Agri & Food: innovatie, duurzaamheid en samenwerking
VOORWOORD
Het mondiale voedselsysteem staat onder druk, waardoor innovatie en samenwerking onmisbaar worden. Het draait om voldoende, gezond en duurzaam geproduceerd voedsel, met uitdagingen zoals voedselzekerheid, eerlijke prijzen en het verminderen van verspilling. Nederland speelt met zijn vooruitstrevende agri-food sector hier een voorbeeldrol in.
Edith Nordmann, Managing partner | Advocaat ACG International & chairman Netherlands India Chamber of Commerce and Trade (NICCT)
Nederland als voedselinnovator
Met een jaarlijkse exportwaarde van ruim honderd miljard euro behoort Nederland tot de grootste landbouwexporteurs ter wereld. Innovaties zoals precisielandbouw en druppelirrigatie versterken voedselzekerheid en openen nieuwe markten, bijvoorbeeld in Kenia, waar Nederlandse technologieën hogere opbrengsten met minder middelen mogelijk maken. Dit heeft niet alleen geleid tot een vermindering van watergebruik met circa 40%, maar ook tot hogere inkomens voor
boeren en een verbeterde voedselzekerheid in de regio. Zo’n voorbeeld illustreert de internationale positie van Nederland als kenniscentrum voor duurzame landbouw.
Duurzaamheid door innovatie
De landbouwsector staat op een keerpunt. Innovaties zoals verticale landbouw, aquaponics en regeneratieve landbouw transformeren voedselproductie, verkleinen de ecologische voetafdruk en bieden oplossingen voor klimaatverandering en schaarste aan hulpbronnen.
Een voorbeeld is kweekvlees van startups zoals Mosa Meat. In april 2024 vond in Nederland de eerste officiële proeverij plaats, waarbij topkok Ron Blaauw de smaak omschreef als die van ‘een ambachtelijk worstje.’ Juridisch zijn er echter obstakels: de commerciële verkoop van kweekvlees in de EU vereist goedkeuring van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), een proces dat meerdere jaren in beslag kan nemen. Toch hebben bedrijven als Mosa Meat al meer dan 100 miljoen euro aan investeringen aangetrokken.
Dit benadrukt de interesse in kweekvlees, maar ook het belang van een efficiënter regelgevingskader om innovatie te versnellen.
Regeneratieve landbouwpraktijken, zoals biomassagebruik en herstel van bodemgezondheid, zijn essentieel tegen bodemdegradatie. Volgens Rabobank groeit deze markt jaarlijks met 15%, gedreven door vraag naar duurzamere productie. Startups zoals Soil Heroes tonen aan hoe duurzaamheid hand in hand gaat met economische winst.
AI als motor achter efficiënte landbouw
Kunstmatige intelligentie (AI) moderniseert landbouwpraktijken door precisielandbouw, geautomatiseerde oogstsystemen en voorspellende analyses. Het verhoogt opbrengsten, vermindert milieu-impact en verlaagt arbeidskosten, zoals blijkt uit AI-gestuurde robots die groenten selectief oogsten. Nederlandse bedrijven zoals Priva ontwikkelen systemen die voedselverspilling verminderen en de concurrentiepositie versterken. Daarnaast analyseren AI-systemen bodem- en
Zwanenberg Food Group – Partner Content
Voedingsindustrie werkt aan verduurzaming en efficiëntie
Levensmiddelen zijn in 2024 goed voor een omzet van ongeveer tachtig miljard euro, en met bijna 8.400 bedrijven en meer dan 150.000 fulltime medewerkers is het de grootste sector van het land. De industrie staat voor flinke uitdagingen bij de energie- en eiwittransitie, en voedingsbedrijven zijn zich hier terdege van bewust.
Met 1.800 medewerkers en een omzet van zeshonderd miljoen euro behoort de Zwanenberg Food Group tot de leidende Europese producenten en exporteurs van levensmiddelen. Ze leveren onder diverse merknamen aan de retail en groothandel. Jo-Anne van der Laan, commercieel en marketingdirecteur bij het bedrijf, en Eva Jansen, duurzaamheidsmanager, geven inzicht in de duurzame ontwikkelingen die ze momenteel doorvoeren.
Strategie
De industrie heeft op dit moment een CO2-uitstoot van circa 4,2 miljard kilogram, maar wil in 2030 naar twee miljard. Eva: “Wij zorgen ervoor dat de duurzaamheidsstrategie in onze organisatie up-to-date blijft en dat we onze doelen nastreven. De eisen vanuit wet- en regelgeving, maar ook de wensen van onze stakeholders, groeien de laatste jaren significant. We moeten daarom zorgen voor een nieuwe balans, terwijl we intern ook stappen blijven maken.”
Jo-Anne van der Laan, Commercieel en marketingdirecteur, Zwanenberg Food Group
Rapportage
Door hun omvang behoren ze tot een van de eerste producerende levensmiddelenbedrijven die moeten voldoen aan de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive)rapportage. Een van de onderwerpen hierbij is voedselverspilling. “Dat speelt bij ons sowieso al een grote rol. Je wilt de kilo’s die binnenkomen, er ook weer zoveel mogelijk uit laten gaan. We zitten qua verspilling al laag en zijn momenteel bezig
met kleine optimalisaties. Jo-Anne vult aan dat ze sowieso zo efficiënt mogelijk willen produceren: “Er is de afgelopen jaren veel inflatie geweest in de voedingssector. De consument is zeer prijsbewust. Juist door de voedselverspilling te reduceren kan uiteindelijk de prijs van het product worden verlaagd.”
Uitstoot
Als grote onderneming is hun CO2uitstoot groot, dus hoe minimaliseren ze die? Eva: “Indirect is alles met elkaar verbonden, want minder voedselverspilling en de grotere focus op plantaardig levert hier een bijdrage aan. De grootste uitstoot binnen onze locaties is afkomstig van de stoomketels. Deze worden ingezet om onze producten lang houdbaar te maken. We voeren hiervoor veel onderzoek uit naar vervangende en verbeterde technieken.” Ze kopen daarnaast groene energie in, hebben betere isolaties aangebracht, investeren in zonnepanelen en hebben hun daken wit gemaakt. Jo-Anne: ”We verwerken tevens reststromen van afgekeurde groenten die nog goed zijn voor consumptie. Zo hebben wij dit al toegepast in enkele saus- en soeprecepturen.”
Vegan
Ze willen hun aanbod van veganistische producten vergroten en meer mensen
weersdata, waardoor opbrengstverlies wordt voorkomen.
Ook in de voedselverwerking speelt AI een transformerende rol. Met realtime monitoring en kwaliteitscontrole via AIalgoritmen wordt voedselverlies verminderd en voedselveiligheid verbeterd. Het gebruik van AI bij het voorspellen van marktvraag helpt producenten bovendien om efficiënter te plannen en overproductie te voorkomen.
Een gezamenlijke weg naar vooruitgang
De uitdagingen binnen het voedselsysteem zijn groot, maar biedt grote kansen voor wie bereid is tot innovatie en samenwerking. Door strategisch te investeren in technologie, duurzame productie en grensverleggende samenwerkingen, kan Nederland niet alleen zijn rol als wereldwijd koploper versterken, maar ook nieuwe banen en exportkansen creëren. Het is tijd om ambitieuze keuzes te maken en een voedselsysteem te bouwen dat niet alleen onze planeet beschermt, maar ook economische groei stimuleert. Ondernemers, investeerders en beleidsmakers kunnen gezamenlijk de toekomst van voedsel vormgeven: een toekomst waarin innovatie, duurzaamheid en economische voorspoed hand in hand gaan.
Tekst: Edith Nordmann Foto: Suzan Alberts
Eva Jansen, Duurzaamheidsmanager, Zwanenberg Food Group
voeden met een lagere voetafdruk. En ze zijn al goed op weg. Jo-Anne: “Onze Kips Vega Paté is vanaf de introductie in 2018 een succes gebleken. We wilden niet dat het per se op vlees leek, maar dat het gewoon lekker was. Binnen zo’n twee jaar verkocht de vegan variant beter dan de vleesvariant. Dat is wel heel gaaf.”
Zwanenberg Food Group www.zwanenberg.nl
Pleiten voor een internationale eiwitstrategie
ACTUEEL
In 2050 moet het voedselsysteem zekerheid bieden aan zo’n 10 miljard mensen wereldwijd. Dat is een gigantische uitdaging, maar iedereen heeft recht op lekker, betaalbaar, gezond en duurzaam voedsel, geproduceerd met respect voor dieren en de planeet. Er zijn organisaties die zich speciaal richten op alle vraagstukken rondom deze doelstelling.
Een van de inhoudelijke speerpunten van stichting Foodvalley, een nonprofitorganisatie opgericht in 2004, is de eiwittransitie. Ze begeleiden als practice leader nationale en internationale partijen van gedachten naar ambities in de praktijk, en richten zich op het versterken van het ecosysteem. Dit doen ze door toegang te bieden tot de juiste mensen, financiële middelen, gedeelde faciliteiten en best practices. Om zo te zorgen voor levensvatbare bedrijven en nieuwe gezonde, duurzame sectoren.
Balans herstellen
Jeroen Willemsen koos er als afgestudeerd chemisch technoloog niet voor om bijvoorbeeld bij een oliemaatschappij te gaan werken. In plaats daarvan houdt hij zich al 25 jaar bezig met de eiwittransitie, naar eigen zeggen een bubbel. “Die is de afgelopen kwart eeuw enorm groot geworden. Ik belandde eerst
bij Wageningen University & Research, waar ik al snel bij business development terechtkwam. Daar kwam ik in aanraking met de fascinerende wereld van het herstellen van de balans tussen plantaardig en dierlijk. In 2009 ben ik ondernemer geworden, omdat ik meer zichtbare impact wilde maken.”
Specialisme
Hij richtte het bedrijf Ojah mede op, dat plantenvlees produceert, en sindsdien flink aan de weg heeft getimmerd. “Het was fijn om een positieve impact te maken, met zoveel enthousiaste mensen en tevreden consumenten.” Toch besloot hij in 2016 tot een exit, om zich voor Foodvalley volledig te concentreren op de eiwittransitie, na er al partner te zijn geweest. “Ik heb bij hen aangeklopt met de vraag of ik onderdeel kon worden van de organisatie, omdat hun praktische benadering en impactgedrevenheid heel goed past bij hoe ik de toekomst van de voedseltransitie zag en zie.”
Lobby
Precies 50 jaar geleden startte er vanuit de vleesindustrie een grote campagne met de naam ‘Vlees mevrouw, u weet best waarom!’. Auteur en milieuactivist Jan Juffermans heeft toen een tegencampagne gelanceerd onder de titel ‘Minder vlees mevrouw! U weet hopelijk al waarom’. Willemsen heeft de originele poster nog op zijn kantoor hangen, met daarop de redenen waarom minder vlees eten verstandig is. “Dat zijn precies de punten
waar we momenteel nog meer van doordrongen zijn. Maar het voelen van de urgentie is één, erop acteren is een tweede. Hierover zijn boeken vol geschreven, maar een transitie vat ik voor mezelf samen met drie woorden: hoofd, hart en handen. Je moet namelijk begrijpen waarom het belangrijk is, daar zelf iets bij voelen en er daadwerkelijk iets aan doen. Er is nu een hoopgevende dynamiek, als je kijkt naar wat bedrijven, supermarkten en investeerders doen. De inzet van de verschilmakers bij al deze organisaties wordt nog wel eens ondergewaardeerd.”
“We doen geen onderzoek, maar houden ons wel bezig met het doorvertalen van innovaties naar de markt. We brengen ondernemers en experts bij elkaar, starten en ondersteunen initiatieven en helpen bij het opschalen van innovaties, om zo echte impact te maken.”
Er is nu een hoopgevende dynamiek, als je kijkt naar wat bedrijven, supermarkten en investeerders doen
Toekomst vormgeven
Foodvalley viert op 4 december haar twintigjarige bestaan. Vanaf het begin was hun voornaamste doel om in het voedseldomein een brug te slaan tussen innovatie en impact. Hun slogan is dan ook ‘Shaping the Future of Food Together’. Met inmiddels zo’n vierhonderd partners in binnen- en buitenland hebben ze in die twintig jaar heel wat bereikt. Willemsen:
Headhunters – Partner Content
Agri & Food heeft toekomstgerichte leiders nodig
In de sterk veranderende agri- en foodsector is de vraag naar toekomstgerichte leiders groter dan ooit. Bedrijven in transitie hebben behoefte aan businessleiders die niet alleen de visie van de organisatie begrijpen, maar deze ook weten te vertalen en uit te dragen.
Volgens Albert-Mark Nagel, oprichter en managing partner bij Nomilk2day Headhunters, zijn dit soort leiders essentieel voor het succes van organisaties. Zijn bedrijf vindt deze leiders, die met hun visie en verbindend vermogen organisaties naar de volgende fase brengen.
“Door onze wortels en kennis in de Agri & Food én onze ervaring in het bouwen van
succesvolle teams, kunnen we strategisch advies geven aan directies van diverse typen en maten bedrijven. Dit is op elk niveau belangrijk, maar zeker bij rollen met eindverantwoordelijkheid, aangezien deze functies daadwerkelijk richting geven aan de toekomst van een organisatie.”
Mensgerichte en innovatieve aanpak De aanpak van Nomilk2day is mensgericht en innovatief. “Door een speciaal ontwikkelde AI-tool kunnen wij efficiënt profielen opstellen en gespreksverslagen genereren. Dit geeft ons meer tijd voor wat écht telt in executive search: het persoonlijke contact met kandidaten en opdrachtgevers, wat uiteindelijk leidt tot betere
matches. We vervullen jaarlijks ruim zestig directierollen in Agri & Food, en dan kijken we verder dan cv en ervaring; we willen begrijpen wat een kandidaat écht drijft en hoe deze functioneert onder druk”, legt Nagel uit. Bij topfuncties verdiept het bureau het selectieproces daarom met diverse assessmenttools die focussen op ambities en drijfveren, zodat de diepere motivaties van de kandidaat helder worden.
Effectieve interim-oplossing Voor rollen die een complex zoekproces vergen, biedt een interim-oplossing uitkomst. “We kunnen interim executives direct inzetten om urgente kwesties aan te pakken, terwijl we ondertussen zorgvuldig
Ik pleit voor een internationale eiwitstrategie
Beter positioneren
Nederland kan zich beter positioneren en profileren, binnen én vooral ook buiten onze landsgrenzen. “Naast het herstellen van de balans tussen plantaardig en dierlijk in ons kleine land, is juist de internationale potentie van onze duurzame eiwitinnovaties en kennis gigantisch. Meer dan vijfhonderd Nederlandse bedrijven maken momenteel al letterlijk werk van de eiwittransitie, en de economische impact bevindt zich rond een miljard euro. Ze staan allemaal op de Protein Transition Map NL. Ons land kent al een nationale eiwitstrategie, maar ik pleit voor een internationale eiwitstrategie. Hiervoor brengen we momenteel de behoeftes en mogelijkheden in kaart.”
Tekst: Michel de Ruyter
zoeken naar een duurzame invulling voor de positie. Zo ondersteunen wij bedrijven bij de uitdagingen van vandaag en helpen we hen met wendbaar en innovatief leiderschap de toekomst vorm te geven.”
Nomilk2day Headhunters
Een eerlijk product voor een eerlijke prijs
Wereldwijd vindt in de voedselindustrie een verandering plaats. Consumenten zijn meer bereid een hogere prijs te betalen voor eerlijke, duurzame, gezonde voeding. Het is nu zaak dat de boeren hiervan profiteren, om zo uiteindelijk toe te werken naar een eerlijk product voor een eerlijke prijs.
Bij Monchy Food Company –importeur van noten, gedroogd fruit, zaden en superfoods – richten ze zich al jaren op een eerlijk proces in de hele ketenregie van boer tot consument. Eveline Tegelaar is vanuit Brazilië verantwoordelijk voor de inkoopactiviteiten in ZuidAmerika en de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf. “Wij vinden het onze verantwoordelijkheid om een eerlijke verdeling van de opbrengsten te realiseren in de hele keten. Hierbij ligt de focus ook op gezondheid, welzijn en duurzaamheid, zowel ecologisch als sociaal.”
Verandering
Dertien jaar woont Tegelaar inmiddels in Zuid-Amerika. Het is voor haar van groot belang om de cultuur van haar leveranciers te kennen, de taal te spreken, de gewoontes te kennen en meer. “Vanuit ons in 2022 gelanceerde Responsible Sourcing Program hebben we een selectie gemaakt van de producten waarmee we zo snel mogelijk een duurzame impact kunnen maken. Deze dienen als voorbeeld. Het programma is gebaseerd op drie pijlers. Allereerst beoordelen we de huidige procedures en certificering van onze leveranciers. Daarnaast bieden wij onze leveranciers op maat gemaakte trainingen voor alle ESG-topics aangaande duurzaamheidsrapportage. Ten slotte proberen we transparantie en traceerbaarheid te verbeteren in de ketens, om zo de verantwoording te kunnen garanderen van boer tot consument.”
Herbebossing
De reeds genoemde trainingen zijn een belangrijk onderdeel voor het creëren van bewustzijn van de boeren in armere
Monchy Food Company
landen. Tegelaar: “We zetten de trainingen vooral op in ‘communities’ waarbij we ook gebruik maken van hedendaagse technologie. We controleren op opbrengst per hectare, het inkomen van boeren, de biodiversiteit en ontbossing, waarbij we ook satellietbeelden inzetten. Zo kunnen we zien of er in de afgelopen jaren niet meer ontbost is in die regio, en zetten we waar nodig direct in op herbebossing. We willen de grond dusdanig gebruiken dat ze er tot in de lengte der dagen letterlijk de vruchten van kunnen plukken. Daar trainen we de boeren ook in. Een mooi voorbeeld hiervan is het quinoaproject in Bolivia, een regeneratief landbouwprogramma. We zagen hier dat onder andere de gevolgen van klimaatverandering en het gebruik van pesticiden leidde tot ernstige bodemuitputting. Dit bracht de toekomst van meer dan veertigduizend boeren in gevaar. Het programma richt zich met succes op het herstel van de bodem en biodiversiteit.”
Eerlijke prijs
Olaf Noorman, CEO van Monchy Food Company voegt zich bij het gesprek. Hij is trots op de koers die ze met het bedrijf hebben ingezet. “We zijn echt vanaf de basis, de boeren dus, begonnen met de verandering. Daar ligt namelijk onze grootste uitdaging. Er heerst in sommige landen en werelddelen nu eenmaal een andere cultuur. Ze werken al generaties lang op de manier zoals ze dat nu doen. En dan komen wij langs en vertellen dat het anders moet. Dat is niet makkelijk. Zeker als je de eerste jaren minder opbrengst van het land haalt. Dan wordt het nog moeilijker om de boeren te overtuigen, omdat ze pas op langere termijn hiervan
Noorman, CEO, Monchy Food Company
zullen profiteren. Dergelijke grootschalige veranderingen doorvoeren, vergt een proces van heel veel trainen, voorbeelden geven en ondersteunen in de wetenschap dat het uiteindelijk loont. We merken nu gelukkig wel dat er een verschuiving in bewustwording plaatsvindt. En we leggen dingen niet op, maar laten vooral succesvolle voorbeelden zien.”
Storytelling
Noorman: “Niet alleen de boeren, maar ook de consumenten – die mede bepalen wat er in de schappen komt te liggen –spelen een belangrijke rol. Onderzoek toont gelukkig aan dat de consument bereid is meer te betalen op basis van sociale verantwoordelijkheid. Dat bedenken wij niet, daar is voldoende bewijs voor. Wij
zijn bereid te betalen voor een toekomst voor de boeren en de volgende generaties over de hele wereld, voor gelijke kansen en gelijkwaardigheid. En om zo de enorme kloof tussen rijk en arm iets te dichten.”
Tegelaar voegt nog toe: “Ook bedrijven worden door nieuwe wetgeving steeds meer aangespoord om hun verantwoording te nemen in de voedselketen. Het is dan weer aan ons om de klanten te voorzien van storytelling en informatie. Zodat we kunnen aantonen in woorden en cijfers wat we allemaal doen. Zo hebben we in Tanzania – waar we onze eigen cashewfabriek hebben – werkgelegenheid gecreëerd voor meer dan 500 vrouwen. We zijn daarnaast vooral bezig om het inkomen en de leefomstandigheden van de boeren in die keten te verbeteren. Dit alles wordt gesteund door de lokale overheid in Tanzania, waar we altijd mee proberen samen te werken. We zijn ook zeker niet te beroerd om samen te werken met concurrenten. Want we zijn ons terdege bewust dat je uiteindelijk alleen grootschalige impact kunt maken als je samenwerkt. We kiezen een holistische aanpak waarbij we op meerdere fronten projecten implementeren om de leefomstandigheden van boeren te verbeteren.”
Eveline Tegelaar, Chief sustainability officer at Monchy Food Company
MFC is een onderneming wereldwijd actief op het gebied van noten, zaden, zuidvruchten en superfoods. Waar een team van gedreven en getalenteerde mensen solide partnerschappen vormen, die boeren en oorsprongen verbinden met hun eindgebruikers d.m.v. het opzetten van duurzame waardeketens. www.monchyfoodcompany.com
Nederland kampt met stikstofdepositie
UITDAGINGEN
Er wordt door de stikstofcrisis enorm veel onderzoek verricht naar factoren die hierin een rol spelen, en de stikstofdepositie is er een van. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door landbouw, industrie en verkeer, en de uitstoot leidt tot vermesting en verzuring van de natuur, wat de biodiversiteit bedreigt.
Het gevolg is dat grotere, snelgroeiende plantensoorten de kleinere verdringen, waardoor waardevolle plantensoorten, en de dieren die ervan afhankelijk zijn, verdwijnen. Ecoloog Wieger Wamelink werkt als wetenschapper aan Wageningen University & Research en houdt zich intensief bezig met dit onderwerp. Hij heeft daarnaast de titel van ‘ruimtelandbouwer’ verdiend, want hij werkt al meer dan tien jaar aan een speciaal project dat zich richt op het telen van groenten op Mars en de maan.
Uitdaging
Het ruimteproject kent allerlei spinoffs, en vormt ook een manier om andere dingen beter onder de aandacht te brengen. Om de uitdagingen rond de stikstofdepositie, ook wel vermestende depositie genoemd, aan te pakken, is innovatie in de landbouw essentieel. Volgens Wamelink zijn verbeteringen echt noodzakelijk, al dan niet onder dwang van de EU: “Ook al is ons kabinet er nog steeds
niet helemaal van doordrongen, er moet gewoon iets gebeuren. We hebben te veel dieren op een te kleine oppervlakte, en dat kan alleen maar omdat wij heel veel voedsel voor ze importeren, onder andere uit Afrika en Zuid-Amerika. Er is geen relatie meer tussen het land en de dieren. Die balans moet in grote mate hersteld worden, willen we aan de eisen van de EU voldoen, en niet te vergeten om de natuur te behouden.”
Er is geen relatie meer tussen het land en de dieren
Anders kijken
Het vraagt om een andere manier van naar landbouw kijken. “Naar mijn mening moeten we zoveel mogelijk stoppen met kunstmest. Ik snap wel dat het mooi spul is en je het gelijk op je land kunt gooien,
maar we hebben al te veel mest. We moeten kijken of koe- en varkensmest effectiever ingezet kan worden. Het produceren van kunstmest kost ook ontzettend veel energie en is kostbaar. Dat wordt nu nog niet heel goed beseft, maar het grote probleem van de toekomst is fosfaat. Dat halen we uit mijnen, maar dat is een keer op.” Daar komt zijn marsproject ook om de hoek kijken, omdat hij daarin het inzetten van menselijke uitwerpselen onderzoekt, iets wat al op diverse manieren wordt toegepast.
Voedselimport
Hij komt vervolgens terug op het importeren van voedsel: “Daar kun je op twee manieren naar kijken. De
Hoogland BV – Partner Content
Landbouwsectoren moeten samenwerken voor een duurzame toekomst
De toekomst van de landbouw ligt in samenwerking. Terwijl specialisatie ooit de weg vooruit leek, blijkt nu dat veehouderij en akkerbouw elkaar veel te bieden hebben. De uitdagingen rondom bodemgezondheid, mestgebruik en efficiëntie vragen om nieuwe benaderingen. Door sectoren beter op elkaar af te stemmen en kringlopen te sluiten, ontstaan kansen voor duurzame landbouw waarin zowel natuur als boerenbedrijven floreren. Maar hoe maak je deze verbinding in de praktijk?
Kringlopen herstellen: van gewas tot voer
In Noord-Nederland werkt Hoogland BV aan het herstellen van de balans tussen veehouderij en akkerbouw. Sinds 1854 actief als graanhandel, heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot een belangrijke schakel in de regionale landbouw. Het familiebedrijf verwerkt lokaal geteeld graan tot veevoer op maat en zorgt ervoor dat dierlijke mest terugkeert naar de akkers. Dit sluit kringlopen en bevordert een duurzame samenwerking tussen beide sectoren.
Akkerbouwers telen gewassen zoals graan, suikerbieten een aardappelen. Waar het graan vroeger naar verre markten werd verkocht, richt Hoogland zich nu op lokaal gebruik. In een fabriek in Leeuwarden wordt graan verwerkt tot voeders die nauwkeurig zijn afgestemd op de behoeften
van melkvee. Deze korte keten bespaart transport, verlaagt de milieubelasting en voorkomt verspilling van grondstoffen.
Dierlijke mest voor een gezonde bodem
Naast veevoer speelt het bedrijf een belangrijke rol in het benutten van dierlijke mest. Kunstmest voegt weinig toe aan het bodemleven, terwijl dierlijke mest organische stoffen bevat die cruciaal zijn voor een gezonde bodem. Door mest terug te brengen naar de akkers, wordt de bodem gevoed en de afhankelijkheid van kunstmest verminderd. Dit bevordert de bodemgezondheid en ondersteunt een duurzame gewasteelt.
Een recente innovatie is de productie van meststoffen op maat. Op basis van bodem- en gewasanalyses worden precies
de juiste nutriënten toegevoegd. Dit voorkomt overbemesting en maximaliseert het gebruik van beschikbare middelen. Het bedrijf onderzoekt bovendien manieren om nutriënten uit zowel dierlijke als humane mest terug te winnen, wat veelbelovende mogelijkheden biedt voor een nog duurzamer landbouwsysteem.
Kennis en maatwerk voor boeren Hoogland ondersteunt boeren niet alleen met producten, maar ook met kennis. Adviseurs met expertise in zowel gewassen als veehouderij werken samen met boeren om te zorgen dat hun processen optimaal op elkaar aansluiten. Dit maatwerk leidt tot efficiënter gebruik van grondstoffen, hogere opbrengsten en een lagere ecologische voetafdruk.
Duurzame visie voor de landbouw
Met meer dan 170 jaar ervaring
minst gunstige oplossing is het terug transporteren van de mest naar waar het voer vandaan komt. Wij hebben hier te veel, maar je creëert daar een mesttekort, en dus landbouwgrond waar je niet zoveel meer mee kunt, dat wordt weleens over het hoofd gezien. Maar het is natuurlijk veel slimmer om het vlees hierheen te brengen. Dat doen we niet, want het meeste is voor de export. Er zit dus iets geks in die keten, wat heel duidelijk is en makkelijk is te doorbreken, maar het is de vraag of die wil er is. Maar links- of rechtsom, het zal moeten gebeuren.”
combineert het bedrijf traditie met innovatie. Door veehouderij en akkerbouw te verbinden, tonen ze hoe samenwerking een antwoord kan bieden op de uitdagingen van vandaag. Deze aanpak bewijst dat economische efficiëntie en ecologische verantwoordelijkheid hand in hand kunnen gaan.
Het herstellen van de balans tussen sectoren biedt perspectief voor een landbouw die in harmonie is met de natuur. Hoogland BV speelt hierin een voorbeeldrol en laat zien dat samenwerken de sleutel is tot een toekomstbestendige sector.
Hoogland BV
www.hooglandbv.nl
Innovaties in voedingssector: soms
ook voor
het gemak van consument
De mens is per definitie op zoek naar gemak, dus elke uitvinding die het leven iets comfortabeler en makkelijker maakt, is voor de meeste mensen welkom. Of het nu gaat om huis, telefoon of auto: comfort en eenvoud zijn welkom. Zo ook in de voedingsbranche waar miljarden euro’s in omgaan. Innovaties als de ‘Wrapid’ – een wrap met een gesloten onderkant, die verspilling en geknoei voorkomt – spelen in op deze behoefte aan gemak en de wensen van de ‘foodie’.
De voedingsindustrie is een van de sectoren waarin voortdurend geïnnoveerd wordt, met name op het gebied van duurzaamheid, gezondheid, verpakkingen en productinformatie over de herkomst. Maar er zijn dus ook innovaties die het de consument makkelijker maken, zoals voorgesneden en directte-consumeren producten (convenience food). De beste ideeën ontstaan vaak uit een gemis of noodzaak. Goed beschouwd valt de ‘Wrapid’ daar ook onder: een wrap met een gesloten onderkant en een easyto-fill-design. Geen geknoei met eten dat uit de wrap valt, saus die aan de vingers zit en soms op de kleding drupt. Ook voorkomt het dat de laatste paar happen vooral uit deeg bestaan, zoals bij een ouderwetse, gevouwen wrap het geval is. De Wrapid wordt gemaakt met volkoren deeg. Aanvankelijk zijn er vier smaken beschikbaar – naturel (volkoren), spinazie, bieten en pompoen – maar er kunnen in de toekomst meer varianten komen. Als de planning goed loopt, liggen de Wrapids begin volgend jaar op talloze conveniencelocaties zoals tankstations, to go supermarkten en op festivals. Uiteindelijk moet het product ook in de supermarkt komen te liggen.
Groeipotentieel
Maurice Vollebregt is CEO ad interim van Wrapid B.V., maar ook investeerder, tv-producent en -presentator en al vele jaren ondernemer. En hij gelooft heilig in het concept. Vollebregt is bekend van televisie door onder andere de zakelijke talkshow Ondernemerslounge, die wordt
uitgezonden op RTLZ, en raakte als investeerder vroeg betrokken bij Wrapid. Het concept is bedacht door Jessie van de Graaf, die nu op de achtergrond betrokken is bij Wrapid en nog altijd een klein belang in het bedrijf heeft. Voor de dagelijkse zaken geeft Vollebregt echter al bijna twee jaar leiding aan het project, nadat Van de Graaf een stap terug deed. Vollebregt doet dit overigens samen met chef Lars Vierhout. Als directeur productontwikkeling geeft Vierhout het project een gezicht en spreekt hij door Europa met relevante partijen in de voedingssector. Hij is daarnaast bekend met het ontwikkelen van voedingsproducten. Geen overbodige luxe.
maar dat is te verwachten als men met een startup bezig is. Dat geldt in elke sector, dus ook in food. Product- en machineontwikkeling is per definitie iets van de lange adem. Onze zakenpartners en investeerders weten dat.”
Uit marktonderzoek blijkt dat het groeipotentieel enorm is. De mensen willen dit echt.
“Om de Wrapid nog beter in de markt te zetten is extra kapitaal nodig. Dat lijkt me goed nieuws voor de belegger, want die kan zo opnieuw mede-eigenaar worden van Wrapid. Uit marktonderzoek blijkt dat het groeipotentieel enorm is. De mensen willen dit echt. Het product is handig, duurzaam en gezond”, aldus Vollebregt. De gemiddelde Nederlander eet ongeveer vijftig wraps per jaar, dat zijn dus honderden miljoenen wraps, alleen al in ons eigen land. Gezien die cijfers en de groeiende behoefte aan vegan-producten
is het niet verwonderlijk dat Wrapid door verschillende gerenommeerde marktspelers is benaderd om in het assortiment te worden opgenomen. Om te groeien, extra machines voor de productie van Wrapids te bouwen en het product in de markt te zetten is extra kapitaal nodig. Het gaat om een bedrag van maximaal €1.688.000, aldus Vollebregt. Hij verwacht een dividend van 5% per jaar vanaf het moment dat er resultaten gegenereerd worden. De minimuminleg voor elke investeerder is €1.000. Het product is modelrechtelijk geregistreerd op Europees niveau, dus juridisch is de Wrapid beschermd. “Het liefst hebben we investeerders die echt ‘feeling’ hebben met wat we aan het doen zijn. Mensen die echt geloven in het product en actief met ons meedenken.”
De lange adem
Bij de eerste ronde equity funding is ruim €500.000 opgehaald, waarmee een succesvolle prototypemachine is gerealiseerd. Inmiddels wordt de eerste echte productiemachine in elkaar gezet. Deze kan ruim 1.000 Wrapids per uur produceren. De machine is niet groot en er is slechts één operator nodig per machine, aldus Vollebregt. De maker van de definitieve machines is Rens Bakery Solutions uit Sevenum, Limburg. “We hebben veel uitdagingen overwonnen,
De bedoeling is dat er uiteindelijk tientallen miljoenen Wrapids geproduceerd gaan worden. Met dergelijke groeiplannen zal het geen verrassing zijn dat Vollebregt en consorten in principe niet weigerachtig staan tegenover een strategisch partnerschap, overname door een grote partij of een licentiesysteem, met mogelijkheid om dat in heel Europa toe te passen. “Met een grote partij heb je qua productie schaalvoordelen en een bestaand distributienetwerk. Dan hoeven wij zelf het wiel niet opnieuw uit te vinden. Als later dit jaar de eerste echte machine klaar is, wordt het gemakkelijker en goedkoper om op te schalen. Er is veel interesse.”
De retailverkoopprijs zal naar verwachting €2,99 (4 Wrapids) bedragen, een vergelijkbaar prijsniveau met normale groentewraps. “Dat is ook een must, zo bleek uit marktonderzoek. De mensen willen het product graag, maar niet veel duurder dan een gewone wrap en het liefst met een gelijke prijs.” Voor het jaar 2025 voorziet Wrapid voorlopig een winst van €700.000 en dat moet ruim vervijfvoudigen naar €3.600.000 over het jaar 2026. Het bedrijf is genoteerd aan Bondex, een onderdeel van de gerenommeerde mkbbeurs Nxchange. “Het is niet ondenkbaar dat de koers significant zal stijgen op het moment dat de productie volop draait en de Wrapid overal te verkrijgen is. Dat is natuurlijk interessant voor elke investeerder in ons project. Voorlopig kunnen mensen zich nog aanmelden via onze website bij Bondex, hoewel er wel al een flink deel van het extra benodigde geld opgehaald is.”
Levensmiddelenindustrie staat voor grote diversiteit aan uitdagingen
PROFIEL INTERVIEW
Het is nooit saai in de levensmiddelensector. Aangezien elk mens voeding consumeert, hebben we rechtstreeks van doen met trends en actualiteiten in de levensmiddelenindustrie. Stijgende kosten, verduurzaming en voedselverspilling zijn slechts enkele thema’s die de agenda beheersen van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI).
Directeur Cees-Jan Adema van de FNLI mag zich verantwoordelijk voelen voor tal van vraagstukken, waarbij het in de huiskamer van consumenten niet zelden gaat over de aanname dat boodschappen bij supermarkten in buurlanden stukken goedkoper zijn. Hoe gaat de FNLI om met dat sentiment? “De stijgende kosten voor grondstoffen, energie, transport en personeel zijn inderdaad een enorme uitdaging voor onze industrie. Toch is het een feit dat de consumentenprijzen bij ons relatief laag blijven, ook in vergelijking met andere Europese landen. Dat komt deels door de intense concurrentie in Nederland, hoewel de prijzen ook lokaal worden beïnvloed door aspecten als accijnzen en heffingen op producten als frisdrank en bier. We zijn dagelijks bezig om de prijzen zo betaalbaar mogelijk te houden, maar realiseren ons dat de consument de druk voelt.”
De uitdagingen van verduurzaming
“Klimaatverandering noodzaakt ons om onze CO2-uitstoot te verminderen. We werken aan verduurzaming op meerdere fronten, zoals regeneratieve landbouw, biologisch afbreekbare materialen en energie-efficiënte productiemethoden. Duurzaamheid is geen keuze meer, maar een noodzaak.”
Voedselverspilling verminderen
“Voedselverspilling terugdringen is een topprioriteit. We streven ernaar
Cees-Jan Adema, Directeur, FNLI
om verspilling tegen 2030 met 50% te verminderen, en dat begint bij elke schakel in de keten. Innovatie in verpakkingen speelt hierin een belangrijke rol. Paradoxaal genoeg kan minder verpakking soms leiden tot meer verspilling; het blijft een constante afweging tussen voedselveiligheid, houdbaarheid en verpakkingsreductie.”
Stimuleren van gezondere productinnovaties
“FNLI zet sterk in op productverbetering, zoals het verlagen van zout, suiker en vet in producten, en het aanbieden van kleinere porties. Ook met initiatieven zoals NutriScore helpen we consumenten gezondere keuzes te maken. We willen consumenten een breed assortiment aan producten bieden dat past bij een gezonde levensstijl, zowel binnen als buiten de Schijf van Vijf.”
Personeelstekorten in de sector
“Samen met onderwijsinstellingen en
overheden werken we aan initiatieven om de levensmiddelenindustrie aantrekkelijker te maken. We willen laten zien dat de maatschappelijke impact van de sector qua duurzaamheid en gezondheid onze sector heel aantrekkelijk maakt voor jonge mensen.”
Duurzame verpakkingen en circulaire economie
“We richten ons op het verminderen van materiaalgebruik, minder fossiele grondstoffen en het bevorderen van recycling. De sector heeft richtlijnen opgesteld voor recyclebare verpakkingen en werkt aan innovatieve recyclingtechnieken, zoals chemische afbraak van plastics. Door verpakkingen beter te recyclen kunnen we voedselverspilling beperken en de circulaire economie stimuleren.”
De vraag naar lokale producten “We zien dat de vraag naar lokaal geproduceerde producten groeit. Veel producten in de schappen, zoals groenten, zijn al lokaal. We werken aan langetermijncontracten tussen boeren en producenten om duurzame doelen te bevorderen. Hoewel lokale productie niet altijd mogelijk is, zoals voor koffie en cacao, streven we naar een balans waarbij we de voordelen van lokaal en regionaal inkopen benutten.”
De rol van digitalisering “Digitalisering is essentieel voor meer transparantie. In de toekomst kunnen consumenten via QR-codes op verpakkingen precies zien waar een product vandaan komt. Daarnaast helpt digitalisering bij rapportagevereisten voor duurzaamheid, zoals ontbossing en CO2uitstoot.”
A.Vogel – Partner Content
Geneesmiddelen van eigen bodem
Kruidengeneesmiddelen zijn volgens het CBG, College ter Beoordeling van Geneesmiddelen: geneesmiddelen die als actieve bestanddelen uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten. Kruidengeneesmiddelen, ook wel fytotherapeutica, zijn evenals andere geneesmiddelen registratieplichtig. Ze mogen pas op de markt komen na registratie door het CBG.
De werking van traditionele kruidengeneesmiddelen wordt niet klinisch getoetst, maar onderbouwd door tientallen jaren gebruik en ervaring in de praktijk. De kwaliteit wordt net zo streng beoordeeld als bij gewone medicijnen. Voor het op de markt mag komen, wordt het hele productieproces grondig gecontroleerd. Waar komt het plantmateriaal vandaan, waar wordt het verwerkt, zijn
Homeopathie of fytotherapie?
verontreinigingen uitgesloten en hoe wordt het extract gemaakt?
Ecologische tuinen
Juist om meer controle te hebben op dit deel van het productieproces beheert A.Vogel ecologische tuinen. In totaal groeien hier zo’n veertig verschillende plantensoorten, waaronder de bekende Echinacea purpurea. Na de oogst worden de planten
binnen een dag vers verwerkt om de actieve werkstoffen te behouden. Het bedrijf produceert al ruim honderd jaar natuurlijke zelfzorgproducten. Deze variëren van voedingssupplementen, cosmetica en medische hulpmiddelen tot bovengenoemde traditionele kruidengeneesmiddelen.
Verantwoord telen
Jaarlijks oogst A.Vogel 50.000 kg planten uit de eigen tuinen op de Veluwe. Bij de teelt staan biodiversiteit en behoud van vruchtbare grond hoog in het vaandel. Zo zijn de tuinen omzoomd met houtwallen, wordt gebruikgemaakt van groenbemesting (het in een geoogste tuin inzaaien van planten die voedingsstoffen als stikstof inbrengen) en zorgt strokenteelt in plaats van monoculturen voor verbeterde biodi-
De traditionele kruidengeneesmiddelen van A.Vogel zijn fytotherapeutisch (kruidengeneeskunde) en niet homeopathisch, zoals veel mensen denken. www.avogel.nl
De vraag naar klimaatvriendelijke producten
“Klimaatbewustzijn groeit, maar prijs en smaak blijven voor veel consumenten het belangrijkst. Toch zien we dat een deel van de consumenten bewust kiest voor klimaatvriendelijke producten. We willen die keuzes transparanter maken door het CO2-beslag van producten inzichtelijk te maken. Dit stimuleert innovatie in de keten en draagt bij aan verdere verduurzaming.”
We richten ons op het verminderen van materiaalgebruik, minder fossiele grondstoffen en het bevorderen van recycling
De Nederlandse concurrentiepositie
“De Nederlandse levensmiddelenindustrie heeft een sterke positie dankzij ons agrofoodcomplex en de kennis die we in huis hebben. In een wereld waar voedselzekerheid steeds belangrijker wordt, hebben we een unieke kans. Wel zijn de hoge energiekosten en lage inkoopprijzen uitdagingen. We moeten een balans vinden waarin verduurzaming en eerlijke prijzen samengaan, zodat onze industrie concurrerend blijft en consumenten betaalbare producten kunnen blijven kopen.”
Tekst: Hugo Schrameyer
versiteit. Daarnaast wordt geteeld zonder bestrijdingsmiddelen, en zijn de tuinen, grondstoffen en productie Skal gecertificeerd.
In de geneesmiddelenbranche is het bijzonder dat een grote speler als A.Vogel zoveel aandacht besteedt aan ecologische productie. Uiteindelijk raakt de gezondheid van de aarde ons allemaal.
KOAG/KAG 11-1124-2330
Technologische doorbraken voor diervriendelijk slachten
Vanaf de jaren zeventig hebben in het verwerken van gevogelte enorme innovaties plaatsgevonden. Niet in de laatste plaats om ervoor te zorgen dat er duurzaam gehandeld wordt, met oog voor dierenwelzijn. Nederland heeft zelfs een voortrekkersrol als het gaat om het ontwikkelen van technologie in de branche.
Een van de globale marktleiders is een bedrijf uit het pittoreske Oostzaan. Opgericht op 9 september 1959 vierde Meyn dit jaar het 65-jarig bestaan. Manager Jeroen Bohm en Lean Winder, Directors binnen de Business Unit Innovation bij Meyn, kijken hier met trots op terug. “We kunnen wel zeggen dat Meyn vanaf de jaren zeventig het hele proces van gevogelteverwerking heeft gerevolutioneerd”, begint Winder. “Meyn heeft een mooi verhaal: een klein familiebedrijf uit Oostzaan dat door middel van technologische doorbraken is uitgegroeid tot een van de globale marktleiders in de branche.”
De doorbraken, of uitvindingen, waar Winder op doelt, zijn nog steeds de basis voor de processen die tegenwoordig wereldwijd worden gebruikt bij het verwerken van gevogelte. “Heel veel technologie in de industrie komt uit Nederland, daar mogen we als land best trots op zijn. Want waar ter wereld je ook een stukje kippenvlees eet, de kans is groot dat de verwerkingstechnologie uit Nederland komt of zelfs uit Oostzaan.”
Diervriendelijk
De gevogelte-industrie ligt al flink wat jaren onder een vergrootglas wanneer het gaat om diervriendelijkheid. Bij Meyn zijn ze zich daarvan bewust en zijn ze er dagelijks mee bezig. “Tien jaar geleden heeft Meyn een procedure ontwikkeld waarmee we op basis van de onderkant van de voeten van de kip kunnen inschatten hoe het dier geleefd heeft. Hiervan houden we een scorekaart bij. Daarnaast kijken we of een kip gebroken vleugels of poten heeft. Alles wordt bijgehouden, enerzijds om de verbeteringen te bevorderen in het opgroei
proces, anderzijds om de productmix te optimaliseren.”
“Diervriendelijkheid valt samen met ons streven naar efficiëntie. We willen een kwalitatief hoogwaardig eindproduct realiseren. Onze producten stellen klanten daarom in staat om dierenwelzijn te bevorderen. Op het moment dat de kip gestrest is door de manier waarop ze gedood wordt, maakt ze namelijk veel adrenaline aan en is dat niet bevorderlijk voor de productkwaliteit. Dus nog voordat het – terecht – een groot topic werd onder consumenten, waren onze klanten en Meyn al bezig met het stukje diervriendelijkheid. Dat is voor ons een heel belangrijk aspect van het kwaliteitsproces. De gehele keten werkt samen van het opgroeien van de kip, de condities op de boerderij, gedegen voedsel, fatsoenlijk transport en het zo humaan mogelijk slachten. Met de plek die wij innemen als wereldleider in de markt, voelen we ons ook verantwoordelijk voor de ethische kant. Het is belangrijk om goed met de dieren om te gaan.”
Artificial Intelligence
Ook AI zal een grote rol gaan spelen in het steeds efficiënter maken van gevogelteverwerking. “We zetten AI in om het softwareprogramma achter de kwaliteitsdetectie steeds weer te blijven trainen. Iedere upgrade die we verkopen leert van zijn voorgangers. Zo kunnen we een steeds breder kwalificatieprogramma aanbieden dat ook toegespitst is op lokale benodigdheden.” Een slim camera systeem herkent de kwaliteit van de kippen en deelt ze hierop in. “En dat op lijnen van 15.000 kippen per uur. Vier kippen per seconde, die allemaal digitaal worden
geregistreerd. Het softwareprogramma koppelt kwaliteit en gewicht aan elkaar. Zo kan een eindbestemming worden gekozen die aansluit bij de wensen van de afnemer. Om de juiste keuze te maken op basis van kwaliteit, gebruiken we ook AI.”
Toekomst
De eerste 65 jaar zitten erop, en zowel Bohm als Winder zijn ervan overtuigd dat ze over 65 jaar nog steeds actueel zijn. “Als je kijkt naar de markt en hoeveel spelers zich daarin bevinden, is dat maar een beperkt aantal. Dat komt omdat het bijzonder lastig is om op deze specialistische markt toe te treden. De kennis die ons team heeft, is gewoon heel moeilijk te vinden. Mensen die bij ons werken, brengen hier ook vaak het grootste gedeelte van hun carrière door, dus veertigjarige jubilea zijn ons allesbehalve vreemd. En gedurende die lange carrière blijven onze
Meyn heeft vanaf de jaren zeventig het proces van gevogelteverwerking gerevolutioneerd
werknemers leren en ontwikkelen. Daarbij zijn er nog heel veel markten – denk aan India – die nog veel mogelijkheden voor automatisering hebben. Daarbij heeft kip als product veel voordelen: religievrij, proteïnerijk, betaalbaar en een lage carbon footprint vergeleken met andere soorten vlees. Dus niets lijkt een prachtige toekomst voor Meyn in de weg te staan.”
Meyn is een wereldwijde leider in pluimveeverwerkingsapparatuur. Met 65 jaar ervaring heeft Meyn een diepgaande kennis van de pluimvee-industrie en biedt het een breed scala aan innovatieve oplossingen. De apparatuur van het bedrijf is ontworpen om efficiëntie te optimaliseren, arbeidskosten te minimaliseren, afval te verminderen en voedselveiligheid en kwaliteit te garanderen.
Het bedrijf heeft een wereldwijd netwerk van verkoop- en servicemedewerkers die nauw samenwerken met klanten om hun behoeften te begrijpen en op maat gemaakte oplossingen te bieden. Meyn biedt trainingsprogramma’s, technische ondersteuning en reserveonderdelen om de langdurige betrouwbaarheid en prestaties van haar apparatuur te waarborgen.
Bij opkweken is optimaliseren het toverwoord
MOGELIJKHEDEN
Ons land speelt een leidende rol in de wereldwijde groenteteelt, vooral op het gebied van vruchtgroenten zoals de tomaat, die tot de meest geconsumeerde groenten ter wereld behoort. Nederlandse specialisten reizen regelmatig naar het buitenland om hun kennis en technieken te delen en zo processen verder te optimaliseren.
Onder de naam Propagation
Solutions werkt Hans van Herk als consultant voor bedrijven die voor producenten van vruchtgroenten planten opkweken (het verzorgen van jonge planten voordat ze bij de teler worden uitgeplant). Denk hierbij onder andere aan tomaat, paprika, watermeloen, komkommer, sla, kool en knolselderij. Het voornaamste
doel is om de kwaliteit te verbeteren en zo te zorgen voor gezonde planten met uniformiteit, de juiste aantallen, bloei van trossen, actieve wortels én een donkergroene bladkleur.
Expertise
Hij heeft inmiddels 25 jaar ervaring in de sector. Op een gegeven moment kreeg hij zo vaak de vraag om te helpen, dat hij een eigen adviesbureau is begonnen, met klanten over de hele wereld. Door het vergaren van kennis uit diverse klimaten, is veel sneller duidelijk waarom de planten
op een bepaalde manier groeien en hoe dit te benutten is. Naast de huidige focus op duidelijk minder chemie, meer biologische bestrijding en minder waterverbruik, wat zorgt voor recirculatie en minder meststoffenverbruik, zijn er volgens hem
Nederland speelt een leidende rol in de wereldwijde groenteteelt
een paar dingen waar Nederland echt in uitblinkt: een uitstekende infrastructuur qua zaden, tuinbouwtoeleveranciers én de kruisbestuiving van kennis.
weten of ze op het goede spoor zitten. Maar ook de gevoeligheid voor infecties van virussen en bacteriën neemt daardoor duidelijk af.”
Kruisbestuiving
Een ander groot voordeel is dat kennis wordt verspreid. “Dingen die ik in Finland zie, kan ik in Canada toepassen, en andersom. Dat geldt ook voor mediterrane gebieden. Sommige teeltsystemen zijn afwijkend en lastig, en worden soms maar door drie bedrijven gebruikt, dus dan klopt men aan bij mensen zoals ik om een oplossing te vinden.”
Kwekers verwachten van mij dat ik ze spiegel qua kennisniveau
In Europa is een geïsoleerde ligging een groot voordeel voor de plantenkwekers. “Met isolatie bedoel ik dat kwekers vaak de enigen zijn die in dat gebied bepaalde planten opkweken. Ze verwachten van mij dat ik ze spiegel qua kennisniveau, ze willen
Heyde Hoeve – Partner Content
Nederland blinkt echt uit in: infrastructuur qua zaden, tuinbouwtoeleveranciers én de kruisbestuiving van kennis
De Toekomst van de Varkenshouderij
De varkenshouderij heeft de afgelopen decennia grote veranderingen doorgemaakt. Hoewel kostenreductie is bereikt, is het nu tijd om ons verder te richten op toegevoegde waarde: smaakvol en gezond vlees. We staan op een kruispunt waar we niet alleen moeten kijken naar de problemen die het huidige systeem heeft gecreëerd. We moeten vooral focussen op de immense kansen en de positieve aspecten die voor ons liggen.
Samenwerking en innovatie voor betere kwaliteit
Hoewel de nadruk vaak ligt op lagere kostprijzen, heeft Heyde Hoeve laten zien dat het mogelijk is om topkwaliteit Duroc varkensvlees te produceren. Dit hoogwaardig Amerikaanse varkensras heeft een belangrijke rol gespeeld in het behalen van de gestelde doelen. Het is essentieel om het positieve verhaal achter deze prestatie te delen. Ondanks de uitdagingen bieden de sterke fundamenten die al zijn opgebouwd grote kansen.
De sector beschikt over een uitgebreide kennisbasis en een goed ontwikkelde infrastructuur. Deze combinatie maakt het mogelijk om kwalitatief hoogstaand werk te leveren. Bovendien is de volledige keten aanwezig en werkt deze efficiënt samen, wat een sterke basis vormt voor verdere groei. De bewezen capaciteiten en de ambitie om continu te verbeteren, benadrukken de potentie van deze
aanpak. Het doel is niet om de grootste of goedkoopste te zijn, maar om uit te blinken in kwaliteit en vakmanschap.
binnen de sector aanwezig zijn. Zo kan een nieuwe standaard worden gezet in de varkenshouderij.
Heyde Hoeve
We moeten focussen op de kansen en de positieve aspecten die voor ons liggen
Dierenwelzijn, gezondheid en smaak Het is van belang om de positieve ontwikkelingen in de varkenshouderij verder te benutten door samenwerking te stimuleren, ook over de grenzen van organisaties heen. Door krachten te bundelen, kan de sector een toekomst creëren waarin kwaliteit, dierenwelzijn en smaakvolle en gezonde producten centraal staan. Dit vereist een gezamenlijke ambitie en het benutten van de sterke punten die
Daarnaast speelt het varken een cruciale rol in een circulair voedselsysteem. Het is het enige dier dat in staat is om bijproducten en voedselresten uit de voedingsindustrie - goed voor ongeveer
vijf miljoen ton per jaar - om te zetten in hoogwaardig eiwit in de vorm van vlees. Deze unieke eigenschap maakt het varken onmisbaar bij het sluiten van kringlopen in de voedselproductie. Het draagt bij aan een duurzamer en efficiënter voedselsysteem.
Met deze inzichten kan de sector niet alleen de productie van smakelijk en gezond vlees verbeteren, maar ook de belangrijke bijdrage van varkens aan duurzaam beheer van hulpbronnen verder versterken.
Betrouwbare benchmarks in huidige complexe markten een must
In de dynamische wereld van de internationale handel in agri- en foodproducten is betrouwbare marktinformatie van groot belang. Hoe zorg je ervoor dat je in een complexe, volatiele markt met diverse informatiestromen de juiste gegevens gebruikt voor het nemen van cruciale beslissingen? Een Price Reporting Agency (PRA) als DCA Market Intelligence B.V. speelt hierin een sleutelrol. Als neutrale derde partij verzamelt, analyseert en publiceert dit bureau prijsinformatie over specifieke markten, waardoor markttransparantie wordt bevorderd. Volgens Eric de Lijster, head of PRA bij DCA Market Intelligence, zijn deze diensten onmisbaar voor inkopers, traders en andere stakeholders in de agri- en foodketens.
Op de zuivelmarkt in NoordwestEuropa zijn dit najaar veel prijsrecords gebroken. Zo was in het nieuws dat de prijzen van producten als boter en room nog nooit zo hoog zijn geweest. Deze informatie is afkomstig van DCA Market Intelligence, een Price Reporting Agency (PRA) uit Lelystad. Het bedrijf begon 17 jaar geleden met het samenstellen van prijsbenchmarks voor de zuivelketen in NoordwestEuropa. Inmiddels bevat het portfolio meer dan 90 prijsbenchmarks van onder meer zuivel, fritesaardappelen, uien, vlees, varkens en mest. Vooral in de zuivelsector is DCA Market Intelligence toonaangevend, met het wekelijks samenstellen van 25 prijsbenchmarks variërend van boter en room tot melkpoeders, rauwe melk en diverse soorten kazen.
Het bedrijf onderscheidt zich door onafhankelijkheid en de methodologie waarmee prijsinformatie wordt vastgesteld. Waar interne bedrijfsdata beperkt blijven tot de eigen supply chain en marktrapporten van consultants minder frequent en breed zijn, biedt een PRA frequente, objectieve en gevalideerde prijsinformatie. “Onze kracht is dat we, anders dan bij de databureaus, de prijsinformatie echt bij de bron ophalen en deze gebruiken om wekelijkse prijsbenchmarks vast te stellen”, vertelt Eric de Lijster, head of PRA. “Door onze toegang tot een breed netwerk van handelaren, producenten en eindgebruikers kunnen we diep in de markt graven.”
Meerwaarde van benchmarks Vertrouwen en integer omgaan met deze relaties is cruciaal, benadrukt De Lijster. “Bij elke nieuwe bron is er eerst wat koudwatervrees om mee te doen en anoniem prijsinformatie met onze analisten te delen. Al gauw zien zij de meerwaarde van ons werk. We stellen niet alleen prijsbenchmarks samen, maar geven via marktanalyses ook inzicht in de oorzaken van prijsschommelingen. Dit helpt bedrijven om markttrends te herkennen en tijdig te anticiperen. Zo bieden we bedrijven een stevige basis om goed onderbouwde beslissingen te nemen.”
De benchmarks van DCA Market Intelligence fungeren onder meer als referentiepunt voor contractonderhandelingen. “Een inkoper die bijvoorbeeld melkpoeder of boter inkoopt, kan onze prijzen gebruiken om te valideren of een deal
marktconform is”, legt De Lijster uit. Ook handelaren en inkopers benutten PRA-data voor risicomanagement, bijvoorbeeld om prijsrisico’s te beperken bij het vaststellen van hedging-strategieën via futures of andere financiële instrumenten.
Behoefte aan transparantie De opkomst van PRA’s weerspiegelt de groeiende behoefte aan transparantie en onafhankelijkheid in markten die steeds complexer en meer gereguleerd worden. Aan bedrijven en organisaties die zelf benchmarks en prijzen vaststellen worden steeds strengere eisen gesteld, omdat dit risico’s voor objectiviteit en compliance
nemen geen positie in de markt in en hebben geen financieel belang bij prijsbewegingen.”
Strikte controles
Critici suggereren soms dat PRA’s prijsvolatiliteit versterken of te afhankelijk zijn van input van marktpartijen. Volgens De Lijster zijn deze zorgen ongegrond. “Een PRA zoals DCA Market Intelligence legt de marktdynamiek bloot, maar creëert geen prijsschommelingen. Door transparantie te bieden, verminderen we juist onzekerheid en beperken we het risico op extreme volatiliteit. Daarnaast hanteren we strikte
Een PRA vervult in de hedendaagse markt een cruciale rol
met zich meebrengt. “Een PRA vervult in de hedendaagse markt een cruciale rol. We bieden een onafhankelijk referentiepunt”, stelt De Lijster. “De groei van PRA’s weerspiegelt de verschuiving in zakelijke en Financiële verantwoording, waarbij transparantie en datagestuurde besluitvorming centraal staan.”
Als PRA borgt DCA Market Intelligence de betrouwbaarheid van benchmarks met transparante, getoetste protocollen en een gestandaardiseerde methodologie. “Onafhankelijkheid staat hierbij centraal”, benadrukt De Lijster. “PRA’s
Wat doet DCA Market Intelligence?
DCA Market Intelligence is een onafhankelijk Nederlands bedrijf dat gespecialiseerd is in data en informatie voor agrarische grondstoffenmarkten. Het bedrijf biedt wekelijks onafhankelijke prijsbenchmarks en verzorgt marktanalyses voor het bevorderen van markttransparantie. Voor de (inter)nationale B2B-klanten heeft het bedrijf Commodity Intelligence Platforms ingericht specifiek voor
controles om belangenverstrengeling te voorkomen.” Voor bedrijven die twijfelen over het gebruik van PRAdiensten benadrukt De Lijster het belang van objectieve informatie. “In een markt die steeds sneller verandert, is het onverantwoord om beslissingen te nemen op basis van incomplete of subjectieve gegevens. PRA’s bieden een solide basis voor strategische keuzes, of het nu gaat om inkoop, prijsbepaling of risicobeheersing. Het is een investering in transparantie en zekerheid die op de lange termijn kosten en risico’s vermindert. In een complexe markt is betrouwbare informatie geen luxe, maar een must.”
de zuivel, fritesaardappelen en andere agrarische grondstoffen. Hierop vinden klanten prijsbenchmarks, handelsdata, marktanalyses en vergelijkingstools. Ook kunnen ze persoonlijke dashboards inrichten. Voor het bredere publiek presenteert DCA Market Intelligence een selectie van de marktinformatie aan abonnees via de websites Boerenbusiness.nl en Foodbusiness.nl.
Technologie en data transformeren de landbouw
De landbouw staat voor fundamentele veranderingen. Innovaties als autonome machines en datagedreven oplossingen bieden nieuwe perspectieven voor agrariërs, hun bedrijven en de hele voedselketen.
Joris Hiddema, CEO en medeoprichter, AgXeed
De wereld van de landbouw heeft zich decennialang geconcentreerd op één mantra: hogere productiviteit. Dat heeft geleid tot grotere machines, intensiever landgebruik en een focus op efficiëntie ten koste van de bodemkwaliteit en duurzaamheid. Joris Hiddema, CEO en medeoprichter van AgXeed, ziet echter een kentering: “We hebben decennialang geïnvesteerd in schaalvergroting, maar die strategie heeft haar grenzen bereikt. Bodemverdichting en klimaatuitdagingen dwingen ons om fundamenteel anders te denken.”
AgXeed is een pionier op het gebied van autonome landbouwmachines. Deze robots zijn niet alleen lichter en milieuvriendelijker dan traditionele tractoren, maar werken ook volledig datagestuurd. Door precisietechnologie kunnen ze op een schaal van millimeters bemesten, zaaien en onkruid bestrijden, wat verspilling van middelen aanzienlijk vermindert.
De kracht van data en samenwerking Hiddema gelooft dat data een cruciale rol speelt in de toekomst van de landbouw.
“Als je data deelt binnen moderne coöperaties, krijg je meer inzicht in de markt en versterk je je positie”, legt hij uit. Dit kan landbouwers helpen bij het maken van strategische keuzes en het efficiënter beheren van hun bedrijf. “Nu komt de inkoper vaak met een voorsprong naar het boerenerf, maar met gedeelde data kan de boer sterker in onderhandelingen staan.”
Deze data-uitwisseling maakt bovendien nieuwe vormen van samenwerking mogelijk. “Coöperaties hoeven niet langer rigide en hiërarchisch te zijn”, stelt Hiddema. “Boeren kunnen flexibel participeren en hun voordeel doen met anonieme data-uitwisseling, wat ook de concurrentie en transparantie bevordert.”
Bodemgezondheid als sleutel tot duurzaamheid
Een groot deel van de innovatie richt zich op het verbeteren van de bodemgezondheid, die cruciaal is voor zowel de gewasopbrengst als de voedselkwaliteit. Hiddema licht toe: “De bodem is niet alleen een bron van voeding voor gewassen, maar fungeert ook als een levend ecosysteem. Als je de bodem beschadigt, raakt het hele systeem uit balans.” De lichtere machines van AgXeed spelen hierin een belangrijke rol. Ze verminderen de verdichting van de bodem aanzienlijk, waardoor wortels dieper kunnen groeien en planten efficiënter voedingsstoffen opnemen. “Een gezonde bodem betekent gezondere gewassen en minder gebruik van chemicaliën. Dat komt niet alleen de landbouw, maar ook de consument en het milieu ten goede”, aldus Hiddema. Met de toenemende arbeidstekorten in de agrarische sector is autonome technologie geen keuze meer,
maar een noodzaak. De robots van AgXeed kunnen volledig zelfstandig werken en zelfs traditionele machines integreren in hun datagestuurde ecosysteem. Dit vermindert de afhankelijkheid van arbeidskrachten en verhoogt de productiviteit. “Ze maken gebruik van AI en algoritmes om taken te optimaliseren. Maar AI is geen magische oplossing voor alles. Je hebt ook basale, praktische kennis nodig om complexe landbouwproblemen op te lossen.” Hij benadrukt dat technologie boeren niet vervangt, maar hun werk transformeert. “Met autonome machines kunnen boeren meer tijd besteden aan strategisch plannen en het analyseren van data. Dat verhoogt hun efficiëntie en versterkt hun positie in de voedselketen.”
Impact op de hele keten
De innovaties van AgXeed reiken verder dan alleen het boerenerf. Betere dataanalyses en precisielandbouw kunnen de hele voedselketen efficiënter maken, van transport en opslag tot verwerking en consumptie. “De bodemkwaliteit en de gezondheid van onze gewassen zijn direct gekoppeld aan de kwaliteit van ons voedsel en onze gezondheid”, verklaart Hiddema.
Door lokaal voedsel te produceren en het transport te minimaliseren, verkleint AgXeed ook de ecologische voetafdruk. “Minder transport betekent niet alleen minder uitstoot, maar ook een verbeterde versheid en kwaliteit van producten. Dat komt uiteindelijk iedereen ten goede”, aldus Hiddema. Ondanks de voordelen verloopt de adoptie van nieuwe technologie niet zonder obstakels. Hiddema wijst op onzekerheid als een grote remmende factor. “Boeren staan open voor innovatie, maar
geopolitieke en economische instabiliteit maken hen terughoudend om grote investeringen te doen. De regels in Europa veranderen continu, en dat creëert een afwachtende houding”, legt hij uit.
De continu veranderende regels creëren een afwachtende houding
Oplossing ligt in samenwerking
Daarnaast speelt regelgeving een rol. Hiddema pleit voor een gelijk speelveld op internationaal niveau: “Boeren kunnen niet aan strengere regels worden gehouden, terwijl producten uit landen met minder duurzame praktijken onze markt betreden. Het speelveld moet eerlijker worden.”
AgXeed werkt wereldwijd, maar legt de focus op Europa, waar de meeste mogelijkheden liggen om de landbouw efficiënter en duurzamer te maken. Dankzij geavanceerde technologie kan het bedrijf agrariërs niet alleen ondersteunen bij dagelijkse processen, maar ook helpen om strategische keuzes te maken, die hun bedrijfsvoering en de voedselketen transformeren. Hiddema concludeert: “De oplossing ligt in innovatie en samenwerking. Alleen door samen te werken, kunnen we de uitdagingen in de landbouw aanpakken en een positieve impact hebben op het milieu en de maatschappij.”
Regeneratieve landbouw als investering
De stikstofcrisis, stijgende grondprijzen, uitgeputte bodems en vastgelopen overheidsbeleid zorgen voor veel onzekerheid in de landbouwsector. Tegelijkertijd groeit de bezorgdheid over de toekomst van gezond en betaalbaar voedsel.
Impactondernemer Wouter Veer wilde niet langer toekijken en richtte Lenteland op: een vernieuwend ondernemersmodel gebaseerd op regeneratieve boerderijen. Particulieren die op zoek zijn naar een investering met maatschappelijke impact, kunnen instappen.
Herstel van bodem en ecosysteem Lenteland richt zich op regeneratieve landbouw, waarbij de nadruk ligt op het herstel van de bodem, en het bevorderen van biodiversiteit. Het idee is eenvoudig, maar krachtig: landbouw moet niet alleen gezond voedsel opleveren, maar ook het ecosysteem herstellen. Boeren die zich aansluiten bij Lenteland worden ondersteund in deze missie.
Veer legt uit: “Als je werkt met natuurlijke processen, krijg je gezonde bodems die veel beter in staat zijn om koolstof vast te houden en beter bestand zijn tegen extreme weersinvloeden. Dit is de kern
van onze werkwijze.” Op dit moment heeft Lenteland vijf boerderijen in Nederland en België, met plannen voor een zesde en zevende boerderij en verdere uitbreiding.
Coöperaties en gedeeld eigendom Lenteland koopt de grond en boerderijen, zoekt geschikte boeren en helpt hen bij de opstart. Elke boerderij is een coöperatie waarin particulieren en impactinvesteerders kunnen deelnemen. Door deze certificaatverkoop komt de boerderij in handen van de gemeenschap en wordt er financiële ruimte gecreëerd voor nieuwe boerderijen.
Veer, die eerder succesvolle ondernemingen ontwikkelde, heeft eigen vermogen ingebracht voor de eerste vier boerderijen. “Lenteland biedt een oplossing voor de hoge grondprijzen die veel startende boeren belemmeren. Wij maken deze vorm van landbouw mogelijk voor boeren die anders geen toegang hebben tot grond en kapitaal,” aldus Veer.
Verschillende bedrijfstakken Op de Lenteland-boerderijen zie je verschillende bedrijfstakken zoals tuinderijen, agroforestry-systemen, overnachtingsmogelijkheden, vergaderlocaties en ‘velddiners’ waar gasten genieten van heerlijke gerechten van het land. Dit zorgt voor een economisch veerkrachtig model.
Veer benadrukt het belang van een goed bedrijfsplan: “Veel goedbedoelde initiatieven redden het niet omdat er te weinig aandacht is voor een gedegen financiële onderbouwing van de activiteiten. De Lenteland-boeren worden intensief ondersteund bij het opzetten van een gezond bedrijf.”
Lenteland Lees meer over de investeringsmogelijkheden, boerderijen en initiatiefnemers op www.lente.land
Partner Content
De toekomst van voedsel vereist duurzame keuzes
De wereldwijde voedselketen staat voor grote uitdagingen. Klimaatverandering, uitputting van landbouwgrond en de noodzaak van efficiëntere productie vragen om nieuwe benaderingen. Terwijl consumenten bewuster kiezen voor duurzaam en eerlijk geproduceerd voedsel, worstelen bedrijven met de vraag hoe zij aan die verwachtingen kunnen voldoen én toekomstbestendig kunnen blijven. Hoe transformeer je de voedselketen zonder concessies te doen aan kwaliteit of betaalbaarheid?
Mark Schraauwen, sinds juni CEO van Verstegen Spices & Sauces, ziet hierin geen obstakel, maar een kans. “We willen laten zien dat duurzame keuzes niet alleen noodzakelijk zijn, maar ook mogelijk en toekomstbestendig”, vertelt Schraauwen. Het Rotterdamse familiebedrijf wil blijvende impact maken op de voedselketen, om bij te dragen aan een betere wereld voor volgende generaties.
Onder Schraauwens leiding streeft Verstegen naar volledige klimaatneutraliteit in 2035. Scope 1 en 2 zijn nu al grotendeels aangepakt: sinds 2016 gebruikt het bedrijf uitsluitend groene stroom, en de eigen uitstoot is met ruim 30% gereduceerd. De focus ligt nu op scope 3, zoals duurzame verpakkingen
Verstegen Spices & Sauces www.verstegen.nl
en ingrediënten, en daarnaast verkennen ze het unieke concept van scope 0: historische emissies compenseren. Verstegen kiest voor een integrale aanpak, met als speerpunten: regeneratieve landbouw, eerlijke handelspraktijken, groene energie en klimaatneutraliteit. “We werken samen met boeren om regeneratieve landbouwwerkwijzen te implementeren, die de bodemkwaliteit herstellen en CO2 opslaan”, legt Schraauwen uit.
Volgens Schraauwen biedt de toekomst kansen voor wie durft te veranderen. “We willen niet alleen een leverancier zijn, maar een partner in de keten, en bewijzen dat duurzame voedselproductie haalbaar is – zonder compromissen.”
De vraag groeit
Met ambitieuze plannen wil Lenteland de komende jaren tientallen boerderijen opzetten. De vraag naar regeneratieve landbouw groeit zowel onder boeren als consumenten. Mensen willen steeds vaker weten waar hun voedsel vandaan komt en kiezen voor lokale, gifvrije producten.
Lenteland biedt een kans voor particulieren en impactinvesteerders om hier in te stappen en om deze vorm van landbouw verder te laten groeien. Bij iedere investering gaat 80% naar de aankoop van grond en gebouwen, wat het model aantrekkelijk maakt voor mensen die hun spaargeld op een verantwoorde manier willen beleggen.
Plant Based Expo in Londen vol met innovaties
Nederland is de zesde grootste plantaardige markt van Europa, wat in 2023 neerkwam op een omzet van 441 miljoen euro. Per hoofd consumeren we echter het meest. Op de Plant Based World Expo in Londen werden de nieuwste plantaardige levensmiddelen getoond.
Na een campagne van dierenwelzijnsorganisatie
Wakker Dier hebben elf grote supermarktketens in Nederland afgesproken om de komende vijf jaar meer plantaardig vlees aan te bieden. Dit moet gaan van 40% nu, naar 60% in 2030.
Kweekvlees
Een paneldiscussie op de expo ging over gekweekt vlees. Dit was recent nog onbetaalbaar was, maar lijkt onderweg naar de eettafel. Hoewel de eerste alternatieven niet altijd even goed doordacht waren, is deze markt volop in ontwikkeling.
Nederlandse vertegenwoordigers
Ruitenberg uit Twello bedenkt creatieve oplossingen en is in 2016 begonnen met plant-based. Sinds 2023 zijn ze actiever op beurzen. Volgens hen is de prijs nog echt een issue, zeker als je alles in Europa wilt sourcen. Ook Exberry uit Mierlo was aanwezig met een prachtige stand, zij maken natuurlijke kleuren uit fruit, groenten en planten. Natuurlijk kon er geen zuivelleverancier ontbreken, in dit geval Boermarke uit Enschede. Ze zijn druk bezig met de wereldwijde retail
op het gebied van kaas, yoghurt en ijs. En ook Ojah, producent van vlees- en visalternatieven, bevond zich onder de talloze internationale exposanten.
Voedingswaarde
Er zijn nog diverse misverstanden over plantaardig die moeten worden weggenomen, onder andere over de voedingswaarde. Het is zoals voedingsdeskundige Ali Morphet tijdens een ander panelgesprek stelde: plantaardig is gezond voor zowel je lichaam als de planeet, dat zijn twee feiten waar je niet meer omheen kunt.
Investeren in grond en mensen
Landbouwgrond staat over het algemeen bekend als een veilige en waardevaste investering. Waar de grond in Nederland echter ontzettend duur is, is dit in andere landen – zelfs met grond van uitstekende kwaliteit – vaak anders. Dit biedt mogelijkheden voor buitenlandse investeerders.
Hoewel het wellicht niet het eerste is waar we aan denken bij Roemenië, beschikt het land over een zeer divers landschap. Een groot deel van dit landschap is uitermate geschikt voor akkerbouw. Voor Kamphorst Agrofonds Coöperatief U.A. is het de core business. Het fonds koopt stukken landbouwgrond op om deze vervolgens tot premium (duurzame) landbouwgrond te verwerken en te verpachten aan lokale boeren.
“Het klimaat in het Oost-Europese land leent zich prima voor het verbouwen van specifieke gewassen. Hierdoor heeft de grond een hoge waarde, die daarbij ook nog eens steeds in waarde toeneemt”, vertelt Eldert van der Spek. Hij houdt zich bij Kamphorst bezig met de verkoop van participaties. “We kopen kleinere percelen en creëren grotere, aaneengesloten percelen, met de intentie dat het landbouwgrond blijft. Het is dus niet zo dat we er andere bestemmingen aan koppelen. Niet dat het nooit gebeurt, maar dat is niet wat wij voor ogen hebben of hoe wij erin staan.”
Waardegroei en rendement Roemenië is inmiddels volwaardig lid van de Europese Unie en de NAVO. Na de val van dictator Ceaușescu heeft de bevolking in Roemenië het land dat ze voor de bezetting bezaten weer teruggekregen. Heel officieel ging dit toen nog niet, dus zijn er kadasters opgezet. Van der Spek: “Voor ons heeft de grond pas waarde als het ingeschreven staat in het kadaster. Wij schrijven de boeren dan ook kosteloos in. Mijn compagnon Sebastian Kamphorst is vijftien jaar geleden begonnen met pionieren. Daarbij hebben we een hoop leergeld betaald. Het plan was eigenlijk om de gronden na vijf jaar weer te verkopen, maar toen hij het leergeld had afbetaald, zag hij nog steeds veel kansen. Dus hebben
we besloten er nog vijf jaar aan vast te plakken.”
Toen vervolgens ook die vijf jaar verstreken, werd de einddatum helemaal vergeten en bleef Kamphorst Agrofonds actief in Roemenië. “Wij bieden beleggers de mogelijkheid een veilige investering in landbouwgrond te combineren met de hogere rendementsuitzichten van een land in ontwikkeling als Roemenië. Hierbij bestaat voor de investeerders wel degelijk de mogelijkheid om tussentijds uit te stappen. We keren ook dividend uit, dat afkomstig is van de opbrengst van de oogst van de landbouwgrond. Op zich is dit niet heel hoog, denk aan 1%. De winst zit uiteindelijk in de waardestijging van de grond. En die kan op termijn wel 6 tot 8% zijn, maar is uiteraard niet ieder jaar hetzelfde.”
Veel potentie
De waardering wordt bepaald door een beëdigd taxateur uit Duitsland. Hij kent het gebied op zijn duimpje en aan de hand van de taxaties wordt een totale taxatie van het fonds opgesteld. “Dat is de prijs waarvoor mensen hun participaties aan ons terug kunnen verkopen, maar ook de prijs waarvoor wij het weer verkopen. Heel vaak stappen mensen voorzichtig in, maar als ze de potentie van de grond zien, breiden ze hun investering regelmatig uit. Dit is ook mogelijk.” Roemenië is een landbouwland bij uitstek, met 13.000.000 hectare aan landbouwgrond. In tegenstelling tot omringende landen kent het land geen restricties om deze grond te kopen. “Daarbij zijn wij in Nederland
ingeschreven als coöperatie, en dat is vooral interessant voor beleggers. Want als je via een BV belegt, kom je in aanmerking voor de deelnemersvrijstelling. Dat maakt het fiscaal aantrekkelijk, zonder nadelen voor de andere beleggers.”
Kennisoverdracht
Mensen die beleggen in landbouwgrond via Kamphorst zijn uiteraard ook wel benieuwd naar het land waar ze dit hebben gedaan. “Wij organiseren dan ook twee keer per jaar een kennismakingsreis. Mensen boeken dan een ticket en vanaf het vliegveld regelen wij het. We gaan drie dagen het project bekijken en de nabijgelegen stad Timisoara in het westen. We zitten daar om twee redenen: omdat er gemiddeld meer neerslag valt en omdat de afzetmarkt richting Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Noord-Italië dichterbij en makkelijker te bereiken is.”
Uiteraard zie je als belegger graag winst. Maar, stelt Van der Spek, je draagt met het investeren in grond in Roemenië ook daadwerkelijk bij aan betere leefomstandigheden voor de boeren daar. “De boeren zijn daar echt heel blij met ons. Als zij in Roemenië namelijk grond willen kopen, moeten ze dit binnen acht jaar aflossen. Dat is vaak een onmogelijke opgave. Ze hebben ook minder emotionele binding met hun land dan de boeren in Nederland. Daarom zien ze het als ideale oplossing dat wij de grond aankopen en zij deze kunnen pachten. Daarbij doen we tijdens onze reizen ook aan kennisoverdracht met onze beleggers, die vaak zelf ook uit de agrarische sector komen. Dit helpt de boeren in Roemenië om hun grond steeds beter te bewerken. Hierdoor halen ze meer opbrengst van het land en gaat hun levensstandaard omhoog.”
Kamphorst Agrofonds Coöperatief U.A. www.agrofondsen.com
Beleggen in landbouw: winst voor boer én belegger
De agrarische sector staat onder druk door onzekerheid rondom regelgeving, stikstofproblematiek en beperkte financieringsmogelijkheden. Banken aarzelen, terwijl veel boeren juist willen investeren in de toekomst van hun bedrijf. Dit biedt een unieke kans voor beleggers. Investeren in de toekomst van landbouw levert niet alleen de boer, maar ook de belegger een aantrekkelijk rendement op.
Dave de Groot, Regiodirecteur Noord-Nederland, NLInvesteert
Een agrariër die wil uitbreiden of een bedrijf overnemen krijgt steeds moeilijker de financiering rond. Door veranderende regelgeving en terughoudende banken staat de toekomst van gezonde agrarische bedrijven onder druk. Dit creëert kansen voor alternatieve financiering. Om deze periode van onzekerheid te overbruggen, heeft NLInvesteert recent een nieuw fonds gelanceerd, het Leningenfonds voor Grondgebonden Landbouw. Dave de Groot, regiodirecteur Noord-Nederland, en Ruilof van Putten, directielid en medeoprichter van NLInvesteert, zijn de belangrijkste aanjagers van dit project. “We zijn ooit gestart met het ondersteunen van het mkb”, begint Van Putten. “Sinds 2016 hebben we meer dan € 1 miljard aan financieringen bemiddeld, waarvan € 600 miljoen afkomstig is van particuliere beleggers. We zagen dat de bancaire sector terughoudender werd na de kredietcrisis, en dat geldt nu ook voor de agrarische sector. Met ons nieuwe Leningenfonds voor Grondgebonden Landbouw willen we een brug slaan voor boeren die willen
NLInvesteert www.nlinvesteert.nl
investeren.” Het fonds richt zich op melkveehouderijen en akkerbouwbedrijven, die samen 80% van de Nederlandse landbouw vertegenwoordigen.
financieringen met een stabiel onderpand zoals landbouwgrond. De prijzen stijgen al decennialang gestaag, waardoor het risico laag is. Veel van de investeerders komen zelf uit de agrarische sector of hebben ervaring als ondernemer. “Voor hen voelt dit als een vertrouwde en impactvolle investering”, voegt De Groot toe.
Landbouw blijft een bloeiende sector, goed voor 8% van het BBP
Het belang van maatwerk leveren
Het fonds speelt in op de behoefte aan kapitaal en duurzaamheid. “Onze financiering biedt zekerheid voor beleggers door landbouwgrond als onderpand te gebruiken”, legt De Groot uit. “Maar we stellen ook strenge eisen: boeren moeten een visie hebben over verduurzaming en een solide verdienmodel hebben. Dit is niet alleen goed voor de investeerder, maar ook voor de sector.”
Een concreet voorbeeld illustreert het belang van maatwerk. “We hadden een ondernemer die in de eerste helft van 2023 verlies draaide, maar in de tweede helft en de eerste helft van 2024 aantoonbaar een aanzienlijke winst behaalde. Banken mogen alleen naar het jaarrapport kijken en wachten af. Wij kijken naar trends en potentie, waardoor we wél financiering kunnen bieden.” Zo wordt een potentieel lastige en bedreigende periode voor een agrarisch ondernemer effectief overbrugd.
Het rendement ligt tussen de 5,5% en 6,5%, dit is een passend rendement voor
Klaar om op te schalen Daarnaast benadrukt De Groot de maatschappelijke meerwaarde: “Het unieke aan dit fonds is dat beleggers niet alleen rendement behalen, maar ook boeren helpen en bijdragen aan verduurzaming van de sector. We hebben het dus over een maatschappelijke plus in het rendement van dit fonds. Een agrariër die stopt en geld overheeft kan dat weer investeren in een bedrijf uit zijn sector waar hij/zij veel kijk op heeft. Hoe mooi is dat? Je krijgt een mooi rendement en helpt een collegaondernemer.”
Nederland is vruchtbaar, en boeren zijn cruciaal voor de economie en de voedselvoorziening
Met inmiddels meer dan 12.000 actieve investeerders en een volwassen infrastructuur, is NLInvesteert klaar om op te schalen. “We zijn klein begonnen, maar hebben nu de slagkracht om grote aanvragen aan te kunnen. We hebben ons ontwikkeld tot een robuuste organisatie”, aldus Van Putten. Het team van 55 medewerkers werkt met een streng beoordelingsproces, waarbij elke lening door meerdere experts wordt geëvalueerd. De eerste reacties op het agrarische
fonds zijn veelbelovend. “We ontvangen aanvragen uit het hele land”, vertelt De Groot. “Boeren hebben vaak al een duidelijk plan, en wij helpen hen graag om dat te realiseren.”
Een sterke toekomst
De Groot en Van Putten zijn optimistisch over de toekomst. “Ondanks alle uitdagingen, blijft de Nederlandse landbouw een belangrijke en bloeiende sector, goed voor 8% van het BBP. Nederland is vruchtbaar, en boeren zijn cruciaal voor de economie en voedselvoorziening”, zegt De Groot. “We zien parallellen met onze ervaringen in het mkb. Dit fonds biedt een oplossing voor een tijdelijk financieringsprobleem, en wij denken dat we daarmee een verschil kunnen maken.” Van Putten sluit af: “We blijven samenwerken met banken, maar vullen aan waar zij op dit moment niet kunnen helpen. Ons doel is om boeren, samen met investeerders, een sterke toekomst te bieden.” De Groot en Van Putten verwachten tientallen miljoenen te gaan lenen aan de agrarische sector. De potentie is groot, mede omdat de sector van nature kapitaalsintensief is, verduidelijken ze.
KUNST. ANTIEK. DESIGN.
24 november - 1 december 2024