Procesindustrie met hulp van engineering en onderhoud steeds duurzamer
Duurzaamheid en materiaalefficiëntie zijn onmisbare pijlers voor de toekomst van de chemische industrie. Met een sterke focus op innovatie en samenwerking zetten bedrijven in op de transitie naar een duurzame procesindustrie.
In het proces van verduurzaming zijn samenwerking en technische innovatie cruciaal. Bedrijven in de keten spelen hierin een sleutelrol, bijvoorbeeld door efficiëntere processen en duurzame oplossingen te bieden. Een belangrijke speler in de verduurzaming van de procesindustrie biedt zowel technische ondersteuning als expertise in onderhoud en engineering. “Duurzaamheid is een kernthema in onze strategie”, zegt Thierry Burki, Executive President Engineering & Maintenance België en Nederland bij Bilfinger. Het bedrijf ondersteunt zijn klanten niet alleen met technische expertise, maar ook met oplossingen die bijdragen aan een duurzame toekomst. “We zien onszelf als een onderdeel van de oplossing voor de duurzaamheidsuitdagingen in de industrie”, zegt Burki.
Executive president Bilfinger Engineering & Maintenance België en Nederland
Partner in verduurzaming
Een van de concrete bijdragen is het verbeteren van de efficiëntie en betrouwbaarheid van installaties. “Met ons isolatiewerk zorgen we ervoor dat warmteverliezen tot een minimum worden beperkt, wat direct bijdraagt aan een lagere energiebelasting”, zegt Burki. Ook speelt Bilfinger een belangrijke rol in de elektrificatie van installaties, een cruciale stap richting decarbonisatie.
“Ons doel is om een groter aandeel van ons portfolio te richten op projecten die bijdragen aan de verduurzaming van de industrie”, zegt Burki. Dit omvat zowel nieuwbouwprojecten, zoals CO₂-afvanginstallaties en waterstofproductiefaciliteiten, als het verduurzamen van bestaande installaties.
Daarnaast biedt Bilfinger ondersteuning bij onderhoudsprojecten die gericht zijn op het upgraden van oudere installaties. “Veel van onze klanten hebben verouderde infrastructuur, en wij helpen hen deze
te moderniseren zodat ze niet alleen efficiënter maar ook duurzamer worden”, legt Burki uit. Dit is essentieel om bedrijven toekomstbestendig te maken in een snel veranderende industrie.
Innovatie en materiaalefficiëntie
Naast energie-efficiëntie richt Bilfinger zich ook op materiaalefficiënte oplossingen. Een voorbeeld hiervan is hun betrokkenheid bij projecten voor moleculair recyclen. Volgens Burki: “Via technieken zoals pyrolyse, een proces waarbij plastic afval bij hoge temperaturen wordt afgebroken, helpen we bij het omzetten van dit afval naar koolwaterstofverbindingen, die opnieuw gebruikt kunnen worden.”
Deze zogenoemde plastic-to-liquidtechnologieën zijn veelbelovend, maar staan nog in de kinderschoenen. Bilfinger werkt samen met klanten aan pilotinstallaties om deze technologieën op te schalen en marktrijp te maken.
“Deze technologie kan een gamechanger zijn, maar daarvoor zijn grootschalige toepassingen en regelgevende ondersteuning essentieel”, zegt Burki. Hij pleit dan ook voor een versnelling van vergunningstrajecten en meer flexibiliteit bij de implementatie van innovatieve technologieën. “Wat hier niet gebeurt, zal elders gebeuren. Europa moet deze kansen grijpen.”
Om circulariteit verder te bevorderen, werkt Bilfinger ook aan oplossingen voor de chemische sector die verder reiken dan recycling. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van technologieën voor groene waterstofproductie en het hergebruik van bijproducten uit chemische processen. “Circulariteit gaat over meer dan hergebruik. Het vraagt om een fundamentele verandering in hoe we materialen en grondstoffen inzetten”, aldus Burki.
Regelgeving en uitdagingen
Hoewel Bilfinger vooroploopt in innovatie, wordt de transitie naar een duurzame chemie geremd door enkele hardnekkige obstakels. Volgens Burki zijn complexe en trage vergunningsprocessen een belangrijke barrière: “Het is essentieel dat overheden durven innoveren in hun regelgeving en bijvoorbeeld versneld vergunningensystemen invoeren.”
Daarnaast wijst Burki op de hoge energieprijzen in Europa, die de concurrentiepositie van de industrie onder
druk zetten. “Asset owners staan onder enorme druk door de hoge kosten, en zonder ingrijpen kunnen investeringen naar het buitenland verschuiven”, zegt Burki. Hij benadrukt dat samenwerking binnen de keten essentieel is om deze uitdagingen aan te pakken en duurzame oplossingen te realiseren.
Ook het tekort aan technisch geschoold personeel vormt een uitdaging voor de industrie. Bilfinger zet daarom sterk in op innovatie. “Innovatie helpt ons om efficiënter te werken en tegelijkertijd aantrekkelijker te zijn als werkgever”, zegt Burki. Het bedrijf werkt daarnaast samen met onderwijsinstellingen om de instroom van technisch talent te bevorderen.
klimaatneutraliteit. “Onze kracht ligt in onze multidisciplinaire expertise en onze focus op samenwerking binnen de keten”, benadrukt Burki. Of het nu gaat om chemische processen, biotechnologie of infrastructuur, Bilfinger verbindt technologieontwikkelaars, asset owners en andere belanghebbenden om gezamenlijke vooruitgang te boeken.
De rol van Bilfinger gaat verder dan technische ondersteuning. Het bedrijf helpt klanten ook bij het verkrijgen van financiering en het opstellen van haalbare plannen. “We werken samen met zowel gevestigde bedrijven als innovatieve startups om duurzame technologieën naar een hoger niveau te tillen”, zegt Burki.
Circulariteit vraagt om fundamentele veranderingen in grondstoffengebruik
“Het is essentieel dat scholen en bedrijven nauwer samenwerken om het curriculum af te stemmen op de behoeften van de industrie.”
Net Zero en ketensamenwerking
Een ander belangrijk onderdeel van Bilfingers strategie is zijn Net Zero Approach. Met deze allesomvattende aanpak helpt het bedrijf klanten om stappen te zetten richting
Een blik op de toekomst Bilfinger blijft investeren in digitalisering en innovatie om processen verder te optimaliseren. “Digitaliseren is essentieel om installaties efficiënter te maken en energieverbruik te reduceren”, zegt Burki. Het bedrijf zet bijvoorbeeld in op het digitaliseren van administratieve en operationele processen, wat niet alleen kosten bespaart maar ook bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Daarnaast ziet Burki kansen in de groeiende aandacht voor sociale duurzaamheid. “Duurzaamheid gaat niet alleen over CO₂-uitstoot. Het gaat ook over hoe we als industrie onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Onze ambitie is om een katalysator te zijn voor de transitie naar een duurzamere industrie. Samen kunnen we een toekomst creëren waarin duurzaamheid en economische groei hand in hand gaan”, zegt Burki.
Duurzame installaties in de chemiesector
De chemische industrie staat aan de vooravond van een fundamentele transitie. Met de toenemende focus op duurzaamheid en strengere regelgeving moeten bedrijven innovatief zijn om relevant te blijven. Deze veranderingen bieden niet alleen uitdagingen, maar ook kansen voor een duurzame toekomst.
In de chemiesector speelt infrastructuur een cruciale rol. Installaties, transportsystemen en onderhoud bepalen de operationele efficiëntie én de milieuprestaties van fabrieken. Hier komt J. de Jonge Group in beeld, een familiebedrijf met ruim zeventig jaar ervaring in mechanisch ingenieurswerk. Ze bouwen en onderhouden van tanker tot en met tankopslag. Het bedrijf heeft een sterke positie opgebouwd in de petrochemische industrie. Ze opereren wereldwijd met meer dan 700 medewerkers: veertig procent van hun projecten wordt uitgevoerd in het buitenland, waaronder complexe bouw- en renovatiewerken in Europa, het MiddenOosten en Amerika.
Alexander de Jonge,
CEO, J. de Jonge
Alexander de Jonge, CEO, beschrijft hun missie als een combinatie van vakmanschap, duurzaamheid en innovatie. “Wij willen klanten helpen om niet alleen efficiënt te werken, maar ook toekomstbestendig te zijn. Dat betekent duurzame keuzes maken, zelfs in een sector die traditioneel gezien niet als milieuvriendelijk wordt beschouwd.”
Duurzaamheid als drijvende kracht Hoewel chemie en duurzaamheid op het eerste gezicht tegengesteld lijken, is er binnen de sector een grote verschuiving gaande. Nieuwe technologieën en materialen, gecombineerd met strengere regelgeving, maken verduurzaming noodzakelijk én haalbaar. J. de Jonge speelt hierop in door klanten oplossingen te bieden die emissies verlagen en processen optimaliseren.
Denk hierbij aan elektrificatie van laaden lossystemen, gebruik van batterijen tijdens de bouw, hergebruik van materialen en energie-efficiënte installaties. Zo bouwen ze een opslagtank met behulp van containerbatterijen, wat 70% brandstof bespaart. Ook ontwerpen ze pompsystemen die 25% minder energie verbruiken dan conventionele alternatieven. Deze
innovaties dragen niet alleen bij aan lagere kosten voor klanten, maar ook aan de verduurzaming van hun processen. “De energietransitie hoeft geen kostenpost te zijn. Met de juiste oplossingen kun je zelfs besparen”, stelt De Jonge.
Cleantech-pioniers
J. de Jonge werkt regelmatig samen met bedrijven die duurzaamheid centraal stellen. Een illustratief voorbeeld is hun recente project met UBQ Materials, een wereldwijde fabrikant dat huishoudelijk afval omzet in een bio-based thermoplastisch composiet. Voor de bouw van een nieuwe fabriek in Bergen op Zoom werden ze ingeschakeld om het volledige leidingsysteem te ontwerpen, bouwen en installeren. Dit omvatte de integratie van geavanceerde droog- en smeltsystemen die huishoudelijk afval transformeren tot een hoogwaardige kunststofvervanger.
De samenwerking met UBQ onderstreept hun aanpak: innovatieve technologie combineren met praktische oplossingen. Ondanks logistieke uitdagingen, zoals het aanpassen van een bestaand magazijn tot productiefaciliteit, slaagde het team erin om het project tijdig en zonder incidenten op te leveren. “Met dit soort projecten tonen we aan dat duurzaamheid en technische perfectie hand in hand kunnen gaan”, zegt De Jonge.
Strengere eisen rondom stikstofuitstoot en vergunningverlening maken het moeilijk om nieuwe projecten op te starten. Dit leidt vaak tot vertragingen, onzekerheid en stijgende kosten. “Klanten wachten steeds langer voordat ze investeren, omdat vergunningen niet gegarandeerd zijn. Dat is begrijpelijk, maar het remt wel de vooruitgang”, aldus De Jonge.
Daarnaast speelt het wereldwijde tekort aan technisch personeel een grote rol. Om het werk gedaan te krijgen met minder arbeidskrachten, investeert J. de Jonge in digitalisering en automatisering. Robots nemen steeds vaker repetitieve en zware taken over, zoals geautomatiseerde lasprocessen, het schilderen van tanks of het schoonmaken van opslagruimtes. Hierdoor kunnen medewerkers zich richten op meer gespecialiseerde werkzaamheden.
dat afval steeds vaker wordt hergebruikt als grondstof, een trend die J. de Jonge ondersteunt met hun expertise in pyrolyse-installaties. Deze systemen zetten plastic om in olie, waardoor het opnieuw kan worden gebruikt in de productiecyclus. “Circulariteit is niet langer een toekomstvisie, het is de realiteit van vandaag”, benadrukt De Jonge. “De vraag is niet óf bedrijven mee moeten doen, maar hoe snel ze dat kunnen.”
J. de Jonge
De energietransitie hoeft geen kostenpost te zijn
Obstakels
Toch is verduurzamen binnen de chemie niet zonder obstakels. Een van de grootste uitdagingen is regelgeving.
Expertise in pyrolyse
De chemische industrie is volop in transitie. De vraag naar duurzame materialen, zoals bioplastics en gerecyclede polymeren, neemt toe. Tegelijkertijd evolueren traditionele productieprocessen richting een circulair model. Dit betekent
Circulariteit is niet langer een toekomstvisie, het is de realiteit van vandaag
Familiewaarden als fundament
Wat hen onderscheidt, is de combinatie van technische expertise en persoonlijke betrokkenheid. Als familiebedrijf staan 24/7 service, korte lijnen, snelle besluitvorming en langdurige klantrelaties centraal. Deze aanpak maakt het mogelijk om flexibel en efficiënt te opereren, zelfs in een sector waar regelgeving en marktcondities voortdurend veranderen. Het bedrijf blijft zich inzetten voor innovatie en veiligheid. Zo hebben ze in de haven van Rotterdam een nieuwe emissieloze fabriek gebouwd met een offshore kade. Hier maken ze producten voor vloeibare waterstof en zijn er plannen voor verdere verduurzaming. “Wij willen laten zien dat je ook in een traditionele sector als de chemie een verschil kunt maken. Door samen te werken met klanten, te blijven innoveren en duurzame keuzes te maken, dragen we bij aan een betere toekomst voor iedereen.”
TOEKOMST VAN DE CHEMISCHE- EN MAAKINDUSTRIE
Chemie: motor voor verduurzaming en economische groei
VOORWOORD
Campagne Manager
Jelle Stekelbos
Managing Director
Jonathan Andersson
Redactie
Eltjo Nieuwenhuis & Jamilla Kessler
Graphic Design
Kiloe van Benthem
Tekst
Fred Pals, Michel de Ruyter, Jan Koning, Hugo Schrameyer & Jacqueline Vaessen
Coverfoto
AdobeStock
Gedistribueerd met Het Financieele Dagblad 2024
Drukkerij
RODI Rotatiedruk
Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Dit is een commerciële uitgave. De FDredactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Uitgegeven door Contentway B.V.
Keizersgracht 424
NL1016 GC Amsterdam
Telefoon
+31 20 808 82 00
Website contentway.nl
Email info@contentway.nl redactie@contentway.nl
Lees meer op contentway.nl
Volg ons op social media op /contentwaynl
Veel mensen staan er niet bij stil, maar de chemische industrie vormt de ruggengraat van onze samenleving. Van medische doorbraken en voedselvoorziening tot waterzuivering, duurzame energie, circulaire en geavanceerde materialen voor hightech: chemie maakt het mogelijk. De recente geopolitieke situatie vergroot de vraag naar chemische innovaties voor defensietoepassingen.
Nederland speelt hierin een hoofdrol, met een chemische sector die innoveert en inspireert. We zijn een innovatieland met een internationale reputatie. Daar mogen we trotser op zijn, maar tegelijk moeten we niet op onze lauweren rusten.
Ik zie landen om ons heen met meer durf en visie inzetten op innovaties ten gunste van het nationaal verdienvermogen. Wij stagneren omdat we niet kiezen en doorpakken op onze keuzes, zoals voor producten op basis van reststromen uit landbouw, recyclen van plastic en groene waterstof. Om onze sterke positie te behouden moeten we echt durven investeren in wat nú nodig is.
De uitdagingen waar we samen voor staan, zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste, zijn groot. De chemische sector kan het verschil maken door in te zetten op innovatieve technologieën. Denk aan groene grondstoffen, CO₂-opslag en hergebruik, batterijtechnologie en ‘advanced materials’. Elk nieuw idee, elke ontdekking kan de weg vrijmaken naar een groene welvarende toekomst, mits we samenwerken.
Innovatie vereist samenwerking en de inzet van AI Samenwerking, zowel publiek als privaat, is een voorwaarde voor
succes. Innovatie bloeit op plekken waar bedrijven en kennisinstellingen elkaar versterken, ondersteund door overheidsinstanties. Door kennis te delen en krachten te bundelen, van startups tot multinationals en van labs tot fabrieken, kunnen we sneller vooruitgang boeken. Dit samenspel vormt de motor achter oplossingen die niet alleen Nederland, maar ook de wereld vooruithelpen. Kunstmatige intelligentie (AI) versnelt hierbij de ontwikkeling van nieuwe technologieën en materialen en optimaliseert productieprocessen. Het maken van slimme keuzes op basis van data is cruciaal in een wereld waarin snelheid en maatwerk het verschil maken tussen vooroplopen en achterblijven.
Het maken van slimme keuzes op basis van data is cruciaal
Stoppen met discussiëren en aan de slag
Tegelijkertijd moeten we een omgeving creëren waarin talent floreert. Van mbo-vakmensen tot wetenschappelijke onderzoekers, iedereen moet kunnen bijdragen. Ook internationale studenten,
Innovatie: minder chemische vervuiling in koelwater
Europese industrieën zien zich geconfronteerd met strengere milieueisen omtrent koelwatergebruik. Uitdaging daarbij is dat bacteriën en algen de doorstroming van koelwater door warmtewisselaars behoorlijk belemmeren. Er wordt actief gezocht naar alternatieven voor het gebruik van chemicaliën om dit probleem te tackelen.
Liévin De Vriese, oprichter van IMCHLO, heeft deze uitdaging opgepakt en wil met IMCHLO Stab-15 tot een nieuwe standaard komen. Deze kan de benodigde hoeveelheid chloorbleekloog tot 50% verlagen. Chloorbleekloog wordt vaak gebruikt bij koelwaterbehandeling
voor de controle van microbiologie en het bestrijden van biofilm. Het probleem bij chloor is dat er schadelijke AOX’en worden gevormd, verontreiniging in de vorm van gechloreerde koolwaterstoffen. Deze zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en daarmee een ramp voor de natuur.
IMCHLO’s technologie maakt gebruik van een speciale oplossing, gebaseerd op 15% dimethylhydantoïne (DMH) een substantie met een uitstekend ecotoxiciteitsprofiel. Zonder al te veel op technische details in te gaan, licht Liévin dit toe: “Met IMCHLO Stab-15 kunnen we de vorming van schadelijke AOX-verbindingen aanzienlijk terugdringen. Een bijkomend
voordeel is dat gebruikers besparen op energie en onderhoud. De technologie die we inzetten, voorkomt corrosie en verlengt de levensduur van systemen.”
Minder belasting
Belangrijke kwaliteit van IMCHLO Stab-15 is dat de methode eenvoudiger en goedkoper is dan andere alternatieven zoals chloordioxide en monochlooramine. Liévin: “Mijn doel is om deze aanpak binnen drie jaar de standaard te maken in koelwaterbehandeling. Wat ik hiermee wil benadrukken, is dat we met een lagere dosering van chemische producten, betere prestaties en lagere kosten, een oplossing bieden die zowel bedrijven als het mili-
die Nederland momenteel ontmoedigt om hier te studeren, hebben een belangrijke rol in ons innovatieve ecosysteem.
Ik ervaar helaas wel dat het publieke debat over zulke onderwerpen en zeker ook over de Nederlandse industrie vaak polariserend wordt gevoerd, wat leidt tot verdeeldheid. Dit werkt belemmerend, terwijl andere landen doorpakken. Ik wil graag het potentieel aan ondernemerschap en innovatie in Nederland benutten om tot de koplopers in Europa en de wereld te blijven behoren op het gebied van duurzame en geavanceerde chemie.
Durf te kiezen
De chemische industrie, van in Nederland gevestigde mondiale spelers tot een bloeiende start-up en scale-up community, staat klaar om te leveren. De vraag is: grijpen we de kans om deze sector te laten groeien als drijvende kracht voor verandering? De keuzes van vandaag bepalen hoe onze wereld er morgen uitziet.
eu ten goede komt. Vooral dat laatste is belangrijk: “Bedrijven hebben de verplichting om te voldoen aan steeds strengere milieueisen. Deze innovatie kan bijdragen aan de verduurzaming van industriële processen.”
Nieuwe wetgeving stelt hoge eisen aan etiketten
Veiligheid en duurzaamheid staan centraal bij de ontwikkeling van etiketten in de chemische sector. Nieuwe wetgeving stelt strenge eisen aan leesbaarheid en kleefkracht, waardoor etiketten een belangrijk onderdeel zijn in een industrie waar precisie het verschil kan maken.
In de chemische industrie zijn etiketten meer dan een informatiebron. Ze zijn vooral ook een veiligheidsmaatregel. Neem de bekende blauwe drums met chemische inhoud. Die moeten na verlies vanaf een schip maanden op zee kunnen drijven met een leesbaar label dat bestand is tegen extreme omstandigheden. “Daarbij gaat het bovendien niet alleen om de zichtbaarheid, maar ook om duurzaamheid en kleefkracht. Je wilt niet dat een dergelijk etiket door zeewater wordt losgeweekt”, zegt Jan-Willem Vink, commercieel directeur bij Geostick.
Koninklijk
Het bedrijf is al honderd jaar specialist in etikettering en in het bezit van het predicaat Koninklijk. Wat in de wereld van etiketten nu vooral speelt, zijn de strengere eisen van nieuwe Europese wetgeving, zoals CLP (Classification, Labelling &
Geostick geostick.nl
Jan-Willem Vink, Commercieel directeur, Geostick
Packaging). Deze regelgeving stelt specifieke eisen aan de grootte en leesbaarheid van tekst en symbolen op etiketten. Voor veel producten is de oplossing te vinden in meerlaagse etiketten: compacte ‘twin- en triple labels’ die extra informatie bevatten zonder dat de ruimte op de verpakking verloren gaat. Vink: “Onze labels moeten
niet alleen leesbaar blijven, maar ook bestand zijn tegen chemicaliën, vocht en extreme temperaturen. Dit vereist niet alleen innovatie in materialen, maar ook een scherp oog voor milieuvriendelijkheid. We kijken altijd hoe we de CO₂-impact kunnen beperken, bijvoorbeeld door efficiënter materiaalgebruik.”
Technische expertise
De impact van de nieuwe regels gaat verder dan techniek alleen. Voor bedrijven in de chemische sector betekent de overstap naar complexere etiketten vaak een verdubbeling van de verpakkingskosten.
Toch erkennen bedrijven de noodzaak
Europe – Partner Content
ervan: labels zijn essentieel voor veiligheid, regelgeving en branding. “Veel mensen denken dat een etiket gewoon een sticker is, maar zonder ons werk kunnen producten simpelweg niet de markt op. Het ontwerpen en produceren ervan vereist een combinatie van technische expertise, kennis van regelgeving en oog voor details. Zeker in de chemische industrie, waar veiligheid vooropstaat, spelen etiketten een cruciale rol. Uiteindelijk draait het allemaal om vertrouwen. Een goed label beschermt niet alleen het product, maar ook de gebruiker”, besluit Vink.
Bereidwilligheid rondom duurzaamheid groot
In 2023 stootte de industrie in Nederland 32% van de totale hoeveelheid broeikasgassen uit, veruit het grootste deel. De uitstoot van CO2 is sinds 1990 echter dertien megaton lager. Met zes megaton werd de grootste afname gerealiseerd door de chemische industrie, wat wijst op een duidelijke trend richting verduurzaming in de sector.
Een voorbeeld van deze verduurzaming zien we bij Sachem Europe. Het bedrijf is sinds 1970 gevestigd in Zaltbommel, waar ze met zo’n tachtig medewerkers een breed aanbod van fijnchemicaliën produceren voor B2B-toepassingen. Hun belangrijkste product is ‘Reagens’ en wordt gebruikt om kationisch zetmeel te maken voor in de papierindus-
trie. Dit proces is in de afgelopen decennia zo ver geoptimaliseerd, dat alle grondstoffen worden omgezet in product. Ook worden de hulpstoffen gerecycled en blijft er nog maar 0,1-0,2% afval over. Daarnaast verduurzamen ze op talloze andere vlakken hun bedrijfsvoering.
Elektrificeren
Stefan Arts is de plant director van het sinds 2001 Amerikaanse bedrijf Sachem. Hun productie in Nederland draait het hele jaar 24/7 door. “We hebben twee gasgestookte stoomboilers staan, waar per jaar ruim twee miljoen kubieke meter gas doorheen gaat. We willen ze graag elektrificeren, maar daarvoor is een grotere aansluiting nodig op het net. Op dit moment is dat, met vijf megawatt extra, niet mogelijk.” Met een groot stuk grond naast het bedrijf, hebben ze ook gekeken naar een zonnepark. Maar dat is niet het hele jaar dekkend. “Batterijen zijn daarnaast nog te duur. Uiteindelijk willen
we wel dat het park er komt, want je wilt naar hernieuwbare stroom. Misschien kunnen we daarbij ook gebruikmaken van een windmolenpark dat vlakbij ligt. Dan wordt het in combinatie met het net. De elektriciteitsaanbieder heeft ons nu 2030 als richtdatum meegegeven”, vertelt Arts.
preservative boosters. In producten als shampoo en huidcrème zijn producten toegevoegd om de groei van schimmels en bacteriën tegen te gaan. De hoeveelheid hiervan kan, met behoud van de gewenste werking van deze minder gezonde stoffen, sterk worden verminderd door gebruik van een booster. Sachem heeft hiervoor op basis van natuurlijke grondstoffen hun Saskine-producten ontwikkeld. Een andere toepassing wordt gezocht in coatings, die ook duurzaam en lang houdbaar moeten zijn.
Flowbatterijen
Dat is volgens mij echt een grote stap naar meer hernieuwbare energie
Preservative boosters Sachem Europe heeft, mede door de concurrentie vanuit Azië, twee speerpunten voor nieuwe processen en producten. De eerste is de ontwikkeling van duurzame producten voor personal care. Een voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde
Een tweede ontwikkeling waar Sachem zich op richt, zijn flowbatterijen op basis van organische redoxkoppels in water. “Je kunt deze batterijen in de vorm van zeecontainers zelfs stapelen, bijvoorbeeld bij zonneparken of in een woonwijk. Dat mag niet met de huidige lithiumbatterijen”, verklaart Arts. “Dat is volgens mij echt een grote stap naar meer hernieuwbare energie. Op deze manier probeert ons bedrijf, wat gestart is met klassieke chemische producten, een voorbeeld te zijn voor vernieuwing.”
De toekomst van de circulaire chemie begint hier
INNOVATIE
Door samenwerking, grensverleggende innovaties en sterke ecosystemen ontstaan oplossingen die bijdragen aan een circulaire economie binnen de chemische sector. De toekomst ligt in het verbinden van kennis en industrie, en het ontwikkelen van technologieën die de energietransitie versnellen.
Wij zijn dé plek waar de toekomst van circulaire materialen en duurzame chemische processen begint”, zegt Astrid Boeijen, CEO van Brightlands Chemelot Campus. Brightlands in Limburg vormt met 4 campussen, 500 bedrijven, 30.000 medewerkers en 14.000 studenten een belangrijke innovatieregio. Startups, scale-ups en multinationals werken er samen aan oplossingen die bijdragen aan een circulaire economie. Eén van de ambitieuze projecten van de Chemelot campus is Brightlands Circular Space, een nieuw initiatief dat volledig is gericht op circulaire plastics. “Hier zetten we de hele waardeketen op pilot- en demoschaal neer”, benadrukt Boeijen. Begin 2025 start de bouw van een polymer processing hall en een circular house, waar nieuwe waardeketens worden ontwikkeld in co-creatie met bedrijven en kennisinstellingen.
De campus richt zich op het bevorderen van de integratie van gerecyclede plastics
in producten. “Het is hoognodig dat het bijmengen van gerecyclede plastics verplicht wordt”, aldus Boeijen. “Zo krijgen recyclingbedrijven een eerlijke kans, en ontstaan er werkbare businessmodellen die concurreren met virgin plastics.” Deze laatste, vaak goedkopere optie, vormt nu nog een uitdaging voor een brede acceptatie van circulaire alternatieven.
Obstakels en kansen in de transitie
Hoewel de campus een belangrijke rol speelt, zijn er nog veel obstakels te overwinnen. Een van de grootste uitdagingen is de Europese regelgeving. “Goede regels voor het verplicht bijmengen van gerecyclede plastics ontbreken nog”, zegt Boeijen. Daarnaast is er behoefte aan fysieke infrastructuur, zoals hoogspanningsstations en leidingen, om elektrificatie en andere duurzame processen mogelijk te maken. Financiering speelt ook een rol. Veel technologieën zitten vast in de overgangsfase tussen pilot en commerciële schaal. “Er zijn goede instrumenten nodig om bedrijven te helpen groeien van proefproject naar volwaardige fabriek.”
De Brightlands Chemelot Campus onderscheidt zich door de nauwe samenwerking tussen chemische bedrijven, kennisinstellingen en technologieontwikkelaars. “De campus biedt bedrijven toegang tot een ecosysteem vol kennis en partners”, aldus Boeijen. “Van startups tot multinationals: iedereen profiteert van onze infrastructuur en expertise.”
Voorloper in duurzaamheid
Met projecten zoals Brightlands Circular Space en een sterke focus op samenwerking bewijst de Brightlands Chemelot Campus dat duurzaamheid en circulariteit haalbaar zijn, mits de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd. “We zijn een unieke campus in de wereld”, zegt Boeijen. “Wat hier gebeurt, is nergens anders te vinden.”
Er zijn goede instrumenten nodig om bedrijven te helpen groeien van proefproject naar volwaardige fabriek
Innovaties zoals de plasmatechnologie, een elektrische vlam waarmee je hoge temperaturen kunt genereren zonder fossiele brandstoffen te verbranden, en slimme ramen die energie besparen, zijn tastbare voorbeelden van wat er mogelijk is als industrie en wetenschap samen optrekken. Deze toepassingen zijn niet alleen lokaal, maar hebben wereldwijd impact.
Door in te zetten op regelgeving, infrastructuur en innovatie draagt de Brightlands Chemelot Campus bij aan een duurzamere chemische sector en een toekomst waarin circulaire economie de norm is. “De transitie is complex, maar met de juiste focus en samenwerking maken we het verschil”, besluit Boeijen.
10.000 m³ water per uur wegpompen? Geen probleem!
Al meer dan 10 jaar werken Antec BV (Vlaanderen) en Vanderkamp (Nederland) samen op het gebied van tijdelijke pompsystemen. Bij een opdracht in Antwerpen verving Vanderkamp voor Antec defecte pompen met systemen die tot 10.000 m3 per uur konden wegpompen.
“De snelheid en voorbereiding van Vanderkamp blijven mij verrassen. Vanderkamp laat niets aan het toeval over en is bijzonder efficiënt in ieder aspect van een project,” aldus Peter Matthijssen, CEO van Antec BV.
+31 (0)38 4222009
Vanderkamp maakt gebruik van drones, 3D-modellen en autonome sturing voor efficiënte en klantvriendelijke maatoplossingen voor tijdelijke pompinstallaties op het gebied van oppervlaktewater, rioolwater, koel- en proceswater, bluswater of zelfs drinkwater.
Meer informatie: www.vdkamp.eu
Decarbonisatie van de chemische industrie
De overgang naar een koolstofdioxidevrije economie en naar het verlagen van de CO2emissies (decarbonisatie dus) is een speerpunt in de verduurzaming. De chemische industrie speelt een cruciale rol in onze moderne wereld. Als leverancier van grondstoffen voor diverse sectoren, zoals farmaceutica, cosmetica en landbouw, staat de sector voor een enorme uitdaging: het drastisch verminderen van haar uitstoot. Met ruim 1,3 miljard ton CO₂uitstoot in 2022, ongeveer 4% van de wereldwijde emissies, heeft de chemische industrie een significante impact op het klimaat. Dit is vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van meer dan 280 miljoen personenauto’s.
Door de hoge CO₂-voetafdruk van productieprocessen is de chemische industrie een van de moeilijkst te verduurzamen sectoren. Terwijl we gezamenlijk werken aan een duurzamere toekomst, wordt het steeds belangrijker dat bedrijven in de chemische industrie concrete stappen zetten richting decarbonisatie. De toenemende druk van consumenten, met name in sectoren zoals FMCG (fast-moving consumer goods) en de autobranche, stimuleert bedrijven om te verduurzamen. Deze sectoren, waarin de chemische industrie een essentieel onderdeel is van de toeleveringsketen, zijn belangrijke aanjagers van verandering.
Strengere regelgeving stimuleert transparantie
Wereldwijd voeren overheden wet- en regelgeving in om de uitstoot van bedrijven te beperken. Europese beleidsmaatregelen zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) bevorderen transparantie en verantwoording in de private sector. Tegelijkertijd neemt de vraag van eindklanten naar duurzame producten toe, waarbij grote industrieën ambitieuze nettonuldoelstellingen hebben gesteld.
Ook richtlijnen zoals de Renewable Energy Directive III (RED III) dwingen verandering af. Deze EU-wetgeving vereist dat tegen 2030 minstens 42% van het waterstofgebruik in industriële toepassingen, zoals ammoniakproductie, afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Dit percentage moet stijgen naar 60%
in 2035. Dit soort regelgeving zal naar verwachting de keuze voor bio-based grondstoffen in de chemische industrie aanzienlijk beïnvloeden.
Daarnaast onderstrepen vrijwillige initiatieven, zoals het Science Based Targets initiative (SBTi), de toenemende betrokkenheid van de sector bij een groenere toekomst. Meer dan 70% van de top 100 chemieproducenten wereldwijd heeft zich gecommitteerd aan CO2 neutraal tegen 2050. Naarmate de druk toeneemt, wordt van bedrijven verwacht dat ze strengere doelstellingen stellen, vooral met betrekking tot grondstoffen.
Decarbonisatie als onderscheidende factor
De weg naar decarbonisatie is complex voor de chemische industrie, gezien de lange waardeketens, verschillende subsectoren en de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen. Toch bieden deze uitdagingen ook kansen. Naar verwachting zal de wereldwijde chemische productie tegen 2030 met ongeveer 13% groeien ten opzichte van 2022.
Een van de meest veelbelovende methoden om de sector te verduurzamen is de overstap naar bio-based grondstoffen. Het vervangen van fossiele brandstoffen door hernieuwbare alternatieven, zoals geavanceerde biobrandstoffen en biomethaan (RNG), kan de uitstoot aanzienlijk verminderen, vooral in Scope 3-emissies. Deze indirecte emissies, afkomstig uit de waardeketen van bedrijven, vormen maar liefst 44% van de
totale uitstoot in de sector.
Daarnaast kunnen energieefficiëntiemaatregelen, zoals het terugwinnen van restwarmte en verbeteringen aan stoomsystemen, een belangrijke bijdrage leveren. In sommige Europese landen kunnen chemische bedrijven zelfs profiteren van energiebesparingscertificaten, zogenaamde “witte certificaten”, door te investeren in projecten die energieverbruik verminderen. STX Group biedt ondersteuning bij elke stap in dit proces, van evaluatie tot het vermarkten van deze certificaten.
Een holistische aanpak voor een duurzame toekomst
Om de chemische sector echt duurzaam te maken, is een integrale aanpak nodig. Dit omvat investeringen in energie-efficiëntie, elektrificatie van processen, en de inkoop van hernieuwbare energie via garanties van oorsprong en power purchase agreements (PPA). Hernieuwbare grondstoffen en
Decarbonisatie in de kunstmestproductie
recycling zijn essentieel voor groene productie, terwijl koolstofafvang, -opslag en hoogwaardige projecten in de vrijwillige koolstofmarkt nodig blijven om resterende emissies te compenseren.
Chemie is verantwoordelijk voor 4% van de wereldwijde CO₂uitstoot
Hoewel de transitie naar een gedecarboniseerde chemische industrie ambitieus is, is deze haalbaar. Door innovatie, samenwerking en een toewijding aan duurzame praktijken, kan de sector bijdragen aan een toekomst waarin bedrijven in harmonie met het milieu opereren.
De samenwerking tussen STX Group en SKW Piesteritz, de grootste producent van ammoniak en ureum in Duitsland, illustreert hoe strategische partnerschappen bijdragen aan een duurzamere industrie. STX Group voorziet SKW Piesteritz van een meerjarige levering van biomethaan. Hiermee kan SKW de koolstofvoetafdruk van zijn kunstmestproductie aanzienlijk verlagen, terwijl het bedrijf zijn toewijding aan duurzaamheid versterkt.
Met een sterke focus op groene agrochemische en industriële chemie, benut SKW Piesteritz deze samenwerking om innovatieve oplossingen te realiseren die voldoen aan de uiteenlopende behoeften van de Duitse industrie. Deze case benadrukt hoe bedrijven door middel van samenwerking en inzet voor hernieuwbare energiebronnen, een voortrekkersrol kunnen vervullen in de transitie naar een koolstofarme toekomst.
Een cruciale schakel in de materialentransitie
TRANSITIE
De materialentransitie vormt de ruggengraat van een circulaire economie, en de chemische industrie speelt hierin een onmisbare rol. Deze sector is verantwoordelijk voor het omzetten van grondstoffen in materialen die in bijna alle industrieën worden gebruikt. Tegelijkertijd staat de chemische industrie voor de uitdaging om te voldoen aan strenge Europese regelgeving én duurzaam innoveren. Vooral op het gebied van circulaire plastics worden grote stappen gezet, maar de weg naar een volledig circulaire keten blijft complex.
Meer dan recyclen
De chemische industrie definieert de materialentransitie als een uitgebreide herstructurering van de manier waarop grondstoffen worden verwerkt, gebruikt en hergebruikt. Het gaat niet alleen om recycling, maar ook om het ontwikkelen van nieuwe methoden om fossiele grondstoffen te vervangen door hernieuwbare alternatieven of afvalstromen opnieuw in te zetten. Zonder deze transitie is een circulaire economie simpelweg niet mogelijk.
Circulaire plastics spelen een sleutelrol in de materialentransitie. Met innovaties zoals chemische recycling kunnen kunststoffen worden teruggebracht tot basismoleculen, wat hoogwaardig hergebruik mogelijk maakt, zelfs voor toepassingen zoals voedselverpakkingen.
Europa als motor voor verandering
De Europese Unie is de aanjager van de materialentransitie. Met strengere richtlijnen voor verpakkingen, inzameling en recycling zet Europa een uniforme standaard. Voor de chemische industrie betekent dit dat bedrijven verplicht worden om verpakkingen recyclebaar te maken en hogere recyclingdoelstellingen te behalen. Deze regelgeving creëert een gelijk speelveld binnen de Europese markt en moedigt bedrijven aan om te investeren in duurzame technologieën.
De harmonisatie van regelgeving is niet alleen een stimulans voor innovatie,
maar voorkomt ook oneerlijke concurrentie. De Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) zet zich actief in voor deze Europese aanpak. Door samenwerking met internationale organisaties, zoals Cefic (European Chemical Industry Council), wordt gezorgd voor duidelijke normen en afspraken. Dit maakt het eenvoudiger voor bedrijven om grensoverschrijdend te opereren en hun impact te vergroten.
Circulaire plastics als voorbeeld van transitie
Een belangrijk voorbeeld van hoe regelgeving en innovatie samenkomen, is de ontwikkeling van circulaire plastics. Tot voor kort was het technisch bijna onmogelijk om kunststof uit voedselverpakkingen opnieuw te gebruiken voor dezelfde toepassing. Dankzij chemische recycling kan dit nu wel. Europese regelgeving heeft hierin een katalyserende rol gespeeld door duidelijke doelen te stellen voor het gebruik van gerecycled materiaal in contactgevoelige producten.
Deze vooruitgang motiveert chemiebedrijven om verder te investeren in duurzame oplossingen. Zo wordt in Nederland gesproken over een norm voor circulaire plastics, die kunststof van afval of biopolymeren uit fossiele grondstoffen een nieuwe bestemming geeft. Dit initiatief, onderdeel van de klimaatmaatregelen, benadrukt de cruciale rol van de chemische
industrie in het verduurzamen van materiaalstromen.
Internationale samenwerking en uitdagingen
Ondanks deze vooruitgang blijft de materialentransitie een uitdaging. Omdat 80% van de chemische producten de grens overgaan, is een nationale aanpak niet voldoende. De industrie is sterk afhankelijk van internationale samenwerking en regelgeving om complexe logistieke en economische knelpunten aan te pakken. Europese besluitvorming is daarom van groot belang, niet alleen voor de chemische industrie maar ook voor de sectoren die van haar producten afhankelijk zijn.
Om het vertrouwen van de samenleving te behouden, moet de industrie blijven samenwerken met andere sectoren, maar ook investeren in transparante processen en veilige toepassingen. Denk hierbij aan verbeterde recyclingmethoden en duurzaamheidsnormen die in lijn zijn met de maatschappelijke verwachtingen.
De duurzame toekomst
De materialentransitie biedt enorme kansen voor de chemische industrie om bij te dragen aan een circulaire economie. Met circulaire plastics en chemische recycling kunnen innovatie en regelgeving samen impact maken. Door harmonisatie van normen, focus op duurzaamheid en samenwerking, kan de sector een voortrekkersrol spelen in de transitie naar een toekomst zonder afval.
Met de steun van Europese regelgeving en brancheorganisaties zoals de VNCI is de chemische industrie goed gepositioneerd om de uitdagingen van de materialentransitie aan te gaan. De weg naar een circulaire economie is complex, maar de kansen zijn groot – voor zowel de industrie als de samenleving.
Innovatie en veiligheid in balans op Jaarcongres Industriële Veiligheid
VERDIEPING
Op 30 januari 2025 vindt in DeFabrique, Utrecht, het Jaarcongres Industriële Veiligheid plaats. Dit jaarlijkse evenement biedt professionals in de chemie en procesindustrie een unieke kans om de nieuwste trends te verkennen en praktische inzichten op te doen.
Het congres, georganiseerd door Joop Hermans van Heliview, staat dit jaar in het teken van de balans tussen innovatie en veiligheid. “Innovatie gaat steeds sneller, maar veiligheid moet gelijke tred houden”, zegt Hermans. “Ons doel is om deelnemers te laten zien hoe deze twee aspecten hand in hand kunnen gaan.” Een van de thema’s die centraal staan, is de impact van kunstmatige intelligentie (AI). Volgens Martijn Drost, keynote speaker en expert op het gebied van veiligheid, biedt AI veel kansen maar ook uitdagingen. “AI kan data-analyse versnellen en voorspellend werken om risico’s te identificeren, maar het mag nooit regels zelfstandig gaan overtreden”, zegt Drost. “Veiligheid moet een integraal onderdeel blijven van elke innovatie.”
Een uniek platform voor kennisdeling
Het programma biedt een mix van keynotes, workshops en interactieve sessies. Een hoogtepunt is de presentatie van Marco van den Bosch, CCO bij PAL-V, over de veiligheidsuitdagingen bij de ontwikkeling van de eerste vliegende auto. Daarnaast belicht het congres actuele onderwerpen zoals cybersecurity en veranderende EUregelgeving. Drost en Hermans verwachten dat deelnemers het congres verlaten met nieuwe kennis en praktische handvatten. “Ze krijgen inzicht in trends, zoals hoe AI en andere innovaties veilig kunnen worden geïmplementeerd”, zegt Hermans. “Het gaat erom voorbereid te zijn op de toekomst.”
Met een breed scala aan sprekers en thema’s belooft het congres een inspirerende dag te worden voor iedereen die betrokken is bij industriële veiligheid. Zoals Drost het treffend samenvat: “Innovatie stopt niet, maar veiligheid mag nooit achterblijven.”
Veiligheid moet een integraal onderdeel blijven van elke innovatie
Koninklijk
Instituut van Ingenieurs – Partner Content
Hoe chemische ingenieurs plastic veranderen
Kunststof, ontworpen om onverwoestbaar te zijn, is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een hoofdpijndossier. Chemisch ingenieurs schieten nu te hulp door te werken aan betere recyclingmethoden en nieuwe polymeersoorten. En daar is haast bij, want de behoefte aan plastic groeit nog steeds.
Wie dit leest, heeft misschien net een boterham uit een plastic zak gehaald of uit een plastic fles gedronken. Zonder bril met kunststof montuur of tablet met kunststof omhulsel zou het lezen wellicht niet eens lukken. Verder van huis zijn ook rioleringsbuizen, windturbinebladen en auto-onderdelen van kunststof. Een wereld zonder plastic is simpelweg niet meer voor te stellen.
Plastic is dan ook fijn spul: het is licht van gewicht, oersterk en voor veel stoffen nagenoeg ondoordringbaar. Dat is allemaal te danken aan de lange polymeerketens waaruit het is opgebouwd. Polymeerketens die in de natuur niet voorkomen, maar door mensen zijn bedacht en gemaakt. Maar juist dankzij de eigenschappen die plastic zo geliefd maken, is het tevens nauwelijks afbreekbaar en moeilijk te recyclen. Het resultaat: plastic afval vervuilt
Koninklijk Instituut van Ingenieurs kivi.nl
rivieren, zeeën en stranden en bemoeilijkt de weg naar een circulaire economie.
Toch wordt ook plastic - zij het heel langzaam - een kringloopmateriaal.
Dat is te danken aan het verbeteren van mechanische en chemische recycletechnieken, het ontwerpen van nieuwe plastics die beter afbreekbaar of recyclebaar zijn en het verminderen van de hoeveelheid plasticafval met regelgeving. En dat allemaal is te danken aan procesen chemische technologen, vakmensen, kortweg: aan ingenieurs.
Niet alleen de plasticindustrie staat voor een ingrijpende transformatie. Hetzelfde geldt voor zo ongeveer de volledige (chemische) industrie. Technologische ontwikkelingen zoals automatisering, kunstmatige intelligentie (AI) en digital twins veranderen de manier waarop
producten worden ontworpen, vervaardigd en geleverd.
Tegelijkertijd brengt de energietransitie nieuwe uitdagingen, eisen en kansen met zich mee. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met vervuilende uitstoot? Grote industrieën zien heil in het afvangen van C02, een techniek die nog in de kinderschoenen staat maar als veelbelovend geldt. Chemische procestechnologen werken intussen ook aan de toekomst van ons voedsel, aan de kleding van de toekomst (‘ademend’ textiel komt uit de keuken van chemisch ingenieurs) en niet in de laatste plaats aan batterijtechnologie, cruciaal voor de duurzame energiemix van morgen.
Als kennisinstituut voor ingenieurs ziet het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) het als zijn missie om de industrie én de ingenieurs te ondersteunen bij deze cruciale transities. Door technologische expertise en innovatiekracht te bundelen, creëren we samen oplossingen die niet alleen bijdragen aan een sterkere economie, maar ook aan een duurzame samenleving en een betere toekomst. KIVI maakt ingenieurs sterker door ze te verenigen,
Advertorial
door hun stem en smoel te geven in de samenleving, door hen terzijde te staan in hun beroepsontwikkeling en door hun belangen te behartigen. KIVI laat zien wat de waarde is van technologie en techniek; door ook aan jonge mensen te laten zien hoe mooi en belangrijk het vak van ingenieur is, verzekeren we de samenleving van een voortdurende instroom van jong talent.
De industrie staat onder druk om duurzamer te werken. Maar hoe maak je die transitie? Bij Inopsys, een Belgisch bedrijf dat zich toelegt op milieuvriendelijke oplossingen voor de chemische en farmaceutische sector, hebben ze het antwoord.
We spraken met Steven De Laet, oprichter van Inopsys, over hun missie en impact.
Wat doet Inopsys precies?
“Bij Inopsys bieden we on-site oplossingen voor afval(water) en bijproductstromen van de chemische en farmaceutische industrie. Ons doel is om een alternatief te bieden voor het transport en de verbranding van industrieel afvalwater. Daarnaast zijn we ook sterk in de verwijdering van micropolluenten. Bepaalde afvalwaters mogen door de aanwezigheid van toxische chemicaliën of metalen immers niet worden geloosd naar het oppervlaktewater. Onze oplossingen zijn niet enkel goed voor het milieu. Je bespaart er als bedrijf ook mee omdat transport en verbranding erg kostelijk zijn.”
Wat maakt jullie aanpak uniek?
“Onze oplossingen gaan verder dan alleen afvalbeheer of waterzuivering. We verminderen de ecologische voetafdruk, reduceren afvalstromen en creëren waarde door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals edelmetalen (bijvoorbeeld palladium). Onze decentrale aanpak betekent dat we mobiele en modulaire installaties op de productiesite van de klant plaatsen, dicht bij de bron van de zijstromen. Dit stelt ons in staat om te werken met minder onzuivere, duidelijker gedefinieerde stromen.
Daarbij hanteren we een pay-per-use-model waarbij de klant betaalt per ton verwerkt materiaal, wat onze klanten de investering in een installatie bespaart. Aan het einde van het contract nemen wij de mobiele installatie terug
en kunnen we deze hergebruiken voor een ander project. Bovendien zijn wij een one-stop-shop voor de industrie: we beperken ons niet tot één technologie, maar combineren verschillende technologieën voor een hybride en op maat gemaakte oplossing.”
Hoe kijkt u naar de toekomst?
“Duurzaamheid en circulariteit worden steeds belangrijker, zo ook binnen de chemische en
Met een sterke focus op innovatie en samenwerking, is Inopsys een pionier in het verduurzamen van de chemische en farmaceutische industrie.
Voor meer informatie, bezoek onze website: inopsys.eu
Het circulaire potentieel van industrieel afvalwater
farmaceutische sector. Bedrijven in Nederland, België̈ en andere Europese landen zien de noodzaak om hun impact te minimaliseren. In samenwerking met ons moederbedrijf Indaver breiden we onze activiteiten uit naar andere Europese landen, zodat we onze klanten breder kunnen ondersteunen met innovatieve en circulaire oplossingen. Samen kunnen we een grote stap zetten naar een schonere en meer toekomstgerichte industrie.”
Chemie: Rotterdam als internationaal knooppunt
MOGELIJKHEDEN
De chemiesector is onmisbaar in ons dagelijks leven. Het vormt de basis van 95% van de producten die we dagelijks gebruiken: van tandenborstels tot sportschoenen en van zonnepanelen tot isolatiematerialen. Toch staat deze sector, die zo essentieel is voor ons welzijn en onze welvaart, voor grote uitdagingen.
Nederland heeft een rijke traditie in de chemie. Met maar liefst zeven Nobelprijswinnaars en een netwerk van meer dan 400 bedrijven en instellingen zijn we een chemische grootmacht in Europa. Jaarlijks levert de sector € 67 miljard op, creëert het 45.000 goedbetaalde banen en genereert het indirect veel extra banen in de dienstverlening.. Vooral in Rotterdam, met een cluster van bijna vijftig chemiebedrijven, vormt de sector één van de meest efficiënte chemische ecosystemen ter wereld. Talloze bedrijven zoals Nobian, Huntsman, LyondellBasell, Westlake en Shin-Etsu maken Rotterdam tot een wereldwijd knooppunt voor hoogwaardige chemie.
Cruciaal voor de welvaart
De sector is trouwens niet alleen cruciaal voor onze huidige welvaart, maar ook voor een duurzame toekomst. Chemie maakt bioplastics, circulaire isolatiematerialen en coatings voor windmolens en zonnepanelen mogelijk. Maar om de transitie naar een groene economie te realiseren, zijn grote investeringen nodig in infrastructuur, zoals
Victor van der Chijs, Voorzitter, Deltalinqs
waterstofleidingen en elektrificatie. Ook moet de markt voor duurzame producten worden gestimuleerd, omdat klanten vaak nog niet bereid zijn de bijbehorende hogere kosten te betalen.
Hoge regeldruk
De situatie is ondertussen nijpend. Nederlandse chemiebedrijven kampen met torenhoge energie- en netwerkkosten en hebben te maken met regeldruk die hen op achterstand zet ten opzichte van internationale concurrenten. Energieintensieve bedrijven betalen in Nederland
aanzienlijk meer voor elektriciteit en gas dan in de VS of China, die hun industrie actief ondersteunen, bijvoorbeeld via de veelbesproken IRA. Extra regels, zoals de Nederlandse plasticheffing en CO2-heffing, verzwakken de concurrentiepositie van Nederlandse chemiebedrijven nog verder en scheppen een totaal oneerlijk speelveld met buurlanden. Het gevolg? Bedrijven sluiten delen van fabrieken, beëindigen investeringen in schone technologie of verplaatsen hun productie naar het buitenland.
Groene groei
Toch is er hoop. Rotterdam biedt met zijn unieke infrastructuur, internationale verbondenheid en innovatieve bedrijven nog steeds een sterke basis voor chemie. Maar actie is nu nodig: verbeter het investeringsklimaat, verlaag drastisch de netwerktarieven zodat we gelijklopen
VONK
– Partner Content
Elektrificatie en verduurzaming in de chemische industrie
De chemische industrie speelt een sleutelrol in de verduurzaming van onze samenleving. De wens om gasverbruik en CO2uitstoot te verlagen vraagt om elektrificatie en oplossingen die processen efficiënter, schoner en toekomstbestendig maken. Dit brengt complexe uitdagingen met zich mee, van energietransitie tot krapte op het elektriciteitsnetwerk.
Veel chemische fabrieken opereren al jaren. De installaties zijn door de jaren heen uitgebreid, waardoor de ruimte om op hun terrein elektrische installaties te bouwen beperkt is. Met bijvoorbeeld een compacte gestapelde containeropstelling is er echter wel ruimte te vinden om te elektrificeren. Bedrijven zoals VONK zetten hun
expertise in om de transitie naar duurzame alternatieven te ondersteunen. Met tientallen jaren ervaring in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen, levert het bedrijf uit Zwolle een actieve bijdrage aan dit proces. “Wij ontwerpen onder andere de zogeheten prefabricated containerised buildings voor electrical en control systems”, begint Dave Oesterholt, Business Development & Sales Manager bij het bedrijf. “Oftewel: geprefabriceerde containergebouwen voor elektrische en besturingssystemen.”
BESS
De containers kennen verschillende toepassingen, maar voor de chemische industrie is het zogeheten BESS (Battery Energy Storage System) interessant.
Oesterholt: “De containers kunnen bijvoorbeeld worden ingezet als (deel) oplossing voor elektrificatie van processen. Zo biedt het een snelle oplossing bij
beperkingen in de netwerkcapaciteit. De batterij kan dan op rustige momenten worden opgeladen vanuit het net of door zonnepanelen die op de site geïnstalleerd zijn. En je kunt eruit putten wanneer het moment daarom vraagt.”
VONK is voorloper op het gebied van elektrische installaties opgebouwd in containers. “We kunnen containers in diverse vormen en maten bouwen. Deze kunnen wij configureren met elektrische gevoelige apparatuur en volledig geïnstalleerde control systems. Ook kunnen we ze afbouwen met verlichting, een klimaatinstallatie en systemen voor gas- en branddetectie. Het enige wat je als bedrijf dan nog moet doen, is deze inpluggen op de site zelf. Met een druk op de knop is het systeem operationeel. Wij ontwerpen dus voor verschillende toepassingen op maat gemaakte oplossingen.”
Waterstof
VONK bouwde voor VDL geprefabriceerde containers voor het opladen van elektrisch aangedreven Automated Guided Vehicles. “Naast de maakindustrie richten we ons ook
met buurlanden en stimuleer Europese markten voor duurzame producten via bijmengverplichtingen of groene aanbestedingen. Dit is een noodzakelijke stap om de groene groei te realiseren.
Regels verzwakken de concurrentiepositie van Nederlandse chemiebedrijven
Chemie is onmisbaar voor welvaart en een leefbare planeet. Zonder chemie is er geen toekomst. Laten we die toekomst samen veiligstellen. Want zoals één van onze leden laatst zei: “Er is eigenlijk geen betere plek voor chemie dan in de haven van Rotterdam.”
op de chemische industrie. Daar liggen veel uitdagingen, en wij willen met onze oplossingen bijdragen aan het decarboniseren en elektrificeren van hun processen.”
De oplossingen groeien ook mee met de toekomst van de markt. “We blijven onze containersystemen steeds verder ontwikkelen. Maar we zetten ook in op waterstof. Groene waterstof, welteverstaan. De hierbij gebruikte electrolysers zetten water om in zuurstof en waterstof.
Hiervoor is veel elektriciteit nodig en die kan niet zo maar direct vanuit het net aan de electrolyser gevoed worden. Daarvoor zijn grootschalige omvormers nodig die van wisselspanning gelijkspanning maken. Die leveren wij al onder de naam NEYA en daar zetten we ook voor de toekomst erg op in.”
Hoe rvs opslagtanks helpen chemie te verduurzamen
De chemische industrie staat voor een grote transitie naar duurzaamheid. Strengere regelgeving en de groeiende vraag naar groene oplossingen dwingen bedrijven om innovatieve technologieën te ontwikkelen en samenwerkingen aan te gaan. Deze uitdagingen bieden tegelijkertijd kansen om bij te dragen aan een duurzame toekomst.
Gpi Group levert hiervoor oplossingen. Het bedrijf levert een breed scala aan tanks, reactoren en drukvaten vanuit productielocaties in Nederland en Polen. De producten worden ingezet in uiteenlopende sectoren, waaronder de chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie, farmacie en olie- sector. “We combineren technische expertise met specifieke eisen vanuit de verschillende industrieën”, zegt Alexander Kraaijkamp, chief commercial officer van Gpi.
Met drie divisies – Shopbuilt tanks, Sitebuilt tanks en Process Technology –richt het bedrijf zich op zowel de productie in eigen fabrieken als de bouw van tanks op locatie. “Locatiebouw stelt ons in staat om grootschalige tanks te leveren zonder concessies te doen aan kwaliteit of functionaliteit”, licht Gerard Blok, chief operating officer, toe. Dit is essentieel bij projecten waar omvang en transport een uitdaging vormen.
Duurzaamheid als kans Duurzaamheid is een kernonderdeel van de bedrijfsstrategie van Gpi. Intern
Kraaijkamp, Chief commercial officer, Gpi
focust het bedrijf op energie-efficiënte productieprocessen. Extern ondersteunt het klanten bij hun verduurzamingsdoelen, bijvoorbeeld door tanks te leveren voor toepassingen zoals warmteopslag, afvalwaterbeheer en biobrandstoffen. “We kijken verder dan alleen de levering van producten; we willen begrijpen hoe onze oplossingen bijdragen aan de verduurzaming van de klant”, aldus Kraaijkamp.
Een innovatie die deze visie onderstreept, is het gebruik van nieuwe legeringen zoals duplex en lean duplex. “Deze materialen
maken het mogelijk om dunnere, lichtere tanks te produceren die minder onderhoud vereisen en een langere levensduur hebben ten opzichte van koolstofstalen tanks”, legt Blok uit. Dit biedt een duidelijke meerwaarde in de chemische industrie, waar betrouwbaarheid en veiligheid cruciaal zijn.
Innovatie door samenwerking
In een industrie waar innovatie en samenwerking hand in hand gaan, profileert Gpi zich als partner voor bedrijven die willen verduurzamen. Het bedrijf werkt nauw samen met klanten en stakeholders om projecten van idee tot realisatie te brengen. Zo bouwde Gpi tanks in de Rotterdamse haven die zowel afvalolie als eetbare olie kunnen opslaan. “Door flexibiliteit in te bouwen, helpen we onze klanten in te spelen op toekomstige marktveranderingen”, zegt Blok.
Gerard Blok, Chief operating officer, Gpi
Obstakels en kansen
Hoewel de transitie naar duurzaamheid uitdagingen kent, zoals onduidelijke regelgeving en beperkte infrastructuur, is de trend naar verduurzaming onomkeerbaar. “Investeren in duurzaamheid wordt steeds meer een noodzaak”, benadrukt Kraaijkamp. Ook is de terugverdientijd van duurzame investeringen vaak heel interessant. Ondanks obstakels zoals netcongestie en de beperkte beschikbaarheid van groene energie, ziet Gpi volop kansen.
Door flexibiliteit in te bouwen, helpen we onze klanten in te spelen op toekomstige marktveranderingen.
Met een sterke focus op innovatie, samenwerking en duurzaamheid blijft Gpi Group een belangrijke speler in de chemische sector. “Wij denken mee met onze klanten over hoe het beter en duurzamer kan”, zegt Kraaijkamp. Dit maakt verduurzaming haalbaar en biedt perspectief voor de industrie.
Optimaliseer de kosten van de energietransitie met Vertis
Vertis Environmental Finance (Vertis), marktleider in de Europese emissiehandel, onderscheidt zich van andere handelsbedrijven door de diepgaande expertise in de analyse van het Europese Emissiehandelssysteem. In dit exclusieve interview onthult Anne de Boer hoe Vertis de Nederlandse en Europese industrie helpt om te navigeren op de CO2markt. Door middel van het delen van best practices en ondersteuning bij de ontwikkeling van de meest passende handelsstrategie kunnen bedrijven hun kosten optimaliseren binnen dit systeem.
Kunt u Vertis introduceren en uitleggen hoe de handel in CO₂-quota werkt? Anne de Boer (Corporate Sales Trader, Vertis):
Vertis, ruim 25 jaar geleden opgericht vlak na het Kyoto-protocol, heeft als missie bedrijven te ondersteunen bij het beheer van hun CO2-portfolio. Het Europese systeem voor emissiehandel (EU ETS) is een cap-and-trade-systeem dat een jaarlijks maximum stelt aan de hoeveelheid broeikasgassen die energie-intensieve bedrijven mogen uitstoten. Sinds de oprichting van het EU ETS in 2005 zijn we een belangrijke speler geworden door transacties te faciliteren voor bedrijven met een tekort aan quota en bedrijven met een overschot. Momenteel werken we met meer dan 2.700 handelspartners en zijn we marktleider in Europa. Het huidige EU ETS-systeem omvat meer dan 12.000 installaties. De volgende sectoren vallen hieronder: energieopwekking, raffinaderijen, chemiebedrijven, staalproductie, cement, glas, papier, luchtvaart en scheepvaart. Het EU ETSmodel, dat wereldwijd is overgenomen, blijft zich ontwikkelen met soortgelijke initiatieven in landen zoals China, de VS, Canada en Zuid-Afrika.
De koolstofmarkt is complex. Hoe heeft deze zich ontwikkeld sinds begin 2024?
Anne de Boer:
In 2023 bedroeg de gemiddelde prijs €83. Sinds 2024 is de gemiddelde prijs ongeveer €65, bijna €20 minder dan het gemiddelde van het jaar ervoor. Deze daling is voornamelijk te wijten aan een groter aanbod, deels dankzij het EU-initiatief om groene energie-onafhankelijkheid te financieren via het REPowerEU-plan.
Hierdoor werden miljoenen CO2-quota eerder verkocht op de primaire markt. Ook is de vraag met 15,5% gedaald. Energieproducenten hebben hun emissies met 24% verminderd in 2023 t.o.v. 2022, wat de vraag naar quota verminderde, terwijl de industriële vraag met 7% daalde door een afname in productieactiviteit.
Hoe verzoent de chemische sector zijn decarbonisatie-inspanningen met concurrentievermogen?
Anne de Boer: De Europese chemiesector is een belangrijke speler in de internationale handel en concurreert met producenten uit derde landen, die vaak geen vergelijkbaar koolstofbeleid of vergelijkbare kosten hebben. Hoewel de chemische industrie in 2024 enigszins is hersteld sinds de energiecrisis in 2022, zorgt de zwakke vraag ervoor dat de productiegroei onder het niveau van voor de crisis blijft. Factoren, zoals de gestegen energiekosten, beperkten de groei van de industrie tot een bescheiden 1% over het jaar. De concurrentie van Amerikaanse tegenhangers blijft een groot risico voor de industrie in Europa. De gasprijzen (de belangrijkste grondstof in de industrie) liggen in de EU vijf keer hoger dan in de VS. En hoewel de extra LNG-capaciteit in de EU handig zal zijn voor de industrie, kunnen vertragingen bij de bouw van terminals dit waargenomen herstel drukken.
Hoe kunnen bedrijven hun CO2neutrale ambities in hun voordeel laten werken?
Anne de Boer:
Binnen de STX Group bieden we een breed scala aan diensten die bedrijven helpen bij uitdagingen zoals het omgaan met veranderende Europese en nationale milieuwetgeving, stijgende energiekosten, de volatiliteit van de EUA-markt, verminderde vrije toewijzingen en de implementatie van CBAM. Wij begeleiden hierbij in het gehele decarbonisatieproces: van het berekenen van de CO2-voetafdruk, reductie hiervan, compensatie en indien noodzakelijk het naleven van een verplichting tot het inleveren van CO2rechten.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor bedrijven?
Anne de Boer:
De EU streeft ernaar een prijs te hanteren die hoog genoeg is om bedrijven te stimuleren hun activiteiten te decarboniseren in plaats van alleen quota te kopen en in te leveren. Tegelijkertijd moet Europa zijn industriële concurrentievermogen behouden terwijl de koolstofkosten worden meegenomen.
Voor Nederlandse bedrijven, die aanvullend op het Europese systeem ook te maken hebben met de nationale CO2heffing, kan het een uitdaging worden om ook binnen Europa competitief te blijven. Alleen Nederland heeft zo’n vloerprijs vastgesteld, die in 2025 aanzienlijk hoger is dan de ETS-prijs. Vandaar dat wij ook ondersteuning bieden aan bedrijven bij de handel in dispensatierechten.
Hoe draagt het emissiehandelssysteem bij aan een bredere groene transitie?
Anne de Boer: Het EU ETS-systeem is een hoeksteen van het Europese klimaatbeleid. Sinds 2008 heeft het meer dan 100 miljard euro opgeleverd, waarvan bijna 45 miljard euro in 2023. Deze middelen worden geïnvesteerd in groene energie, energieefficiëntie en innovatie, waaronder negen projecten in Nederland die bijdragen aan de reductie van 14,4 miljoen ton CO2 in de eerste tien jaar van exploitatie. Een voorbeeld hiervan is het ELYgator-project, dat een grootschalige productiefaciliteit zal worden voor hernieuwbare waterstof in Terneuzen.
Anders denken in een veranderende procesindustrie
Een van de grootste uitdagingen in de transitie van de chemiebranche is Human Capital. Het aantrekken van geschikt personeel voor cruciale posities in de procesindustrie speelt een steeds belangrijkere rol en voorkomt dat een bedrijf stagneert in zijn ontwikkeling én ambities. Het begint bij de wervingsvraag: wat en wie heeft een bedrijf echt nodig met oog op de toekomst?
Volgens recruitmentpartner Processionals zal de vraag naar goed opgeleide procestechnici blijven toenemen. Met een wervingsaanpak gebaseerd op toekomstgerichte samenwerking helpen zij bedrijven bij het aantrekken en behouden van technisch talent. Hun wervingsaanpak ‘Rethink, Recruit, Renew’ stelt Processionals in staat procestechnisch talent aan zich te binden en te boeien. Zij leveren en scholen professionals voor de procesindustrie, uit binnen- en buitenland, en begeleiden bedrijven in dit proces door verder te kijken dan de initiële wervingsvraag, een vacature. “Ons werk richt zich niet alleen op de chemische industrie”, vertelt Johan Tol, managing director van Processionals. Ze zijn drie keer op rij tot FD Gazelle uitgeroepen als snelst groeiende bedrijf van Nederland. “Wij werven ook
Processionals processionals.nl/werkgevers
voor energie & afvalcentrales, voedingsmiddelen en farmacie. Binnen deze branches zien we dat bedrijven zich sneller willen ontwikkelen. De transitie draait niet alleen om het vervangen van medewerkers die met pensioen gaan. We merken ook dat de invloed van technologie en automatisering een steeds grotere rol speelt. Hierdoor zijn er mensen nodig met andere kennis, die voor vernieuwing zorgen.”
Generatieverschil
Intelligent sensors for sustainable solutions
Technologische vooruitgang vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden
“Als we kijken naar de verschillende generaties op de werkvloer, dan zie je wel degelijk verschillen”, gaat Tol verder. “Vers van school kun je veel beter met de nieuwe technologieën overweg dan iemand die tegen zijn pensioen loopt. De complexiteit binnen de procesindustrie neemt ook steeds meer toe en dan zie je dus dat je ook andere mensen nodig hebt. De meest succesvolle bedrijven zijn degenen die niet alleen aandacht besteden aan de jongere generaties, maar juist ook aan de vorige generaties. Die de ‘ouderen’ blijven stimuleren om zich te ontwikkelen en leren om te gaan met nieuwe technologieën. Bij de oudere generaties – waarbij mensen soms al tientallen jaren in het bedrijf werken – zit namelijk een enorme schat aan kennis en ervaring. Deze kennisoverdracht zal vloeiend moeten verlopen. Human Capital speelt een belangrijke rol om het maximale uit technologie te halen.”
Succesformule
Rethink, Recruit en Renew dus. Waarbij het eerste begrip inhoudt dat
Methaan: Onzichtbaar, maar niet onoplosbaar
Methaanemissies zijn een groeiend probleem voor bedrijven. Het is een krachtig broeikasgas dat 25 keer meer bijdraagt aan klimaatverandering dan CO₂. Strengere EU-regelgeving, zoals de Methaanemissieverordening, verplicht bedrijven tot het monitoren en verminderen van hun uitstoot. Het niet naleven kan leiden tot boetes, reputatieschade en financiële verliezen. Maar hoe detecteer je een gas dat je niet kunt zien?
OGI-camera’s: De sleutel tot compliance en duurzaamheid
Onze Optical Gas Imaging (OGI) camera’s maken het onzichtbare zichtbaar. Voor het snel en nauwkeurig zichtbaar maken van gassen en gaslekkages, zoals methaan, zelfs op moeilijk bereikbare plekken. Hiermee voldoet u niet alleen aan de strengste regelgeving, maar verlaagt u ook operationele kosten door verspilling en verhoogt u de veiligheid op de werkvloer.
een bedrijf nadenkt over de toekomst. “Wij vragen bedrijven om een schets te maken van hun toekomst en te bepalen wat nodig is om over een aantal jaar nog steeds succesvol te zijn. Vanuit die inzichten volgt een stappenplan om de benodigde veranderingen door te voeren. Wij werven met dat toekomstbeeld in gedachten. Als men weet wat er nodig is, acteren wij daarop. Zo versnellen we gezamenlijk groei, innovatie en continuïteit voor de toekomst van bedrijven in de procesindustrie.”
Brand- en hotspotdetectie 24/7 waakzaam en alert
Met ons brand- en hotspot detectiesysteem spoort u gevaarlijke temperaturen direct op, zelfs in grote of moeilijk bereikbare opslagruimtes. Voorkom brand, verhoog de veiligheid en voldoe aan alle regelgeving met onze betrouwbare technologie.
Lokale samenwerking als motor voor de energietransitie
Samen met de lokale gemeenschap een duurzaam energieproject realiseren, hoe gaat dat in de praktijk? Green Trust Consultancy legt uit hoe zij te werk gaat en waarom technische en sociale oplossingen hand in hand gaan.
Een groep van zo’n vijftig enthousiaste mensen verzamelt zich met koffie en koek op de bouwplaats van Burgerwindpark A2 Lage Rooijen. Het waait flink en bergschoenen beschermen hen tegen het natte zand op het terrein. ‘Eindelijk een plek waar het fijn is dat het hard waait,’ grapt een bezoeker. In de Bommelerwaard, direct naast de A2, worden drie windturbines gebouwd. Gebiedscoöperatie Bommelerwaar leidt coöperatieleden, obligatiehouders en buurtbewoners rond.
Dat dit windpark gebouwd wordt is niet vanzelfsprekend. Verschillende uitdagingen komen hierbij kijken. De drie windturbines hebben samen een capaciteit van 15 MW, maar netcongestie beperkt de levering tot 10 MW. ‘Totdat het net verzwaard wordt draaien we bij harde wind niet op vol vermogen. Dat is zonde. Samen met bedrijven in de omgeving onderzoeken we oplossingen, zoals energiehubs waar energie lokaal wordt uitgewisseld, die opwek en verbruik combineren. Naast technische en juridische kennis is daar veel creativiteit voor nodig. Daar houden wij van,’ zegt directeur Annelies Wesselink van Green Trust Consultancy, een full scope adviesbureau voor duurzame energieprojecten en vanaf het eerste idee betrokken bij het Burgerwindpark.
Van techniek naar sociale innovatie Green Trust begeleidt energiecoöperaties en andere partners in alle fases van energieprojecten, van haalbaarheid, vergunningen en financiering tot bouw en beheer.‘ De energietransitie vraagt
meer dan techniek,’ stelt mede-directeur Lieuwe Dragt. ‘De uitdaging ligt in sociale innovatie. Hoe zorgen we dat zoveel mogelijk mensen zich gehoord voelen en actief kunnen deelnemen? Hoe bouwen we bruggen tussen klimaatdoelstellingen, natuurbelangen en energievoorzieningen?’ Green Trust werkt samen met meer dan twintig energiecoöperaties in Nederland, wat duurzame energie dichter bij de samenleving brengt en vice versa. ‘Het gaat om meer dan opbrengst. Denk aan gemeenschapszin, maatschappelijke acceptatie en een eerlijke verdeling tussen de lasten en lusten.’
is van en voor de omgeving: vanaf het begin is Coöperatie Bommelerwaar medeeigenaar, waardoor de lokale gemeenschap direct profiteert van de opbrengsten en zeggenschap heeft. Extra bijzonder aan dit project is dat Coöperatie Bommelerwaar bij de financiering hulp krijgt van Coöperatie Deltawind van Goeree-Overflakkee, met wie Green Trust in 2016 Windpark Krammer bouwde, het grootste burgerwindpark in Nederland. Samen vormen zij de holding Eiland voor Eiland en zijn ze voor 50 % eigenaar van het windpark. Coöperaties komen in actie om andere coöperaties verder te helpen.
van elektriciteit, investeert het project in natuurbehoud en -ontwikkeling. Zo is kruidenrijk grasland ingezaaid en meer dan 1.600 m² struikgewas aangelegd om kleine marterdieren zoals de bunzing en hermelijn te beschermen. Deze plannen zijn ontwikkeld in samenwerking met lokale natuurorganisaties en de klankbordgroep.
De energietransitie is geen rechte lijn, maar een hobbelige weg vol uitdagingen. Green Trust ziet dit als een kans om nieuwe stappen te zetten samen met coöperaties
Burgerwindpark A2 Lage Rooijen: samenwerken voor lokale energie en natuurbehoud
Een prachtig voorbeeld van deze aanpak is het eerdergenoemde Burgerwindpark A2 Lage Rooijen in de Bommelerwaard. Dit project is ontstaan uit een intensieve samenwerking tussen Green Trust en Coöperatie Bommelerwaar. Het windpark
Om het project lokaal vorm te geven, richtten Green Trust en Coöperatie Bommelerwaar een klankbordgroep op. Mensen uit de omgeving dachten mee over thema’s als natuurinclusief ontwerpen, bouwlogistiek en de creatie van meerwaarde voor de lokale gemeenschap. In 2023 werd de vergunning voor het windpark onherroepelijken inmiddels is de bouw is gestart. Naast het opwekken
Samenwerking tussen coöperaties en experts: de sleutel tot een succesvolle energietransitie ‘Ik ken Green Trust al tien jaar,’ zegt Gijs van Hout, directeur van het Burgerwindpark, ‘Hun focus op samenwerking met lokale coöperaties is dé manier om in deze tijd energieprojecten te realiseren.’ Green Trust gelooft in een energietransitie die door de maatschappij wordt gedragen en begeleidt coöperaties bij de ontwikkeling van energieprojecten. De kracht zit in de combinatie van lokale kennis en het lokale netwerk van coöperaties en de projectervaring en het multidisciplinaire team van Green Trust.
Slim energiebeheer voor een duurzame toekomst
Efficiëntie en duurzaamheid zijn de sleutelwoorden in een wereld waar technologie en energiebeheer steeds complexer worden. Organisaties zoeken naar manieren om hun systemen optimaal te laten functioneren zonder het overzicht te verliezen. Innovatieve oplossingen die inzicht geven in processen en bijdragen aan een duurzame toekomst zijn daarbij onmisbaar.
Grip op energie en data
Onze wereld wordt steeds afhankelijker van digitale technologie. Continuïteit in ITinfrastructuren en datacenters is essentieel om uitval en schade te voorkomen. “Energie en data vormen de ruggengraat van onze samenleving,” zegt Eric Verkleij, Solution Architect. “Het is onze missie om organisaties grip te geven op hun systemen en processen.”
Het beheren van complexe systemen brengt uitdagingen met zich mee. Verkleij legt uit dat de snelgroeiende elektrificatie en de energietransitie vragen om geavanceerde oplossingen. “Door te investeren in inzicht krijg je grip op je energieverbruik,” voegt hij toe. “Onze klanten behouden altijd overzicht over hun applicaties en systemen, ongeacht de complexiteit. Dit doen we door data- en energiebeheer samen te brengen in één platform, onze Brightlayer Software Suite, dat maximale controle biedt.”
Inzicht en eenvoud gecombineerd
Een datacenter verschilt wezenlijk van een traditioneel kantoor. Datacenters bevatten zogenoemde whitespaces, ruimtes gevuld met IT-racks die specifieke koeling vereisen. Organisaties kunnen met de juiste software niet alleen hun elektrotechnische installaties beheren, maar ook hun koelingssystemen en andere cruciale infrastructuur optimaliseren. Naast technische voordelen biedt geavanceerde technologie oplossingen voor datacenter-, ICT- en facilitair management. Door energiestromen inzichtelijk te maken en werkprocessen te digitaliseren, kunnen bedrijven efficiënter opereren.
“Hoewel het beheer van dergelijke
complexe systemen intimiderend kan lijken, zorgt een gestructureerde aanpak juist voor eenvoud en controle,” legt Verkleij uit. “Wij helpen klanten inzicht te krijgen en hun resources efficiënter te beheren, of het nu gaat om energie of apparatuur in hun datacenter of gedistribueerde ITinfrastructuur.”
Efficiëntie en verduurzaming in de praktijk
Brightlayer maakt het mogelijk om inefficiënties binnen gebouwen of op campussen op te sporen. Door gebruik te maken van algoritmes en gedetailleerde data-analyse kunnen bedrijven hun energiebeheer verder optimaliseren. Dit leidt tot directe kostenbesparingen en heeft een positieve impact op het milieu. Daarnaast kunnen organisaties met de juiste technologie voldoen aan wet- en regelgeving zoals de CSRD. Dashboards geven inzicht in de carbon footprint en maken het eenvoudig om transparant te rapporteren over duurzaamheidsdoelen.
Een belangrijk voordeel is de mogelijkheid om continu verbeteringen door te voeren. Door het monitoren
van patronen en het analyseren van gegevens kunnen organisaties knelpunten identificeren en gericht maatregelen nemen om zowel de operationele als milieuprestaties te verbeteren. “Bezuinigen door inzicht,” benadrukt Verkleij, “is een essentieel onderdeel van het proces.”
Virtuele simulaties en risicovermindering
Digitale simulaties bieden organisaties de mogelijkheid om de werking van hun systemen in kaart te brengen. Hierdoor kan vooraf worden gepland welke impact onderhoud of storingen zullen hebben op de bedrijfsvoering. Verkleij legt uit: “Het verminderen van risico’s en het verkorten van doorlooptijden in projecten helpt onze klanten om betrouwbaarder en efficiënter te werken.” Een praktijkvoorbeeld hiervan is een buitenlandse bank die dankzij simulaties haar projecttijd drastisch kon inkorten. Waar voorheen drie maanden nodig was, duurt het proces nu slechts vijf minuten. Dergelijke technologieën verbeteren niet alleen de operationele betrouwbaarheid, maar dragen ook bij aan een snellere besluitvorming.
Deze simulaties helpen ook bij de planning van grote transities, zoals de implementatie van hernieuwbare energiebronnen in bestaande infrastructuren. Door de impact van dergelijke aanpassingen virtueel te testen,
kunnen bedrijven risico’s minimaliseren en betere resultaten behalen.
Duurzaamheid als kernstrategie
Naast technologische innovatie zet het bedrijf zich in voor verduurzaming. Het streeft naar een energieneutraal beleid in 2030 en biedt oplossingen zoals EVlaadstations en netstabilisatie. “Onze producten en diensten ondersteunen klanten bij het veilig en duurzaam beheren van energie,” vertelt van der Schoor. Brightlayer helpt organisaties inzicht te krijgen in hun volledige energiehuishouding. Van de stroom die een gebouw binnenkomt tot de servers die draaien in het datacenter: alles wordt gemonitord en geoptimaliseerd. Dit draagt direct bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot.
Samenwerken voor toekomstbestendige oplossingen
Daarnaast maakt de technologie het naleven van Europese regelgeving eenvoudiger, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Bedrijven kunnen transparant rapporteren over hun voortgang en het vertrouwen van stakeholders versterken. Door samen te werken met technologische partners kunnen organisaties hun duurzaamheidsdoelen versnellen. Denk hierbij aan geavanceerde batterijoplossingen die energie opslaan tijdens piekuren of systemen die automatisch prioriteit geven aan energieefficiënte processen. Zulke oplossingen zorgen niet alleen voor kostenbesparingen, maar dragen ook bij aan de wereldwijde energietransitie. Verkleij besluit: “De combinatie van data, energiebeheer en duurzaamheid zorgt ervoor dat organisaties niet alleen efficiënter kunnen werken, maar ook een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu. Samen bouwen we aan een toekomst waarin technologie en milieu hand in hand gaan.”
Weet hoe je ervoor staat: Jouw cyberveiligheid in 2025
De feestdagen brengen gezelligheid, maar ook een piek in cyberaanvallen. Ransomware neemt met 30% toe en phishing met kerstthema’s zelfs met 327%. Aanvallers hebben maar 1 uur en 42 minuten nodig om toegang te krijgen tot jouw gegevens.
Ga veilig het nieuwe jaar in. Ontvang dit jaar nog 50% korting op ons Cybersecurity Assessment! Met dit assesment krijg je direct inzicht in risico’s en concrete stappen om je organisatie te beschermen.
Scan de QR-code en claim jouw korting!
Security
Cyberweerbaar
Cyberaanvalmethoden
Ransomware-aanvallen
Bedrijfscontinuiteit en strategische doelen
Hoe vergroot ik de Cyber Awareness
Artificial Intelligence
Kerstthema-phishing Is mijn bedrijf veilig online? Continuïteit en groei
Plan van aanpak bij een cyberaanval
Veranderende uitdagingen in digitalisering & data
Big-deal-data: Big data speelt cruciale rol
Cyberweerbaar en futureproof 2025 starten?