STARTBIJEENKOMST KENNISPROGRAMMA VAKKUNDIG AAN HET WERK
2
INHOUD
5 Inleiding 6 OfficiĂŤle start Jetta Klijnsma 10 Astrid Hazelzet en Rene le Clercq 16 RenĂŠ Paas namens Stuurgroep Kennisprogramma 20 Quotes programmapartners 22 Toelichting programma Cees van Eijk en Fleur Boulogne 30 Workshop 1 Hoe kan onderzoek bijdragen aan een effectievere gemeentelijke re-integratieaanpak? 34 Workshop 2 Aan de slag met je vraag 40 Workshop 3 Sta me bij 42 Bezoekersinterviews 50 Interactieve plenaire afsluiting 54 Factsheet Kennisprogramma Vakkundig aan het werk
3
INLEIDING Het kennisprogramma Vakkundig aan het werk stimuleert en financiert wetenschappelijk onderzoek op het terrein van werk en inkomen in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer taken en verantwoordelijkheden gekregen rondom inkomen en participatie, waardoor er behoefte is aan meer kennis over wat werkt voor wie, wat niet en waarom. Dit programma stimuleert de ontwikkeling van toepasbare kennis over effectieve werkwijzen, methoden en instrumenten en ondersteunt daarmee gemeenten bij het plaatsen van zoveel mogelijk mensen in zo regulier mogelijk, betaald werk en het terugdringen van armoede en problematische schulden. ‘Het programma is bedoeld om het antwoord te geven op vragen waar we nog mee worstelen. Wat we altijd al wilden weten, maar waar we nog geen wetenschappers naar lieten kijken. Hopelijk leidt dat tot bruikbare antwoorden’ aldus René Paas, bestuursvoorzitter van Divosa. De vragen en behoeften van gemeenten zijn hierbij richtinggevend als het gaat om de kennisontwikkeling. Wat is een effectieve manier om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen (regulier) betaald werk vinden en houden? En hoe kan het lokale bestuur effectief bijdragen aan het verminderen van armoede en problematische schulden? Op 11 november 2015, gaf staatssecretaris Klijnsma van SZW het startsignaal voor dit programma. ‘Als je mensen echt wilt helpen dan moet je op alle raakvlakken de hand aan de ploeg slaan. Je moet dwarsverbanden willen smeden. Daarom doen zo veel partners mee met het programma.’
Vakkundig aan het werk
5
OFFICIテ記E START JETTA KLIJNSMA
Het kennisprogramma Vakkundig aan het werk is het startschot voor een vierjarig leerproces ter verbetering van een re-integratiebeleid waarin de mens centraal staat.
Klantmanagers zijn de mensen die andere mensen overeind helpen. Het gaat erom dat we het vakmanschap van die klantmanagers zodanig verbreden en verdiepen dat we er als heel Nederland iets aan hebben. Het is namelijk hartstikke wezenlijk dat mensen in het hele land adequaat geholpen worden. Dat is een gemeenschappelijke taak van de VNG, Divosa, van het UWV, en van de ministeries van VWS en SZW.
“In de vier jaar van het kennisprogramma werken we niet naar een einddoel, maar naar een tussenstation.�
Vakkundig aan het werk
Samen moeten we de mensen centraal zetten. Wie echt de mensen wil helpen, zal op al die raakvlakken tussen verschillende partijen stappen moeten maken. Niet alleen vanuit schuldhulpverlening of re-integratie, maar door het smeden van dwarsverbanden tussen hulpverleners op gemeen telijk niveau. Integraal werken dus. Want als je vanuit de gemeente een goed programma kunt maken, geaccordeerd door de raad zodat het landt in de gemeente en zodat mensen ook snappen wat het aanbod is, dan scheelt dat enorm voor die mensen. Divosa en het UWV en de gemeenten hebben de expertise, die gaan we benutten. 7
In de vier jaar van het kennisprogramma werken we niet naar een einddoel, maar naar een tussenstation. We blijven leren, we blijven enten op de zich alsmaar ontwikkelende samenleving. Vakkundig aan het werk stimuleert het meten hoe de vlag in de buitenwereld hangt, over wat werkt en wat niet, vertaalt dat naar de binnenwereld, en kijkt op die manier naar hoe we mensen vanuit de binnenwereld weer op de beste manier op pad kunnen helpen. 8
“Samen moeten centraal zetten. Startbijeenkomst Kennisprogramma
n we de mensen .� Vakkundig aan het werk
9
ASTRID HAZELZET EN RENE LE CLERCQ
Vakmanschap is weten wat wel en niet effectief is. Veel weten we al, maar Vakkundig aan het werk gaat juist op zoek naar wat werkt en wat niet, voor wie en waarom.
De klantmanager wil iets toevoegen aan het leven van de werkzoekende cliënt, zodat de cliënt het leven kan leiden dat hij wil leiden en zelf keuzes kan maken. Om zover te komen is het voor de klantmanager de uitdaging om bij zijn cliënt de juiste snaar te raken. Die raak je niet door te snel te zeggen tegen de cliënt die ogenschijnlijk niet zo gemotiveerd is op zoek te gaan naar werk: je móet werken, je móet solliciteren, je móet een tegenprestatie leveren voor je uitkering. Want wanneer we tegen anderen zeggen dat ze iets moeten doen, wil dat niet zeggen dat ze dat ook doen. Gelukkig geeft de wetenschap handreikingen voor klantmanagers om effectiever te handelen, zoals dat bijvoorbeeld geldt voor de Theorie van gepland gedrag (Fishbein en Ajzen) en Fasen van gedragsverandering (Prochaska). In de eerste staat de relatie tussen het willen en het doen centraal: hoe hoger de intentie is, hoe groter de kans is dat mensen ook bepaald gedrag gaan vertonen. Dus hoe hoger de intentie om op zoek te gaan naar werk, hoe groter de kans dat een cliënt in dat licht activiteiten onderneemt, op zoek gaat naar vacatures en/of solicitatiebrieven schrijft. Er is veel wetenschappelijke kennis beschikbaar over hoe je kunt sleutelen aan de intentie. Kennis waarmee klantmanagers bij wijze van spreken morgen mee aan de slag kunnen. De tweede theorie helpt klantmanagers te herkennen in welke fase van gedragsverandering een cliënt zich bevindt en welke benadering je bij welke fase het beste kan Vakkundig aan het werk
“Als je tegen mensen zegt dat ze iets moeten doen, wil dat niet zeggen dat ze het ook doen.”
11
“Kennis ontwikkelen is geen doel op zich, het moet zijn weg vinden naar praktijk.� 12
Startbijeenkomst Kennisprogramma
toepassen om het (werkzoek)gedrag van een cliënt te beïnvloeden. Dit waren voorbeelden van wetenschappelijke theorieën die klantmanagers kunnen inspireren. Het zijn ook inzichten die helpen het gedrag van werkgevers te beïnvloeden, zodat zij meer mensen uit kwetsbare groepen in dienst nemen. Vakbekwame klantmanagers zijn gemotiveerd om dit soort theorieën zich eigen maken en daarnaar te handelen. Dat is het goede nieuws. Het minder goede nieuws is dat we op een groot aantal deelgebieden, die de afstand van een persoon tot de arbeidsmarkt bepalen, nog heel weinig weten over de effectiviteit van aanpakken. Daarom is het zo belangrijk dat in het kennisprogramma Vakkundig aan het werk deze ‘witte vlekken’ nader worden onderzocht. Uitvoerders en onderzoekers slaan de handen ineen om die nieuwe kennis te ontwikkelen, en die te vertalen naar handelingsperspectieven voor de klantmanagers in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Want hoe beter de kennis wordt toegepast, hoe groter de kans dat de klantmanager zijn ogenschijnlijk weinig gemotiveerde cliënt op het puntje van de stoel krijgt. Zie voor een beknopte weergave van de besproken wetenschappelijke theorieën de presentatie van Astrid Hazelzet. Vakkundig aan het werk
13
“Deze training i best practices n
14
Startbijeenkomst Kennisprogramma
is voor ons de overgang van naar evidence based werken.” In gesprek met Rene le Clercq Drie jaar geleden zei een interim-directeur: “Rene, jij doet maar wat”. Tijdens de klantmanagersdag die ik dat jaar samen met een collega bezocht werd mij duidelijk dat niet ik alleen maar wat deed; het hele werkveld deed maar wat. Hoe kom je aan de juiste kennis en wat doe je ermee? Soms moet je iets op het juiste moment aangereikt krijgen. Wetenschap kan dat vanuit haar kennisvoorsprong. Dus toen wij een start maakten met het meer groepsgewijs begeleiden van jongeren schoof Roland Blonk (TNO) aan. Hij wees ons op de beproefde Skillsmethodiek Train de trainer die ons hele team ging volgen. Deze training was voor ons eigenlijk de overgang van best practices naar evidence based werken. De effectiviteit van de Skills methode is in binnen- en buitenland onderzocht. We lazen artikelen erover zochten dingen uit. Zo zijn we in een leerstand gekomen en dat is leuk. De trainingen werden het uitgangspunt van wat we doen, want we zien echt resultaat. Deelnemers aan een Skills training zijn actiever in hun eigen re-integratieproces, doordat ze meer geloof hebben in eigen kunnen, beter in staat zijn met tegenvallers om te gaan, de voordelen van werken inzien en zich gesteund voelen door de andere deelnemers. We zijn professioneler geworden en mijn werk is een stuk leuker geworden. Ik ben weer trots op mijn werk! Vakkundig aan het werk
15
HET WORDT EEN SLECHT LANTAARNPALENJAAR RENÉ PAAS
Samenwerking tussen praktijk en wetenschap staat centraal in het kennis programma Vakkundig aan het werk. Evaluatie van de effectiviteit van de huidige methodes is essentieel, hoe ongemakkelijk de resultaten ook gaan zijn.
We hebben het bij Divosa regelmatig over lantaarnpalen. Da’s misschien verrassend voor een club in het sociale domein. Maar het zit zo: als gemeenten geld overhouden bij de uitvoering van hun taken, mogen ze dat zelf besteden. In de volksmond kopen ze daar altijd lantaarnpalen voor. Maar als de voortekenen niet bedriegen, wordt het een slecht lantaarnpalenjaar. 234 wethouders van financiën boden Minister Plasterk 10 november een brandbrief aan. De bezuinigingen zijn veel te groot. En ook oneerlijk. Hebben ze gelijk? Ik denk van wel. Maar de overtuiging van de wethouders gaat uit van een grote effectiviteit van gemeenten. Kan het effectiever? En hoe weten we dat? Dat is werk voor de wetenschap. De band bestuur en wetenschap is niet nieuw. Er zijn allerlei dwarsverbanden. Er zijn hoogopgeleide ambtenaren én politici. Er is een hoge adviesdichtheid: van advieslichamen, bureaus, universiteiten. Maar toch heeft het gebruik van wetenschappelijk materiaal een slechte reputatie. Bestuurders en ook ambtenaren gebruiken onderzoeksmateriaal vooral om hun opvattingen mee te staven: zoals een zatlap een lantaarnpaal gebruikt. Voor de steun, niet voor het licht. Ander gebruik van onderzoek vergt nieuwsgierigheid en dapperheid. Onderzoeken zijn levensgevaarlijk in een omgeving die fouten afstraft. Een oude ambtelijke wijsheid luidt: ‘Doe geen onderzoek als je niet weet wat er uit komt’. Vakkundig aan het werk
“Kan het effectiever? En hoe weten we dat? Dat is werk voor de wetenschap. “
“Doe geen onderzoek als je niet weet wat er uit komt”
17
18
Startbijeenkomst Kennisprogramma
We weten veel zeker. In de wereld van werk en inkomen barst het van de heldere opvattingen. Van sommige daarvan is de wetenschappelijke onderbouwing solide. Bijvoorbeeld van onze opvatting dat je veel beter af bent mét dan zonder werk. De vervolgvraag is moeilijker: hoe krijgen we zo veel mogelijk mensen dan aan het werk? Wie help je waarmee? Ook daar bestaat best veel onderzoek, maar de wereld wordt geregeerd door rotsvaste opvattingen. Vandaag is de officiële start van het kennisprogramma Vakkundig aan het werk. De staatssecretaris heeft het startschot vanmiddag gelost. En ze heeft er tien miljoen voor uitgetrokken. Om uit te zoeken wat de wetenschap al weet. Ik ben niet altijd gelukkig met de brieven die de staatssecretaris naar de Tweede Kamer stuurt, maar die van eergisteren was geweldig. Jetta geeft college! Een prachtig overzicht van de stand van zaken in de wetenschap. Het programma is ook bedoeld om het antwoord te geven op vragen waar we nog mee worstelen. Wat we altijd al wilden weten, maar waar we nog geen wetenschappers naar lieten kijken. Hopelijk leidt dat tot bruikbare antwoorden. Vandaag start een ambitieus project. Ik weet het nog niet zeker. Maar ik wil iets vertellen over wat ik hoop. Ik hoop dat we de nieuwsgierigheid onderhouden. Ik dank de staatssecretaris voor de tien miljoen, maar ik hoop dat dat een aanjaagpremie was. Dat wat we hier vandaag beginnen, een blijvertje is. Omdat onze sector, waar vele miljarden in omgaan, het zelf de moeite waard vindt om geld te reserveren voor gericht onderzoek. Omdat kennis onze dienstverlening beter maakt.
“Ik hoop dat we de nieuwsgierigheid onderhouden. ”
Laten we samen lantaarnpalen maken. Voor de steun én voor het licht. Vakkundig aan het werk
19
QUOTES PROGRAMMAPARTNERS
“Ik zou heel graag willen dat beleid, praktijk en wetenschap veel dichter bij elkaar komen, om de burger beter te kunnen ondersteunen.” Bert Roes (VNG)
“Ik hoop dat onze sector het zelf de moeite waard vindt om geld te reserveren voor gericht onderzoek.” René Paas (Divosa)
“Samen moeten we de mensen centraal zetten.” Jetta Klijnsma (SZW)
“Innige samenwerking binnen het sociale domein wetenschappelijk onderbouwen.” Marcel Floor (VWS)
“Het brengen van kennis naar het veld zou los moeten staan van instituten.” Fred Paling (UWV)
TOELICHTING PROGRAMMA CEES VAN EIJK / FLEUR BOULOGNE
Vakkundig aan het werk is een kennis programma dat iedereen raakt. Maar hoe werkt het toe naar resultaten?
Hoe kan ik er als bestuurder op vertrouwen dat mijn sociale dienst het beste resultaat boekt? Over het algemeen is het zo dat: hoe beter de uitvoeringspraktijk werkt, des te minder de politiek zich er tegenaan hoeft te bemoeien. Als een bepaalde methodiek goed werkt, wordt het vanzelf beleid. Hiervoor is het van belang dat de uitvoeringspraktijk geprikkeld blijft worden en de ruimte krijgt om te leren wat werkt en wat niet. Helaas is in gemeenteland de samenwerking met onderzoekers niet vanzelfsprekend. Investeren in lokale en regionale kennisinfrastructuur kost veel tijd en energie. Toch is het belangrijk dat het ‘willen weten’ en ‘willen leren’ vanzelfsprekender wordt in de gemeentepraktijk. Het programma Vakkundig aan het werk helpt daarbij. Het doel van Vakkundig aan het werk is tweeledig. Aan de ene kant staat het voor meer inzicht in de effectiviteit van het huidige beleid. Aan de andere kant moet de kennis die er is en die we op gaan doen landen in de gemeentepraktijk. Uitkomsten van elk onderzoek moeten zo worden opgepakt en vertaald, dat de professionals ermee aan de slag kunnen. Dat betekent dat het kennisprogramma voor iedereen is, van professionals in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk tot de cliëntenvertegenwoordiging. Vakkundig aan het werk staat voor een grote beweging, die alleen kan slagen met brede Vakkundig aan het werk
23
“Kom je met res dan volgt de po
sultaten, olitiek.”
betrokkenheid van personen en groepen. Dit is een programma dat zijn voeding haalt uit het wetenschappelijke veld, de praktijk en uit het beleidsveld. Hoewel de titel wellicht anders doet vermoeden, raakt Vakkundig aan het werk niet alleen aan het onderwerp re-integratie. Ook integraal werken, methodisch werken en schuldhulpverlening en armoede worden meegenomen en profiteren van het praktijkgerichte onderzoek dat de komende vier jaar plaats gaat vinden. Dat begint met een eerste subsidieoproep op 1 december 2015. Binnen deze oproep en in het hele programma staat de samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen centraal. Het is kortdurend onderzoek, dat gemeentes op relatief korte termijn antwoord geeft op hun beleids- en praktijkvragen. Het is de eerste stap naar de resultaten waarnaar we allemaal op zoek zijn; resultaten die ertoe doen voor de mensen waar het om gaat. Publicatie van de subsidieoproep vindt plaats op de website van ZonMw: www.zonmw.nl/subsidiekalender Meer informatie over het programma: www.zonmw.nl/vakkundigahwerk Vakkundig aan het werk
25
WORKSHOPS
WORKSHOP 1 HOE KAN ONDERZOEK BIJDRAGEN AAN EEN EFFECTIEVERE GEMEENTELIJKE RE-INTEGRATIEAANPAK?
Wat is het belang van gemeenten om mee te doen aan onderzoek? Hoe gaat dit in zijn werk en wat levert het op? Door Merel Schuring (Erasmus MC) en Koos van Dijk (gemeente Rotterdam).
Koos van Dijk (Beleidsmedewerker werk en inkomen Gemeente Rotterdam)
“Een enorme kans om onderzoek naar beleid te financieren.�
Vakkundig aan het werk
De re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is in de gemeente Rotterdam gericht op reducering van alle gemeentelijke kosten. Een interventie is effectief als deze leidt tot werkhervatting, een betere gezondheid, meer sociale participatie en minder criminaliteit. Dit leidt allemaal tot lagere kosten. De gemeente Rotterdam heeft voor bijstandsgerechtigden met psychische problematiek een re-integratie methodiek ontwikkeld (ExIT), waarbij professionals uit verschillende disciplines betrokken zijn, zoals een klantmanager, een psycholoog en maatschappelijk werker. De GGZ is een belangrijke samenwerkingspartner binnen deze re-integratie methodiek. Om erachter te komen of deze interdisciplinaire reintegratie aanpak van invloed is op de gezondheid en (arbeids)participatie, heeft Rotterdam samengewerkt met het Erasmus MC. Dit onderzoek heeft de gemeente meer inzicht gegeven in wat werkt en wat niet. Deze call vanuit het kennisprogramma Vakkundig aan het werk is dan ook een enorme kans voor overheden om onderzoek naar eigen beleid te financieren. 31
Merel Schuring (Postdoc Eramus MC) Uit het onderzoek dat wij samen met de gemeente Rotterdam hebben gedaan, is gebleken dat de interdisciplinaire interventie minder effectief was dan verwacht. Maar door het onderzoek hebben we wel kunnen aangeven waar de crux zat. Uit de procesevaluatie bleek dat vooral cliĂŤntgerichte interventies werden ingezet, maar dat werkgevers onvoldoende actief werden benaderd. De afstemming tussen vraag en aanbod en continuĂŻteit in de begeleiding gedurende de arbeidstoeleiding bleken belangrijk factoren te zijn voor effectieve reintegratie van mensen met psychische problematiek. Op basis van deze bevindingen is de gemeente aan de slag gegaan met het door-ontwikkelen van de interventie, bijvoorbeeld door het inzetten van een Job-Hunter binnen het ExIT team. 32
Startbijeenkomst Kennisprogramma
“Door onderzoek hebben we kunnen aangeven waar de crux zat.“
Het is dus niet alleen van belang om te kijken naar het effect van een bepaalde manier van werken, maar ook naar het proces. Als je een onderzoeker inschakelt is het belangrijk om goed af te spreken wat er vastgelegd dient te worden om inzicht te krijgen in de effectiviteit van het beleid. In de meest ideale situatie wordt een gerandomiseerd experiment (RCT) uitgevoerd. Wanneer een RCT niet mogelijk is, hebben wij ook een alternatieve methode ontwikkeld. Met behulp van indicatoren van effectiviteit kunnen verschillende re-integratieprogramma’s onderling worden vergeleken, waarbij rekening gehouden wordt met specifieke kenmerken van de doelgroep. Daarnaast is een maatschappelijke kosten- en batenanalyse van toegevoegde waarde. Een onderzoek van het Erasmus MC laat zien dat een investering in re-integratie van mensen met gezondheidsproblemen een besparing oplevert van uitkeringskosten en zorgkosten, en inkomsten uit werk. Deze baten komen terecht bij diverse partijen, zoals de gemeente, de cliënt en de zorgverzekeraar. Andere belangrijke baten zijn minder makkelijk te kwantificeren in euro’s, zoals verbetering van de gezondheid, kwaliteit van leven en sociale participatie. Vakkundig aan het werk
33
WORKSHOP 2 AAN DE SLAG MET JE VRAAG.
Hoe komen praktijkvragen terecht in een onderzoek en hoe snel heb je resultaat waar je wat aan hebt?
Lex Burdorf (Hoogleraar Erasmus MC) Lex Burdorf legt in één zin uit waar de workshop om draait: Hoe stel ik een goede vraag, zodat ik een relevant antwoord krijg om mensen beter te helpen re-integreren? De thema’s, de relevantie en het doel van de vragen zijn vaak prima, maar doordat een goede vraagformulering ontbreekt, blijft een relevant antwoord achterwege. Om cliënten goed en effectief te kunnen helpen is dit cruciaal.
“Hoe kunnen de we cliënt effectief helpen binnen de wettelijke kaders?”
Vakkundig aan het werk
“Wat is een goede vraag?” legt Burdorf de zaal voor. Een mevrouw geeft aan dat het belangrijk is om bij cliënten te achterhalen wat hun talenten zijn en wat zij leuk vinden. Dit laat mensen hun kracht optimaal benutten. Uit de praktijk blijkt namelijk dat veel professionals moeite hebben om juiste vragen aan cliënten te stellen. Vervolgens inventariseert Burdorf andere vragen die onder de professionals in de zaal leven. Er blijken veel vragen te zijn. Variërend van de inzet van instrumenten, optimaliseren van werkprocessen, tot kennisvragen over de effectiviteit van het duurzaam inzetten van personeel. Lex Burdorf en Henk Oranje geven per vraag enkele handvatten, zoals: Bepaal het vertrekpunt en inventariseer welke kennis noodzakelijk is. Ga ook na of deze kennis niet al voorhanden is. Oranje illustreert de relatief eenvoudige toegang tot relevante literatuur via bijv. de Kennisbank van het AKC (Arbeidsdeskundig Kennis Centrum).
35
Burdorf geeft daarbij aan dat, ongeacht de vraag, er geen perfect antwoord bestaat. Mede doordat iedere situatie en cliĂŤnt anders kan zijn, is het lastig om effectieve en uniforme werkprocessen in te richten die voor iedereen toepasbaar zijn. Sandra Brouwer licht toe dat de kracht van een goede wetenschappelijke onderbouwing is inzicht te geven in welke kennis je in welke situatie kan toepassen. Omdat er bij personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt vaak sprake is van multiproblematiek, is het van groot belang te bepalen welke problemen prioriteit moeten krijgen in de aanpak, aansluitend bij de behoeften van de cliĂŤnt. Het leveren van hulp op maat betekent dat gemeenten en instanties integraal moeten werken. Kennis en instrumenten worden gebundeld en werkprocessen en -procedures worden ondergeschikt gemaakt in de optimale reintegratie aanpak in plaats van leidend te zijn. Ook ten aanzien van bestaande wetten en regelgeving 36
Startbijeenkomst Kennisprogramma
liggen er nog veel uitdagingen. “Hoe kunnen de we cliënt effectief helpen binnen de wettelijke kaders?” Als voorbeeld wordt iemand met een Wajonguitkering gegeven. Wanneer een cliënt geholpen wordt aan een nieuwe baan, worden zijn inkomsten verrekend met zijn uitkering. Dit kan demotiverend werken. De workshop wordt afgesloten met de vraag: wat is een effectief resultaat? Is dat iemand aan betaald werk helpen of komen er meer aspecten bij kijken? Iedereen is het er over eens dat er nog meer maatschappelijke opbrengsten te benoemen zijn. De term ‘kwaliteit van leven’ wordt veelvuldig genoemd als belangrijke pijler. Dit kan met behulp van het ondersteunen van cliënten bij het vinden van betaald werk gerealiseerd worden, maar gezondheid en geluk zijn eveneens belangrijke opbrengsten. Vakkundig aan het werk
37
TWEEDE WORKSHOP 2 AAN DE SLAG MET JE VRAAG.
38
Startbijeenkomst Kennisprogramma
In de tweede workshop “Aan de slag met je vraag!” gingen Jac van der Klink, Suhreta Mujakovic en Petra Vranken aan de slag met de deelnemers.
Jac van der Klink (Hoogleraar UMCG), Suhreta Mujakovic (Epidemioloog GGD Zuid Limburg) en Petra Vranken (Senior adviseur kennis&innovatie GGD Zuid Limburg) De workshop ging van start met een ludiek fotoverhaal door Petra Vranken over een fictieve gemeentelijke praktijk waarmee het belang van onderzoek voor de praktijk nog eens werd onderstreept. Onderzoek naar vragen uit de praktijk geeft immers inzicht in de problematiek zelf en het effect van beleid en praktisch handelen dat is ingezet om deze problematiek aan te pakken. Oftewel: meten = weten!
“Er is geen twijfel over mogelijk: het kennisprogramma Vakkundig aan het werk leeft!”
Vakkundig aan het werk
Binnen de academische werkplaatsen wordt kortdurend onderzoek gedaan naar vragen uit de praktijk. Na een korte uitleg hierover door Suhreta Mujakovic zorgde Jac van der Klink voor inhoudelijke inspiratie door de deelnemers mee te nemen naar een inclusieve samenleving die de mogelijkheden voor een waardevolle arbeidsbijdrage van iedereen optimaliseert. Cruciaal hierbij is dat een sterk sanctionerend beleid contraproductief blijkt te zijn. Daarna gingen de deelnemers in groepjes brainstormen over onderzoeksvragen van de vier programmalijnen. De opbrengst werd centraal teruggekoppeld en door de workshopbegeleiders voorzien van tips en commentaar. Er was geen twijfel over mogelijk: het kennisprogramma Vakkundig aan het werk leeft! 39
WORKSHOP 3 STA ME BIJ
40
Startbijeenkomst Kennisprogramma
Het Kennisprogramma is bedoeld ter versterking van de uitvoeringspraktijk. Wat bedoelen we daarmee? Op welke aspecten moet die uitvoeringspraktijk versterkt worden? Marcel van Druenen (Projectleider vakmanschap Divosa /Lid Adviesraad Vakkundig aan het werk) Naar aanleiding van de documentaire ‘Sta me bij’ gingen de deelnemers in gesprek over de uitvoeringspraktijk. De documentaire ‘Sta me bij’ laat het werk zien van twee klantmanagers van de gemeente Zutphen. Hun aanpak verschilt hemelsbreed. De documentaire brengt dat in beeld zonder een oordeel te geven. Het is een prachtige impressie van het dagelijkse werk in de spreekkamer en van de mensen waarmee de klantmanagers te maken hebben. Na het vertonen van twee casussen, die het wel en wee van een klant, de interventies van de bijbehorende klantmanagers en de reflectie van de klantmanager op zijn casus in beeld brengen, discussieerden de deelnemers met elkaar over wat voor kennisvragen zichtbaar worden en wat verder opvalt. Bijvoorbeeld: wanneer is een harde aanpak effectief en wanneer een ondersteunende?
“Tegen welke kennisvragen loopt de uitvoeringspraktijk aan?”
Vakkundig aan het werk
Tot slot bekeek de groep een gefilmd interview met Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van Instituties en Organisaties. Zij gaat in op het steeds veranderende beroep van klantmanager en welke eisen dat stelt aan de professionaliteit. Dit gaf aanleiding tot een discussie over welke lessen we kunnen leren van de professionalisering in andere sectoren zoals de zorgsector en de welzijnssector. In de zorgsector moeten professionals bijvoorbeeld al langer verplicht geregistreerd zijn en aantonen dat ze bij blijven in hun vak. 41
BEZOEKERSINTERVIEWS
Menno Meihuizen
Ministerie van Sociale Zaken
“De ‘kennis’ in het kennisprogramma moet voor een groot gedeelte staan voor toepasbare kennis.”
44
“Het belangrijkste is dat de kennis van wat wel en niet werkt doordringt tot de werkvloer. Klantmanagers moeten over die kennis gaan beschikken, in plaats van beslissingen nemen op basis van bijvoorbeeld alleen budget. Wie verantwoordelijk wordt voor die vertaalslag is een van de vragen die vandaag beantwoord moet worden. De ‘kennis’ in het kennisprogramma moet gaan over toepasbare kennis. Dat is niet alleen een taak van de onderzoekers, maar ook een product van intensievere samenwerkingsverbanden tussen die onderzoekers en de gemeenten.” “Die samenwerking tussen gemeente en kennisinstelling is een minimale voorwaarde, maar op enig moment moet daarin de cliënt betrokken worden. Dat kan institutioneel zijn – denk aan een cliëntenraad – maar ook in de vorm van losse cliënten die aanschuiven bij de gemeente en zo gaan meedenken. Uit de praktijk blijkt dat daar hele andere invalshoeken uit komen dan wanneer je alleen op beleidsniveau denkt.”
Startbijeenkomst Kennisprogramma
Marco Florijn
Programmacommissie Vakkundig aan het werk
“Er is internationaal al veel onderzocht en in gemeenten zijn al mooie aanzetten gemaakt. Hierop kan voortgebouwd worden.”
Vakkundig aan het werk
“Ik vind het belangrijkste dat op de persoon die de transactie doet, dus die direct in contact staat met de cliënt, het beleid wordt afgestemd. De cliënt is de ogen en oren op de werkvloer en moet de juiste instrumenten krijgen. Tijdens dit soort meerjarige onderzoeken moet tussentijds gemeten en geïmplementeerd worden. Anders blijf je achter de feiten aanlopen. De ontwikkelingen in onze maatschappij gaan zo snel. En de kennisontwikkeling gaat in de praktijk misschien nog wel sneller, de praktijk moet dus ook de theorie aansturen. Eigenlijk is de persoon die direct in contact staat met de cliënt cq werkzoekende zelf ook de belangrijkste bron om kennis te vergaren en de theorie aan te sturen.” “Daarnaast moeten alle kennisinstellingen gezamenlijk hun vakmanschap bundelen en alle aanwezige kennis onderzoeken, ontwikkelen en toepasbaar maken voor de praktijk. Zeker gelet op de decentralisatie, waarvan de effecten nog niet echt zichtbaar zijn, maar de veranderingen groots zullen zijn, betekent dat dat de benodigde kennis zal veranderen. Hier zullen kennisinstellingen op in moeten haken.”
45
Paul van der Aa
Hogeschool Rotterdam, Gemeente Rotterdam
“De theorie en praktijk moeten elkaar scherp houden.”
46
“Ik denk dat onderzoek naar kennisontwikkeling in relatie tot professioneel handelen in de praktijk essentieel is. Het is belangrijk om te onderzoeken wat uitvoerders in de praktijk wel en niet met aanwezige kennis uit onderzoek kunnen om resultaten te behalen. We willen daarom de relevantie van de beschikbare kennis voor uitvoerders onderzoeken en hoe zij deze in de praktijk toepassen. We weten hier namelijk nog erg weinig over. Onderzoeken laten bijvoorbeeld vaak gemiddelde, kleine effecten van re-integratiemethoden zien. Hoe je zulke inzichten kan vertalen in de praktijk naar individuen of kleine groepen is niet vanzelfsprekend duidelijk.” “Bovendien voedt wetenschappelijke kennis als het goed is niet alleen de praktijk, maar gebeurt dit ook vice versa, door als onderzoeker goed te kijken naar de dagelijkse ervaringen van uitvoerders met het begeleiden van werkzoekenden. De theorie en praktijk moeten elkaar scherp houden. Tussen ontwikkeling van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis moet wat mij betreft daarom een betere wisselwerking gaan ontstaan. Dit is de basis om leerprocessen en kennisontwikkeling op gang te krijgen en te houden. Dit probeer ik vanuit diverse functies in de praktijk te promoten. Voor de Hogeschool Rotterdam kijk ik welke kennis relevant is voor onze opleidingen en welke kennis noodzakelijk is voor de uitvoeringspraktijken. Daarnaast ben ik ook werkzaam voor de gemeente Rotterdam waar ik onderzoeken coördineer naar reintegratie van mensen met een kwetsbare plek op de arbeidsmarkt. Dit zijn complexe vraagstukken waarin ik me kan vastbijten en ik krijg de kans om een bijdrage te leveren aan een groot maatschappelijk probleem. Dat vind ik belangrijk.”
Startbijeenkomst Kennisprogramma
“Het belang van kennis in de uitvoering bij gemeenten is voor de cliënt heel groot. Nu is het probleem dat gemeenten mensen dingen aanbieden die slecht werken – de mens voelt zich in veel gevallen dus ontzettend slecht bediend. Dat horen we van cliënten zelf, maar blijkt ook uit onderzoek van Inspectie SZW. Er is niet alleen sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod; de dienstverlening is gewoon niet goed gefundeerd.”
Branco Hagen
Landelijke Cliëntenraad
“Het is goed dat er een landelijk programma komt waarbij echt een kennisinjectie plaatsvindt.”
Vakkundig aan het werk
“Daarover hebben we melding gemaakt vanuit de Landelijke Cliëntenraad en er bij staatssecretaris Klijnsma op aangedrongen dat er verbetering moet komen. Wij zijn al heel lang bezig om dat gebrek aan kwaliteit boven tafel te krijgen en aan te sturen op verbetering. Zoiets gebeurt niet automatisch bij de gemeente, dus is het goed dat er een landelijk programma komt waarbij echt een kennisinjectie plaatsvindt.” “De gemeentelijke sociale dienst zou niet bestaan als er geen cliënten waren. We willen dat gemeentelijke cliëntenraden daarom zelf mee gaan denken over onderzoeksvragen met hun gemeente, en mee gaan doen in de begeleiding van onderzoek. Zij kunnen goed aangeven waar de knel- en verbeterpunten zitten. Zorg als cliëntenraad dat je daarop inspringt.”
47
“Binnen de gemeente Arnhem worden alle medewerkers van het cluster werk en inkomen bijgeschoold. Ons geluk is dat we in Jos Houtriet een uitstekende opleider hebben die de vertaalslag van wet naar werkvloer maakt. Vervolgens bedenkt hij de aanpak en maakt hij passend trainingsmateriaal waarin alle medewerkers worden getraind. Je kunt het niet echt als een onderzoek definiëren, maar hij zorgt er wel voor dat de vertaalslag naar de praktijk wordt gemaakt.”
Mieke Douwstra Gemeente Arnhem
“Het moet duidelijker en eenduidiger voor cliënten, oftewel de burger, worden.”
“Daarnaast zijn we ook bezig om onze cliënten meer zelfsturend te laten zijn. Hiermee hopen we dat zij minder afhankelijk van instanties worden. Door onze medewerkers goed te scholen hopen we dit te bereiken. We zijn ook bezig om alle medewerkers van het cluster werk en inkomen dezelfde taal te laten spreken. We hebben namelijk gemerkt dat we onvoldoende een eenheid uitstralen. Het moet duidelijker en eenduidiger voor cliënten, oftewel de burger,worden. Dit is de reden waarom we afgelopen januari met deze vernieuwde aanpak zijn begonnen.” “Extern willen we, zoals eerder al beschreven, bereiken dat de cliënt straks zelfredzaam is. Dat zij echt in hun kracht staan en niet afhankelijk van de gemeente blijft. We weten niet precies hoe het eindresultaat er straks uit gaat zien. Iedereen zelfredzaam krijgen is naar mijn idee een utopie, maar we hopen straks wel te ervaren dat cliënten en medewerkers de nieuwe aanpak omarmen, uitvoeren en dat dit tot tevredenheid leidt. Helaas is het heel moeilijk om dit straks meetbaar te maken. Er zijn zoveel verschillende factoren van invloed, maar we doen ons best.” “Binnen de gemeente Arnhem is zeker belangstelling voor een wetenschappelijke onderbouwing van methodes en aanpakken, die beter blijken te werken dan andere methodes.”
48
Startbijeenkomst Kennisprogramma
“Op het gebied van kosten en baten is veel behoefte aan kennisontwikkeling. Er zijn veel situaties waarbij die niet inzichtelijk zijn. Hierdoor kan er geen gerichte aanpak gecreëerd en of gekozen worden. Let wel: het gaat hier niet alleen om de financiële kosten en baten, maar ook om de maatschappelijke kosten en baten. Er wordt hier naar mijn idee meer over geroepen dan dat er kennis over is. Hier mogen we best meer onderzoek naar doen. “
Lex Burdorf Erasmus MC
“Als we de kaders, spelregels en opbrengsten duidelijk definiëren, dan verwacht ik dat we snel in staat zijn om bewezen technieken en methodieken te adopteren, transformeren en implementeren”
Vakkundig aan het werk
“Zeker omdat in andere sectoren bewezen meetbare technieken en methodieken beschikbaar zijn. Dan moeten we die binnen de re-integratiesector omarmen. Hierbij moet wel inzichtelijk zijn welke kosten en baten er voor de betrokken partijen inzitten. Dit kan voor de ene partij financiële kosten zijn en maatschappelijk baten en vice versa. We kunnen op korte termijn echt de eerste stappen zetten. Zeker als we de kaders, spelregels en opbrengsten duidelijk definiëren, dan verwacht ik dat we snel in staat zijn om bewezen technieken en methodieken te adopteren, transformeren en implementeren. Het hoeft niet zo moeilijk te zijn.“
49
INTERACTIEVE PLENAIRE AFSLUITING
Weten we elkaar te vinden? Wat hebben we geleerd? Wat kwamen we brengen? Wat kwamen we halen? Hebben we gehoord wat we wilden? De afsluiting van een leerzame dag.
Cees van Eijk en Marco Florijn vatten op dynamische wijze de opbrengst van de dag samen. “Wat hier in de workshops in gang is gezet is zó belangrijk wanneer de subsidieoproepen van start gaan”, concludeert Marco Florijn. De gevoerde discussies over de aard en vorm van samenwerking tussen gemeente, professional, wetenschap en cliënt leveren vragen op waar het kennisprogramma gaandeweg antwoord op moet vinden. Een grote uitdaging ligt bijvoorbeeld in de praktijkaannames die helemaal niet gemakkelijk te onderzoeken zijn. Leerzaam was de workshop Aan de slag met je vraag, waarin doelgroepen elkaar probeerden te vinden. Dat was zo makkelijk nog niet: vele hoe-vragen bleken al snel uiteen te vallen in een grote ver zameling kleinere sub-vragen. Daarom is het tijdens het kennisprogramma zaak om constant samen scherp te stellen welk probleem precies onderzocht moet worden, en vervolgens samen te komen tot tools waar de praktijk daadwerkelijk wat aan heeft. Daarnaast ligt er al ongelofelijk veel kennis op te plank. “Pak alles wat er al is!”, klonk het tijdens de workshop. Verschillende Nederlandse universiteiten Vakkundig aan het werk
51
werken aan een app om die waaier aan beschikbare informatie inzichtelijk te maken. Professionals kunnen vervolgens op basis van die informatie precieze stappen zetten op de werkvloer. Van zulke concrete resultaten gaat het naar algemeen advies. “Enthousiasme en inspireren is belangrijk”, klinkt het in de zaal. Maar “met alleen enthousiasme en een dosis idealisme ga je het niet redden. Op de werkvloer heb je expertise nodig!” Ontmoeting leidt tot zulke kennisdeling. De start bijeenkomst Kennisprogramma Vakkundig aan het werk was de perfecte plek voor zo’n ontmoeting. Het ijs is gebroken: de wetenschapper sprak de praktijkprofessional, de praktijkprofessional sprak de wetenschapper, en de eerste vonken sloegen over tussen de partijen die het vanaf vandaag samen gaan doen. En: “Als je als klantmanager een gesprek met een klant aan kan, dan kun je dat ook wel met een onderzoeker.” 52
Startbijeenkomst Kennisprogramma
“We hebben het over professionals, we hebben het over onderzoekers, we hebben het over cliĂŤnten. Maar we zijn allemaal mensen met drie tandwielen: je verstand, je liefde en je lef. Laten we die drie allemaal gebruiken.â€?
Vakkundig aan het werk
53
FACTSHEET VAKKUNDIG AAN HET WERK: EEN KENNISPROGRAMMA VOOR GEMEENTEN
Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer taken en verantwoordelijkheden gekregen rondom inkomen en participatie. Denk bijvoorbeeld aan re-integratie, schuldhulpverlening en armoedebestrijding.
Bij veel gemeenten leeft de vraag wat werkt voor wie, wat niet en waarom? Het kennisprogramma Vakkundig aan het werk stimuleert onderzoek naar concrete antwoorden op deze vragen. Vragen over de beste aanpak Gemeenten hebben veel nieuwe taken en verantwoordelijkheden gekregen in het sociale domein. Een belangrijke ontwikkeling, die de lokale overheid de kans geeft scherper te sturen op de reĂŤle behoeften van de burgers in dorp, wijk en stad. Het doel van het kennisprogramma is gemeenten te ondersteunen bij het plaatsen van zoveel mogelijk mensen in zo regulier mogelijk, betaald werk en het terugdringen van armoede en problematische schulden. Om dit doel te bereiken, richt het programma zich op het ontwikkelen van wetenschappelijk onderbouwde kennis over effectieve werkwijzen, methoden en instrumenten. Kennis die per definitie ook toepasbaar moet zijn in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. De rode draad in dit programma is namelijk een praktijkgerichte benadering. Dat betekent dat de vragen en behoeften van gemeenten richtinggevend zijn voor de te ontwikkelen kennis. Want wat werkt nu eigenlijk het beste en voor wie? En wat maakt dat iets werkt of juist niet? Uit een consultatieronde langs (gemeentelijke) professionals en experts, en een verkenning door TNO blijkt dat nog lang niet altijd duidelijk is welke aanpak het meest effectief is en waarom. Een praktijkgericht kennisprogramma Om gemeenten beter op weg te kunnen helpen, start ZonMw op verzoek van het ministerie van SZW en in nauwe samenwerking met Divosa, VNG, UWV en VWS het kennisprogramma Vakkundig aan het werk. Dit programma stimuleert de ontwikkeling van toepasbare kennis over effectieve werkwijzen, methoden en instrumenten op het terrein van werk en inkomen. Het is onderdeel van een bredere beweging in de sector werk en inkomen om meer methodisch en evidence based te Vakkundig aan het werk
55
werken (dus gebaseerd op wetenschappelijke inzichten). De vragen en behoeften van gemeenten zijn hierbij richtinggevend als het gaat om de kennisontwikkeling. Wat is een effectieve manier om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen (regulier) betaald werk vinden en houden? En hoe kan het lokale bestuur effectief bijdragen Wie kunnen aan de slag met de nieuwe kennis? De kennis uit Vakkundig aan het werk is allereerst bedoeld voor gemeentelijke klantmanagers, sociaal werkers, beleidsmedewerkers, medewerkers van wijkteams en cliëntenvertegenwoordigers. Ook medewerkers in de sociale werkvoorziening, jobcoaches en andere re-integratieprofessionals (ook uit de private sector) kunnen ermee aan de slag. Uiteindelijk is de kennis bedoeld om de gemeentelijke hulp- en dienstverlening voor burgers effectiever en efficiënter te laten worden. Uiteraard is het ook belangrijk dat het bestuur en management binnen gemeenten en sociale diensten nauw betrokken zijn bij de vormgeving en uitvoering van projecten en bij het creëren van draagvlak voor en het uitdragen van de resultaten. Vier hoofdthema’s Uit de verkenning is gebleken dat gemeenten meer kennis nodig hebben op vier thema’s. Voor elk thema is een programmalijn opgezet. - Re-integratie Veel mensen staan op een grote afstand van de arbeidsmarkt en komen niet zelf aan het werk. Hoe kan de gemeente deze groep begeleiden naar zo regulier mogelijk, betaald werk? In deze programmalijn past onderzoek naar de effectiviteit van veel gebruikte werkwijzen, methoden en instrumenten. Werkt een bepaalde methode, voor wie geldt dat en waarom is dit zo? Speciale aandacht is er voor kwetsbare burgers, zoals mensen met psychische aandoeningen of een lichte verstandelijke beperking. Er is aanvullende kennis nodig hoe de gemeente deze groep het beste kan ondersteunen in het vinden én behouden van regulier, betaald werk. Daarnaast is in deze programmalijn ruimte voor de vraag hoe gemeenten werkgevers kunnen prikkelen om duurzaam werk te creëren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. - Integraal werken De tweede programmalijn plaatst re-integratie in een bredere context. Mensen met arbeidsgerelateerde problemen hebben vaak ook problemen binnen andere domeinen. Gemeenten ontwikkelen steeds 56
Startbijeenkomst Kennisprogramma
meer een integrale aanpak die hierop aansluit, vaak in samenwerking met andere instanties. Wat is het effect van een gecombineerde werkwijze die bijvoorbeeld een verbinding legt tussen participatie, zorg en welzijn? En welke meerwaarde heeft samenwerking bij het aan het werk helpen of houden van mensen? De programmalijn integraal werken onderzoekt ook hoe de samenwerking tussen het domein werk en inkomen en het sociaal domein/domein welzijn, zorg, publieke gezondheid op effectieve wijze kan worden vormgegeven. - Methodisch werken De derde programmalijn richt zich op de vraag hoe het methodisch werken van professionals kan worden vergroot. Een effectief aanbod van gemeenten op het gebied van re-integratie, schuldhulpverlening en armoedebestrijding staat of valt immers met professioneel vakmanschap. Of iemand professioneel handelt, hangt af van kennis, vaardigheden en persoonskenmerken, maar ook van de context waarbinnen het werk zich afspeelt. Optimale professionaliteit vraagt om een totaalpakket waarbij de omstandigheden en de professional zo op elkaar zijn afgestemd dat er ruimte is voor systematisch en methodisch handelen, waar mogelijk op basis van bewezen effectieve methoden. - Schuldhulpverlening en armoedebestrijding Hoe kunnen gemeenten de armoedebestrijding en de hulp aan mensen met problematische schulden het beste vormgeven? Diverse methoden worden daarvoor gebruikt – van preventie en vroegsignalering tot budgetbeheer – maar het bewijs van effectiviteit over wat werkt en waaróm ontbreekt nog grotendeels. In deze vierde programmalijn is ook aandacht voor gedragskenmerken die samenhangen met schuldenproblematiek en armoede, zoals specifieke vaardigheden en motivatie. Onderzoek kan zicht geven op de effectiviteit van methoden, werkwijzen en instrumenten die deze gedragskenmerken versterken of veranderen.
Vakkundig aan het werk
Vakkundig aan het werk loopt van 2015 tot en met 2018 en heeft een budget van 10 miljoen euro. Het programma financiert daarmee wetenschappelijk onderzoek op het terrein van werk en inkomen in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Via subsidieoproepen (calls) kunnen per programmalijn onderzoeksvoorstellen worden ingediend. ZonMw werkt daarbij nauw samen met het ministerie van SZW, Divosa, de VNG, het UWV en het ministerie van VWS. Ook sluit het programma aan bij activiteiten van onder andere SBCM, de Beroepsvereniging voor Klantmanagers (BvK), de VNG, kennisinstituut Movisie en UWV. 57
Met dank aan Fleur Boulogne Programmasecretaris ZonMw / Lex Burdorf Hoogleraar Erasmus MC / Rene le Clercq Trajectbegeleider Orionis Walcheren / Koos van Dijk Beleidsmedewerker werk en inkomen Gemeente Rotterdam / Marcel van Druenen Projectleider vakmanschap Divosa /Lid Adviesraad Vakkundig aan het werk / Cees van Eijk Voorzitter programmacommissie Vakkundig aan het werk/ voormalig wethouder Amersfoort en voormalig wethouder Utrecht / Marco Florijn Directeur Seastarters/ Lid programmacommissie Vakkundig aan het
Colofon
werk / Astrid Hazelzet Projectleider TNO / Jetta Klijnsma
Tekst en fotografie Visuele
Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid /Jac van
Notulen, eindredactie
der Klink Hoogleraar UMCG / Suhreta Mujakovic Epidemioloog
ZonMw.
GGD Zuid Limburg / Henk Oranje Opleider-arbeidsdeskundige UWV / RenĂŠ Paas Voorzitter Divosa / Lid stuurgroep Vakkundig aan het werk) / Merel Schuring Postdoc Eramus MC / Petra Vranken Senior adviseur kennis&innovatie GGD Zuid Limburg