Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 11 Juni 2015
Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat.
“Met ontwerprichtlijnen alleen kom je er niet…”
2 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Programma Welkom 4 Deelnemers aan het woord: verwachtingen
10
Intro door Alex van Loon
14
Pitch 16 Richtlijnen
Richtlijnen ontwerp autosnelwegen (ROA 2014)
22
Basisspecificatie Rijksweg 24 Werk In Uitvoering 26 Bewegwijzering 28 Human Factors 30
Veilige inrichting van bermen (VIB)
34
Handboek wegontwerp (HWO) 40 Bebakening en Markering 44 Openbare verlichting 46 Verkeersveiligheid 48 Afsluiting 52 Deelnemers aan het woord: resultaten
56
Colofon 60
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 3
“Wat is jullie belangrijkste drijfveer bij wegontwerp?” Jet Proost
Goedkoop: “Wij letten op de centen, dat is ook in maatschappelijk belang.” Maatwerk: “Maatwerk heb je nodig in de uitvoering.” Richtlijnen: “Als je ontwerp niet aan de richtlijnen voldoet, wordt je ontwerp niet goedgekeurd.” Maatschappelijk belang: “Duurzaam ontwerpen is van maatschappelijk belang.”
4 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 5
6 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Welkom
Hans Jeekel, topadviseur kennis en innovatie
“We zijn ontzettend blij dat er zo veel vakmanschap aanwezig is. Jullie zijn met praktische zaken bezig. Vakmanschap is de centrale kreet die jullie hier verbindt.” “Twintig jaar geleden was Rijkswaterstaat een hele kennisrijke organisatie. Op een gegeven moment vroegen we ons af of we al die kennis wel echt nodig hadden. Kennis kun je toch bij de markt inkopen? Toen kwam de vraag of we hierin niet te ver waren gegaan en de kennis buiten de deur hadden gezet. Sinds een jaar of vijf bouwen we onze kennis weer op.”
“ Belangrijk is dat we een praktische driehoek krijgen. Verkeerskunde als maatschappelijk vak zat een beetje in de slop. Ik vind het heel belangrijk dat een vak als Verkeerskunde weer stevig op de agenda komt.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 7
8 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 9
10 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Deelnemers aan het woord
Waar ga jij het over hebben?
Tobias Rooijers Inspec Nederland BV “Ik ben erg benieuwd in hoeverre de
Jan-Auwke Verspuij Witteveen+Bos
Harrie van der Wal VolkerInfraDesign
“Bij het opstellen van de nieuwe richtlijnen “Vandaag hoop ik meer informatie over de
nieuwe richtlijnen afwijken van de
was ik betrokken. Hopelijk zijn ze goed
nieuwe richtlijnen voor wegontwerp te
huidige. Zelf zit ik in het wegontwerp, dus
hanteerbaar voor de mensen die ermee
ontvangen. Waarschijnlijk is er iets
ik kom hier vooral om informatie tot me
moeten werken. Verbeteringen zijn
veranderd in de ontwikkelingssnelheid. Ik
te nemen. Daarnaast zijn er veel oude
natuurlijk welkom.”
ben wel benieuwd hoe en wat precies.”
bekenden, zoals voormalig collega’s. Dat maakt het ook gezellig.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 11
Hans Vugs Rijkswaterstaat “Ik heb geen idee wat ik vandaag kan
Wouter Bets Nobleo “We zetten wel eens vraagtekens bij de
Maarten Ligt ANWB “Uniforme regels zijn belangrijk voor
verwachten, dit is de eerste keer dat ik bij
toepassing van richtlijnen. De afgelopen
ANWB. Vanuit de ervaring van de
zo’n soort bijeenkomst ben. Mijn
jaren gaven we vanuit Nobleo aardig wat
weggebruiker kunnen wij vandaag het
onderwerp is verkeersgedrag, ik vertel
input voor mogelijke wijzigingen hierin.
een en ander bijdragen. Ik ben benieuwd
daar vandaag het een en ander over. Ik
Ik ben benieuwd of daar iets mee gedaan
wat er zoal aan het voetlicht komt.”
hoop op geïnteresseerde bezoekers.”
is. Bij richtlijnen wordt er voor bepaalde elementen in het ontwerp een bandbreedte aangegeven. Als deze bandbreedte wat wordt verkleind, heb je een betere houvast over de toepassing van een richtlijn.”
12 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Erik van Tergouw VolkerInfraDesign “In mijn werk vind ik uitdaging het
Chantal Merkx Rijkswaterstaat “Ik spreek vandaag over gedrag in de
Gunther Groenestein Randstad Professionals België “Wat is er veranderd in de richtlijnen? Ik
belangrijkste. De uitdaging om het altijd
breedste zin van het woord. Alle richtlij-
ben hier om antwoord te krijgen op deze
passend te krijgen in het ontwerp en
nen bij elkaar zorgt voor een optelsom
vraag. Daarnaast heb ik een achtergrond
binnen de richtlijnen. Ik ben benieuwd
aan informatie voor de weggebruiker.
bij Rijkswaterstaat. Hopelijk krijg ik
naar de verschillen tussen de nieuwe
Dat wordt nog wel eens vergeten. De
vandaag meer informatie en kan ik er
richtlijnen en de oude. Daarom wacht ik
mens is onze eindgebruiker en die staat
later deze week nog even in neuzen. Ik
in eerste instantie af.”
centraal. Wij kijken naar hoe de mens
ben hier met open vizier heen gekomen,
reageert op het verkeerssysteem.”
ik weet niet precies wat te verwachten.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 13
14 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Introductie
‘Wegontwerp is een vak’ Alex van Loon
“Alleen kom je er niet”, zegt Alex van Loon tijdens zijn introductie. Van Loon is coordinator van wegontwerp bij RWS en daarnaast VIO bestuurslid trekker van de themagroep kennisproducten. RWS begon in 2010 met het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen. Zowel RWS vanuit de opdrachtgevende rol als de VIO vanuit de uitvoerende rol is er behoefte om de nieuwe richtlijnen met elkaar te delen. De zaal zit helemaal vol, waar Van Loon het wellicht een beetje benauwd van krijgt. Hij loopt terughoudend naar de microfoon. Liever is hij gastheer. “Ik heb vandaag een dubbele pet op”, zegt hij grappend. Naast gastheer van Rijkswaterstaat is hij ook initiator van kennisproducten die hij met de VIO ontwikkelde. VIO begon sinds 2010 met het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen. “Even raakt Van Loon de draad kwijt, waarna gelach uit het publiek klinkt. Er heerst een uitgelaten stemming, van vakmensen die nieuwsgierig zijn naar wat het voor hen betekent. Van Loon herpakt zich gauw en praat enthousiast inhoudelijk verder. “Wegontwerpen is een vak”, vertelt hij betrokken. Een beeld van een mooi verlicht wegennetwerk verschijnt achter hem. “Hier zie je uit welke elementen een wegontwerp bestaat. Het gaat erom dat je de weggebruiker zo goed mogelijk langs de wegen leidt. Alles is geënt op de weggebruiker om het zo veilig mogelijk te maken. Daarnaast is het van belang het zo goed mogelijk te onderhouden.” Rustig vertelt hij verder over de reden dat de richtlijnen zijn veranderd. Grijze gebieden, zaken die niet scherp zijn opgeschreven, die zijn verduidelijkt, laat Van Loon weten. “We hebben wel een flinke stap vooruit gezet, maar we zijn er nog niet.” De enorme opkomst heeft hem verrast. “Met name de laatste weken was er een stortvloed aan aanmeldingen.” Van Loon introduceert het gesprek dat vandaag leidraad is: de verbinding met elkaar aangaan. Kennis met elkaar delen. De draad is gevonden. Zijn introductie voltooid.
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 15
16 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Voorwerpen
Pitches Voorwerp: smartphone Human Factors | Hans Vugs “Iedereen heeft ‘m, iedereen gebruikt ‘m. In de auto hopelijk handsfree. Functies als WhatsApp en verkeersinformatie maken het spannend. Mijn workshop gaat over gedrag van weggebruikers. Deze middag gaat over richtlijnen. Gebruikers zijn niet in richtlijnen te vangen. De weggebruiker hoeft de richtlijnen niet te kennen, maar wordt wel geconfronteerd met het resultaat van die richtlijnen. Wij verwachten wel dat de weggebruiker deze richtlijnen begrijpt.”
Voorwerp: handspiegel Richtlijnen ontwerp autosnelwegen | Gerald Uittenbogerd “De grootmoeder aller richtlijnen. De RL is specifieker en eenduidiger, we hopen dat daar een stuk discussie mee weggenomen wordt. Ik zie mezelf én de weggebruiker in de spiegel die ik meebracht. Daar doen we het voor: dat ze veilig, vlug en tegen een redelijke prijs op hun bestemming aankomen. Als ik hem omdraai vergroot de spiegel het beeld, dan zie ik mezelf als hoeder van de ROA, waar nog een hoop aan te sleutelen valt. Daar heb ik een paar jaar de tijd voor.”
Voorwerp: schatkist Basisspecificatie Rijksweg | Arjan Grashuis “Het dossier dat ik zo presenteer is nog een intern dossier, daarom heb ik een schatkist meegenomen. De inhoud is nu nog geheim, maar dat laat ik straks aan jullie zien.”
Voorwerp: strook magnetische wegmarkering Werk in Uitvoering | Maaikel Koenis “Toen de borden boven de snelwegen nog van metaal waren, gebruikten we deze magnetische strip om bestemmingen af te plakken. Als de weg naar Almelo dicht was, plakten we deze strip over ‘Almelo’. De borden zijn nu van aluminium. De strip is tape geworden, want op aluminium blijft de strip niet plakken. De strip staat symbool voor de veranderende omgeving langs de weg.”
Voorwerp: bewegwijzeringsbord Bewegwijzering | René Walhout “Ik heb een bewegwijzeringsbord meegenomen. Er is behoorlijk wat veranderd in de bewegwijzering. In de nieuwe richtlijnen staan dus ook nogal wat wijzigingen sinds 2005. Dan kun je denken aan beleid of: wat staat er op de voorkant van een bord?”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 17
18 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Voorwerp: RimOb (Rimpelbuis Obstakel Beveiliger) Veilige inrichting van bermen | Huib Kwint “Ik sta hier voor de Veilige Inrichting Bermen. Dat bestaat sinds de jaren ‘70, maar is in de loop der jaren wel herzien. RimOb doet goede zaken in het verkeer. Een automobilist die erin reed vertelde me dat het zijn ‘prettigste ongeluk ooit’ was. Deze voorziening zit ook weer in de nieuwe richtlijnen.”
Voorwerp: Handboek Wegontwerp 2013 Handboek wegontwerp | Henk Hennink “Ik heb het Handboek Wegontwerp 2013 meegenomen. Je hebt deze papieren versie niet meer nodig, want het document is nu digitaal. Het is een geen richtlijn van Rijkswaterstaat, dus een beetje een vreemde eend in de bijt. ”
Voorwerp: hectometerborden en wegmarkeringen Bebakening en Markering | Bert Elbersen Bert Elbersen en Andre Kleis presenteren hun voorwerpen in stilte. “Omdat deze hectometerborden en wegmarkeringen de weggebruiker over de weg leiden. Daar zijn geen woorden voor nodig. De weggebruiker hoeft er alleen maar naar te kijken.”
Voorwerp: zwarte Lamp Openbare verlichting | Aad de Winter “Er zijn twee richtlijnen die veranderd zijn in de openbare verlichting. Efficiency hoort daar ook bij. In de meeste gevallen gaat het om het uitschakelen van licht. Niet alleen geld wordt daarmee bespaard. Een bijvangst, en over smaak valt niet te twisten, is dat ik deze zwarte lamp in ontvangst heb mogen nemen. Wil je meer weten over openbare verlichting, ben je bij mij welkom.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 19
20 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 21
"Ontwerpen is meer dan alleen de richtlijnen toepassen."
22 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Richtlijnen ontwerp autosnelwegen (ROA 2014) Gerald Uittenbogerd
Een levend document Gerald Uittenbogerd, dossierhouder ‘Richtlijnen Ontwerp Autosnelwegen (ROA 2014)’ binnen Rijkswaterstaat, start de sessies met het beschrijven van de specifieke wijzigingen in de richtlijnen. Nieuwe rijstroken worden 3,50 meter breed, zoals dat nu in 90% van de gevallen al is. Deze richtlijn geldt ook voor verbindingswegen. Vluchtstroken worden voortaan 3,70 meter breed. Bij incidenten en werkzaamheden hoeft de rechter rijstrook dan niet te worden afgekruist. Verkantingsovergangen mogen niet te groot zijn, maar er is geen formule voor hoe kort deze moet zijn. Er is wel een nieuwe eis: bij een abrupte verkappingsovergang moeten de kantstrepen zichtbaar blijven. Bij wentelende verkantingsovergangen wil deze nog wel eens wegvallen. Met visualisaties toets je of je voldoet of dat je kantstrepen dient te plaatsen. De stappentheorie voor snelheidsafbouw is minder strikt geworden. Je ziet waar je naartoe gaat, dus de afrembogen zijn niet meer nodig. Alleen in (halve) klaverbladen zijn deze nog toe te passen. De snelheidsafbouw is 120, 90, 70, 50. De stap van 80 naar 50 was eerst erg groot, dit is volgens Uittenbogerd veel natuurlijker. De stadsautosnelweg (stadsring) is heringevoerd. De ontwerpsnelheid is 90 km/u. Daar kun je een regime van 100 km/u op zetten. Tot slot wordt er in de richtlijnen onderscheid gemaakt tussen hoofdbanen en overige wegen (rangeerweg, parallelbaan en verbindingswegen). Overleg Tijd voor vragen van de aanwezigen uit het bedrijfsleven. Een eerste vraag gaat over richtlijnen en kunstwerken: hoe ga je ermee om als een groot kunstwerk, dat niet aangetast mag worden, voor jouw opdracht in de weg staat? “Bij een dusdanige obstructie moet je met elkaar in overleg, daar is geen specifieke richtlijn voor”, zegt Uittenbogerd. Hij legt meteen uit dat de richtlijnen leidend zijn. Enkel wanneer het niet mogelijk is ‘gaan we met elkaar in overleg.’ Een andere vraag gaat over de snelheidsafbouw. Door de jaren heen is de zichtafstand hetzelfde gehouden. Er zit een tendens in die getallen. Zit daar een verandering in? “Daar zit geen verschil in, hou de huidige formule aan.” Levend document Uittenbogerd vertelt dat de richtlijnen ‘een levend document’ zijn, die constant wordt aangepast. Hoe doen jullie dat bij lopende projecten, is een logische vraag. Uittenbogerd: “Voor punten en komma’s maakt het niet uit, maar grotere veranderingen gelden voor volgende projecten. Het CROW houdt bij welke richtlijnen er zijn.” En de afstemming met andere richtlijnen, bijvoorbeeld de Veilige Inrichting van Bermen, hoe is dat geregeld? “Vanuit de Veilige Inrichting van Bermen is er veel overgeheveld naar deze richtlijnen. Daarin proberen we af te stemmen met ROA. De ROA maakt Rijkswaterstaat zelf, maar CROW is de baas over haar eigen richtlijnen. We kunnen wel lobbyen, maar in het handboek wegontwerp zijn wij maar één partij, naast de gemeentes en provincies.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 23
“Wanneer richtlijnen niet toereikend zijn, moeten we met elkaar in overleg.” dat we steeds meer samenwerken.” Gerald Uittenbogerd
24 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Les in richtlijnen Speelt Rijkswaterstaat een rol in het onderwijs ten aanzien van de nieuwe richtlijnen? Volgens Uittenbogerd is het dramatisch hoe de kennis de afgelopen jaren uit Rijkswaterstaat stroomde: “Ik voel me nu meer een drenkeling die aan een reddingsboei hangt en kan nog geen zwemles geven aan de rest van de drenkelingen. Ik voel die druk wel.” Dan de vraag of er een overzicht is van enkel de veranderingen. “De veranderingen staan in de factsheet. Als je ze leest zie je dat het een heel ander document is dan het huidige. Inbreng vanuit elk kanaal is ook mogelijk, ik ben blij met jullie feedback. Bij de ontwikkeling van de richtlijnen deed ook het bedrijfsleven mee, bijvoorbeeld BAM Ballast Nederland.” Hoe staat Rijkswaterstaat tegenover verplichte certificering van ontwerpers? “Ontwerpen is meer dan alleen de richtlijnen toepassen,” vertelt Uittenbogerd, “het is een vak. Bij Rijkswaterstaat gaven we eens ontwerpcursussen van zeven dagen. Bij de eindopdracht wezen we ook wat mensen af, dus we zijn wel heel kritisch. Uiteindelijk leer je het pas op de job.” Tot slot, is er al een Europese standaard voor richtlijnen? “Volgens mij krijg je dat niet voor elkaar,” aldus Uittenbogerd. “Een Duitser die Franse richtlijnen overneemt, of andersom, dat gebeurt niet zo snel. Daar zitten wij als klein landje tussen. We doen wel mee aan wereldwijd onderzoek naar bijvoorbeeld stopzichtlengte. De vraag is dan vooral: hoe krijg je lokale overheden zo ver om mee te gaan met richtlijnen?”
“Ontwerpen is meer dan alleen richtlijnen toepassen.” Gerald Uittenbogerd
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 25
“Het allerbelangrijkste is dat er verbinding gezocht wordt tussen Rijkswaterstaat en de markt. We moeten voorkomen dat het twee gescheiden werelden worden, maar dat we steeds meer samenwerken.� Paul Huisman, Rijkswaterstaat
26 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Basisspecificatie Rijksweg Arjan Grashuis
Arjan Grashuis, GPO afdeling Wegen en Geotechniek, trekt de schatkist open die hij speciaal voor deze dag als voorwerp meenam. “Ik verlos jullie meteen maar van jullie nieuwsgierigheid, deze schatkist is leeg. Ik zou kunnen zeggen dat er alleen paginanummers inzitten, want ik ga het over de basisspecificatie Rijksweg hebben.” Grashuis start zijn presentatie van het dossier basisspecificatie Rijksweg met een definitie. De deelnemers staan om een langwerpige tafel om hem heen en hebben de eerder geformuleerde vragen meegenomen. Grashuis: “Een basisspecificatie is een set met eisen over alle onderdelen die in de weg zitten, of met de weg te maken hebben. Hier hebben we een standaard set met eisen voor die projecten contract onafhankelijk zijn.” In het openbaar “De basisspecificatie kun je zien als een soort bibliotheek waarin de eisen functioneel zijn beschreven. Opdrachtnemers gebruiken deze normen en richtlijnen bij het uitvoeren van projecten, maar ook bij het opstellen van contracten. De eisen zijn bijna overal van toepassing. Het moet niet zo zijn dat er per project aan de eisen geknutseld wordt.” De deelnemers vragen waarom de basisspecificaties, maar ook de onderliggende specificaties niet openbaar zijn. Verschillende deelnemers geven aan dat ze daar graag inzicht in willen en ook de eisen door kennisdeling willen verbeteren. Een deelnemer benoemt dat het goed is dat er uniformiteit komt wat betreft de specificaties, maar dat hij merkt dat er behoefte is aan dialoog hierover.
“Twee dingen vielen me op. Ten eerste is deze dag breder dan de richtlijnen. We krijgen namelijk een brede inkijk in de werkwijze van Rijkswaterstaat. Het tweede wat me opvalt is dat Rijkswaterstaat de dialoog aangaat met de markt over de inhoud van de basisspecificatie.” Paulus Eckhardt, Ballast Nedam Engineering
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 27
“Wanneer richtlijnen niet toereikend zijn, moeten we met elkaar in overleg.�
28 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Werk In Uitvoering; Maaikel Koenis
Wegwerkzaamheden en snelheid Rijkswaterstaat voert met het Verenigd Koninkrijk, Vlaanderen, de Duitse deelstaat Noordrijn- Westfalen door hoe de veiligheid rond wegwerkzaamheden op elkaar wordt afgestemd. Dat antwoordde Bert Elbersen op een vraag van een van de deelnemers aan de workshop Werk in Uitvoering. Tijdens de sessie legde hij de nieuwe richtlijnen voor wegwerkzaamheden uit. Elbersen: “Zo leren we van elkaar. Bijvoorbeeld hoe we de werkvakken uniform inrichten.” Er lopen drie pilotprojecten, waar de uniformering van werkvakken er een van is. Verder kijken de vier naar hoe omgegaan wordt met het negeren van het rode kruis boven de weg. Elbersen: “We zien dat Vlaanderen een scherpe publiciteitscampagne voert.” Het derde project gaat over het inzetten van botsabsorbers. Werken aan de weg De sessie begon met een vraag van Marco van Leersum van het gelijknamige ingenieursbureau. Hij wilde weten waarom de snelheid 100 kilometer per uur bij wegwerkzaamheden niet in de nieuwe richtlijnen is opgenomen. “Omdat we in de richtlijnen uitgaan van 70 en 90 kilometer per uur”, legde Maaikel Koenis van Rijkswaterstaat uit. Het heeft volgens Koenis ook de voorkeur dat als ingenieursbureaus de tijdelijke situatie bij wegwerkzaamheden ontwerpen, ze ook uitgaan van deze twee snelheden. Links en rechts Dat is ook Koenis’ antwoord op de vraag wat de regels zijn rond verschillende snelheden op de linker en rechterbaan. Of het mogelijk is dat bij werkzaamheden voor de rechterstrook 70 kilometer per uur geldt en voor de linker rijstrook 90 per uur. In de nieuwe richtlijnen is dat uitgewerkt. “Het kan bij zowel een stationaire wegafzetting, als bij een rijdende”, zegt Koenis. Maar ook hier geldt dat een uniforme snelheid de voorkeur heeft. “Dat maakt het voor de weggebruikers duidelijker.”
“Ik kwam naar deze bijeenkomst met een vraag over de nieuwe richtlijnen. Het antwoord bleek redelijk eenvoudig. Deze bijeenkomst blijkt erg nuttig, ik pik naast het antwoord op mijn vraag ook wat mee van de andere onderwerpen.” Marco van Leersum Leersum Infra
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 29
30 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Bewegwijzering Bas Schenk en René Walhout
Bas Schenk en René Walhout gaan de dialoog aan over bewegwijzering. Zo’n vijftien deelnemers verzamelen zich om de tafel. Het zijn voornamelijk mannen die hun factsheets bestuderen. Walhout is adviseur Kennis en Netwerkkwaliteit voor Rijkswaterstaat. “De oude richtlijn gold vanaf 2005”, begint hij. Hij geeft een korte schets van de belangrijkste veranderingen binnen de richtlijnen. Een volledige beschrijving voert te ver, geeft hij vooraf aan. Puntsgewijs vertelt Walhout verder. “De uiterlijke bewegwijzering is behoorlijk versplinterd. Dat wilden we tegengaan en dat ging in principe redelijk beleidsarm. Behalve bij ziekenhuizen, daar is het beleid wel aangepast.” Het bestuur van Rijkswaterstaat besloot in 2008 dat de bewegwijzering om moest. Zo wordt informatie op de borden gescheiden. Een voorbeeld is dat er alleen geografische informatie te vinden is op één bord. Het lettertype is ook veranderd, vertelt Walhout. “Het gaat vooral om het uiterlijk van de borden. Wat er op te zien is, daar verandert relatief weinig aan.” Een ander punt is dat de relatie tussen markering en bewegwijzering belangrijker is geworden. Betere afstemming Na de korte uitleg is er gelegenheid om vragen te stellen. Hoe zorg je voor meer afstemming tussen de richtlijnen?, vraagt een deelnemer. “Er is nog een heel uitgebreid onderzoek bezig”, reageert Schenk. Dat er geen afstemming tussen de richtlijnen en de wegwerker is, valt ook Rico Andriesse van Goudappel Coffeng op: “Ik wacht met smart op de uitkomst van de lopende onderzoeken.” Ook blijkt er onduidelijkheid over de rol van de Nationale Bewegwijzeringdienst (NBd). Walhout: “De NBd ontwerpt, maar toetst ook. Ze heeft een wettelijke taak, maar ook een opdrachtnemende rol.” Zo zijn provincies en gemeenten niet verplicht om borden te laten plaatsen, maar Rijkswaterstaat wel. Geld komt natuurlijk ook aan bod. “Is het niet een flinke investering om de borden te vervangen?”, stelt een deelnemer. Walhout: “De kosten van bewegwijzering zit niet zo zeer in de borden, maar in de wegafzetting.” De veronderstelling wordt kordaat van tafel geveegd. De vele vragen illustreert de behoefte aan dialoog. Deze eerste aanzet is een succesvolle eerste stap.
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 31
32 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Human Factors Chantal Merkx en Hans Vugs Ondergeschoven kind in de kinderschoenen De bezoekers van dossier Human Factors laten even op zich wachten. “Ik denk dat ze onderweg verdwaald zijn, er is geen bewegwijzering.” Maar daar zijn ze dan. Vijftien man sterk, gewapend met vragen die ze een voor een op het bord plakken. Verkeerspsycholoog Chantal Merkx merkt een golfbeweging op in de aandacht voor de weggebruiker en de menselijke factor. “Vroeger was er veel aandacht voor de weggebruiker, toen wat minder, maar nu trekt het weer aan. We zijn blij met de aandacht.” Toch is deze menselijke factor bij een technisch bedrijf als Rijkswaterstaat een ondergeschoven kindje. “De mensenkant wordt als soft gezien.” Maar: hoe eerder je denkt aan de factor mens, hoe eerder je ziet dat bepaalde ideeën in de praktijk misschien wel eens heel onhandig uit kunnen pakken. Een ondergeschoven kind die ook nog in de kinderschoenen staat. “We zitten in een vroege fase. Het is de bedoeling om ook de menselijke kant wetenschappelijk verantwoord aan te pakken. Dat is onze kennisfunctie: hoe zit het écht?” Verwachtingspatroon Volgens Merkx kan vlot en veilig verkeer worden bevorderd als we rekening houden met de eigenschappen van de weggebruiker (Human Factors). Het belangrijkste aspect daarbij is de verwachting. Na een lang stuk rechte weg verwacht je bijvoorbeeld geen scherpe bocht. Die verwachting beïnvloedt de waarneming en het begrip van wat hij onderweg tegenkomt. Dan is er nog een stuk willen. Vanuit oplossingen wordt vaak gedacht dat de weggebruiker niet wil en maar lastig is. Volgens Merkx klopt dat niet helemaal: “Eigenlijk zijn onze weggebruikers heel braaf, 99% van hen wil netjes van A naar B.” Aan ons de taak om het ze daarbij niet te moeilijk te maken. Technologie en verkeer Rijkswaterstaat is niet alleen een technisch, maar ook een ambachtelijk bedrijf. “Om tot de beste oplossing te komen, moeten we de situatie vanuit allerlei verschillende kanten bekijken.” Daarbij is het belangrijk om niet enkel te spreken over dé weggebruiker, maar ook over allerlei verschillende groepen daarbinnen. Terwijl deze generatie opgroeit met techniek, is het voor een vrouw van 80 lastiger om met nieuwe technologie in het verkeer om te gaan. “Kan een bejaarde het stuur van een uitgevallen zelfrijdende auto overnemen?” Technologie in combinatie met verkeer biedt uitdagingen en oplossingen. Bestuurders zijn dankzij een navigatiesysteem meer ‘in’ de auto bezig, maar tegelijkertijd kan zo’n systeem een bijdrage leveren in de waarneming. “Een navigatiesysteem kan waarschuwen als er een scherpe bocht aan komt.” Gemak dient de mens Een vraag uit het publiek: “Richtlijnen worden steeds ingewikkelder. Hoe leiden we de weggebruiker op?” Merkx legt uit dat richtlijnen eerst gemakkelijker te begrijpen moeten zijn. Het hoofddoel is een self explanaining road waarbij geen uitleg nodig is. “Deze vraag illustreert dat we er nog niet helemaal uit zijn.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 33
34 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 35
36 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Veilige inrichting van bermen Huib Kwint
“De oorspronkelijke richtlijn waar dit een herziening op is, stamt uit 1999,” begint Huib Kwint zijn verhaal. “Dat zegt ook wel wat over de kwaliteit van die richtlijn. Het gebruik, of liever gezegd misbruik, was niet optimaal meer, door alle mitsen en maren.” Andere zaken die volgens Kwint ook reden voor herziening waren, zijn de behoefte aan functionele specificatie, in plaats van enkel gebruik te maken van voorbeelden. Ook de CE-markering die per 1 januari 2011 verplicht is, vraagt om aanpassing van de richtlijn. De basis voor de veiligheid ligt in de mogelijkheden die er in de berm zijn. Als belangrijkste wijzigingen schreef Kwint het volgende lijstje uit: • Herziening beleidsarm • Filosofie ongewijzigd • Bewustwording met denkrichtingen • Oplossingsvrij • Interactie met ROA 2014 • Voertuigkeringszone (vtk) • Keuzevrijheid voor H2- en H4b-vtk • Invulling vtk-zone op basis ROA VIB 1999. Denkrichting en richtlijn Jarenlang is de RimOb (RimbelbuisObstakelbeveiliger) meegenomen als alternatieve geleideconstructie. In de richtlijnen van nu staan ook criteria voor dit soort afschermingsmechanismen. De richtlijn VIB 1999 was als een op zich zelf staand document te gebruiken. “We hebben nu vooral de uitgangspunten daaruit meegenomen in de ROA 2014, zodat die vroeg in het ontwerpproces aandacht krijgen, in plaats van dat het pas in beeld komt als het project bijna klaar is. In de richtlijnen hebben we benadrukt wat de denkrichtingen zijn: dus ‘dit zijn de eisen’, maar die zijn gebaseerd op deze denkrichtingen. Mocht de richtlijn niet toereikend zijn, dan destilleer je aan de hand van de denkrichting zelf een goede oplossing.” Weerbarstige praktijk Dan de vragen van de aanwezigen uit het bedrijfsleven. Allereerst de vraag of een geleideconstructie zover mogelijk in de obstakelvrije moet worden geplaatst. Kwint: “Dat klopt. In de oude richtlijn stond ook al dat de geleideconstructie zo dichtbij mogelijk moet staan van hetgeen je afschermt, maar worden ook wel eens verkeerd geplaatst. De richtlijnen zijn goed ingestoken in wat betreft risico’s, maar de praktijk is soms weerbarstiger.” En de hoek van inrijden op een geleideconstructie, is dan van ondergeschikt belang? Ook dat is waar volgens Kwint: “Er is wel een maximale hoek, die niet te groot mag zijn. De geleideconstructie ontleent zijn werking aan de trekspanning, daarom moet deze altijd aan het begin verankerd worden. Als ie te kort wordt, en in de buurt komt van de lengte waaronder de geleider ooit is getest, moet je hem aan beide einden verankeren.” →
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 37
“De basis ligt in de mogelijkheden die er in de berm zijn.�
38 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Prioriteiten stellen Dan weer een vraag over prioriteiten: naast een portaal is soms een inrit voor een onderhoudsmonteur, waar de geleideconstructie dan even stopt en daarna weer door gaat. Is dat goed? “Nee,” antwoordt Kwint, “maar net als bij het plaatsen van lichtmasten moet er vaak een keuze gemaakt worden. De bereikbaarheid werd hier blijkbaar belangrijker geacht dan de veiligheid van de weggebruikers.” Nu de vluchtstroken minimaal 3,70 breed worden, blijft er minder ruimte over voor de berm, stelt één van de aanwezigen. Is dat wenselijk? Dat kan natuurlijk gevaarlijker zijn, helemaal als je daardoor een stijvere geleideconstructie moet plaatsen. Kwint: “Denk na waar je mee bezig bent in je ontwerp. Als je gebogen wegvakken hebt en je zou daar de obstakelvrije zone aanhouden, dan moet je je ook kunnen voorstellen dat je er sneller doorheen bent. Zo zijn er allerlei regels over de functies van bermen en de eisen die daar aan moeten worden gesteld. Ik zie inderdaad meer ontwerpen komen waarin de berm klein is, maar wel een bepaalde functie dient te vervullen. Ook hier geldt: goed overleggen, en kijk goed naar de denkrichtingen uit de ROA VIB.” Iets anders dan, het testen van geleideconstructies. Deze moeten nu verplicht fysiek getest zijn voordat ze in gebruik kunnen worden genomen. Maatwerk is dan niet mogelijk en kost te veel, toch? Volgens Kwint moeten fabrikanten, die in concurrentie zijn met de huidige Nederlandse geleideconstructies, aantonen dat ze gelijkwaardig zijn. In de praktijk kan dat alleen door hun producten fysiek te testen. Simulaties worden ook gebruikt, met heel mooie resultaten. Dit gebeurt echter in het traject vlak voor een fysieke test, waarvan de uitkomst dan wel beter te voorspellen is. Nu moeten geleideconstructies een CE-markering hebben. Er gaan stemmen op in Europa om deze producten uit die regeling te halen. Wij als Rijkswaterstaat zitten niet vast aan dat CE-keurmerk, we stellen gewoon onze functionele eisen.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 39
40 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 41
Type hier de hoofdstuk titel Type hier de hoofdstuk inleiding, deze tekst begint altijd op de helft van de pagina en bouwt naar boven op.
42 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Handboek wegontwerp Henk Hennink
Krapper ontwerp voor veiligheid Henk Hennink, vergezeld door het Handboek Wegontwerp, ging het gesprek aan over de motivatie van de nieuwe richtlijnen. Het handboek dat ook online beschikbaar is, is up to date gemaakt en beschrijft het ontwerp van niet-autosnelwegen. Provincies en Gemeentes, als grootste wegbeheerders van nietautosnelwegen, waren bij de ontwikkeling leading. In de nieuwe richtlijn is rekening gehouden met Systems Engineering. Het doel van het Handboek Wegontwerp is om een goed en veilig ontwerp van niet-autosnelwegen te kunnen maken. Het beschrijft het ontwerpproces en geeft de standaard waarden en maatvoering met betrekking tot onder meer het horizontaal alignement, verticaal alignement en het dwarsprofiel. Er zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd. Zo is de afpelmethode van ideaal naar minimaal toegevoegd en zijn de essentiële kenmerken geformaliseerd. Om een meer sober ontwerp in tijdelijke situaties mogelijk te kunnen maken zijn de z.g.”Grijze Wegen” geïntroduceerd. Daarnaast is bij stroomwegen de ontwerpsnelheid van 90 kilometer per uur naar 100 kilometer per uur gegaan, met als gevolg een ruimer ontwerp wat de verkeersveiligheid ten goede komt. Maximumsnelheden Waarom is er gekozen voor een ontwerpsnelheid van 100 kilometer per uur bij regionale stroomwegen bij een maximum snelheid van 100 kilometer per uur? In de nieuwe ROA2014 is bij stadsautosnelwegen juist gekozen voor een maximumsnelheid voor een ontwerpsnelheid van 90 kilometer per uur bij een maximum snelheid van 100 kilometer per uur. Hennink lichtte toe: “Een stadsautoweg bevindt zich in de buurt van een stad met al zijn kenmerken zoals gebouwen, geluidsschermen, verlichting, DVM en aansluitingen. Het is aannemelijk dat de weggebruiker hier een verhoogd attentieniveau heeft. Daarom is hier een krapper ontwerp verantwoord.”
“Ik vind de tegenstrijdige keuzes in ROA 2014 opmerkelijk. Die werden nu toegelicht. Het is goed dat er ruimte was voor discussie tijdens de sessie. Er wordt gediscussieerd met opdrachtgevers en marktpartijen om samen tot betere en helderde richtlijnen te komen.” Joost Klein Gebbing, Infranea
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 43
“Er zijn veel manieren hoe je over zaken kunt denken. Ook wat betreft vastgestelde richtlijnen. Ik vond het interessant om te horen wat de gedachten achter de richtlijnen in het handboek zijn om tot een goed ontwerp te komen.� Arnoud de Boer, GAIM
44 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 45
46 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Bebakening en Markering Bert Elbersen
Verbeterde bebakening en mooiere markering Bert Elbersen en Andréè Kleis, beide van Rijkswaterstaat, beantwoorden tijdens de bebakening en markering sessie vragen over puntstukkenjes, hectometerborden, reflectorpaaltjes en rijden met 130 kilometer per uur. Halverwege de workshop ontvouwt zich een kleine discussie over nut, noodzaak en het plezier van de maximale snelheid. Terug naar de puntstukken. Waarom in de ene RWS regio de puntstukken – de driehoek tussen een op- of afrit en de doorgaande rijbaan of splitsingspunten – wel gevuld is en in andere provincies niet, wil Arjan de Waal van Ingenieursbureau Nobleo weten. Elbersen vertelt dat dat nog komt uit de tijd dat verschillende diensten van Rijkswaterstaat meer als aparte eilandjes opereerden. Het ene district vindt het gevulde puntstuk niet mooi, een ander ziet het nut er niet van in of men vindt het zonde van het (markerings) materiaal om zo’n groot vlak helemaal te vullen, bovendien zouden gevulde puntstukken gevoeliger zijn voor winterschade. Elbersen benadrukt echter dat het al dan niet opvullen van een puntstuk in de eerste plaats een verkeerskundige reden heeft en daarbij dat RWS steeds uniform - één Rijkswaterstaat! - naar buiten moet treden Het opvullen van het betreffende puntstuk zou dan plaats kunnen vinden bij het eerstvolgend onderhoud van het wegvak, waarbij de vulling wel dunner aangebracht mag worden dan de omliggende belijningLicht in het duister Na de puntstukken verschuift het gesprek naar hectometerbordjes en de ontwikkelingen rond markeringen, zoals de glow-in-the-darkbelijningen of oplichtende belijning die op de Smart Highway op de N329 nabij Oss ligt. André Kleis: “We zijn vooralsnog terughoudend in het op grote schaal toepassen van deze technieken. We kennen de eigenschappen van het product nog niet goed genoeg. Hoe lang is de nagloeitijd, bijvoorbeeld. Enkele producenten zijn bezig hun ideeën verder uit te werken.” De bedoeling is dat we binnen afzienbare tijd iets met glow-in-the-dark of de smart highway gaan doen, vertelt Kleis. Zelfrijdende auto’s en zicht Kleis gaat verder over o.a. de spettermarkeringen en stippenmarkeringen(Type II). Na 2020 bestaat het overgrote deel van de weggebruikers uit 55+ ers van deze groep is bekend dat het gezichtsvermogen achteruitgaat en daarmee ook de reactietijd. Rijkswaterstaat wil de eisen rond zichtbaarheid en stroefheid van de witte markeringen aanscherpen. De eisen voor zichtbaarheid en stroefheid zullen voor alle markeringsmaterialen naar hetzelfde niveau gebracht worden. De mate van zichtbaarheid kan ook noodzakelijk zijn voor zelfrijdende auto’s en keep your lane systemen, verwachten we.” Aan het einde van de sessie komt nog de vraag of het allemaal niet wat minder kan met de paaltjes, stickertjes en bordjes langs de snelwegen. Elbersen zegt dat er in CROW verband een onderzoek wordt gestart voor 80 km/h wegen om te bekijken wat eventueel minder noodzakelijk is langs de wegen.
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 47
48 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Openbare verlichting Aad de Winter
“Vanuit RWS kwam de opdracht om geld te besparen op verlichting”, begint Aad de Winter. Hij vertelt over de veranderingen binnen de Openbare verlichting. Als een gedreven verteller begint hij zijn verhaal. “Zoals ik net ook al zei: twee punten zijn veranderd. Het uitvoeringskader is nieuw en de ROA verlichting is nieuw.” De maatregelen staan opgesomd op een sheet. Hij gaat ze snel langs. Zo valt er te lezen: doven en dimmen tussen 23.00 uur en 5.00 uur. Licht moet op afstand inschakelbaar zijn. “Het licht is dus niet op afstand uit te schakelen. Als er een ongeluk gebeurt en het licht is ingeschakeld, dan schakelt dat dus pas om 5.00 uur weer uit.” Even later schetst De Winter komisch hoe het is als het licht niet op afstand wordt ingeschakeld. “Dan moet iemand op zoek gaan naar een hoofdschakelaar. Een beetje man ziet de hoofdschakelaar natuurlijk meteen.” Er klinkt luid gelach van de negen heren en een vrouw. “Maar de voedingskasten staan natuurlijk ergens in een struik, achter bij een boer. En dan zwaait zo’n man naar het ongeluk en gaat op zoek naar de boer.” Hij beeldt het nog verder uit. “Ja, dat werkt natuurlijk niet.” Licht en inzicht Een van de volgende punten is een lagere lichtintensiteit. “Daar merk je helemaal niets van, maar het scheelt wel energie.” Het belang van licht op de weg weet De Winter kort samen te vatten, zoals hij elk punt bondig uitlegt. “Twee dingen: de automobilist raakt ’s nachts niet van de weg, en door verlichting krijg je inzicht in het verkeer.” Wanneer De Winter zijn verhaal afrondt en graag in gesprek gaat met de deelnemers, blijft het even stil. De Winter: “Kom op jongens, ik verwacht een hele lijst met vragen. Dan begint een enkeling en volgen er meer. Ledverlichting wordt genoemd. De Winter: “Led is iets waar alle deskundigen van zeggen: dit wordt het. Maar op sommige plekken heb je langlopende contracten. En dan kun je ineens vijftien jaar verder zijn om dat te kunnen vervangen.” Even dimmen Ook de verkeersveiligheid wordt aangestipt door het publiek, wat betreft het ’s nachts dimmen van het licht. “Er is getoetst door onder andere Rijksuniversiteit Groningen of het veilig is gebleven met het dimmen. Hieruit is geen aantoonbaar negatief effect gevonden op verkeersveiligheid. Maar ik moet zeggen dat ik zelf ook even dacht: als het maar niet de eerste de beste dag een zooitje is.” Aan het einde is De Winter opnieuw realistisch. “We hebben met heel veel mensen met eer en geweten deze richtlijnen geschreven. Maar we moeten wel blijven nadenken en bekijken of alles klopt. Je kunt nooit iets maken wat in alle situaties het beste is.”
“De ervaring met verlichting uitzetten viel me nog het meest op in deze sessie.” Ko Steketee van Iv-Infra
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 49
50 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Richtlijnen
Verkeersveiligheid Jurgen Koppen
Veilig ontwerp autosnelwegen (VOA) is in het leven geroepen om vooraf verkeersveiligheid te borgen. Het gaat hier om risicobenadering die al toepasbaar is in de eerste schetsen van het wegontwerp. Met als belangrijkste methodiek: ritanalyse. Hierbij wordt iedere rit nagelopen op mogelijke risico’s. Verkeersveiligheidsaudits zorgen voor de beoordeling van deze analyses. Hoe zorg je dat subjectiviteit in de beoordeling hiervan geen rol speelt? Het gaat tenslotte ook om de beleving. Jurgen Koppen legt uit dat audits hiervoor gecertificeerd zijn en aan allerlei criteria moeten voldoen. Doordat de vakbekwaamheidseisen heel hoog liggen is de opleiding ook beperkter. Deze opleidingen heel specifiek. “Er is een groot aandeel wegontwerpers die het naadje van de kous weten, maar minder die dat doorvertalen naar human factors en menselijk gedrag.” Moet je weggebruikers dit wegbeeld niet laten analyseren? Is een vraag uit het publiek. Chantal Merkx, van dossier Human Factors, legt uit dat het gedrag van weggebruikers wel degelijk meeweegt. Door middel van opnames wordt het gedrag van de gebruiker in kaart gebracht. Driehoeksverhouding “Je hebt altijd te maken met de driehoeksverhouding van tijd, geld en kwaliteit. Als specialist sta je natuurlijk voor kwaliteit”, zegt Koppen. Daar haakt een bezoeker op in. Hij krijgt het idee dat de mening van een architect veelal zwaarder weegt dan die van een technisch specialist. De architect focust zich op het esthetische, terwijl de specialist hamert op veiligheid. Hoe ga je daarmee om? “Deel je zorg met het technisch management en val op hen terug”, tipt Koppen. Uitzondering op de regel Jurgen benoemt het belang van het vroegtijdig detecteren van problemen: “Achteraf kun je alleen maar compenseren. Nu pakken we het direct bij de bron aan.” Maar waar in het ene project wel verplichte controlemomenten zitten, zit dat in het andere weer niet. Bij de oplevering van een bestaande weg worden de verschillende fases van openstelling geaudit en ook de opbouw van een nieuwe weg wordt uitvoerig getest. Werk in uitvoering en tijdelijke situaties vormen echter een uitzondering op de regel. Net als bij tunnels geldt hier een andere regelgeving. Koppen betreurt dat. “Vanuit de verkeersveiligheidsgedachte is het streven dat ook die worden meegenomen, maar hier is nu niet voor gekozen.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 51
52 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 53
54 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Afsluiting
Door Marcel Noltenius van Elsbroek, voorzitter VIO (Vereniging Infra Ontwerp). Eerste dialoog met de markt smaakt naar meer Marcel Noltenius van Elsbroek, voorzitter van VIO, besluit de dag vol enthousiasme. “Het was een fantastische middag. Door de enorme belangstelling moesten we andere leden zelfs teleurstellen. De volgende keer zorgen we voor meer plek.” Er heerst een voldaan gevoel in de zaal. Veel uitgewisselde informatie, veel nieuwe ontmoetingen, veel beantwoorde vragen. De voorzitter zit aan het einde van de dag nog vol energie. De samenwerking met Rijkswaterstaat bevalt goed. “Toen we begonnen vonden we dat er iemand van Rijkswaterstaat bij moest. We wilden in dialoog met elke participant. Vandaag begon die interactie en dat smaakt naar meer.” Deelnemers konden voor het eerst hun verhaal kwijt en van gedachten wisselen.
Het contact met AWB, de Belgische variant van Rijkswaterstaat, wilt VIO zeker verder uitbouwen. “Ik hoop jullie ook als lid te verwelkomen.” Er ligt misschien wel een follow up in het verschiet. Marcel Noltenius van Elsbroek is blij met de uitkomst van de dag. Hij kijkt vooruit. De eerste stap in de dialoog met de markt is gezet. “Wellicht nog met een open einde, maar het speelveld ligt open.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 55
56 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 57
58 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Deelnemers aan het woord
Hoe heb je de dag ervaren?
Roger Meesters Geonius
Bram Buts zelfstandige bij RWS
Paulus Eckhardt Afdelingshoofd Infrabouw bij Ballast Nedam
“Ik laat het nog even bezinken. Mijn “Morgen deel ik de kennis met de mensen collega’s zijn heel geïnteresseerd in hoe de die niet aanwezig waren. Met de “Sinds 2002 zit ik in het wegenbouw dag verliep. Vandaag kreeg ik antwoord wegontwerpers bijvoorbeeld. Ik legde wereldje. Dit is de eerste keer dat een op een heleboel vragen. Wat houden de contacten die ik morgen direct bel voor bijeenkomst als deze wordt gehouden. nieuwe richtlijnen precies in? Wanneer een verdiepingsslag. Met deze contacten Dit moeten we vaker doen. Jaarlijks wat worden die vrijgegeven? Wat zijn de vul ik een huidig project heel specifiek in.” mij betreft. Je hebt hier alle kennis van verschillen met de oude richtlijnen? Om wegenbouw bij elkaar. Het zou zonde zijn aan een bepaalde norm te voldoen, wil je als we die gedeelde kennis en integraliteit zo min mogelijk aan het toeval overlaten. niet verder benutten. Die gedeelde kennis Nu is de norm niet zo goed afgebakend, vind ik het belangrijkste van vandaag. dat laat ruimte over voor twijfel.” Rijkswaterstaat heeft genoeg vragen. Die antwoorden hebben wij, uit het werkveld. Die kennis kunnen we hier delen. De muren tussen de markt en de opdrachtgever – die ik nu nog ervaar – moeten helemaal afgebroken worden. We moeten gewoon alle kennis met elkaar delen.”
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 59
60 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 61
Colofon Rijkswaterstaat in samenwerking met Vereniging Infra Ontwerp
Visuele Notulen Web: www.visuelenotulen.nl Tel: +31 6 30 07 76 75 Mail: info@visuelenotulen.nl
62 | Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nieuwe richtlijnen wegontwerp 2015 | 63