WEENA LIVING
D E T R A N S F O R M AT I E
VA N E E N K A N T O O R B L O K N A AS T ROT T E R DA M C S T O T 4 2 S TA D S -
A P PA R T E M E N T E N
F OTO G R A F I E F R E E K VA N A R K E L TEKST PA U L G R O E N E N D I J K 1
1
WEENA LIVING SCHAATSBAAN ROTTERDAM
Weena Living ligt midden in het stadshart van Rotterdam als onderdeel van het Weenahof complex en de voormalige Menken IJshal. Met zicht op het Groothandelsgebouw en Rotterdam Centraal. 4.907 M 2 BRUTO VLOEROPPERVLAKTE 15.929 M 3 BRUTO-INHOUD
2
3
4
5
HET LELIJ KSTE GEBOUW VAN ROTTERDAM Het gebouw Weenahof staat bij veel mensen bekend als het lelijkste gebouw van Rotterdam. Een ‘multifunctioneel fiasco’ noemt architect Marjolein van Eig het in HP/De Tijd in een serie over lelijke gebouwen. De Rotterdamse architect Kees Christiaanse vindt het gebouw ‘gewoon verschrikkelijk’ en wil het slopen. In 1982 werd het gebouw nog tweede in een verkiezing van het mooiste nieuwe gebouw van Rotterdam. Ook de eersteprijswinnaar, gebouw In de Veste op de hoek van het Churchillplein, zou tegenwoordig waarschijnlijk nauwelijks scoren. Het vakblad De Architect was in 1982 ook vol lof: ‘Het Weena heeft er weer een kloek gebouw bij gekregen.’ Redacteur Janny Rodermond, de latere directeur van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, prijst de ‘nuchtere helderheid van het exterieur.’ Smaken verschillen.
6
7
INDEX 1. LOCATIE ..............3 2 . S L O O P . . . . . . . . . . . . . . . . 3 9 3. RUWBOUW
............55
4 . A F B O U W . . . . . . . . . . . . . . . 8 1 5 . I N H U I Z I N G . . . . . . . . . . . 9 7 6 . C O LO F O N . . . . . . . . . . . . . 1 1 2
8
9
Links: het Weenahof voor de transformatie. Rechts: het uitzicht op het Groothandelsgebouw
SLOPEN? Mooi of lelijk, het zijn lastige begrippen in de beeldende kunst en moderne architectuur. Niet zelden komt een nieuw gebouw zowel in de Top 10 van mooiste als van lelijkste gebouwen terecht. Het Weenahof wordt natuurlijk niet gesloopt omdat sommige mensen het niet mooi zouden vinden. De bewoners van het gebouw zijn heel tevreden:’Het is een ontzettend fijn en functioneel gebouw.’ En je kan beter in een lelijk gebouw wonen dan er tegenaan kijken. In 2008 zette wethouder Karakus het complex als onderdeel van Rotterdam Central District op een te-slopen-lijst, maar tegen tweehonderd tevreden eigenaren verenigd in de VvE kon hij niet op. Door de ligging naast het Centraal Station zijn de woningen de laatste tijd juist zeer in trek. Een deel van het gebouw is juist volledig opgeknapt. Het kantoorgedeelte aan de kant van het Groothandelsgebouw is getransformeerd tot een eigentijds woongebouw. Daarover verderop meer, eerst maar eens kijken wat de locatie voor geheimen heeft, hoe dit gebouw tot stand is gekomen, waarom het er uitziet zoals het eruit ziet en wie de architecten waren.
10
11
DIERGAARDE De locatie van de Weenahof is een merkwaardig geval. Eens woonden hier apen, leeuwen en olifanten! Het is nauwelijks meer voor te stellen, maar tot 1940 lag hier midden in de stad de Diergaarde. De straatnaam Diergaardesingel is het enige wat er nog aan herinnert. De Diergaarde lag tussen die Diergaardesingel, die schuin kronkelde vanaf de Kruiskade naar de Statentunnel, en de spoorlijn en strekte zich aan de stadskant uit tot over het huidige Kruisplein. In 1857 waren twee beambten van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij naast het station een kleine menagerie begonnen, een hobby die was uitgegroeid tot een prachtige diergaarde met paviljoens, een plantenkas en een uitkijktoren. Een schilderachtig park, deels ontworpen door de bekende tuinarchitecten Zocher. In 1937 werd besloten de dierentuin te verplaatsen naar een nieuwe locatie in Blijdorp, waarvoor de architect Sybold van Ravesteyn het plan maakte. Zo kon de grond in het centrum voor stedelijke functies worden bestemd en konden de voor de toenemende verkeersstromen noodzakelijke verbindingswegen tussen Weena en Beukelsdijk en vanaf het station richting de Westersingel worden aangelegd.
BOMBARDEMENT Architect Jan Wils ontwierp in 1938 een plan voor het voormalige Diergaardeterrein, met woonflats in het groen. Door het bombardement en de daaropvolgende plannen voor de wederopbouw van het hele centrum werd dit plan terzijde geschoven. Met een nieuw station en het Groothandelsgebouw ernaast werd het Weena omgevormd tot een brede verkeersboulevard. Om tot een betere aansluiting met de Beukelsdijk te komen werd begin jaren vijftig nog een deel van het Oude Westen gesloopt, zodat het Weena in een meer directe lijn erop kon aansluiten. De Weenatunnel was lang een merkwaardig grootstedelijk element in een verder vrij leeg gebied. Langs de Diergaardesingel verrees het Bouwcentrum. Op het gebied tussen Statentunnel, Weena en Groothandelsgebouw was een hotel gedacht. In de tekeningen van de stadsplanners zijn wat bouwblokken ingetekend, zonder dat er een duidelijk beeld uit spreekt.
12
13
14
15
WEENA Lange tijd bleef het kavel naast het Groothandelsgebouw een lege plek in de stad, zoals er wel meer lege plekken waren in de wederopbouwstad. Meestal werden die open plekken als parkeerterrein gebruikt. De hotelplannen werden gewijzigd toen het Hiltonconcern zich midden jaren vijftig meldde. Het Hiltonhotel werd op een meer prominente plaats van het Weena gebouwd, op de hoek van de Coolsingel. De ontwikkeling van het Weena verliep sowieso nogal moeizaam. Nadat omstreeks 1957 het Groothandelsgebouw, het Centraal Station, het Stationspostkantoor en de Delftsestraat klaar waren, werd er jarenlang niets meer gebouwd aan de noordkant van het Weena. Ook aan de zuidkant ging het niet hard. Achter de Doelen lag begin jaren zeventig zelfs een hertenkamp. En dat op dure grond in het centrum, een A-locatie vlakbij het Centraal Station. Het Weenahof is eigenlijk eind jaren zeventig de enige bouwactiviteit aan het Weena. Tot eind jaren tachtig, als de hoogbouwhausse in het nieuwe Rotterdam start met het gebouw voor Nationale Nederlanden en het ene na het andere spiegelende kantoorgebouw verrijst.
16
17
18
19
IJSBAAN Januari 1977 zijn er ineens concrete plannen voor het terrein naast het Groothandelsgebouw. Het Vrije Volk meldt op 1 april 1977: ‘Nog dit jaar start bouw ijsbaan stadscentrum. Het enorme parkeerterrein langs het Weena ten westen van het Groothandelsgebouw, moet plaats maken voor een ambitieus bouwplan van regionale betekenis, waarin zijn opgenomen: een recreatie-ijsbaan van ca. 300 meter, een hotel met 150 kamers van Holiday-Inn, 80 woningen in de premiesector, een sauna, een zwembad en een showroom met winkels.’ Het idee van een hotel is er dus nog steeds, maar de andere elementen zijn nieuw en typerend voor het denken over stadsontwikkeling in de jaren zeventig. Het nieuwe progressieve college van B&W dat sinds 1974 de stad bestuurt heeft twee belangrijke speerpunten: meer woningbouw en meer aantrekkelijke, recreatieve functies in het centrum. De kunstijsbaan was aanvankelijk op Zuid gedacht als uitbreiding van het Ahoy’complex. Maar dat project kwam niet van de grond. In Leiden was ondernemer Ton Menken succesvol met een zogenaamde combiijshal met imposante bezoekersaantallen. ‘De beleidsadviseur voor Sport- en Recreatiezaken zei onmiddellijk: ‘dat is wat we in Rotterdam nodig hebben’. De raad van Stadsontwikkeling nam de nieuwe ideeën onmiddellijk over en kwam met een gouden vondst: het parkeerterrein naast het Groothandelsgebouw zou de nieuwe bestemming moeten worden. Het paste precies in de filosofie van ‘weg-met-de-parkeerterreinen-wethouder-Mentink’. Dure grond, zo midden in de stad? Het bestemmingsplan geeft aan: bijzondere bebouwing - en dat is een ijshal. Voor woningbouw, maakt de NS teveel herrie en wat de kantoren betreft - ‘die zijn nu al niet meer vol te krijgen.’ Aldus Het Vrije Volk van 11 januari 1977.
20
21
22
23
WONINGBOUW In oktober is het hotel van de baan. Holiday Inn heeft geen interesse, want er zijn al genoeg hotelbedden in Rotterdam. In plaats van een hotel moeten er nu woningen komen. 150 woningen in totaal aan de Weenazijde. De twee kortere vleugels aan weerszijden van de Menkenhal worden tot kantoor bestemd. Er is haast bij, want begin januari moet de eerste paal voor de ijsbaan de grond in. In 1979 worden de plannen opnieuw gewijzigd. Er komen nu 199 woningen. De 50 extra woningen komen in de dure vrije sector. De rest van de huizen valt onder de premie-koop. De extra woningen leveren de gemeente ruim twee miljoen gulden extra op aan erfpacht. ‘De bijna 50 extra woningen komen er op initiatief van bouwonderneming Muwi. Wanneer het project slechts uit 150 premiekoophuizen zou bestaan, zou het bedrijf volgens een woordvoerder, niet uit de kosten komen, omdat veel extra-geld moet worden besteed aan geluidsisolatie. Het bouwwerk krijgt nu dezelfde hoogte als het Groothandelsgebouw.’ aldus Het Vrije Volk van 7 februari 1979.
PASSCHIER & VAN DER STEEN Het ontwerp voor het Weenahof staat op naam van drie architecten: K. Landers, G. Passchier en H. van den Steen. Koos Landers (1914-1983) was een al wat oudere Rotterdamse architect, die vooral in de wederopbouw actief was. Hij had halverwege de jaren zeventig een studie gedaan naar de locatie voor de combinatie van ijsbaan, schakelstation voor het GEB, parkeergarage, hotel en woningen. Gerard Passchier (1930-1997) en Herman van den Steen (1938-2004) waren een stuk jonger. Ze hadden elkaar leren kennen op het bureau van Groosman, waar ze beiden eind jaren zestig werkzaam waren. Passchier had eerder al van 1958 tot 1966 bij een ander groot Rotterdams bureau gewerkt: Maaskant. Bij Groosman is Passchier een van de hoofdontwerpers. Hij was betrokken bij het ontwerp van sportpaleis Ahoy’. Andere werken van zijn hand zijn: Esso Chemie, Rozenburg (1966-1968), Shell Chemie Moerdijk (1971-1973) en het kantoorgebouw van ODS aan de Binnenhaven (1971). Vanaf april 1971 komt Passchier met Groosman en twee anderen in de directie van het bureau, dat vanaf dat moment Groosman Partners: architecten/total planning gaat heten. Passchier is vooral bezig met de procesbegeleiding. Vanaf 1972 worden de directieleden ook aandeelhouders in het bureau. In 1974 komt het tot een breuk tussen Groosman en Passchier. Het bureau heeft het moeilijk en moet 19 mensen ontslaan, maar de belangrijkste reden is een persoonlijk conflict tussen Groosman en Passchier over de te varen koers en over het minder hiërarchisch maken van de bureaustructuur. Passchier start met Van den Steen een eigen bureau. Een van hun eerste gepubliceerde projecten betreft een viertal houtskeletbouwwoningen in Hendrik-Ido-Ambacht. De huizen zijn nog ontworpen tijdens hun dienstverband bij Groosman, in 1969, maar het project is een mooi visitekaartje voor de start van hun eigen bureau. Vooral ook omdat Passchier en Van den Steen hier zelf zijn gaan wonen. In een special van het tijdschrift de Architect over Hout staat het project prominent. Eind jaren zeventig zijn er enkele kleine opdrachten, zoals een winkel in Spijkenisse en de onlangs gesloopte horecapaviljoens op het Stadhuisplein tegenover het stadhuis. In 1981 worden enkele woontorens langs de Coolhaven ontworpen. Grote doorbraak is het ontwerp voor het Weenahof, een flinke opdracht in de crisisjaren. In de stadsvernieuwing zijn Passchier en Van den Steen nauwelijks actief.
24
25
26
27
EIGENTIJDS, FRIS ‘Het complex aan het Weena, met die ijsbaan, dat hotel en deze tachtig woningen moet een lekker
prestigieuze Maaskantprijs voor architectuur. Architecten worden een soort welzijnswerkers die
eigentijds fris smoel krijgen. Wij beschouwen het toch als een uitdaging om langs een van de
de bewoners bijstaan in hun strijd tegen de overheid en de huisjesmelkers.
belangrijkste verkeerslongen van Rotterdam iets dergelijks te mogen ontwerpen.’ aldus architect Koos Landers. Landers lijkt alleen in de beginfase bij het project betrokken, want het complex wordt grotendeels door Passchier en Van der Steen ontworpen. Maar het idee van een eigentijds,
RADICAAL ANDERS
fris gebouw nemen ze over. Dat is misschien ook de reden dat het gebouw er nu zo gedateerd en
Het progressieve college van Rotterdam onder leiding van Nieuw Links-boegbeeld André van
‘lelijk’ uitziet.
der Louw pakt de zaken dan ook radicaal anders aan: er moet meer woningbouw komen in het centrum, meer groen en meer recreatieve en culturele voorzieningen. Na de eerste euforie over de
KLEINSCHALIG
kleinschalige ingrepen in de stad en de start van de stadsvernieuwing blijkt al die kleinschaligheid
Om te begrijpen waarom het gebouw er zo uitziet en waarom het aanvankelijk bijzonder
en er is de economische realiteit van grondprijzen, bouwkosten en marktpartijen. Je kunt niet
gewaardeerd werd moet het in de context van zijn tijd worden bekeken. Eind jaren zeventig
overal sociale woningbouw realiseren en het is ook technisch niet mogelijk alle oude gebouwen en
verkeerde de Nederlandse architectuur nog in een enorme crisis. Allereerst is er een soort
woningen te renoveren.
postnatale depressie van de wederopbouwperiode. Zeker in Rotterdam wordt de wederopbouw
Op het grensvlak van die twee periodes is het Weenahof ontworpen. Enerzijds is er de drang tot
als mislukt gezien. De wederopbouwstad is zakelijk, ongezellig en kaal en dat is de schuld van
variëteit en tot het mengen van functies in één gebouw, anderzijds is er de marktvraag naar een
de architecten en stedenbouwers. Maar ook de grootschalige buitenwijken vol doorzonwoningen
flink contingent woningen op deze dure grond in het centrum. En er is ook de stedenbouwkundige
en hoogbouw moeten het ontgelden; de mensen worden er ongelukkig. Vooral de scheiding van
context: naast het Groothandelsgebouw moet je een flink gebouw neerzetten. Veel architecten
functies, van wonen, werken en recreëren, is dodelijk voor de vitale stad. Er moet menselijk
hebben inmiddels die kleinschaligheid ook wel gezien en willen wel weer eens wat anders dan
en dus kleinschalig worden gebouwd en wat er nog staat van de vooroorlogse stad moet bij
baksteen. Trespa is een nieuw plaatmateriaal, dat zich goed leent voor een wat abstractere
voorkeur worden gerenoveerd. In het Oude Westen, de wijk tegenover het Weena, wordt de
architectuur. Het kan in allerlei kleuren, maar wit is fris en abstract. Het Weenahof is overigens
stadsvernieuwing min of meer uitgevonden; in 1980 krijgt de Aktiegroep Oude Westen zelfs de
bekleed met fassalplaten van Eternit-platen, een vergelijkbaar plaatmateriaal.
ook niet de oplossing. Er zijn nu eenmaal grote organisaties die grote gebouwen nodig hebben
28
29
30
31
TRESPA-ARCHITECTUUR ‘Passchier is zeer content met dit materiaal. Het is licht, duurzaam en onderhoudsarm. Het gebruik ervan eist wel een zorgvuldige detaillering om vervuiling door jarenlang langs de gevel sijpelend hemelwater te voorkomen.’ Aldus de Architect. Het aanvankelijke enthousiasme over de nieuwe plaatmaterialen slaat al gauw om in weerzin. Trespa-architectuur wordt zelfs een scheldwoord. De combinatie met kunststof kozijnen en stalen balkons en trappenhuizen oogt goedkoop. De woningbouw met trespa-platen in de gevels veroudert ook nogal lelijk. Eén van de bekendste trespa-projecten in het Oude Westen is de woningbouw aan de Van Speykstraat van architectengroep De Nijl uit 1985, veelgeprezen vanwege de abstracte kleurpatronen. In 2010 worden de trespa-panelen door hetzelfde architectenbureau vervangen door baksteen.
KNIKKEN Het tijdschrift De Architect is in 1982 zoals gezegd vol lof over het nieuwe gebouw. ‘Het gebouw sluit goed aan op het Groothandelsgebouw en vormt een overgang van de kantorenbouw naar de oudere wijken met voornamelijk woningbouw. De dubbelhoge arcade met winkels en showrooms vormt een goede voetgangersverbinding met de woonwijken. De twee knikken in het gebouw zijn ook een echo van het Groothandelsgebouw; ze liggen bovendien precies tegenover de straten in het Oude Westen. ‘De arcade en de verbijzondering van de knikken zijn middelen om het gebouw met de stad te verweven, aldus Passchier.’ Behalve de twee kantoorvleugels is er ook kantoorruimte boven de winkels in de arcade. ‘In de toren aan de Conradstraat is de dakhelling overgenomen van de overkapping van de ijsbaan.’ Dit gedeelte werd in gebruik genomen door het GAK; het andere kantoor huisvestte het Gemeentelijk Woningbedrijf. In moeizame tijden zijn gemeentelijke organisaties altijd handig om de ergste leegstand tegen te gaan. Wat leegstand betreft, ook de woningverkoop vlot niet erg. Het is crisis in de woningbouw en de prijzen dalen overal. Als de verkoop niet vlot, worden de prijzen verlaagd. De vrijesectorappartementen worden getuige een advertentie maar liefst honderdduizend gulden (45.000 euro) goedkoper. Het duurt tot ver in 1984 voor de appartementen allemaal verkocht zijn. De winkels worden helemaal niet verhuurd.
PANDA’S Als het woningcomplex in 1982 klaar is, gaat het al moeizaam met de ijshal. De exploitatie kosten zijn hoog en de inkomsten vallen tegen. De komst van ijshockeyclub de Panda’s halverwege de jaren tachtig vormt een impuls. De Panda’s trekken veel publiek en worden landskampioen in 1989. Er wordt gezocht naar aanvullende activiteiten, hoewel afgesproken is dat het gebouw geen concurrentie voor Ahoy’ en De Doelen zou mogen zijn. In 1990 zijn er opnieuw grote problemen met de ijsbaan. Behalve structurele exploitatietekorten, mede door de gemeentelijke erfpacht, zorgt de ijsbaan voor overlast voor de omwonenden en zijn er grote parkeerproblemen. De gemeente laat een rapport opstellen Van Weena IJshal tot multifunctioneel sportcentrum. Verschillende ideeën worden gepresenteerd, waaronder nieuwbouw van een ijshal op een andere, meer geschikte locatie, mogelijk in combinatie met een zwembad. Verder wordt sloop overwogen of hergebruik van de hal voor andere sporten of als overdekte markt (kasbah). Bij de twee laatste ideeën blijft de overlast voor de omwonenden. Maar een ijsbaan is net als andere sportvoorzieningen moeilijk te exploiteren in Nederland. In feite treft zwembad Tropicana eenzelfde lot. Uiteindelijk wordt de ijshal in gebruik genomen als parkeergarage.
32
33
IDEALE LOCATIE In 2016 kom het kantoorgedeelte aan de Conradstraat in de verkoop. Jos van Essen, directeur van Accresco, wordt rechtstreeks benaderd. ‘Een zakenvriend was eigenaar van het pand. Hij had het in gebruik als kantoor, maar de kantorenmarkt ging slecht en de helft stond leeg. Er zat een HBOopleiding in. Het was als kantoorpand incourant en eigenlijk niet meer bruikbaar. Het stramien leende zich voor woningbouw, er stonden geen pilaren in de weg. Het was wel handig dat ik een één-opéén-relatie met de verkopende partij had en er geen sprake was van een competitie. Ik ben er met architect Paul van der Weijden naar gaan kijken of het mogelijk was er woningen in te maken. De plek was natuurlijk aantrekkelijk, op loopafstand van het station en vlakbij het centrum.’ Wat ooit een nauwelijks te verhuren onaantrekkelijk kantoorgebouw was, bleek een prima plek voor woningbouw. Rotterdam is niet alleen een populaire plaats geworden om te wonen, maar een plek op loopafstand van het centrum en naast het station is ideaal. (Ex-) wethouder Ronald Schneider glunderde bij de aftrap van het project: ‘Er komen nu zelfs Amsterdammers naar Rotterdam om hier te wonen.’
34
35
36
37
2
RUIMEN NOVEMBER 2016
Er kwam van alles tevoorschijn tijdens de bouw. De tekeningen die we hadden klopten niet met de werkelijkheid. Het project is niet volgens de ontwerptekeningen uitgevoerd; de aannemer heeft de constructie tot het minimum uitgekleed… PA U L VA N D E R W E I J D E N - A R C H I T E C T
AFVALCONTAINERS: 50 CONTAINERS A 10M 3 BOUW- EN SLOOPAFVAL: 21 TON GEMENGD PUIN: 164 TON BETONPUIN: 104 TON
38
39 39
40
41
42
43
44
45
TEGENSLAGEN Technisch waren er de nodige tegenslagen. Paul van der Weijden: ‘Het gebouw was technisch één bak ellende. Het staalskelet was minimaal berekend en er zat veel meer asbest dan verwacht. Het was een combinatie van een staalskelet met houtskeletbouw. De kozijnen waren netjes geverfd, maar rot.’ Jos van Essen: ‘Je probeert natuurlijk om van te voren de technische staat van het gebouw te onderzoeken. Je weet de meeste dingen, maar je komt er pas echt achter als je kunt slopen en breken. Dan kom je alles tegen. Maar je kunt het pas kaal maken als je eigenaar bent. Bij de sloop kwamen er heel wat verrassingen. Niet alleen zat er asbest, dat is bijna altijd het geval bij gebouwen uit die tijd. Er was ook veel meer betonrot dan bij de visuele inspectie naar voren kwam. Dat moest allemaal gerepareerd. Dat zijn vervelende dingen, maar als het allemaal zo makkelijk was zou iedereen dit vak kunnen doen. Iedereen wil wel zo’n gebouw op gang brengen, maar het kost een hoop geld en er zit een hoop risico aan vast.’
46
47
48
49
SCHETSPLAN Architect Paul van der Weijden is altijd nauw betrokken bij de projecten. ‘Vóór de aankoop ga je mee en kijk je naar de mogelijkheden van een gebouw. Als Jos zegt dat hij zijn oog heeft laten vallen op een gebouw, dan schets ik wat om te kijken of er iets mee mogelijk is. Het was een standaard kantoorgebouw met een middengang, een open kantoor. Het was een beetje een armoedig complex. Jos zag er wel wat in, met name de plek. Je woont in feite boven het station, hartje stad.’ Jos van Essen: ‘Paul maakte een schetsplan om te kijken of je voldoende vierkante meters kon maken. Een soort vlekkenplan, of het project haalbaar is. Je moet zoveel mogelijk uit een gebouw halen. De schuine lijn van het dak wilden we recht maken, zodat er twee lagen op konden. Ook wilden we het gebouw richting spoor uitbreiden, maar dat mocht niet in verband met treinen met gevaarlijke stoffen. Het kantoor aan de andere kant is nu ook bewoond en dat staat dichter tegen het spoor. Toch mochten we niet uitbreiden. Er waren geen geluidseisen. De bestemming moest gewijzigd worden, maar je kon wel proeven dat dat zou lukken. Iedereen wil de binnenstad verdichten, elke wethouder krijg je mee.’
50
51
52
53
3
RUWBOUW JANUARI 2017
Redacteur Janny Rodermond, de latere directeur van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, prijst de ‘nuchtere helderheid van het exterieur. 47 TON STAAL 6.360 M 2 GIPSPLATEN TBV WANDEN 2.230 M 2 GIPSPLATEN TBV PLAFONDS 1.200 M 2 VLOERPLATEN
54
55 55
56
57
58
59
60
61
62
63
FUNCTIONEEL Het uiterlijk van het gebouw namen de ontwikkelaar en architect voor lief. Jos van Essen: ‘Veel mensen vinden het een lelijk gebouw, maar voor mij telt dat niet. Ik kijk puur naar de functionele kant van het gebouw, en dat betekent dat je er woningbouw van kunt maken. Voor mij betekent het een nieuw leven voor een gebouw. Uiteindelijk is iedereen enthousiast. De gemeente heeft er woningen bij en ook de huurders zeggen: fijn dat ik daar kan wonen.’ Ook Paul van der Weijden lag niet wakker van die negatieve kwalificaties: ‘Het was een beetje armoedig complex. De trappenhuizen waren blauw. Die hebben we antracietkleurig gemaakt voor een rustiger beeld. De betonnen galerij onderaan hebben we ook antraciet gemaakt. We kregen zelfs lof voor het plan in welstand. De doelgroep is jongeren, die kijken niet naar mooi of lelijk. Die vinden alles goed als de prijs en de vierkante meters goed zijn.’ Jos van Essen: ‘In het gebouw zit best wel aardigheid. Het verandert ook met de tijd. Elke locatie en elk gebouw heeft een eigen karakteristiek. En daarbij hoort een bepaalde doelgroep. In Hillegersberg, waar we nu bezig zijn met het verbouwen van de Christus Koningkerk, heb je een andere doelgroep dan in het centrum.’
64
65
66
67
68
69
SUPERLASTIG Paul van der Weijden: ‘Het was een heel leuk project, maar ook superlastig. Er kwam van alles tevoorschijn tijdens de bouw. De tekeningen die we hadden klopten niet met de werkelijkheid. Het project is niet volgens de ontwerptekeningen uitgevoerd; de aannemer heeft de constructie tot het minimum uitgekleed. We hebben een paar nieuwe ramen gemaakt, maar daar zat een windverband in de gevel. Die strips konden niet weg, dus die staan nu prominent voor de ramen aan de binnenkant. Ik vind het niet erg, het is best een mooi element en het komt in allerlei hippe gebouwen voor. Het gebouw was constructief wel heel zuiver. De kruisen variëren in dikte per verdieping: beneden zijn ze dikker dan boven i.v.m. het krachtenverloop.’ ‘De hele staalconstructie is versterkt in verband met de dakopbouw. De dakopbouw kreeg dezelfde materialisering. Het leuke is dat de dakopbouw onderdeel is van het geheel, die hoort nu bij het complex. De achtergevel was blind op de onderste lagen. Door een hap uit het dak van de Menkenhal te knippen konden er ramen komen en licht in het gebouw. De glaspui van drie lagen aan de achterkant en de vides maken het nu wel een lekkere ruimte. Het was eerst naargeestig, maar nu is het wel wat.’
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
4
AFBOUW MAART 2017
Enerzijds is er de drang tot variëteit en tot het mengen van functies in één gebouw, anderzijds is er de marktvraag naar een flink contingent woningen op deze dure grond in het centrum. 42 KEUKENBLOKKEN - 42 BADKAMERS - 42 VOORDEUREN 42 METERKASTEN - 42 APPARTEMENTEN 42 BERGINGEN
80
81 81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
5
INHUIZING DECEMBER 2017
In het gebouw zit best wel aardigheid. Het verandert ook met de tijd. Elke locatie en elk gebouw heeft een eigen karakteristiek. En daarbij hoort een bepaalde doelgroep. J O S VA N E S S E N - O N T W I K K E L A A R
96
97 97
98
99
PERFECTE LOCATIE Jos van Essen: ‘De laatste tijd is het moeilijk goede gebouwen te vinden. Het merendeel van het gebouwenaanbod is niks. Dat kan liggen aan het type gebouw of de locatie. Achterin Brainpark of op een bedrijventerrein in Zevenkamp wil niemand wonen. Maar dit was een perfecte locatie. De meeste kantoorgebouwen hebben een langwerpige structuur. Daarin kun je beter kleinere woningen plaatsen dan langgerekte grote. Er is veel vraag naar kleinere woningen. In nieuwbouw wordt daar niet veel aan gedaan. Voor jonge mensen wordt er weinig gebouwd.’ De transformatie van dit kantoorgebouw tot Weena Living voegt 42 appartementen toe in het veronachtzaamde segment van de starterswoningen. In plaats van een half leegstaand, snel verloederend kantoorpand zijn er nu woningen voor jonge mensen die er met veel plezier wonen. Bovendien is onderin het gebouw een fraaie commerciële ruimte gecreëerd, met daglicht van twee kanten, die uitstekend geschikt is voor een publieke functie. Met deze revitalisering van een ooit problematische plek aan het Weena krijgt dit deel van de stad een welkome impuls.
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
Accresco Vastgoed BV Architectenbureau Rutten van der Weijden HOOFDAANNEMER Van den Tempel Bouw & Ontwikkeling ONTWIKKELAAR
ARCHITECT
Freek van Arkel TEKST Paul Groenendijk Stadsarchief Rotterdam, ANEFO/Nationaal Archief
FOTOGRAFIE HISTORISCHE FOTO’S:
Misschien toevoegen: Yvo Zijlstra DRUKKERIJ Impressed
GRAFISCHE VORMGEVING
Weena Living is de derde uitgave over een serie herontwikkelingsprojecten van Accresco Vastgoed BV Eerder verschenen: Parkhavenstad en Regina Pacis ©2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot het beeldmateriaal zoveel mogelijk volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
112
113
ACCRESCO VASTGOED BV REAL
ESTATE
I N V E 114 STMENT
MANAGEMENT