Dit is een commerciële uitgave. Het FD heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
ANALYSE AGRICULTUUR MET FOCUS OP INNOVATIE EN DUURZAAMHEID
NR 1 JANUARI 2017 ANALYSEINDUSTRIE.NL
Nederlandse kastechnologie wereldwijd leidend Waar een klein landje groot in kan zijn. Nederlandse kassen worden wereldwijd gebruikt, en met succes. Met flinke investeringen in hightech innovaties moet Nederland de koppositie behouden. Lees verder op pagina 10
Moderne boer wil vooruitkijken Koeien in de wei. Goed voor de (geestelijke) gezondheid van de koe en de staat van het weiland. Leuk voor de mensen om te zien. En economisch goed voor de Nederlandse boer. “Als wij goed zijn voor onze koeien, zijn zij ook goed voor ons.” Lees verder op pagina 5
ANALYSE INDUSTRIE
Lees meer artikelen op analyseindustrie.nl Op analyseindustrie.nl vindt u meer artikelen en interviews over onderwerpen binnen de agricultuur, zoals smart farming, robotisering en oplossingen op energiegebied.
EDITORIAL
MARC CALON
VOORZITTER LTO NEDERLAND
Nederland gidsland in de agrotechnologie – Eldert van Henten
De landbouwsector staat volgens Eldert van Henten voor interessante uitdagingen. We willen meer voedsel van goede kwaliteit, maar het moet wel allemaal duurzaam. De oplossing? Technologie.
‘ De landbouw is niet achterhaald: we lopen juist voorop’ Lees meer op pagina 6
Lees verder op pagina 2
Agrarische Dagen Someren 16 & 17 september 2017
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
2
EDITORIAL – ANALYSEINDUSTRIE.NL
VIRESH TIPT!
‘Drones en GPS-technologie staan aan de basis van precisielandbouw en maken het mogelijk om bemesting en gewasbescherming in de akkerbouw te optimaliseren in tijd en ruimte’
Ik raad het artikel over duurzame inzetbaarheid van personeel op pagina 11 aan. Maar vergeet het voorwoord van Prof.dr.ir. Eldert J. van Henten niet over technologie in de landbouw.
Viresh Mohan, Project Manager
INHOUD 3
Altijd de ontwikkelingen van je veestapel bij de hand
4
Techniek belangrijker dan boerenkennis
5
Moderne melkveehouder wil verder vooruitkijken
Prof.dr.ir. Eldert van Henten,
Wageningen Universiteit en Research
6
Profielinterview: Marc Calon
8
Nieuws
10
Nederlandse kastechnologie wereldwijd leidend
NEDERLAND GIDSLAND IN DE AGROTECHNOLOGIE
D
e landbouwsector staat de komende decennia voor interessante uitdagingen. De groeiende wereldbevolking vraagt om meer en meer voedsel van goede kwaliteit. Dat staat op gespannen voet met het feit dat bijvoorbeeld de natuurlijke bronnen van een cruciale meststof als fosfaat eindig blijken te zijn. En ook water van goede kwaliteit, een belangrijke productiefactor, is geen gemeengoed. De impact van chemische gewasbeschermingsmiddelen op milieu en leefomgeving roept meer en meer vragen op. We zullen er met elkaar hard aan moeten trekken om een duurzamere landbouw te creëren, een landbouw die niet alleen kan voorzien in de groeiende vraag naar agrarische producten, maar ook een gezonde leefomgeving garandeert voor generaties die na ons komen. Technologie kan en zal daarbij een belangrijke rol spelen. Technologie is eigenlijk al zo oud als de landbouw zelf. De mens heeft van meet af aan gezocht naar mogelijkheden om het agrarische werk te verlichten en effectiever te maken. De mechanisatie van de landbouw heeft bijgedragen aan een aanzienlijke productieverhoging. Technologie zal ook een rol spelen bij het aangaan van de nieuwe uitdagingen zoals hiervoor geschetst. Deze bijlage toont daarvan een interessant palet aan voorbeelden.
Volg ons digitaal:
@europeanmediapartner
11
Expertpanel
ANALYSE AGRICULTUUR Project Manager: Viresh Mohan
viresh.mohan@europeanmediapartner.com Managing Director: Jonathan Andersson
Drones en GPS-technologie staan aan de basis van precisielandbouw en maken het mogelijk om bemesting en gewasbescherming in de akkerbouw te optimaliseren in tijd en ruimte. Technologie speelt ook een rol in de melkveehouderij van de toekomst, bij het toedienen van krachtvoer, maar vooral ook om elk dier te volgen ten aanzien van voeropname, productie en gezondheid. Aardwarmte, zonne- en windenergie zijn broodnodige alternatieven voor aardgas. Smarttagging maakt het mogelijk producten door de keten te volgen en staat daarmee garant voor de voedselkwaliteit en -veiligheid. En laten we vooral de factor menselijke arbeid niet uit het oog verliezen. De robotica gaat zeker een vlucht nemen, maar menselijke arbeid zal een belangrijke rol blijven spelen in de landbouw. Het minimaliseren van ziekteverzuim blijft daarom om aandacht vragen.
Hoofdredacteur:
Mats Gylldorff
Eindredacteur:
Jerry Huinder
Office Manager:
Amanda Ghidoni
Layout:
European Media Partner
Tekst:
Wendy de Liefde
Nederland behoort niet alleen tot de wereldtop als het gaat om productie en export van agrarische producten. De voorbeelden in deze bijlage onderstrepen ook dat Nederland voorop loopt op het vlak van technologieontwikkeling voor de landbouw; met recht en met trots kunnen we stellen dat Nederland op dit vlak een gidsland is voor haar omgeving.
European Media Partner Nederland B.V Kleine-Gartmanplantsoen 21, 1017 RP Amsterdam Tel: +31 202 622 010 Email: nl@europeanmediapartner.com www.europeanmediapartner.com
analyseindustrie.nl
Recycle of geef het magazine door!
Katrien Baarendse Josien Vos Annette Hoeksema Koos Plegt Coverfoto:
Geert Job Sevink
Gedistribueerd:
Het Financieele Dagblad 2017
Drukkerij:
RODI Rotatiedruk
European Media Partner is gespecialiseerd in contentmarketing en native advertising. Wij combineren redactionele inhoud met themakranten die bij toonaangevende dagbladen zijn bijgevoegd. Wij zorgen ervoor dat de boodschap van uw merk wordt overgebracht, en uw doelgroep de juiste beslissingen neemt.
ADVERTORIAL
Customdrone uniek in zijn soort Anno 2017 kun je bijna op elke hoek van de straat aan een drone komen. Willen dronebouwers zich onderscheiden, dan moeten ze dus met een origineel concept op de proppen komen. Dat zag ook Mark Woortmeijer. Zijn bedrijf Customdrone, dat drones op maat maakt, is inmiddels uniek in de markt.
bijvoorbeeld gekeken naar camera’s en sensoren van de drone en kan er software op maat ontwikkeld worden, waar gewenst met cloudoplossingen van IBM. “Door ons grote netwerk en onze kennis kunnen wij alles maken met de nieuwste technologie. Op die manier bieden we de beste drone-oplossing voor de klant.”
“Drones zijn allang niet meer spannend. Inmiddels is het aanbod zo groot, dat je moet zorgen dat je een authentiek product aanbiedt.” Aan het woord is Mark Woortmeijer, directeur van Customdrone, een van de eerste drone-producenten. Het bedrijf weet zich te onderscheiden met behulp van het grote netwerk dat het in de loop der jaren – inmiddels zit de ondernemer al vier jaar in het vak – wist op te bouwen. Per klant kijkt Customdrone welke systeemleverancier uit zijn netwerk de beste keuze is. Zo wordt er
Inmiddels heeft Customdrone naam gemaakt in de branche. Klanten komen van heinde en ver: “We hebben zelfs een aantal internationale afnemers”. En ook de vraag is heel divers. Zo maakt het bedrijf drones voor bedrijfsbeveiliging en windmoleninspecties (het gaat daarbij om autonome systemen), maar ook voor de landbouwsector. Woortmeijer: “De drone scant het hele land, haalt daar nuttige data uit en stuurt deze vervolgens naar het landbouwvoertuig. Zo weet die waar er hoeveel mest moet
komen. Dat gaat tot op de centimeter nauwkeurig.” Het aantal drones dat wekelijks over de toonbank gaat, verschilt per periode. “Soms zijn het er vier per week, maar momenteel ligt dat aantal iets lager, omdat we meer specifieke drones maken. Daar willen we uiteindelijk naartoe: kwaliteit boven kwantiteit.” Inmiddels kunnen klanten van Customdrone ook gebruikmaken van de servicepakketten van het bedrijf. “Als een drone crasht of een ander probleem heeft, krijgen klanten binnen 24 uur een nieuwe. Daarbij bieden we ook vlieginstructies en vlieglessen aan. Alles bij elkaar verleen je daarmee net dat beetje extra service.”
‘Door ons grote netwerk en onze kennis kunnen wij alles maken met de nieuwste technologie’
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
ANALYSEINDUSTRIE.NL – MOGELIJKHEDEN
3
ALTIJD DE ONTWIKKELINGEN VAN JE VEESTAPEL BIJ DE HAND Klaartje, Bella, Koosje en Mien. Vroeger wist een beetje boer zijn koeien stuk voor stuk uit elkaar te houden. Met de schaalvergroting is dat tegenwoordig een utopie. Smarttags bieden hulp.
en herkauwgedrag en de pootsensoren het loop- en liggedrag. Als de koe veel in de box ligt, dan is hij in veel gevallen kreupel. Al met al merkt Versteeg dat hij
Bert Versteeg is veehouder in
door de smarttags veel efficiënter werkt: “Vroeger moest je drie keer per dag minstens een half uur rondkijken om een tochtige koe te signaleren. Dat kan alleen buiten het voeren en melken om. Hoe groter de kudde wordt, hoe meer je moet observeren. De smarttags besparen je ten minste anderhalf uur per dag.”
Bornerbroek. In 2007 liet hij een nieuwe melkstal bouwen voor zijn 140 koeien. Hij besloot zijn veestal direct te voorzien van smarttags. Daarmee signaleert hij of zijn koeien tochtig (vruchtbaar) of ziek zijn. Versteeg koos in eerste instantie voor pootsensoren om de activiteit van de koeien te registreren en de koeien te herkennen. Zo kan hij zien of een koe tochtig is. Twee jaar terug stapte hij over op de halsband met smarttags, waardoor hij nu ook de positie van de koe in de ligboxenstal kan bepalen. Dat is weer handig om een tochtige koe snel terug te vinden in de stal en op het juiste moment te insemineren.
ook de kop vaker op en neer, en ook dat zie je terug in een grafiek.”
“De pootsensoren houden de acti-
De halsband biedt daarbij ook positie-
viteit van de koe in de gaten”, legt Versteeg uit. Normaal heeft de koe elke dag een bepaald ritme: ze vreet vijf keer per dag, drinkt water en gaat dan liggen. En ze loopt nog een rondje langs de melkstal of melkrobot. Als ze tochtig is, wordt dat loopgedrag drie of vier keer zo intensief. “Dat zie je direct terug in een grafiek op je pc, tablet of smartphone. De halsband registreert of de koe tochtig is door de bewegingen van de kop. Als ze vaker op een andere koe springt, gaat
Katrien Baarendse
FEITEN Loopt de koe door dit veld, dan herkent het systeem aan de halsband om welke koe het gaat.
bepaling. In de stal is een aantal bakens opgehangen die een magneetveld creëren. Loopt de koe door dit veld, dan herkent het systeem aan de halsband om welke koe het gaat. Als zij bij de melkrobot in de buurt komt, registreert die of de koe gemolken moet worden. Bovendien is positiebepaling handig bij de inseminatie: je tikt het koenummer van de tochtige koe in op je smartphone en ziet direct waar ze staat in de stal. Versteeg: “Vroeger had je tien koeien, dan wist je precies wie
‘Vroeger had je tien koeien op stal staan, dan wist je precies wie Koosje, Mina of Jo was’ Koosje, Mina of Jo was. Nu hebben we er tien keer zoveel, dan herken je ze niet direct meer.” De smarttag registreert ook het vreetgedrag van de koe. Gemid-
deld vreet zij zo’n vijf à zes uur per dag. Daalt dat naar vier uur, dan krijg je het advies de koe te controleren. Versteeg: “Het kan dan zijn dat ze kreupel of ziek is. Ook geeft het vreetgedrag aan of een hoogdrachtige koe bijna gaat kalven. Zo’n driekwart dag daarvoor vreet ze namelijk veel minder dan normaal. Dan heeft ze al weeën. Direct na de bevalling registreer je het vreetgedrag, omdat de koe dan voldoende moet vreten om weer aan te sterken.” Combineer je de halsband met de pootsensoren, dan kun je ook achterhalen wát de koe mankeert. De halsband registreert het vreet-
Keteninitiatieven waarin onder meer zuivelcoöperatie FrieslandCampina, brancheorganisatie LTO, wetenschap en Nederlandse melkveehouders verenigd zijn, dragen bij aan het verduurzamen van de bedrijfsvoering in de zuivelsector. De Duurzame Zuivelketen is een koepel die doelen heeft opgesteld op het gebied van weidegang, dierenwelzijn, biodiversiteit, en energie en die prestaties van boeren stimuleert. Dit gebeurt onder meer door beloningssystemen, minimumeisen, het beschikbaar stellen van tools en workshops.
MEER LEZEN? ANALYSEINDUSTRIE.NL Wilt u meer lezen over de ontwikkelingen binnen de duurzame agricultuur? Op de campagnesite analyseindustrie.nl vindt u een interview met het Louis Bolk Instituut over hun bijdrage aan de verduurzaming van landbouw, voeding en gezondheid.
ADVERTORIAL
Nedap. Technologie die ertoe doet Nedap is een fabrikant van intelligente technologische oplossingen voor relevante thema’s. Voldoende voedsel voor een groeiende bevolking, schoon drinkwater over de hele wereld en de bereikbaarheid van alsmaar groeiende steden zijn slechts een paar voorbeelden van onderwerpen waar Nedap zich mee bezighoudt. Altijd gericht op technologie die er toe doet. Nedap Livestock Management Wereldwijd stijgt de vraag naar melk en vlees in rap tempo. Nedap Livestock Management biedt veehouders succesvolle oplossingen die verantwoorde schaalvergroting en een efficiënte
bedrijfsvoering mogelijk maken. Met een gezonde balans tussen groei, arbeid, winst en welzijn. Een groeiende wereldbevolking en een toenemende welvaart in met name Aziatische en Afrikaanse landen zorgen ervoor dat de vraag naar melk en vlees almaar stijgt. Tegelijkertijd worden de eisen rondom voedselveiligheid en dierenwelzijn strenger, en de kosten voor varkens- en melkveehouders hoger. Veel veehouders streven daarom naar schaalvergroting en efficiency. Ze staan daarbij voor een uitdaging, want hoe meer dieren je houdt, hoe lastiger het wordt
om zélf op het oog te volgen hoe het met elk dier gaat. Laat staan dat je het dier op het juiste moment kunt geven wat het nodig heeft. Cruciaal om je dieren gezond te houden, optimaal te laten presteren en je bedrijf rendabel te houden.
Nedap biedt veehouders daarom stalautomatisering op basis van individuele dieridentificatie en is wereldwijd marktleider op dit gebied.
www.nedap.com
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
4
ACTUEEL – ANALYSEINDUSTRIE.NL
TECHNIEK BELANGRIJKER DAN BOERENKENNIS De percelen worden groter, de bodem wordt armer. Gelukkig helpt de techniek de moderne boer het land optimaal te benutten. De drone bijvoorbeeld. “Techniek is van essentieel belang voor de analyse van het gewas en het juist behandelen hiervan.”
‘Het is zaak dat de keuze voor een apparaat wordt afgestemd op de behoefte van de bodem. Hier wringt het vaak nog’
Waar boeren vroeger een klein stukje grond hadden dat ze door en door kenden, zijn landbouwpercelen vandaag de dag een stuk groter van omvang. Gevolg is dat de kennis per stuk grond kleiner is geworden. Een bodemmonster aan de ene kant van een perceel zegt niets over de bodemwaarden aan de andere kant.
‘Kennis van de boer zelf zal steeds minder belangrijk worden; techniek des te meer’ “Desondanks wordt het hele perceel
nog te vaak op dezelfde manier behandeld”, weet Jannick Pelle van landbouwmechanisatiebedrijf Hamoen. “Terwijl de boeren door automatisering en robotisering hun perceel veel preciezer in kaart kunnen brengen en tot de bijbehorende behandeling kunnen overgaan.” En dat is juist nu extra relevant,
De drone is gekoppeld aan een app, waarmee het automatisch de hoeken van het perceel opzoekt.
aangezien het besef doordringt dat de bodem op veel plaatsen is uitgeput, vertelt de specialist. Dit valt te wijten aan onder andere zware machines en gewassen die veel voedingsstoffen opnemen, die niet altijd worden aangevuld. Met precisielandbouw kunnen de beschadigde stukken gericht behandeld worden. Een voor de landbouwsector
belangrijke, relatief nieuwe, technologie die hierbij kan helpen is de drone. Pelle: “De toestellen leveren een enorme bijdrage aan
het vergaren van informatie en het analyseren hiervan.” De drone is gekoppeld aan een app, waarmee het automatisch de hoeken van het perceel opzoekt. Het apparaat maakt foto’s met zowel een normale als een multispectrale camera. Met behulp van software worden deze foto’s vervolgens over elkaar heen gelegd om zo één beeld te creëren van het gehele perceel. “De algoritmen kunnen onder andere bladmassa, activiteit/stress (ziekten), plantaantal en groenindex meten en weergeven. Zo kan de boer gerichter de vervolgstappen bepalen.”
De volgende stap is om op basis van
de vergaarde informatie de bodem op de juiste manier te behandelen. Er zijn veel verschillende tractoren en machines met diverse toepassingsmogelijkheden op de markt. Het is zaak dat de keuze voor een apparaat wordt afgestemd op de behoefte van de bodem. Maar hier wringt het vaak nog. Pelle: “Er zijn veel boeren die ‘iets’ met nieuwe technieken willen doen en bijvoorbeeld een GPSsysteem aanschaffen. Zo’n apparaat wordt echter vaak niet optimaal benut door het ontbreken van kennis over de bodem en het gewas.”
Josien Vos
MEER LEZEN? ANALYSEINDUSTRIE.NL Lees het interessante artikel over de biologische voedselindustrie op onze campagnesite.
E ONTDEK ONZY APP LIT VIRTUAL REA DEALER
VOOR WIE MEER VERWACHT AL 175 JAAR helpt Case IH professionele ondernemers om de uitdagingen van de landbouw te overwinnen, overal ter wereld.
Daar zit volgens Pelle dan ook nog een uitdaging voor de landbouwsector. Volgens de specialist vinden veel boeren het eng hun taken volledig uit handen te geven en over te laten aan machines. Terwijl alles natuurlijk steeds verder gaat mechaniseren. Denk aan robottrekkers of machines die automatisch ziektes kunnen herkennen. “Zo kunnen slimme apparaten in de toekomst wellicht bepaalde patronen of structuren herkennen en op basis hiervan sneller conclusies trekken. Misschien zelfs zo ver dat bijvoorbeeld ziektes voorspeld en voorkomen kunnen worden. Kennis van de boer zelf zal dan ook steeds minder belangrijk worden; techniek des te meer.”
IH BIJ DE CASE INFORMEER T IN UW BUUR ZE WEBSITE. F KIJK OP ON O D IS CARDBOAR
GRAT
www.caseih.com CASE-IH
VOOR WIE MEER VERWACHT.
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
ANALYSEINDUSTRIE.NL – TOEKOMST
MODERNE MELKVEEHOUDER WIL VERDER VOORUITKIJKEN
Koeien in de wei. Goed voor de (geestelijke) gezondheid van de koe en de staat van het weiland. Leuk voor de mensen om te zien. En economisch goed voor de Nederlandse boer. “Als wij goed zijn voor onze koeien, zijn zij ook goed voor ons.”
gevende positie te behouden vindt de onderzoeker dat de Nederlandse zuivelsector als geheel zich meer zou moeten profileren op het gebied van duurzaamheid. “Dat is denk ik onze belangrijkste uitdaging. Laten zien wat we doen en welke toegevoegde waarde we bieden. We moeten het kostenverschil ergens goedmaken.”
In een klein en drukbevolkt land
als Nederland zijn boeren en maatschappij nauw met elkaar verweven. Exemplarisch is Boerderij Landleven, het melkveebedrijf van Adrie en Bert Vollering in Waarder, vlakbij Woerden. Door ruimtegebruik moest het bedrijf in de jaren 60 weg uit Vlaardingen en nu, een halve eeuw later, zijn maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid terug te zien in de bedrijfsvoering. Hun speerpunten: koeien in de wei, dierenwelzijn, arbeidsproductiviteit en energieneutraliteit. “Als wij goed zijn voor onze koeien,
zijn zij ook goed voor ons”, zo verwoordt Adrie Vollering het motto van Boerderij Landleven. Koeien in het bedrijf grazen ieder jaar tenminste 120 dagen in de wei. In de in 2011 gebouwde koeienstal is ook sterk op dierenwelzijn gelet. Het bouwwerk is ruim opgezet, met veel natuurlijk licht en ventilatie. De koeien liggen op zachte matrassen, lopen door ruime paden die deels van rubber zijn gemaakt en genieten van een automatisch borstelsysteem. “Koeien die het goed hebben en ge-
zond blijven, geven langer en meer melk”, vertellen de broers. In het bedrijf zijn bovendien verschillende
VRAGEN AAN STEVEN MADERN
Maar: jezelf profileren op het gebied
Bert Vollering: “Op dit moment zijn wij veertig procent energieneutraal, maar we willen uiteindelijk naar honderd procent energieneutraal toe.”
automatische (robot)systemen te vinden die de arbeidsproductiviteit verhogen en zorgen dat Adrie en
‘Koeien die het goed hebben en gezond blijven, geven langer en meer melk’ Bert samen het volledige bedrijf kunnen runnen. Koeien worden bijvoorbeeld automatisch gemolken, gevoerd en ook de mest wordt opgeruimd door een robot. Daarnaast is het bedrijf energiebewust
door het gebruik van zonnepanelen, -boilers, LED-verlichting, systemen voor monitoring en het voorkoelen van melk. Bert: “Op dit moment zijn wij veertig procent energieneutraal, maar we willen uiteindelijk naar honderd procent energieneutraal toe.” Boerderij Landleven staat niet alleen op het gebied van arbeidsproductiviteit door automatisering. Sterker nog, de Nederlandse melkveehouderijen zijn internationaal toonaangevend, stelt dr. ir. Joan Reijs, onderzoeker van de Wageningen Universiteit & Research (WUR). “Dat moet ook wel om concurrerend te blijven, want de kosten voor grond en arbeid zijn in Nederland relatief hoog. Om de toonaan-
van duurzaamheid is niet genoeg. Met spanning kijkt de sector dan ook naar de Nederlandse en Europese overheid. Vanuit Brussel worden het komende jaar beslissingen verwacht over onder meer de wetgeving voor fosfaat en mestgebruik (derogatie). “Het ontbreken van een duidelijk beleid is problematisch”, stelt Reijs. “Op korte termijn is het voor boeren bijvoorbeeld onduidelijk of ze nu moeten investeren in hun veestapel, grond of juist technologie.” Bert Vollering is het hier mee eens. “Het is lastig dat je vandaag de dag niet ver vooruit kunt kijken, want keuzes kun je pas maken als de kaders van de wetgeving duidelijk zijn.” Koos Plegt
FEITEN Keteninitiatieven waarin onder meer zuivelcoöperatie FrieslandCampina, brancheorganisatie LTO, wetenschap en Nederlandse melkveehouders verenigd zijn, dragen bij aan het verduurzamen van de bedrijfsvoering in de zuivelsector. De Duurzame Zuivelketen is een koepel die doelen heeft opgesteld op het gebied van weidegang, dierenwelzijn, biodiversiteit, en energie en die prestaties van boeren stimuleert. Dit gebeurt onder meer door beloningssystemen, minimumeisen, het beschikbaar stellen van tools en workshops.
Manager Education bij Delphy
Wat zijn de raakvlakken van glastuinbouw met ICT? “Om de bedrijfsprocessen te optimaliseren worden al sinds jaar en dag klimaatcomputers ingezet. Daar komt nu de verwerking van een enorme hoeveelheid data bij. Er komen steeds meer kansen in de tuinbouw voor ervaren ICT’ers om alle data van informatiebronnen om te zetten in digitale beslismodellen.”
Internationaal toepasbaar? “Productielocaties liggen verder uit elkaar en ondernemers zijn niet altijd op locatie om de teelt te monitoren. Met behulp van ICT-applicaties zijn ze in staat vanuit Nederland locaties elders te monitoren en bij te sturen.”
Hoe nu verder? “De tuinbouwsector biedt enorme kansen op het gebied van ICT. Een teler heeft veel meetdata beschikbaar over zijn gewas maar gaat vaak nog uit van gevoel, ervaring en kennis. De sleutel tot succes is het omzetten van de verzamelde data in bruikbare tools die het bedrijfsrendement verhogen. De ICT-sector wordt bij deze uitgedaagd om de glastuinbouw volgende stappen te laten zetten.”
De juiste keuzes maken voor ons bedrijf; dat is uitdagend. Om te zorgen dat alle koeien optimale zorg en aandacht krijgen, kiezen wij voor automatiseren van dagelijkse werkzaamheden. Met de melkrobot worden onze koeien volgens hun ritme gemolken. De koeien bepalen dus zelf wanneer ze gemolken worden, vreten, rusten of grazen in de wei. Ook krijgen zij steeds vers voer via de voerrobot. Dit zorgt dat we in prettige omstandigheden kunnen werken en op diervriendelijke wijze melk produceren.
Slim boeren is onze keuze voor een duurzame toekomst.
www.lely.com
5
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
6
PROFIEL – ANALYSEINDUSTRIE.NL
‘NEDERLANDSE LANDBOUWSECTOR WORDT ZWAAR ONDERSCHAT’ Het boerenbestaan is hem met de paplepel ingegoten. En met die jarenlange agrarische ervaring hoopt Marc Calon (58) nu in zijn rol als voorzitter bij LTO Nederland de landbouw naar een hoger plan te tillen. “Ik wil door tot het fysiek niet meer kan.” Vanuit Zeeuws-Vlaanderen kwam
Marc Calon in 1959 in Groningen terecht toen zijn vader daar een boerderij kon huren. Die overleed toen hij studeerde. Aangezien zijn moeder geen inkomsten had en er drie studerende kinderen waren, ging hij op de boerderij werken. Uiteindelijk kocht zijn familie de boerderij en later kocht hij zijn moeder uit. De liefde voor het vak bloeide verder voort. Van 1990 tot 1993 was hij de jongste voorzitter ooit van de oudste landbouworganisatie in Nederland, de Groninger Maatschappij van Landbouw, die uiteindelijk fuseerde met het Drents en Veenkoloniaal landbouwgenootschap. En inmiddels is hij voorzitter bij LTO Nederland. “Ik wil een moderne voorzitter zijn, die vooral niet de baas wil zijn.” Wat is je algemene visie op de landbouw in Nederland?
“Die is eigenlijk tweeledig. Aan de ene kant behoren we tot de top van de wereld. We kunnen goed en veel produceren dankzij goede grond, het zeeklimaat en uitstekende, hoogopgeleide boeren. Daarnaast voldoen we aan de meest strenge eisen ter wereld, hebben we de belangrijkste afzetmarkten naast de deur – Duitsland, België en Frankrijk – en hebben we uitstekende exportmogelijkheden dankzij onder meer Schiphol en de Rotterdamse haven.”
En de andere kant van de medaille?
“Lopen we tegen de grenzen van de productie aan. Denk aan de fosfaatproductie waar we rekening mee moeten houden. Op het gebied van dierenwelzijn hebben we de hoogste standaarden en daar moeten we ons continu aan houden. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld gewasbescherming door biologische bestrijding.” Waarom trekt het landbouwvak je eigenlijk zo aan?
“In de agrarische sector werken mensen voor hun eigen rekening en risico. Ze steken heel hun hart in het vak. Ze maken mooie producten, of dat nu om voedsel of bijvoorbeeld bomen en bloemen gaat. Persoonlijk vind ik het vooral leuk om voor mezelf bezig te zijn, met levende gewassen in de vrije natuur. In eerste instantie wilde ik rond mijn 55ste stoppen met boeren, maar inmiddels ben ik die leeftijd voorbij en wil ik gewoon door tot het fysiek niet meer kan.” Hoe combineer je het boeren met het werk voor LTO Nederland?
“Ik werk zo’n drieënhalve dag in de week voor LTO, dus dat is prima te doen. De drukste maand voor een boer is daarbij augustus: precies de maand waarin zowat heel bestuurlijk Nederland, en ook Brussel, met reces is. Dat is dus perfect te combineren. Bovendien vormen
mijn buren een perfecte back-up: zij springen bij als het nodig is.” Wat houdt je functie bij LTO Nederland precies in?
“Ik wil een moderne voorzitter zijn, en wil vooral niet de baas zijn. Waar we nu met LTO Nederland de focus op leggen is de transitie van standsorganisatie naar netwerkorganisatie. Een moderne belangenbehartigingsorganisatie, met én voor leden. We willen ons meer gaan inzetten voor het aan
prioriteit – daaraan wordt zeventig keer meer uitgegeven dan aan de landbouwsector, terwijl die laatste ook een enorm groot aandeel heeft als het gaat om de Nederlandse economie.” Klinkt als een grote omslag. Daar is dus behoefte aan?
“Zeker. De landbouwsector is aan continue ontwikkeling onderhevig. Wat we, naast schaalvergroting en productieverhoging, zien is diversificatie: zo beginnen boeren
‘Persoonlijk vind ik het vooral leuk om voor mezelf bezig te zijn, met levende gewassen in de vrije natuur’ ons binden van communities en meer werken met WhatsAppgroepen. De nadruk wordt gelegd op thema’s zoals gezondheid en duurzaamheid, maar ook op de sectoren binnen de landbouw. Niet ik als voorzitter van LTO praat over fosfaatrechten; dat doen mensen uit de sector zelf. Zij zijn immers de experts. Daarbij willen we dat er vaker door professionals wordt opgekomen voor de boerenbelangen. Het zwaartepunt voor mij ligt daarbij in Brussel, want we moeten het van het Europese landbouwbeleid hebben. In Nederland krijgt vooral de zorg
bijvoorbeeld een zorgboerderij of doen ze aan natuurontwikkeling als nevenactiviteit. Ook technologische ontwikkelingen hebben een aanzienlijke invloed. Denk aan drones die worden gebruikt. Drones zien bijvoorbeeld beter en sneller wat er met je gewas aan de hand is, zodat er sneller en meer plaatsspecifiek gespoten of bemest kan worden. Op die manier spuit je alleen waar het nodig is en daardoor kun je als boer met minder gewasbescherming hogere opbrengsten halen.” Welke ontwikkelingen spelen er nog meer?
“Tegenwoordig beschikken landbouwmachines vaak over GPS-systemen die vele malen nauwkeuriger zijn dan die in een auto dankzij een correctiesignaal. Met het zogeheten smart farming kan tot slot de afnemer – zoals een Ahold of Heineken – precies zien wat er met het product is gebeurd. ‘Van het zaadje tot het karbonaadje’ noemen we dat ook wel. LTO Nederland stimuleert deze ontwikkeling. Dachten wij altijd dat het vooral Amerika was dat hierin voorop zou lopen: nu blijken wij in Nederland koploper op het gebied van deze innovatie. Grappig toch?” Blijkbaar doen we iets goed.
“Dat kun je wel stellen. Over het algemeen vind ik dat de landbouwsector zwaar onderschat wordt. Vergeet niet dat Nederland mede dankzij de landbouwsector door de crisis is gekomen. In totaal zijn er 600.000 arbeidsplaatsen in de agrarische branche te vinden, tien procent van de gehele Nederlandse werkgelegenheid. En de totale exportwaarde is 22 procent. De landbouw is niet achterhaald: we lopen juist voorop.” Wendy de Liefde
MEER LEZEN? ANALYSEINDUSTRIE.NL Op analyseindustrie.nl vindt u een interview met Ruud Huirne van de Rabobank die vertelt over Nederland als kraamkamer van wereldwijde landbouwinnovaties.
ADVERTORIAL
Groenbemesters meer en meer omarmd voor duurzame verrijking van bodem - Vandinter Semo biedt wenselijk alternatief voor chemische bestrijdingsmiddelen We beschikken in Nederland over ruim 2, 3 miljoen hectare landbouwgrond. Dat deze landbouwgrond een belangrijke rol speelt in onze dagelijkse voedselvoorziening is inmiddels wel duidelijk. De roep om oogstefficiency, waarbij een steeds hogere opbrengst per hectare wordt nagestreefd, legt een druk op de kwaliteit en gezondheid van de bodem. Gelukkig neemt ook het bewustzijn over verstandig en duurzaam bodembeheer toe. Mede dankzij de aandacht voor een verantwoord gebruik van kunstmest en de noodzaak van terugdringing van chemische gewasbeschermers. Groenbemesters bieden een verantwoord alternatief voor chemische gewasbestrijding. Toch verdient deze boodschap nog meer aandacht. We praten erover met één van de meest gerenommeerde veredelaars van groenbemesters in Nederland, Vandinter Semo.
Welke rol speelt een veredelaar van groenbemesters als Vandinter Semo in duurzaam bodembeheer?
“Bij Vandinter Semo zetten we dagelijks al
onze expertise in om nieuwe rassen te kweken die een bijdrage kunnen leveren aan een gezonde bodemkwaliteit”, aldus Bert-Jan van Dinter. Van Dinter is directeur eigenaar van Vandinter Semo uit het Groningse Scheemda dat gespecialiseerd is in de veredeling van cruciferen. Cruciferen zijn gewassen die aangeduid worden als groenbemester. Groenbemesters worden, als ze zijn volgroeid, aan het einde van de bloeiperiode gemaaid en ondergeploegd om de bodemvruchtbaarheid en bodemgezondheid te verbeteren. “Eén van de belangrijkste eigenschappen van cruciferen is hun vermogen om schadelijke nematoden (rondwormen, aaltjes) uit te schakelen”, zo legt Van Dinter uit. Wanneer een akker intensief wordt ingezet - bijvoorbeeld voor suikerbietenoogst – dan neemt het aantal nematoden (bij suikerbieten kennen we deze als cysteaaltjes) toe. Deze cysteaaltjes nestelen en voeden zich op de wortels van de suikerbiet waardoor veel schade ontstaat. Het zaaien van cruciferen zoals bladrammenas, biedt een biologisch duurzame oplossing. “De cysteaaltjes nestelen
zich op de wortels van de bladrammenas. De resistente bladrammenas zorgt ervoor dat de cysteaaltjes zich niet vermeerderen en uiteindelijk sterven. Op deze manier wordt op een verantwoorde wijze, zonder chemie, een gezonde bodem verkregen waarbij het uiteindelijk ondergeploegde gewas tevens zorgt voor een luchtige bodem en een vastlegging van stikstof”, besluit Van Dinter. “Een dubbele winst.”
Veredelen op meervoudige resistenties
Tijdens het veredelingsproces focussen de veredelaars van Vandinter Semo zich op het inkruisen van meervoudige resistenties. “Voor ons is het namelijk belangrijk om de achterstand in bestrijdingseffectiviteit ten opzichte van chemie in te lopen”, vertelt Van Dinter. “Want hoe zeer een groenbemester ook bijdraagt aan een gezonde bodem, agrariërs blijven ook kijken naar resultaten op de korte termijn”, weet Van Dinter. Deze focus heeft ertoe geleid dat Vandinter Semo over enkele rassen Bladrammenas beschikt met een dubbele resistentie (bietencysteaaltje en maiswortel-
knobbelaaltje) en wordt een oogstverlies in de volgteelt van 30% voorkomen. Onlangs heeft Vandinter Semo een grote investering gedaan in een invitro-lab. Naast bladrammenas richt Vandinter Semo zich op gewassen als gele mosterd en japanse haver.
Een lange geschiedenis als veredelaar
Vandinter Semo kent een lange historie, sinds 1914, als veredelaar en handelaar in landbouwgewassen. Van begin jaren tachtig tot half jaren negentig was Vandinter Semo in handen van de Franse internationale coöperatie Limagrain. Door een uitkoop van het toenmalige management is opnieuw zelfstandigheid verkregen en is de start gemaakt met veredeling van cruciferen. “Op dat moment zeker gedurfd en opvallend te noemen, omdat slechts een enkeling zich op dat moment druk maakte op de lange termijn effecten van chemie en bodemuitputting door het intensieve gebruik van (kunst)meststoffen”, weet Van Dinter.
www.vandintersemo.nl
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
ANALYSEINDUSTRIE.NL
Foto: Geert Job Sevink
7
VRAGEN AAN
WOUTER VAN STUYVESANT
Managing Director Agro Business Solutions.
Welke ontwikkelingen ziet u op het gebied van ICT binnen de landbouwsector? “De voornaamste trend vinden we op het gebied van (offline) mobiliteit, waarbij het van belang is dat agrarische bedrijven direct verbonden zijn met hun eigen client serveromgeving. Zij hebben veel baat bij offline trial-oplossingen, dat zijn autonome toepassingen voor ‘in het veld’. Ter illustratie: medewerkers hebben bijvoorbeeld een app op hun telefoon, zetten daar informatie in over de gewassen en zetten, als ze verbinding hebben met een netwerk, alle informatie over op het centrale systeem. Daardoor kan de hele organisatie de gegevens inzien.”
Wat is het voordeel van offline toepassingen? “Je bent onafhankelijk van internetverbinding en mobiele netwerken. Internet is wel geschikt voor het versturen van ‘platte’ informatie, maar als de informatie zwaarder wordt, is het internet eigenlijk niet sterk genoeg. Een ander groot voordeel van deze manier van werken is dat het verschil in tijdzones gecompenseerd wordt.”
Hoe kunnen bedrijven hier tijdig op in spelen?
FEITEN
“Je bedenkt altijd eerst de techniek, de toepassingen komen vanzelf. Zo zijn we ook bezig met voice recording-apps, toepassingen die spraak automatisch omzetten in tekst. De software is zo ver dat de app zelfs ‘hottentottententententoonstelling’ begrijpt. Er zijn nog tal van andere mogelijkheden met deze software, maar daar kom je gaandeweg achter.”
Marc Calon (58) begon zijn carrière als akkerbouwer en vervulde later nog de rol van voorzitter van de Groninger Maatschappij van Landbouw. Ook was hij gedeputeerde van de provincie Groningen (PvdA). In 2014 werd hij voorzitter van Housing Europe, per 1 januari 2017 vervult hij daarbij diezelfde rol bij LTO Nederland. Calon was 1 januari 2017 voorzitter bij AEDES, vereniging van woningbouwcorporaties.
POPULARITEIT VAN KIP GROEIT NOG STEEDS Met de overname van pluimveebedrijf Storteboom door het Engelse 2 Sisters, werd de organisatie in 2010 de grootste speler op de Europese markt. Met vijf fabrieken in Nederland en één in Polen ziet directeur Harm Laros zijn organisatie binnen het concern een leidende rol vervullen op het gebied van productie en techniek. Een kort gesprek over de ontwikkelingen in de pluimveesector.
Wat zijn momenteel belangrijke ontwikkelingen? “We hebben belangrijke stappen gezet op het gebeid van dierenwelzijn. Ook daarbij gaat het nadrukkelijk om de hele keten. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze van vangen bij de boer, over transport, verdoven en verwerken. Dierenwelzijn staat in onze top drie van prioriteiten, evenals de arbeidsomstandigheden. Die zijn allebei sterk verbeterd in de laatste jaren.”
Hoe staat het er voor met de Europese markt voor pluimveevlees? “In principe is Europa meer dan zelfvoorzienend. Er is dus voldoende kip beschikbaar. Maar de consumptie groeit nog steeds met twee tot drie procent per jaar.”
Kunt u daar voorbeelden van geven? “We hebben onlangs nog een compliment gekregen van de organisatie Eyes on Animals, omdat we als eerste bedrijf in Nederland de dieren volgens een uniek proces in meerdere fasen verdoven, vóórdat ze het productieproces in gaan.” Tevens zijn door het nieuwe aanvoersysteem de arbeidsomstandigheden fors verbeterd.”
Hoe speelt uw organisatie daar op in? “Wij zijn bezig om in de hele keten langjarige afspraken te maken met strategische partners over de verbetering van de efficiency, kwaliteit en duurzaamheid. Aan inkoopzijde werken we samen met pluimveehouders, broederijen en veevoerproducenten; aan de verkoopzijde onder meer met supermarkten, industrie en fastfoodketens.”
Op welk vlak valt er nog winst te behalen, in de figuurlijke zin? “Wij kunnen veel leren van het moederbedrijf over productontwikkeling en marketing. In West-Europa is men vooral gericht op kipfilet; we zijn bezig om andere
ADVERTORIAL
aantrekkelijke producten te ontwikkelen uit pootvlees. We gebruiken sowieso alle delen van de kip; zelfs voor de veren en het bloed hebben we een bestemming. Die verantwoordelijkheid moet je als producent ook nemen: wij zijn tenslotte rentmeester van onze aarde.” U noemde ook marketing. Wat zou u daarin kunnen verbeteren? “We proberen de afstand tot de consument te verkleinen. Die hecht steeds meer waarde aan de herkomst van de kip op zijn bord. Dat zie je bijvoorbeeld aan het verdwijnen van de plofkip uit de schappen. Ter vervanging gebruiken we nu langzamer groeiende rassen, die per kip ook meer ruimte tot hun beschikking hebben. Het is belangrijk om dat aan de consument te laten zien.”
Voor meer informatie: www.2sistersstorteboom.com
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
8
NIEUWS – ANALYSEINDUSTRIE.NL
AARDWARMTE KAN AARDGAS VERVANGEN IN GLASTUINBOUW De glastuinbouwsector omvat in Nederland circa 10.000 hectare kassencomplex met grote hoeveelheden groenten, fruit, bloemen en potplanten. Omdat energie zo’n grote kostenpost is, investeert de sector al jaren in het terugdringen van energieverbruik. Daarnaast wil de glastuinbouw ook in het kader van verduurzaming het energieverbruik terugdringen zodat de totale emissie van broeikasgas in 2020 met 45 procent is afgenomen ten opzichte van 1990. En de sector is al een eind op weg. De totale CO2-emissie van de glastuinbouw nam tussen 2010 en 2014 met 30 procent af. De reductie werd tot stand gebracht door een daling in het aardgasverbruik. Dat blijkt uit de 25ste Energiemonitor Glastuinbouw van Wageningen Economic Research. Het was bovendien een direct resultaat van de afspraak die de sector met de overheid had gemaakt over de reductie van CO2-emissie.
NEDERLANDSE LANDBOUW NIET GROEN GENOEG een gemiddelde terugverdientijd hebben van ruim 23 weken. Omdat er in de onderzoeken die de journalist gebruikte doorgaans van een levensduur van twintig jaar wordt uitgegaan, levert een windmolen zeker negentien jaar energiewinst op.
reductie zijn. Hiermee verminderen telers de uitstoot van CO2 en zijn ze minder afhankelijkheid van de olie- en gasprijzen. De toepassing van diepe geothermie of aardwarmte begint in Nederland vorm te krijgen met inmiddels vijftien gerealiseerde projecten voornamelijk in de glastuinbouw en een groot aantal projecten in de pijplijn. Partijen in de geothermiesector hebben zich gebundeld in de vereniging DAGO en werken verder aan een professionalisering van deze nog jonge sector. De verwachting is dat in 2020 vijf tot tien procent van het energiegebruik in deze sector van aardwarmte komt.
Het feit dat Duitsland zo ver voorop loopt in
Door water uit diepe aardlagen (tussen
Waar Duitsland al voor een derde op groene stroom draait, doet Nederland dit slechts voor tien procent. Ook in een van de meest innovatieve sectoren in ons land, de landbouw, wordt er nog onvoldoende gebruik gemaakt van zonne- en windenergie. Hoe zou de agrarische sector duurzame energiebronnen beter in kunnen zetten?
De Correspondent berekende dat windmolens
In 2008 sloten de overheid en de agrosector
groene stroom en vergelijking met Nederland komt volgens Machiel Mulder, hoogleraar Regulering van Energiemarkten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), onder andere door de minder riante subsidieregelingen die Nederland hanteert voor groene energie. “Bovendien heeft Duitsland veel meer lege, open ruimten voor de plaatsing van windmolens.” De weinige plekken in Nederland die nog wijd en open zijn, moeten vooral op zee gezocht worden, waar de komende jaren dan ook nieuwe parken zullen worden aangelegd. Zonne-energie heeft hier een voordeel ten opzichte van windenergie. Want waar windmolens erg veel ruimte innemen en het landschap op een manier beïnvloeden die niet door iedereen op prijs wordt gesteld, is dat niet het geval voor zonnepanelen die op daken van gebouwen bevestigd kunnen worden. Mulder: “Zonnepanelen worden bovendien steeds goedkoper en efficiënter in productie.”
het convenant ‘Schone en Zuinige agrosectoren’. In dit convenant staan afspraken over verduurzaming van de agrosectoren, waarbij energiebesparing, duurzame energie en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen centraal staan. Voor 2020 moet twintig procent van de energie duurzaam zijn opgewekt. We zijn in 2017 pas op de helft van het doel. Zonne- en windenergie raken, in
tegenstelling tot fossiele brandstoffen, nooit op en zijn ook nog eens veiliger voor mens en milieu. Beide bronnen kunnen worden gebruikt om (groene) stroom op te wekken. In Nederland gebruikt men zonnecollectoren, zonnepanelen en windmolens of -turbines om duurzame stroom te genereren. Niet alleen zou een grotere inzet op duurzame energie bijdragen aan het milieu, ook zou het financieel rendabel kunnen zijn. Teveel opgewekte elektriciteit kan namelijk aan het elektriciteitsnet worden geleverd. Windmolens leveren jaarlijks per geïnstalleerde Megawatt gemiddeld 37.400 euro op (bron: Groene Rekenkamer).
Aardwarmte kan een volgende stap in de
1.600m en 3.000m diep) op te pompen, kunnen bedrijven het gebruiken voor de verwarming van kassen, maar binnenkort ook bijvoorbeeld woningen. Aardwarmte is dus eigenlijk warm water dat diep uit de
schoot van de aarde komt. Hollandplant, een vooraanstaande plantenkwekerij in Bergschenhoek, gaat straks aan de slag met aardwarmte. In deze regio (vol glastuinbouwbedrijven) is
dit bedrijf daarin de eerste. De verwachting is dat andere bedrijven snel zullen volgen. Hollandplant heeft 26 hectare aan kassen, of ‘glasopstanden’. Deze kassen verbruiken veel warmte. Omdat de grootwinkelketens in groeiende mate eisen dat hun leveranciers duurzaam zijn, moet deze warmte ook duurzaam zijn. De plantenkwekerij maakt nu gebruik van restwarmte voor de verwarming van de kassen, maar deze restwarmte is afkomstig van een met fossiele brandstof gestookte energiecentrale nabij Rotterdam. Volgens Wim Willemse, de directeur van Hollandplant, was de overstap van restwarmte naar aardwarmte nodig: “Restwarmte gaat een minder grote rol spelen in de toekomst, omdat het aanbod vanaf de energiecentrale minder wordt en nog steeds afkomstig is van fossiele energie. Het is in ons eigen belang en die van het milieu om over te stappen naar duurzamere vormen van energievoorziening, zoals aardwarmte.” Belangrijk voor de plantenkwekerij is dat aard-
warmte daarnaast een bron is die tientallen jaren meegaat. Willemse: “We hoeven over een paar jaar niet op zoek naar iets nieuws en dat is een prettige gedachte.” Komend jaar zal achter het terrein van plantenkwekerij Hollandplant een aardwarmteput worden gerealiseerd. Als de voorspellingen uitkomen is deze put eind 2017 klaar om warmte af te geven. De put zal voor tien tot twintig procent aan besparing op de energierekening opleveren, mede omdat fossiele energie sterker belast wordt dan duurzame energie.
Annette Hoeksema
MEER LEZEN?
ANALYSEINDUSTRIE.NL
Rundvee & Mechanisatie Vakdagen
7 - 9 maart 2017
Rundvee & Mechanisatie Vakdagen Landbouwdagen Intensieve Veehouderij
14 - 16 maart 2017
Landbouwdagen Intensieve Veehouderij
Bezoek de websites via W W W.AGR ARISCHEBEURSAGENDA.NL
Wendy de Liefde
ADVERTORIAL
AgroEnergy sluit glastuinders Oostland aan op aardwarmtenetwerk In het tuinbouwgebied rondom Bergschenhoek sluit AgroEnergy glastuinbouwbedrijven aan op een door Warmtebedrijf Bergschenhoek gerealiseerde aardwarmtebron en netwerk. Het belooft voor ondernemers een toekomstvaste en duurzame investering te zijn. De meest dominante energievraag van de glastuinbouwsector is warmte. Het is dan ook logisch dat het verduurzamen van tuinbouw voor een belangrijk deel betrekking heeft op het duurzaam invullen van de warmtevraag. Maar hoe gaat dit dan? Voor tuinders een belangrijke vraag, want hun branche heeft – net als vele andere sectoren en overheden – een duurzaamheidsdoelstelling. De glastuinbouw is een grootverbruiker van energie, maar bij het verduurzamen van dit energieverbruik spelen uiteraard ook kostenaspecten mee. Een gezonde bedrijfsvoering is immers inzet van elke strategische keuze. AgroEnergy werd ooit opgericht als inkoopcombinatie door Rabobank en brancheorganisatie LTO als reactie op de liberalisering van de energiemarkt. Als energiepartner voor de glastuinbouw vindt AgroEnergy het klantcontact en het aangaan van de juiste partnerschappen belangrijk: "Ons streven is onze klanten te helpen een zo laag mogelijke kostprijs voor energie te realiseren", zegt Edwin Valkenburg,
Ontwikkelaar Warmteprojecten bij AgroEnergy. Het is belangrijk om de duurzame slag te maken, ziet Valkenburg. "Om als partner waarde te behouden voor onze klanten, ontwikkelen wij verschillende producten en nieuwe vormen van dienstverlening die de kostprijs voor tuinders verlagen en hun bedrijfsvoering verduurzamen." Een mooi voorbeeld is de samenwerking die AgroEnergy is aangegaan met Warmtebedrijf Bergschenhoek in de tussen Rotterdam en Den Haag gelegen tuinbouwregio Oostland. Hier is een project ontwikkeld waarin de partners een aardwarmtebron en netwerk realiseren en hier tuinders op aansluiten. Binnen deze samenwerking vult Warmtebedrijf Bergschenhoek de rol van producent in. Doordat AgroEnergy voor Warmtebedrijf Bergschenhoek hier de enige klant is, neemt AgroEnergy voor de investeerder de nodige marktrisico’s weg. Dit vergroot de financierbaarheid van dit soort projecten. Na een aanloop van ruim anderhalf jaar hebben de samenwerkende bedrijven inmiddels definitieve overeenstemming en is begonnen met het contracteren van de eerste tuinbouwbedrijven. “Met twee klanten hebben we een overeenkomst gesloten en we verwachten dat in de komende periode dit voorbeeld door anderen wordt gevolgd. We ontwikkelen hier immers
Edwin Valkenburg: ”Met twee klanten hebben we een overeenkomst gesloten en we verwachten dat in de komende periode dit voorbeeld door anderen wordt gevolgd.”
een project waarmee warmtevraag op een duurzame, toekomstvaste en financieel aantrekkelijke manier ingevuld kan worden.” In tegenstelling tot de traditioneel veelal uit gas geproduceerde warmte, spreekt men bij aardwarmte vaak over 'laagwaardige warmte', omdat de temperaturen lager liggen (zeventig graden Celsius, in tegenstelling tot negentig tot honderd graden bij aardgas), maar juist in de tuinbouw kan men hier goed mee uit de voeten. "Het gaat om duurzame energie en het is een toekomstvaste investering. De verwachting is niet dat dit de tuinders een veel hogere
Het Digitale Zaad De agrarische sector, meer specifiek voor gewassen, kent een razendsnelle digitalisering. Waren ideeën tien jaar geleden nog te complex, door de voortschrijdende ontwikkelingen in de techniek is tegenwoordig veel meer mogelijk. Wouter van Stuyvesant Meijen, directeur van ABS (Agro Business Solutions), geeft een toelichting. Welke ontwikkelingen ziet u op het gebied van IT binnen de sector? “Dat is enigszins afhankelijk naar welk type agrarisch bedrijf je kijkt. Maar met name grotere bedrijven zijn via de centrale registratie van data nu bezig om met al die functionaliteit hun bedrijfsactiviteiten te plannen. Aanvankelijk was dat vooral op het hoofdkantoor geënt, maar de laatste vijf jaar zien we de trend dat externe medewerkers worden uitgerust met mobiele applicaties. Dat gaat van registratie naar het veel meer complexe samenspel tussen het hoofdkantoor en degene die de data opneemt. In de toekomst zal daar ook nog communicatie tussen mogelijk zijn, real time. Ik verwacht dat de toepassing van apps in de branche een hoge vlucht gaat nemen.”
Heeft u daar een recent voorbeeld van? “Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van software voor bedrijven in de zaadveredeling en -productie. Deze nieuwe applicaties draaien op de mobiele telefoon. Je downloadt een dataset in de telefoon, want in Nederland ben je misschien wel altijd online, er zijn genoeg gebieden in de wereld waar dat niet zo is. Offline worden in de applicatie transacties geboekt. Ter plekke kan de vertegenwoordiger gewoon zijn werk doen. Eenmaal online wordt alle data in één keer in het systeem geladen: verkochte voorraad, de wijze van betalen van verschillende orders, nieuwe klanten, aanwezige voorraad. Ik denk dat bedrijven zich de laatste tien jaar sterk bewust zijn geworden van het belang om data op de juiste wijze te consolideren.” Welke voordelen biedt deze digitale ontwikkeling? “Met name control, overzicht en heel veel tijdswinst. Consolideren kostte voorheen weken, nu is het een druk op de knop om rapportages te ontvangen. En daardoor kan een directie zien waar mogelijkheden liggen en keuzes maken voor de richting van het bedrijf. We hebben
opbrengst voor hun product gaat opleveren; eerder op termijn een voorwaarde om te mogen telen. Daarnaast zien we dat aangesloten zijn op een duurzaam warmtenetwerk waardeverhogend werkt voor het bedrijf en het gebied.” www.agro-energy.nl
ADVERTORIAL
“Consolideren kostte voorheen weken, nu is het een druk op de knop om rapportages te ontvangen” – Wouter van Stuyvesant Meijen, directeur van ABS.
zelf bijvoorbeeld een rapportagetool gemaakt waarmee op allerlei niveaus mensen hun overzichten kunnen krijgen, telkens vanuit andere perspectieven. Dat geldt voor sales, maar ook voor voorraadbeheer. En dat is in deze branche complex, omdat je te maken hebt met een levende voorraad, die morgen anders kan zijn dan vandaag. Wij maken een combinatie tussen onze kennis van de agrarische wereld, ITprocessen en de bedrijfsprocessen van onze klanten.” Hoe bedienen jullie de markt? “Dat doen we aan de hand van drie programma’s: ABS Breeding, ABS Seed en ABS Fresh. Breeding is een oplossing voor bedrijven die nieuwe
rassen ontwikkelen en hun data willen organiseren, centraliseren en makkelijk toegankelijk willen maken in een SAAS-omgeving. Seed is voor zaadproducerende en – distribuerende bedrijven, Fresh voor bedrijven die verse producten, zoals groente, fruit, bloemen en/of bomen produceren, inclusief de logistieke processen. De branche groeit enorm snel, met deze programma’s kunnen bedrijven slimmer en efficiënter werken en zo een hoger resultaat halen. We bieden 24/7 ondersteuning vanuit drie kantoren wereldwijd, zodat onze klanten overal ter wereld altijd geholpen kunnen worden.” Meer informatie : www.agrosolutions.nl
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
10 INSPIRATIE – ANALYSEINDUSTRIE.NL
NEDERLANDSE KASTECHNOLOGIE WERELDWIJD LEIDEND Waar een klein landje groot in kan zijn. Nederlandse kassen worden wereldwijd gebruikt, en met succes. Met flinke investeringen in hightech innovaties moet Nederland deze koppositie behouden. In Frankrijk staat een kas. En in die
kas worden tros- en kerstomaten gekweekt. De beste, sappigste, en roodste tomaten van heel Frankrijk. Althans, dat beweert Pascal Delahaye, eigenaar van Le Jardin de Rabelais. Buiten de buitengewone tomaten om, is dit geen gewone kas. Door enkele toepassingen, waaronder volledige LED-verlichting, heeft Le Jardin een van de meest innovatieve kassen in Europa. En ver van hier, in zuidelijk Frankrijk, staat het bouwwerk van Nederlandse makelij. Waar Le Jardin marktleider is in
cherrytomaten, is Nederland marktleider in kassenbouw; een resultaat van jarenlange ontwikkeling en innovatie van tuinbouwkassen en installaties. Het is daarom niet zo gek dat de kassen van Le Jardin geïnstalleerd zijn door een Nederlands bedrijf. Zo stelt het ministerie van Economische Zaken en het bedrijfsleven ruim veertig miljoen euro beschikbaar voor innovatieve projecten en start-ups in de agrifoodsector. Dat maakte staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken onlangs bekend. Met flinke investeringen in hightech innovaties moet Nederland volgens de staatssecretaris de koppositie houden in de sector. Bij Le Jardin profiteren ze optimaal
Innovatieve kassen zijn niet alleen goed voor het milieu: ze leveren ook nog eens enorme besparingen op, zowel wat betreft elektriciteit als voor de portemonnee.
van deze opgedane kennis. Klein, maar zeer smaakvol. Zo wordt het tomatenras Piccolo omschreven. Le Jardin richt zich op het high-end marktsegment en heeft gekozen voor deze moeilijk te kweken tomaten. Daarom zijn de eisen voor de kas strenger dan die van een gemiddelde kweker. Bovendien heeft Le Jardin vanwege het mediterrane klimaat een zwaardere belichtingsinstallatie nodig, die de planttemperatuur niet verder verhoogt. Uiteindelijk kwam de teler uit bij een innovatieve, nieuwe kas, volledig uitgerust met LED-toplighting. “Deze belichting sluit goed aan bij
mijn wensen, omdat deze lampen veel minder warmte produceren dan bijvoorbeeld HID-belichting”, legt Delahaye uit. Het nieuwe
systeem stelt Le Jardin in staat om het klimaat, de luchtvochtigheid en de belichting beter te beheersen. Dit is erg belangrijk in de overgangen tussen de seizoenen, zeker in de winter. Kunstmatige belichting is voor hen een stap naar gelijkmatige productie, het hele jaar door. Opvallend is dat de installateur de hele operatie heeft uitgevoerd in een kas waar het gewas nog in stond. “We onderbreken ons teelproces liever niet, want we willen het hele jaar door op de markt zijn.” Dergelijke innovatieve kassen zijn
niet alleen goed voor het milieu: ze leveren ook nog eens enorme besparingen op, zowel wat betreft elektriciteit als voor de portemonnee. Met de nieuwe LED-verlichting in de kassen reduceert Le Jardin
maar liefst 35 tot veertig procent van de kosten, alleen al op de elektriciteitsrekening. Delahaye concludeert terecht: “Technologie is onze bondgenoot.” Naast een verbetering van de lichtvoorzieningen, is ook de regulering van lucht en temperatuur verbeterd. Via een gang en een zogeheten ‘mixkamer’ wordt warme en koude lucht gemengd en op die manier geregeld. “Doordat we het klimaat zo goed kunnen reguleren, zijn we beter in staat om excellente producten te garanderen. We zijn al bijna tien jaar marktleider in ons segment – en dat willen we graag zo houden.” En Le Jardin is dus niet de enige zijn voordeel doet met ‘kaskennis’ uit Nederland. Met het model voor de bouw en inrichting van kassen dat
onderzoeker Jouke Campen met zijn collega’s van Glastuinbouw bij Wageningen UR ontwierp, kunnen telers zelfs tomaten kweken in de woestijn. Met zijn adaptive greenhouse design kun je bepalen welk type kas het best past bij verschillende klimaten. In het model neemt Campen de beschikbaarheid van water, nutriënten, arbeid en energie mee. Het design past hij inmiddels al toe in Maleisië en het Midden-Oosten. In het Midden-Oosten komen veel data vrij die ze kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van kassen in Nederland. “De vraag naar beschermde tuinbouw blijft groeien omdat de bevolking toeneemt, dus ons werk is erg relevant. Door kassen slim in te richten, kun je van acht naar zestig kilo per vierkante meter gaan, bijvoorbeeld. En dat is puur omdat je weersomstandigheden buitensluit en zelf alles reguleert.” Daarbij is het volgens Campen wel
van belang om te kijken naar de lokale markt: zijn mensen wel bereid meer te betalen voor hoogwaardige producten? “In sommige gevallen zijn hightechkassen overdadig en kun je met een eenvoudige afzetting met plastic al veel bereiken. Soms is simpel ook goed!” Maar bij Le Jardin gaan ze voor de volledige benutting van de technische hoogstandjes. Een marktleider heeft verantwoordelijkheden, en zo voelt de teler dat ook. Annette Hoeksema
MEER LEZEN? ANALYSEINDUSTRIE.NL
Landbouw anno 2017: “Gecontroleerd telen heeft de toekomst” De agro-industrie verandert. Zo ook de glastuinbouwsector. Retailers worden kritischer en dat geldt ook voor de eindklant zelf. Hoe speelt de branche daarop in? Het woord is aan Richard van der Sande van Certhon Greenhouse Solutions, wereldwijd leverancier van complete glastuinbouwprojecten. Het landbouwleven is Richard van der Sande, verkoopmanager bij Certhon, met de paplepel ingegoten. “Ik kom uit een familiebedrijf en ben al van kleins af aan onderdeel van onze organisatie.” De doortastendheid van onze klant markeert Van der Sande als een van de mooiste aspecten van het vak. “Er wordt kort met elkaar gesproken en daarna werkt men meteen aan resultaten.” Ook het feit dat de agrosector aan continue verandering onderhevig is, trekt de salesmanager. “Het is een innovatieve branche, en onze technieken kunnen er bijvoorbeeld toe bijdragen de voedselproblematiek de kop in te drukken. Dat maakt het werk zo mooi.”
Als grootste ontwikkeling die momenteel speelt noemt Van der Sande de veranderende vraag van de eindgebruiker, de consument. “De aarde telt momenteel 7,5 miljard mensen. Die stellen anno 2017 hogere eisen aan de herkomst van hun voedsel. Ze verwachten gezond, vers, veilig en voldoende voedsel, dat ook nog eens smaakvoller is en het liefst nog uit de eigen regio komt. Daarbij stelt de retail zich strenger op: er komt steeds meer controle op voedsel en de eisen zijn hoger. Zo moet voedsel in veel gevallen honderd procent schoon (bestrijdingsmiddelen- en insectenvrij) zijn. Een flinke uitdaging voor leveranciers.” Certhon biedt innovatieve technische teeltoplossingen om in deze voedselproductie aan groentebehoeften tegemoet te komen, vertelt Van der Sande. “Zo ontwikkelen wij groeicellen die het mogelijk maken in volledig daglichtloze ruimtes te telen. Het grote voordeel van het telen in een groeicel is dat het gewas totaal niet beïnvloed wordt door factoren van buitenaf. Ook wordt het gebruik van
bestrijdingsmiddelen of residuen overbodig. Alle relevante teeltfactoren zoals licht, temperatuur, luchtvochtigheid, CO2 en irrigatie worden in een groeicel optimaal ingezet en gecontroleerd. Deze techniek resulteert in kwalitatief goede producten met hogere opbrengsten, waar dan ook ter wereld. De techniek wordt ook voor het kweken van bloemen, planten en medicijnen toegepast. Daarnaast levert Certhon semi-gesloten kassen waarin temperatuur en luchtvochtigheid gestuurd kunnen worden, zodat het kasklimaat tot in de finesses beheersbaar is. De innovatieve techniek voor de groeicellen en glastuinbouw voorziet wereldwijd in de behoefte aan veilig voedsel. Gecontroleerde teelt is de toekomst.”
www.certhon.com
ADVERTORIAL
Een commerciële uitgave van European Media Partner, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad
ANALYSEINDUSTRIE.NL – INSPIRATIE 11
Tanya Bondarouk Professor HRM Universiteit Twente
Hans van Bussel Algemeen directeur SAZAS
Sander Jongsma Eigenaar Verzuimverzekering.online, onderdeel van Hanzesteden Bedrijfsverzekeringen
WAAR KOMT DE BEHOEFTE AAN HET DUURZAAM INZETTEN VAN PERSONEEL VANDAAN?
WAAR KOMT DE BEHOEFTE AAN HET DUURZAAM INZETTEN VAN PERSONEEL VANDAAN?
WAAR KOMT DE BEHOEFTE AAN HET DUURZAAM INZETTEN VAN PERSONEEL VANDAAN?
– De focus ligt voornamelijk op de discussie op werkgeversniveau, werknemers worden daarbij vaak vergeten. En dat terwijl die enorm baat hebben bij investeringen in duurzame inzetbaarheid. Dit thema moet meer van allebei de kanten belicht worden.
WAT MAAKT HET THEMA ZO BELANGRIJK VOOR DEZE PARTIJEN? – Wat ik voornamelijk zie is dat werkenden vaker een voorkeur ontwikkelen voor flexibel werk. Ze willen hun hobby’s combineren met een parttime baan of willen meer flexibiliteit binnen hun huidige fulltime baan. De zoektocht naar emotioneel geluk speelt daarbij een grotere rol dan vroeger. Daarbij willen mensen zich meer ontwikkelen, en zouden werkgevers van werknemers moeten willen leren. Bedrijven zouden hun personeel daarin meer tegemoet moeten komen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Mensen vertrekken daardoor sneller. En niet bij het bedrijf, maar bij de werkgever. Aan hem de taak zijn personeel genoeg te pleasen.
WAT ZIJN CONCRETE OPLOSSINGEN VOOR DIT PROBLEEM?
– Het is van belang in de discussie over het duurzaam inzetten van werknemers óók die werknemers zelf mee te nemen. Het gaat erom te streven naar betrokkenheid en loyaliteit van je personeel. Die kom je tegemoet door je personeelsleden voldoende aandacht te geven, ze ruimte te bieden voor persoonlijke ontwikkeling, en ze het gevoel te geven dat ze onmisbaar zijn in de organisatie.
– In onze sector zowel vanuit werkgevers als vanuit werknemers. Niet alleen bedrijven zelf willen investeren in duurzame inzetbaarheid van hun personeel – zij zijn immers het visitekaartje van je organisatie; ook medewerkers zelf hebben, helemaal in deze branche, een groot hart voor de zaak en willen dus zo lang mogelijk, en na uitval zo snel mogelijk, weer op de been zijn.
WAT MAAKT HET THEMA ZO BELANGRIJK VOOR DEZE PARTIJEN?
– Mijn visie is dat bedrijven zelf de ambitie (zouden moeten) hebben een goede werkgever te zijn voor hun werknemers. Die zijn immers cruciaal voor de continuïteit van de organisatie. Dat maakt het concept ‘duurzaam personeel’ zo belangrijk.
WAT ZIJN CONCRETE OPLOSSINGEN VOOR DIT PROBLEEM?
– Bedrijven zouden moeten nadenken over waar medewerkers zouden kunnen uitvallen. Op basis van de privésituatie, maar ook omdat we in Nederland langer doorwerken door de verhoogde AOW-leeftijd. Daarbij kunnen werkgevers al tijdens periodieke gesprekken vragen naar wat hun mensen bezighoudt. Met die aandacht groeit de waardering voor de zaak. Daarbij moet ook naar concrete oplossingen gezocht worden. Hoe signaleer je als werkgever dat een medewerker niet lekker in zijn vel zit, en hoe ga je daarover met hem in gesprek? Ook veilig werken is een agendapunt. Bedrijven kunnen hierin getraind worden. Managers, maar ook medewerkers zelf. Hoe til je bijvoorbeeld op een zo ergonomisch verantwoorde manier? De werkgever die wil dat verzuimend personeel uiteindelijk weer met plezier aanhaakt, dient zijn thuiszittende medewerker online en offline genoeg aandacht te geven. Onze sector heeft trouwens in Nederland de laagste ziekteverzuimcijfers. Daar zijn we natuurlijk heel trots op.
– Zowel van organisaties als van het betrokken personeel. Beide partijen profiteren ervan als werknemers gezond én gelukkig op de werkvloer staan.
WAT MAAKT HET THEMA VOOR DEZE PARTIJEN ZO BELANGRIJK?
– Aan de ene kant is het van belang te zorgen voor fitte en gezonde werknemers in een tijd waarin de AOW-leeftijd verhoogt. Je wilt ze immers langer aan je binden als werkgever. Aan de andere kant willen medewerkers lekker in hun vel zitten binnen een bedrijf. Daar kan een werkgever voor zorgen door in te zetten op duurzame inzetbaarheid.
WAT ZIJN CONCRETE OPLOSSINGEN VOOR DIT PROBLEEM?
– Werkgevers dragen bij aan deze ontwikkeling door in te zetten op bijvoorbeeld vitaliteitsmanagement. Zorgverzekeraars hebben daar al uitstekende programma’s voor. Bijvoorbeeld in de vorm van bepaalde testen op de werkvloer tijdens zogenaamde gezondheidsdagen, van lichaamssamenstellingsanalyses tot het meten van vetpercentage, spiermassa, BMI en zelfs bloedonderzoek. Bedrijven zouden ook op de hoogte moeten zijn van mogelijkheden op het gebied van sportschoolabonnementen of hulp bij het stoppen met roken, die ze via hun verzekeraars kunnen aanbieden aan hun mensen. Preventieve benaderingen moet men niet onderschatten, want je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.
MEER LEZEN? ANALYSEINDUSTRIE.NL Ben u geïnteresseerd om meer opinies van experts te lezen over de toekomst van agircultuur in Nederland? Op analyseindustrie.nl staat een interview met Ruud Huirne, directeur Food&Agri Nederland bij de Rabobank die vertelt over Nederland als kraamkamer van wereldwijde landbouwinnovaties.
AGRITEAM MAKELAARS WAT HEBBEN WIJ TE BIEDEN: · Aan- en verkoop van agrarische objecten · veehouderij · akkerbouw · bloembollen · glastuinbouw · Taxaties voor diverse doeleinden · Pachtzaken, onteigening en schadeloosstelling · Emigratie
www.agriteam.nl · info@agriteam.nl · Tel. 088-170 00 00
SAZAS dé verzuimspecialist in de agrarische en groene sector
Alles voor verzuim geregeld bij één partij Online inzicht en wijzigen met MijnSAZAS klantportaal Gratis advies van de WIA expert van SAZAS Kosteloos Poortwachtergarantie
SAZAS is meer dan een verzekeraar alleen. Wij zijn verzuimspecialist. Met onze verzuimverzekering en verzuimaanpak helpen we u om uw werknemers gezond aan het werk te houden. Dit doen we door uw zieke werknemers vanaf de eerste ziektedag te begeleiden. En daarnaast ondersteunen wij u met diverse verzuimoplossingen om uw verzuim te verminderen. Met de complete verzuimaanpak van SAZAS kunt u blijven ondernemen. Samen houden we uw bedrijf gezond.
Vraag nu vrijblijvend een offerte aan op www.sazas.nl/verzuimverzekering of bel 071 568 91 99