5 minute read
Basisveiligheidsopleiding voortaan verplicht voor IEDEREEN die werkzaamheden verricht op een bouwwerf
Op 1 april 2022 trad een cao in werking die aan alle werknemers van het paritair comité 124 de verplichting oplegde om een (minimale) veiligheidsopleiding van 8 uur te volgen. Het heeft even geduurd, maar midden april verscheen in het Staatsblad dan het koninklijk besluit dat vanaf 15 april 2023 deze verplichting uitbreidt naar werkkrachten van alle andere paritaire comités die op onze tijdelijke en mobiele bouwplaatsen actief zijn.
Dat geldt onder meer voor het PC 111, PC 145 en PC 149.01. Maar daar blijft het niet bij. Ook alle zelfstandigen en alle vanuit de buitenlandse sociale zekerheid gedetacheerde arbeidskrachten (zowel zelfstandigen als werknemers) zullen voortaan onder de opleidingsplicht vallen!
Transitieperiode
Om een stormloop op de opleidingscentra te vermijden en de bedrijven de gelegenheid te geven om zich in regel te stellen, was er in de cao van het PC 124 een overgangstermijn voorzien van 6 maanden, die op initiatief van het bedrijf en na overleg met de syndicale delegatie of - bij gebreke daaraanna melding aan Constructiv, voor een tweede keer met 6 maanden kon worden verlengd. Deze overgangsperiode liep op 31 maart 2023 definitief ten einde.
Ook in het zopas gepubliceerde KB van minister Dermagne wordt een transitieperiode van 1 jaar voorzien. Dat betekent dat tegen uiterlijk 15 april
2024 iedereen van de nieuw gevatte categorieën zich in regel zal moeten stellen. Alleen arbeidskrachten (zowel zelfstandigen als werknemers) die voor het eerst op een bouwwerf aan de slag gaan, zullen al binnen de maand de opleiding moeten gevolgd hebben.
Tijdens de overgangsperiode van 1 jaar zullen de Inspecteurs van TWW in de eerste plaats begeleidend optreden.
Toepassingsgebied
De verplichting zal voortaan dus voor iedereen gelden die op een tijdelijke of mobiele bouwplaats “werkzaamheden uitvoert met betrekking tot het realiseren van een bouwwerk”, zoals opgesomd in artikel 2 van het originele KB over tijdelijke en mobiele werkplaatsen van 25 januari 2001. Met andere woorden: manuele arbeid. Intellectuele tussenkomsten zoals van architecten, techno-commerciële vertegenwoordigers of externe adviseurs die een werfvergadering bijwonen of van werf- of projectleiders, vallen buiten de scope. Maar als diezelfde werfleider een paar uur zou bijspringen om te helpen met- selen of beton te storten, moet hij de opleiding wél gevolgd hebben!
Werknemers die uitsluitend in het atelier of magazijn actief zijn (onderhoudstechniekers, magazijniers, poetshulpen, bedieners van een betoncentrale …) vallen evenmin onder het toepassingsgebied. Behalve als er een tijdelijke betoncentrale zou worden geinstalleerd op de werf zelf. Dan geldt de verplichting weer wel.
KB strenger voor vrijstelling op basis van ervaring
In de cao waren twee vrijstellingsgronden ingebouwd om de opleiding niet te moeten volgen. De eerste op basis van minstens 5 jaar ervaring binnen het PC 124 in het blok van de laatste 15 jaar. Maar het KB wijzigt hier de spelregels, want het heeft het over 5 jaar in de laatste 10. En aangezien de wetgeving prevaleert, zal de cao op dit vlak moeten worden aangepast …
Voor op de payroll ingeschreven werknemers valt die 5 jaar ervaring makkelijk te bewijzen. Hoe zelfstandi- gen dit moeten doen, staat niet in het KB gestipuleerd maar makkelijkst lijkt ons via een uittreksel uit de Kruispuntbank Ondernemingen.
Al een evenwaardige opleiding gevolgd?
Tweede vrijstellingscriterium in de cao is al een opleiding Basisveiligheid VCA of gelijkwaardig gevolgd hebben. En in het PC 124 werd op dit vlak een belangrijke rol weggelegd voor het sectoraal preventie-instituut Constructiv, dat de voorbije maanden ondertussen al 12 opleidingen als equivalent verklaarde. Een overzicht is beschikbaar op www.constructiv.be.
Uiteraard beschikt niet elk paritair comité over een eigen preventie-instituut en onder meer daarom bevat het KB geen dergelijke nominatieve lijst. De tekst zegt wel dat de bouwvakkers een attest moeten kunnen voorleggen van een opleiding die hen voldoende skills heeft bijgebracht in volgende vijf domeinen (Toezicht Welzijn op het Werk zal dit later ook controleren):
1 beschikken over een basiskennis van de rol en de taken van de actoren betrokken bij tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
2 beschikken over een basiskennis betreffende de organisatie van een efficiënte samenwerking op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, met het oog op de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats en het welzijn op het werk;
3 beschikken over een basiskennis van de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5 van de wet;
4 kennis hebben van de toepassing van de passende preventiemaatregelen;
5 inzicht hebben in en toepassen van veilig en gezond gedrag op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.
Specifiekere regels rond de basisveiligheidsopleiding en bepaalde gelijkstellingen van opleidingen kunnen altijd vastgelegd worden in een cao binnen de betrokken paritaire comités, zoals dat ook in het PC 124 gebeurd is. En niet onbelangrijk: sectoraal erkende vormingsinstellingen zijn verplicht om ook zelfstandigen in hun basisveiligheidsopleiding toe te laten.
Kwaliteitsborgingssysteem
Het KB stipuleert dat de opleiding gevolgd moet worden bij organisatoren die een kwaliteitsborgingssysteem toepassen en dat (eens de transitieperiode voorbij zal zijn) bij voorkeur vóór het aanvatten van de werkzaamheden en uiterlijk binnen de maand erna. Zonder verder te specifiëren, bepaalt het KB ook dat “de veiligheidsopleiding op regelmatige tijdstippen dient herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft, door middel van regelmatige of continue opleiding of informatieverstrekking (bijvoorbeeld via toolboxmeetings) en via praktijkervaring.”
De bepalingen rond deze basisveiligheidsopleiding doen geen afbreuk aan eventuele strengere regels die van toepassing kunnen zijn in een bepaalde sector (bijvoorbeeld de chemie of petrochemie) of onderneming; of op de werknemers van een opdrachtgever die werkzaamheden verrichten op een tijdelijke of mobiele bouwplaats die zich bevindt op de terreinen van die opdrachtgever.
Controleplicht hoofdaannemer
Wat de naleving van de opleidingsverplichting betreft, zal het in de eerste plaats iedere zelfstandige zijn die zowel voor zichzelf als voor zijn eventueel personeel verantwoordelijk is en bij niet-naleving van de regels, een proces-verbaal en boete riskeert. Maar … daar zal het niet bij blijven. De Inspectie van Toezicht Welzijn op het Werk wijst er nogmaals op dat in geval van onderaanneming, ook de hoofdaannemer mee verantwoordelijk kan worden gesteld als er lager in de keten inbreuken worden vastgesteld. En dat op basis van artikel 29 van de Welzijnswet, dat stelt dat wanneer de bouwdirectie belast met de uitvoering van de werken, “kon weten” dat een onderaannemer de welzijnswetgeving niet respecteert, zij deze firma onmiddellijk had moeten weren.
Buitenlandse ondernemingen
De gedetacheerde werknemers en zelfstandigen vallen dus ook onder de verplichting. Tenzij ze kunnen aantonen dat ze reeds voldoen aan vergelijkbare voorwaarden inzake basisveiligheidsopleiding voor veilig en gezond werken op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen in een andere lidstaat van de Europese Unie.
In geval van twijfel over buitenlandse attesten, kunnen ondernemingen uit het PC 124 deze laten checken door het sectoraal preventie-instituut Constructiv, dat daarvoor over een lijst met erkende opleiders, alsook over contacten met vergelijkbare preventie-instituten binnen de Europese Unie beschikt.
Indien de gevolgde basisopleiding in ander EU-land niet voldoet aan de voorwaarden, het bewijs ervan niet is voorgelegd of niet voldaan wordt aan de vrijstellingsvoorwaarden, zullen de gedetacheerde werkkrachten de basisveiligheidsopleiding hier moeten volgen.
Communicatie
Anticiperend op de trend van steeds meer anderstalige bouwvakkers op de Belgische werven, nam het kabinet Dermagne in het KB ook een passage op die het belang benadrukt van een betere verbale en non-verbale communicatie. Vooral met betrekking tot het verstrekken van informatie, (veiligheids) instructies en bevelen. Elkaar niet begrijpen, leidt immers tot onveilige toestanden en meer arbeidsongevallen.
In dit verband verwijzen we nog eens naar de website www.buildingyourlearning.be, de databank van Constructiv, met tal van interessante publicaties over veiligheid. In een aantal gevallen ook al vertaalde tools zoals de Gids voor Welzijn in de Bouw, die intussen beschikbaar is in meer dan 10 talen!
Ook de basisveiligheidsopleiding zelf, zoals uitgewerkt door Constructiv, kan naast in onze drie officiële landstalen, inmiddels ook al worden aangeboden in het Engels, Pools, Roemeens, Russisch en Oekraïens. Voor de verplichte opleiding kun je uiteraard ook terecht in de erkende opleidingscentra van de lokale Embuild-entiteiten.