8 minute read
Une belle histoire
Waar zouden we zijn zonder de liefde? Leven in Frankrijk stelt je voor aan de meest iconische Franse liefdeskoppels door de jaren heen. Deze keer: filosoof Bernard-Henri Lévy en actrice Arielle Dombasle.
&Bernard-Henri Lévy Arielle Dombasle
Advertisement
Het ongekroonde koningspaar van Frankrijk
De intellectueel en de schone dame: weinig Franse koppels spreken zo tot de verbeelding als filosoof Bernard-Henri Lévy (72) en actrice Arielle Dombasle (68). “Het liefdesleven is geen lange, rustige rivier, af en toe ga je door de hel.”
TEKST CHANTAL VAN WEES FOTO’S IMAGESELECT
Een goed doordachte marketingshow, sneren sceptici, een liefde als uit een roman, roepen bewonderaars. Ergens daartussenin leeft het duo, onafscheidelijk maar altijd midden in de publiciteit: de ongekroonde koning en koningin van Frankrijk, in ieder geval van de roddelpers. Maar ook een zoete liefdesstrijd die al meer dan veertig jaar fascineert. Jacques Brel zong ooit: “Rustig en tevreden leven is voor de liefde een gevaar.” Bernard-Henri Lévy - bij Fransen beter bekend onder zijn initialen B.H.L. - en Arielle Dombasle lijken het ter harte te hebben genomen, want vanaf dag één is hun liefdesleven vol vuurwerk en intriges. Zij, aanstormende Franse actrice en zangeres die opgroeide in Amerika, Mexico en op Château de Chaintré, het kasteel van haar familie in de Bourgogne, ziet Lévy, koploper van een nieuwe roedel Franse denkers en telg uit een puissant rijke Algerijns-Joodse familie, voor het eerst in 1977. Ze ziet zijn foto op de omslag van zijn eerste essay ‘La barbarie à visage humain’. Ze is op slag verliefd. “Kijkend naar zijn gezicht als van een gekwelde Christus, zei ik tegen mezelf: ik ben de enige die hem kan redden!” zal ze er later over zeggen. Dus gaat ze naar zijn signeersessie, gehuld in een nauwsluitende witte spijkerbroek die haar wespentaille extra goed laat uitkomen. Als ze aan de beurt is, kijkt ze Lévy diep in zijn donkere ogen, vertelt dat ze in het toneelstuk ‘Catherine de Heilbronn’ op de bühne staat, nodigt hem uit te komen kijken en vraagt of hij zijn boek voor haar wil signeren. Dat doet hij. Hij schrijft: ‘Aan Arielle Dombasle, en attendant (wachtend).’ De vlam was duidelijk overgeslagen.
Libertijn
“Ik werd gek van angst”, zegt hij over hun eerste ontmoeting. “Ik zei tegen mezelf: dit is onmogelijk. Ze ziet er te bizar uit, te mooi, te dit, te dat. Het was te gevaarlijk, te gecompliceerd. Ik was als door de bliksem getroffen door haar schoonheid, haar blik, haar stem, haar ‘anders zijn’, maar ik wilde
En daar was opeens een vrouw die zijn hele levensvisie omver kon werpen. Veel te gevaarlijk dus. En: allebei bezet
Lévy giet zijn ideeën ook in beeld: hier poseert hij samen met de IraaksKoerdische filmcrew van ‘Peshmerga’, een film die hij regisseerde, op het Filmfestival van Cannes (2016). helemaal geen blikseminslag: ik was libertijn!” Sinds de 18de eeuw staat ‘de libertijn’ in Frankrijk voor een archetype van vrijheid. Een libertijn is de ultieme vrije denker, niet belemmerd door de conventionele moraal, een atheïst én een donjuan. “Ging hij naar een etentje, dan kreeg hij het diezelfde week nog voor elkaar met de gastvrouw te slapen”, vertelt een oude vriend over Lévy. “Hij kon de avond beginnen bij de ene dame, gaan vrijen met een tweede en om vijf uur ’s ochtends bij de derde in bed eindigen.” Lévy geeft later toe dat hij ontzettend veel soorten vrouwen aantrekkelijk vond. “En omdat ik maar vier uur slaap per nacht nodig heb, kan ik net iets meer leven dan de meeste mensen.” En daar was opeens een vrouw die zijn hele levensvisie omver zou kunnen werpen. Veel te gevaarlijk dus. Bovendien, klein detail maar niet geheel onbeduidend: ze waren allebei bezet. Lévy probeert haar daarom te vergeten en kiest ervoor verder te gaan met zijn libertijnse bestaan.
Privédetective
Dan loopt hij haar twee jaar later in Milaan weer tegen het frêle lijf. Ze brengen de middag samen door. En de avond. En de nacht. Als hij haar die ochtend naar haar eigen hotel terugbrengt, wordt hij naar eigen zeggen ‘gek van geluk’, maar besluit toch dat het beter is dat ze elkaar niet meer zien. “Er was geen plaats voor haar. Niet alleen omdat ik libertijn was, maar ook omdat ik net vader was geworden van mijn zoon Antonin. Ik voelde dat als ik haar zou blijven zien, het niet iets kleins zou zijn, zoals met de anderen in donkere steegjes en trapportalen. Ik dacht dag en nacht aan haar.” Dan doet hij iets wat alleen maar als dramatisch bestempeld kan worden: hij neemt een privédetective in de arm om haar te schaduwen. “Ik vroeg hem uit te zoeken wat ze deed, waar ze vandaan kwam, met wie ze omging: alles.” De detective vertelt hem dat ze is geboren in Connecticut, in een voorname Franse familie die in Mexico woonde. Dat haar moeder overleed toen ze nog maar elf was. Dat ze gedeeltelijk opgroeide bij haar adellijke grootouders, die zijdefabrieken bezaten in Lyon. En dat zij zich na die nacht in Milaan had opgesloten in haar kamer en weigerde te eten. Uiteindelijk, na een maand, belt hij Arielle en vraagt of ze met hem meegaat naar Florence. Zij verlaat haar man en sindsdien zijn ze een stel. “Zij voelde voor mij als precies de vrouw op wie ik altijd gewacht had, precies goed voor mij. Ik begreep dat als ik me aan haar zou binden, ik haar nooit zou verlaten. Dat zij alle anderen overbodig maakte, dat zij alle mogelijke ruimte voor passie en gevoelens zou innemen. En dat vond ik eng. Want ik geloofde niet in liefde, dacht dat die niet
bestond en als dat wel zo was, dat die dan een illusie was. En ik wilde mijn leven niet baseren op een illusie”, aldus Lévy.
Tour de force
Toch beëindigt hij al zijn andere relaties, vertelt zijn minnaressen dat hij verliefd is geworden op een exceptionele vrouw. Maar tegen zijn eigen vrouw zegt hij niets, de verhouding blijft geheim. Wel zeven jaar lang. “Liftjongens en obers waren onze enige vrienden”, vertelt het stel graag. Waarom Dombasle zeven jaar lang accepteerde zijn geheime minnares te blijven, verklaart ze als volgt: “In mijn jeugd waren er twee soorten vrouwen: degenen die als poëzie waren, dromerig, zonder strategie, altijd vrolijk, heerlijk en mooi - en dan doodgingen. Dat was mijn moeder. De anderen waren het compleet tegenovergestelde: verleidelijk, zeer beleefd, gecultiveerd, intelligent, theatraal maar ook duister en dominant. Dat was mijn stiefmoeder. Ik vertelde mezelf dat ik niet degene wilde zijn die sterft, ik wilde die ander zijn. Maar degene die doodging, was degene van wie ik hield. Dus besloot ik toch de goede te zijn.” Zeven jaar geheimhouding, als de helft van het stel een beroemde actrice is en de andere helft een bekende auteur, wonend in Parijs, was volgens Lévy een ware ‘tour de force’. Maar: “Arielle toonde totale loyaliteit en absolute toewijding.” Ze spreken nooit over een scheiding of een eventueel huwelijk, maar als Antonin zeven wordt, verlaat Lévy uiteindelijk toch zijn vrouw en betrekt hij een hotelkamer met zijn Arielle Dombasle. In 1993 stappen ze in het huwelijksbootje in Saint-Paul-deVence, aan de Franse Rivièra, in het beroemde hotel Colombe d’Or. › Dombasle schittert in 2000 in het kostuumdrama ‘Vatel’, naast Gérard Depardieu en Uma Thurman.
In de jaren die volgen, speelt Dombasle in meer dan veertig films en schrijft Lévy zich een weg naar Frans sterrendom. Om zijn hersenspinsels wordt hij vergeleken met denkers als Charles Baudelaire, Victor Hugo, Émile Zola, André Malraux, T. E. Lawrence en zelfs Koning David.
Eeuwig meisje
Nog steeds zijn ze allebei mooi om naar te kijken. Dat Dombasle bewust kinderloos bleef, heeft te maken met het feit zij zo jong haar eigen moeder verloor. “Ik ben een soort eeuwig meisje”, zegt ze daarover. En: “Ik ben mijn eigen kind. Ik heb mezelf het leven gegeven.” De romance duurt voort, de spotlight van de Franse pers weet hen altijd weer te vinden. Ook als Daphne Guinness, erfgename van de Ierse biermaker, bekendmaakt vijf jaar een affaire met Lévy te hebben gehad. Het stel besluit desalniettemin bij elkaar te blijven. “Het liefdesleven is geen lange, rustige rivier”, relativeert Arielle het jaren later. En ze zegt dat je moet accepteren “af en toe door de hel te gaan, want in alle liefde is een deel de hel. Ik geef toe dat ik in tijden van kwelling kon schreeuwen om de dood.” Zijn ontrouw lijkt hun liefde zelfs te hebben versterkt. Lévy zei nog niet zo lang geleden: “Ik hou van Arielle zoals weinig mannen van een vrouw houden. Ik hou van haar marginaliteit. Ze is niet de norm. Ze toont een koninklijke onverschilligheid voor wat er over haar wordt gezegd. Ik geloof dat liefde een altaar is dat alle offers waard is.” Ze leven innig samen, in Parijs. Dombasle zegt dat ze nooit uitgepraat zijn, voor elkaar zorgen en elkaar bovendien nog dagelijks verleiden: volgens haar het geheim van hun liefdesgeluk. Een prachtig verhaal, une belle histoire. Maar volgens auteur Xavier de La Porte, die in 2004 een boek over B.H.L. schreef, heeft het duo in hun leven veel in scène gezet, en in het bijzonder hun relatie. De La Porte: “Ze leven in de ogen van de media en hun invloedrijke maatjes. Ze verzinnen een beeld dat hen flatteert. Het is een grillig en tegelijkertijd heel romantisch duo.” Dus wat is er waar van de passievolle verhalen over dit bijzondere stel? Toen deze vraag aan hun vriendin Diane von Fürstenberg werd gesteld, antwoordde zij diplomatiek: “Bernard en Arielle zijn dat waar feit en fictie elkaar treffen.” En wat maakt het uit? Het levert hen al veertig jaar publiciteit op en schenkt de wereld tot op de dag van vandaag een van de meest bruisende Franse liefdesverhalen.