11 minute read
DANTE ALIGHIERI
Dante en zijn muze Beatrice (midden) in Florence. Schilderij van Henry Holiday, 1883.
Advertisement
Viva Dante!
‘Gij die hier binnentreedt, laat alle hoop varen.’ Wie met Dante Alighieri (1265-1321) afdaalt in de hel, weet zich verzekerd van een bloedstollend griezelavontuur – maar wel eentje met een diepere boodschap! In 2021 is het precies 700 jaar geleden dat Italië’s grootste dichter overleed aan malaria. Nog steeds geldt Dante’s ‘Commedia’, een fi ctieve reis door het hiernamaals, als een van de topwerken in de wereldliteratuur en als de literaire basis van het Italiaans.
TEKST RONALD KUIPERS FOTO’S WWW.IMAGESELECT.EU
Reizen door het Italiaanse heuvelland is begin 14de eeuw niet iets voor bang uitgevallen types. Beren en wolven, genadeloze struikrovers, plunderende huurlingen... de gevaren zijn legio. Dante Alighieri, in 1301 op de terugweg van een diplomatieke missie naar Rome, is echter de kalmte zelf. Hij mag dan naam hebben gemaakt als dichter, hij is zeker geen softe dandy. Als vooraanstaand burger van Florence is hij getraind in de strijd te paard. Hij kan overweg met zwaard, lans en goedendag, weet hoe hij moet ‘hakken en rijten’ en is na meerdere veldslagen vertrouwd met de aanblik van uitpuilende darmen en afgehakte ledematen. Een tijdgenoot omschrijft hem als een robuuste persoonlijkheid: “Hij had een lang gelaat en een adelaarsneus, eerder grote dan kleine ogen, brede kaken en een onderlip die voor de bovenlip uitstak. Zijn gezicht had altijd een zwaarmoedige
Standbeeld van Dante op Piazza Santa Croce in Florence.
en peinzende uitdrukking.” Maar halverwege zijn reis bereikt Dante een bericht dat hem volledig uit het lood slaat. Zijn tegenstanders in Florence hebben een bloedige staatsgreep gepleegd! Dante – op dat moment een van de hoogste stadsbestuurders – wordt uit al zijn politieke ambten gezet en zijn huizen en overige bezittingen worden verbeurdverklaard. Hij mag Florence nooit meer bezoeken, zelfs niet voor zijn achtergebleven vrouw en kinderen, op straffe van publieke verbranding. Met als enige bezittingen de kleren die hij draagt en het paard waarop hij zit, begint hier Dante’s levenslange zwerftocht door Italië: “Als een pelgrim, en bijna als een bedelaar, heb ik tegen mijn wil de wond van het noodlot moeten dragen. Ik ben rondgeslingerd als een schip zonder zeil en roer, en voortgedreven naar allerlei havens, baaien en stranden door de schrale wind van de smartelijke armoede.” Florence is in Dante’s tijd een politiek wespennest, dat continu op het punt staat te ontploffen. Adellijke families hebben de stad volgebouwd met tientallen hoge torens, waarin ze zich verschansen bij een aanval of van waaruit ze hun rivalen beschieten met kruisbogen. In dit ‘woud van steen’ voelt Dante, als telg uit een oud Florentijns geslacht, zich geroepen om zich in te zetten voor de vrede.
Machtige vijanden Dante wordt namens het gilde van artsen en apothekers (waar ook veel kunstenaars zich bij aansluiten) bestuurder van de republiek Florence. Dat is niet zonder gevaar. Als hij enkele aristocratische onruststokers de stad uitzet, weet hij zich verzekerd van machtige vijanden. Het leven in Florence, met ruim 80.000 inwoners een van de grootste steden in Europa, is hard. Overtreders van de wet worden gefolterd, publiekelijk verbrand of levend begraven, waarbij alleen hun voeten nog boven de grond uitsteken. Maar Florence is ook de stad van schoonheid en elegantie. Dames gaan gekleed in luxe gewaden en dragen dure sieraden, kerken en paleizen zijn verfraaid met fresco’s en mozaïeken. Er is een rijk cultureel leven, waarin dichters de status van popidolen hebben. Omdat gedichten met de hand worden gekopieerd en dus duur zijn (de boekdrukkunst is nog niet uitgevonden), worden ze niet in stilte gelezen, maar publiekelijk opgevoerd. Professionele troubadours dragen sonnetten voor met veel gevoel voor drama en humor, canzoni worden gezongen en vaak ook begeleid door luit en trompet, en bij ballate treden zelfs zingende dansers op. In al deze dichtvormen is Dante een grootmeester. De voorstellingen waarin zijn gedichten vol mimiek en suspense worden voorgedragen (vaak door Dante zelf) of gezongen, zijn razend populair. Na afloop neuriën de mensen de melodieën, en velen leren de teksten uit hun hoofd.
'De boot van Dante', Eugène Delacroix, 1822.
TELKENS ALS DANTE ZIJN IDOOL BEATRICE ONTMOET, BEGINT HIJ TE STOTTEREN EN KRIJGT HIJ DE NEIGING FLAUW TE VALLEN
Dante is een superster, aanbeden door een groeiende schare zwijmelende groupies.
Op de vlucht Dante’s specialiteit is liefdespoëzie. Onuitputtelijke bron van inspiratie is de fraai geschapen bankiersdochter Beatrice Portinari. Elke keer als Dante haar ontmoet, begint hij te stotteren en krijgt hij de neiging flauw te vallen – vaak tot hilariteit van de omstanders. Dat de stoere Dante, die als politicus, geleerde of dichter durft op te treden voor volle zalen, zo van slag raakt door een knap snoetje! Als Beatrice plotseling overlijdt op 24-jarige leeftijd, is Dante kapot van verdriet. Wellicht als therapie hemelt hij Beatrice sindsdien op als symbool van de ultieme schoonheid en goedheid. Anders dan veel dichtende tijdgenoten doet Dante dat niet in het Latijn, de elitaire taal van geleerden en geestelijken. Hij schrijft zijn poëzie in de Italiaanse volkstaal, “de taal die wij ons eigen maken door imitatie van onze opvoeders”. Als trotse Florentijn staat die volkstaal voor hem gelijk aan het dialect van Florence, want de dialecten van andere steden vindt hij te grof of juist te verwijfd. Het taaltje dat ze in Rome spreken doet hij af als “naargeestig gewauwel”. En dan opeens... in 1301 op de terugweg van een diplomatieke missie naar de paus, ontvangt Dante het rampzalige bericht van zijn verbanning. Zijn vijanden ontzeggen hem levenslang de toegang tot Florence: de stad van zijn voorvaderen, de woonplaats van zijn gezin en zijn publiek, de bron van zijn taal. Het voelt als een amputatie. Dante is woedend en verbitterd; in de kracht van zijn leven is hij veroordeeld tot een zwervend bestaan als politiek vluchteling, berooid en ontworteld. Dante reist langs meerdere stadstaten die begin 14de eeuw het versnipperde politieke landschap van Italië vormen, waarbij hij met voordrachten en lezingen de kost probeert te verdienen. In Verona vindt Dante een welwillende beschermheer. Heerser Can Grande della Scala ziet wel de voordelen van zo’n beroemde balling. Dante’s dichtkunst kan glans geven aan het imago van Verona en diens diplomatieke vaardigheden komen ook goed van pas.
Zondaars aan het spit Met een bruut afgekapte carrière als dichter-politicus en verjaagd van huis en haard, balanceert Dante op
het randje van een middeleeuwse burn-out. Met de moed der wanhoop besluit hij alles op alles te zetten. Hij wil een klapper maken: een literair meesterwerk dat niet alleen het geld laat binnenstromen, maar waarmee hij ook zijn vijanden een draai om de oren geeft én de wereld een beetje beter maakt. Het centrale thema speelt al langer in zijn hoofd. In Florence had Dante vaak als duivels vermomde straatartiesten zien optreden, die onder luid gejoel zondaars aan het spit roosterden. En in het Baptisterium zag hij Florentijnen geobsedeerd naar het mozaïek van Satan staren, die aan de lopende band zondaars verslindt. Dát is wat mensen het meest bezighoudt: wat gebeurt er met mijn ziel na mijn dood? Dante besluit zijn publiek mee te nemen op een denkbeeldige reis door het hiernamaals, van de gruwelen in de hel tot de extase in het paradijs. Het werk moet een komedie worden, wat destijds betekende: een spannend verhaal met een ‘happy end’. En zo begint Dante in 1306 met zijn megagedicht ‘Commedia’. Om het publiek van begin tot eind te boeien, trekt Dante zijn literaire trukendoos ver open: van cliffhangers en dramatische effecten tot een virtuoze mix van raadsels, satire, humor en woede. Tijdens voorstellingen moet het publiek jammeren en lachen, als in een emotionele achtbaan. Poëzie in de 14de eeuw is theater – en Dante is de grootste entertainer. Hij begint zijn epos met de beroemd geworden dichtregels: ‘Op ’t midden van ons levenspad gekomen / trof ik mijzelf in ’n donker woud; ik had / de rechte weg geheel uit ’t oog verloren.’ Het kan ons allemaal overkomen: enkele verkeerde keuzes in je relatie of carrière en opeens bevind je je in een hachelijke situatie. Goede raad is dan meer dan welkom...
Laat alle hoop varen In het donkere woud, verdwaald en belaagd door wilde dieren, is Dante de wanhoop nabij. Als hij in de schaduw een figuur ziet, roept hij om hulp. Het blijkt Vergilius te zijn, een dichter uit de Romeinse oudheid die de komst van Christus zou hebben voorspeld. Vergilius is een wijs man, die weet dat de beste therapie voor dolende zielen bestaat uit zelfinzicht. Welke keuzes hebben welke gevolgen? Met Vergilius als gids en beschermer daalt Dante af naar de hel, de plek waar we de meest rampzalige gevolgen zien van verkeerde keuzes. Boven de hellepoort staat: ‘Ik ben de ingang tot de eeuwige smart, / Gij die hier binnentreedt, laat alle hoop varen.’ Dat belooft weinig goeds! En inderdaad... de ellende die Dante ziet is afgrijselijk: ‘Tussen zijn benen hingen ingewanden, / hart, lever, longen, en, het smerigst nog, / de zak die wat de strot passeert, tot stront maakt.’ Verraders, moordenaars, woekeraars en talloze andere verdoemden worden uiteengescheurd door hellehond Cerberus, gefolterd in brandende tombes of in pek gebraden door duivels. Velen van hen zijn duidelijk herkenbaar als de coupplegers die Dante hadden verbannen uit zijn geliefde Florence. Een door Dante gehate corrupte paus is levend begraven; zijn uit de rotsen stekende voeten worden geroosterd en zijn net zo rood als ooit zijn pauselijke
Ook in de street art is Dante vereeuwigd, hier in Ravenna.
slippers. Via een spectaculaire vlucht op de rug van een gevleugeld monster – in Dante’s pakkende beschrijving het 14de-eeuwse equivalent van een 3D-film – belanden Dante en Vergilius uiteindelijk op de bodem van de hel, waar Satan, vastgevroren in het ijs, continu zondaars verslindt en weer uitpoept. Langzaam begint de boodschap bij Dante te dagen: het begaan van zonden is een keuze. Zo beslissen wij zelf om steeds meer bezit te vergaren ten koste van de ander. De ene zonde lokt ook de andere uit. Hebzucht stimuleert verraad, verraad bevordert doodslag, enzovoort. Zo verliezen we het rechte pad uit het oog en creëren we onze eigen hel.
Episch reisverslag Voor de verdoemden in de hel is er geen redding, maar voor hen die op tijd berouw tonen is er hoop. Dat ontdekt Dante als hij samen met Vergilius de louteringsberg beklimt. Hier kunnen zielen, door nederig boete te doen, hun zondige neigingen als hoogmoed, jaloezie en hebzucht overwinnen. Zo worden van hen die met afgunst andermans bezittingen bekeken, de ogen dichtgenaaid. En zij die alleen gaven om aards bezit, zijn gedwongen voortdurend naar de grond te staren. Leuk is anders, maar na verloop van tijd (soms jaren, soms eeuwen) zijn ze gezuiverd en klaar om het paradijs te betreden, de woonstee van God en zijn engelen. Dante mag alvast een blik naar binnen werpen dankzij zijn jeugdidool Beatrice, die hier het stokje overneemt van Vergilius. Daar ervaart Dante wat niet met woorden te beschrijven is: de goddelijke liefde ‘die ook de zon beweegt en de andere sterren’. Zelfs hij, de grote dichter, staat nu met de mond vol tanden: ‘Verheven verbeeldingskracht was hier onmachtig.’ Volgens Dante’s eerste biograaf Giovanni Boccaccio gaat dit happy Dante's paradijs: het empyreum. Ingekleurde gravure van Gustave Doré.
end van de ‘Commedia’ (later door Boccaccio aangevuld met ‘Divina’: ‘de Goddelijke’) nog bijna voor eeuwig verloren. Vlak na afronding van de laatste verzen verzoekt de heerser van Ravenna, op dat moment Dante’s beschermheer, hem als diplomaat af te reizen naar Venetië om een oorlog te voorkomen. Omdat zijn laatste verzen nog niet zijn gekopieerd, verstopt Dante ze op een veilige plek. De Venetiaanse missie slaagt, maar op de terugweg door de moerassige lagune van Comacchio loopt Dante malaria op, met fatale afloop. Naast het verdriet om de dood van de pas 56-jarige maestro, is er paniek: niemand weet waar Dante zijn laatste verzen heeft verstopt. Acht maanden later krijgt Jacopo, een van Dante’s zonen, een droom waarin zijn vader hem wijst op een uitsparing in de muur van zijn werkkamer. De volgende ochtend wordt daar inderdaad een bundeltje manuscripten gevonden: de laatste verzen! Al tijdens Dante’s leven wordt de ‘Commedia’ gezien als een meesterwerk: het epische reisverslag van een pelgrim, die ervaart in welke helse wereld hij leeft en al worstelend tot zelfinzicht en loutering probeert te komen. Met als gevolg wellicht, wie weet, een iets betere, mooiere wereld op aarde, als een bescheiden afspiegeling van Gods paradijs. •
Dante in de schijnwerpers
Ter herdenking van het feit dat Dante 700 jaar geleden is overleden, staan in 2021 meerdere Dante-evenementen op stapel (onder coronavoorbehoud). Ravenna, de stad waar zich het graf van Dante bevindt, heeft hiervoor een speciale website in het leven geroepen: vivadante.it. In Forlì, waar Dante enige tijd heeft gewoond, wordt een grote tentoonstelling voorbereid in de Musei di San Domenico: ‘Dante. La visione dell’arte’ (van 12 maart tot 4 juli). Het Uffizimuseum in Florence heeft toegezegd kostbare kunstwerken te zullen leveren in bruikleen.