Organisatie van de gezondheidszorg in een internationaal kader deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken Bachelor in de voedings- en dieetkunde
Organisatie van de gezondheidszorg in een internationaal kader
Verantwoordelijke uitgever Verschraegen Mia
2220140286616
INHOUD STUDIEFICHE ................................................................................................................................. 3 INLEIDING ....................................................................................................................................... 4 DEEL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG M.I.V. INTERDISCIPLINAIR SAMENWERKEN ............................................................................................................................ 6 1
GEZONDHEIDSTOESTAND EN GEZONDHEIDSZORG ....................................................... 7
2
ORGANISATIESTRUCTUUR ................................................................................................ 10 2.1 SITUERING ........................................................................................................................ 10 2.2 BELGISCHE FEDERALE OVERHEID........................................................................................ 13 2.2.1 F.O.D. Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ............... 13 2.2.2 Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) .................................. 13 2.2.3 Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)..................................... 15 2.2.4 Wetenschappelijke en andere instellingen .............................................................. 16 2.2.5 Andere federale overheidsinstellingen ..................................................................... 20 2.3 VLAAMSE GEMEENSCHAP ................................................................................................... 20 2.3.1 Vlaams Ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ................................... 20 2.3.2 Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid ............................................................... 20 2.4 FRANSE GEMEENSCHAP EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP..................................................... 22 2.5 DE SOCIALE ZEKERHEID (F.O.D. SOCIALE ZEKERHEID) ........................................................ 22 2.6 EHEALTH – EGEZONDHEID ................................................................................................. 23 2.7 GEMEENSCHAPPELIJK PLAN VOOR ZORG CHRONISCH ZIEKEN ............................................... 28 2.8 EUROPA ............................................................................................................................ 31 2.9 MONDIAAL ......................................................................................................................... 32
3
GEZONDHEIDSZORGSYSTEMEN ....................................................................................... 34
4
GEZONDHEIDSZORGAANBOD ........................................................................................... 39 4.1 INSTELLINGEN.................................................................................................................... 39 4.1.1 Ziekenhuizen ............................................................................................................ 39 4.1.2 Ouderenzorg ............................................................................................................ 44 4.1.3 Thuiszorg ................................................................................................................. 45 4.1.4 Palliatieve zorg ......................................................................................................... 45 4.1.5 Zorgtrajecten ............................................................................................................ 46 4.1.6 Klinische paden ........................................................................................................ 47 4.2 PREVENTIEVE GEZONDHEIDSZORG ..................................................................................... 48 4.3 GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN .......................................................................................... 56 4.4 W IJKGEZONDHEIDSCENTRA ................................................................................................ 58
5
PLAATS VAN DE DIËTIST BINNEN DE GEZONDHEIDSZORG ......................................... 60 5.1 W ETTELIJKE OMKADERING VAN HET BEROEP ....................................................................... 61 5.2 OPLEIDING ........................................................................................................................ 63 5.3 TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN ................................................................................... 63 5.4 W ETGEVING BETREFFENDE DE BEZETTING VAN DE DIËTISTEN ............................................... 64 5.4.1 Formatie in ziekenhuizen ......................................................................................... 64 5.4.2 Formatie in de Rustoorden voor bejaarden en de Rust- en verzorgingstehuizen ... 71 5.4.3 Formatie in Revalidatiecentra .................................................................................. 72 5.4.4 Formatie in Wijkgezondheidscentra ......................................................................... 74 5.5 REVALIDATIEVERSTREKKINGEN DIËTETIEK ........................................................................... 75 5.6 ACCREDITATIE ................................................................................................................... 88
6
INTERDISCIPLINAIR SAMENWERKEN ............................................................................... 90
BIJLAGEN ................................................................................................................................... 102 BIJLAGE 1 ................................................................................................................................ 102 BIJLAGE 2 ................................................................................................................................ 102 BIJLAGE 3 ................................................................................................................................ 102
Inhoud
1
BEGRIPPEN ................................................................................................................................ 103 REFERENTIELIJST EN LEESADVIEZEN ................................................................................. 112 DEEL INTERNATIONALE GERICHTHEID ................................................................................ 122
Inhoud
2
Gezondheidszorgsystemen
3
Gezondheidszorg omvat alle activiteiten gericht op het verbeteren van de gezondheid van de mens. In België is de gezondheidszorg geregeld volgens verschillende ‘lijnen’. Dit houdt in dat er aan de patiënt zorgverlening verstrekt wordt op verschillende niveaus van specialisatie. Er kan een onderverdeling gemaakt worden in vier strategische lijnen:
eerste lijn
-
de eerste lijn,
-
de tweede lijn,
-
de derde lijn,
-
de nulde lijn.
Men kan de eerste lijn of eerstelijnsgezondheidszorg samenvatten als rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg. Daaronder vallen de huisartsen, thuisverpleegkundigen, vroedvrouwen, ergo- en kinesitherapeuten, podologen, eerstelijnspsychologen en psychotherapeuten, psychiatrische thuiszorg, diëtisten, apothekers, tandartsen, ... Deze zorg wordt dus buiten de muren van een ziekenhuis aan een zorgbehoevende verstrekt. Professionele zorgaanbieders werken binnen de eerstelijnsgezondheidszorg in een regio samen binnen een SEL of Samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg. Een Samenwerkingsinitiatief in de EersteLijnsgezondheidszorg (SEL) heeft als doel de kwaliteit van de zorg rond de individuele patiënt binnen zijn regio te optimaliseren. Het SEL doet dit door de samenwerking tussen de zorgaanbieders in de eerste lijn (en met de andere lijnen) te stimuleren, door te coördineren en af te stemmen. Het SEL is een samenwerking tussen volgende zorgaanbieders: -
de diensten voor gezinszorg;
-
de huisartsen;
-
de lokale dienstencentra;
-
de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
-
de woonzorgcentra;
-
de verpleegkundigen en vroedvrouwen;
-
de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, al dan niet in samenwerking met één of meerdere regionale dienstencentra.
De andere zorgaanbieders, verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers en vrijwilligersorganisaties, die actief zijn in het werkgebied van een SEL, worden uitgenodigd om lid te worden van een SEL. Door samen te werken, willen deze zorgaanbieders hun dienst- en zorgverlening rond de patiënt zo veel mogelijk verbeteren. Ze nemen initiatieven om hun zorgverlening af te stemmen op de behoeften van de patiënten in hun regio en maken afspraken om hun dienstverlening ook op elkaar af te stemmen. Een SEL kan ook vorming voor de zorgaanbieders organiseren en biedt nuttige informatie.
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
34
Daarnaast werkt het SEL ook samen met organisaties en personen die de eerstelijnsgezondheidszorg mogelijk maken of ondersteunen zoals de OCMW's, rusthuizen, centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), diensten voor gezinszorg, lokale dienstencentra (LDC), dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf, diensten voor oppashulp, uitleendiensten voor hulpmiddelen, diensten voor maaltijdbedeling, klusjesdiensten, ziekenfondsdiensten, enz. De huisarts is de centrale figuur binnen de eerste lijn. Vanuit het SEL wordt dan ook een nauwe samenwerking nagestreefd met de huisartsen en de huisartsenkringen. De Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging (GDT) is de gezondheidsvoorziening die, per SEL zorgzone, het geheel van de patiëntenzorg versterkt via praktische organisatie en ondersteuning van verstrekkingen in het kader van de thuisverzorging, waarbij de tussenkomst van beroepsbeoefenaars van verschillende disciplines vereist is. De opdrachten van het SEL en van de GDT zijn te raadplegen op de website van de SEL’s (http://www.vlaamsesels.be ). De definitie van eerstelijnsgezondheidszorg van de Vlaamse Regering is terug te vinden in hoofdstuk 1 van het eerstelijnsdecreet van 3 maart 2004. tweede lijn
De tweede lijn wordt gevormd door zorg- en hulpverleners die na verwijzing kunnen worden geconsulteerd voor tot op zekere hoogte gespecialiseerde zorg. Deze gespecialiseerde zorg wordt vaak in een ziekenhuis verschaft, maar er zijn ook veel zorgverleners die buiten de muren van het ziekenhuis hun diensten aanbieden. Er bestaan een 30-tal verschillende specialisaties (kinderartsen, gynaecologen, hart-, long-, nier-, huid-, neus-keel-oor etc. specialisten). Psycholoog, psychotherapeut of psychiater van een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) behoren hier ook toe. De algemene ziekenhuizen behoren dus ook tot de tweede lijn.
derde lijn
De derdelijnsgezondheidszorg omvat de gespecialiseerde en intramurale zorg of de supergespecialiseerde zorg. Het betreft zorg die geleverd wordt in een aantal centra door specialisten met bijkomende opleiding. Enkele voorbeelden zijn: vruchtbaarheidsbehandeling, complexe revalidatie na ongevallen, gespecialiseerde hart- en andere ingrepen, orgaantransplantaties, genetisch onderzoek, ... maar ook de psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen. De grens tussen deze niveaus is niet steeds duidelijk. Zo kunnen sommige gespecialiseerde artsen rechtstreeks bezocht worden, of kan men als (familie van een) patiënt zelf naar de psychiatrische kliniek stappen, waar men in de regel pas na doorverwijzing komt. Wel kan er dan een verschil in tarief bestaan. Meestal betaalt men minder als men eerst via een (vaste) huisarts of een andere doorverwijzer naar de tweede lijn stapt. (SEL, z.j.; Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, z.j.; Zorgzoeker.be, z.j.)
nulde lijn
Met de nulde lijn bedoelt men dienstverlening door zorgverleners en diensten met een zo laag mogelijke drempel. Een voorbeeld hiervan is de mantelzorg. In veel gevallen zijn het de mantelzorgers die thuiszorg mogelijk maken.
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
35
Crisiscentra situeren zichzelf ook op de nulde lijn. Zij willen zorgverlening zonder drempels aanbieden, zoals bijvoorbeeld (anonieme) telefonische hulpverlening. Ook zelfhulpgroepen en vrijwilligers worden tot de nulde lijn gerekend, maar evenzeer scholen of bv. Kind & Gezin. mantelzorg
Een mantelzorger levert op regelmatige en vrijwillige basis niet-professionele zorg aan een ander, een ziek of zorgbehoevend familielid zoals ouder of kind, vriend of buur. Men spreekt ook over “Informele zorg: de zorg verleend door mensen die dat niet als beroep doen. Ze krijgen geen loon voor hun dienstverlening. Ze helpen omdat ze een familiale band hebben met de zorgafhankelijke persoon, uit liefde of vriendschap of vanuit een idealistische inzet. Informele zorg is naast mantelzorg bijvoorbeeld ook zelfzorg of (georganiseerd) vrijwilligerswerk. (Kenniscentrum Mantelzorg) Een mantelzorger kan beroep doen op een financiële ondersteuning, de mantelzorgpremie (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, z.j.).
Reorganisatie van de eerste lijn - Transitie Eerstelijnszone (ELZ)
In het kader van de hervorming van de eerstelijnszorg in Vlaanderen (gestart in 2015 in het kader van de zesde staatshervorming) deed minister Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin in navolging van de eerstelijnsconferentie van februari 2017 in een omzendbrief een oproep voor de vorming van “eerstelijnszones”. De doelstelling van de hervorming is een betere afstemming van gezondheids- en welzijnszorg en optimale samenwerking tussen lokale overheden, zorg- en hulpverleners. Vlaanderen zal tegen eind 2021 ingedeeld zijn in een 60-tal 'eerstelijnszones'. Dit omvat gebieden tussen 75 000 en 125 000 inwoners (één tot meerdere gemeenten), waarbinnen de verschillende zorgverstrekkers en -organisaties vlotter moeten samenwerken. Hiervoor moeten actoren in de gezondheidszorg, de welzijnssector en de lokale besturen zich in een ELZ samen organiseren om geïntegreerde zorg op te zetten. Regio Dender is één van de twee zones die sinds eind juni 2017 proefdraaien als eerstelijnszone (proefproject van twee jaar). De Vlaamse Regering gaf op vrijdag 7 december 2018 haar fiat aan het basisdecreet dat de hervormingen over de eerstelijnsgezondheidszorg regelt (genaamd ‘Het Vlaamse eerstelijnszorgdecreet’). De website Eerstelijnszone.be is de website met informatie van en voor de eerstelijnszones in Vlaanderen, met steun van de Vlaamse overheid. Door de vergrijzing kampen meer en meer mensen in Vlaanderen met langdurige en meervoudige zorgproblemen waarvoor ze beroep doen op verschillende zorgverleners, sociale diensten en welzijnswerkers. Het nieuwe eerstelijnsdecreet zorgt ervoor dat voor elke patiënt in Vlaanderen al die verschillende zorgverleners telkens één hecht zorgteam vormen waarbij de zorgverleners elkaar kennen, hun kennis over de toestand en noden van de patiënt met elkaar delen en rekening houden met de wensen en mogelijkheden van de patiënt en zijn mantelzorger. Om dit te realiseren voorziet het nieuwe decreet in een aantal structuren om de zorgverleners dichter bij elkaar brengen en expertise laten uitwisselen.
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
36
− Eerstelijnszone: zorg- en welzijnswerkers werken nauwer met elkaar en maken afspraken in zogeheten eerstelijnszones − Zorgraad: elke zone krijgt een zorgraad met vertegenwoordigers van verschillende zorgdisciplines en de lokale overheid − Zorgplatform: op een hoger regionaal niveau komen er regionale zorgplatformen die instaan voor voldoende expertise voor minder alledaagse zorg, zoals palliatie. − Zorgcoördinator: bij de concrete samenwerking rond een patiënt zal in de meest complexe situaties een zorgcoördinator of casemanager de samenwerking stroomlijnen. − Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL): doelstelling is dat de expertise in elke zone zal toenemen dankzij het uitwisselen van kennis en ook doordat de zones ondersteund zullen worden door een centrale expertiseorganisatie, het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn***. VIVEL is een netwerkorganisatie. Ze draagt bij aan een kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg en ondersteuning in Vlaanderen en Brussel, samen met alle actoren van de eerste lijn. VIVEL ondersteunt de zorgraden en hun medewerkers en brengt kennis en expertise samen op het vlak van welzijn, gezondheidspromotie, preventie, curatie, rehabilitatie en palliatie. Op Vlaams niveau is VIVEL het centrale aanspreekpunt en het platform voor de dialoog van de eerstelijnsactoren met de overheid en met elkaar. Hieronder (figuur 7) wordt schematisch de samenwerking binnen het eerstelijnsdecreet weergegeven.
***
Midden november 2018 meldde de Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten (VBVD) onderstaande in haar Nieuwsbrief: Plaats voor VBVD in het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) Begin 2019 zal het VIVEL in werking treden met als algemeen doel: de ondersteuning en versterking van een brede eerste lijn door expertise van alle actoren samen te brengen. De concrete doelstellingen zijn terug te vinden op de website van Zorg en Gezondheid. Binnen de Algemene Vergadering krijgt onze projectmedewerker Nathalie De Jonghe een plaatsvervangende zetel. Verder zijn we ook in de Raad van Bestuur vertegenwoordigd door onze krachten te bundelen met de ergotherapeuten, podologen, vroedvrouwen en logopedisten. Ook jij werkt nog mee aan de hervorming van de Eerste Lijn. Je zal herhaaldelijk al oproepen hebben gezien voor de initiatieven van jouw ELZ. Laat deze evenementen niet zomaar aan jou voorbij gaan en maak je kenbaar bij jouw ELZ, LMN en SEL. Zo maak je, samen met ons, het beroep van de diëtist meer zichtbaar voor de andere eerstelijnszorgverleners.
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
37
Figuur 7 Eerstelijnsdecreet (Eerstelijnszone.be, z.j.) De eerder voorgestelde organisaties SEL, GDT en LMN (voor LMN zie verder onder Zorgtrajecten) gaan van de Vlaamse overheid geen middelen meer krijgen. Hun opdrachten gaan grotendeels opgenomen worden door de eerstelijnszones. AVDEL Academie Voor De Eerste Lijn
Dit consortium is van start gegaan op 28 januari 2019. De Academie voor de Eerste Lijn kwam tot stand dankzij de steun van het Fonds Dr. Daniël De Coninck, beheerd door de Koning Boudewijnstichting. “De Academie Voor De Eerste Lijn is een netwerk voor onderzoek en onderwijs en bestaat uit de Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven, Hogeschool Gent, Artevelde Hogeschool, Vives Hogeschool, Karel De Grote Hogeschool, Thomas More Hogeschool, UC Leuven-Limburg, het Wit-Gele Kruis en het Vlaams Patiëntenplatform. De Academie voor de Eerste Lijn moet de onderzoekscapaciteit in Vlaanderen over de eerste lijn vergroten. Ze zal de eerstelijnszones ondersteunen door kennis op te bouwen over echte persoonsgerichte zorg, innovatieve instrumenten en actieplannen ontwikkelen in samenwerking met de terreinactoren. Voorts moet de Academie de nood aan onderwijs en permanente vorming van zorgverleners helpen invullen en ertoe bijdragen dat de uitstroom van professionals uit de welzijns- en zorgsector gemilderd wordt.” (AVDEL, 2019)
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
38
link met e-health
De focus ligt op een ‘zichtbaar en deelbaar zorg- en ondersteuningsplan’. De samenwerking en kennisdeling tussen zorgverleners en met de patiënt wordt gerealiseerd door een digitaal en deelbaar zorg- en ondersteuningsplan. Er is sprake van ‘een werkinstrument met bijvoorbeeld een agenda waarin elk lid van het zorgteam alles invult wat te maken heeft met de zorg en ondersteuning van de patiënt’. Het is de bedoeling dat ook de patiënt zelf en zijn mantelzorgers meeschrijven en dankzij het plan altijd een actueel overzicht hebben van de zorg en ondersteuning. Het digitale plan zal verbonden zijn met de individuele zorgdossiers van de verschillende zorgverleners. (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2017; Eerstelijnszone.be, z.j.; SEL Zorgregio Gent vzw, 2017)
Gezondheidszorgaanbod
4 4.1
Instellingen
4.1.1
Ziekenhuizen
Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (z.j.) maakt een onderscheid in: -
Algemene ziekenhuizen: Dit zijn “gewone” (niet-psychiatrische) erkende ziekenhuizen. Het zijn de ziekenhuizen waar behandelingen doorgaan van ziekten en problemen, waar aanstaande moeders bevallen en kinderen of ouderen verzorging krijgen. In deze categorie zijn ook inbegrepen de “revalidatie of categorale” (kleinere en gespecialiseerde) ziekenhuizen en de universitaire ziekenhuizen.
-
Psychiatrische ziekenhuizen. Deze laatste zijn uitsluitend bestemd voor psychiatrische patiënten.
algemene, revalidatie en Bij de ziekenhuizen is er een onderscheid tussen algemene, revalidatie en univeruniversitaire ziekenhui- sitaire ziekenhuizen. Die beschikken over verschillende diensten of afdelingen. zen De algemene ziekenhuizen: in een algemeen ziekenhuis kan men dag en nacht terecht voor medische, gespecialiseerde hulp, zoals interne geneeskunde, heelkunde, cardiologie… Er is ook een specifieke dienst voor oudere mensen die vaak meerdere gezondheidsproblemen hebben. Aanstaande moeders kunnen er bevallen en er worden ook kinderen opgenomen. -
De revalidatie (of categorale) ziekenhuizen: dat zijn kleinere ziekenhuizen. Zij bieden vaak specifieke zorg voor een bepaalde doelgroep zonder dat er sprake is van een acuut karakter. Het zijn ziekenhuizen gericht op revalidatie, al dan niet in combinatie met de zorg voor ouderen.
-
De universitaire ziekenhuizen: een universitair ziekenhuis biedt minstens dezelfde dienstverlening als een algemeen ziekenhuis. In de universitaire ziekenhuizen en in een paar grotere algemene ziekenhuizen worden ook ziektes behandeld die een heel gespecialiseerde behandeling vereisen. De universitaire ziekenhuizen zijn ook telkens verbonden aan een academische faculteit geneeskunde. Per universiteit met een faculteit geneeskunde met volledig leerplan kan één universitair ziekenhuis erkend worden. In een universitair ziekenhuis worden niet enkel patiënten behandeld en verzorgd. Het zijn ziekenhuizen die aan bijkomende regels onderworpen zijn met het oog op onder
Deel Organisatie van de gezondheidszorg m.i.v. interdisciplinair samenwerken
39