5 minute read

9 VRAGEN AAN…

JOHN DE GEUS, directeur VORM 2050, en BIJN WORMS, projectontwikkelaar VORM Ontwikkeling, over een revolutie in de bouwwereld: parametrisch ontwerpen in Platvorm 2050.

Pionieren, dat doen we graag bij VORM. Vooral als we zelf ervaren dat het maar niet lukt – met alle inspanningen in de bouwsector – om de gevraagde 100.000 betaalbare woningen te bouwen die Nederland per jaar nodig heeft. Het moet radicaal anders: 20 procent goedkoper en 50 procent sneller. Daarom bedachten automatiseerder OMRT en VORM een nieuwe systematiek: parametrisch ontwerpen in Ostate, vanuit het online Platvorm 2050. John en Bijn leggen het uit.

1 Wat is parametrisch ontwerpen?

“Het is een systematiek waarmee we het traditionele en kostbare bouwconcept loslaten en gaan ontwerpen op basis van data en algoritmes. Je haalt handmatige onderdelen uit het ontwikkelproces en automatiseert deze, aan de hand van parameters die je invoert in een speciaal softwareprogramma, Ostate. Denk aan de randvoorwaarden (zoals stedenbouwkundig kader, programma, bouwfysica, oriëntatie, etcetera) van een nieuwbouwproject en de bouwmaterialen en -elementen. Op basis daarvan genereert dit programma ontwerpen, waarvan wij de kwaliteitseisen zelf hebben gedefinieerd. Deze ontwerpen toetsen we en kunnen we tot op detailniveau aanpassen en verfijnen. Het programma rekent die eventuele aanpassing van een parameter weer automatisch door, zodat je niet alles opnieuw hoeft te doen. Dat kan een computer veel sneller en slimmer dan onze hersens. Zo kom je uiteindelijk tot het beste ontwerp voor die locatie.”

2 Wat levert deze systematiek Nederland op?

“Met parametrisch ontwerpen kunnen we de weg van ontwikkelen naar opleveren behoorlijk verkorten. Nu is het zo dat we bij elk nieuwbouwproject een nieuw ontwerp maken en de engineering opnieuw doen. Elk gebouw is bijna een experiment. Met parametrisch ontwerpen kan de ontwikkelingstijd van gebouwen van jaren naar maanden. Daarnaast stelt het ons in staat om aan de voorkant al rekening te houden met de productie. Zo’n efficiënte werkwijze is vanzelf ook goedkoper. Daarbij hebben we VORM 2050 opgericht, een tak van het bedrijf die zich focust op het maken van huizen en niet meer op het ontwikkelen of bouwen. Het meeste van een huis kunnen we in de fabriek maken en op de bouwplaats assembleren. Met hetzelfde aantal mensen kunnen we drie tot vier keer zoveel werk verzetten. Door meer bouwelementen te herhalen en minder te experimenteren wordt de ontwikkeling en de productie van een huis 20 procent goedkoper. Parametrisch ontwerpen is hiervoor de basis.”

3 Hoe kom je tot zo’n initiatief?

“Als bouwsector moeten we veel efficiënter en goedkoper gaan werken. Met de traditionele, tijdrovende manier van bouwen lossen we de grote vraag naar betaalbare nieuwe woningen nooit op. Vijf

jaar geleden waren er bijvoorbeeld nog nieuwe rijtjeshuizen van € 220.000 te koop. Nu kosten diezelfde huizen € 375.000, of nog meer in de steden. De salarissen zijn niet zo hard meegegroeid. Ook de prijzen in de vrije huursector rijzen de pan uit. Er moet iets radicaal veranderen. In de hele sector, dus ook in onze eigen organisatie en in onze processen. En pionieren zit in ons Rotterdamse DNA.”

4 Ontwikkel je dan niet allemaal dezelfde typen woningen?

“Nee, juist niet. Als wij zelf ontwerpen, is de kans groter dat we dezelfde oplossingen bedenken voor verschillende projecten. De software is in staat om juist tot verrassende combinaties te komen, die nog veel beter scoren op maakbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Vooral omdat je ook heel specifieke parameters kunt ingeven, die van toepassing zijn op de betreffende locatie. Door het algoritme komt er per definitie een ander gebouw uit. Daarbij mogen de trappenhuizen, installaties en badkamers best elke keer hetzelfde zijn. De hele indeling van het huis. Zolang het gebouw en de architectuur maar uniek zijn en de bewoners hun eigen ideeën en sfeer kunnen toevoegen. Dat kan met deze systematiek.”

5 Kan dit model ingezet worden voor alle nieuwbouwprojecten?

“Deze werkwijze past bij alle opgaven. Zelfs voor iconen zoals Sluishuis in Amsterdam werkt deze strategie. Van de 5.000 woningen die wij op deze manier willen ontwikkelen, zijn er 4.500 appartementen. Daar is ook het meest behoefte aan. We zien dat mensen meer en meer in de stad willen wonen, waar de ruimte schaars is. Daarnaast wonen steeds meer mensen alleen. Bij eengezinswoningen werken we al met een bewezen concept, onze VORM 6D conceptwoningen. Bij appartementen gaan we nu parametrisch ontwerpen inzetten.”

6 Waar komen die data voor parametrisch ontwerpen vandaan?

“Van onze adviseurs en maakpartners. Dat is iedereen die een gebouwelement kan produceren, zoals vloeren, wanden, trappen, deuren, kozijnen en intercoms. Al die elementen zijn in een database opgeslagen, waar ieder zijn eigen data beheert. Het model beschrijft de relatie tussen die elementen, echt alles wat nodig is om een ontwerp te genereren. Bijkomend voordeel van deze manier van ontwerpen is dat je volume kunt inkopen en een slag kunt maken in kostprijsreductie. Neem een voordeur: die is geluidsdicht, goedkoop, circulair en isoleert goed. Dan komt die in negen van de tien modellen terug. Parametrisch ontwerpen nodigt producenten uit tot productinnovatie, omdat de berekening vooral kijkt naar de producteigenschappen. Al met al heeft de sector - als we gaan opschalen - heel veel maakpartners. Hun data, capaciteit en energie is heel hard nodig om aan de vraagstelling van 100.000 woningen te voldoen. De koek is groot genoeg.”

7 En zijn deze superdata door iedereen te gebruiken?

“Samen met OMRT zijn we Ostate aan het ontwikkelen. Deze techniek gaat draaien voor Platvorm 2050, een open innovatie. Dit betekent dat iedereen in de sector hier uiteindelijk gebruik van kan maken. VORM 2050 is de eerste gebruiker van het platform, de pionier die wil aantonen dat het werkt. Want het kan alleen slagen als maakpartners hun data ingeven en ontwikkelaars, gemeenten en beleggers er ook gebruik van gaan maken. Dat is de stip aan de horizon. Het systeem kan het aan, de weg er naartoe is ingeslagen.”

8 Zijn er dan bijvoorbeeld nog architecten en constructeurs nodig?

“Jawel, want iedereen heeft waarde. Wel denken wij dat hun rol kan veranderen. De huidige ontwerp- en ontwikkelingsfase is omslachtig en een deel van de kennis komt in het computerprogramma. Denk aan de berekening van een installatieadviseur over hoe groot de leidingen moeten zijn. Maar het programma moet altijd gevoed worden met nieuwe kennis. We gaan met z’n allen twee keer zoveel doen, dus er is genoeg voor iedereen, mits we meebewegen in die rolverandering en procesverbetering.”

9 Wat is de status van de ontwikkeling?

“Begin 2021 zijn we zover dat we in Ostate een eerste ontwerpmodule kunnen plaatsen voor een relatief eenvoudig gebouw. Het gegenereerde ontwerpmodel kan OMRT verder uitrekenen op basis van specifieke eisen en daarmee direct de fabriek van de maakpartners aansturen. Met onze medepionierende maakpartners zijn we nog alles aan het uitdenken en testen. We zoeken dus vooral partijen die met ons dit avontuur willen aangaan. Want een avontuur is het zeker.”

.Meer weten over Platvorm 2050 en samenwerken met VORM? Ga naar vorm.nl/platvorm2050

John de Geus, directeur VORM 2050

Bijn Worms, projectontwikkelaar VORM Ontwikkeling

This article is from: