masterplan 2024 - 2030 - 2048 - 2100
2024 - 2030 - 2048 - 2100
MASTERPLAN
LEESWIJZER
De studie voor het Nationaal Park Taxandria is opgebouwd uit 4 afzonderlijke boeken:
> Taxandria, Landschapsbiografie -400.000.000 v.Chr. tot 2000 n.Chr.
> Taxandria, Landschapsbiografie 2000-2024
> De Lage Venen, Masterplan 2024 - 2030 - 2048 - 2100
> De Lage Venen, Operationeel Plan 2030
TAXANDRIA, LANDSCHAPSBIOGRAFIE -400.000.000 V.CHR.
TOT 2000 N.CHR.
De landschapsbiografie met focus op de geschiedenis (van -400.000.000 v.Chr. tot 2000 n.Chr.) is geschreven door Karel Leenders, een Nederlandse historisch-geograaf die zich specialiseerde in het voorliggend onderzoekvoorwerp1. Zijn aandacht gaat voornamelijk uit naar het westen van Brabant, min of meer begrensd door Willemstad, Geertruidenberg, Turnhout en Antwerpen. Karel Leenders publiceerde o.a. het boek ‘Verdwenen Venen. Een onderzoek naar de ligging en exploitatie van thans verdwenen venen in het gebied tussen Antwerpen, Turnhout, Geertruidenberg en Willemstad 1250 – 1750.’
TAXANDRIA, LANDSCHAPSBIOGRAFIE 2000-2024
De landschapsbiografie met focus op het heden (2000-2024) bespreekt de landschapsgenese, het ecologisch systeem (LESA), het erfgoed (relictenkaart), de landbouw, toerisme & recreatie en de maatschappelijke context met het juridisch kader, de beleidsplannen en lopende projecten en visies.
DE LAGE VENEN, MASTERPLAN 2024 - 2030 - 2048 - 2100
Het masterplan met de toekomstvisie vanaf 2024 bespreekt de landschappelijke visie, zoals die werd ontwikkeld door CLUSTER landschap & stedenbouw. Daarna wordt ingegaan op de Unique Selling Proposition (USP), het onthaalplan en de recreatieve beleving van het nationaal park door Bailleul Ontwerpbureau, een creatief bureau o.a. thuis in de wereld van toerisme en natuur. De onderdelen van de governance, die gevraagd werden onder ‘masterplan’ zijn geïntegreerd in het operationeel plan.
DE LAGE VENEN, OPERATIONEEL PLAN 2030
Het operationeel plan met het plan van aanpak voor de volgende 6 jaar (tot 2030) is gestructureerd in 4 pijlers, die zich doorvertalen naar het organogram:
1. Uitbouw coalitie en draagvlak
2. Opbouw en versterking identiteit
3. Realisatie op het terrein
4. Labo voor beheermodellen en productontwikkeling
Het luik rond governance wordt onder punt 1 beschreven. Daarachter is het financieel plan gesitueerd. In de appendix zijn kaarten en oppervlaktetabellen toegevoegd.
5 INTRODUCTIE
INTRODUCTIE
Dit masterplan vertrekt vanuit de unieke positionering en situering van het kandidaat Nationaal Park Taxandria in een ruimere landschappelijke en maatschappelijke context om vervolgens meer concreet in te gaan op de verdere uitwerking van het park in het licht van de gunningscriteria.
WERKNAAM
De werknaam ‘Taxandria’ weerspiegelt de geografische situering en het uitzicht en karakter van het beoogde Nationaal Park. Taxandria is een term die door de Romeinen werd geïntroduceerd voor de hele Kempen, maar actueel vooral wordt gebruikt om het grensgebied tussen Turnhout (B), Tilburg (NL) en Eindhoven (NL) aan te duiden. Het gebruik van de historische benaming verwijst ook naar het karakteristieke Kempense landschap met een rijke en unieke ontstaansgeschiedenis.
STREEKONTWIKKELING
De voorbije decennia is geleidelijk aan een breder maatschappelijk besef gegroeid dat het voornoemde grensgebied over een uniek natuurlijk kapitaal beschikt, dat in de eerste plaats gekoesterd en verder ontwikkeld moet worden, maar tegelijk ook kan fungeren als een motor voor duurzame streekontwikkeling. De zoekzone voor het Nationaal Park Taxandria herbergt uitzonderlijke natuurgebieden, een rijke geschiedenis en wordt geflankeerd door centrumstad Turnhout. Deze ingrediënten samen vormen een ideale basis voor een natuurgerichte, grensoverschrijdende streekontwikkeling. Dit idee is overigens niet nieuw. In de jaren ‘80 en ‘90 van vorige eeuw werden reeds verschillende concepten uitgetekend enerzijds voor een mogelijke BEU-Grenspark in het Turnhoutse, anderzijds voor een ‘Grenslandschap Taxandria’1 met het oog op grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van recreatie en natuur.
NATUURLIJK KAPITAAL
Het natuurlijke kapitaal in de regio wordt gevormd door een netwerk van uitgestrekte en waardevolle natuurgebieden in het grensgebied. Ze vormen de ruggengraat en tevens belangrijkste attractiepolen van het Nationaal Park. Aan Vlaamse zijde liggen grote natuurcomplexen zoals het Turnhouts Vennengebied (Turnhout en Merksplas), Landschap De Liereman (Oud-Turnhout en Arendonk), de Gewestbossen van Ravels, de Hoge Vijverbossen (Arendonk), Goorken - Rode Del (Arendonk) en het complex van de Postelse bossen (Mol). Aan Nederlandse zijde wordt dit netwerk vervolledigd met gebieden zoals Regte Heide-Riels Laag (Goirle), Gorp en Roovert (Hilvarenbeek), Neterselse Heide (Netersel), De Reuselse Moeren, Beleven en Grote Cirkel (Reusel-de Mierden), Landgoed de Utrecht (Hilvarenbeek en Reusel - De Mierden), boswachterij De Kempen met de Cartieren Hapertse Heide (Bladel), Vallei van het Merkske, enz. Het merendeel van deze gebieden maken deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), Natuurnetwerk Brabant en heeft daarenboven de status van Europees Habitat- en/of Vogelrichtlijngebied. Dit netwerk van natuurgebieden bestaat vooral uit karakteristieke Kempense biotopen zoals bossen, heide, veengebieden, vennen, moerassen en beekvalleien die al eeuwenlang een leefgebied vormen van unieke, tot de verbeelding sprekende soorten die naast kwaliteitsindicatoren
7 INTRODUCTIE
1 O.a. Grensparkenstudie Benelux Economische Unie (BEU) en BRO Adviseurs en Mens & Ruimte (1997) Grenslandschap Taxandria, een visie op natuurgerichte recreatie.
ook uithangborden kunnen zijn voor bezoekers van het Nationaal Park. Voorbeelden zijn bedreigde weidevogels zoals grutto en wulp, karakteristieke heidesoorten zoals nachtzwaluw en het zeldzame gentiaanblauwtje, bijzondere vensoorten zoals waterlobelia en heikikker, kwetsbare veenflora met kleine veenbes en beenbreek, moerassoorten zoals grote modderkruiper en porseleinhoen en opvallende bosbewoners zoals zwarte specht en rosse vleermuis.
ERFGOED
De regio Taxandria is erg rijk aan cultureel, landschappelijk en archeologisch erfgoed. Van Neanderthalers tot keuterboeren, het leger van Napoleon en zelfs de Broeders van Liefde, allen lieten ze sporen na in het Kempense landschap en hebben ze mee vorm gegeven aan het landschap van vandaag en de aanwezige biodiversiteit. Het Nationaal Park omvat verschillende beschermde landschappen en archeologische beschermingszones die mee de basis vormen van de bescherming van het gebied en ook als uithangbord kunnen fungeren bij de toekomstige ontwikkeling ervan. Zo vormt bv. Landschap De Liereman één van de oudste beschermde landschappen van België en herbergt het de grootste archeologische site van Vlaanderen.
TOEGANGSPOORT EN ONTHAALZONES
Het Nationaal Park omvat centrumstad Turnhout en verschillende omliggende gemeenten die allen een belangrijke rol kunnen spelen bij de ontwikkeling en uitbouw van het park. Met name Turnhout kan als centrumstad een publiek leveren en aantrekken dat kan recreëren en consumeren in het Nationaal Park. De stad is ook goed geconnecteerd met de rest van Vlaanderen en Nederland (openbaar vervoer, snelwegen) waardoor ze een rol als toegangspoort voor het Park kan opnemen; te meer omdat er ook een koppeling is met een uitgebreid cultureel aanbod. Daarnaast kunnen bestaande bezoekerscentra (bv. De Liereman, Klein Engelandhoeve, Boshuis) en de Brabantse natuurpoorten2 de rol van toegang vervullen om bezoekers te geleiden en van info te voorzien.
LOKALE ECONOMIE
Turnhout afficheert zichzelf als de hoofdstad van de Kempen en als de "speelkaartenstad3". De verdere versterking van de natuur- en landschapskwaliteit, gekoppeld aan de uitbouw van een geïntegreerde onthaal- en belevingsinfrastructuur én aan een gecoördineerde marketing van het Nationaal Park Taxandria (streekidentiteit) kan aanzienlijke baten genereren voor de lokale economie. Voor het in 2006 opgerichte Nationaal Park Hoge Kempen werd deze economische meerwaarde reeds becijferd4. Dankzij de investeringen in natuur bestaan er duizenden bijkomende arbeidsplaatsen in de betrokken gemeenten van het Nationaal Park, jobs die er niet waren zonder de natuur en de oprichting van het Nationaal Park. Nationaal Park Taxandria, als natuur- en recreatiepool ideaal gesitueerd in de brede regio tussen de Noord-Brabantse stedengordel en de Vlaamse Ruit, heeft ongetwijfeld een gelijkaardig potentieel. Deze overtuiging wordt ook weerspiegeld door de sterke ondersteuning voor deze kandidatuur door lokale ondernemers en de toeristische sector.
2 https://natuurpoorten.nl/over-natuurpoorten/
3 https://www.kempen.be/gemeente/turnhout
4 Bade, T.
(2011)
SAMENWERKING
Het Nationaal Park Taxandria beoogt uit te groeien tot een nieuw samenwerkingsplatform in deze grensregio dat deelgebieden, gemeentegrenzen en landsgrenzen overschrijdt en lokale besturen en verschillende maatschappelijke actoren actief in het gebied bij elkaar brengt. De oprichting van het Nationaal Park bouwt hiermee verder op een traditie van grote projecten en planvormingsprocessen met een belangrijke ruimtelijke impact in de regio en waarbij overleg en debat tussen maatschappelijke actoren en overheden steeds centraal heeft gestaan (bv.EU-cofinanciering via LIFE, EFRO,
Aanpak
8 9 INTRODUCTIE
PDPO of Interreg, Gebiedsgerichte
stikstof (GGA), Natuurinrichting, Raamakkoord, ARO5, ea).
Figuur: Affiche ontworpen door Herman Diels, 4 kleuren op papier techniek (84 x 60 cm), gedrukt bij Brepols in 1939. Bron Turnhout van vroeger
5 Van de Genachte et al (2017) Valoriseren en herwaarderen van de open ruimte in Oud-Turnhout, Ravels en Arendonk. I.o.v. Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Gebiedsgericht Beleid.
et al.
Hoge Kempen, hoge baten. De baten van het nationaal park Hoge Kempen in kaart gebracht. Kenniscentrum Triple E, Arnhem.
10 11 INTRODUCTIE Inhoud 1 BENADERING MASTERPLAN ...................................................................... 15 1.1 Vier pijlers 16 1.2 De ambities 16 1.3 De perimeter 17 1.4 Relaties met andere actoren en plannen 18 2 LANDSCHAPPELIJKE VISIE ......................................................................... 21 2.1 Klimaatrobuuste natuur 22 2.1.1 Ambitie 1: Herstellen sponswerking watersysteem 22 2.1.2 Ambitie 2: Reactiveren veenlandschap 26 2.1.3 Ambitie 3: Connecteren natuurkernen 28 2.1.4 Ambitie 4: Ruimte voor wilde natuur 33 2.2 Landschappelijke kwaliteiten 34 2.2.1 Ambitie 5: Leesbaar maken ontginningsgeschiedenis 34 2.3 Duurzame landschapsbeheermodellen 37 2.3.1 Context 37 2.3.2 Bedrijfseconomische invalshoek 38 2.3.3 Ambitie 6: Ontwikkelen van gebiedsgerichte bedrijfsmodellen 38 2.3.4 Ambitie 7: Zoeken naar gebiedsgerichte koppelkansen 39 tussen landbouw, bosbouw en natuurontwikkeling 2.3.5 Systemische invalshoek 39 2.3.6 Ambitie 8: Sluiten van kringlopen 40 2.3.7 Ambitie 9: De juiste teelt op de juiste plaats 41 3 TOERISME EN RECREATIE 43 3.1 Unique Selling Proposition (USP) 44 3.1.1 De eigenheid van Taxandria 44 3.1.2 Het streekverhaal 45 3.1.3 Unique Selling Proposition 50 3.2 De doelgroepen 52 3.3 Onthaalplan 54 3.3.1 Begrippenkader en kaart 54 3.3.2 De beleefzones en hun toegangen 58 3.3.3 Belevende verbindingen 86 3.3.4 Duurzame mobiliteit 87 3.3.5 Onthaalinfrastructuur 92
12 13 INTRODUCTIE 3.4 Unieke recreatieve ontsluiting 96 3.4.1 Van vennen …. 97 3.4.2 … tot veen. 98 3.4.3 Ongepolijste romantische schoonheid 99 3.4.4 Robuuste bosnatuur 100 3.4.5 Overnachten 101 3.4.6 Kempengevoel 102
1
Benadering masterplan
1.1 Vier pijlers
Het masterplan is opgebouwd uit vier pijlers.
De eerste pijler heeft betrekking op de omgang met bodem, water, ecologie en landschap en wordt gestuurd vanuit de ruimtelijke logica van het onderliggende wateren bodemsysteem. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van klimaatrobuuste natuurkernen in het Nationaal Park. De lange termijn ambitie is om op die manier te voldoen aan de boogde natuurdoelstellingen (IHD) vanuit Natura 2000. Het water- en bodemsysteem in het Nationaal Park Taxandria, bijzonder in de Vlaamse ruimtelijke context, vormt de fysische onderlegger voor een uniek veenlandschap. De aanbevelingen in het kader van Blue Deal, Droge Delta, het eindrapport ‘Zonder water, geen later’ en het expertrapport Weerbaar Waterland worden bij het herstel van dit systeem ter harte genomen.
De tweede pijler heeft betrekking op de ontginningsgeschiedenis en vormt de basis voor het versterken van de landschappelijke beeldkwaliteit. Het huidige landschap kan gelezen worden als een palimpsest van opeenvolgende ontginningsstructuren die elk hun stempel in het landschap hebben nagelaten. Wat de ontginningsstructuren in Taxandria uniek maakt, is de centraal gestuurde aanpak vanuit de overheid en de grootschaligheid ervan. Dit heeft geresulteerd in groots opgezette rastervormige kavelpatronen die ten opzichte van elkaar gedraaid zijn. De landschappelijke kwaliteit van een groot aantal van deze rasterontginningen is vandaag verdwenen en zou in het kader van het Nationaal Park een kwaliteitsimpuls kunnen krijgen.
De derde pijler formuleert een visie op een duurzaam beheermodel voor het onderliggende water- en bodemsysteem Deze pijler wordt gestuurd vanuit een geïntegreerde benadering waarbij nutriëntenkringlopen worden gesloten, natuurlijke processen worden versterkten naar synergieën wordt gezocht. De ambitie is de ontwikkeling van duurzaam landschapsbeheermodellen die integrerend zijn naar de verschillende pijlers toe (bodem, water, natuur, landschap, recreatie) door dwarsverbanden te leggen tussen de verschillende sectorale beleidsambities.
De vierde pijler formuleert een visie over de toeristische positionering en recreatieve beleving. De ambitie is een Unique Selling Proposition dat vertrekt vanuit de kenmerken die het gebied voor bezoekers uniek maakt, en hoe deze uniciteit in de verf kan worden gezet.
1.2 De ambities
> Ambitie 1: Herstellen sponswerking watersysteem
> Ambitie 2: Reactiveren veenlandschap
> Ambitie 3: Connecteren natuurkernen
> Ambitie 4: Ruimte voor wilde natuur
> Ambitie 5: Leesbaar maken ontginningsgeschiedenis
> Ambitie 6: Ontwikkelen van gebiedsgerichte bedrijfsmodellen
> Ambitie 7: Zoeken naar gebiedsgerichte koppelkansen tussen landbouw, bosbouw en natuurontwikkeling
> Ambitie 8: Sluiten van kringlopen
> Ambitie 9: De juiste teelt op de juiste plaats
1.3 De perimeter
Het ontwerp van een nationaal park eindigt vaak bij de fysieke grens van het gebied. Maar die grenzen worden over de hele wereld overschreden: door nomadische volkeren, wilde dieren, water dat het gebied in- en uitstroomt, door de effecten van economische ontwikkelingen rondom het gebied, door zure regen, en nu door klimaatverandering veroorzaakt door broeikasgassen in de lucht. Zelfs als van dat laatste geen sprake zou zijn, dan moet je bij het beheren van een nationaal park toch rekening houden met een grens die verdergaat dan de officiële omheining.6
Het Nationaal Park vertrekt van de grote landschappelijke eenheden die zich situeren in het grensgebied tussen België en Nederland: het Turnhouts Vennengebied, de Liereman, de bossen van Ravels, Hoge Vijvers en Postel, de natuur rond de Cartierheide, de Turnhoutsche heide, het Landgoed De Utrecht, het Goorven, de Landschotse Heide, de Rovertse Heide, de Regte Heide, vallei van het Merkske, enz. Dit vormt samen een indrukwekkende cluster aan natuurgebieden.
16 17 1 › BENADERING MASTERPLAN
Figuur: indicatieve visualisatie natuurkernen Nationaal Park
6 Citaat uit Denken in Systemen van Donella Meadows.
1.4 Relaties met andere actoren en plannen
Zoals reeds werd verkend in het boek 'Taxandria, Landschapsbiografie 2000-2024' spelen er reeds tal van zaken in dit gebied, zoals de juridische context, beleidsplannen, visies, lopende projecten, etc. Wat betreft natuur zijn Natuur en Bos, Natuurpunt, Staatsbosbeheer, Stichting Brabants Landschap actief in dit gebied. Met betrekking tot landbouw kan verwezen worden naar het werk van de Intendant. Wat ruimtelijk beleid aangaat, dient de link gelegd te worden met Structuurplannen en de verschillende beleidsplannen Ruimte die deze zullen vervangen. Qua visies werd reeds een BWMSTR scan uitgevoerd voor Arendonk. Dit pakket aan plannen vormt de onderlegger voor de visievorming van het Nationaal Park.
Het Nationaal Park gaat op zoek naar een strategische complementariteit zodat er een meerwaarde kan ontstaan voor de verschillende actoren in het gebied. Procesmatig vormt deze bundel met landschapsbiografie van geschiedenis en heden, het masterplan met de landschappelijke visie en de Unique Selling Proposition, en het operationele plan een voorzet, die als basis kan dienen voor een breed participatie-overleg. Dit brede overleg was in het kader van deze oefening niet mogelijk omwille van de korte doorlooptijd. We verwijzen hiervoor naar de acties die benoemd worden in het operationele plan.
18 19 1 › BENADERING MASTERPLAN
Beeld: turnhouts Vennengebied© Toerisme Provincie Antwerpen – © Mie De Backer
Landschappelijke visie
2.1 Klimaatrobuuste natuur
2.1.1 Ambitie 1: Herstellen sponswerking watersysteem
De sponswerking van het watersysteem wordt hersteld door een hiërarchische ordening in het watersysteem aan te brengen. De historische variatie aan subsystemen (regenwater, lokaal grondwater, regionaal grondwater, beekwater …) wordt hersteld zodat de basiscondities voor een duurzaam natuurherstel worden gecreëerd. Van hoog naar laag onderscheiden we vijf zones. Voor elke zone worden ruimtelijke randvoorwaarden opgesteld met betrekking tot het toekomstig landgebruik.
WATER VASTHOUDEN OP HET LAAGPLATEAU
Het laagplateau met vennen vormt van oudsher een geïsoleerd watersysteem dat als brongebied fungeert voor de stroomafwaartse laaglandbeken. Het veenachting plateau wordt vandaag sterk ontwaterd door een dicht grachtenstelsel. We wensen de sponswerking van het veenachtig plateau te herstellen als bron voor de beekdalen en de lagergelegen landbouwgebieden. Daartoe dienen beekbodems te worden verhogen, water vertraagd te worden afgevoerd door de aanleg van stuwtjes, de verruwing van beken, het dempen van lokale grachten, het herstellen van verdwenen vennen, het afkoppelen van ontwateringsgrachten, het omvormen van naaldbossen tot loofbossen en heidevelden, enz.
UITTREDEND GRONDWATER VASTHOUDEN AAN DE ZUIDRAND
VAN HET LAAGPLATEAU
Aan de zuid- en oostzijde van het laagplateau komen diepe grondwaterstromen aan de oppervlakte in de vorm van moeren. Deze veenmoerassen hebben groot waterbufferend vermogen. Een belangrijk deel van de veenmoerassen is gedraineerd en verdwenen in functie van landbouw en bosbouw. Het centrale deel van de Liereman is een restant van dergelijk moer. We stellen voor om de natuurlijke grondwaterpeilen opnieuw te herstellen en het desbetreffende landgebruik hierop af te stellen. Daartoe dienen de kwel- en infiltratiepatroon tussen historische moeren en infiltratiegebieden te worden gekarteerd7,8 de infiltratiecapaciteit van de infiltratiezones te worden verhoogd door omvormingsbeheer, ontwateringsgrachten in de moeren te worden gedempt9 …
7 In opdracht van de PAS-intendant loopt heden in zgn. maatwerkgebied een gebiedsdekkende ecohydrologische studie door INBO. De ecohydrologische studie zal een wetenschappelijke basis zijn voor de keuze van milieukundige herstelmaatregelen die de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen in habitatrichtlijngebied BE2100024 (Agentschap voor Natuur en Bos 2012) mogelijk maken.
8 Voor het Vlaamse deel van het park is een keur aan ecohydrologische studies beschikbaar, waarbij een beperkt aantal deelzones redelijk tot goed bestudeerd werden (vooral Liereman en Turnhouts Vennengebied). Voor de andere deelzones en dan vooral de ‘vennen en heiden van Ravels’ zijn er geen tot onvoldoende hydrologische gegevens beschikbaar.
9 zie ook: https://www.vlaanderen.be/publicaties/pas-gebiedsanalyse-in-het-kader-van-herstelmaatregelenvoor-be2100024-vennen-heiden-en-moerassen-rond-turnhout
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 22 23
Figuur: toekomstvisie watersysteem
AFSTROMEND OPPERVLAKTEWATER VASTHOUDEN IN MOERASACHTIGE
LAAGTES AAN DE NOORDRAND VAN HET LAAGPLATEAU
Aan de noordzijde van het laagplateau ontspringen de beekdalen die richting Nederland afwateren. Het oorsprongsgebied van de noordelijke beekdalen werd gevormd door oppervlakkige afstroming van water en lokaal grondwater dat zich verzamelt in moerasachtige laagtes, ofwel ‘rijten’. In de latere ontginningen werden nieuw gegraven afwateringssloten op de rijten aangesloten, waardoor ze minder als beekbegin herkenbaar werden. We stellen voor de hogergelegen afwateringssloten af te koppelen en de historische moerasachtige laagtes om te vormen tot waterbuffers voor de lagergelegen landbouwvelden. Daartoe dient het afstromend water t.h.v. voormalige rijten te worden opgestuwd.
IRRIGATIENETWERK MET PEILGESTUURDE DRAINAGE
IN LAGERGELEGEN LANDBOUWGEBIEDEN
In de lagergelegen landbouwgebieden ligt vandaag een dicht netwerken aan afwateringsgrachten. De landbouw heeft te kampen met ernstige droogteproblemen10
In het kader van Water-Land-Schap 1.0 en 2.0 nemen lokale gebiedscoalities al maatregelen om een leefbare en duurzame landbouw te laten samengaan met klimaatrobuuste landschappen en waterlopen11. In Noord-Brabant is er een gelijkaardige aanpak, maar dan in samenwerking met de waterschappen. We stellen voor om het afwateringsnetwerk te koppelen aan de hogergelegen waterbuffers zodat deze tevens als irrigatienetwerk kan dienen in langdurige periodes van droogtes. De waterbuffer wordt gevoed door het neerslagoverschot van het laagplateau. Het drainagesysteem in de akkers kan worden omgevormd tot een peilgestuurde en klimaatadaptieve drainage waardoor verdroging wordt tegengegaan.
BOVENLOPEN BEEKDALEN VERNATTEN
De bovenlopen van de beekdalen die ontspringen in de rijten en de moeren zijn op een aantal plaatsen ingesnoerd en ingebuisd. Zij vormen het ecologisch koppelstuk tussen de benedenstroomse beekdalen en de bron. We stellen voor om de bovenstroomse beekdalen open te leggen en te vernatten zodat de gradiënt van bovenstroom naar benedenstroom hersteld wordt. Een aanpak zoals met de Natte Natuurparels in Noord-Brabant is daarbij exemplarisch12. Het doel is om kwetsbare beeknatuur te behouden en te herstellen en ondervinden landbouwers minder wateroverlast bij veel neerslag.
ZOEKTOCHT ALTERNATIEVE WATERBRONNEN
Grondwater is zowat de enige waterbron in functie van landbouwgebruik of openbare drinkwaterwinning. Op een aantal waterlopen geldt een permanent captatieverbod en ten tijde van droogte wordt dit vaak uitgebreid naar alle onbevaarbare waterlopen. In functie van het vooropgestelde hydrologisch herstel dringt een zoektocht naar alternatieve waterbronnen zich op. De grootschalige opvang van hemelwater is een mogelijk zinvol alternatief, zeker indien dit kan gekoppeld worden aan grootschalige infrastructuur.
10 https://www.boerennatuur.be/peilgestuurde-drainage-en-subirrigatie/
11 https://www.vlm.be/nl/projecten/vlm-projecten/waterlandschap/Water-Land-Schap2.0/Paginas/default. aspx
12 https://www.brabant.nl/onderwerpen/water-en-bodem/voldoende-water/verdrogingsbestrijding
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 24 25
Beeld: Turnhouts Vennengebied © Diana Vriends voor Stripe Away (Outdoorblogger, reisagent & fotograaf)
2.1.2 Ambitie 2: Reactiveren veenlandschap
Het specifieke water- en bodemsysteem van het Nationaal Park Taxandria creëert milieucondities voor het herstel van een unieke veennatuur. Aan elk van de verschillende deelzones van het watersysteem kan een specifiek veenherstel worden gekoppeld.
VENNEN
Op het laagplateau wordt gestreefd naar het herstel van de diversiteit aan vensystemen (regenwatergevoede ven, grondwatergevoede ven, doorstroomven …). De bodemcondities voor het herstel zijn nog op veel plaatsen aanwezig. (Turnhoutse vennengebied, Ravelse bossen, Hoge Vijvers). Daartoe dient te worden ingezet op omvormingsbeheer van naaldbossen naar natte venige heide en vennen, …
HOOGVEEN
Aan de zuidelijke rand van het laagplateau wordt gestreefd naar het reactiveren van de veenkernen in de voormalige moeren (Liereman, Ronde Put, Moerse Put …). Het reactiveren van het hoogveen hangt nauw samen met het herstel van de infiltratiegebieden die via grondwaterstromingen de moeren voeden. Daartoe dient omvormingsbeheer te gebeuren in functie van het lokaal vasthouden van water op zowel de infiltratiegebieden als in de moeren. Los van de lange ontwikkelingstermijn en de abiotische beperkingen dient de milieukwaliteit te worden verhoogd door het oplossen van verstoring van de waterhuishouding, eutrofiëring en/of verzuring en het aanpakken van niet-afgestemd menselijk gebruik.
LAAGVEEN
De verschillende bovenlopen van de Kleine Nete, de Beerze, Reusel en het Merkske worden gevoed door zowel lokale als regionale grondwaterstromingen en hebben de natuurlijke condities voor het herstel van laagveen. Door een vernattting van de bovenlopen middels hermeandering en opstuwing kan veenherstel worden bereikt en worden de hogergelegen veenkernen verbonden met de lagergelegen beekvalleien.
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 26 27
Beeld: excursie in het Haverven, Turnhout
Figuur: veengebieden en vennen
2.1.3 Ambitie 3: Connecteren natuurkernen
Op een aantal specifieke locaties ontbreken ecologische verbindingszones tussen de natuurkernen door andere vormen van grondgebruik of transportinfrastructuur. Versnippering vormt, zeker in ruimtelijk verrommelde Vlaanderen, één van de belangrijkste oorzaken voor de achteruitgang van de natuurwaarden13. Ook Nederland wordt steeds meer volgebouwd, en open, onaangetast landschap wordt er steeds schaarser.
Dit uit zich in een daling van de oppervlakte natuur, en vooral een stijging van het aantal en de grootte van de barrières voor plant- en diersoorten tussen de natuurkernen. Het effect van een barrière is afhankelijk van soort tot soort. Zo kunnen delen van het landschap door verlichting (wegen, industrie, bewoning) al minder goed bruikbaar, zelfs onbereikbaar zijn voor vleermuizen. Verkeerswegen, het kanaal Dessel-Schoten en (lint)bebouwing zijn in dit gebied evenwel het meest problematisch.
De realisatie van functionele en robuuste ecologische verbindingen in het gebied is een belangrijke doelstelling in het kader van het realiseren van ecologische samenhang,
o.a. tussen:
> het Turnhouts Vennengebied en de Liereman via de kleiputten
> tussen Liereman en Hoge Vijvers
> de Ravelse Bossen en Hoge Vijvers
> de Hoge Vijvers en de Postelse Bossen via de Arendonkse kanaalzone14
> de moeren en de middenlopen van de beekdalen
> het Turnhouts Vennengebied en de vallei van het Merkske
> en nog meer concreet:
> de bossen van Postel en de overzijde van het kanaal via bv. een ecoduct langs de E34
> de natuurgebieden Grote Klotteraard en Zwartwater dwars over fietspad Bels lijntje en N119
> Barrières kunnen ook als laterale corridor functioneren. Zo vormt het kanaal DesselSchoten een belangrijke ecologische corridor voor ondermeer vleermuizen door het open water en de begeleidende bomenrijen. Het kanaal is in de negentiende eeuw aangelegd als een bevloeiingskanaal voor de arme zandgronden. Door de verhoogde ligging in het landschap zijn er op een aantal plaatsen langsheen het kanaal grondwatergevoede wetlands ontstaan die gevoed worden door kanaalkwel. Door in te zetten op deze dubbele functie (vleermuizen, grondwatergevoede wetlands) heeft het kanaal een groot potentieel om te kunnen functioneren als een robuuste ecologische corridor.
13 https://wegenenverkeer.be/sites/default/files/uploads/documenten/VAPEO_mei2020_def.pdf
14 Via de kanaalzone worden de verschillende Natura 2000-gebieden in het ‘Turnhouts Vennengebied’ verbonden met deze van de ‘Kleine Nete’. Zo worden de Hoge Vijvers, de Wampvallei met het Goorken en het natuurgebied de Rode Del langsheen het kanaal met het Reusels Moer en de Postelse Bossen verbonden.
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 28 29
Figuur: ontbrekende ecologische verbindingszones tussen de natuurkernen door andere vormen van grondgebruik of transportinfrastructuur
Voor het verbinden van bovenstaande kernen zijn verschillende oplossingsstrategieën voor het verbeteren van de ruimtelijke samenhang ruimtelijk mogelijk. Enerzijds kan een corridor met stapstenen (een snoer van nieuwe leefgebieden) tussen de natuurkernen gerealiseerd worden; de corridor en stapstenen worden hierbij functioneel ingericht voor doelsoorten die voor de betrokken natuurkern kenmerkend zijn.
ROBUUSTE SOORTEN
van een corridor met stapstenen tussen twee natuurkernen (boven) en een landschapszone tussen twee natuurkernen (onder).
Een andere mogelijkheid is een ‘landschapszone’ Dat is een relatief brede zone, met gemengd grondgebruik (landbouw/natuur/bos), die bestaat uit een aaneengesloten netwerk van kleine landschapselementen (zoals houtsingels, poelen en heggen). Binnen de landschapszone kunnen ook corridor(s) en/of stapstenen aanwezig zijn.
Grensregio’s zijn vaak natuurrijke regio’s. Ze liggen vaak ver van de machtscentra en het gevoerde beleid is vaak afwijkend over de grens heen. De rijksgrens in Taxandria vanaf Nieuwkerk in het noordwesten tot Witrijt in het zuidoosten is deze al een min of meer aaneengesloten landschapszone. Het is daarom evident, ook wat verbinden betreft, het potentieel van deze grenszone integraal en grensoverschrijdend te benaderen.
Het uitwerking van de corridors kan niet los van het omliggende landschap worden gezien. En vraagt derhalve een goede ecologische onderbouwing. Een veelgemaakte denkfout is dat er hier vanuit de verbindingszone zelf geredeneerd wordt in plaats vanuit deze verbindende functie van de verbindingszone. Er dient scherp gesteld voor welke (doel)soorten, die voor de te verbinden natuurkernen relevant zijn, de ecologische verbindingszone van belang is. De minimale dimensies voor een ecologische verbinding tussen de verschillende kernen hangt erg af van de verschillende ambassadeuren gidssoorten, actueel voorkomend in Taxandria, of die er van nature kunnen gaan voorkomen.
edelhert struweel, bos, heide, schrale vegetatie
landschapszone waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur; recreatie everzwijn niet gedefinieerd landschapszone versnippering door infrastructuur; recreatie wilde kat niet gedefinieerd
das bos, struweel, houtwal 100m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur; recreatie vos niet gedefinieerd
steenmarter niet gedefinieerd
boommarter bos, struweel, houtwal 100m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur; recreatie
lynx niet gedefinieerd
SPECIFIEKE SOORTEN
gladde slang droge heide, struweel en zoomvegetatie, zandgrond met klein water
500m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur; recreatie
adder natte heide met ven 500m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur; recreatie kamsalamander grasland met klein water, struweel en zoomvegetatie, zandgrond met klein water
70m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur
heikikker natte heide met ven 25m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur
poelkikker waterloop, greppel, droge ruigte, struweel
rugstreeppad Natte heide met ven, waterloop, greppel, droge ruigte, struweel
25m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur
25m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 30 31 SOORTNAAM MIN. CORRIDORVEREISTEN MIN. CORRIDOR BREEDTE AANDACHTSPUNTEN 15
15 Eventuele knelpunten op te lossen door passende faunavoorziening(en) en begeleidende ontsnipperingsmaatregelen
Figuur: Schematische voorstelling
boomkikker struweel en zoomvegetatie, zandgrond met klein water
25m waterweg steile randen; versnippering door infrastructuur
bruine eikenpage droge ruigte, struweel, grasland 25m versnippering door infrastructuur
veldparelmoervlinder grasland al dan niet met poel 25m versnippering door infrastructuur
kommavlinder droge heide 25m versnippering door infrastructuur
heivlinder droge heide niet gedefinieerd versnippering door infrastructuur
vleermuizen spec. kanalen en rivieren, verbindingselementen zoals bomenrijen, hagen en houtkanten en stapstenen zoals kleine bosjes
gevlekte witsnuitlibel
‘slechte verspreider planten’
landschapszone16 lichtverstoring, versnippering door infrastructuur
niet gedefinieerd niet gedefinieerd niet gedefinieerd
verschillende natuurstreefbeelden owv verschillende trofiegraden en vochttrappen
WATERGEBONDEN SOORTEN
100m niet gedefinieerd
otter waterloop, struweel, natte ruigte, moeras 50m
bever waterloop, struweel, natte ruigte, moeras 50m
versnippering door infrastructuur, recreatie
versnippering door infrastructuur, recreatie
grote modderkruiper waterloop 10-25m barrières in de waterloop
kleine modderkruiper
waterloop 25m barrières in de waterloop
Tabel: Ecoprofielen en corridorvereisten voor enkele ambassadeur en gidssoorten in Taxandria; veel van bovenstaande soorten zijn Brabantse ‘MJPOsoorten’ (vrij naar Alterra, 2001. Handboek Robuuste Verbindingen; ecologische randvoorwaarden)
Vastgesteld moet worden dat het denken rond en uitwerken van kwalitatieve robuuste verbindingen in Nederland al véél verder staat dan in Vlaanderen. Ook in de doorvertaling ervan naar het reguliere ontsnipperingsbeleid. Robuuste verbindingen binnen Taxandria moeten, gezien een aantal soorten met een groot ruimtebeslag, maken dat de natuurkernen als leefgebieden bijdragen tot duurzame netwerken op EU-regionaal niveau. De ambitie om daar, binnen Taxandria, grensoverschrijdend aan te beantwoorden is er alleszins.
16 https://natuurenbos.vlaanderen.be/sites/default/files/documenten/vleermuizen_-_sbp_als_bijlage_mb_
2.1.4 Ambitie 4: Ruimte voor wilde natuur
Door ruimte te geven aan de natuur en natuurlijke processen kunnen ecosystemen zich herstellen. Onderzoekers en overheden17 onderzoeken de voordelen van herstel en ontwikkeling van meer natuurlijke processen in onze landschappen voor biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Dit kan door terug ruimte te geven aan rivieren, ecologische verbindingen te herstellen of te verbeteren (zie 2.1.3), grote grazers en predatoren terug te brengen (en/of toe te laten dat ze van nature terugkeren), maar ook over na te denken over het terug toelaten van windwerking en zandverstuiving, predatie, kadavers van dode dieren, e.a.
In het masterplan werd eerder al gewezen op de grootschaligheid van het gebied en het ruimtelijk enigszins ongeschonden karakter. In combinatie met twee relatief nabij gelegen Nederlandse gebieden, die respectievelijk aansluiten op de Beverbeekse heide en de Haarterheide rond Hamont-Achel enerzijds en het hele grensoverschrijdende natuurcomplex bij de Gewestbossen van Ravels vormt het één aaneengesloten blok van ongeveer 40.000 ha. Het gebied werd eerder al ingeschat (Groot Bruinderink et al., 2000) als potentieel grensoverschrijdend leefgebied voor grote hoefdieren als edelhert en wild zwijn dat aansluit op het gebied van de Nederlandse Boswachterij de Kempen en de Cartierheide.
In deze context kan het uitwerken van een wildernisnatuurvisie18 voor Taxandria en het herstellen van natuurlijke processen in het nationaal park bijdragen aan meer zelfregulerende natuur, onafhankelijk van menselijk handelen. Zo leeft voor de domeinbossen van Ravels leeft het idee bij het Agentschap Natuur en Bos om die te laten verwilderen en daar het edelhert en de wissent te herintroduceren als natuurlijke landschapsarchitecten.
17 https://www.natuurinvest.be/process-oriented-nature-conservation-ponc 18 https://rewildingeurope.com/
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 32 33
Beeld: binnenkort hopelijk te spotten in Taxandria: edelhert en wisent in de natuurlijk beheerde bossen van Ravels.
def.pdf
2.2 Landschappelijke kwaliteiten
2.2.1 Ambitie 5: Leesbaar maken ontginningsgeschiedenis
De visie op erfgoed bouwt verder op deze historische elementen, zoals de historische (model)boerderijen, de abdij … De vraag kan zich stellen hoe wordt omgegaan met vervallen erfgoed zoals la Bonne Esperance, of met het herbestemmen van landbouwbedrijven.
Daarnaast wordt gekeken naar toekomstige elementen. Hoe zal dit ontginningslandschap evolueren, en wat zal nieuw erfgoed zijn? Denk aan nieuwe lagen zoals de transitie naar hernieuwbare energie, de transitie naar agro-ecologische landbouwvoering, andere vormen van landschapsbeheer, nieuwe vormen van toerisme, toegangspoorten en verblijven, nieuwe vormen van uitvaarten zoals natuurbegraafplaatsen …
Het veenachtige laagplateau is vanaf de negentiende in opeenvolgende fases ontgonnen. De laatste ruilverkaveling dateert uit jaren ’90 (Kijkverdriet). Wat opvalt is de centraal gestuurde aanpak en de grootschaligheid van de ontginningsstructuren. De opeenvolgende ontginningen hebben een nieuwe laag aan het landschap toegevoegd in de vorm van groots opgezette rastervormige kavelpatronen. Bij dat ontginningslandschap hoort zowel het gebouwd patrimonium, zoals de abdij van Postel, als de landschapsrelicten, zoals bijvoorbeeld de collateur.
We wensen de landschappelijke kwaliteiten van het ontginningslandschap te versterken. Op veel plaatsen is de ontginningsstructuur niet meer leesbaar in het landschap. Karakteristieke bomendreven en kleine landschapselementen zijn doorheen de tijd verdwenen. Door de aanplanting van nieuwe landschappelijke structuren kan de onderliggende laag met de ontginningsrasters opnieuw zichtbaar worden gemaakt en kunnen visueel storende elementen zoals bedrijfsloodsen en serres ruimtelijk beter worden ingepast in het landschap.
Op die manier kan de bezoeker een reis door de tijd beleven, maar kan de kwetsbare natuur ook worden ontzien in functie van recreatiedruk. De ontginningsrasters tonen de geschiedenis van het Nationaal Park en vertellen het verhaal van de ontginningsgeschiedenis waardoor het bijdraagt tot de beleving, identiteit en de ruimtelijke kwaliteit van het gebied.
Het beheer van deze nieuwe landschappelijke structuren kan worden opgenomen in het overkoepelend landschapsbeheermodel. Daarbij kan gedacht worden aan het vermarkten van de biomassa van bijvoorbeeld houtkanten in functie van lokale energieproductie.
Op basis van de gebiedsanalyse kunnen we vier types ontginningslandschappen onderscheiden:
MOZAÏEK EN
» Postelse bossen met de Abdij van Postel
» Landgoed De Utrecht
» Boswachterij De Kempen
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 34 35
Figuur: landschappen aan de abdij van Postel en de Utrecht
Figuur: types ontginningslandschappen gevisualiseerd op kaart
BOS ONTGINNINGEN
» Gewestbossen Ravels
» Hoge Vijvers
» Grote Cirkel
2.3 Duurzame landschapsbeheermodellen
‘Stel je een weiland voor dat voor iedereen toegankelijk is. Naar verwachting zal elke boer proberen zoveel mogelijk vee op deze meent te laten grazen. (…) Impliciet of expliciet, meer of minder bewust stelt hij zichzelf de vraag: ‘Wat heb ik eraan om nog een dier aan mijn kudde toe te voegen?’ (…) Aangezien hij alle opbrengsten krijgt van dit extra dier, is het nut bijna +1. (…) En omdat de effecten van overbegrazing door iedereen gedragen worden, (…) is het negatieve effect voor iedere afzonderlijke boer veel minder dan -1 (…) De rationele boer komt tot de conclusie dat hij zeker nog een dier aan zijn kudde moet toevoegen. En nog één; en nog één. (…) Tegelijkertijd komen álle boeren op deze meent tot dezelfde conclusie. Daarin schuilt de tragedie. Iedere boer zit gevangen in een systeem dat hem dwingt om zijn kudde steeds uit te breiden – maar de wereld waarin hij dat doet is begrensd. Zo koerst iedereen die zijn eigen belangen behartigt uiteindelijk af op de ondergang van de meent.’19
2.3.1 Context
LANDBOUW ONTGINNINGEN
» Rasterpatronen
» Turnhouts Vennengebied
In het verleden hebben verschillende ontginningsgolven het uniek fysisch systeem naar hun hand proberen te zetten. Dit heeft een aantal bijzondere landschappen en natuurwaarden opgeleverd. Daarnaast hebben sommige ontginningsgolven zware druk gezet op de fysische en biologische waarden. Zowel het water-, natuur-, als landbouwmodel stoot op haar systeemgrenzen om de eigen doelstellingen te realiseren. Bovendien hebben ze een negatieve impact op elkaar.
Het Nationaal Park heeft nood aan een gebiedsgericht traject dat natuur, landbouw en bosbouw dichter bij elkaar brengt en vanuit een geïntegreerde benadering van de drie partners vertrekt. Natuur, bosbouw en landbouw kennen immers al eeuwenlang een nauwe connectie. Het is de ambitie om binnen het Nationaal Park experimenteerruimte te realiseren voor de ontwikkeling van nieuwe duurzame landschapsbeheermodellen die inzetten op een geïntegreerde benadering.
WATERINGEN
» Colateur
» Postelse vaart
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 36 37
Figuur: bosontginningen in de bossen van Ravels en de Hoge Vijvers
tussen de Gewestbossen Ravels en Hoge Vijvers
Figuur: landbouwontginningen van het Kijkverdriet en in het Turnhouts Vennengebied
Beeld: de Collateur en Postels Vaartje
Figuur: connectie tussen natuur, bosbouw en landbouw kan op de juiste plekken leiden tot de ontwikkeling van nieuwe duurzame landschapsbeheermodellen die de drie actoren versterken.
19 Citaat uit 1968 van ecoloog Garett Hardin, uit Denken in Systemen van Donella Meadows.
Het is niet de doelstelling van het Nationaal Park om alle landbouw-, bos-, of natuurgebieden te transformeren. De landschapsbeheermodellen spitsen zich toe op de potentiële gebieden waar een overlap tussen de drie grote ruimteactoren mogelijk is. Dit zijn de gebieden waar de koppelkansen liggen. Er dient een gebiedsgericht proces te worden opgezet dat de potenties voor geïntegreerde landschapsbeheermodellen onderzoekt. De implementatie van de verschillende landschapsbeheermodellen kan worden gestuurd vanuit twee invalshoeken: een bedrijfseconomische en een systemische invalshoek.
2.3.2 Bedrijfseconomische invalshoek
De bedrijfseconomische invalshoek vertrekt vanuit het economisch functioneren van het huidige landbouwbedrijf om van daaruit alternatieve modellen te onderzoeken. Als gevolg van de vigerende wetgeving zal de stikstofuitstoot in de omgeving van de natuurkernen op termijn drastisch afnemen. Grote oppervlakte van percelen die momenteel in landbouwgebruik zijn zullen te maken krijgen met regimes van aangepaste bemesting. Om op deze percelen landbouwgebruik te behouden zal een transformatie nodig zijn van, conventionele landbouw naar een multifunctionele klimaatadaptieve landbouw.
Van der Ploeg20 beschrijft drie strategieën beschrijft drie strategieën die een landbouwbedrijf kan volgen om te evolueren naar een multifunctionele klimaatadaptieve landbouw. Daarbij wordt het landbouwbedrijf opgedeeld in drie domeinen: de productie, de rurale ruimte waarbinnen het bedrijf gelegen is en de organisatie of het inzetten van hulpbronnen. Voor elk van deze domeinen beschrijft hij verschillende ontwikkelingsmogelijkheden voor het landbouwbedrijf.
2.3.3 Ambitie 6: Ontwikkelen van gebiedsgerichte bedrijfsmodellen
Voor de conventionele landbouw zouden de mogelijkheden gericht zijn op specialisatie, schaalvergroting en uitbesteding21. Lang bestond de perceptie dat deze mogelijkheden de enige oplossingen waren voor een rendabele landbouw. In het Nationaal Park Taxandria botst de conventionele landbouw op haar grenzen. Daarom is het aangewezen om na te denken over strategieën van diversificatie. Van der Ploegs ontwikkelingsmogelijkheden van een multifunctionele landbouw zijn gericht op verdiepen, verbreden en reorganiseren
Verdiepen is het inzetten op producten die meer opbrengen omdat ze beter aansluiten op wat de maatschappij vraagt. Het gaat over organische producten, bioproducten, producten van goede kwaliteit of het creëren van een korte keten.
Verbreding richt zich op de relatie met de omgeving. De boer biedt naast de productie ook andere activiteiten aan zoals landschapszorg, natuurbeheer, agro-toerisme, zorgboederijen. Volgens ramingen oefent 20 à 25 procent van alle producenten in Vlaanderen minstens één andere activiteit uit. Vooral beheersovereenkomsten zijn in trek, gevolgd door hoeveverkoop.
Als laatste kan de landbouwer zichzelf reorganiseren. Zowel het overwegen van een inkomen buiten de boerderij als het zoeken naar kosten reducerende en dus efficiëntere productie zijn mogelijk.
2.3.4 Ambitie 7: Zoeken naar gebiedsgerichte koppelkansen tussen landbouw, bosbouw en natuurontwikkeling
Het Nationaal Park tracht om de noden en baten van natuur, bos- en landbouw op elkaar af te stemmen zodoende gebiedsgerichte verweving na te streven. Momenteel is het merendeel van de landbouwerbedrijven gefocust op een select aantal landbouwteelten of activiteiten. We wensen het actiegebied van de landbouwer, bosbouwer en natuurbeheerder uit te breiden en nieuwe markten op te zoeken die tevens voor een bron van inkomsten kunnen zorgen. Daarbij kan gedacht worden aan de productie van ruwe materialen voor de bouwnijverheid. Bij biobased bouwen wordt gebruik gemaakt van natuurlijk gegroeide materialen, zoals hout, hennep, vlas, plaggen, leem, riet, stro, klei, lisdodde en miscanthus. Deze materialen brengen minder milieubelasting met zich mee dan traditionele bouwmaterialen. Omdat het om gegroeide materialen gaat, wordt ook uitputting van grondstoffen tegengegaan.
2.3.5 Systemische invalshoek
De systemische invalshoek vertrekt vanuit een duurzaam herstel van het water- en bodemsysteem in functie van het hydrologisch herstel van de sponswerking van het veenlandschap. Grondwater is vandaag de enige waterbron voor de natuur, bos en landbouw de. Op een aantal waterlopen in geldt een permanent captatieverbod en ten tijde van droogte wordt dit vaak uitgebreid naar alle onbevaarbare waterlopen. Om het watersysteem duurzaam te herstellen en ontwikkelen een omschakeling nodig zijn naar alternatieve waterbronnen. Grootschalige opvang van hemelwater op het laagplateau, gekoppeld aan de opvang in waterbuffers langsheen de randen van het plateau kunnen hierbij een oplossing vormen. Deze alternatieve waterbronnen lijken in de eerste instantie geschikt te zijn voor landbouw. Op bepaalde plaatsen zal ook een omschakeling moeten gebeuren naar droogtetolerante teelten en natuurtypen.
voor de conventionele versus multifunctionele landbouw (Van Huylenbroeck et al., 2005)
20 Van Der Ploeg, J., Douwe, (1999). De virtuele boer.
21 Van Huylenbroeck, G. Van Hecke, E. & Meert, H. (2005). PODO II Project CP/18 Overlevingsstrategieën, voor een multifunctionele landbouw in een verstedelijkte omgeving. Brussel. Federaal Wetenschapsbeleid.
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 38 39
Figuur: de ontwikkelingsmogelijkheden
2.3.6 Ambitie 8: Sluiten van kringlopen
EXTERNE IMPORT VAN STOFFEN AFBOUWEN
Momenteel wordt op grote schaal externe elementen (soja en kunstmest) het gebied binnengebracht waardoor de balans tussen het landbouwbedrijf en haar omgeving drastisch wordt verstoord. Het lokaal verbouwen van deze elementen kan ervoor zorgen dat de cyclus zich sluit en er een nieuw evenwicht ontstaat. Andere mogelijkheden zijn het benutten van beheersresten van natuurgebieden, de nabegrazing van natuurgebieden, maaisel dat gebruikt kan worden voor potstal22. Hierbij kan gedacht worden de kweek van vlinderbloemigen gewassen zoals erwt, veldboon, luzerne en lupine. De vlinderbloemige planten kenmerken zich door de vorming van zogenaamde stikstofknolletjes aan de wortels. Hiermee kunnen ze stikstof uit de lucht binden en zo in hun eigen stikstofbehoefte voorzien
2.3.7 Ambitie 9: De juiste teelt op de juiste plaats
NATTE EN DROGE TEELTEN
Het is de visie van het Nationaal Park om bepaalde zones te vernatten in het kader van onder andere de Blue Deal en in overeenstemming met studies als De Droge Delta, Water+Land+Schap ...
Dat wil daarom niet per sé zeggen dat er in deze gebieden geen mogelijkheid is voor landbouw. Binnen deze nattere zones kan en zal landbouw een rol van betekenis spelen. Daarbij kan gedacht worden aan het introduceren van paludiculturen. Paludicultuur is een vorm van landbouwbedrijfsvoering op natte bodemtypes en wordt sinds een tiental jaren met succes in veengebieden in Noordoost Duitsland toegepast. Gewassen op basis van paludicultuur zijn ondermeer lisdodde, kroosvaren en veenmos. Lisdodde kan verwerkt worden tot isolatiemateriaal voor de bouwsector. Veenmos vormt een basismateriaal voor de productie van onder meer potgrond.
Het Nationaal Park zou een ideaal proefstation om het concept in Vlaanderen uit te testen en te optimaliseren. Het Nationaal Park kan hierbij de rol van innovator opnemen en ondersteunen bij het implementeren van deze nieuwe teelten.
PRODUCTIE VAN DIERLIJKE EIWITPRODUCTIE OMVORMEN
NAAR PLANTAARDIGE EIWITTEN
Op dit moment gaat veel van landbouwgrond naar de productie van voedergewassen gericht op de (pluim)veehouderijen. Met de eiwitshift in het achterhoofd gaan we uit van een natuurlijke omschakeling van voedergewassen naar consumptiegewassen. Het Nationaal Park ziet zijn rol hier als begeleider in het proces.
Beeld: biomassa productie met Lisdodde in Duitsland. Bron Institute of ClimateSmart Agriculture24
STIKSTOFRIJKE EN STIKSTOFARME TEELTEN
In het kader van de PAS doelstellingen zullen bepaalde stikstofrijke teelten op specifieke locaties niet altijd meer mogelijk zijn. Het Nationaal Park ondersteun de boeren in het vinden van nieuwe teeltmogelijkheden die voldoen aan het stikstofbeleid. De studie “Boeren op peil” geeft voor het gebied van Arendonk en Oud-Turnhout een reeks acties weer die ingezet kunnen worden.
24 https://www.thuenen.de/en/institutes/climate-smart-agriculture/projects/biomass-from-fen-paludiculture
2 › LANDSCHAPPELIJKE VISIE 40 41
Beeld: oogst van perceel sojabonen in België. Bron: VILT23
22 Van riet naar stro Louis Bolk Instituut 2006 23 https://vilt.be/nl/nieuws/arvesta-wil-evolueren-naar-1000-hectare-soja-in-belgie
Taxandria
50 51 3 › TOERISME EN RECREATIE
Beeld: Turnhouts Vennengebied © Diana Vriends voor Stripe Away (Outdoorblogger, reisagent & fotograaf)
de
venen
lage
3.2 De doelgroepen
Toerisme Provincie Antwerpen, regio Kempen stelt twee doelgroepen voorop: new generation parents (families met schoolgaande kinderen, in de breedste zin van het woord) enerzijds, empty nesters (medioren of senioren die geen inwonende kinderen meer hebben) anderzijds. Zij vormen samen met de specifieke doelgroepen, jonge volwassenen en internationale bezoekers uit Nederland en Duitsland, de basis voor de ontwikkeling van de toeristische plekken en activiteiten in De Lage Venen.
Deze doelgroepen bestrijken een wijde waaier aan bezoekers. Uiteraard is iedereen welkom. Maar voor de uitwerking van een onthaalplan en toeristische recreatie is het opportuun om deze groep te verscherpen en accenten te leggen zodat de bezoekers het karakter van het gebied mee bepalen en versterken.
Bij de new generation parents mikken we op gezinnen met iets oudere kinderen. Tieners hebben soms wat overtuiging nodig om op pad te gaan in de natuur. Maar het zijn ook durvers. In de robuuste bosnatuur van De Lage Venen bieden we hun avonturen die groots aanvoelen en smaken naar meer. Ze leren hoe het leven in die woeste gebieden tegelijk hard en hartelijk kan zijn, en dat inspanning loont. Bij elke geschaafde knie hoort een spannend verhaal en gelukkig kunnen ze na een dag buiten het stof, zand en zweet van zich afspoelen en genieten van de ongecompliceerde Kempense gastvrijheid.
Jonge volwassenen vinden in De Lage Venen een gebied waar ze sterk het gevoel hebben dat ze van de platgetreden paden kunnen lopen, in niemandsland zijn. Deze dichtbijvakantie garandeert een avontuurlijke natuurbeleving met alle zintuigen.
BEZOEKERS DIE MEERDERE DAGEN BLIJVEN
De Lage Venen zijn een aantrekkelijke bestemming voor een meerdaags verblijf. Vanuit de stad ben je meteen in het groen. Het is er veilig en comfortabel fietsen langs het kanaal, het Bels Lijntje en de fietswegen die de verschillende groene gebieden met elkaar verbinden. Het is er genieten van de Kempense gastvrijheid in steden zoals Turnhout, Arendonk of Postel. De Kempense gezelligheid vormt een fijne afwisseling met de ongerepte schoonheid van de landschappen die de Lieremanschilders zo treffend hebben weten vast te leggen. Bezoekers voelen zich verbonden met de natuur, met de Kempen en de gastvrije inwoners.
EEN DREMPELVRIJE BESTEMMING
Heel wat bestemmingen richten zich nog steeds op mensen zonder beperking. We draaien dat principe graag om: een bestemming die toegankelijk is voor mensen met een beperking, is toegankelijk voor iedereen. Want we hebben allemaal baat bij een gebruiksvriendelijke, veilige en comfortabele leefomgeving.
BEZOEKERS SPREIDEN OVER KWETSBARE WATERNATUUR, HEIDE EN ROBUUSTE BOSNATUUR
Het landschap van De Lage Venen heeft twee uiteenlopende gezichten: kwetsbare waternatuur en heide enerzijds, robuuste bosnatuur anderzijds. Uit respect voor de draagkracht van het gebied hebben we een spreiding volgens doelgroepen voor ogen.
We leggen de nadruk op natuurbeleving en natuurgericht toerisme. We trekken daarmee wandelaars aan die willen verdwalen in uitgestrekte, ruwe landschappen. Natuurliefhebbers die met geduld en vertrouwen op zoek gaan naar uitzonderlijke fauna en flora. We zetten in op bezoekers die zich laten meevoeren door wat de natuur te bieden heeft en niet terugdeinzen voor ongerepte paden, onvoorspelbaar water en vuile schoenen. Hen leiden we naar de kwetsbare waternatuur en de heidegebieden.
De actieve empty nesters komen ook naar De Lage Venen voor de kwetsbare waternatuur en de heide. Ze willen de benen strekken op ongerepte paden, op adem komen in uniek natuurschoon. Net als de Lieremanschilders en de gangmakers van dit nationaal park, (h)erkennen zij de waarde van deze bijzondere natuur. Ze werpen zich op als beschermers van de natuurpracht.
Het dichtbevolkte, sterk verstedelijkte Vlaanderen is niet gebouwd op maat van minderheden. De manier waarop onze openbare ruimte en historische gebouwen zijn ingericht maakt het moeilijk of zelfs onmogelijk voor mensen met een beperking om overal te komen. Mensen die nood hebben aan rust, veiligheid en stilte vinden die niet in hun drukke woonomgeving. Mensen die hunkeren naar zelfstandigheid, experiment en die hun grenzen willen verkennen, kunnen die behoeften niet altijd ten volle invullen in hun stedelijke context. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat contact met de natuur niet enkel goed is voor de fysieke gezondheid. Het is ook stressverlagend, zet aan tot sociaal contact en draagt bij aan de mentale gezondheid1
We streven daarom naar een drempelvrije bestemming met een inclusief aanbod. Deze ambitie overstijgt bovengenoemde doelgroepen. Het aanbod zal met een vanzelfsprekende aandacht voor inclusie worden ontwikkeld. Toegankelijk voor mensen met een beperking, zodat ook zij van de mooiste landschappen kunnen genieten. Ze vinden er rust na een zelfgekozen inspanning. Hoe lang en hoe ver ze gaan, bepalen ze zelf.
1 www.wur.nl/nl/dossiers/dossier/effect-van-natuur-op-gezondheid.htm
52 53 3 › TOERISME EN RECREATIE
3.3 Onthaalplan
De Lage Venen trekken bezoekers aan van dichtbij en veraf. Sommigen zoeken louter ontspanning, een korte beleving en faciliteiten (horeca, toilet en speeltuin), anderen willen zich laten meevoeren door uitzonderlijke natuur. Om bezoekers voldoende te spreiden en alle doelgroepen te bedienen, is er nood aan een onthaalplan waarin we zones en toegangen onderscheiden. Uiteindelijk zal er over deze verschillende zones ook gericht worden gecommuniceerd naar de doelgroepen.
De kern van de beleving is voor elke beleefzone anders en wordt bepaald door de aanwezige natuur, het erfgoed, de recreatiemogelijkheden, de padenstructuren, de draagkracht van de plek en de omgang met bewoners en ondernemers. Aan de rand van elke beleefzone bevinden zich toegangen of onthaallocaties.
We vertrekken daarbij zoveel mogelijk van de infrastructuur die al beschikbaar is en inventariseren de bestaande toegangen. We onderzoeken hoe ze een rol spelen in het streekverhaal en hoe ze de landschappelijke en visuele samenhang kunnen versterken.
Het huidige recreatief aanbod is versnipperd en komt voort uit individuele initiatieven met eigen bestaansreden en klemtonen. De bezoeker vindt geen samenhangend verhaal. Het gebied mist momenteel leesbaarheid en uitstraling. We willen een recreatief aanbod stimuleren dat past bij de eigenheid van het gebied en de vooropgestelde doelgroepen. We vertrekken van het streekverhaal, het DNA en de USP om de recreatieve ontsluiting en communicatie van De Lage Venen vorm te geven.
3.3.1 Begrippenkader en kaart BELEEFZONES
In deze zones kunnen bezoekers De Lage Venen beleven. De beleving in elke zone onderscheidt zich van de andere zones afhankelijk van de aanwezige natuur, het erfgoed, de recreatiemogelijkheden, de padenstructuren, de draagkracht van de plek en de omgang met bewoners en ondernemers. Beleving staat voor verschillende manieren van recreëren: wandelen, fietsen, cultuur opsnuiven, proeven van streekproducten, spelen, actief bewegen of rusten…
De bedoeling van de opdeling in beleefzones is om het aanbod divers en overzichtelijk te maken voor de bezoekers. Elke zone is op zich een bestemming voor minstens een halve dag. De Lage Venen en het streekverhaal verbinden alle zones en geven de gelegenheid om, op eigen tempo, de verschillende beleefzones te ontdekken.
Per zone wordt de beleving in kaart gebracht door de sterktes te beschrijven. Elke zone krijgt een tijdelijke naam, vaak verwant aan de huidige natuurkernen. Die naam kan evolueren tot een term die communicatief ingezet kan worden en samenvat welke soort beleving in de zone verwacht mag worden.
LANDSCHAPPELIJKE ZONES
Als we de beleefzones clusteren zijn er drie grote landschappelijke zones waarover we de bezoekers kunnen spreiden, afhankelijk van de doelgroep en de draagkracht van de natuur.
In het westen is er het grote vennengebied dat het brongebied is van de Mark, die via Merksplas en Hoogstraten naar Breda stroomt en de Noordermark die de belangrijkste zijrivier van Het Merkske is. Dit gebied noemen we de Markbronnen en het omvat de beleefzones Turnhouts Vennengebied en Het Merkske. Het is een gebied dat bestaat uit kwetsbare waternatuur en heide
Het noordoosten is gekenmerkt door robuuste bosnatuur en is de Landgoederenzone bos en landbouw komen er voor in grote eenheden. In de vele beleefzones lonkt het avontuur: Ravelse Bossen, Hoge Vijvers, Beleven, Zwartven, Roovertsche Heide, Regte Heide, Annanina’s Rust en bij uitbreiding De Utrecht.
In het zuidoosten vinden we een geheel aan beleefzones die samen de landschappelijke zone het Moerengebied vormen. De moerassen, heide, grasland en bossen zijn een mix van kwetsbare waternatuur en robuuste bosnatuur. De beleefzones zijn: De Liereman, Goorken, Rode Del, Reuselse Moeren, Postelse Bossen, Ronde Put, De Watering, Boswachterij Kempen en Cartierheide.
TOEGANGEN
Dit plan is een aanzet tot inventarisatie van toegangen aan de rand van de beleefzones. Het zijn plaatsen met voorzieningen waar bezoekers aankomen en hun verkenning van de beleefzone starten. We maken maximaal gebruik van de beschikbare infrastructuur; kijken per toegangslocatie na welke vervoersmodi ze bedienen en wat de voorwaarden zijn om ze een rol te doen spelen in het streekverhaal van De Lage Venen.
Het is niet de bedoeling om verkeersstromen op gang te brengen en te kanaliseren naar het hart van de beleefzones. We passen zoveel mogelijk het STOP-principe toe, maar niet alle toegangen zullen volledig volgens dit principe uitgewerkt kunnen worden. Het is de combinatie van toegangen die ervoor zorgt dat het STOP-principe gerespecteerd wordt: bereikbaar met de trein, goed geïntegreerd in het wandel- of fietsknooppuntennetwerk, eigen parking zodat bezoekers met eigen fiets of te voet verder op pad kunnen gaan … (zie hoofdstuk duurzame mobiliteit)
Bij Brabants Landschap heten de toegangen ‘natuurpoorten’. Vaak zijn ze gelinkt aan een horecazaak. In het Vlaamse deel van dit onthaalplan zijn horecazaken meestal niet gelinkt aan toegangen omwille van het soms minder standvastige karakter. Dit valt te evalueren. Het is zeker wenselijk om met de horeca-uitbaters in overleg te gaan zodat zij hun cliënteel wegwijs kunnen maken in de betreffende beleefzone, of het ruimere gebied. Ook hier helpt de opdeling in beleefzones. Een lokale ondernemer of bewoner zal zich makkelijker verbonden voelen met de eigen beleefzone dan met het hele gebied en kan zo een plaatselijke ambassadeursrol vervullen.
VERVOLG
Aan elke beleefzone hangt een vervolgtraject vast waarin onderzocht wordt welke beleving haalbaar is en waar de toegang georganiseerd kan worden (zie operationeel plan). Daaruit zal ook volgen welke ingrepen (informatie, educatie, rustplekken, toegankelijkheid) nodig zijn om bezoekers in een uniforme en herkenbare stijl te verwelkomen in De Lage Venen.
54 55 3 › TOERISME EN RECREATIE
LEGENDE ONTHAALPLAN
landgrens
recreatieve drager
kanalen
grootste wegen
3 LANDSCHAPPELIJKE ZONES
Moerengebied
Landgoederenzone
Markbronnen
MOGELIJKE TOEVOEGING
De Kolonies, De Utrecht
TOEGANGEN VLAANDEREN
1 Pastorij Sint-Michiel
2 Klein Engelandhoeve
3 Stadsboerderij Turnhout
wegen spoor verbindingen
4 Musea en tentoonstellingen - Stad Turnhout
5 Natuurpunt Museum
6 Boshuis Ravels
7 Burcht Hertog Jan
8 De Wouwershoeve
9 Talander Theehuisje
10 Bezoekerscentrum De Liereman
11 Priorij Corsendonk
12 Brug 4
13 Abdij van Postel
14 De Klapekster Markvallei
NATUURPOORTEN BRABANT
1 De Reuselhoeve
2 De Roovertsche Leij
3 De Spartelvijver
4 De Brandtoren
5 TerSpegelt
6 De Negende Zaeligheyt
In den Bockenreyder
E34/E19 A58 E34/E19 Turnhout Oud-Turnhout Eindhoven 14 2 1 6 7 10 8 9 12 13 3 4 5 11 DE KOLONIES HET MERKSKE TURNHOUTS VENNENGEBIED RAVELSE BOSSEN DE UTRECHT ZWARTVEN BELEVEN DE LIEREMAN GOORKEN RONDE PUT EN WATERING REUSELSE MOEREN HOGE VIJVERS RODE DEL POSTELSE BOSSEN BOSWACHTERIJ KEMPEN CARTIERHEIDE REGTE HEIDE ANNANINA’S RUST ROOVERTSCHE HEIDE NETERSELSCHE HEIDE LANDSCHOTSCHE HEIDE 2 3 4 5 6 1
3 › TOERISME EN RECREATIE
3.3.2 De beleefzones en hun toegangen
Om de ecologische waarde van het nationaal park te beschermen, moet de bezoekersdruk goed worden verdeeld over het hele gebied. Enerzijds kan dat door een onderscheid te maken tussen bosnatuur, waternatuur en heide. De bosnatuur is robuuster en kan meer bezoekers verdragen dan de kwetsbare waternatuur en heide.
Anderzijds komt de zonering er ook op basis van de eigenheid van verschillende gebieden. Elke zone krijgt aparte accenten en straalt een andere sfeer uit, maar allemaal hebben ze een gemene deler: de USP De Lage Venen en het streekverhaal van Taxandria. Door in te spelen op de specifieke kenmerken van de diverse doelgroepen, leiden we de bezoekers naar de zone die het meest aanleunt bij hun interesses en noden.
MARKBRONNEN: TURNHOUTS VENNENGEBIED - HET MERKSKE
Het Turnhouts Vennengebied is ook het brongebied van de Noordermark, één van de bovenlopen van Het Merkske. Via het Moer wandel je zo de natte natuurparel van Het Merkske binnen. Een beekdal zo ongerept als in de 19de eeuw. Met een kronkelende beek op de grens, bloemrijke graslanden en heel veel houtkantjes. De specifieke gebiedskwaliteit door de hydrologische bijzonderheid en hoge natuurwaarden maakt grote delen ervan ook kwetsbaar. Recreatie kan er de natuurwaarden schaden, daarom zijn de paden vaak singletracks (smalle wegen waar fietsers en wandelaars noodgedwongen achter elkaar moeten rijden of lopen).
WAT VINDEN BEZOEKERS HIER?
> Centraal ligt kwetsbare waternatuur met een centrale vennenzone. Rond de vennenzone liggen open weidevogelgebieden.
> Robuuste bosnatuur in het zuiden en het noorden omzoomt de vennenzone (met o.a. de Nieuwe Bossen en de Ravelse Bergen).
> Beeknatuur in Het Merkske: een bijzondere natuurbeleving ver van de drukte in een gebied dat amper veranderd is sinds de 19de eeuw.
WAT ZIJN DE TROEVEN?
> De uitgestrekte vennen
> Vogels kijken
> De uitkijktoren met een weids uitzicht
> Het Bels Lijntje doorsnijdt het gebied van noord naar zuid
> Het uitgestrekt gevoel, de open ruimte
> Bezoekerscentrum Klein Englandhoeve mét speelbos
> Historische garenblekerij Boones Blijk
Beeld: Vennengebied via Toerisme Provincie Antwerpen
Het Turnhouts Vennengebied is met zijn kenmerkende vennen, heide en graslanden een uniek en belangrijk heidegebied in Vlaanderen. Het strekt zich uit tussen Turnhout, Merksplas, Ravels en Baarle-Hertog. Samen met Landschap de Liereman, het militair domein van Weelde, de Regte Heide en Cartierheide is het Turnhouts Vennengebied een overblijfsel van wat ooit één uitgestrekt heidelandschap was.
In dit gebied is de hydrologische relatie te zien tussen kwel- en infiltratiegebied aan de ermee samenhangende vennenfauna en -flora. De centrale vennenzone ademt rust en ruwe schoonheid uit en spreekt vooral de natuurliefhebbers aan. Er komen verschillende zeldzame planten- en diersoorten voor die elders moeilijker te zien zijn. Je ontdekt er in de winter talrijke doortrekkende en overwinterende watervogels vanop de uitkijktoren tussen het Zwart Water en Hoogmoerheide. In het voorjaar vliegen de grutto’s en kieviten je er om de oren. Door de openheid en rust in het gebied voelen weidevogels zich hier thuis. In het Turnhouts Vennengebied leeft de tweede grootste populatie grutto’s in Vlaanderen.
De Klein Engelandhoeve is de ideale vertrekplaats voor wandelingen in het vennengebied. Je bent er zo aan het Zwart Water, de Grote en Kleine Klotteraard en het Zandven. Dit gebied is misschien wel het meest ongerepte, maar kwetsbare hart van De Lage Venen. Vanaf de uitkijktoren aan het Bels Lijntje en het kijkplatform aan het Zwart Water kijken bezoekers uit over de spiegelende vennen; beleven ze de ruwe en uitgestrekte natuur en dat allemaal op een boogscheut van Turnhout. De Stadsboerderij van Turnhout, ook een mogelijke toegang, ligt op wandelafstand van het station.
> De connectie met Het Moer en het grensvormende Merkske met laarzenwandelingen
> In de periferie van Het Merkske liggen de Kolonies van Wortel en Merksplas
WAT ZIJN DE DOELGROEPEN?
> Vogelaars en die-hard natuurliefhebbers
> Klein Engelandhoeve: natuurliefhebbers, wandelaars
> De stadsboerderij: wandelaars en fietsers, bezoekers die een compacte (natuur)beleving zoeken, bewoners van Turnhout, bezoekers die met de trein komen
58 59 3 › TOERISME EN RECREATIE
TOEGANGEN MARKBRONNEN
KLEIN ENGELANDHOEVE (TURNHOUT, B)
Bron: http://www.kleinengelandhoeve.be/
D bezoekerscentrum
D horeca met dichtbij een speelbos
D in het hart van het gebied
D voor wandelaars en fietsers
D gidsenwerking
D picknickpakketten en streekproducten
D bijzondere natuur, centrale vennenzone
BEREIKBAARHEID
» vlakbij knooppunt 3
» bushalte vlakbij
» 10-15 min van Turnhout en Baarle
» 10 plaatsen
DE STADBOERDERIJ (TURNHOUT, B)
Bron: www.stadsboerderijturnhout.be/
D dicht bij Turnhout
D voor wandelaars en fietsers
D ideaal voor een korte natuurbeleving
D park Heizijdse Velden met zelfoogsttuin, Kempense dieren en een themawandeling
D horeca Veldekenshof
Opmerking: In de tuin van het Clarissenklooster in Turnhout werd een nieuw WZC gebouwd. Beide liggen op een steenworp van de stadsboerderij en Veldekenshof. Er zijn geen opties noch potenties voor een poort in functie van natuurgerichte recreatie.
BEREIKBAARHEID
» 10 min van Turnhout
» via F15 en fietspaden
» bushalte op 13 min
» 20 plaatsen
STATION TURNHOUT (B)
Bron: toerismeturnhout.turnhout.be//
D erfgoed: Turnhout is de stad van begijnen, speelkaarten én de Hertogen van Brabant
BEREIKBAARHEID
» Bluebikes
» Aan F102 (naar Herentals) en de F15 (naar Antwerpen)
60 61 3 › TOERISME EN RECREATIE
PASTORIJ SINT-MICHIEL (WEELDE, B)
Bron: www.talander.be/projecten
! dubbele toegang: connectie met Ravelse Bossen
D horeca: theehuisje
D socio-culturele activiteiten van Talander
BEREIKBAARHEID
» op 10 min van knooppunten 42 en 52
» bushalte op 5-10 min
» om de hoek
TOEGANG UITBOUWEN
DE MOEREN (B)
D Westelijke toegangspoort
LANDGOEDERENZONE:
RAVELSE BOSSEN - HOGE VIJVERS - BELEVEN - ZWARTVENROOVERTSCHE HEIDE - REGTE HEIDE - ANNANINA’S RUST
Deze zone bestaat uit een aantrekkelijk geheel van uitgestrekte (productie)bossen, heideterreinen, vennen en grote eenheden landbouw. Andere delen hebben door de landgoederen een parkachtige uitstraling. Door het grootschalige karakter nodigt dit gebied vooral uit om te fietsen. Hier liggen de beekdalen van de Poppelse Leij, de Reusel en de Beerze.
In het noorden vormen de landgoederen Hoevens, Ooijevaarsnest en Halve Maan, samen met de Regte Heide, Roovertsche Heide en Annanina’s Rust een geliefd doel van zondagse uitstapjes voor veel inwoners van Tilburg. Landgoed De Utrecht geldt als doel van veel fietstochten en als plaats van wandeltochten, ook omwille van de vele horecagelegenheden.
De robuuste bosnatuur is eerder weinig kwetsbaar en een decor voor recreatie die elders in De Lage Venen minder evident is. Er zijn ruiter- en menroutes, een MTB-parcours, toegang voor mushers (sledehonden) en geocachers. Uiteraard zijn wandelaars en fietsers ook welkom.
De Ravelse Bossen zijn een ideaal gebied om de natuur actief te beleven. Tot het begin van de 20ste eeuw was dit gebied een heidegebied met stuifzanden en vennen. De Belgische staat kocht de gronden aan als grootschalig proefterrein voor bebossingstechnieken. Vandaag is het een prachtig natuurgebied met verschillende ’gezichten’. Maar niet alleen de natuur is hier bijzonder. Zo zijn er nog restanten te vinden van de middeleeuwse ontginning van het gebied en kun je verschillende grafheuvels uit de bronstijd ontdekken.
Een bezoek aan de Ravelse bossen is vandaag beslist geen “walk in the park”. Het gebied toont zich op zijn mooist aan wie bereid is langere afstanden te wandelen. Wie hier komt, ervaart een gebied in transitie. Waarbij zelfs de mogelijkheid van rewilding wordt bekeken. De stevige inspanning van de langere wandeling wordt in de toekomst misschien wel beloond met een ontmoeting met een edelhert of wisent. Avontuur gegarandeerd.
Op een steenworp van de Ravelse Bossen vind je de Hoge Vijvers. Vijvers zal je hier niet vinden, wel 500 hectare bos, graslanden en akkers. Deze verborgen parel is er voor avonturiers en durvers die buiten de platgetreden paden willen treden. Voor zij die willen ontsnappen aan hokjes en beperkingen, ver van andere mensen. Het gebied overschrijdt letterlijk grenzen, want het strekt zich uit over de rijksgrens tot in het Beleven (spreek
62 63 3 › TOERISME EN RECREATIE
Beeld: Gewestbos Ravels via Toerisme Provincie Antwerpen
uit: bele-ven) en het Zwartven. Wie hier langer wil blijven, vindt een bivakzone of kan paalkamperen. Er zijn zelfs plekken waar honden ongestoord kunnen rennen. De Hoge Vijvers, dat is het leven zoals het is, ontdaan van alle franje, in zijn ruwe Kempense eenvoud.
WAT VINDEN BEZOEKERS HIER?
> De beekdalen van de Poppelse Leij, de Reusel en de Beerze
> De landgoederen Hoevens, Ooijevaarsnest, Halve Maan, Gorp en Roovert.
> Robuuste bosnatuur, parkachtige landschappen, een dwaalgebied met een grote diversiteit aan actieve natuurbeleving. Maar ook een uitgestrekt ontginningsgebied met productienaaldbossen en landbouw.
WAT ZIJN DE TROEVEN?
> Grensoverschrijdend gebied, waarbij je de keuze hebt aan welke kant van de grens je recreëert
> Voor iedereen een aantrekkelijk landschap met hier en daar verborgen parels
> Parkachtige uitstraling
> Aantrekkelijke dorpen met o.a. Hilvarenbeek, Esbeek en Alphen
> De uitgestrektheid wanneer je wandelt van noord naar zuid (of andersom)
> Paalkamperen en bivakzone
> Intiem logeren
> Een niet-omheinde hondenlosloopzone
> Toekomstige rewilding: met o.a. edelhert en wisent
> Binnenkort: logeren in bunkers (op de Duitse basis)
WAT ZIJN DE DOELGROEPEN?
> Wandelaars (lange afstand)
> New generation parents
> Ruiters, menners en mushers (sledehonden)
> Durvers, avonturiers
> Rustzoekers, mensen die graag (ver)dwalen
> Toekomst: dierenliefhebbers: op safari voor de ‘Kempense Big Five’ (na rewilding)
TOEGANGEN LANDGOEDERENZONE
BOSHUIS RAVELS (RAVELS, B)
Bron: www.natuurpunt.be/bezoekerscentrum/boshuis-ravels
D zondagscafé
D natuurmuseum en ecologische tuin
D aanbod natuur- en milieueducatie voor scholen en groepen
D gidsenwerking
D plaats voor een speelse kennismaking met de natuur via het Grave Ravenpad
BEREIKBAARHEID
» aan knooppunten 55 en 57
» bushalte op 20 min
» 10 plaatsen
TALANDER THEEHUISJE EN DE WOUWERSHOEVE (ARENDONK, B)
Bron: www.talander.be/projecten
! dubbele toegang: connectie Ravelse Bossen - Hoge Vijvers
D horeca
D overnachten
D plukweide
D socio-culturele activiteiten
64 65 3 › TOERISME EN RECREATIE
D paalkamperen
D wandeling met een ezel
D wandel- en fietspaden dichtbij
D Talanderwandeling
D het Beleven over de grens is bereikbaar
BEREIKBAARHEID
» vlakbij knooppunt 22 en 56
» 10 plaatsen
BURCHT HERTOG JAN (OUD-TURNHOUT, B)
Bron: Overzet Burcht Hertog Jan © Gemeente Oud-Turnhout
! dubbele toegang: connectie met De Liereman
D horeca
D overzet over het kanaal Dessel-Schoten: dé fietsverbinding in De Lage Venen die veel zones verbindt
D verbinding tussen Ravelse Bossen en Landschap de Liereman
D toegang tot het Kijkverdriet
D de Wonderkamer (opgezette dieren)
D speeltuin
D het Grave Ravenpad is bereikbaar
D wandel- en fietspaden vlakbij
BEREIKBAARHEID
» 30 min van Turnhout Centrum en De Liereman
» fietspaden vlakbij
» bushalte op 25 min
PASTORIJ SINT-MICHIEL (WEELDE, B)
Bron: www.talander.be/projecten
! dubbele toegang: connectie met Turnhouts Vennengebied
D horeca: theehuisje
D socio-culturele activiteiten van Talander
BEREIKBAARHEID
» op 10 min van knooppunten 42 en 52
» bushalte op 5-10 min
» om de hoek
NATUURPOORT DE ROOVERTSCHE LEIJ (GOIRLE, NL)
Bron: natuurpoorten.nl/natuurpoort/de-roovertsche-leij/
D horeca
D aan de rand van landgoed Gorp & Roovert
66 67 3 › TOERISME EN RECREATIE
D van hieruit kan je ook perfect naar de landgoederen Hoevens, Ooijevaarsnest, Halve Maan en de Regte Heide
D avonturenbos en avonturenpad
D uitgebreid fiets- en wandelnetwerk
D ruiter- en mennetwerk
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» bushalte dichtbij
» grote parking
NATUURPOORT DE REUSELHOEVE (MOERGESTEL, NL)
Bron: natuurpoorten.nl/natuurpoort/de-reuselhoeve/
D horeca
D uitvalsbasis voor Oisterwijk, Hilvarenbeek en Moergestels Broek
D uitkijktoren
D klimparcours
D kanovaren op de Reusel
D uitgebreid fiets- en wandelnetwerk
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» bushalte op 30 min
» grote parking
IN DEN BOCKENREYDER (ESBEEK, NL)
Bron: www.indenbockenreyder.nl
D horeca Brabantse stijl
D toegang tot Roovertsche Heide en De Utrecht
D uitgebreid fiets- en wandelnetwerk
D ruiter- en mennetwerk
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» bushalte op 30 min
» grote parking
TOEGANGEN UITBOUWEN
‘T BOSWACHTERSHUISJE (RAVELS, B)
D horeca
D wandel- en fietspaden dichtbij
BRUG 6, KOFFIEHUIS EN B&B (ARENDONK, B)
D horeca
D wandel- en fietspaden dichtbij
PASTORIJ SINT-MICHIEL (WEELDE, B)
D horeca
D wandel- en fietspaden dichtbij
TOEGANGEN AFBOUWEN
PARKING LANGS DE GEWESTWEG
68 69 3 › TOERISME EN RECREATIE
MOERENGEBIED:
DE LIEREMAN - GOORKEN - RODE DEL - REUSELSE MOEREN - RONDE
PUT - DE WATERING - POSTELSE BOSSEN - BOSWACHTERIJ KEMPEN
Het Moerengebied is een zeer gevarieerd gebied dat zich over de rijksgrens heen uitstrekt en waar zowel zeer natte gebieden als zeer droge gebieden deel van uitmaken. Al fietsend kan je als bezoeker de samenhang tussen de verschillende veen- en heidegebieden ontdekken, om ze dan verder te voet te beleven. De natte gebieden bestaan uit de restanten van de ooit uitgestrekte moeren (venen en veenmoerassen). Het complex van Hoge Moer, Reuselse Moeren en Ronde Put vormde één van de laatste aaneengesloten hoogveengebieden in de Kempen tot het in de jaren ’60 en ’70 van vorige eeuw werd ontgonnen.
DE LIEREMAN
Beeld: De Liereman via Natuurpunt Bron: www.natuurpunt.be/afdelingen/bezoekerscentrum-de-liereman
Ook de Lieremanslenk is een restant van een ooit veel groter veenmoeras. Al is de Liereman meer dan open water en moerasbos. Je vindt er ook vennen, droge en natte heide, heischrale graslanden, kurkdroge landduinen én weidevogelgebied. Het feit dat het gebied één van de oudste beschermde landschappen in België is, hebben we te danken aan de inspanningen van de Lieremanschilders. Onder de indruk van de romantische schoonheid van de natuur, hebben zij geijverd voor het behoud ervan. De Liereman is dus de perfecte combinatie van natuur en cultuur, maar bovenal een staalkaart van de Kempense natuur. De Liereman kent massa’s verhalen. Het bezoekerscentrum is de evidente startplaats voor een wandeling en plaats om die verhalen zélf te ontdekken.
WAT VINDEN BEZOEKERS HIER?
> weinig voorkomende veennatuur
> heidegebieden en kurkdroge landduinen in De Liereman
> weidevogelgebied de Brakeleer
> vallei van de Aa
> Hagelkruis Pastoor Segers in de Korhaan
> het Bos van Bo
WAT ZIJN DE TROEVEN?
> een professioneel bezoekerscentrum met voor elk wat wils
> wieg van de Gageleer© en het pijpenstrootje (een meergranen biologisch knabbelstokje met noten)
> kijktoren met zicht over de vennen
> vogels spotten vanop het kijkplatform in De Liereman en de Brakeleer
> wandelparadijs met knuppelpaden over het veen
> ruiteren op de zandwegenstiltegebied
> archeologische site met bodemschuif
> de Lieremanschilders in het Hofke en schilderswandelingen in het gebied zélf
> lokaal kunstenaar Achilles Cools
> oude medicinale bloedzuigerkwekerij Dr. Smagghe (de mysterieuze Echekuil) met jachthuis Misonne
WAT ZIJN DE DOELGROEPEN?
> natuurliefhebbers en vogelaars
> wandelaars
> ruiters
> Empty Nesters: de combinatie van natuur en cultuur (vlakbij centrum Turnhout)
> New generation parents: het Bos van Bo
70 71 3 › TOERISME EN RECREATIE
TOEGANGEN MOERENGEBIED
BEZOEKERSCENTRUM DE LIEREMAN (OUD-TURNHOUT, B)
Bron: www.natuurpunt.be
D aan de rand van Landschap De Liereman
D aanbod natuur- en milieueducatie voor scholen en groepen
D gidsenwerking
D café en winkel
D dichtbij fietsknooppuntennetwerk
D speelbos: Bos van Bo
BEREIKBAARHEID
» 20 min van centrum Turnhout
» dichtbij knooppunten
» bushalte op 25 min
» grote parking
BURCHT HERTOG JAN (OUD-TURNHOUT, B)
Bron: overzet Burcht Hertog Jan © Gemeente Oud-Turnhout
! dubbele toegang: connectie met Ravelse Bossen
D horeca
D overzet over het kanaal Dessel-Schoten: dé fietsverbinding in De Lage Venen die veel zones verbindt
D verbinding tussen Ravelse Bossen en Landschap de Liereman
D toegang tot het Kijkverdriet
D de Wonderkamer (opgezette dieren)
D speeltuin
D het Grave Ravenpad is bereikbaar
D wandel- en fietspaden vlakbij
BEREIKBAARHEID
» 30 min van centrum Turnhout en De Liereman
» fietspaden dichtbij
» bushalte op 25 min
» grote parking
PRIORIJ CORSENDONK (OUD-TURNHOUT, B)
Bron: corsendonkhotels.com/location/priorij-corsendonk/
D erfgoedsite: 14e-eeuws klooster
D horeca: hotel en restaurant
D 3-daags Liereman arrangement
D theaterwandeling in de buurt
D natuurreservaat Tikkebroeken vlakbij
D gebiedsoverschrijdende verbinding met De Liereman over de E34
BEREIKBAARHEID
» Vlakbij knooppunten 64 en 20
72 73 3 › TOERISME EN RECREATIE
GOORKEN - RODE DEL - REUSELSE MOEREN
Beeld: De Hoge Vijvers
Bron: www.kempen.be/activiteit/natuurgebied-hoge-vijvers
Vanuit De Liereman sta je met de fiets zo in het Goorken, een onbekende diamant aan de Kempense kroon. Door opduikend kwelwater van het hoger gelegen kanaal vind je hier uitzonderlijke moerasnatuur. Het Goorken is samen met Rode Del en de Reuselse Moeren een belangrijke schakel in het nationaal park. Dit moerassig gebied bruist van het leven. Wandelaars komen hier voor een pure natuurbeleving en vinden er zowel laagveen, heide en rietlanden als open water, wilgen- en gagelstruiken. Verschillende bijzondere dieren vinden er een veilig nest, zoals het heideblauwtje, een de zeldzame en prachtige vlinder. Het is de ideale plek om van de rust te genieten en vogels te spotten, zoals de grote karekiet, de roerdomp of de mythische moerasvogel. Een dier dat je als bezoeker helemaal niet te zien gaat krijgen, is de grote modderkruiper: een mysterieuze vis die in de Wamp leeft.
Stroomopwaarts de Wamp liggen de Reuselse Moeren, een overblijfsel van een grotendeels afgegraven hoogveengebied aan weerszijden van de grens. In het gebied vind je een rondgaand wandelpad en vogelkijkhut. Op de hoge zandgronden ten oosten liggen relicten van de Peelse Heide met de Grote en Kleine Cirkel, de Kroonvense Heide en vooral veel naaldbossen. Deze naaldbossen sluiten aan op de uitgestrekte Postelse Bossen ten zuiden van de E34/A67. Dieren als de gladde slang vinden hun weg over de snelweg via het ecoduct Kempengrens. Als recreant kom je in het gebied via het landgoed en gelijknamige eco-recreaduct van de Pals.
WAT VINDEN BEZOEKERS HIER?
> kwetsbare, weinig voorkomende ‘veennatuur’ in Goorken en Reuselse Moeren
> heidegebieden, vennen en uitgestrekte naaldbossen in Peelse en Kroonvense Heide
> kleine heiderelicten in de Rode Del en de Hooyput
> robuuste bosnatuur in landgoed de Pals
WAT ZIJN DE TROEVEN?
> afwisselend gebied met vooral veel bossen
> ruiteren op de zandwegen
> Europese topnatuur met leefgebied van gladde slang
> weinig toegankelijke kwetsbare natte natuur (houden zo!)
> oude turfputten met bijzondere moerasvogelsoorten
> vogels spotten in 2 kijkhutten (Goorken en Reuselse Moeren)
> kijktorens
> eco-recreaduct de Pals over E34/A67
> natuurpoort De Brandtoren met ruim aanbod voor kinderen
WAT ZIJN DE DOELGROEPEN?
> natuurliefhebbers en vogelaars
> wandelaars en fietsers
> ruiters
> new generation parents (De Brandtoren)
Beeld: De Reuselse Moeren
Bron: www.visitreuseldemierden.nl/nl/locaties-overzicht/2104575486/natuurgebied-de-moeren
74 75 3 › TOERISME EN RECREATIE
TOEGANGEN MOERENGEBIED
BRUG 4, BRUGWACHTERSWONING (ARENDONK, B)
Bron: www.brug4.be/
D horeca (fietscafé)
D tentenweide
D brug over het kanaal Dessel-Schoten: dé fietsverbinding in De Lage Venen die veel zones verbindt
D grensoverschrijdende verbinding tussen Reuselse Moeren en Goorken
D vlakbij Ronde Put, De Watering en Rode Del
BEREIKBAARHEID
» dichtbij knooppunt 67 » beperkt
NATUURPOORT DE BRANDTOREN (REUSEL, NL)
Bron: natuurpoorten.nl/natuurpoort/de-brandtoren/
D horeca
D uitkijktoren met klimwand en tokkelbaan
D outdoorpark Reusel
D ijsboerderij vlakbij
D Keimennekesbos
D bijentuin met insectenmuur
D themafietsroute Zwarte Kaat
D toegang tot de Peelse en Kroonvense Heide voor wandelaars
BEREIKBAARHEID
» Aan fietsknooppunt 14
76 77 3 › TOERISME EN RECREATIE
POSTELSE BOSSEN - RONDE PUT - DE WATERING - BOSWACHTERIJ KEMPEN EN CARTIERHEIDE
Tegen de Nederlandse grens ligt het Postel: een uitgestrekt en bosrijk gebied met een imposante abdij die in de twaalfde eeuw opgericht werd. De norbertijnen ontginnen sinds die tijd de streek en dragen gastvrijheid hoog in het vaandel. Rond de abdij kunnen bezoekers proeven van abdijproducten in verschillende horecagelegenheden. Hier kan je kennismaken met de Kempense gastvrijheid, afgewisseld met stukjes waardevolle natuur. Rond de abdij vind je een lappendeken van vennen, plassen en kanalen afgewisseld met uitgestrekte naaldbossen en heide: de Postelse Bossen. Die Postelse Bossen bestaan uit vier deelgebieden: Koninklijke Schenking, Bladelse Heide, Luycksgestelse Heide en Kommiezenheide.
Beeld: Cartierheide
Bron: www.visitbrabant.com/nl/routeoverzicht/3256269962/top-natuur-wandeling-cartierheide
De natuur aan Postel loopt naadloos over in Boswachterij Kempen over de grens. Daar sluit je mooi aan op de topnatuur van de Cartierheide, een mozaïek van vochtige heidegebiedjes, berkenbroek en gagelstruweel.
WAT VINDEN BEZOEKERS HIER?
> de Postelse Bossen met Koninklijke Schenking, Bladelse Heide, Luycksgestelse Heide en Kommiezenheide
> de Ronde Put, de Watering en Den Diel
> Boswachterij Kempen met de Cartierheide
> een divers gebied met robuuste bosnatuur, heidegebieden en kwetsbare, weinig voorkomende ‘veennatuur’, hooilanden, vijvers en moeras
WAT ZIJN DE TROEVEN?
> de uitgestrektheid van Postel
> grafheuvels
> het merk Postel (bier, kaas, brood, speculaas, huidverzorging)
> de abdij met kruidentuin, abdijwinkel en de Sint-Niklaaskerk uit 1190
> het koninklijke verleden
> grensoverschrijdend met Nederland
> fietspaden- en wandelknooppuntennetwerk
> ruiterpaden
> Europese topnatuur met leefgebied van gladde slang
> topgebied voor zeldzame libellen, zoals de Kempische heidelibel en de bandheidelibel
> natuurontwikkeling en -beheer spelen hier een belangrijke rol
Beeld: De Ronde Put
Bron: ANB: www.natuurenbos.be/de-ronde-put-en-de-watering
Beeld: De Watering
Bron: www.natuurenbos.be/de-ronde-put-en-de-watering
Aan het kanaal Dessel-Schoten vind je de Ronde Put en de Watering met open water, rietland, moeras, heide, naaldbos, hooilanden en drijftillen. Het is een gebied met Europese topnatuur om als wandelaar tot rust te komen en te genieten van de natuur. Ga zeker ook eens kijken in de twee vogelkijkhutten. Verder naar het zuiden vind je Den Diel, gevormd door vijf plassen, waarvan één grote, ontstaan door sprietontginning rond de Tweede Wereldoorlog. De plassen worden omgeven door broekbossen, terwijl voor de rest in het gebied loof- en naaldbossen voorkomen. Dit gebied omvat het sluizencomplex van Sas 3 en de baileybrug over het Kempisch Kanaal. Via het kanaal Dessel-Schoten kan je met de fiets naar het bezoekerscentrum van de Liereman.
WAT ZIJN DE DOELGROEPEN?
> compacte natuurbeleving rond de abdij in combinatie met horeca
> lange afstandswandelen
> fietstoerisme langs het kanaal
> verblijfsrecreanten en kampeerders
> natuurliefhebbers die meerwaarde zoeken
UITDAGING VOOR DE TOEKOMST:
> aanbod bij de abdij van Postel kwalitatiever maken en meer differentiëren
78 79 3 › TOERISME EN RECREATIE
Beeld: Postelse Bossen via ANB Bron: www.natuurenbos.be/postelsebossen
TOEGANGEN MOERENGEBIED
DE ABDIJ VAN POSTEL (MOL, B)
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» grote parking
NATUURPOORT TERSPEGELT (EERSEL, NL)
Bron: www.abdijpostel.be/
D horeca
D erfgoedsite van de abdij met de oude beiaardtoren, de poortwachterswoning en de kruidentuin
D abdijwinkel met Postelkaas e.a. producten
D toegang tot de Postelse Bossen, Boswachterij Kempen met de Cartierheide, de Ronde Put, De Watering, Den Diel …
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» groot
» plaats voor mobilhomes
NATUURPOORT DE NEGENDE ZAELIGHEYT (BERGEIJK, NL)
Bron: natuurpoorten.nl/natuurpoort/terspegelt/
D horeca
D overnachten, camping
D toegang tot de Postelse Bossen en Boswachterij Kempen met de Cartierheide
D kabouterpad
D hondenlosloopwandeling
D mindervalidewandeling
D fiets-, wandel- en ruiternetwerk
BEREIKBAARHEID
» fietspaden dichtbij
» grote parking
Bron: natuurpoorten.nl
D horeca
D camping, vakantiehuisjes en B&B
D toegang tot de Postelse Bossen en Boswachterij Kempen met de Cartierheide
D fiets-, wandel- en ruiternetwerk
80 81 3 › TOERISME EN RECREATIE
MOGELIJKE UITBREIDING: DE KOLONIES VAN MERKSPLAS EN WORTEL
TOEGANGEN MARKBRONNEN
BEZOEKERSCENTRUM DE KLAPEKSTER (HOOGSTRATEN, B)
Beeld
Bron:
Bijzondere eend in de bijt in de context van De Lage Venen zijn de Kolonies van Merksplas en Wortel. De kolonies trekken met een eigen wervend verhaal vandaag de dag al grote aantallen bezoekers en hebben een goede toeristisch-recreatieve infrastructuur ontwikkeld. Hier maken bezoekers kennis met de kwetsbare mensen die hier hebben gewoond en gewerkt om de ruige heide vruchtbaar te maken. Dit verhaal raakt ook aan de kern van Taxandria, waar mensen eeuwenlang hebben gewerkt om het gebied ‘mensvriendelijk’ te maken. De kolonies kunnen getypeerd worden als echte ‘gebruiksnatuur’: er kan volop gerecreëerd worden.
In het hart van UNESCO werelderfgoed Wortel-Kolonie ligt het bezoekerscentrum ‘Vallei van Het Merkske’ - de Klapekster. Via de noordelijk gelegen vallei van Het Merkske wandel je zo het Turnhouts Vennengebied binnen. De wandelpaden leiden je naar het Moer en de Hoogmoerheide op de grens van Merksplas en Turnhout.
We onderzoeken of de Kolonies in de toekomst opgenomen kunnen worden in het Nationaal Park en als toegang kunnen dienen voor Het Merkske.
Bron: www.komoot.com/nl-nl/highlight/3709871
D natuurcafé met winkel
D gidsenwerking
D breed aanbod (tentoonstellingen, cursussen, werkgroepen…)
D toegang tot de Kolonies zélf, de vallei van het Merkske en het Markdal
BEREIKBAARHEID
» natuurreservaten op fietsafstand
» bushalte op 25 min
» grote parking
82 83 3 › TOERISME EN RECREATIE
Beeld 1 en 2: De Kolonies via Toerisme Provincie Antwerpen
3: Riviertje dat ontspringt in Merskplas
www.routeyou.com/nl-nl/route/view/9735642/recreatieve-fietsroute/bokkerijder-vanuit-meerle
MOGELIJKE UITBREIDING: LANDGOED DE UTRECHT
Landgoed De Utrecht is een waardevol en uniek cultuurhistorisch element in de regio. Het is een bijzondere uitdrukking van een sociaaleconomische ontwikkeling uit een periode vanaf de 19de eeuw toen de woeste heidegronden werden omgevormd tot productiegronden. In 1898 startte de Levensverzekeringmaatschappij “De Utrecht” een groot ontginningsproject als geldbelegging. Dit is uitgegroeid tot Landgoed “De Utrecht”. Het is een zeldzaam landgoed vanwege zijn de schaal van de ontginningswerkzaamheden en de grote omvang van het landgoed. Het landgoed ontleent zijn cultuurhistorische en sociaaleconomische waarde aan de samenhang tussen de historisch-ruimtelijke structuur van wegen, bospercelen, akkerbouwgronden en weilanden én de aanwezigheid van een parklandschap en onontgonnen natuurlandschap.
We onderzoeken of De Utrecht in de toekomst opgenomen kan worden in het Nationaal Park: het is een belangrijke schakel in de landschappelijke eenheid die zich in het noordoosten bevindt: De Landgoederenzone.
TOEGANGEN LANDGOEDERENZONE
NATUURPOORT DE SPARTELVIJVER (HOOGE MIERDE, NL)
Bron: natuurpoorten.nl/natuurpoort/de-spartelvijver/
D horecapaviljoen
D zwemvijver met strand en speelbos
D fiets-, wandel- en ruiternetwerk
D te combineren met uitkijktoren D’n Flaestoren, de Weeldse Heide, Zwartven en Beleven, maar ook naar de Ravelse Bossen en Hoge Vijvers
BEREIKBAARHEID
» natuurreservaten op fietsafstand
» bushalte op 20 min
84 85 3 › TOERISME EN RECREATIE
3.3.3 Belevende verbindingen
Om de landschapsbeleving in De Lage Venen te vergroten, zien we verschillende manieren van recreatieve verplaatsing binnen het gebied: fietsen, wandelen, paardrijden én een ontspannende tocht met de veerboot.
3.3.4 Duurzame mobiliteit
Hoe komen bezoekers naar De Lage Venen en hoe verplaatsen ze zich in het gebied? Daarbij gaan we vanzelfsprekend voor duurzame mobiliteit. Dit wil zeggen dat maximaal wordt ingezet op:
> transport met een laag energieverbruik
> transport zonder CO² uitstoot en zonder vervuiling
> gezond transport
> veilig transport
Daarom zullen we de verplaatsingen in De Lage Venen maximaal faciliteren en bevorderen via het STOP-principe: de prioriteit gaat eerst naar Stappen, dan Trappen (fiets), vervolgens Openbaar vervoer en dan pas naar Personenwagens.
VERBINDEND FIETSEN
We moedigen bezoekers aan om zich met de fiets te verplaatsen tussen de verschillende zones van De Lage Venen. Het gebied is uitgestrekt, elke zone is een bestemming voor minstens een halve dag. Sportievelingen kunnen grotere tochten maken langs de zones, het kanaal en het Bels Lijntje. Bezoekers kunnen routes uitstippelen via het fietsroutenetwerk en De Lage Venen zo ontdekken. Ze kunnen hier en daar afstappen aan een toegang om te pauzeren en een korte wandeling te maken. Om de druk op de natuur te beperken, zal het niet mogelijk zijn om door kwetsbare natuurgebieden te fietsen.
Er is een netwerk van mountainbikepaden. Die paden blijven behouden, maar worden niet verder uitgebreid. Hetzelfde geldt voor het bewegwijzerd ruiternetwerk met knooppunten.
WANDELEN IN NATUURPRACHT
In de natuurkernen trekken we de kaart van de wandelaar. Daarvoor doen we beroep op het wandelknooppuntennetwerk en wandelroutes. We bieden wandelroutes op maat: voor de natuurliefhebbers en rustzoekers zijn er in de kwetsbare waternatuur ongerepte, avontuurlijke paden en voor de durvers voorzien we in de robuuste bossen routes met spelprikkels voor new generation parents
Ook voor specifieke doelgroepen kunnen aangepaste routes uitgewerkt worden. Enkele voorbeelden: een familiewandeling voor kleine kinderen, een wandeling met voelkaart voor slechtzienden, een pad aangepast aan wombats voor rolstoelgebruikers.
BOOTJE VAREN
Aangezien het kanaal Dessel-Schoten een belangrijke verbindingsas is tussen de verschillende beleefzones van De Lage Venen, zou een bootshuttle vanaf Turnhout centrum tot Mol een meerwaarde zijn. Er kunnen tussenin verschillende aanmeerplaatsen gerealiseerd worden om wandelaars af te zetten in natuurgebieden. Via het station van Turnhout en Mol kunnen bezoekers zo te voet meerdaagse uitdagingen aangaan.
AUTOLOOS?
Het gebruik van de wagen om De Lage Venen te verkennen willen we zoveel mogelijk vermijden. Maar dit kan natuurlijk wel voor diegenen die van zone naar zone willen rijden omdat ze minder mobiel zijn.
De Lage Venen is toegankelijk via de trein vanaf 4 grote stedelijke stations Turnhout en Mol in België, Tilburg en Eindhoven in Nederland. Deze stations zijn in zekere zin al toegangen tot het nationaal park. Er komt een infopaneel met kaart en duiding m.b.t. de verschillende modi om de reis verder te zetten.
Vanaf daar zal het mogelijk zijn om verder te gaan via:
> het reguliere openbaar vervoer
- belangrijk is de grenstreinbus2 tussen Turnhout en Eindhoven
- bij de bushaltes kunnen deelfietsen gepositioneerd worden, zodat het mogelijk is om bijvoorbeeld vanaf de bushalte in het centrum van Retie tot aan de Abdij van Postel te geraken
- bij de bushaltes zijn infoborden aanwezig
> een specifieke bus-shuttle
- een te onderzoeken mogelijkheid is het voorzien van 2 shuttles voor De Lage Venen: enerzijds tussen Turnhout en Eindhoven, en anderzijds tussen Mol en Tilburg. Deze shuttles kruisen elkaar op een centraal opstappunt.
> vervoer op maat
- een ‘belbus’ van De Lage Venen
> de bootshuttle
- de bootshuttle op het kanaal Dessel-Schoten houdt halt op specifieke locaties die toegang geven tot de beleefzones van De Lage Venen
2 www.grenstreinbus.be/busverbinding.php?provincie=-2&id=13
86 87 3 › TOERISME EN RECREATIE
Beelden: Toerisme Provincie Antwerpen
> fietsen: met eigen fietsen of met deelfietsen van De Lage Venen
- de 2 kanalen: het kanaal Dessel-Schoten in het zuiden en het kanaal Tilburg-Eindhoven in het noorden
- het Bels Lijntje tussen Turnhout en Tilburg als noord-zuid-as
- het reguliere fietsroutenetwerk
- de Heideroute tussen Turnhout en Eindhoven (nieuw), deze route leidt langs de belangrijkste heidegebieden
- deelfietsen op de Hoge Veluwe
Transport met personenwagens wordt zoveel mogelijk ontmoedigd. Bijvoorbeeld door betalend parkeren in te voeren aan de verschillende toegangen aan een tarief dat net iets hoger is dan bij het gebruik van het openbaar vervoer.
Voor bezoekers die minder mobiel zijn, blijft de auto een noodzakelijk alternatief.
Aan bepaalde toegangen zullen hier specifieke parkeerplaatsen voor voorzien worden.
88 89
3 › TOERISME EN RECREATIE
Beelden: overzet Burcht Hertog Jan © Gemeente Oud-Turnhout
Figuur: duurzame mobiliteit grote schaal
3 › TOERISME EN RECREATIE
Figuur: duurzame mobiliteit zoom nationaal park
3.3.5 Onthaalinfrastructuur
Door de hoge ambities voor De Lage Venen worden extra bezoekers verwacht. De infrastructuur moeten hierop worden afgestemd. Om de draagkracht van de natuur niet te overstijgen, wordt het onthaal van bezoekers verspreid. De doelgroepen worden geleid naar de toegangen van beleefzones waar ze recreatieve ontsluiting en toeristische producten op hun maat vinden. De aanpak wordt later meegenomen in een gedetailleerd onthaalplan en in het communicatieplan.
TOEGANG = ONTHAALBAKEN + (FIETS)PARKING + INFOBORD
+ IN DE NABIJHEID EEN VERBLIJFPLAATS
De toegangen hebben in elke beleefzone een andere sfeer, afgestemd op de natuurlijke eigenschappen en rekening houdend met de doelgroepen en de opdeling robuuste bosnatuur – kwetsbare waternatuur en heide. Elke toegang wordt in de toekomst voorzien van dezelfde faciliteiten in een eenvormige uitvoering: een onthaalbaken, een (fiets)parking, een infobord en een verblijfplaats.
> Een groot onthaalbaken maakt de toegang duidelijk herkenbaar vanop de openbare weg. De onthaalbakens staan aan de inrit van de (fiets)parkings. Als de parking niet aan een hoofdweg ligt, komt er extra bewegwijzering aan de hoofdweg. De exacte inplanting van deze bakens wordt bepaald bij de realisatie. Er zijn kleinere onthaalbakens voor de fietstoegangen. De vorm kan heel uiteenlopend zijn van een totem tot een vlag.
> Elke toegang heeft ook een parkeergelegenheid voor de auto en/of fiets. Soms zijn er in de buurt meer faciliteiten bijvoorbeeld horeca of sanitair.
> Bij de (fiets)parkings staan infoborden die het verhaal van de beleefzone vertellen en is er praktische info te vinden, zoals een grondplan. Alle toegangen, faciliteiten, wandellussen (met hun aantal kilometer), belangrijke recreatieve informatie en bezienswaardigheden worden hierop aangeduid en er worden linken gelegd naar naburige zones van het nationaal park. Het volledige nationaal park wordt schematisch in kaart gebracht via een uitgezoomde uitsnit. Er wordt verwezen naar de partners van het gebied en eventuele websites voor meer info. Deze communicatie is meertalig en bereikt zo ook buitenlandse bezoekers.
> Op korte wandelafstand van de (fiets)parking is er meestal ook een verblijfplaats
Deze is geïntegreerd in het natuurgebied en ligt dus wat afgezonderd van de parking. De inrichting van de verblijfplaats houdt rekening met de specifieke doelgroep en de gerichte beleving in de zone. Op deze plaatsen kunnen gewenste voorzieningen worden ingepast, zoals een verzamelplaats voor groepen, picknickplekken, speelnatuur en thematische infopanelen. De verblijfplaatsen kunnen erg verschillen van elkaar afhankelijk van de noden op die plek.
- Vanuit de verblijfplaatsen vertrekken wandellussen die rekening houden met de actieradius van de doelgroepen.
- Op de verblijfplaatsen kan meestal gepicknickt worden. De picknickbanken worden voorzien van onderrijdbare delen indien er een toegankelijk pad naartoe leidt.
- Als de verblijfplaats gericht is op kinderen, biedt ze bijvoorbeeld educatieve spelen aan of zelfs speelnatuur, eventueel aan het water.
- Op de verblijfplaatsen vinden bezoekers uitgebreide informatie over de zone en over De Lage Venen. In het natuurgebied zelf wordt meer expliciete en gerichte informatie meegegeven, indien nodig op een specifieke plek.
92 93 3 › TOERISME EN RECREATIE
Figuur: Infobord van de Slapende Reus op de Kempense Heuvelrug in Kasterlee.
HUISSTIJL EN SIGNALISATIE ALS VERBINDEND ELEMENT
Bij de uitrol van het onthaalplan zal ook een herkenbare huisstijl worden ontwikkeld die de identiteit van het gebied in de verf zet en die kan worden ingezet in de brede waaier van communicatiemiddelen. Deze grafische, visuele stijl zal doorgetrokken worden in online en offline communicatie, maar ook op de signalisatie aanwezig in het gebied.
Dankzij heldere signalisatie rond en in De Lage Venen zullen bezoekers vlot hun weg vinden naar de juiste zone en toegang. Het is belangrijk om daarvoor een bij elkaar horende reeks van wegwijzers en infoborden uit te werken die bezoekers onthaalt, wegwijs maakt, markeert en informeert. Het ontwerp ervan legt materialen, afmetingen, kleuren, vormen, details en verhoudingen vast in een ruimtelijke huisstijl: een productfamilie.
Zowel de huisstijl als de signalisatie werken verbindend. De overkoepelende vormgeving kan de verschillende zones en toegangen van De Lage Venen samenbrengen als één geheel, één verhaal. Door telkens dezelfde signalisatie en huisstijl te gebruiken, zowel online als op het terrein, wordt een herkenbaar geheel gecreëerd voor bezoekers en de buurtbewoners.
PRODUCTFAMILIE - REFERENTIES
Deze referentiebeelden laten duidelijk zien wat een productfamilie is en hoe die een identiteit kan versterken. Een productfamilie is een geheel van onthaalbakens, wegwijzers, routepaaltjes, infoborden en banken voor één gebied.
Een voorbeeld hiervan zijn de Gentbrugse Meersen, een groenpool aan de rand van Gent die aan één kant wordt begrensd door de Schelde en aan de andere kant aansluit op woonwijken. De productfamilie van de Gentbrugse meersen heeft een overkoepelende vormgeving voor het volledige gebied, maar het materiaalgebruik verandert per zone. Voor alle infoborden kozen we een mix van hout en staal. Wegwijzers in recreatiegebied en in de zones dichter bij de woonwijken zijn van staal. In de natuur, meer in de kern van het gebied en aan de kant van de Schelde, heeft hout de boventoon. Infoborden aan toegangspoorten combineren de twee materialen.
De productfamilie voor de Gentse begraafplaatsen is ‘stenig’ en sereen, met beton, staal en gouden letters: een begraafplaats waardig. Terwijl de productfamilie voor Bosland duidelijk een speelse, familiale doelgroep heeft.
94 95 3 › TOERISME EN RECREATIE 55
Gentbrugse Meersen
Gentse begraafplaatsen
Bosland
ONTHAALPLAN Inspirerende gids
3.4 Unieke recreatieve ontsluiting
We streven naar een recreatief aanbod dat past bij de eigenheid van De Lage Venen en dat de doelgroepen op haar wenken bedient. Daarom vertrekken we van het streekverhaal om de recreatieve ontsluiting vorm te geven, en zijn de toeristische producten geënt op het DNA en de USP van het gebied.
Het landschap van De Lage Venen heeft uiteenlopende gezichten: kwetsbare waternatuur en heide enerzijds; robuuste bosnatuur anderzijds. Uit respect voor de natuurlijke waarde spreiden we de bezoekers en is de recreatie afgestemd op de draagkracht van het gebied. De recreatieve ontsluiting zal in de kwetsbare waternatuur en heide dus anders zijn dan in de robuuste bosnatuur.
We zien voor dit Nationaal Park bovendien veel kansen in een bezoekerscentrum over De Lage Venen. Dit bezoekerscentrum is een ideaal startpunt om de streek te verkennen en om het natuurgevoel aan te wakkeren. We spelen hier niet enkel in op natuurbeleving, wandelen, fietsen en andere buitenactiviteiten. Uiteraard worden de lokale musea betrokken in dit verhaal en worden in dit kader ook erfgoedroutes ontwikkeld.
3.4.1 Van vennen ….
De diversiteit en hoeveelheid vennen in De Lage Venen is uniek. Dorstige dieren en planten vinden er verkoeling en verfrissing, wij vinden bij deze waterplekken vooral rust, ontspanning en kleine avonturen. Vanop een uitkijktoren hebben bezoekers zicht op een uitgestrekt niemandsland. We brengen hen tot aan de rand van het water en dagen hen uit om de oversteek te maken. Maar water is onvoorspelbaar en zorgt soms voor natte voeten. Dus trek die laarzen aan!
96 97 3 › TOERISME EN RECREATIE
Waterspiegels in het landschap
Wandelen op, naast, over, in en door het water
Avontuurlijke oversteken
Een netwerk van vlonderpaden
Picknickvlot
Uitkijken over een niemandsland
VAN VENNEN...
3.4.2 … tot veen.
De Lage Venen is het grootste veengebied van Vlaanderen. De vennen blinken als spiegels in het landschap, maar het veen zit dieper onder de grond en is niet zo zichtbaar. Je voelt het vooral onder je voeten veren. Er gaat iets mysterieus uit van veengebieden. De ondergrond lijkt te leven. Door kleine ingrepen kunnen de bezoekers het veen niet alleen zien, maar ook voelen en horen.
3.4.3 Ongepolijste romantische schoonheid
Wie vandaag op pad gaat in De Lage Venen en in de voetsporen treedt van de Lieremanschilders, ervaart de ongepolijste, romantische schoonheid van de natuur. We helpen bezoekers kijken naar deze natuurpracht: naar de uitgestrekte, ruwe natuur, maar ook naar kenmerkende details. Wandelingen lopen langs schildersezels als infoborden die het landschap omkaderen. We moedigen hen aan om te vertragen, te observeren en creatief te zijn in en mét de natuur: door het landschap te schilderen, kleuren, texturen en materialen te zoeken in de natuur die zo typerend zijn voor de streek. Dit kunnen we realiseren via workshops, landart en thematische wandelroutes.
Een natuurlijke trampoline
... TOT VEEN
In de voetsporen van de Lieremanschilders
ONGEPOLIJSTE ROMANTISCHE SCHOONHEID
Zicht op de ondergrond
Bezoekers helpen kijken naar het landschap
Blotevoetenpad
Luisterplekken met ondergrondse verhalen
Workshops
Creatief in en met de natuur
Landart
98 99 3 › TOERISME EN RECREATIE
Bodemschuif
Hedendaags kunstenfestival
Tableau vivant als infobord
3.4.4 Robuuste bosnatuur
Een avontuur in De Lage Venen loopt langs onverwachte paden en ongerepte plekken. De robuuste bossen zijn de ideale setting voor kleine en grote avonturiers: een verdwaalwandeling, hoogteparcours en nature trail zorgen voor een dosis adrenaline. En voor de bezoekers die wild zijn van dieren is dit de plek bij uitstek om zeldzame soorten te spotten, geconcentreerd te luisteren naar hun geluiden of om te speuren naar hun sporen.
Wilde dieren opsporen en spotten
Verdwaalwandelingen
ROBUUSTE BOSNATUUR
Nature trails, zoektochten en avontuurlijke wandelingen
Hoogteparcours
3.4.5 Overnachten
Slapen met uitzicht op het water, een tent opzetten in het bos of bivakkeren en bij het ochtendgloren wilde dieren spotten: logeer in De Lage Venen en ervaar de natuur aan den lijve. Bezoekers gaan op in het uitgestrekte niemandsland en kunnen helemaal deconnecteren. Je leeft hier als vanzelf op een andere snelheid. Logeren of kamperen kan hier in alle rust en zonder het gebied te verstoren. Luxe betekent hier niet dat je alle comfort van thuis hebt, luxe ligt hier in de eenvoud en in de ruwe schoonheid van de natuur.
100 101
Meerdaagse tochten
Boshutten
Weidevogelkamperen
Vlotkamperen
Even weg van de bewoonde wereld
Paalkamperen
Bivakkeren
Natuurcamping overnachten
3.4.6 Kempengevoel
Al eeuwenlang werken de Kempenaren hier samen om dit woeste gebied te ontginnen en “mensvriendelijk” te maken. In De Lage Venen staan pionieren en samenhorigheid centraal. Dat weerspiegelt zich ook in het karakter van de Kempenaren en in het gevoel dat je krijgt als je hier op bezoek bent. Kempenaren zijn, net zoals de streek, robuust én romantisch (en misschien ook dat tikkeltje weerbarstig). Maak kennis met het Kempengevoel: het is een ongedwongen en warm gevoel. Je voelt je welkom in deze streek waar het goed leven en goed genieten is. Je bent aangekomen op een no-nonsense vakantiebestemming vol activiteiten, ontmoetingen en plekken om te ontdekken.
Brabants gevoel
kempengevoel
102
Getemd landschap
Robuust en romantisch
Fier op de streek
De Kempense keuken
'De glazen boterham'
Gezellig en ongedwongen
Ontmoetingen met inwoners, ondernemers en andere bezoekers
Met steun van
Deze landschapsbiografie is tot stand gekomen met de financiële steun van de Vlaamse Overheid, de gemeente Oud-Turnhout, de stad Turnhout, Natuurpunt en de Provincie Antwerpen in het kader van de kandidatuur tot erkenning als Nationaal Park Vlaanderen.
MASTERPLAN
2024 - 2030 - 2048 - 2100
Kaartmateriaal
CLUSTER landschap en stedenbouw
Grafische vormgeving
Bailleul Ontwerpbureau en Binnenwerk
Inbinden
Binnenwerk
Coverbeeld
Landschap De Liereman
© Wim Dirckx voor Natuurpunt
Disclaimer
De gebiedscoalitie heeft geprobeerd voor alle beelden in deze publicatie de rechthebbenden te achterhalen. Mocht u desondanks beelden tegenkomen, waarvan u rechthebbende bent en u heeft geen toestemming gegeven voor de publicatie, neem dan contact op via info@oud-turnhout.be
Woord van dank
We wensen de redactie te bedanken voor de diverse besprekingen en herlezingingen van deze lijvige uiteenzetting. Wij willen ieder die heeft bijgedragen aan de inhoud hartelijk danken voor hun inzet.
COLOFON
De studie voor het Nationaal Park Taxandria is opgebouwd uit 4 afzonderlijke boeken:
› Taxandria, Landschapsbiografie: geschiedenis (400.000.000 v.Chr.-2000 n.Chr.)
› Taxandria, Landschapsbiografie: heden (2000-2024)
› De Lage Venen, Masterplan (2024 - 2030 - 2048 - 2100)
› De Lage Venen, Operationeel Plan (2030)
De Lage Venen, Masterplan is opgebouwd uit vier pijlers. De eerste pijler focust op de omgang met bodem, water, ecologie en landschap. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van klimaatrobuuste natuurkernen in het Nationaal Park. De tweede pijler zoomt in op de ontginningsgeschiedenis en vormt de basis voor het versterken van de landschappelijke beeldkwaliteit. Het huidige landschap is als een palimpsest van opeenvolgende ontginningsstructuren: elk drukt zijn stempel op het landschap. De derde pijler formuleert een visie op een duurzaam beheermodel voor het onderliggende water- en bodemsysteem. Wat maakt deze streek uniek voor bezoekers en hoe kan een Unique Selling Proposition in de verf worden gezet? Dat komt aan bod in de vierde pijler, waarin een visie wordt geformuleerd over de toeristische positionering en recreatieve beleving.
Het masterplan voor het Nationaal Park De Lage Venen (voorheen Taxandria) is opgemaakt in het kader van de kandidatuur om Nationaal Park te worden (mei 2023).