1 minute read

Regionaal standpunt

Next Article
Markant

Markant

Nood aan ambitieus waterplan voor bestaande woongebieden

"De bouw heeft de technieken om gebouwen te beschermen tegen wateroverlast. Mits de juiste studies kunnen omgevingsvergunningen om die reden dus niet geweigerd worden."

De recente overstromingen in Vlaanderen en Wallonië beklemtonen de hoge nood aan een structureel waterplan voor watergevoelige woongebieden. Volgens professor hydrologie Patrick Willems van de KU Leuven woont bijna een half miljoen Vlamingen in dergelijke gebieden. De bouwsector is een belangrijke partner bij de bescherming tegen wateroverlast en vraagt de Vlaamse regering hiervan een prioriteit te maken.

Vlaanderen telt ongeveer 77 500 hectare effectief overstromingsgebied en 200 300 hectare mogelijk overstromingsgebied. Het zijn vooral natuur- en landbouwgebieden maar er liggen ook heel wat dichtbebouwde woonzones in die gebieden. Volgens Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir lopen zo'n 200 000 woningen een direct risico. Een aanzienlijk deel daarvan ligt in stedelijke centra en dorpskernen. Ook binnen de aangekondigde bouwshift is het primordiaal verdichte woonzones voor te bereiden op de klimaatveranderingen en optimaal te vrijwaren van wateroverlast.

Dat vereist een versnelde uitrol van bestaande plannen zoals de Vlaamse Klimaatstrategie 2050, het Vlaams adaptatieplan 2013-2020, de Waterbeleidsnota 20202025 met de stroomgebiedbeheersplannen, het actieplan Droogte en wateroverlast 2019-2021, het Sigmaplan en de recente Blue Deal. Maar het vereist daarnaast de uitbreiding en versterking van al deze maatregelen met een structureel en ambitieus waterplan, met focus op de watergevoelige woongebieden en op de honderdduizenden betrokken gezinnen.

Het is cruciaal het omliggende landschap aan te pakken en waterrobuust te maken, met wachtbekkens, tijdelijke infiltratiezones, hakseldammen en versterkte dijken, maar ook door waterlopen opnieuw te laten meanderen, de overwelving van waterlopen terug te draaien en hemelwater naar bufferzones te geleiden.

Daarnaast moeten de publieke ruimte en de infrastructuur in de woongebieden zelf versneld aangepast worden. Denk daarbij aan collectieve hemelwaterputten, gescheiden rioleringsstelsels, straten die tijdelijk kunnen worden ingezet om water te laten infiltreren en af te voeren naar wadi's, waterdoorlaatbare pleinen en rain gardens.

Maar naast de publieke investeringen is ook de medewerking van de huishoudens essentieel, zowel bij de aanpassing van bestaande woningen als bij de realisatie van nieuwe woningen. In dit verband pleiten wij voor een optimale benutting van de watertoets om toekomstige bouwplannen objectief te beoordelen en zo nodig klimaatadaptiever te maken.

Marc Dillen

Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw

This article is from: