4 minute read
Vrijwillige overuren
ONDERSTEUNING VAN DE RELANCE
Regeling bijkomende vrijwillige overuren verlengd
Om de economische relance te stimuleren, is de verhoging van het aantal vrijwillige overuren waarvan werknemers gebruik kunnen maken, verlengd tot eind 2022. We leggen nog eens uit wat dit gunstige systeem inhoudt.
Maar vóór we dit doen, eerst wat context. Om de economie te ondersteunen in deze coronatijden, zijn verschillende tijdelijke wettelijke maatregelen genomen. Eén daarvan was de verhoging van het toegestane aantal vrijwillige overuren bij werkgevers in zogenaamde cruciale sectoren. Daarbij horen ook de bouwondernemingen in paritair comité 124 en de elektriciens in paritair comité 149.01.
De wet verhoogde deze overuren tot 30 september 2021. Maar intussen hebben de sociale partners hun interprofessioneel akkoord 2021-2022 gesloten. En daarin staat een verlenging tot eind 2022.
Wanneer we dit schrijven, is dit onderdeel van het IPA nog niet in wet omgezet. Maar op de website van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) staat intussen al een item over de "Toepassing van het sociaal akkoord over relance-uren in afwachting van de wet". Het IPA stelt trouwens ook voor dat alle ondernemingen van de verhoging kunnen profiteren vanaf 1 juli 2021, en niet alleen de cruciale sectoren.
In principe
Dankzij deze tijdelijke verhoging komen de bouwondernemingen en de elektriciens in aanmerking voor een bijkomend quotum van 120 vrijwillige overuren, die dit jaar gebruikt moeten worden. In 2022 zullen ze beschikken over een nieuw bijkomend quotum van 120 uren.
Deze uren komen boven op het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren per jaar die in de arbeidswet van 16 maart 1971 staan. Het gaat om netto overuren. Ze worden uitbetaald tegen 100 %, zonder loontoeslag noch inhaalrust. Ze zijn vrijgesteld van sociale bijdragen en de werknemer hoeft er geen inkomstenbelasting op te betalen.
In de praktijk
VRIJWILLIG
Het gaat hier om een bijkomend quotum van vrijwillige overuren. Anders gezegd: alleen een werknemer die zelf vraagt om overuren te presteren, kan van de bijkomende 120 uren gebruik maken.
Bovendien moeten de regels gerespecteerd worden die al gelden voor het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren. Voorafgaand moeten de werkgever en de werknemer dus een schriftelijk akkoord sluiten over deze bijkomende uren. Dit is zes maanden geldig maar kan iedere keer na afloop voor zes maanden vernieuwd worden.
Daarnaast mogen de dag- en weeklimieten niet overschreden worden. In een dag mag niet meer dan 11 uur gewerkt worden en in een week niet meer dan 50 uur. De werkschema's in het arbeidsreglement hoeven niet aangepast te worden. De vrijwillige overuren mogen gepresteerd worden buiten de arbeidstijden in het arbeidsreglement.
IN WELKE PERIODE?
Door de verschillende verlengingen van het verhoogde aantal vrijwillige overuren, kunnen werkgevers in de cruciale sectoren de 120 bijkomende uren in heel het jaar 2021 gebruiken. Ondernemingen in andere sectoren kunnen deze bijkomende uren in 2021 gebruiken vanaf 1 juli tot het einde van het jaar.
EENVOUDIGE MAAR NOODZAKELIJKE FORMALITEITEN
• De werkgever en de werknemer moeten een voorafgaandelijk schriftelijk akkoord hebben.
• De bijkomende vrijwillige overuren moeten op de loonfiches staan.
• De bezoldiging voor deze uren moet vermeld worden op fiscale fiche 281.10 (rubriek 22) en fiche 281.20 (rubriek 15).
Het bijkomende quotum mag aangesproken worden vóór het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren per jaar uit de wet van 1971. Deze hoeven dus niet eerst opgebruikt te zijn.
Neem bijvoorbeeld een arbeider die onder PC 124 valt en die 70 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd heeft in de eerste twee kwartalen van 2021. Hij kan in de loop van het derde en vierde kwartaal van 2021 gebruik maken van de resterende 50 bijkomende vrijwillige overuren. Wanneer deze op zijn, kan hij gebruik maken van de basis van 100 vrijwillige overuren per jaar, of van de bijkomende uren bouw KB 213.
RECUP EN INTERNE LIMIET
Deze bijkomende vrijwillige overuren worden niet meegeteld in de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Bijgevolg moeten ze niet gerecupereerd worden. En in tegenstelling tot het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren, komen ze niet op de teller van de interne grens. Ze hebben daar dus geen invloed op.
NETTO OVERUREN
Op deze 120 bijkomende uren moeten geen sociale bijdragen betaald worden. De werkgever hoeft ze dus niet aan te geven in de DmfA. De werknemer hoeft op deze 120 bijkomende uren geen inkomstenbelasting te betalen. De werkgever moet op deze uren dus geen bedrijfsvoorheffing inhouden. De vrijstelling is beperkt tot 120 vrijwillige overuren. Ze is van toepassing per belastingplichtige en per belastbaar tijdperk.
Maar let op: hoewel de bezoldiging van deze bijkomende vrijwillige uren vrijgesteld is, moet ze toch vermeld worden op fiscale fiche 281.10 (rubriek 22) en fiche 281.20 (rubriek 15).
Zoals al eerder vermeld, zijn deze bijkomende vrijwillige overuren netto overuren. Er is geen loontoeslag; ze worden betaald tegen 100 %. Het loon dat de werknemer krijgt voor deze uren is gelijk aan het brutoloon. En aangezien er geen sociale bijdragen betaald moeten worden, zijn de loonkosten voor de werkgever exact gelijk aan het brutoloon. •
INFO: philippe.stienon@confederatiebouw.be.