8 minute read

WTCB

Next Article
Ledenvoordelen

Ledenvoordelen

Kan men voorkomen dat een verf loskomt van zijn baksteen?

Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) heeft zijn Technisch Comité (TC) Schilderwerk, soepele muur- en vloerbekledingen opgedragen deze kwestie te onderzoeken. Deze vraag zou ook als volgt geformuleerd kunnen worden: “Welk baksteenmetselwerk kan overschilderd worden zonder het risico dat de verf na verloop van tijd loskomt van zijn ondergrond?”. Het gaat hier om een onderzoek dat gericht is op alle schilders die ooit wel eens geconfronteerd geweest zijn of zullen worden met het loskomen van een verf op baksteenmetselwerk. Uit de eerste resultaten blijkt dat er bijzondere aandacht besteed moet worden aan het oppervlak van de bakstenen en dan vooral aan de absorptie ervan. In sommige gevallen moet men vooraf ook de hechting van het gekozen verfsysteem controleren.

De afgelopen jaren werden de ingenieurs van de afdeling Technisch advies en consultancy van het WTCB regelmatig geconfronteerd met eenzelfde type vragen: “Wij hebben een tijdje geleden een verf aangebracht op baksteenmetselwerk en nu begint deze hier en daar los te komen. Hoe kan dit probleem vermeden worden?”.

Deze pathologie is niet zo frequent, maar het WTCB kent ze wel. Zo kwam dit onderwerp reeds aan bod in de WTCB-Dossiers 2016/3.10. Hieruit bleek dat het moeilijk is om te voorspellen hoe een op baksteenmetselwerk aangebrachte verf zal reageren, aangezien niet alle bakstenen ‘overschilderbaar’ zijn. Om als dusdanig beschouwd te kunnen worden, moeten de bakstenen aan een aantal parameters voldoen. Daarom strekt het steeds tot aanbeveling om een voorafgaandelijke proef uit te voeren om problemen achteraf te vermijden. Het is niet eenvoudig om een algemeen geldende duurzame oplossing voor te stellen. Het WTCB-onderzoeksproject komt dan ook als geroepen.

Het WTCB-onderzoeksproject

Het project heeft als doel om het gedrag van verschillende combinaties van bakstenen en verven te evalueren en zodoende aanbevelingen te kunnen formuleren. Aangezien er vooralsnog geen unanieme definitie bestaat van wat een ‘overschilderbare baksteen’ is, is het voor de architect en de schilder vaak moeilijk te bepalen of de ondergrond al dan niet geschikt is om een verf te ontvangen.

Het WTCB heeft eerst diverse factoren onderzocht die een impact zouden kunnen hebben op de initiële hechting

Absorptiesnelheidsproef: er wordt een waterdruppel op ten minste drie punten van het oppervlak van een baksteen aangebracht om de absorptietijd te meten.

van de verf. Deze proeven werden uitgevoerd op een tiental baksteentypes met verschillende fabricagewijzen (handvormbakstenen, strengpersstenen ...). Er werden zowel bakstenen met gladde, ruwe als glanzende zichtvlakken bestudeerd.

Door in de microporiën door te dringen en zich aan de onregelmatigheden van het oppervlak vast te hechten, zorgt de verf voor een betere mechanische verankering. Aan de hand van de proeven was het mogelijk om de oppervlakteruwheid en het waterabsorptiegedrag van bepaalde gekarakteriseerde zichtvlakken te evalueren (meting van de capillaire absorptie, van de absorptie met behulp van de Karstenpijp en van de absorptiesnelheid van een waterdruppel). Er werd ook een gekleurd hars op het oppervlak van de bakstenen aangebracht. Door de doorsnede van de bakstenen te bestuderen, konden de verschillen in het absorptiegedrag gevisualiseerd worden: sommige bakstenen absorberen beter dan andere!

Er werden ook een tiental verfsystemen bestudeerd. Het ging hier zowel om traditionele acrylsystemen als om siloxaansystemen (meer ‘ademend’). Vervolgens werd de initiële hechting van de verschillende bakstenen onderzocht aan de hand van ruitjesproeven (ook gekend als cross-cutproeven). Hieruit bleek dat het risico op hechtingsgebreken toeneemt naarmate de absorptietijd langer wordt.

Uit de samenvattende tabel kan men afleiden dat: • de sterk absorberende gestructureerde bakstenen (onmiddellijke absorptie of absorptie in enkele seconden van een waterdruppel) geen hechtingsgebreken vertonen en dit, ongeacht het gebruikte verfsysteem • de iets minder absorberende oppervlakken (absorptie in enkele tientallen seconden, lokaal zelfs in 1 tot 3 minuten) bij het merendeel van de verfsystemen een correcte hechting vertonen. Niettemin kwam de verf in bepaalde gevallen toch los. Bijgevolg is het voor deze ondergronden aangeraden om de hechting van de gekozen verf vooraf na te gaan • de zeer weinig absorberende oppervlakken (waterabsorptie na meer dan 3 minuten) bij het merendeel van de verfsystemen een gebrek aan hechting vertonen en dit, ondanks de aanwezigheid van ruwheden of oneffenheden aan het oppervlak. Het is dus afgeraden om deze te overschilderen.

In het vervolg van het project zal de veroudering van de verschillende verfbaksteencombinaties bestudeerd worden. Aan de hand van simulaties wil het WTCB evalueren in welke mate een passage van waterdamp doorheen de bakstenen het risico op het loskomen van de verf kan verhogen. •

CLASSIFICATIE VAN DE ZICHTVLAKKEN VAN DE BAKSTENEN EN AANBEVELINGEN MET BETREKKING TOT DE INITIËLE HECHTING VAN DE VERVEN.

WTCB

Vergelijking van de akoestische prestaties van vloerbedekkingen

Lawaai in een gebouw kan storend zijn voor gevoelige oren. Om dergelijke problemen te vermijden, moet het akoestische comfort in het ontwerp geïntegreerd worden en moet er bij de bouw voldoende aandacht besteed worden aan de uitvoering van de details. De vloerbedekking is in deze context zeer belangrijk. Een goed gekozen en goed geplaatste vloerbedekking kan het akoestische comfort op twee niveaus verbeteren: enerzijds in de ruimte waarin men rondloopt en anderzijds in de onder- en naastliggende ruimten.

Het geluid dat afgestraald wordt bij het belopen van een vloer kan niet alleen storend zijn voor de personen die zich in de ruimte bevinden, maar ook voor diegenen die zich in de aangrenzende ruimten bevinden. Er treedt immers geluidstransmissie van de ene naar de andere ruimte op.

Je kunt alles horen!

Bepaalde schoenen maken meer lawaai dan andere, daar zijn we het over eens. Maar het is vooral de vloerbedekking die van belang is. Loopgeluiden die storend zijn op een bepaalde vloerbedekking kunnen immers zo goed als onhoorbaar worden op een andere, naar gelang van de kwaliteit van het product. Naast het aantal decibels speelt ook de aanwezigheid van specifieke (hoge of lage) tonen een rol bij de perceptie van het afgestraalde geluid. De bepalende parameters zijn de massa, de stijfheid, de hardheid van het vloeroppervlak en de plaatsingswijze van de vloerbedekking.

Door te opteren voor soepele materialen (tapijt, pvc, linoleum, kurk ...), althans voor de bovenlaag, kan de geluidsintensiteit al sterk verminderd worden. In geval van stijve materialen (hout, tegels ...) kan de geluidsintensiteit eveneens beperkt worden door de vloerbedekking hard te bevestigen op de ondergrond (bv. door verlijming) of door het aanbrengen van een dempende onderlaag.

Dempen van contactgeluid

De contactgeluidstransmissie tussen twee ruimten is onder meer afhankelijk van de geplaatste vloerbedekking. In nieuwe woongebouwen wordt deze rol vervuld door de zwevende dekvloer, onafhankelijk van de vloerbedekking. In zie-

Naarmate de vloerbedekking een hogere ΔLw-waarde heeft, zal ze een betere geluidsisolatie bieden, en dan vooral in haar zogenoemde akoestische versie.

De drie grote groepen vloerbedekkingen en hun verwachte impact op de sonoriteit en de contactgeluidsisolatie.

kenhuizen, scholen en kantoorgebouwen of in het kader van een renovatie, kan de vloerbedekking, al dan niet als aanvulling op een zwevende dekvloer, daarentegen wel een cruciale rol te spelen hebben.

Een goede vloerbedekking zal vooral de geluidsoverlast ten gevolge van de hoge frequenties dempen, d.w.z. de hoge tonen die bijvoorbeeld veroorzaakt worden door het vallen van harde en lichte voorwerpen of door het verschuiven van stoelen.

De ΔLw-waarde (uitgedrukt in dB) die men vaak terugvindt in de technische fiches van de producten stemt overeen met de vermindering van het gewogen contactgeluidsniveau. Men gaat er doorgaans van uit dat de demping van het contactgeluid bij een waarde van minder dan 15 dB zwak is (zie de WTCB-Dossiers 2007/3.10). De tabel op de vorige bladzijde geeft een vergelijking van de akoestische prestaties van een aantal vloerbedekkingen. Bepaalde stijve vloerbedekkingen zijn ook verkrijgbaar in een zogenoemde akoestische versie met een (al dan niet geïntegreerde) onderlaag uit een soepel materiaal dat de geluidsdemping verbetert.

Verder blijkt uit bovenstaande tabel dat de impact van de vloerbedekking op de sonoriteit van de ruimte en de contactgeluidsisolatie verschillend kan zijn. Zo zal een stijve, zwevend geplaatste vloerbedekking een doeltreffende bescherming bieden tegen contactgeluid, maar ook een negatieve impact hebben op de sonoriteit van de ruimte. Men dient daarom de keuze van de vloerbedekking af te stemmen op de aspecten die men als prioritair beschouwt. •

REFERENTIE

Artikel verschenen op de pagina’s 6 en 7 van WTCBContact 2021/3. Enkel de originele tekst, opgesteld in het kader van de Normen-Antenne Akoestiek, van de hand van dr. ir. S. Lesoinne en ir.-arch. D. Wuyts, experts van het laboratorium Akoestiek van het WTCB, geldt als referentie.

HET WTCB LANCEERT DE REKENTOOL ‘CPRO 3.0’: NOG MEER MOGELIJKHEDEN ...

De 2.0-versie van de rekentool Cpro van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) kon reeds rekenen op de belangstelling van talloze kmo’s uit de bouwsector. Aan de hand van deze tool, met zijn onberispelijke offertes, perfect opgestelde facturen en eenvoudige en doeltreffende nacalculaties, werden de afgelopen vier jaar al meer dan 25.000 bouwprojecten uitgerekend volgens de regels van het vak.

Cpro 3.0 zit sinds kort in een nieuw jasje, is aangepast aan alle bouwberoepen en is bovendien volledig gratis. De tool bevat een aantal nieuwigheden gebaseerd op de opmerkingen van de gebruikers van de vorige versie van deze waardevolle software. Denken we hierbij maar even aan: • een gemoderniseerde startpagina en algemene look • een snelstartgids • een versmelting van de pagina’s ‘projectgegevens’ en ‘projectcijfers’ • nieuwe functionaliteiten, waaronder een afronding van de cijfers volgens verschillende opties • aanklikbare snelkoppelingen en templatedocumenten.

Indien u meer informatie wenst, bezoek dan snel cpro.wtcb.be.

This article is from: