gemeenschap (Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft) en de uitvoerende macht door de Regering van de Duitstalige gemeenschap (Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft). De leden van het parlement worden rechtstreeks verkozen. De beslissingen van het parlement zijn ook decreten. De beslissingen van de regering noemen we Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.

3.4.

Het Vlaamse Gewest

Het Vlaamse Gewest komt territoriaal overeen met het Nederlands taalgebied. De wetgevende bevoegdheid wordt via decreten uitgeoefend door het Vlaams Parlement (dezelfde als voor gemeenschapsbevoegdheden). De uitvoerende macht door de Vlaamse Regering.

3.5.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kreegt zijn instellingen pas bij de staatshervorming van 1988-1989 (het Vlaamse en Waalse Gewest sinds 1980). Het strekt zich uit over het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. De wetgevende macht ligt bij het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat bestaat uit 75 rechtstreeks verkozen leden voor 5 jaar. De beslissingen noemen we ordonnanties. De uitvoerende macht berust bij de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering. De beslissing noemt Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

3.6.

Het Waalse Gewest

De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het Waals Parlement (Parlement wallon) (niet samengesmolten met de Gemeenschapsraad zoals in Vlaanderen). Het Waals Gewest strekt zich uit over het Franse en het Duitse taalgebied. De 75 leden zijn rechtstreeks verkozen voor 5 jaar. De beslissingen noemen we decreten. De uitvoerende macht rust bij de Waalse Gewestregering (Gouvernement wallon). Die beslist bij Besluit van de Waalse Regering.

____________________________________________________________22 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


____________________________________________________________23 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 5 DE FEDERALE WETGEVENDE MACHT

1.

DRIE TAKKEN VAN DE NATIONALE WETGEVENDE MACHT

De nationale wetgevende macht wordt gezamenlijk uitgeoefend door de Koning, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat.

2.

DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

De Kamer van Volkvertegenwoordigers is samengesteld uit 150 Kamerleden die in 11 kieskringen in één stemronde worden verkozen. Zij worden verkozen voor een periode van 5 jaar, tenzij de kamers vroeger worden ontbonden. Door de 6de staatshervorming heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers meer macht gekregen. Zo worden de wetten, tenzij de Grondwet de uitzondering voorziet, nog enkel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot stand gebracht, wat men dan ook de monocamerale procedure noemt.

3.

DE SENAAT

De Senaat bestaat uit leden die worden aangewezen door en uit de deelstaatparlementen (aangewezen en gecoöpteerde senatoren). Bedoeling is dat hier de verschillende entiteiten van het land elkaar kunnen ontmoeten en tot afspraken komen, en dat de deelstaatparlementen via deze weg inspraak krijgen in de werking en de organisatie van de federale staat. Na de 6de staatshervorming is de macht van de Senaat enorm ingeperkt. Zo kan de Senaat alleen nog deelnemen aan het proces van wetgeving voor bijzondere wetten, zoals wijziging van de Grondwet of bijzondere meerderheidswetten (= bicamerale procedure).

4.

DE KONING

De Koning is een deel van de wetgevende macht omdat hij initiatiefrecht heeft, wetten kan amenderen en wetten moet bekrachtigen.

____________________________________________________________24 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


5.

DE TOTSTANDKOMING VAN EEN WET (monocamerale procedure) 1. Het initiatiefrecht Wanneer het initiatief van de Koning (in concreto de federale regering) komt, spreekt men van een wetsontwerp. Dit heeft dan eerst al advies gekregen van de Raad van State, afdeling wetgeving. Indien het initiatief komt van een volksvertegenwoordiger, dan spreekt men van een wetsvoorstel. Beiden worden ingediend in de Kamer. 2. Inoverwegingneming Wetsontwerpen worden onmiddellijk behandeld en slaan deze stap over. Wetsvoorstellen daarentegen moeten eerst in overweging genomen worden: men bekijkt of deze de moeite waard zijn om te bespreken. 3. De behandeling in commissie Er bestaan parlementaire commissies die elk een bepaald domein behandelen. Zij bespreken het wetsvoorstel of -ontwerp, kunnen amendementen (= wijzigingen) indienen en stemmen dan, eerst per artikel, daarna in zijn geheel. De commissie maakt een verslag op wanneer de bespreking ten einde is. 4. Behandeling in plenaire vergadering Om wet te worden moet de tekst in het eindverslag van de Commissie goedgekeurd worden door de meerderheid van de leden van de Kamer met een volstrekte meerderheid (staking van stemmen = niet aangenomen). 5. Bekrachtiging en afkondiging door de Koning De Koning bekrachtigt de wet als tak van de wetgevende macht. Voor de afkondiging handelt de Koning als uitvoerende macht: het is de plechtige handeling waarbij hij het bestaan van de wet bevestigt en beveelt dat ze wordt uitgevoerd. 6. Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad Een wet kan maar uitgevoerd worden, wanneer ze bekend werd gemaakt in het Belgisch Staatsblad. Ze treedt in werking de 10de dag na publicatie.

____________________________________________________________25 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 6 DE FEDERALE UITVOERENDE MACHT

1.

DE KONING

De nationale uitvoerende macht berust volgens de grondwet bij de Koning. Om deze taak te kunnen vervullen (hij is immers onschendbaar en onverantwoordelijk), duidt hij ministers en staatssecretarissen aan. Omdat men in het verleden vaak geconfronteerd werd met regeringen die zich als dictators gedroegen (bijv. besluitenregering van Willem I), wordt de bevoegdheid van de regering beperkt via de grondwet en wetten (= wettigheids- of legaliteitsbeginsel). De residuaire bevoegdheid ligt bij de wetgevende macht. De Grondwet geeft de Koning verschillende rechtstreekse bevoegdheden als uitvoerende macht: - uitvoering van wetten, arresten en vonnissen - defensie - buitenlandse betrekkingen - benoeming van ministers en staatssecretarissen - benoeming van de ambtenaren van algemeen bestuur , van rechters en ambtenaren van het openbaar ministerie - verlenen van graden in de krijgsmacht, adellijke titels en militaire orden - het recht van muntslag - het genaderecht. De uitvoering van wetten gebeurt via koninklijke en ministeriĂŤle besluiten. Deze moeten eerst voorgelegd worden aan de Raad van State voor advies en moeten net zoals wetten bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. Ook de KB's zijn bindend de tiende dag na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

____________________________________________________________26 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


2.

DE MINISTERS EN STAATSSECRETARISSEN

De ministers en staatssecretarissen samen vormen de regeringsraad. De ministers zonder de staatssecretarissen vormen de ministerraad. De ministerraad is de motor en beraadslaagt onder leiding van de eerste minister over het beleid dat moet gevolgd worden. De ministerraad is gekenmerkt door de pariteit: de eerste minister eventueel uitgezonderd, moet de ministerraad evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers hebben. De ministerraad neemt beslissingen bij consensus: alle ministers moeten akkoord gaan om een beslissing te treffen. Men streeft dus zoveel mogelijk tot een compromis. Kan een minister echt niet akkoord gaan, dan moet hij ontslag nemen. Hoe verloopt de regeringsvorming? De regeringsvorming verloopt nog voor een groot deel volgens de gewoonte en traditie. a) raadplegingen van de Koning Na de verkiezingen van het federaal parlement moet een nieuwe regering aangesteld worden. Het initiatief gaat uit van de Koning. Eerst raadpleegt hij de voorzitters van Kamer en Senaat. Vervolgens raadpleegt hij enkele politieke en sociaal-economische prominenten. b) aanstelling van een informateur Wanneer de verkiezingsuitslag geen duidelijke meerderheid aangeeft, moet een informateur bij de verschillende politieke partijen "voelen" welke coalities kunnen gevormd worden. Hij geeft zijn advies door aan de Koning en geeft ook advies over de aan te stellen formateur. c) aanstelling van een formateur Op basis van het verslag van de informateur, stelt de Koning een formateur aan. Deze moet een regeerakkoord uitwerken (= de voornaamste doelstellingen van de nieuwe regering). Dit gebeurt naar aanleiding van onderhandelingen die de formateur voert met de partijen die de coalitie voor de regering moeten vormen. Nadien onderhandelt men over de concrete invulling van de ministerportefeuilles. Als de onderhandelingen slagen, is er een nieuwe regering die wordt voorgesteld aan de Koning. Meestal wordt de formateur de nieuwe eerste minister. d) benoeming van de nieuwe regering De Koning benoemt zijn ministers. Maar omdat hij niet alleen mag handelen gebeurt het volgende: de aftredende eerste minister ondertekent samen met de Koning het eerste besluit waarbij de nieuwe eerste minister wordt benoemd; de nieuwe eerste minister ondertekent dan samen met de Koning het besluit waarbij de andere leden van de regering worden benoemd. De ministers leggen dan de eed af in handen van de Koning. Na de eedaflegging komen ze bijeen in raad en stellen de regeringsverklaring op.

____________________________________________________________27 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


e) regeringsverklaring in de Kamer De eerste minister legt de regeringsverklaring af in de Kamer. Daarop volgt een debat in plenaire zitting. f) Investituur van de regering in de Kamer = bekleden met gezag Het debat over de regeringverklaring wordt besloten met een vertrouwensstemming. Bij motie van vertrouwen kan de eerste minister het regeerakkoord beginnen uitvoeren. De regering heeft dan de investituur.

De regering heeft een politieke verantwoording tegenover het parlement. De regering moet altijd het vertrouwen genieten van dit parlement. De parlementsleden hebben het recht een minister schriftelijke of mondelinge vragen te stellen om zo uitleg te krijgen over het gevoerde beleid. Van zodra het parlement een motie van wantrouwen heeft gestemd, moet de regering aftreden (tot de nieuwe regering is geĂŻnstalleerd, blijft zij de lopende zaken behandelen). De Koning (in feite de regering) kan ook de parlementen ontbinden. Dit is de tegenhanger van het recht van het parlement om de regering te ontslaan. Na de verkiezingen zal de regering in principe ook zelf haar ontslag aanbieden. Alleen de Kamer van Volksvertegenwoordigers kan ministers in beschuldiging stellen voor het Hof van Cassatie.

____________________________________________________________28 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 7 DE RECHTERLIJKE MACHT

1.

ALGEMENE BEGRIPPEN - TERMINOLOGIE

Naast de wetgevende en uitvoerende macht, bestaat er ook een rechterlijke macht, die voor heel Belgïe is uitgewerkt. Binnen het adagium van scheiding der machten ligt de nadruk op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De nationale uitvoerende macht komt nog wel tussen voor de benoeming van de rechters (de lagere rechters worden rechtstreeks door de Koning benoemd, de hogere op voordracht, de hoogste stellen zelf hun voorzitter aan), het genaderecht, de uitvoering van rechterlijke uitspraken en via het openbaar ministerie (door de Koning benoemd en ontslagen). België is ingedeeld in 5 rechtsgebieden (Brussel, Antwerpen, Gent, Bergen en Luik). Elk rechtsgebied is ingedeeld in gerechtelijke arrondissementen. Elk arrondissement bestaat uit gerechtelijke kantons.

Algemene beginselen van behoorlijke rechtspraak 1. Iedereen heeft het recht op het oordeel van een onafhankelijke en onpartijdige rechter.  art. 151 Gw en art. 6 EVRM

→ spagetti-arrest Cassatie(onderzoeksrechter Conerotte gaat naar spagettibenefief tvv slachtoffers van Dutroux en wordt vervangen)

→ SMS-moord assisenarrest (rechter spreekt met juryleden apart) → moord Joe Van Holsbeeck: Marius O. wordt door jeugdrechter beticht van moord; zijn compaan Adam G. wordt door assisenjury beschuldigd van doodslag (= minder straf dan moord): rechters en rechtbanken oordelen onafhankelijk van elkaar

2. Iedereen heeft recht op een eerlijke behandeling tijdens het proces.  art. 6 EVRM

▪ ▪ ▪ ▪

dit wordt gewaarborgd door het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens); dit houdt in dat de rechten van verdediging moeten gerespecteerd worden; elke partij moet haar standpunt kunnen uiteenzetten; elke partij heeft recht op tegenspraak (= ieder heeft het recht om antwoord/reactie te geven).

____________________________________________________________29 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3. De rechter heeft een motiveringsplicht.  art. 149 Gw

▪ ▪

de rechter moet de feiten en regels aanwijzen die tot zijn beslissing leiden; de rechter moet antwoord geven op de middelen en excepties die de partijen in hun conclusies naar voor brengen.

→ Taxquetarrest Europees Hof voor rechten van de mens: het Assisenhof in Luik motiveert de beslissing niet om iemand te veroordelen, dus wordt de zaak gecasseerd en opnieuw opgenomen door het Assisenhof van Namen. Taxquet krijgt een schadevergoeding. Sindsdien moet het antwoord op de schuldvraag door de jury ook door het hof van assisen in België gemotiveerd worden.

4. In principe wordt elke zaak openbaar behandeld.  art. 148 Gw en art. 6 EVRM

▪ uitzondering wordt gemaakt in het belang van de goede zeden, de openbare orde of openbare veiligheid; ▪ de uitspraak gebeurt daarentegen altijd in openbare terechtzitting.

5. Het principe van de dubbele aanleg. De eerste maal dat een zaak voorkomt, spreekt men van eerste aanleg. Is men het met deze uitspraak niet eens, dan kan men eventueel beroep aantekenen (niet bij elke rechtbank of zaak mogelijk), in burgerlijke zaken binnen 1 maand, in strafzaken binnen 15 dagen na de betekening van het vonnis. uitzondering voor: - zaken  2 500 euro voor rechtbank eerste aanleg en handelsrechtbank,  2 000 euro voor vrederechter - uitspraak van Hof van Assisen.

____________________________________________________________30 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


BURGERLIJK PROCES

STRAFPROCES

Start van de procedure via verzoekschrift of dagvaarding wordt oproeping van de tegenpartij enkel via de tegenpartij opgeroepen dagvaarding - verzoekschrift: * enkel in de gevallen voorzien door de wet (bv. huurzaken, familiale geschillen) * de eiser dient het verzoekschrift in, de griffier roept de andere partij op - dagvaarding: * betekend door de gerechtsdeurwaarder (voor bv. vrederechter is procedure vrijwillige verschijning mogelijk) De partijen verzoekende  verwerende partij eiser  verweerder (eerste aanleg) appellant  geïntimeerde (beroep)

openbaar ministerie  verdachte overtreder (Pol.) beklaagde (Corr.) beschuldigde (Assisen)

slachtoffer = evt. burgerlijke partij Vertegenwoordigers van de partijen advocaat niet verplicht, evt. pro deo

- verdachte moet in persoon voor de rechtbank verschijnen - OM vertegenwoordigt de maatschappij OM = procureur des konings & substituten (Rb.) = arbeidsauditeur (Arbrb.) = procureur-generaal (hof van beroep) = staande magistratuur Rechter

burgerlijke rechter = zittende magistratuur

strafrechter Andere

- griffier - gerechtsdeurwaarder

- griffier - gerechtsdeurwaarder

____________________________________________________________31 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


BURGERLIJK PROCES

STRAFPROCES

Voorwerp van de rechtszaak

Conflict tussen 2 of meerdere personen bestraffing voor het overtreden van de strafwet → over rechten en plichten → vergoeding van schade Bewijsvoering

bewijzen moeten door de partijen zelf het openbaar ministerie voert onderzoek en geleverd worden levert bewijzen Uitspraak van de rechter

beslissing van de rechter leidt tot → vaststelling van een recht (bv. afpaling) → naleving van een plicht (bv. alimentatie) → betaling van schadevergoeding (géén boete!)

beslissing van rechter leidt tot → geldboete → gevangenisstraf → werkstraf

(uitspraak van een rechtbank = vonnis, uitspraak van een hof = arrest) Verzekering

betaling van schadevergoeding is verzekerbaar

betaling van geldboete is niet verzekerbaar

Het is belangrijk bij een betwisting te weten of het om een burgerlijk of om een strafproces gaat. Er zijn immers andere rechtbanken bevoegd, de procedure verloopt heel anders en wat de rechter kan beslissen is ook heel anders. voorbeeld een andere wagen slipt op ijzel, rijdt uw wagen aan en de deur is kapot: u wil schadevergoeding, dan zult u via de burgerlijke rechtbank dit kunnen vragen iemand is woest, breekt een regenpijp af en slaat daarmee de deur van uw wagen kapot: u wil ook een schadevergoeding, maar de dader heeft moedwillig schade toegebracht, wat volgens het art. 530 Strafwetboek niet mag: de dader zal door de strafrechtbank via een strafrechtelijke procedure gestraft worden (geldboete, gevangenisstraf of werkstraf) en u kan aansluitend via een burgerlijke procedure schadevergoeding krijgen

____________________________________________________________32 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


____________________________________________________________33 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


____________________________________________________________34 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


____________________________________________________________35 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


2.

DE RECHTBANKEN EN HOVEN

2.1. Vrederechter (afkorting: Vred.) ▪ Er is een vrederechter per gerechtelijk kanton. Zijn taak is vooral de partijen te verzoenen. ▪ De vrederechter is bevoegd voor alle geschillen tot en met 5 000 euro. ▪ Daarnaast is de vrederechter bevoegd, ongeacht de waarde van de vordering, voor o.a. (volledige lijst zie art. 591 Ger.W.): ▪ huurgeschillen (vb. huurwaarborg niet terugbetaald) ▪ mede-eigendom ▪ erfdienstbaarheden (o.a. recht van overgang) ▪ burengeschillen (scheidings- en afsluitingsmuren, afpaling, burenhinder) ▪ consumentenkrediet (lening op afbetaling, koop op afbetaling, leasing, kredietopening via Visa- of Masterkaart, negatief saldo op zichtrekening) ▪ geschillen voor invordering van schulden voor nutsvoorzieningen ten overstaan van personen die geen onderneming zijn (= particulier); dit zijn de invorderingen van een geldsom die wordt gevorderd door een leverancier van elektriciteit, gas, warmte of water of door een persoon die een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een omroeptransmissie- of omroepdienst aanbiedt ▪ aanwijzing van een voorlopige bewindvoerder voor meerderjarig persoon die wegens zijn gezondheidstoestand niet bekwaam is zijn goederen te beheren ▪ gedwongen opname en verblijf van een geesteszieke in een gesloten instelling. ▪ Over zaken t.e.m. € 2 000 beslist de vrederechter in laatste aanleg. Men kan dus niet in beroep gaan, het vonnis is definitief. ▪ Voor zaken boven € 2 000 kan men in beroep gaan bij de rechtbank van eerste aanleg, burgerlijke kamer. ▪ Voor de vrederechter is er een vrijwillige verschijning of verzoeningsprocedure mogelijk. Soms is dit wettelijk verplicht, bijvoorbeeld voor vorderingen inzake landpacht of recht van uitweg. ▪ de 2 partijen verschijnen dan vrijwillig (zonder verzoekschrift of dagvaarding), op vraag van 1 van de partijen via gewone brief gericht aan de vrederechter; de partijen worden uitgenodigd in de raadkamer (dus niet openbaar) ▪ de rechter aanhoort de argumenten en bemiddelt, maar spreekt geen vonnis uit; ▪ is er geen akkoord, dan kunnen de partijen erin berusten of een rechtszaak starten via verzoekschrift of dagvaarding; ▪ is er wel een akkoord, dan maakt de griffier een proces-verbaal op waaraan de partijen zich moeten houden; bij contractbreuk kan een gerechtsdeurwaarder dit akkoord laten uitvoeren. ____________________________________________________________36 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


2.2. Politierechter (afkorting: Pol.) ▪ De politierechter is bevoegd voor verkeersinbreuken en misdrijven die worden bestraft als overtredingen (vb. niet betaalde parkeerboetes, openbare dronkenschap). ▪ Beroep tegen een uitspraak van de politierechter wordt behandeld door de correctionele rechtbank.

2.3. Rechtbank van eerste aanleg (afkorting: Rb.) ▪ Er is één rechtbank van eerste aanleg per gerechtelijk arrondissement (Brussel 2, dus in totaal 13). ▪ De rechtbank van eerste aanleg behandelt in eerste aanleg de zaken waarvan de vordering meer bedraagt dan € 5 000. ▪ De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit 6 verschillende kamers: a) kamer voor burgerlijke zaken - volheid van bevoegdheid = bevoegd voor alle geschillen waarvoor geen andere rechtbank bevoegd is b) kamer voor correctionele zaken De correctionele rechtbank oordeelt in eerste aanleg over gewone misdrijven, meestal wanbedrijven (vb. toedienen van slagen, diefstal). Ze doet uitspraak over vonnissen van de politierechter waartegen men in beroep is gegaan. Deze uitspraak is dan definitief. c) familie- en jeugdrechtbank Deze bestaat op zich nog eens uit 3 kamers: 1) familiekamer (familierechtbank) 2) jeugdkamer (jeugdrechtbank) 3) kamer voor minnelijke schikking. De familierechtbank is bevoegd voor o.a.: - staat van personen (afstamming, adoptie) - nietigverklaring wettelijke samenwoning - rechten/goederen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden - voorlopige maatregelen (zoals afzonderlijke verblijfplaats, onderhoud, verbod goederen te vervreemden) - echtscheiding - ouderlijk gezag en verblijfsregeling van minderjarige kinderen - onderhoudsverplichtingen - huwelijksvermogensrecht. d) beslagrechter De beslagrechter buigt zich over alle problemen i.v.m. beslag.

____________________________________________________________37 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


e) fiscale rechtbank Alle geschillen tussen een belastingplichtige en de fiscus komen in eerste aanleg voor de fiscale rechtbank. g) strafuitvoeringsrechtbank ▪ Er is geen beroep mogelijk voor zaken met een vordering  2 500 euro. ▪ De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan zitting nemen in kort geding voor hoogdringende zaken (een grondig onderzoek en definitief vonnis volgt later), bijvoorbeeld bij dreigende ontvoering van kinderen of publicatie in krant of tijdschrift. ▪ De rechtbank van eerste aanleg behandelt als beroepsinstantie vonnissen van lagere rechtbanken (vrederechter en politierechter), tenzij de vordering  2 000 euro want dan is geen beroep mogelijk.

2.4. Ondernemingsrechtbank ▪ Sinds 1/11/2018 is de naam handelsrechtbank of rechtbank van koophandel gewijzigd in ondernemingsrechtbank. ▪ Een exclusieve bevoegdheid voor a) geschillen tussen ondernemingen (nl. zelfstandigen, vrije beroepers, vennootschappen, zaakvoerders en bestuurders van vennootschappen, VZW's), ongeacht het bedrag van de vordering b) faillissement (insolventierechtbank). ▪ Men kan tegen deze uitspraak in beroep gaan bij het hof van beroep, behalve met een vordering  2 500 euro, want dan is er geen beroep meer mogelijk. ▪ Een particulier die een rechtszaak wil beginnen tegen een onderneming moet in principe naar de vrederechter (vordering  5 000 euro) gaan of naar de rechtbank van eerste aanleg, burgerlijke kamer (vordering > 5 000 euro). Daarbovenop geeft het Ger.W. geeft deze eisende particulier ook de mogelijkheid om in dit geval naar de ondernemingsrechtbank te gaan (geen limietbedrag). Dit geeft volgende mogelijkheden:

____________________________________________________________38 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


onderneming  onderneming

1e aanleg ondernemingsrechtbank (ongeacht bedrag)

beroep hof van beroep

onderneming 

 € 5 000: vrederechter

rechtbank van eerste aanleg, burgerlijke kamer

> € 5 000: rechtbank van eerste aanleg, burgerlijke kamer

hof van beroep

particulier

particulier 

 € 5 000: keuze ofwel vrederechter

handelaar ofwel ondernemingsrechtbank (geen limiet) > 5 000 euro: keuze ofwel rechtbank van eerste aanleg, burgerlijk kamer ofwel ondernemingsrechtbank (geen limiet)

rechtbank van eerste aanleg, burgerlijke kamer hof van beroep

hof van beroep hof van beroep

2.5. Arbeidsrechtbank (afkorting: Arbrb.) ▪ De arbeidsrechtbank behandelt - geschillen tussen werkgevers en werknemers (arbeidsrecht) - betwistingen over sociale zekerheid - collectieve schuldenregeling. ▪ Men kan hiertegen in beroep gaan bij het arbeidshof.

2.6. Hof van Beroep (afkorting: enkel plaatsnaam vermelden) ▪ In de hoofdplaats van elk rechtsgebied is er een hof van beroep (5), nl. Gent, Antwerpen, Brussel, Bergen en Luik. ▪ Het hof van beroep behandelt het beroep dat werd ingesteld tegen vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg of de ondernemingsrechtbank. Er zijn 5 kamers: de burgerlijke, de strafrechtelijke/correctionele, de jeugdkamer, de familiekamer en de fiscale kamer.

____________________________________________________________39 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


2.7. Hof van Assisen (afkorting: Assisen) ▪ In iedere provinciehoofdstad zetelt een Hof van Assisen. ▪ Het Hof van Assisen doet in eerste en laatste aanleg uitspraak over misdaden (vb. moord), politieke misdrijven en drukpersmisdrijven. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan. politiek misdrijf is bijv. vervalsen van verkiezingsuitslagen, moord op de Koning drukpersmisdrijf is bijv. laster over iemand in boeken

▪ Deze rechtbank bestaat niet permanent, maar wordt samengesteld van zodra er zaken te behandelen zijn. ▪ Er wordt niet gevonnist door een rechter maar door een jury van 12 burgers (al of niet schuldig is de vraag die ze moeten beantwoorden). Bij schuldig wordt de strafmaat door de beroepsrechter bepaald, soms in samenspraak met de jury.

2.8. Hof van Cassatie (afkorting: Cass.) ▪ Er is slechts één Hof van Cassatie dat zetelt in Brussel. ▪ Dit hof is niet bevoegd om uitspraak te doen over de grond van een zaak. Zij kan enkel uitspraak doen over procedurefouten en interpretatie of juiste toepassing van de wet. Ze velt nooit een oordeel over de feiten zelf ("niet in feite, wel in rechte"). → indien er een procedurefout of verkeerde interpretatie is van de wet, zal het Hof van Cassatie de uitspraak in beroep verbreken of casseren. De zaak wordt dan doorgeschoven naar een andere beroepsrechtbank die uitspraak zal doen over de feiten, rekening houdend met de cassatie-uitspraak. voorbeeld Een notaris kan net zoals een VGM bemiddelen bij de verkoop van een huis. Het BIV beschouwt dit als een handelsactiviteit wat voor een openbaar ambtenaar, dat de notaris is, verboden is en vecht dit aan bij de rechtbank. Het Hof van Beroep te Bergen veroordeelt de notaris in kwestie: hij mag zich niet bezig houden met immobiliën. De notaris gaat in cassatie. Het Hof van Cassatie beslist op 11 juni 2010 dat de notaris dit wel mag en verbreekt het arrest van het Hof van Beroep te Bergen. Een ander hof van beroep zal nu opnieuw de zaak moeten beoordelen, rekening houdend met de interpretatie die Cassatie gaf.

▪ Vooraleer men naar het Hof van Cassatie kan stappen, moet de zaak zowel in eerste aanleg als in beroep behandeld zijn.

2.9. Arrondissementsrechtbank (afkorting: Arrondrb.) De arrondissementsrechtbank komt tussen wanneer twee rechtbanken twisten over hun bevoegdheid. ____________________________________________________________40 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


3.

BIJZONDERE RECHTSCOLLEGES

3.1. Raad van State ▪ Raad van State is een raadgevende en rechtsprekende instelling binnen de uitvoerende macht. ▪ De Raad van State bestaat uit 2 afdelingen: - afdeling wetgeving: verleent via niet-bindende adviezen advies over wetsontwerpen en voorstellen; deze zijn dan terug te vinden in de Memorie van Toelichting bij een wet en decreet. - afdeling bestuursrechtspraak: kan via arresten besluiten van de uitvoerende macht (KB, MB of besluit van een deelregering) nietig verklaren of schorsen indien ze strijdig zijn met de grondwet, wet, decreet of ordonnantie, omdat de Administratie haar bevoegdheid is te buiten gegaan of omdat de voorgeschreven procedure niet is gevolgd; termijn om een verzoekschrift in te dienen is 60 dagen na de bekendmaking. Deze afdeling werkt ook als cassatieberoep voor administratieve rechtscolleges. vb. onrechtmatige benoemingen van ambtenaren vb. problemen met milieuvergunning

▪ De arresten van de Raad van State gelden erga omnes, dus voor iedereen.

3.2. Grondwettelijk hof ▪ Het Grondwettelijk Hof behoort niet tot de rechterlijke macht, omdat ze is samen-gesteld uit juristen en politici. ▪ Dit hof fungeert dit als grondwettelijk hof omdat het wetten, decreten en ordonnanties kan toetsen aan bepaalde artikelen van de Grondwet, nl. - grondwettelijke rechten en vrijheden (art. 8 t.e.m. 32 Gw) - het legaliteits- en gelijkheidsbeginsel in fiscale zaken (art. 170 en 172 Gw) - bescherming voor vreemdelingen (art. 191 Gw). Een wet, decreet of ordonnantie dat in strijd is hiermee kan ofwel nietig verklaard worden ofwel geschorst. vb. het gelijkheidsbeginsel wordt vaak aangehaald bij het invoeren van een belasting voor een bepaalde groep mensen: zo heeft de fiscus dezelfde fiscale regels moeten aanpassen voor gehuwden én wettelijk samenwoners

____________________________________________________________41 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


▪ Verder zal het Grondwettelijk Hof een beslissing moeten nemen bij een bevoegdheidsconflict tussen de wetgevende initiatieven van het federale, gewest- en gemeenschapsniveau. Een rechter kan hierover dan een prejudiciële vraag stellen. vb. een dronken fietser werd aangehouden en rijbewijs werd ingetrokken. Volgens de fietser is dit discriminerend: wie geen rijbewijs heeft riskeert enkel boete of celstraf, wie wel rijbewijs heeft kan dit kwijtspelen hoewel het maar om een fiets gaat. De politierechter van Mechelen stelde een prejudiciële vraag en het Grondwettelijk Hof oordeelde dat dit geen discriminatie is (Het Laatste Nieuws 24/10/2007)

3.3. Europees Hof van Justitie (Luxemburg) ▪ Het Europees Hof van Justitie zorgt voor het naleven van het Europees recht bij de uitlegging en de toepassing van de verdragen. ▪ Een Belgisch gerecht kan een juridische vraag stellen aan het Europees Hof van Justitie om te weten of de Belgische wetgeving al dan niet in strijd is met de Europese. Dit gebeurt via een prejudiciële vraag. ▪ Het Hof van Justitie kan ook een lidstaat van de Europese Unie veroordelen omdat ze Europese wetgeving niet (of niet op tijd) omgezet heeft in nationaal recht. De zaak wordt dan ingespannen door de Europese Commissie. vb. in 2000 is België veroordeeld voor slechte en onvoldoende zuivering van huishoudelijk afvalwater

3.4. Europees Hof van de Rechten van de Mens ▪ Dit hof is gevestigd in Straatsburg. ▪ Elke particulier kan naar dit hof stappen indien hij meent dat de nationale wetgeving strijdig is met het Verdrag van de Rechten van de Mens. vb. Taxquet-arrest: Taxquet was door het Hof van Assisen veroordeeld voor zijn bijdrage in de moord op André Cools. Taxquet vocht de veroordeling aan omdat de assisenjury haar oordeel niet moet motiveren. Het Hof van de Rechten van de Mens gaf hem gelijk, waardoor de rechtszaak opnieuw moest overgedaan worden.

____________________________________________________________42 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.

PROCEDURE VOOR DE BURGERLIJKE RECHTBANK

4.1. Inleiding van de zaak voor de rechter ▪ De bevoegde rechtbank zoeken. ▪ Rolstelling en opening van dossier van rechtspleging. → bij de rolstelling wordt men ingeschreven op de algemene rol en moet een rolrecht betaald worden → de griffier opent een dossier van rechtspleging, waarin alle originele processtukken zullen bewaard worden ▪ Dagvaarding wordt aan de tegenpartij betekend door de gerechtsdeurwaarder. ▪ Verschijning op de eerste, inleidende zitting. → doel is na te gaan hoe de partijen verschijnen:  tegenpartij is niet aanwezig: verstekvonnis (verzet mogelijk binnen 1 maand) enkel indien er geen beroep mogelijk is tegen het vonnis in eerste aanleg, is het mogelijk om binnen 1 maand verzet aan te tekenen, zodat de zaak opnieuw voor de rechtbank wordt opgeroepen  de zaak vergt korte debatten: de zaak kan gepleit worden op het moment zelf of op een vaste datum  de zaak vergt lange debatten: de zaak wordt uitgesteld onbepaald of naar een bepaalde datum; meestal wanneer een partij wordt vertegenwoordigd door een advocaat

4.2. Eigenlijke behandeling voor de rechter: de rechtsdag ▪ Uitwisseling van stukken en conclusies. → de partijen bezorgen elkaar de bewijsstukken → alle originelen worden bewaard in het dossier van rechtspleging → de argumenten worden opgetekend in conclusies en uitgewisseld → de zaak is nu "in staat om gewezen te worden" ▪ Bepaling van de rechtsdag. → de partijen vragen de rechter om een rechtsdag te bepalen waarop gepleit kan worden (wordt in de praktijk door de griffier bepaald) ▪ Pleiten op de rechtsdag. → pleidooien worden gehouden → = mondelinge aanvulling op de schriftelijke conclusies

____________________________________________________________43 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.3. Berechten van de zaak ▪ Na de pleidooien beveelt de rechter de sluiting van de debatten. → er zijn nu geen nieuwe argumenten meer mogelijk ▪ De rechter houdt de zaak in beraad. ▪ Uitspraak volgt (vonnis of arrest) = het einde van het proces. ▪ Gezag van gewijsde: vanaf de uitspraak van de rechter kan dezelfde betwisting tussen dezelfde partijen niet meer opnieuw voor een rechter gebracht worden; de beslissing is bindend voor de partijen. ▪ Kracht van gewijsde: het vonnis is niet meer vatbaar voor beroep of verzet (hoger beroep en verzet moeten binnen 1 maand na de betekening van de uitspraak ingesteld worden).

4.4. Uitvoering of tenuitvoerlegging van het vonnis ▪ Eerst wacht men de vrijwillige uitvoering af. ▪ Zoniet wordt het vonnis (een uitvoerbare uitgifte ervan) door de gerechtsdeurwaarder betekend, eventueel met bevel tot betaling. !! de betekening doet de beroepstermijn lopen ▪ Indien geen gevolg, kan de gerechtsdeurwaarder bewarend beslag leggen op de roerende goederen. ▪ Indien geen gevolg kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot uitvoerend beslag; bij verkoop van onroerende goederen is er een tussenkomst van een notaris vereist. ▪ De uitvoerings- en beslagprocedure zijn niet gratis: degene die het vonnis uitvoert moet de kosten voorschieten.

____________________________________________________________44 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


5.

PROCEDURE VOOR DE STRAFRECHTBANKEN

5.1. Wat is strafrecht? Strafrecht is sanctierecht. Dit betekent dat strafrecht er enkel aan te pas komt wanneer er moet gesanctioneerd worden, omdat er schade is of omdat een wet werd overtreden. Er bestaan nog andere sancties naast de strafrechtelijke, bijvoorbeeld de burgerrechtelijke (bv. betalen van een schadevergoeding), arbeidsrechtelijke (bv. verlies van anciënniteit), administratieve (bv. geen bouwvergunning krijgen omdat de voorschriften niet werden nageleefd). Strafrecht is wettelijk recht. Hiermee bedoelen we dat enkel wat in de wet wordt beschreven, strafrechtelijk gesanctioneerd wordt. Het strafrecht vinden we terug in het Strafwetboek in de eerste plaats, maar ook in andere wetten (daar wordt dan uitdrukkelijk gezegd dat er een strafrechtelijke sanctie wacht). Het strafrecht bepaalt wat strafbaar is en wat de straf is; dit is terug te vinden in het Strafwetboek en bijzondere wetten. Het strafprocesrecht bepaalt welke procedures moeten gevolgd worden om de zaak te onderzoeken en hoe de straf moet toegepast worden.

5.2. 3 soorten misdrijven Het strafrecht is opgebouwd rond het begrip misdrijf. Dit is een handeling of niet-doen dat door de wet strafbaar wordt gesteld. Er bestaan drie soorten misdrijven, naargelang de graad van ernst. De straf die eraan verbonden is, bepaalt om welk misdrijf het gaat en voor welke rechter de zaak wordt gebracht. A. De overtreding ▪ De straf voor een overtreding noemt men een politiestraf: - gevangenisstraf van maximaal 7 dagen en/of - geldboetes van 1 t.e.m. 25 euro (x 8 opdeciemen = 200 euro) - werkstraf van min. 20 uur tot max. 45 uur ▪ Dit is de lichtst vorm van misdrijf en wordt voor de politierechtbank behandeld ▪ Voorbeelden van overtredingen: nachtlawaai, verkeersovertreding, openbare dronkenschap.

____________________________________________________________45 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Voorbeeld Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap Artikel 1. § 1. Hij die in een openbare plaats in staat van dronkenschap wordt bevonden, wordt gestraft : voor de eerste inbreuk, met geldboete van 15 frank tot 25 frank; in geval van herhaling binnen een jaar na de eerste veroordeeling, met geldboete van 26 frank tot 50 frank; in geval van nieuwe herhaling binnen een jaar na de tweede veroordeeling, met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van 50 frank tot 100 frank. § 2. Bovendien, in de bij de vorige paragraaf bedoelde gevallen, kan de delinquent, indien hij wanorde, schandaal, of voor een ander of voor hem zelf gevaar veroorzaakt, in het gemeentelijk huis van bewaring of in de veiligheidskamer van de rijkswacht opgesloten worden gedurende ten minste twee uren en ten hoogste twaalf uren. Hij ontvangt, indien zijn toestand zulks vereischt, de noodige geneeskundige zorg.

B. Het wanbedrijf ▪ Het wanbedrijf wordt gestraft met - een gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of - zware geldboetes: 26 euro of meer (x 8 opdeciemen = 208 euro) - werkstraf tussen 45 uur en 300 uur ▪ De uitspraak valt voor de correctionele rechtbank ▪ Voorbeeld: slagen en verwondingen, diefstal, oplichting.

Voorbeeld Strafwetboek Art. 526. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijfhonderd frank wordt gestraft hij die vernielt, neerhaalt, verminkt of beschadigt : Grafsteden, gedenktekens of grafstenen; Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst.

____________________________________________________________46 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


C. De misdaad ▪ Het gaat hier om zware criminele feiten die een criminele straf opleveren: - gevangenisstraf 5 tot 30 jaar (= levenslange opsluiting), evt. dwangarbeid - geldboete min. 26 euro (x 8 opdeciemen) ▪ Deze zaken worden behandeld voor het Hof van Assisen ▪ Voorbeeld: doodslag, moord.

Voorbeeld Strafwetboek Artikel 393 Doden met het oogmerk om te doden wordt doodslag genoemd. Het wordt gestraft met opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar . Artikel 394 Doodslag met voorbedachten rade wordt moord genoemd. Hij wordt gestraft met de dood.

5.3. Strafvordering en burgerlijke vordering Het plegen van een misdrijf verstoort de gang van zaken in onze samen-leving. Uit het misdrijf ontstaat dan een dubbele vordering: de strafvordering (het misdrijf omschreven in de Strafwet wordt bestraft) en de burgerlijke vordering (burgers kunnen schade ondervonden hebben en moeten hiervoor vergoed worden). Over de strafvordering oordeelt de strafrechter. Over de burgerlijke vordering de burgerrechtbank (rechtbank van eerste aanleg). De strafvordering heeft voorrang op de burgerlijke vordering. Dit wil zeggen dat de rechtbank van eerste aanleg maar uitspraak doet over de schadevergoeding wanneer de strafrechtbank de verdachte schuldig heeft bevonden en bestraft.

5.4. Het Openbaar Ministerie De strafvordering wordt uitgeoefend door het Openbaar Ministerie. Deze zorgt voor de vervolging voor de strafrechtbanken. Het Openbaar Ministerie zorgt ook voor de uitvoering van de opgelegde straf. Het Openbaar Ministerie wordt uitgeoefend als volgt: ▪ bij politierechtbank, correctionele rechtbank en jeugdrechtbank: Procureur des Konings (eerste substituten en substituten-Procureur des Konings); in sociaal strafrecht door de Arbeidsauditeur (onder toezicht van de Procureur des Konings). ____________________________________________________________47 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


▪ bij het hof van beroep door de Procureur-generaal (eerste advocaat-generaal, advocatengeneraal of substituten Procureur-generaal). ▪ bij het Hof van Assisen door de Procureur-generaal bij het hof van beroep. ▪ bij het Hof van Cassatie door de Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie.

5.5. Schuldig bevonden Een straf kan maar opgelegd worden indien de schuld vaststaat. Daarom dat er een rechtszaak wordt gehouden, waar men zich nog kan verdedigen. Om schuldig bevonden te worden, moet men toerekenbaar zijn. Dit wil zeggen dat men het verschil tussen goed en kwaad moet beseffen. Kleine kinderen, mentaal gehandicapten, enz. zijn niet altijd toerekeningsvatbaar. Hun kan geen schuld verweten worden. Dit wil niet zeggen dat zij altijd vrijuit gaan. Er kunnen volgens het strafrecht ook beveiligingsmaatregelen genomen worden, bijvoorbeeld internering voor zwakzinnigen en abnormalen of het verbod om een voertuig te besturen wegens lichamelijke ongeschiktheid.

5.6. Eens het misdrijf is gepleegd a) Uitnodiging op het politiebureau Wanneer een misdrijf wordt ontdekt (op heterdaad of na klacht/aangifte), stelt de politie onder leiding van het Openbaar Ministerie een onderzoek in. De politie kan in dit geval iemand maar maximaal 48 uur vasthouden. b) Voor de onderzoeksrechter Indien men iemand langer dan 48 uur wil vasthouden, moet de onderzoeksrechter eraan te pas komen. Hij ondervraagt eerst en beslist dan of een aanhoudingsbevel moet uitgevaardigd worden. Wordt een aanhoudingsbevel afgegeven, dan gaat de verdachte in voorarrest of voorlopige hechtenis. Men mag dan enkel in contact komen met naaste familie en advocaat. De onderzoeksrechter kan eventueel beslissen dat iemand onder sekreet staat: gedurende maximaal 3 dagen mag er dan geen bezoek bij, behalve de advocaat. Eenmaal in voorlopige hechtenis, komt men binnen 5 dagen voor de raadkamer, die beslist over de verdere aanhouding. Elke maand komt deze raadkamer bijeen. Wie niet vrijgelaten wordt, kan eventueel beroep aantekenen bij de Kamer van inbeschuldigingstelling, een afdeling van het Hof van Beroep. c) Het vooronderzoek Om de zaak goed voor te bereiden voor de rechtbank, volgt er een vooronderzoek waar de verdachte aan meewerkt. Dit vooronderzoek is geheim. Op het einde van dit vooronderzoek zal de raadkamer beslissen of de zaak voor de rechtbank moet komen en voor welke rechtbank.

____________________________________________________________48 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


d) De dagvaarding Wanneer de zaak effectief moet behandeld worden voor de rechtbank, zal men een dagvaarding krijgen van de Procureur des Konings. e) De terechtzitting In strafzaken moet men altijd zelf naar de terechtzitting gaan. Wie toch niet verschijnt, wordt bij verstek veroordeeld. f) De uitspraak De rechter die de zaak behandelt, zal een oordeel vellen. Wordt men schuldig bevonden dan zal de uitspraak ook de straf bepalen. De rechter kan een geldboete opleggen (met vermelding van de vervangende gevangenisstraf) of een vrijheidsstraf. Er bestaan nog andere straffen zoals de bijzondere verbeurdverklaring (de zaken die betrokken zijn bij het misdrijf moeten dan afgegeven worden, bijv. wagen of wapen gebruikt bij hold-up), de afzetting (men verliest dan zijn titels en graden, bijv. adeltitel, graad in het leger), en de ontzetting van burgerlijke en politieke rechten.

____________________________________________________________49 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Ter afsluiting ...

 Wat moet je zeker kunnen? ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

je kent de bronnen van het Belgisch recht, weet waar je ze kan terugvinden je weet wat het verschil is tussen dwingend en aanvullend recht je kent de inrichting van onze Belgische staat, nl. de verschillende beleidsniveaus je kan per beleidsniveau aangeven welke instanties beslissingen nemen, voor welke bevoegdheden en hoe deze beslissingen noemen je weet hoe een wet wordt gemaakt en kan de stappen uitleggen je kent de hiërarchie van de rechterlijke macht en de bevoegdheid van de rechtbanken je kan bij betwistingen aanduiden welke rechtbank in eerste en tweede aanleg de zaak zal behandelen je kan zowel de procedure voor een burgerlijke als voor een strafrechtbank weergeven je kent de toepasselijke terminologie (zie woordenlijst elektronisch leerplatform).

 Voorbeeldvragen over dit deel zijn terug te vinden op het elektronisch leerplatform. Via links op het elektronisch leerplatform kan je (eenvoudige) elektronische oefeningen maken om te kennis te toetsen.

 Hoe kan je je praktische kennis verrijken? ▪ ga naar de site http://www.staatsblad.be en kijk de inhoudstafel van het Belgisch Staatsblad na  bepaal voor elke beslissing die wordt gepubliceerd of die voor jou van toepassing is (een wet, een decreet afhankelijk van welke instantie het uitgaat)  kijk bij een wet en een decreet hoe verschillend het begin en het einde zijn (bijv. bij een wet zie je duidelijk dat de Koning met een welbepaalde formule afsluit, dat er meer handtekeningen zijn naast die van de Koning - waarom? - , dat soms bij een beslissing advies aan de Raad van State wordt gevraagd) ▪ volg het nieuws en let op als er gesproken wordt over wetsontwerpen en wetsvoorstellen: in welke fase van de procedure zitten deze en hoe snel worden ze wet? Je kan het traject van elk voorstel of ontwerp volgen via www.dekamer.be ▪ bezoek de site http://www.dekamer.be en lees de informatie omtrent het totstandkomen van een wet en de werking van de kamer ▪ lees op het elektronisch leerplatform de steekkaarten i.v.m. geledingen van de staat, rechtbanken, Raad van State ▪ lees in dagbladen en achterhaal bij artikels over rechtszaken: waarom is deze rechtbank bevoegd, welke procedure volgt men en in welke fase zit de zaak? ▪ vraag op de site http://www.minfin.fgov.be gratis brochures op over de werking van de rechtbanken

____________________________________________________________50 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


DEEL 2

PERSONEN- EN FAMILIERECHT

Het is belangrijk te weten welke rechten een persoon of rechtspersoon heeft in ons Belgisch recht. Dit bepaalt onder meer hoever men kan gaan in contracten of aansprakelijkheid. De manieren waarop mensen samenleven (getrouwd, alleen, samenwonend, ...) brengt bepaalde rechten en verplichtingen mee. Maar tegelijk wordt ook het financieel aspect bepaald: wie draagt bij tot de lasten van het gezin, in welke mate en wie moet financieel opdraaien voor fouten. Er zijn 3 manieren om rijk te worden: rijk trouwen, rijk scheiden en rijk erven. Dit deel wil al een aanzet geven voor de eerste twee manieren. Aan de student om dit te onthouden en toe te passen als het hem/haar uitkomt. Opgelet, deze basisprincipes zullen belangrijk worden wanneer in het derde jaar Vastgoed de studie wordt aangevat van de bijzondere contracten zoals huur- en verkoopcontracten. Vanaf nu wordt ook het Burgerlijk Wetboek een trouwe compagnon. Bij elk belangrijk onderdeel worden de toepasselijke artikelen vermeld. Bedoeling is niet dat je het artikel van buiten kent, maar dat je bij het lezen van een artikel dit kan plaatsen in de juiste context ĂŠn in verstaanbare taal kan uitleggen wat bedoeld wordt met dit artikel. Enkel de artikelen die in de cursus zijn aangeduid, moet je kunnen uitleggen.

____________________________________________________________51 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Hoofdstuk 1 DEFINITIES

1.

PERSONENRECHT

Het personenrecht behandelt de persoonlijkheidsrechten die men kan doen gelden op de fysieke, psychische en morele integriteit van zijn lichaam en persoonlijkheid (o.a. recht op naam, afbeelding, privacy).

2.

FAMILIERECHT

Het familierecht regelt de rechten die men kan uitoefenen in verband met het leven in familieverband ( recht om te huwen, te scheiden, de ouder-kind relatie, recht op onderhoud). De persoonlijkheidsrechten en familierechten hebben met elkaar gemeen dat ze onvervreemdbaar zijn. Men kan ze wel uitoefenen maar er niet over beschikken. Ze zijn buiten de handel en kunnen dus niet het voorwerp uitmaken van een rechtsgeldige overeenkomst.

3.

FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

Het familiaal vermogensrecht regelt de bijzondere vermogensrechtelijke vragen die oprijzen in familieverband. Het gaat vooral over: * het huwelijksvermogensrecht, dit is een onderdeel van het burgerlijk recht waarin de vermogensstelsels en de vermogensrechtelijke belangen van de echtgenoten geregeld worden, en * het erfrecht.

____________________________________________________________52 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


4.

PLAATS IN HET BURGERLIJK WETBOEK

Het personen- en familierecht behoort tot het privaat recht en is grotendeels terug te vinden in het Burgerlijk Wetboek. Het BW bestaat uit 3 boeken waarbij boek 1 en 3 nu onze aandacht krijgen. BOEK I

PERSONEN → woonplaats → het huwelijk → echtscheiding → afstamming → adoptie → minderjarigheid / meerderjarigheid

BOEK II GOEDEREN EN VERSCHILLENDE BEPERKINGEN VAN DE EIGENDOM → onderscheiding van de goederen (roerend / onroerend) → eigendom, vruchtgebruik, gebruik en bewoning, erfdienstbaarheden

BOEK III OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT → erfenissen, Schenkingen onder de levenden en testamenten → contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen → verbintenissen buiten overeenkomst (aansprakelijkheid) → huwelijksvermogensstelsels en wettelijke samenwoning → koop, ruil, huur, lening, bewaargeving en sekwester, kanscontracten, lastgeving, borgtocht en dading → inpandgeving, voorrechten en hypotheken → gerechtelijke uitwinning en rangregeling onder de schuldeisers → verjaring

____________________________________________________________53 Algemeen Recht - PB Vastgoed 1 - 2019-2020


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.