3 minute read
Veelzijdige vleesveefokkerij kleurt
Oost- en Midden-Nederland
Keuringen in het midden en oosten van Nederland hebben over belangstelling niet te klagen. De vleesveefokkerij leeft in dit gebied, waar alle gangbare rassen wel te vinden zijn. Een substantieel aandeel van de leden van Coöperatie CRV heeft hier dan ook vleesvee. Maar slechts een beperkt aantal van hen haalt uit de vleesveehouderij een inkomen.
Advertisement
Jan te Riele hoeft vanuit zijn woonplaats Vaassen niet ver te rijden om alle vleesveerassen te zien die in Nederland op enige schaal worden gehouden. Dit illustreert de veelkleurigheid van de vleesveehouderij in het oosten en midden van Nederland, het gebied waarvoor de Gelderse vleesveehouder de belangen van zijn collega’s behartigt in de ledenraad van CRV.
‘Slechts een klein aantal ondernemers in dit gebied haalt een inkomen uit de vleesveehouderij. Maar er zijn wel veel veehouders actief die vleesvee van allerlei rassen fokken als neventak of hobby’, vertelt Te Riele. Volgens de CRV-bestuurder ontbreekt het in de regio dan ook zeker niet aan enthousiasme voor de fokkerij van vleesrassen. ‘In het oosten en midden van Nederland worden nog meerdere vlees- veekeuringen georganiseerd. En deze hebben over het algemeen niet te klagen over het aantal inzendingen’, merkt hij. De CRV-bestuurder vermoedt overigens dat reisafstanden hierbij ook een rol spelen. ‘Een fokker met een beperkt aantal dieren uit een uithoek van Nederland zal niet zo snel uren gaan rijden om mee te doen aan een keuring. Maar als een keuring redelijk in de buurt is, dan is de drempel om mee te doen een stuk lager’, legt hij uit.
Ledenbijeenkomsten voor betrokkenheid
Keuringen zijn voor de bestuurder, die zelf 300 dieren van het verbeterdroodbontras op stal heeft, een mooie gelegenheid om in gesprek te komen met collega-fokkers van andere rassen. Te Riele vertegenwoordigt namelijk samen met
Karsten Bolhuis uit het Groningse Haren en Joost Huijbregts uit het Brabantse Riel alle Nederlandse vleesveehouders in de ledenraad van CRV.
Gedrieën organiseren ze ieder jaar onder andere een aantal bijeenkomsten voor leden. Deze zijn volgens Te Riele van groot belang om vleesveehouders betrokken te houden bij CRV. ‘Bij de meeste melkveehouders komt regelmatig een CRV-medewerker op het erf: is het niet een fokkerijspecialist dan wel een inseminator of een monsternemer. Bij vleesveehouders is dat heel anders. CRV heeft in Nederland bijvoorbeeld geen enkele fokkerijspecialist die is gespecialiseerd in vleesvee’, legt hij uit. ‘Daardoor staat de organisatie ook niet automatisch in contact met de vleesveesector. Des te belangrijker zijn ledenbijeenkomsten waarop vleesveehouders kunnen vertellen wat hen bezighoudt. Bij deze bijeenkomsten is dan ook altijd een hoofdbestuurslid van de coöperatie aanwezig om te luisteren naar wat er speelt’, vertelt Te Riele.
CRV belangrijk voor vleesveefokkerij
Ook vleesveehouders in Midden- en Oost-Nederland verkeren in onzekerheid over de uitwerking van de stikstofplannen van de overheid. In dit gebied liggen vele kleine en meerdere grotere Natura 2000-gebieden. Veel vleesveehouders vrezen dat dit consequenties zal hebben voor hun toekomst. Maar een extensivering van de veehouderij en een toenemende aandacht voor (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer hoeven volgens Ter Riele niet per se nadelig uit te pakken voor de vleesveesector.
Deze ontwikkelingen zouden ook weer kansen kunnen bieden voor boeren met vleesvee.
Alleen daarom al zal CRV volgens de bestuurder aandacht moeten houden voor de belangen van vleesvee- houders. ‘Ongeveer tien procent van de leden van CRV heeft vleesvee. Het is belangrijk dat ook zij zich verbonden blijven voelen met de coöperatie’, vindt Te Riele. ‘CRV speelt namelijk een belangrijke rol in de fokkerij van vleesvee. De coöperatie verzorgt bijvoorbeeld voor alle rassen de stamboekregistratie en is de officieel door de overheid erkende stamboekhouder voor elf vleesveerassen. Dit betekent onder andere dat Coöperatie CRV de vijfjaarlijkse discussie over het fokdoel organiseert. En CRV ondersteunt de organisatie van keuringen, zoals de Nationale Vleesvee Manifestatie’, legt de vleesveebestuurder uit. ‘Daarnaast heeft CRV sperma van stieren van een groot aantal rassen beschikbaar. In overleg met de rasverenigingen worden ook regelmatig interessante nieuwe stieren opgenomen in het aanbod.’
Tien procent leden heeft vleesvee
De drie Nederlandse vleesveebestuurders hebben de laatste jaren de banden met hun collega’s uit Vlaanderen bewust wat steviger aangehaald. ‘Samen staan we sterker. Het blijft belangrijk om de stem van vleesveehouders duidelijk te laten horen in de ledenraad. Tien procent van de leden van de coöperatie heeft vleesvee, maar de belangen van vleesveehouders worden niet automatisch meegenomen in beslissingen’, ervaart Te Riele. Overigens begrijpt de bestuurder heel goed dat CRV ook zakelijke afwegingen moet maken. ‘Investeringen voor de melkveehouderij verdient het bedrijf natuurlijk veel sneller terug dan investeringen voor de vleesveehouderij. Maar tegelijkertijd zijn we ook een coöperatie waarin de belangen van alle leden moeten tellen. Wij zullen ons als vleesveebestuurders daar hard voor moeten blijven maken.’ l