2 minute read
Europese Commissie wil nieuwe blootstellingslimieten voor lood en diisocyanaten
Op 13 februari 2023 deed de Europese Commissie een voorstel voor grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan lood en diisocyanaten. Voor lood bestaan er al langer blootstellingslimieten voor werknemers, voor diisocyanaten zouden die nieuw zijn.
Dat lood een gevaarlijke stof is, is al heel lang geweten. Lood kan onder andere de seksuele functie en vruchtbaarheid aantasten en kan de ontwikkeling van een foetus of nakomelingen van blootgestelde vrouwen schaden. Het kan ook het zenuwstelsel, de nieren, het hart en het bloed beschadigen van mensen die eraan worden blootgesteld. Volgens ra- mingen van de Europese Commissie zouden momenteel naar schatting 100.000 werknemers in de EU blootgesteld worden aan lood op het werk. Dat is onder andere het geval bij de productie van verven, maar ook bij de restauratie van oude gebouwen en schilderwerken, waar nog loodhoudende verven gebruikt werden.
In de EU zijn al sinds 1982 grenswaarden van toepassing voor de beroepsmatige blootstelling van werknemers aan lood. Op basis van de meest recente wetenschappelijke studies, stelt de Europese Commissie nu voor om die grenswaarden te verlagen:
• om de grens voor beroepsmatige blootstelling verder te verlagen, van 0,15 milligram per kubieke meter (0,15 mg/m³) naar 0,03 mg/m³
• om de biologische grenswaarde te verlagen van 70 microgram per 100 milliliter bloed (70 µg/100 ml) naar 15 µg/100 ml.
Introductie van blootstellingslimieten voor diisocyanaten
Diisocyanaten zijn een groep chemische stoffen met vele toepassingen. Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen “aromatische diisocyanaten” (zoals MDI en TDI) en “alifatische diisocyanaten” (zoals HDI, HMDI en IPDI).
Samen met een polyol of polyeter reageren diisocyanaten tot een polyurethaan, en dat is een naam die bij veel mensen wellicht bekender in de oren klinkt. Poyurethaan kent diverse toepassingen in de bouw, waaronder harde of flexibele isolatieschuimen, afdichtingsmaterialen, coatings, lijmen, kitten,…
Een belangrijke nuance is wel dat diisocyanaten niet voorkomen in afgewerkte producten. Ze worden enkel gebruikt als reactieve chemicaliën, dat wil zeggen dat ze reageren met een polyol om een polyurethaan te vormen en ze worden tijdens die reactie volledig opgebruikt. Je treft diisocyanaten dus wel aan in PU-producten als PU-lijmen, dichtingsmiddelen, oppervlaktecoatings en schuimen; allemaal producten die nog moeten uitharden.
Diisocyanaten zijn veilig wanneer je er op de juiste manier mee werkt, maar ze zijn niet geheel onschadelijk. Diisocyanaten hebben namelijk allergische eigenschappen en sommige zijn ook toxisch. Wie er gedurende lange tijd mee in contact komt en niet de nodige voorzorgmaatregelen neemt, maakt kans om overgevoeligheid of sensibilisatie te ontwikkelen. Dat betekent dat een persoon na blootstelling allergisch kan worden voor de stof. Wie gesensibiliseerd is, kan telkens wanneer hij opnieuw in contact komt met de stof (zelfs in zeer lage
Niet vergeten: verplichte opleiding rond gebruik diisocyanaten voor 24 augustus 2023 concentraties) een hevige allergische reactie vertonen met ademhalingsgevolgen (bijvoorbeeld astma). Volgens ramingen zouden ongeveer 4,2 miljoen werknemers in de EU blootgesteld worden aan diisocyanaten.
Europa besliste in 2020 al dat werknemers die met diisocyanaten werken voor 24 augustus 2023 een opleiding moeten volgen rond het veilig gebruik van deze producten. Deze opleidingen mogen online gevolgd worden. Verschillende fabrikanten van lijmen, kitten en coatings bieden deze opleidingen aan via hun website.
Ook ISOPA, de Europese producentenassociatie van diisocyanaten en polyolen, en ALIPA, de Europese producentenassociatie van alifatische isocyanaten, hebben een website ontwikkeld getiteld ‘Safe use of diisocyanates’ waarop deze opleiding gevolgd kan worden.
Momenteel bestaan nog geen grenswaarden voor diisocyanaten, maar daar wil de Europese Commissie verandering in brengen. De Commissie wil werknemers beter beschermen door:
• een algemene grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling van 6 µg NCO/m³ (dit staat voor de maximale concentratie van een stof in de lucht die een werknemer inademt in een bepaalde referentieperiode, 8 uur) in te voeren
• een kortetermijnblootstellingsgrens van 12 µg NCO/ m³ (dit staat voor een kortere referentieperiode van 15 minuten, die van toepassing is wanneer de negatieve gezondheidseffecten van een stof niet afdoende kunnen worden beheerst met een algehele blootstellingsgrens, bijvoorbeeld tijdens een korte maar hoge-intensiteitblootstelling) te introduceren.
Vervolg
Het voorstel van de Commissie zal nu wordt nu voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad. Na goedkeuring hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.