3 minute read
Frank Renout
Frank
Frank Renout is correspondent in Frankrijk voor verschillende media, waaronder het NOS Journaal en het ‘AD’. Hij woont in een gehucht ten westen van Parijs.
Advertisement
INGRID BOCKTING ILLUSTRATIE ©
Hoop in de banlieue
Ik weet nog goed dat ik de eerste keer Béziers binnen kwam rijden. Een eeuwenoude stad vlak bij de Middellandse Zee, met pleinen, parken, monumenten en omringd door wijngaarden. Een idylle. Dacht ik. Maar het werd een cultuurshock. Béziers was pure armoede. Ik heb niet vaak in zo’n korte tijd zoveel vervallen huizen, autowrakken en dichtgetimmerde gevels gezien. Het stadscentrum was een verzameling vuile straten met doelloos rondhangende jongeren. Ik was er voor een politieke reportage. Béziers is decennialang bestuurd door afwisselend rechtse en linkse burgemeesters. Ze kwamen en gingen. En de verloedering zette maar door, als woekerend onkruid. Het resultaat is u bekend. De kiezers lieten de oude traditionele partijen keihard vallen, ze voelden zich in de steek gelaten. De Biterrois, zoals de bewoners worden genoemd, stemden op ‘nieuweling’ Robert Ménard, die in 2014 burgemeester werd met steun van extreemrechts en die in 2020 werd herkozen. Ik kan u verzekeren: Béziers is nog steeds een van de armste steden van Frankrijk. De werkloosheid is er enorm. In een van de achterstandswijken lopen schoolkinderen elke dag langs drugsdealers die op straat op een bankstel zitten dat uit een flat naar beneden is gegooid. Frankrijk is een samenleving van uitersten, ook als het gaat om rijkdom en armoede. Al jarenlang kom ik met een blocnote, recorder of camera in achterstandswijken en banlieues. Treurnis alom. Ik reed samen met mijn cameraman langs hoge flats in Sevran, ten noordoosten van Parijs, en er werden stenen naar onze auto gegooid. Een vriend verhuisde naar Romainville, daar vlakbij, en voor zijn deur werd iemand neergestoken. In Sarcelles vertelde een bewoner me hoe alle buren, ook zijzelf, elke avond drugs in zaten te pakken voor lokale dealers. Ooit was ik met een
delegatie Nederlandse topambtenaren op pad in Saint-Denis, een beruchte voorstad ten noorden van Parijs. Zij wilden per se een stukje lopen, ik besloot – door ervaring wijs geworden – de auto te nemen. De delegatie was nog maar net op pad of ze werden bestormd door jongeren, bespoten met traangas en beroofd. Net als in Béziers worden er in heel Frankrijk wijken aan hun lot overgelaten. In 2015 zei toenmalig premier Manuel Valls dat er in Frankrijk ‘geografische, sociale en etnische apartheid’ bestaat. Dagblad ‘Libération’ heeft een heel dossier online staan met verhalen over immigratie, discriminatie, misdaad en verdeeldheid onder de kop ‘Hoe maken we een einde aan de Franse apartheid?’ Ik zal u niet vermoeien met verhalen over politici die veel beloven en weinig doen. Wat me hoop geeft: de bewoners. Ik reed mee met een ex-crimineel die zijn camper ombouwde, Frankrijk doortrekt, en nu probleemjongeren opzoekt om uit te leggen hoe ze hun leven kunnen beteren. Een meisje vertelde me dat een leraar op haar banlieueschool de enige was die haar stimuleerde om door te leren. Dat deed ze, met succes. Ik sprak in Marseille met moeders van probleemkinderen, die de handen ineen sloegen om hun kinderen van straat te houden. Een aparte vermelding verdient Latifa Ibn Ziaten. De moeder van Imad, die in 2012 werd gedood door terrorist Mohammed Merah, afkomstig uit zo’n probleemwijk. Latifa reist sindsdien kriskras door Frankrijk. Ze staat voor schoolklassen en zoekt jongeren op. Overal heeft ze dezelfde boodschap: criminaliteit en geweld dienen nergens toe. De dood van haar zoon heeft voor niemand iets ‘opgeleverd’. Latifa vertelt dat eenvoudig en ingetogen, maar ook betrokken en gevoelig. Soms OVERAL HEEFT ZE met een lach en soms met een traan. Dat heeft impact op
DEZELFDE BOODSCHAP: jongeren, ik zag het zelf. En CRIMINALITEIT EN GEWELD DIENEN NERGENS TOE daarvoor is ze inmiddels, en terecht, overladen met de nodige prijzen en onderscheidingen.