
1 minute read
Van de redactie
Wie bepaalt en betaalt de laagste prijs
Een ratrace of een eindeloos proberen van iets te doen of bereiken zonder een einde of een oplossing in zicht te hebben. Daar lijkt de prijzenoorlog in Belgie wel op. Recent ging de Belgische distributieketen Colruyt – be kend om zijn laagste prijsgarantie – de strijd aan met multinational Coca-Cola. Eerder deden ze dat ook al met Douwe-Egberts en Pepsi. Het is me duidelijk dat de winkelketen gekneld zit door haar eigen strategie, ze ker nu prijsspelers als Jumbo en Albert Heijn positie nemen in het Belgische speelveld. Wat de betrokken producenten nu meemaken is al veel langer het aanvoelen van veel landbouwers. Een eerlijke prijs waarbij hun kosten afgedicht zijn en ze zichzelf een loon kunnen betalen, is hen al wel langer niet steeds gegund. Hoe lang kunnen winkels die strategie volhouden. En waar eindigt de laagste prijs en wie betaalt dit? De consument is nu het slachtoer, zijn favoriete product ligt even niet meer in de rekken. Maar zijn we met z’n allen wel alleen het slachtoer? Of toch ook de oorzaak van dit alles. Met z’n allen zijn we ook bezig aan onze eigen ratrace. We willen allemaal de goedkoopste
Advertisement
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR
drank, de hoogste korting op een nieuwe auto of meer data en belminuten voor minder geld. En als we die hier niet vinden, kijken we toch gewoon over de landsgrenzen heen. Bijvoorbeeld in China. Recent onderzoek van Thuiswinkel.org, PostNL en GfK toon de aan dat in 2018 maar liefst 31 procent van de crossborder online-aankopen in Nederland naar een Chinese webshop gaat, terwijl dit voor Duitsland 17 procent en Groot-Brittannië 15 procent is. Maar dit alles heeft toch zijn prijs. De concurrentie vergroot. De laagste prijs wordt steeds meer gezocht. Producenten gaan hun kosten drukken, verhuizen soms hun productie naar landen met lagere lonen. Voor niet iedereen is dat mogelijk, zoals de boer. ‘Eén euro per kilo erbij’, riep witblauwfokker Eric Co heur bij het bezoek van de Amerikaanse landbouwminister aan zijn bedrijf. Een eenvoudige en meer dan terechte oproep, die onze vleesveebedrijven wat zuurstof zou geven. Eén euro maakt wel degelijk verschil, het is goed voor circa 500 euro meer per dier en kost ons als consument slechts een tientje.