Dada Magazine #1

Page 1

Anti.Anti. Jacques & Lise Absolutely Free Festival Professor X Frederik De Wilde

Generale Klank Maatschappij Keep Forget Man Mining Engine Jos Coenen Pop-Up Pinhole Co.

Mad About Mountains Bellerby Globemakers & Co. Frits Jeuris Filip Dujardin Academie voor Beeldende Kunsten

de kracht van creativiteit en co-creatie in en rond Genk

#01

JAARGANG 1 OKTOBER 2016


Woord Vooraf

In Genk samengesteld en ontworpen door

“Zoveel regen in België, dat kun je ook positief bekijken” Ik heb het eens gegoogeld: in België hebben we gemid­ deld 199 regendagen. Dat is wel even schrikken hé! Zoveel regen, daar kan een mens over blijven klagen, maar je kunt het ook positief bekijken.

W

aaraan begin je zoal op een druilerige regendag? Een magazine opstarten bijvoorbeeld. Omdat het kan. Er is namelijk slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen maken over dingen waar je geen invloed op hebt, zei Epictetus. Weer of geen weer. Een thema van de Griekse filosoof was persoonlijke vrijheid. De kunst- en cultuurwereld is bij uitstek een wereld van creativiteit. En juist een ‘kunstenaar’ heeft een erg gewaardeerde creativiteits­ uiting als gevolg van zijn vrijheid.

Iedereen zei: ‘dat gaat niet.’ En toen kwam er iemand die dat niet wist, en die deed het gewoon — Epictetus

dada magazine heeft een boon voor cultuur, de kracht van creativiteit en co-creatie in genk en ver daarbuiten

Dada Design benadert creativiteit als een interpretatie van een cultuur. Daar valt van alles onder, zowel sociaal-maatschappelijke en culturele als fysiek-ruimtelijke aspecten. Denk bijvoorbeeld aan sporen in het landschap, artefacten en monumenten, maar ook organisatie­vormen, verhalen, mythen en sagen, personen en tradities. Samen vormen al deze aspecten de identiteit van een plaats of stad. Wij zijn overtuigd van de grote(re) betekenis van cultuur en creativiteit voor de beeldvorming van een bestemming. Wie de geschiedenis van een stad zichtbaar en beleefbaar maakt, investeert in de uitstraling en de kwaliteit van die

stad. En dat is gunstig voor het economische en sociaal-culturele klimaat. Wij hebben het vermogen bezoekers en bewoners aan te spreken en te verbinden. Dada Magazine Hier is numero uno, met vanaf nu de ambitie om tweemaal per jaar te verschijnen. Cultuur bereikt je niet langs één weg, cultuur komt van overal. Dada Magazine heeft een voorliefde voor creativiteit, creatie­ kracht en co-creatie in en rond Genk. Thema’s in deze debuuteditie zijn onder meer fotografie, vakmanschap, muziek, wetenschap, ambach­telijke druktechnieken en grafische kunsten. Alle artikelen in dit magazine zijn geschreven met het oog op het promoten van deze ‘creatieve geesten’ en hun werk. De kern van wat we willen met dit magazine is de stad en de gemeenschap inspireren. “Gedachten wisselen van hoofd en daarmee van vorm”, zei de Poolse aforist Stanisław Jerzy Lec. Ik weet niet wat mijn gedachten zoal zullen aanrichten in jouw hoofd, maar ik hoop dat Dada Magazine vooral inspirerend is, al dan niet op een regenachtige dag. Veel leesplezier en geniet ervan.

Joël Neelen Dada Design

2

|

3


Bladwijzer 22\

32\

36\

46\

50\

58\

26\

38\

© JAde Fenster © Joël Neelen

68\ © Submarine

12\

© Tanja Jordens

© Giovanni Gorga

© Pieter Kromwijk

© Kelly Angood

8\

actueel 8\ Krabbel&Babbel Anti.Anti. gelooft in de kracht van informele ontmoetings-­ momenten voor creatievelingen. 26\ Kanarie in de koolmijn Artistiek onderzoeksproject zet verhalen uit Winterslagse cités om in objecten. 68\ Exitus acta probat Urban explorers op zoek naar verlaten gebouwen.

creatief 12\ Creative lovebirds Ontwerpersduo illustreert op speelse wijze kinderboeken.

Dadamagazine

# 01 .2016

62\ Van creatief vlammetje tot passioneel vuur Dada Design, het grafisch bureau achter dit magazine, toont zijn passie voor terrils.

fotografie 32\ Het gekwetste landschap Terrils zijn industriële en sociale iconen. Landschaps­ fotograaf Jos Coenen confronteert ons met een caleidoscopische inkijk in de ziel van deze wegkwijnende getuigen. 36\ Videre videnda Leuke doe-het-zelf­gaatjes­ camerapakketten van Kelly Angood ontrafelen spelenderwijs het fotografische concept.

vrije Grafiek 56\ Genkse Academie verwelkomt de iPad Nieuwe directeur investeert in iPads, nieuwe technologie en in opleiding van zijn team. 58\ Atelier Grafiek in spiegelbeeld De Academie voor Beeldende Kunsten en Media te Genk biedt een hedendaagse opleiding grafische kunsten aan.

muziek 16\ Groot tuinfeest in stijl Het succes van Absolutely Free Festival als verfrissend alternatief ontdekkingsfestival.

22\ De Generale repetitie De Generale Klank Maatschappij creëert een werkplaats om splinternieuwe, ‘radiorijpe Laaglandse liedjes’ te produceren. 38\ Tijd en plaats niet meer weten Mad About Mountains heeft een intieme plaat gemaakt over Alzheimer, een ode aan de dementerende Glen Campbell.

cross-over 18\ Professor X De nieuwe onderzoekgroep X-Lab zet in op ‘cross-over’ tussen verschillende disciplines met het oog op een creatieve en duurzame toekomst.

© Els Gielen

© Jos Coenen

© MarkeTentster.be

© Joël Neelen

© Jacques & Lise

76\

20\ Het zwartste zwart op aarde is nu nóg zwarter Belgisch kunstenaar Frederik De Wilde en 3D-printspecialist Melotte werken met NASA aan een 3D-geprinte, titanium sculptuur van oude Limburgse mijngangen die ‘zwarter dan zwart’ is, op basis van grafeen.

54\ Bokrijk bouwt aan zijn toekomst Kunstfotograaf Filip Dujardin confronteert ons met wat architectuur zou moeten zijn.

Opinie

vakmanschap

72\ Pitches doen de reclamewereld pijn Creatief werk is óók echt werk waarvoor betaald moet worden.

46\ Makers van wereldbollen Bellerby & Co. is een unieke plek waar wereldbollen nog met de hand gemaakt worden.

netwerk

50\ Mag het iets minder zijn Herbestemmer Frits Jeuris maakt recyclagedesign met afval en gevonden voorwerpen.

76\ Waren de goden kosmonauten Het netwerk dat schuilgaat achter het merendeel van de artikels in dit magazine.

4

|

5


Colofon Dada Magazine is een zesmaandelijkse publicatie over het buurtleven, de kracht van crea­tiviteit, co-creatie, vakmanschap, vormgeving, muziek, fotografie, film en kunst in Genk en ver daarbuiten. De gedrukte versie is gratis verkrijgbaar op meer dan 60 plekken in Belgisch en Nederlands Limburg. een initiatief van — Joël Neelen (Dada Design) eindredactie — Sofie Gielis Concept & vormgeving — Dada Design een uitgave van — Dada Design — C-mine 115 — 3600 Genk — www.dadadesign.be Typografie — Sansa — een letter van Fred Smeijers — Leyton — een letter van Ian Moore — Square Slabserif 711 Bold — een letter van Georg Trump — Emmascript MVB — een letter van Kanna Aoki druk en afwerking — Drukkerij Paesen Oplage — 3.984 ex.

Met speciale dank aan — Francine Quanten, omdat zij zich engageert voor de makers en creatievelingen in Genk. — Stad Genk, voor hun bijdrage in het ondersteunen van het drukwerk en de verspreiding van Dada Magazine. — Leen Gos, om haar opbouwende kritiek en omdat ze tijdens haar vakantie toch de puntjes op de i wou zetten. met medewerking van en/of dank aan — Bart Aalbers, Danny Bierset, Lise Braekers, Vivienne Bancken, Jonas Bruyneel, Laura Brepoels, Jos Coenen, Mariet Daemen, Piet De Pessemier, Frederik De Wilde, Jan Dries, Wim Dries, Filip Dujardin, Guido Evens, Miet Feytons, Silke Froyen, Denise Gielen, Els Gielen, Sofie Gielis, Giovanni Gorga, Leen Gos, Ado Hamelryck, Myrthe Houben, Jessie Jacobs, Sofie Kenens, Hadewig Lateur, Toon Loenders, Doreen Lortye, Jacques Maes, Jean Manca, Wouter Medaer, Koen Meyvisch, Belgin Özgünes, Guy Paesen, Edwin Pâques, Eefje Paredis, Francine Quanten, Sonja Schrijvers, Hanna Simons, Kathleen Sterckx, Peter Swelsen, Marke Tenster, Bob Thissen, Ann Vanderheyden, Patrick Vandewalle, Natalie Vanheers, Kenny Verhulst, Julie Verhaert, Hanne Vlogaert, Stefano Vorias, Willem Vrancken, Michel Wieczerniak en Andrea Wilkinson

Illustraties & fotografie Het auteursrecht van de in dit magazine afgebeelde illustraties en foto’s behoort toe aan de oorspronkelijke ontwerpers en fotografen. Hieronder zijn de nodige credits per pagina opgesomd. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. — p. 1 Joël Neelen, p. 3 Els Gielen, p. 7 Stampmedia, p. 8 Willem Vrancken, Chantal Brouwers, p. 9 Chantal Brouwers, Hendrik Daniels, p. 10 Chantal Brouwers, p. 11 Willem Vrancken, Giovanni Gorga, p. 12-15 Jacques&Lise, p. 19 Wunderkind\ Wouter Medaer, p. 18 Jean Manca, p. 19 SSC, Frederik De Wilde, p. 20-21 Frederik De Wilde, p. 22 Joël Neelen, p. 23-24 Pieter Kromwijk, p. 26-27 Joël Neelen, p. 28 Giovanni Gorga , p. 29 Joël Neelen, p. 30-31 The Sun, p. 32-35 Jos Coenen, p. 36-37 Kelly Angood, p. 39 We Are Movie Geeks, p. 40 MarkeTentster.be, p. 41-45 Instagram, p. 46-49 Jade Fenster, p. 50 Tanja Jordens, p. 51 Bieke Claessens, p. 52 Marleen Daniels, p. 53-55 Filip Dujardin, p. 56 Joël Neelen, p. 57 Michel Wieczerniak, p. 58-61 Joël Neelen, p. 62-67 Joël Neelen, p. 68-69 Submarine\Slammer!, p. 70 Walter\Fabien Barral, p. 71 Joël Neelen , p. 73 Bart Aalbers, p. 75 Onbekend, p. 76-79 Els Gielen contact — hallo@dadamagazine.be

Doe met ons mee Een creatieve gemeenschap van mensen die samenwerkt om nieuwe dingen tot leven te brengen, vraagt een extra inspanning. Vind jij ook dat Dada Magazine een meerwaarde biedt? Wanneer je wenst om dit initiatief te ondersteunen, draag je werkelijk bij tot de inhoudelijke kwaliteit. Crowdfunding Via de opbrengst van deze ‘crowdfunding’ kunnen wij bijvoorbeeld een freelancejournalist, of een eindredacteur, of een fotograaf, of een illustrator een onkostenvergoeding toeken-

Dadamagazine

# 01 .2016

nen om in opdracht mee te werken aan een sterk inhoudelijk, creatief én kwalitatief magazine zonder reclame.

Voor elke ondersteuning vanaf € 250 bezorgt Dada Design u ook een uniek aandenken.

Steunen kan heel gemakkelijk Stort je bijdrage op onze rekening met als mededeling “Ik ondersteun Dada Magazine, «naam» en «adres»”.

Dada Magazine per post Wens je de volgende editie van Dada Magazine per post te ontvangen, gelieve dan € 7 over te schrijven met mededeling: “DadaMagazine #2, «naam» en «adres»”.

bpostrekening IBAN: BE94 0004 3941 1414 BIC: BPOTBEBE Iedere bijdrager krijgt sowieso het volgende nummer van Dada Magazine per post toegestuurd.

Alvast zeer bedankt voor uw steun en posi­tieve bijdrage. Wij gaan ondertussen met volle moed verder aan de slag met de realisatie van de tweede editie.

Ik dacht: Een nieuwe ster Naar Afrika, en terug Zwart als de nacht Een land in zes stukken Parkeren in Parma Er valt een manager Een neus in andermans zaken En toch werd het iets biezonders Het blijft plakken De wet van de allergrootste Apothers van het Vaticaan Elk zijn paradijs Paarlemoer en jade Brieven aan de gravin Het schaap viel aan De terugkeer van de Major De ontbrekende partner Met een handvol dollars Vuile vingers Het versplinterde Ik U zei bizar Uit het fin de siècle Kapitein verrückt Troostprijs voor de vrede Plannen of verliezen Spion aan de muur Een helletocht

Op de oorlog wordt niet gelet De kerk die zweeg Veilig in het oerwoud Werken in de tijd Rood en zwart Geld duurder dan kunst Vuurwerk aan gladiolen Vingervlugge aristokraten Blaaslimiet Een les in geduld Een goed geheugen Eén met ham, één met kaas Nuttig …

Bijna bankroet Net niet. “Ik ben ze allemaal de baas!” — Joël Neelen

Nothing is impossible, the word itself says “I’m possible”!

— Audrey Hepburn 6

|

7


Actueel

creatief | tekenen Café | bierviltjes

Krabbel&Babbel Anti.Anti. heeft een missie: de vzw zet op een positiefkritische manier samenwerkingen op tussen kunstenaars, organisaties en publiek waardoor lokale actoren aangezet worden om samen te werken en zo evolueren tot een voedingsbodem in het stedelijke weefsel. Door Dada Magazine

reeks acties en interventies (‘applications’) werden er signalen in de stad gebracht (‘input’). Vervolgens zou de stad al dan niet deze signalen interpreteren en eventueel beïnvloeden, en dus veranderen (‘output’). Zowel input als output werden geregistreerd en vergeleken, op zoek naar de meerwaarde en betekenis van de verandering. Gedurende vijf maanden fungeerde pand N°20 aan de André Dumontlaan als uitvalsbasis en archief voor deze registraties. Willem Vrancken en Danny Van De Genachte hadden de smaak te pakken en zo groeide de goesting om nieuwe projecten op touw te zetten in eenzelfde sfeer. Tijdens Manifesta9 maakten zij kennis met Danny Bierset (Our House en kunstencentrum Tor nvdr.) en inhoudelijk was er meteen een klik. Ze vroegen Danny Bierset als mentor

T Anti.Anti. is een netwerk van kritische denkers, creatieve makers en poëtische doeners ontstaan in Genk

Dadamagazine

# 01 .2016

ijdens Dumont 20-90, parallelevent van de nomadische Europese biënnale van hedendaagse beeldende kunst Manifesta9 in het mijngebouw van Waterschei in 2012, ging het gelegenheidscollectief Radius op zoek naar de karakteristieken van Genk. Willem Vrancken werd door de stad gevraagd om in een pand aan de André Dumontlaan te Waterschei te resideren. Hij verzamelde enkele vrienden en samen organiseerden zij Radius OS (operating system).

en na enkele ontmoetingen werd Anti.Anti. in het leven geroepen. Het eerste netwerk Anti.Anti. kreeg stilaan vorm in 2014. Een platform voor acht leden met verschillende achtergronden kwam vanaf februari 2014 elke twee maanden samen in café Thor. Ze organiseerden zes events om deze groep te inspireren en activeren. De opzet was zeer interessant, maar het activeren kwam niet echt van de grond. Uit lichte frustratie besloten ze dan maar zelf enkele projecten uit te stippelen, zoals nu met het informele en laagdrempelige ontmoetingsmoment Krabbel&Babbel en met de Verloren Moeite-projecten. Ondertussen is Anti.Anti. een vzw, ingetrokken bij Vonk vzw en werd er vers bloed gezocht en gevonden (Lieve, Ciel, Philip, Hendrik). “Anti.Anti. wilt de culturele eilanden die deze regio rijk is verbinden. We definieerden netwerkvorming in het creatieproces als ons basis-

principe,” vertelt Willem Vrancken. De reflex moet zijn om bij elk project unieke samen­werkingen op te starten met verschillende intensiteiten naargelang wens en project. Verloren Moeite? De Verloren Moeite-projecten zijn experimenten rond nieuwe vormen van cultuurbeleving met een sterk participatief karakter. Het zijn culturele projecten/evenementen die niet te bezoeken zijn zoals bijvoorbeeld een klassieke tentoonstelling of theatervoorstelling. Ze spelen zich af op ‘verborgen’ of ‘vergeten’ plekken in de stad, onder de huid van de stad, cultuur gesmokkeld binnen het alledaagse gezichtsveld. Het doel is het scheppen van een kader voor ontdekkingen en opportuniteiten. Krabbel&Babbel Anti.Anti. gelooft in de kracht van informele ontmoetingsmomenten voor creatievelingen in de regio Limburg. Lege bierkaartjes transformeren tot mini-kunstwerken.

Dit doen ze door het maandelijks organiseren van een laagdrempelig tekencafé: want de toog is de ideale broedplaats voor vers bloed en hopelijk wilde plannen. Het is voor Anti.Anti. tevens een unieke tool om gericht mensen uit te nodigen voor een gesprek en zo hun netwerk uit te breiden. De eerste drie edities vonden plaats in één van de oudste cafés en tevens een monument in Genk (vierde in 2013 zijn honderdjarig bestaan), Café Meng (Herman op z’n Genks nvdr.). De betekende of beschreven bier­viltjes worden nadien opnieuw gebruikt door de cafébaas. Op die manier wordt de cafébezoeker aan-

Aangezien de Genkse karakteristieken een mix zijn van allerlei mogelijke eigenschappen – tastbaar en ontastbaar – werd ervoor gekozen een bepaalde systematiek te gebruiken, namelijk die van het black box-principe. Door middel van een

8

|

9


Actueel

creatief | tekenen café | bierviltjes

# wij zijn anti. anti.

genaam verrast met een tekening, kunstwerk, gedicht of boodschap op de keerzijde van zijn bierviltje onder zijn/haar volle pint. De vierde editie van Krabbel&­Babbel vond plaats bij Sarah Rombouts van Studio Refugee in de Molenstraat. Tijdens deze editie gaf Emad Dawwood, Palestijns vluchteling én gedreven portrettekenaar, een tekeninitiatie voor de vroege vogels.

in kruisbestuivingen die niet voor de hand liggen, als partners die mekaar nieuwe inzichten bezorgen om te komen tot nieuwe creatieve uitdagingen en oplossingen. Ze filteren de omgeving (zoeken naar potentieel), activeren (helpen stappen zetten) en planten een zaadje (20-jarenplan). Anti.Anti. staat garant voor een open manier van organiseren, met kijk- en dialoogmomenten, zowel op multidisciplinair als op multicultureel vlak.

Dada: www.anti-anti.be www.instagram.com/wijzijnantianti facebook.com/wijzijnantianti

Tijdens de vijfde editie werden de potloden aan één tafel ingewisseld voor houtskool en speelgoedauto’s om samen na te denken over hoe we zouden kunnen tekenen met auto’s op schaal van de stad. Positief kritisch Anti.Anti. houdt van kritiek, want kritiek is gezond en kunst is kritiek. De vzw wil samen ‘stad maken’ en durft daarbij een actieve rol opnemen hopend op wederzijdse uitdagingen. Zij gaan voor meer dan middelmatigheid en verwachten dit ook van anderen, maar gelukkig zijn ze niet kritisch ‘without a cause’, ze willen oplossingen bieden om te tonen wat er kan. Anti.Anti. wil de reflex kweken om voordeel te zien

Dadamagazine

# 01 .2016

10

|

11


creatief

grafisch ontwerp | luca illustratie | kinderboeken

Creative lovebirds “Wij zijn twee freelance grafisch ontwerpers, creatieve lovebirds, verzamelaars, ... We delen dezelfde passie en werk.” Zo omschrijven het illustratorenduo Jacques Maes en Lise Braekers zichzelf. Beide studeerden in 2009 samen af als master in de grafische vormgeving op de (toen nog) MAD Faculty te Genk. Sindsdien slagen Jacques&Lise er telkens opnieuw in een aparte sfeer te creëren met hun bevattelijke en puike illustraties. Een blik in hun portfolio met straffe boekillustraties. Door Joël Neelen – Foto’s Jacques&Lise

“prrrrullallalala”. Het kindje schommelde verder en lachte, het monster kon zijn ogen niet geloven.

tekst is heel mooi, haast poëtisch geformuleerd en bouwt de spanning behendig op naar de onverwachte climax. Het aparte van dit kinderboek is dat de tekeningen en de tekst spelen met elkaar. Die interactie maakt dat je heel bewust met beide omgaat.

Het prullalamonster Jean-Paul Mulders, journalist, schrijver en columnist bij Knack Weekend, debuteert met zijn eerste kinderboek. Het is een verhaal dat zich perfect tot voorlezen leent, met een verrassende plot en schitterende illustraties die de tekst verrijken en dubbele bodems toevoegen. Vanuit een grenzeloze creativiteit gebruiken Jacques&Lise hun verzamelwoede als inspiratie om teksten te herinterpreteren, hun eigenheid eraan toe te voegen en voor elke pagina op zoek te gaan naar een andere blik.

E

r was eens een kindje dat heel graag schommelde. Het ging samen met zijn vader steeds naar dezelfde schommel. Het kindje wist niet dat er in het huisje niet ver van de schommel een groot monster woonde. Een monster dat alleen kindjesvlees lustte. Het monster had zich dat jaar lelijk verslapen en had een reuzenhonger. Toen het de deur opende, rook het monster kindjesvlees maar hij zag geen kindje. Het monster begon aan zijn zoektocht, maar vond geen kindje. Uiteindelijk zag hij een kindje dat aan het schommelen was. Stilletjes sloop het monster dichterbij en brulde

Dadamagazine

# 01 .2016

Van deze humoristische, speelse Durnez is ‘Het ABC van Gaston Durnez’ een uitmuntend voorbeeld. Aan de hand van 26 gedichten voor kinderen vanaf 5 jaar toont opa Durnez dat hij het nog steeds kan: gevat en bijzonder inventief uit de hoek komen. Als Apo in plaats van Opa figureert Durnez er in 26 gedichten die de letters van het alfabet volgen én bij de eerste letter van een dier aansluiten. Alleen bij de q moet hij passen en bij de x kiest hij dan maar voor de laatste letter van lynx. Het boek werd uitgegeven in folio­ formaat zodat de voorlezende grootouder zijn kleinkind ook telkens een plakkaat kan tonen met de sprekende illustraties.

De afbeeldingen zelf zijn stilistische hoogstandjes. De bijzondere tekeningen verdienen evenveel aandacht als de tekst.

De afbeeldingen zelf zijn stilistische hoogstandjes. De bijzondere tekeningen verdienen evenveel aandacht als de tekst

woont tussen dennen en weiden aan de Grote Nete in Itegem, omgeven door boeken.

ABC van Gaston Durnez: van 7 tot 77 jaar Gaston Durnez is op zijn 87e een durfal, met een frisse geest. Hij

Durnez is reeds zeventig jaar de auteur van lichtvoetige bespiegelingen, serieuze krantenartikelen en stevig getoetste boeken. Op een leeftijd dat iedere Vlaming statistisch opa of oma is, pakt hij uit met een typische durneziaanse Spielerei. Een feestgeschrift dat put uit de traditie van de alfabetboeken; bladzijden en versjes à la Aap, Mies, Noot, waarmee vroeger

thuis en op school de moedertaal werd gedrild. Dit alfabetboek heeft moderne tekeningen met zachte kleuren die het bladeren aangenaam maken. Gaston Durnez kleeft het ABC aan mekaar met telkens een dier per letter. Bij de A is dat uiteraard de aap die men kent uit de oudere ritmische teksten om taal in jonge hersenen binnen te laten sijpelen. Tekstdeel bij die A: ““Als je apen na gaat apen, lig je vlug op apegapen”, zegt mijn Apo… heu… mijn Opa.” Goed Gaston. Bij Z drijft de zwaan en dobberen de woorden: “Koningin van het meer, maar jammer, zeer jammer, nu niet meer.” Zwaan van Z zucht bij het zeilen van haar glijdende schaduw in de sloot. Op de omslag fietst, van de letter F, het mannetje Gaston met op zijn schouders, zoals de Bremer stadsmuzikanten, een brilbeer, een

Het prullalamonster is een prachtig prentenboek met frêle illustraties in een leuk formaat geworden. De pagina’s zijn afwisselend licht grijs, beige, licht orange, licht blauw en zalmkleurig en staan vaak vol kleine figuurtjes. De tekst verschijnt in kleine en grote druk en accentueert angst, schaamte en blijheid. Deze

12

|

13


creatief

grafisch ontwerp | luca illustratie | kinderboeken

‘zij zijn god niet’ is puik vormgegeven, de omslag is dubbel, aller­eerst zie je de titel en een kliniek met kinderen, maar achter het voorflapje zie je de duistere kelders en kamers waar het noodlot plaatsvond kameel, twee apen en een egel. Wie op zijn 87 de goesting behoudt om als een groot kind zoiets moois te vertellen en te laten verfijnen met picturaal kunnen, verdient veel leesvrienden. Oskar Als primeur mag Dada Magazine reeds het boekomslag tonen van ‘Oskar’, het meest recente illustratiewerk van Jacques&Lise dat in oktober verschijnt bij uitgeverij Van Halewyck. Het boek verschijnt tevens met een extra omslag die je kan uitvouwen tot een poster. Oskar is een heel bijzondere speelgoeddino. Wanneer Oskar plots verdwenen is, gaat zijn trouwe vriendje meteen naar hem op zoek. Dat is de start van een fantasierijk avontuur waarin bergen worden verzet, zeeën worden doorkruist en twee kameraden het gevaar trotseren. Wederom een origineel, visueel kinderboek als ode aan de fantasie, zonder woorden maar met prenten die spreken.

Dadamagazine

# 01 .2016

Spirito santo. Amen Naast deze fantasierijke kinderboeken kan je op de leuke website van Jacques&Lise nog een schat aan andere illustraties in geheel eigen stijl ontdekken, gaande van originele en inventieve geboorteen trouwkaarten tot vernuftige illustraties voor magazines en pientere campagnebeelden.

Zes mooie kinderboeken te winnen Speciaal voor Dada Magazine stelt Uitgeverij Van Halewyck twee exem­plaren van elk boek ter beschikking als herfstcadeau. Elk boek wordt persoonlijk ‘getekend’ door Jacques&Lise. De meest originele tekeningen die ons per post bereiken vóór 6 december krijgen een exemplaar toegestuurd vooraleer de herfst voorbij is.

Dada: www.jacquesandlise.com www.behance.net/jacquesandlise

14

|

15


Muziek

festival | alternatief | ecologie grafisch ontwerp | luca

Groot tuinfeest in stijl Begin augustus vond de 16e editie van het Absolutely Free Festival (AFF) plaats, een ‘gratis’ tweedaags zomerfestival vlakbij de voormalige mijnsite C-mine in Winterslag. Een op en top Genks festival met een mooi beeldlogo! Op de affiche van de drie podia stonden minder alledaagse genres als altcountry, indiepop en post-rock. Door Dada Magazine

A

bsolutely Free Festival is een initiatief van twee Genkenaren, Patrick Vandewalle en William Wijns. Hun motivatie was dat lokaal talent – Genks en Limburgs – op dat moment te weinig podiumkansen kreeg. Swingin’ Genk (voorloper van Genk On Stage nvdr.) had destijds amper aandacht voor beginnende bands. AFF was daarop hét antwoord. In 1994 vond de eerste editie plaats op de Melberg in Termien. In 2000 viel de organisatie echter uit elkaar. “Het concept was op, het statement was gemaakt en ondertussen waren er steeds meer lokale festivals die deden wat AFF deed,” legt Patrick uit.

De ene dag mikt aff op uw dansbenen, de andere dag is het de beurt aan binnen- en buitenlandse gitaren!

Dadamagazine

# 01 .2016

Een nieuwe start, een nieuwe generatie In 2008 zijn ze opnieuw gestart met een compleet andere ploeg. Ze vonden dat het festivalaanbod qua bands en genres erg was verschraald (overal dezelfde bands in dezelfde setting) en ze wilden opnieuw een statement maken qua festivalbeleving. Sindsdien vindt het festival plaats nabij C-mine. In 2011 gaf Patrick Vandewalle het roer definitief door aan jonge Genkenaars, Lennart Janssen en Art Philippeth.

dragen van hergebruik; zo waren ze het eerste festival in Vlaanderen dat gebruikmaakte van herbruikbare bekers waardoor je een kraaknette festivalweide hebt. In 2010, 2011, 2012 en 2013 werd het AFF steeds genomineerd voor de European Festival Awards in de rubriek Best Small Festival. AFF kreeg voor hun concept in 2012 de OVAM Groen­ event Award. Op de festivalweide zijn er veel gezinnen te zien. De organisatie telde dit jaar tussen de muziekliefhebbers 500 kinderen met gehoorbescherming. Het lijkt misschien op een uit de hand gelopen tuinfeest, maar de festvialbezoekers nemen woorden als ‘gezellig’, ‘klein, maar fijn’, ‘plezant’ en ‘goede muziek’ heel vaak in de mond. Procrastinatie!

Een propere wei

Niet erg als u niet onmiddellijk weet wat deze term betekent. Ik werd er zelf voor het eerst mee geconfronteerd toen ik lesgaf aan Wouter Medaer. Mijn opdracht voor de derdejaars bachelor bestond eruit om een grafisch magazine te maken over zichzelf. Wouter noemde zijn magazine ‘Procrastination’, wat zoveel betekent als studie-ontwijkend gedrag of uitstelgedrag tour court; het uitstellen van taken die men eigenlijk wil of moet doen en waarbij men weet dat het uitstel waarschijnlijk niet goed is en tot moeilijkheden of extra stress zal leiden.

AFF kiest bovendien voor fairtrade foodtrucks, upcycling en duurzame oplossingen. Ecologie en kleinschaligheid gaan hand in hand op het festival. AFF wil een boodschap uit-

Maar wat doet dit ter zake, hoor ik u denken. Wel, ik had op AFF een afspraak gemaakt met Wouter (Studio Wunderkind) omdat ik hem graag het verhaal achter zijn

Ondertussen zet AFF volop in op te ontdekken talent. De ene dag mikt het festival op uw dansbenen met techno, house en elektronica, de tweede dag zijn de binnen- en buitenlandse gitaren aan de beurt. Bij inlevering van drie gebruikte batterijen mag je gratis binnen. Wie geen lege batterijen bijheeft, kan 3 euro doneren voor het Absolutely Free Forest, een natuurgebied dat het AFF samen met Natuurpunt onderhoudt.

logo-ontwerp voor AFF wilde laten vertellen. Is er iets tussen gekomen? Misschien heeft hij opnieuw last van procrastinatie! Ofwel is het gewoonweg heel druk zoals hij enkele dagen later zelf aangeeft wanneer ik hem opnieuw contacteer via Messenger. Het basisidee achter de huisstijl van AFF is dat het een eigen wereld moest worden; een klein eiland waar vanalles kan gebeuren op twee dagen en eentje dat steunde op drie heel duidelijke principes: gratis, groen en alternatief. Het eerste idee van Wouter was om te werken met vlaggen, omdat je op die manier de identiteit van een ‘land’ weergeeft. De eerste versie van het logo bestond ook uit drie

vlaggen. Ook de letter A was toen nog een wimpel. De twee F’en waren zoals ze nu zijn. Bij AFF vonden ze de A niet leuk of leesbaar genoeg. Vervolgens ontstond het idee om er een tent van te maken omdat het concept van een camping naar de voorgrond trad. Verder was er ook een overeenkomst met de tenten op de festivalweide. “Toen ik die drie vormen had, ben ik daarmee gaan spelen”, vertelt Wouter. “Ik heb ze in een driehoek vorm gezet zodat de eerste F iets hoger kwam te staan, waardoor je het gevoel krijgt van een uitstulping, zoals twee palmbomen op een eiland in een cartoon.” Met opnieuw een succesvolle editie lijkt AFF te bevestigen als verfris-

send alternatief ontdekkingsfestival. Volgende zomer zijn we zeker opnieuw van de partij! Wouter ‘Wunderkind’ is tevens de artdirector bij het tweemaandelijks Tijdschrift Gonzo (circus) over Muziek.Kunst.Meer. Daarnaast oogst hij, samen met Jonas Wellens, momenteel veel succes met Visuals Internationals, een co-productie die leuke en grappige, grafische animaties en video’s in elkaar knutselt.

Dada: www.absolutelyfree.be wunderkind.es (let op de landcode!) visuals-internationals.com

16

|

17


cross-over

wetenschap | technologie kunst | design

Professor X Prof.dr. Jean Vittorio Manca – geboren en wonend in Genk – is hoogleraar experimentele natuurkunde en hoofd van de nieuwe onderzoeksgroep X-Lab en van het didactische/educatieve labo Phys-X-Lab aan de Universiteit Hasselt (UHasselt) waarbij cross-over en interdisciplinariteit het stuwende en dynamische hart vormen. Door Jean Manca & Dada Magazine

J

ean Manca publiceerde meer dan 150 artikels in internationale wetenschappelijke tijdschriften, onder meer in Nature Materials, en heeft naast (inter)nationale onderzoeksprojecten tevens deelgenomen aan verschillende ‘Science-meets-Art’-kruisbestuivingsprojecten. Hij was decaan van de Faculteit Wetenschappen aan de UHasselt van 2009 tot 2013. Weten­schaps­ popularisering en het warm maken van de jeugd voor wetenschap – wetenschap is cool en seXy en kan oplossingen aanleveren voor een betere wereld – is een van zijn dada’s.

eXploration and crossXover for a creative and sustainable future

Dadamagazine

# 01 .2016

Onderzoek Zijn visie op wetenschappelijk onderzoek: “Onderzoek is de exploratie van de wereld, het aanschouwen van nieuwe schoonheid en het ontdekken van nieuwe horizonten – ‘Physics is a frontier science’, en kan leiden tot nieuwe inzichten in de spelregels van de natuur en van het heelal. Wetenschap is net als kunst een van de fundamenten van de menselijke cultuur en beschaving. Een bijkomend voordeel van nieuwe wetenschappelijke inzichten is dat deze op termijn kunnen leiden tot nieuwe toepassingen voor een betere wereld.” Zijn onderzoek omvat de fundamentele

studie van het begrip ‘energie’ en van elektro-optische mechanismen in de natuur en in nieuwe (bio-geïnspireerde) materiaalsystemen, de ontwikkeling en karakterisatie van nieuwe generatie elektro-optische toepassingen, sensoren, zonnecellen en wearables (bv. intelligent textiel) en de exploratie van nieuwe concepten en materiaalsystemen voor energieomzetting en sensing.

‘eXploratie en crossXover voor een creatieve en duurzame toekomst’. Volgens Jean Manca is er in de regio zeer veel potentieel om tot dergelijke vruchtbare cross-overs te komen: “Een voorbeeld van een potentieel interessante cross-over is de brug slaan tussen design/ kunst en wetenschap/technologie via een samenwerking C-mine/ UHasselt”.

Recente onderzoeksgebieden zijn ‘bio-photovoltaics’ (elektriciteit uit levende planten), ‘artificiële fotosynthese’ en ‘cable bacteria’ (elektrisch geleidende bacteriën). ‘De natuur is zeer creatief in het onttrekken van energie uit de omgeving en we kunnen hier veel van leren’ is de onderliggende drijfveer voor deze nieuwe, interdisciplinaire onderzoeksactiviteiten.

Van elektrische vissen tot de ruimte

Exploratie en cross-over In het academiejaar 2013-2014 heeft hij in het kader van een FWOsabbatical-leave projectonderzoek verricht aan Stanford University en aan het Massachussets Institute for Technology (MIT). Op basis van deze ervaringen is hij recent gestart met de nieuwe initiatieven ‘Phys-X-LaB’ en ‘X-LaB’, waarin de X staat voor onder andere eXploratie en cross-over (X-over) tussen verschillende disciplines die centraal staan in onderwijs en onderzoek met het oog op een creatieve en duurzame toekomst. De fundamentele en grensverleggende onderzoeksprojecten binnen X-Lab omvatten interdisciplinaire projecten, variërend van de verkenning van nieuwe concepten voor energieconversiemechanismen tot de studie van de ‘fysica van levende materie’ en biomimetische concepten. Daarnaast streeft X-Lab ernaar een creatief cross-over labo te zijn waar de wetenschap, technologie, kunst en design samensmelten met als mission statement

In het verleden zijn er reeds verschillende interessante samenwerkingen en kruisbestuivingen geweest tussen kunstenaars en het labo van Prof. Manca. Het archetype-voorbeeld hiervan is het ‘EOD’-project in samenwerking met kunstenaar Frederik De Wilde. ‘EOD’ staat voor ‘Electric Organ Discharge’ en verwijst naar de elektrische signalen uitgezonden door bijvoorbeeld de ‘Black Ghost Knife’-vis, een soort die leeft in onder andere de troebele wateren van de Amazone-rivier. De ‘Black Ghost Knife’-vis gebruikt deze elektrische signalen om te communiceren met soortgenoten en om zichzelf ten opzichte van de omgeving te localiseren (electro-locatie). Samen met fysica-studenten werd een meetopstelling gebouwd om deze signalen te kunnen detecte-

BEXUS-ballon wordt klaargemaakt voor een vlucht in de atmosfeer

ren. Deze opstelling werd door de kunstenaar onder andere gebruikt om de gedetecteerde signalen om te vormen tot muziek. In een volgend stadium zou het misschien mogelijk zijn om rechtstreeks te communiceren met de vissen, de signalen om te zetten tot bruikbare elektriciteit of nieuwe type biologisch geïnspireerde sensoren te ontwikkelen. Wijlen Jan Hoet heeft deze installatie in UHasselt bezocht en was er bijzonder lovend over. De installatie heeft vervolgens de wereld rond gereisd. Een van de projecten waar momenteel door een interdisciplinair

team van studenten heel hard aan gewerkt wordt is het OSCARproject (‘Optical Sensors based on CARbon materials’) in samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. De bedoeling van dit project is het testen van nieuwe generatie zonnecellen en magnetometers. In oktober 2016 wordt er een reusachtige onderzoeksballon met deze apparatuur aan boord gelanceerd vanuit de ESA-basis in Kiruna (Zweden) tot op een hoogte van 25 km. Naast technologie voor een betere toekomst zal de ballon samen met het OSCAR-project tevens inspirerende kunst voor een betere toekomst tot op grote hoogte brengen. Dit zal gebeuren aan de hand van o.a. poëzie, songteksten, citaten, … Een van die citaten is van Martin Luther King Jr. (1929-1968) : “Darkness cannot drive out darkness; only light can do that. Hate cannot drive out hate; only love can do that.”

Dada: www.uhasselt.be/onderzoeksgroepen www.frederik-de-wilde.com EOD04 — Electric Organ Discharge

18

|

19


cross-over

wetenschap | technologie kunst | koolmijn

Het zwartste zwart op aarde is nu nóg zwarter Zwart is niet zomaar zwart. Dat weten grafici als geen ander. 100% standaard offset zwart is maar een grijzig afkooksel van het veel diepere effect dat je kan bereiken met een voller, warmer (of net kouder) ‘rich black’. Iedere ontwerper heeft zo zijn eigen receptje voor dat perfecte, diepe zwart. Maar zelfs het perfect samengestelde ‘rich black’ is niet écht zwart. Maak kennis met Vantablack en super-dark nano-black in de strijd om het zwartste zwart op aarde. Door Dada Magazine – Bron Grafeen (Kenny Verhulst) & Jumpline

J

e hoeft echter niet meteen in een Pantone kleurenwaaier op zoek te gaan naar Vantablack. Blijkbaar zijn de exclusieve gebruiksrechten voor deze ‘kleur’ opgeëist én toegekend aan de Brits-Indiase kunstenaar Anish Kapoor. Tot groot ongenoegen van menig ander kunstenaar. Maar niet getreurd, want Vantablack is niet het enige super-zwart. Zwarter dan zwart, dus. Het is eens iets anders dan witter dan wit.

Er schuilt een soort van schoonheid in de poging om het zwarterdan-zwart concept te realiseren

dadamagazine

# 01 .2016

Hostage In 2010 had kunstenaar Frederik De Wilde een wereldprimeur met zijn schilderij 'Hostage'. Het bestaat uit het donkerste materiaal ooit gemaakt, 144 keer zwarter dan zwart. Het werk bestaat uit een kader in gewoon zwart, met daarin een kader van zeven op zeven centimeter uit het nieuwe zwart. Dat is volledig op nanoschaal opgebouwd, atoom na atoom, in samenwerking met de Amerikaanse Rice Universiteit. Het vangt bijna alle licht op. Frederik De Wilde heeft dat zwart geadopteerd en het zijn naam gegeven. De Wilde fungeert op het grensgebied tussen kunst, technologie en wetenschap. Hij meent dat kunst de poëtica van de verbeelding is en wetenschap de poëtica van de werkelijkheid. Als specialist in nanotechnologie en computerwetenschappen behoort de moderne artiest, in dit digitale tijdperk, tot een nieuwe klasse. Een nieuw ras, gesneden uit het hout van de moderne veelkundige. Gewapend met de verworven skills

uit verschillende opleidingen en honger naar vernieuwing, codeert en doceert De Wilde zijn ideeën over het universum in vorm tot de meest diepzinnige realisaties. Vantablack Vantablack werd in 2014 ontwikkeld door Surrey NanoSystems en absorbeert zo’n 99,965% van alle licht. Het is opgebouwd uit talloze koolstofnanobuisjes. Wanneer licht op een dergelijk super-zwart valt, weerkaast het niet, maar zit het als het ware gevangen en wordt het voortdurend heen en weer gekaatst tussen de buisjes alvorens omgezet te worden in warmte. Zelfs wanneer je Vantablack aanbrengt op een glanzend oppervlak zoals aluminiumfolie, creëer je alsnog een bodemloze leegte. Het is alsof je in het diepste niets staart en elke notitie van vorm en kleur verdwijnt. Spooky.

kleur bekend bij de mens te produceren, waarmee de kunstenaar het huidige begrip van kleurentheorie wil buigen in de geest van de mensen. “Er schuilt een soort van schoonheid in de poging om het zwarterdan-zwart concept te realiseren,” laat De Wilde weten op zijn website. “Niet alleen bij het claimen ervan, maar ook tijdens het proberen om het te produceren met gissen en missen. Er is schoonheid in twijfel, om te twijfelen en perceptie en realiteit in vraag te stellen, simpelweg door de poëtische vraag te stellen: ‘Is er iets zwarter dan zwart?’ ” Het kostte de artiest decennia om de zwartste zwart-nanokunstwerken te contextualiseren en te realiseren – om uiteindelijk ‘zwarter-dan-zwart’ kunst in een labo te kunnen ontwikkelen. Het materiaal is uiterst bijzonder voor de wetenschap. Uit onderzoek blijkt dat 3D-grafeen een uitstekende geleidbaarheid heeft en

een hoge katalytische activiteit, waardoor het goed te gebruiken is voor energieopslag en conversie. Je zou er bijvoorbeeld een nieuw type zonnepaneel mee kunnen maken met een hoger rendement. M1NE#1 De ‘M1Ne#1’-sculptuur van Frederik De Wilde – een voorstelling van oude mijngangen in de Limburgse ondergrond – is een verbazingwekkend staaltje van optische illusie: de 3D-structuur is zo diepzwart dat ze optisch tweedimensionaal lijkt doordat alle invallend licht gecapteerd én vastgehouden wordt in de coating. Het super-zwart werd op het kunstwerk aangebracht via een chemisch dampproces.

Het resultaat van het kunstwerk is zo overdonderd dat het brein – aan de hand van de informatie die wordt aangereikt via de zintuigen – werkelijk problemen heeft om uit te spitten waar het naar kijkt. Het lijkt alsof de illusie ontstaat van een zwart hol, waar ruimte geen enkel spoor van diepte laat opmerken. Een soort van void, een ‘nietsheid’. Melotte in Zonhoven vertaalde de 2D-plannen van de mijngangen naar een complex, printklaar 3D-model. De studie, ‘M1NE # The Great Escape’, behoort tot de kunstcollectie van de UHasselt en is te bezichtigen in de cafetaria van de universiteit. Blackstar

Elke mijn werd bolvormig voorgesteld, wat resulteert in een mijn in een mijn in een mijn. Dit suggereert een staat van oneindigheid. De uiteindelijke vorm lijkt op een vogelnest, het symbool van de

Twee dagen nadat David Bowie stierf (de ster met artiestennaam ‘Ziggy Stardust’) kreeg De Wilde een officiële confirmatie van Carnegie Mellon University en Google Lunar Prize X, met het nieuws dat een kunstwerk uit de serie van zwarter-dan-zwart als winnaar uit de bus kwam, en zich daarom mag opmaken voor een enkele reis richting de maan. Frederik De Wilde wordt zo de tweede Belg die deze eer te beurt valt. Zijn kunstwerk mag een aluminium beeldje van Paul van Hoeydonck vergezellen, ‘Fallen Astronaut’, dat bemanningsleden van de Apollo 15 in het kalenderjaar van 1971 op de maan wisten te plaatsen.

Super-dark nano-black Met M1NE – een sculptuur die zwarter is als zwart – maakte De Wilde gebruik van grafeen en koolstofbuisjes (opgerold grafeen) om zo de gewenste diepe donkere kleur te bekomen. Niet ‘Vantablack’, zoals wel vaker wordt beweerd, maar het Belgische werk van De Wilde is het zwartste zwart ter wereld. Zowel de kleur, het verhaal erachter, de inhoud en het lichaam van kennis achter de kunstwerken van De Wilde situeren zich veel dieper, veel fundamenteler. In samenwerking met het Amerikaanse NASA ontwikkelde de artiest een techniek om de zwartste

eenheid tussen de mijnwerkers.

Bowie’s laatste album kreeg trouwens de naam ‘Blackstar’ mee, terwijl De Wilde zwarter dan zwarte zonnen/sterren creëerde met behulp van opgerold grafeen, of sterrenstof. Koolstof is sterrenstof.

M1NE#1 van Frederik De Wilde, een 3D-visualisatie van de Limburgse steenkoolmijnen, werd ontwikkeld in het kader van een kunstintegratieproject aan de Universiteit Hasselt.

Dada: www.frederik-de-wilde.com www.grafeen.be

20

|

21


muziek

nederlandstalig | lage landen songwriting | label

De Generale repetitie is voorbij De Generale Klank Maatschappij is een muzikaal initiatief van twee Genkse jeugdvrienden en een Maastrichtse mediadame. Deze Laaglandse Liedjesmakerij wil een werkplaats creëren waar muziek gemaakt en opgenomen kan worden, met als doel: splinternieuwe, ‘radiorijpe Laaglandse liedjes’ produceren; bij voorkeur in het Algemeen (of dus ‘Generaal’) Nederlands, en dit onder een eigen label.

vormde later met pianist Jo Nicolaï een duo. Samen brengen zij al meer dan 20 jaar livemuziek met muziek uit de wilde-haren-tijd van hun overleden vaders (Aznavour, Brel, Shaffi, Decraene, …). Ze gebruiken daarvoor ook hun voornamen als welluidend pseudoniem: Chansons & Variété met Jules & René. Edwin werkte jarenlang voor videoproductiehuizen (reclamespots, bedrijfsfilms, … zowel schrijven als inlezen van) maar is daarnaast zelf ook een gepassioneerd liedjesmaker. Hij zorgt zo nu en dan ook voor een humoristische noot. Zo is zijn lied ‘Tussen Genesis & al dieGenen’ op hun debuutcd een licht-komisch liefdesliedje waarover hij beweert dat hij het samen met Mozes en Darwin heeft geschreven … als de twee oer-auteurs (woordmensen!) van de twee meest bepalende mens- en wereldbeelden.

D

eze nieuwe Nederlands-Belgische liedjesmakerij is een samenwerkingsproject van twee Genkenaars Koen Meyvisch en Edwin Pâques en de Maastrichtse Vivienne Bancken.

Huisvlijt Het stond al een tijdje op de ‘bucketlist’ van Koen om met zijn over de jaren heen gemaakte liedjes en teksten iets te doen, maar hoe begin je aan zo’n muzikaal avontuur. Een aantal jaren geleden heeft Koen zijn jeugdvriend Edwin gevraagd om bij de Genkse Borderline Breakdown Band country- en bluegrassliedjes komen zingen. Edwin Pâques is een ‘woordmens’ en vertolker van Nederlandse, Franse en Duitse chansons. Hij begon met zijn band De Bourgondiërs en

Dadamagazine

# 01 .2016

Je kan je inbeelden dat country en bluegrass niet echt Edwins metier waren, maar het beviel hem toch zodanig dat hij er niet meer van weg te slaan is. Voor de teksten, stemregie en deels ook de vertol-

king vroeg Koen hem in november 2015 om mee in zijn project te stappen. Edwin bracht al meteen een ronkende naam voor de onderneming mee: de ‘Generale Klank Maatschappij’ en hij zou zich ook bezighouden met de liedjesteksten en de formats voor de songs. Vivienne Bancken was jaren leadzangeres van de gerenommeerde coverband B-sharp.Tevens is zij zangeres en mede-liedjesschrijfster voor het eerste album ‘Teardrops and Snow’ van Senzy Mood. Vivienne, ook voormalig marketing & productmanager bij Dagblad De Limburger en tv-anker van een Maastrichtse talkshow, bood zich spontaan aan als zangeres van diezelfde band. Samen met twee ervaren muzikanten van de wijlen Bascule Band en een swingende contrabassist groeide deze samenwerking uit tot de Generale Klank Maatschappij.

Vlnr. Edwin Pâques, Vivienne Bancken en Koen Meyvisch

Maatschappij. Een zeer ‘Belgische’ naam, zou je kunnen zeggen. Toch is dat niet helemaal juist”, vertelt Edwin. “Die ‘Generale Maatschappij’ werd immers oorspronkelijk gesticht door een Nederlander, met name ‘Koning Willem I’, in het jaar 1822, ten tijde van het ‘Verenigd Koninkrijk der Nederlanden’, dat goeddeels de geografische vorm had van de huidige ‘Benelux’.” De Generale Klank Maatschappij heeft geen politieke ambities of bedoelingen. Ze is pluralistisch, maar cultureel trots op die oude meertaligheid van het Benelux-gebied: de ‘Lage Landen’, de oude ‘Nederlanden’, les ‘Pays Belgiques’. Die rijkdom van meertaligheid laten ze graag al eens doorklinken.

Generale Klank Maatschappij

gloednieuwe Laaglandse ‘liedjesmakerij’, ‘une chansonnerie’, ‘eine Liederei’!

Behalve dat ze het een hele leuke naam vonden, kozen ze voor ‘Generale Klank Maatschappij’ omdat deze naam sterk verwijst naar de geschiedenis van de (industrialisering) van de Lage Landen. “De naam verwijst uiteraard naar de Generale Bank en de Generale

De eerste met naam bekende auteur van de Nederlandse, en zelfs Duitse, taal was de van Spalbeek afkomstige Hasselaar Hendrik Van Veldeke die in opdracht van een Maastrichts klooster schreef. Hem indachtig hopen zij met hun Generale Klank Maatschappij het Algemeen Nederlands voor het

gehele Nederlandse taalgebied als liedjestaal weer wat in eer te kunnen herstellen met leuke ‘radio-liedjes’. “Wij zijn een ‘liedjesmakerij’ … eine ‘Liederei’, une ‘chansonnerie’. Wij, ‘de Limburgers’, waren altijd al de besten om onze taal te laten ‘zingen’, toch?” zin(g)speelt Edwin Pâques. Het begrip ‘generale’ staat voor ‘algemene’ De ‘Generale Maatschappij’ heette onder Willem I echter ‘Maatschappij ter begunstiging van de huisvlijt’ en het was zowat de eerste ‘holding’ uit de geschiedenis van het kapitalisme: een investeringsmaatschappij die kapitaal inzamelde, maar dan voor het eerst in de geschiedenis los van het doel waarvoor het moest dienen. Zo kon met het investeringskapitaal net zo goed een school worden gebouwd als een krediet verleend aan een startende bakker of ‘s werelds eerste staalhoogoven ‘CockerillSambre’ in Seraing. Tegenwoordig zouden we die maatschappij in de Derde Wereldlanden omschrijven

22

|

23


muziek

nederlandstalig | lage landen songwriting | label Muzikaal platform Zoals elke maatschappij wil ook de Generale Klank Maatschappij groeien. Daarom staat haar deur ook open voor mensen met een muzikaal ei, dat maar niet gelegd wordt. Ze probeert dat dan samen uit te broeden, zowel op muzikaal als tekstueel vlak. Onze moedertaal, onze broedertaal en onze neventalen

als een klein-kredieten-maatschappij. Vanaf het ontstaan van België (1830-39) zou de naam dan gewijzigd worden in Société Générale hetgeen in het (in België aanvankelijk veelal nogal stiefmoederlijk behandelde) Nederlands werd vertaald naar ‘Generale Maatschappij’. Noord en Zuid De Generale Maatschappij was van oorsprong zeer NederlandsBelgisch verhaal was, net als de Generale Klank Maatschappij er in velerlei opzichten naar streeft een zeer Nederlands-Belgisch verhaal te zijn. Vlamingen en Nederlanders delen immers dezelfde taal, hoezeer die ook al eens anders wordt beleefd omwille van de zeer uiteenlopende geschiedenis van Noord en Zuid. Overigens, in het Frans heette het Koninkrijk der Nederlanden onder het gezag van Willem I: ‘Le Royaume Uni des Belgiques’ met ‘Belgiques’ als een vertaling van de meervoudsvorm ‘Nederlanden’

Dadamagazine

# 01 .2016

zodat het grondgebied van huidig ‘Nederland’ ook als ‘une Belgique’ werd omschreven. ‘Nederland’ als één van de twee Belgiën. Best een grappig weetje, toch? Strikt etymologisch gezien is dat ook niet geheel onjuist. En vele Belgen vragen zich wel eens af waarom Nederlanders hen vragen of zij ‘Belgisch’ spreken. Maar de Nederlanders hebben niet geheel ongelijk met hun vraag: ‘Belgisch’ betekent immers ‘Nederlands’. In alle Franse literatuur tot 1750 werden de Nederduitse talen (Loons, Gronings, Brabants, West-, Oost-, Zeeuws-Vlaams, Hollands, enz.) omschreven met de term ‘Les Langues Belgiques’, de ‘Nederduytsche tongen’ (tongvallen) of dus de Laaglandse streektalen. Zo wil de Generale Klank Maatschappij ook in hun liedjes de Neder­landse taal weer gaan hanteren en herwaarderen: als een grote stroom, gevoed door vele zijrivieren, want dat is wat onze taal rijk maakt. Laat dat onze taalstrijd

zijn, ons streven in het taalgebruik. Liefde in de Lage Landen Het was een logische keuze voor geboren en getogen Genkenaar Koen Meyvisch om bij Pino Guarraci (Studio Crescendo) zijn verhaal te gaan doen en tijdens enkele tasjes koffie werd een muzikaal project op poten gezet. Met de creatieve inbreng van ervaren muzikanten, die bij grote namen in de muziekwereld hun strepen hebben verdiend, werden de eerste audio-opnames gemaakt. Edwin, met als Nederlands klankbord Viv, had ondertussen de teksten van de vijf liedjes van Koen herschreven, Koen arrangeerde twee liedjes van Edwin en Viv, en zo ontstonden de zes nummers die de Generale Klank Maatschappij nu, als hun eerste productie, uitbrengt onder de welluidende titel: ‘Liefde in de Lage Landen’. Deze debuutcd hebben ze helemaal op eigen kracht, én met eigen middelen, gemaakt en werd deze zomer gelanceerd.

Met de doelstelling om leuke, radio­rijpe liedjes te produceren voor de Lage Landen als geheel, hopen ze deels ook de vraag naar nieuwe Nederlands(talig)e muziek mee te kunnen invullen; een ‘vraag’ die ook ontstaan is door de nieuw opgelegde barema’s voor Nederlandstalige muziek. Eerst en vooral doen ze dit in hun eigen Algemene (of ‘Generale’) Nederlandse taal, al sluit dat geen gebruik van andere talen uit en al zeker niet de ‘neventalen’ Frans of Duits. Niet A.B.N., niet A.N., maar A.V.N.

zelfs voorloper, van het Europese saamhorigheidsgevoel.” Ze willen eerst en vooral, en met veel ‘huisvlijt’, nieuwe Nederlandse liedjes blijven maken met hun Generale Klank Maatschappij. Spoorbaan Om hun taal nog meer in de verf te zetten, houden ze er ons aan om telkens een Nederlandstalige dichter op muziek te zetten. Koen Meyvisch, de componist, vond op een zomerse zondagse oude-boekenmarkt in Bilzen een dichtbundel van wijlen Herman De Coninck. Bij het naar huis rijden moest hij zodanig lang wachten aan de spooroverweg dat hij een heel arrangement had geschreven op een poëtisch pareltje van één van de grootste Vlaamse dichters ooit. Wachtend bij die slagboom las hij ‘Spoorbaan’, een gedichtje vol verlangen naar de grote wereld daarbuiten … om mee te gaan … méé met de trein … het maakt niet uit waarheen. Duosongs

Het Nederlands is zeker niet de makkelijkste muziektaal. Maar het is wel ‘onze’ taal en de Generale Klank Maatschappij hoopt ertoe te kunnen dragen om zichzelf – als Nederlandstaligen van Noord tot Zuid – meer mooie, nieuwe liedjes op de radio te gunnen in het A.V.N., het best mogelijke ‘Algemeen Verstaanbaar Nederlands’ (een term die ze voor de gelegenheid zelf maar eens bedenken) én alle mogelijke klankrijkdommen die onze taal zo eigen is!! Voorts voegen ze daar graag aan toe dat er in de Lage Landen nog andere talen thuis zijn: “Fries, Duits, Frans en waarom zouden we ons te beroerd voelen om ook van die rijkdom al eens gebruik te maken in onze liedjes? De oude Benelux was altijd al een uiting, en

c’est moi’. Dat bracht hen meteen ook op het idee om de song tweetalig te maken en er zelfs bewust een citaatje uit te ontlenen: “celui qui t’a aimé, qui t' embrassait et te faisait pleurer …”. C. Jérome was een Frans zanger. Zijn echte naam was Claude Dhotel en hij scoorde zijn grootste hit met ‘Jérome, c’est moi’. Koen Meyvisch, Edwin Pâques en Vivienne Bancken hopen zodoende met deze nieuwe ‘duosong’ ook het leuke, oude chanson uit godbetert 1974 weer eens terug onder de aandacht te brengen. “Het zou leuk zijn als een radiomaker ze ‘samen’ draait … dat is immers helemaal de bedoeling van zo’n ‘duosong’! Het brengt de radiomaker wat mee ‘op verhaal’, hopen we”, besluit Koen. Het debuutalbum is volledig gratis te beluisteren/bekijken op YouTube. De cd is enkel te koop bij George & the Bear in de Vennestraat.

Dada: www.generaleklankmaatschappij.be

Een van de creatieve waarmerken van de klankmaatschappij is de ‘duosong’, een term die ze overigens zelf bedachten. Ook hierin geldt ‘Jérôme’ als een schoolvoorbeeld. De definitie van het woord is een­voudig: een duosong is ‘een liedje over een liedje’, zodat je het oorspronkelijke liedje als een duo kunt laten horen met het nieuwe liedje erachteraan. Het eerste liedje dient meestal als inspiratie voor het nieuwe liedje of er werd een liedje gemaakt (zoals bij het nummer ‘Jérôme’ het geval is) waarin gaandeweg veel gelijkenis werd aangetroffen met een oud, eerder nummer, want door de naamkeuze van ‘Jérôme’ kwamen ze als vanzelf uit bij ‘Oui Jérôme,

Vijf cd's te winnen Speciaal voor Dada Magazine schenkt de Generale Klank Maatschappij vijf cd's weg. Iedereen die ons vóór 6 december een e-mail stuurt maakt kans. De winnaars krijgen een exemplaar toegestuurd vooraleer de winter begint.

24

|

25


kunst

winterslag | cité koolmijn | luca ‘Keep Forget’ maken het mogelijk om opnieuw verhalen van het verleden te vertellen van grootouders aan hun kleinkinderen, of bij de buren, of bij vrienden. Anderzijds willen de artefacten ook ruimte geven om er nieuwe verhalen van te maken zoals ‘we spreken af bij de kanarieboom’ of ‘ik zie je onder het gedicht in de Tuin van Betty’. Maar alles begon natuurlijk op straat, bij de mensen van Winterslag zelf.

Kanarie in de koolmijn Keep Forget is een artistiek onderzoeksproject dat verhalen van mensen van Winterslag verandert in objecten, gaande van kastanjes, pijlen, gele kanaries tot het hartje van Winterslag. Dit sociaal project werd uitgevoerd door de Nieuw-Zeelandse Andrea Wilkinson, onderzoeker en docent aan de LUCA School of Arts, Genk en Thomas Billen, grafisch vormgever en web­designer bij Tomatski. Door Dada Magazine

I

n dit onderzoek functioneert de Genkse wijk Winterslag als case study. De bewoners van de wijk worden op een participatieve manier betrokken bij het proces. Ze worden aangezet tot het delen van hun reflecties en locatie-gebonden herinneringen over hun ervaringen met de veranderingen en/of de uitdagingen van hun wijk.

‘Keep Forget’ focust op het verzamelen van deze verhalen en op het maken van op deze verhalen geïnspireerde artefacten en objecten die dan terug in de wijk geplaatst worden. Het begon als een onderzoeksproject, maar groeide al snel uit tot een gepassioneerd ontwerp project. Vaak zijn projecten als dit van korte duur met als eindpunt een boek, een tentoonstelling of een tijdelijke interventie. Voor ‘Keep Forget’ was dit niet voldoende, de artefacten zouden blijven, het project moet een nalatenschap hebben, het moest een cadeau zijn aan de wijk gegeven als dank voor al de verhalen en conversaties. Er zijn verschillende ontwerpen gemaakt; onder andere een logo dat toont hoe belangrijk deze plek

Dadamagazine

# 01 .2016

De kanaries gingen van hun stokje

is voor de mensen van Winterslag en een reusachtige muurschildering met een stukje poëzie over een perenboom met 21 soorten peren. Verder staat er in de wijk een grote pijl die naar andere landen wijst omdat iedereen in de zomervakantie naar een andere thuis gaat, maar altijd graag terugkomt naar het hartje van Winterslag.

Met takken gooien om kastanjes uit een boom los te maken werd bengelen genoemd Het is fijn om in deze mooie en groene omgeving te wonen en de seizoenen te zien veranderen. De grote lichtbak geeft het mooi weer: ‘lente, zomer, herfst, winterslag’. Op de grens van Winterslag is er op fietspaden een welkomsbericht geplaatst voor mensen die de wijk binnenkomen. De artefacten van

“Ik ben ook een soort kanarie en samen leven wij nu verder boven de grond”, vertelt Emanuele Bomboi. Vroeger gingen kanaries mee de mijn in om te waarschuwen wanneer er gas in de mijn zat. Als ze (letterlijk) van hun stokje gingen, met andere woorden als de kanarie dood ging, wisten de mijnwerkers dat er dodelijke gassen aanwezig waren en was er hopelijk nog tijd genoeg om te vluchten en hun leven te redden. Zonder de kanaries zouden er in de mijnen veel meer slachtoffers zijn gevallen. Dit laatste en het feit dat een zingende kanarie ook een prettig gezelschap zal zijn geweest in de verder pikdonkere mijn, maakte dat zelfs de geharde steenhouwers zich konden hechten aan ‘hun’ kanarie. Hoe grof

en onbehouwen ze soms ook afgeschilderd worden, ze hadden een groot hart voor een klein vogeltje. Nu men in Winterslag niet meer onder de grond moet werken, hebben de kanaries een andere, bovengrondse toekomst gevonden. Ze zijn vanuit de mijnen naar allerlei plekken in Winterslag en de wereld gevlogen. Als je goed kijkt kan je ze vinden in de Oostlaan. Bengelende bengels “Vroeger stond Winterslag vol met kastanjebomen. Hier hebben wij vaak gebengeld”, verklapt Eduard ‘Warke ‘Bammens. Met takken gooien om kastanjes uit een boom los te maken werd bengelen genoemd. De plek bij uitstek hiervoor was de Margarethalaan want die stond vol met kastanjebomen. Door een ziekte werden ze later gekapt, maar met dit project bren-

gen wij de kastanjes terug naar de Margarethalaan. Er kan terug worden gebengeld en oude verhalen over bengelen kunnen opnieuw verteld worden. Misschien wel aan de kleinkinderen? Hartje van Winterslag Iedere zomer, als de dagen langer worden en de temperatuur warmer, gebeurt er iets in Winterslag. Families beginnen auto’s en busjes vol te stoppen met allerlei cadeautjes voor hun vrienden en familie in het buitenland. In de zomer zoekt iedereen zijn tweede thuis ergens anders op, maar de rest van het jaar zijn ze lekker thuis in Winterslag. “Andere plekken zijn leuk, maar we komen altijd terug naar huis”, vertelt de Marokkaanse Malika Grour. “Midden juli vertrekken we met de auto voor een paar weken naar Marokko. Ik ga gewoon om aan mijn kinderen te zeggen; “kijk, hier is jullie afkomst, hier hebben jullie grootouders geleefd”. Voor hen is dat niet vanzelfsprekend. De kinderen zijn in België geboren, ze gaan hier naar school. Als ik hun vertel over ‘daar’, dan is dat maar een verhaaltje. Maar als ik hun naar ‘daar’ breng en ik zeg “kijk”. Amai mama, zólang rijden en kijk die bergen...”. Dit project is gerealiseerd door de steun van de mensen en organisaties die Winterslag thuis noemen.

Dada: www.keepforget.be

26

|

27


kunst

winterslag | cité koolmijn | luca

Deze gemeenschap was edel en schoon … In 2012 zag het Keep Forget van Andrea Wilkinson voor het eerst het licht. Toen was het concept compleet anders dan nu in Winterslag, maar het was toen ook al wel gelinkt aan verhalen.

andere verhalen zouden leven die relevant kunnen zijn voor de inwoners, maar die niet tot het collectieve geheugen behoren of niet in een of ander archief bewaard zijn.

Door Dada Magazine Teruggeven aan de cité Het project begon vaak met een persoonlijk verhaal, maar het werd uiteindelijk al vlug een verhaal over de gemeenschap.

Thomas Billen en Andrea Wilkinson

O

orspronkelijk was ‘Keep Forget’ een project dat digitale verhalen vertaalde naar analoog formaat; sms-berichten werden ‘bewaard’ in iets fysieks zodat de verhalen niet zo makkelijk ‘verloren’ zouden gaan. In Bilzen heeft Andrea een cityversie gecreëerd voor de inwoners. Hiervoor heeft zij één van de oudste berichten in het Nederlands vertaald naar een neon-typografisch kunstwerk dat aan de gevel van het oude stadhuis van Bilzen hangt als een soort sms van het verleden voor de toekomst.

Dadamagazine

# 01 .2016

Samanunga of samenzijn Deze middeleeuwse zin werd gevonden in het zogenaamde Evangelarium of evangelieboek van Munsterbilzen. Dat verklaart de trotse vermelding tegen de gevel van het stadhuis van Bilzen. De zin maakt deel uit van twee regels die in het evangelarium zijn toegevoegd aan een lijst van (eenen) dertig namen. Omdat het concept over het vertalen van verhalen naar objecten een succes was in Bilzen begon Andrea na te denken hoe dit ook relevant kon zijn voor de cités van Winterslag. Er bestaan namelijk veel projecten rond en over het mijnverleden waardoor zij vermoedde dat er misschien ook

Nalatenschap is belangrijk. De brug moet blijven bestaan Voor Andrea Wilkinson persoonlijk was dit een nieuwe uitdaging. Zij werkt elke dag op de mijncité, maar had weinig voeling met de omgeving en de buurt. Zij ervaarde de academie een beetje als een eiland. En zo heeft dit project voor haar een brug geslagen tussen werk en locatie. Het was ook snel duidelijk dat haar project iets moest teruggeven aan de wijk dat niet van tijdelijke aard zou zijn. Nalatenschap is belangrijk. De brug moet blijven bestaan. “En als kunstacademie moeten wij ook proberen deze bruggen te versterken zodat wij relevant zijn voor de buurt”, beëindigt de NieuwZeelandse grafisch ontwerpster ons gesprek.

28

|

29


mijnbouw

werelderfgoed | engeland koolmijn | steenkool

Reusachtige marionet als eer aan mijnstreek De grootste mechanische marionet ooit gemaakt in het Verenigd Koninkrijk werd op 26 juli voor de eerste keer onthuld aan het publiek. Er bestaat geen betere manier om het ‘tinnen’ jubileum van het industriële verleden van de regio te vieren dan met een gigantische marionet die de looks heeft van een mijnwerker. Door Joël Neelen

M

et deze epische, 10 meter hoge Cornish Man Mining Engine herdenkt men de 10e verjaardag van het Cornwall en West Devon mijnlandschap dat in 2006 erkenning kreeg en aan de Unesco Werelderfgoedlijst van sites werd toegevoegd. De kolos van 40 ton, Man Engine genaamd, is in ‘kruip-modus’ begonnen aan reis van 210 km doorheen het hele mijngebied. De reusachtige

mijnwerker begon zijn opmars in Tavistock en zal zijn reis in het westen van Cornwall beëindigen bij de Geevor Tin Mine. Bij optrekken van de Man Engine – met behulp van mechanische onder­delen – bereikt hij rechtopstaand drie keer de hoogte van een dubbeldekkerbus (Engelse maat). In kruipmodus bereikt hij reeds een hoogte van 4,5 meter. De pop wordt bediend door meer dan een dozijn

mijnwerkers. Ze begeleiden de door stroom aangedreven reus naar 10 historische locaties. Zijn skelet doet denken aan de mijnindustrie: zo is er een gigantische balansmachine die dient als rockende nek, schuifwielen als schouders, gietijzeren klinknagels en handen die gelijkenissen vertonen met 20e-eeuwse graafmachines. Gedurende de hele reis zal de machine begeleid worden met geanimeerde shows met muziek, theater en verhalen. Man Engine is het geesteskind van Will Coleman, oprichter van Golden Tree Productions, en dankt zijn naam aan het apparaat dat werd gebruikt door mijnwerkers als hulpmiddel om zich te verplaatsen tussen de verschillende niveaus. “Ik ben opgegroeid aan de oevers van de Tamar, met allerlei verhalen en de erfenis van de Cornish mijnbouw overal om me heen”, zei hij. In het landschap is duidelijk de impact van de industrie zichtbaar. Het succes en de strijd van de echte mensen die er leefden hebben het Cornish mijnverhaal vormgegeven. Engine Man symboliseert en eert de prestaties, de hardheid, de schoonheid alsook de betekenis van het mijnwerkersvak, de energie en de denkkracht die deze mensen aan de hele wereld hebben geschonken. Met Man Engine liggen de verwachtingen voor een toekomstige verjaardag van de Cornish Mining World Heritage Site wel erg hoog! Deze reus zou ook wel indruk maken op een 1 meistoet in Genk om alzo hulde te brengen aan ons eigen industrieel erfgoed in de Euregio!

Dadamagazine

# 01 .2016

30

|

31


fotografie

landschap koolmijn | terril

HET GEKWETSTE LANDSCHAP Terrils zijn industriële én sociale iconen in het landschap. De uitgestrekte oorden van stilte en rust verdienen respect en bewondering van de gemeenschap waaruit ze ontstonden. Uiteindelijke zijn deze ‘bergen’ door mensenhanden gemaakt. Een aantal terrils wordt afgegraven. Een gekwetst landschap toont zich in vreemde facetten. Een noodkreet om de aanslag te kunnen overleven. De fotograaf wordt geconfronteerd met de caleidoscopische inkijk in de ziel van een wegkwijnende getuige. Jos Coenen toont de beelden in de hoop dat men ze nooit zal vergeten.

Het nieuwe landschap

Door Jos Coenen & Joël Neelen – Foto’s Jos Coenen

De vreemde indrukken die de terrils op hem maken, probeert hij in zijn foto’s vast te leggen. Zelden tref je nog een smeulende terril aan die na tientallen jaren van binnen nog gloeit als gevolg van de zelfontbranding van de steenkolen die nog in de steenbergen aanwezig zijn. Dit levert wel een zeer ongewoon plaatje op.

Op amper een half uur wandelen van de bewoonde wereld, ontmoet je dikwijls wonderlijke, onvermoede landschappen die je een gevoel geven van verre, buitenlandse locaties. Als bonus krijg je er de weidsheid, de rust en de stilte voor niets bij. Stilte beschouwt Jos Coenen trouwens ook als erfgoed.

De geschikte compositie

ooit wil ik eens het niets fotograferen, pas als ik daar in slaag zal mijn werk af zijn

Dadamagazine

# 01 .2016

S

teenkoolmijnen fascineren Jos Coenen al sinds zijn kindertijd. Als Genkenaar word je dan natuurlijk erg verwend. De landschapsfotograaf in hem raakt de laatste jaren meer en meer gefocust op terrils, als industriële en sociale iconen in het landschap. Hij bezoekt terrils in Wallonië, Noord-Frankrijk en natuurlijk ook dicht bij huis. De stad Genk en de provincie Limburg heeft in dit verband heel wat te bieden.

Coenen neemt weinig mee als hij eropuit trekt: een full­-frame reflexcamera met een groothoekzoom 18-35 mm en een statief. Alles wat je kunt thuislaten is immers meegenomen. En waar hij zeker niet zonder kan om overeind te blijven op hellend en dikwijls nat terrein, zijn stevige wandelschoenen met een goede grip. Voor hij zijn camera aan het oog zet, loopt Coenen langs het onderwerp heen en weer op zoek naar de geschikte compositie door een in karton uitgesneden kadertje. Met deze vintage ‘zoeker’ staan er geen glaselementen of elektronica tussen oog en onderwerp. “Zo voel ik het samenspel van de

32

|

33


fotografie

landschap koolmijn | terril

beeldelementen sterk en zuiver aan, en kom ik gemakkelijker tot een passende beeldsamenstelling”, vertelt hij. De opnamen plant hij meestal bij sterk wisselend weer. Zeker niet op een zonnige dag. Volle zon met

een opname plant hij mees­ tal bij sterk wisselend weer. Volle zon met blauwe luchten passen niet bij de sfeer die hij voor ogen heeft

dadamagazine

# 01 .2016

blauwe luchten passen niet bij de sfeer die hij voor ogen heeft bij terrils. Zijn favoriete type licht vindt hij in de lichte opklaringen die volgen vlak na een fikse regenbui in de vooravond. Maar het weer luistert niet altijd zo goed naar een fotograaf. Herhaaldelijk een half uur wachten tot er weer wat licht door te donkere wolken priemt, hoort dan ook bij de job. Je proberen droog te houden soms ook. Jos Coenen toont zijn beelden in de hoop dat men de geschiedenis erachter nooit zal vergeten.

pen. Zijn locaties kiest hij dikwijls dicht bij huis. Het zijn soms wat vergeten plekjes waarvan hij de weidsheid en de stilte probeert in beeld te brengen. Mijnlandschappen boeien hem in het bijzonder. Maar ook fotografeert hij onder meer rond het thema ‘erosie’, het menselijke gevecht tegen water en wind. Kortom, Coenen heeft oog voor de kleine dingen die elke dag weer rondom hem gebeuren.

Dada: joscoenen.tumblr.com

De fotograaf Jos Coenen, (°1953) gewezen docent fotografie bij de LUCA School of Arts in Genk en leraar van hele generaties Limburgse fotografen, fotografeert liefst landschap-

34

|

35


fotografie

gaatjescamera | camera obscura ondernemen | doe-het-zelf

Videre videnda * Welk resultaat bekom je wanneer je een gaatjescamera combineert met een vintage tweeogige spiegelreflexcamera én vervolgens het hele ding op een ambachtelijke manier vervaardigt in gerecycleerd karton? De ontwerpster en amateurfotografe Kelly Angood produceert, met haar klein bedrijf gevestigd in Oost-Londen, plezante, leerrijke en prachtig ontworpen doe-het-zelf­ gaatjes­camera’s! Door Dada Magazine

De enorme interesse in haar ontwerp, en het feit dat het vaak online gedeeld werd, inspireerde Kelly. Ze ontwikkelde een downloadbare 35 mm-versie die iedereen thuis zelf in elkaar kon knutselen. Eenmaal gedownload en afgeprint kon men met behulp van een paar alledaagse huishoudartikelen, zoals een oude doos ontbijtgranen, een naald, paperclips, een blikje frisdrank en lijm, een volledig functionele gaatjescamera creëren. Het bestand werd maar liefst 60.000 keer gedownload. Iedereen, van gaatjescamerafanatici tot papercraft-hobbyisten, maakte met behulp van Kelly's doe-hetzelfcamera foto's en begonnen die resultaten vervolgens online te delen.

K

elly begon met het vervaar­ digen van gaatjescamera's in 2010. Ze ontwikkelt sindsdien mooie, educatieve en leuke doehet-zelf­gaatjescamerapakketten en produceert ze met behulp van onafhankelijke leveranciers en traditionele processen. Elk zelfbouwpakket is volledig ontworpen en gefabriceerd in het Verenigd Koninkrijk; iets waar ze heel erg trots op is.

Het is eenvoudig, leerrijk, volledig functioneel en maakt geweldige foto’s. Maar nog belangrijker, het is leuk!

* Zien wat gezien moet worden

Dadamagazine

# 01 .2016

Het unieke ontwerp werd al snel populair op het internet. Mensen wilden weten waar ze een exemplaar konden kopen en of ze in het bezit konden geraken van de plannen om hun eigen versie te maken. Jammer genoeg was het een eenmalig persoonlijk project en niet te koop of gemakkelijk te dupliceren in zijn huidige staat.

Het begon allemaal toen Kelly studeerde aan de universiteit in Brighton. Daar ontwierp ze haar allereerste gaatjescamera, de ‘pinhole Hasselblad’. Ze koos de Hasselblad omdat die exclusief en onbereikbaar was en transformeerde het model met een alledaags, toegankelijk materiaal, namelijk karton! Haar opdracht was eenvoudig: de camera moest functioneren als echte camera, hij zou er fantastisch moeten uitzien en het moest betaalbaar blijven om te maken.

Dat is het moment waarop Kelly iedeeën voor de Videre-gaatjescamera begon te ontwikkelen. Videre betekent ‘zien’ in het Latijn. Ze wilde de ambachtelijke en gezeefdrukte esthetiek van Hasselblad delen, maar dit keer vormgegeven als een doe-het-zelfpakket, zodat iedereen zijn eigen stijlvolle gaatjescamera thuis kan maken. Met behulp van haar achterban kon Kelly, via een succesvolle crowdfundingcampagne in 2013, maar liefst € 27.500 inzamelen om Videre vorm te geven. Meer dan 800 pakketten werden gedeeld met fans uit 41 landen over de hele wereld. Videre werd wereldwijd gebruikt voor creatieve projecten en de gemeenschap deelde haar resultaten en feedback voor een tweede keer. Vervolgens kreeg haar klein bedrijfje, Pop-Up Pinhole Co., ook een reeks fantastische erkenningen in de pers. De feedback die Kelly ontving van gebruikers van de Videre, diende

als springplank om een nieuwe pop-upgaatjescamera, de Viddy, te bedenken. Viddy is makkelijk in gebruik, eenvoudig te hanteren en beschikt over een reeks nieuwe user experience functies, waaronder een kijkvenster, dia­fragma- en sluitertijdindicator, én een vrijwel lijmvrije constructie. Uit succesvolle tests tijdens educatieve workshops, georganiseerd op scholen met kinderen van 11 jaar, is gebleken dat Viddy ook een goed zelfbouwpakket is voor kleine handjes. Zelf je camera bouwen waarmee je op een eenvoudige manier echte foto's kan maken, transformeert een complex concept tot een praktijkgericht inzicht. Tot dusver werd Viddy gebruikt om onderwerpen aan te leren als techniek, wetenschap, wiskunde, geschiedenis, kunst en design. Kelly beheert Pop-Up Pinhole Co. naast haar fulltimejob als reclame-­ specialist en decorontwerpster, maar ze zou graag meer tijd besteden aan het ontwikkelen van nieuwe producten en het geven van workshops.

Meer over Viddy Viddy is een doe-het-zelfgaatjescamerakit gemaakt van sterk en duurzaam gerecycleerd karton. De camera werkt met zowel midden­ groot formaat als 35 mm-film. Elke Viddy is met de hand gezeefdrukt en gestanst in het Verenigd Koninkrijk en is beschikbaar in drie kleuren. Viddy wordt geleverd als een zelfbouwpakket en het duurt ongeveer een half uur om een werkende camera te bouwen. Alles wat je nodig hebt om de camera te maken zit in het pakket. Je hebt enkel een klein druppeltje lijm nodig om de knoppen te bevestigen. Het is een eenvoudig, leerrijk, volledig functioneel model en het maakt geweldige foto's. Maar nog belangrijker, het is leuk! De gaatjescamera ontrafelt het complexe fotografische concept. Enkel het basis­fundament is belangrijk: licht. Hoeveel licht laat je erin, en voor hoe lang! Belichtingscalculator De gratis Pop-up Pinhole Exposure Calculator app is ontworpen om in combinatie met de gaatjescamera’s Videre en Viddy te gebruiken. Deze app vertelt je bij benadering de belichtingstijd die je nodig hebt afhankelijk van de setup en de lichtomstandigheden.

Een tumultueus jaar

Hoe zien de foto’s eruit?

Wat aanvankelijk begon als een persoonlijk project, had nu een zeer specifieke doelgroep! Deze achterban was actief, betrokken en enthousiast om de gaatjesfoto­grafie verder te verkennen. Het werd dus hoog tijd voor een design waarvan men kon zeggen dat het echt hun eigen camera was. “Ik denk dat het succes van mijn campagne vooral toe te schrijven is aan de gemeenschap en de mensen die hun interesse delen”, vertelt Kelly.

Dada Design heeft alvast een Videre en Viddy aangekocht. Voor de twee camera's samen betaalden we £ 90, inclusief verzendkosten. We gaan met beide gaatjescamera’s foto’s maken in Genk en we hopen in de volgende editie van DadaMagazine het resultaat te kunnen presenteren!

Dada: thepopuppinholecompany.com

36

|

37


muziek

country | americana alzheimer

Tijd en plaats niet meer weten Mad About Mountains maakte een album naar aanleiding van het feit dat de ziekte van Alzheimer nu ook countrylegende Glen Campbell overmand heeft. Een interview met Campells vrouw inspireerde: “Waar waren jullie, toen we jullie nodig hadden? Nu heeft het geen zin meer.” Door Dada Magazine

V

roeg of laat krijgt iedereen er in zijn omgeving mee te maken. Geheugenverlies als gevolg van de ongeneeslijke hersenziekte van Alzheimer, waarbij de cellen in sommige delen van de hersenen ophouden te functioneren en afsterven. Velen herinneren zich waarschijnlijk nog de song ‘Like a Rhinestone cowboy’ waarmee de Amerikaanse zanger en Grammywinnaar Glen Campbell in 1975 zijn allergrootste solohit scoorde. Nu deze countrylegende en gitarist ernstig aan Alzheimer lijdt en geen besef meer heeft van de schouderklopjes die hij krijgt van radio en pers, wordt hij gelauwerd als muzikant. Zijn vrouw benadrukte de zinloosheid in een interview. Ze deed met die ene zin een vonk ontstaan bij Piet De Pessemier. Radio Harlaz Als brein van Mad About Mountains zocht hij een thema voor zijn nieuwe plaat. Op ‘Radio Harlaz’ laat hij een imaginair koppel de tocht herbeleven van liefde, leven, leed en het stilletjes aan aftakelen en vergeten. “Look at him now, right on the edge. Reaching for the rope, he’s trying

Dadamagazine

# 01 .2016

to catch”. Man en vrouw. Hun grip sterft stilletjes weg. Ze raken elkaar nog slechts aan in hun eigen universum van fluisterende radiofrequenties. De plek waar ze elkaar horen en begrijpen. Hun thuis tussen hier en nergens. Radio Harlaz. Over alzheimer en over hoe niets is wat het ooit geweest is, ook de radio niet. Mad About Mountains Mad About Mountains is officieel het soloproject van de Limburgse singer-songwriter Piet De Pessemier. De muziek van Mad About Mountains houdt het midden tussen folkrock en alt.country. Piet De Pessemier is een man van vele projecten. Hij beroerde snaren in de eerste incarnatie van Monza en is drijvende kracht achter Krakow. Bij Mad About Mountains kan hij volledig zijn eigen zin doen: hij richtte de band op omdat hij zijn voorliefde voor Americana niet kwijt kon in zijn andere projecten. De eerste, titelloze plaat was een juweeltje van puurheid en emotie, maar slaagde er niet in de aandacht van het grote publiek te lokken. Te desolaat, te somber, misschien? Op de tweede plaat ‘Harlaz’ breekt de zon regelmatig door. Het is een bijzonder persoon-

lijk album geworden, dat gaat over thuiskomen. Pure, eerlijke songs als balsem voor de ziel. In de talrijk aanwezige koortjes hoor je onder andere de engelenstemmen van Chantal Acda en Gianni Marzo van Isbells en Marble Sounds. In een lovende review in De Morgen blijven de vergelijkingen met De Pessemiers held Neil Young niet uit. “De titelsong ‘Harlaz’ had zo op ‘Harvest’ kunnen staan” schrijft Bart Steenhaut. “Met ‘Harlaz’ heeft De Pessemier een betere plaat gemaakt dan de meeste die zijn held de voorbije twintig jaar zelf heeft uitgebracht.” ‘s Mans songs zijn mijmeringen over het alledaagse familieleven of vakan­tietaferelen, bijgekleurd door het nodige tikkeltje nostalgie en melancholie. Met ‘Harlaz’ – de naam van het bos waar De Pessemier zijn

Hij was altijd in mijn leven aanwezig, zonder dat ik het wist. Als muzikant, of als rode draad in mijn eigen muziek. Zijn verhaal bracht me bij het concept voor dit album

vrouw voor het eerst gekust heeft – breien De Pessemier en de zijnen een meer dan mooi vervolg aan het zelfgetiteld debuutalbum. Even pakkend en hartverwarmend als anders. Mad About Mountains brengt met hun derde album ‘Radio Harlaz’ pure eerlijke songs die werken als balsem voor de ziel. De invloeden van Neil Young, Band of Horses en Wilco blijven aanwezig. De afgelopen twee jaar heeft Piet De

Pessemier echter vooral een straffe live-groep rond zich verschaard. De bijdragen van Davy Jansen, op zowat alles wat snaren heeft, kleuren sterker de groepssound en ook drummer Pol Meunier en bassiste Myrthe Luyten staan stevig hun “mannetje en vrouwtje”.

onbewolkt moment zijn vrouw teder bedankt. Of ‘Look At Him Now’, een nummer net zo krachtig als all-time classic ‘Heart Of Gold’ van nonkelin-crime Neil Young, die bijzonder trots mag zijn op zijn kleine, Limburgse achterneefje. Meer dan alleen een album

Zestien sporen Om de nostalgie naar de vintage seventies op plaat te vangen, besloten ze ‘Radio Harlaz’ op een analoge taperecorder op te nemen. Het album werd op zestien sporen en volledig live opgenomen. Met dank aan producer Micha Volders. De geluidskunstenaar schept als vijfde groepslid een ruimtelijke, open sound. We horen een troostend wollen deken dat rond je wordt geweven in ‘I’ll Be Me’. Huilende wolven die huizen in de gitaren van ‘Wishing Well’. Het akoestische ‘On A Clear Day’, waarin de man op een

Zonder dat hij er erg in had, doorkruiste Glen Campbell meer dan eens het pad van Piet De Pessemier. “Hij was altijd in mijn leven aanwezig, zonder dat ik het wist. Als muzikant, of als rode draad in mijn eigen muziek. Zijn verhaal bracht me bij het concept voor dit album.” Belangrijke momenten in ons leven worden dikwijls geassocieerd met nummers of geluiden. Wanneer iemand met Alzheimer een lied hoort uit zijn jeugd, wordt hij vaak in een heldere flits teruggeslingerd naar die tijd. Naar herinneringen om te koesteren.

38

|

39


muziek

country | americana alzheimer

Verandering is altijd moeilijk … Op 11 mei 2016 nam Instagram afscheid van de herkenbare camera in zijn logo: “We’re introducing a new look today!” Het maakte plaats voor iets veel moderner en kleurrijker: een abstract camera-icoon op een achtergrond van regenboogkleuren die in elkaar lopen. Door Joël Neelen Mad About Mountains

Met ‘Radio Harlaz’ duikt ook Piet terug naar zijn jeugdige muziekbeleving: “Ik herinner mij dat ik radioprogramma’s opnam op cassette en zo nieuwe, opwindende muziek ontdekte. Dit was zeer belangrijk voor mij als kind.” De radiofrequenties die de nummers aan elkaar lijmen, vormen een stil aandenken aan de gouden jaren van de radio. ‘Radio Harlaz’ is zo een stukje nostalgie, een sereen protest, maar vooral: een grote brok schoonheid met een persoonlijk en teder verhaal. Uitverkochte zalen In 2011 hoorde Glen Campbell van zijn artsen dat hij aan de ziekte van Alzheimer leed. Hij besloot een serie concerten te geven, op een moment dat hij zijn eigen teksten al niet meer kan onthouden. “Glen is nog steeds een geweldige gitarist en zanger”, zegt zijn vrouw. “Maar als hij zijn tekst vergeet of verward raakt op het podium, dan wil ik niet dat het publiek denkt; ‘Wat is er met hem aan de hand? Is hij dronken?’” Een bescheiden tournee groeide uit tot een serie van 151 uitverkochte zalen door heel de Verenigde Staten. Drie van zijn kinderen spelen

Dadamagazine

# 01 .2016

You’re the last person I will love. You’re the last place I will recall. but best of all, I’m not gonna miss you mee op het podium. Humor, liefde en muziek houden de betrokkenen overeind in een groeiend proces vol zorg en steeds meer desoriëntatie. De laatste ballad die hij in januari 2013 opnam voor de soundtrack van de documentaire ‘Glen Campbell: I’ll Be Me’ heette ‘I’m not gonna miss you’. In deze biopic brengen onder meer Bruce Springsteen, Taylor Swift en Paul McCartney hulde aan Campbell. In ‘I’m Not Gonna Miss You’ legt hij op magistrale wijze de ironie van zijn ziekte bloot. “You’re the last person I will love. You’re the last place I will recall. But best of all, I’m not gonna miss you”, zingt hij in het refrein. Het lied drukt met brutale eerlijkheid uit wat de ziekte van Alzheimer doet met diegenen die het hebben, en

aan diegenen die liefde en leven delen met hen. Glen Campbell zingt het lied vanuit het oogpunt van een man die het doormaakt en dit zijn zijn afscheidswoorden. Het is heel, heel ontroerend in die zin. Glen Campbell leeft nog steeds en verblijft sinds eind vorig jaar in een speciaal verpleeghuis voor dementerenden.

Dada: glencampbellmusic.com glencampbellmovie.com www.madaboutmountains.be www.radioharlaz.be

D

e populaire foto-app, waarvan Facebook de eigenaar is, krijgt ook een facelift met een aangename look in zwartwit. Dat nieuwe uiterlijk moet meer de “nadruk op jouw foto’s en video’s leggen”.

We hebben tegenwoordig allemaal onze smartphones, tablets en/of sociale media, en we kunnen heel gemakkelijk andermans leven volgen en delen. Of, op een bepaalde manier een plaatsvervangend leven ervaren ...

tuurkunst, bezoeken we musea of (her)ontdekken we de natuur en reizen we naar plaatsen waarvan we het bestaan niet eens van kenden. Daarna zoomen we in op één van die inspirerende beelden.

Het ziet er eigenlijk niet compleet anders uit, maar het is vooral nog simpeler geworden. Het is letterlijk zo gemaakt dat het enige kleurrijke dat er nog uitspringt de foto’s en de profielfoto’s van de gebruikers zijn.

Maar in tegenstelling tot televisie tijdens mijn jeugd, kunnen we nu kiezen wie we precies willen volgen. Het belangrijkste probleem echter bij Instagram, en bij andere sociale media in het algemeen, is de kortstondige aard van aanwezigheid. Zelfs wanneer iemand honderden foto’s plaatst, zien mensen vaak alleen maar de meeste recente.

De inspiratiemoodboards op de volgende pagina’s zijn samengesteld met Instagrambeelden van onder meer 1924us, Agata Serge Photography, Alpine Babes, Andrew Pavlidis, Anna Remarchuk, Anti.Anti., BikeBike, Birgit Stulens, Charles White Photography, Cody Hanson, Cory Crawford, Earth Focus, Earth Official, Elliot Neep, Eric Ward (littlecoal), Exklusive_shot, Felix Sandmann, Folkmagazine, Globemakers, Mary Seng (Happily Grey), Halina Reijn, Harris Syn, Isolde Lasoen, Jacques & Lise, Jannik Obenhoff, Jo De Baerdemaker (Typojo), Joël Neelen, John E Marriott, Jura Whisky, Kat Irlin (kat_in_nyc), Lara Jade Photography, Linn Hansson, Lori Andrews (TheOriginal10Cent), Malika Favre, Margaux Brooke, Margot Raggett, Marlon du Toit, Martina Bisaz (kitkat_ch), Mattias Klum, Mike Steegmans, Milo Moiré, Monogram Coffee, National Geographic, Nature Photographer, Nicolas Flachot (Kidimo), Ohh Deer, Outdoor Women, Pacific North Westerner, Polar Outdoor Stuff, Rebecca Simrose, Rob Walbers, Samuel Elkins, Sean Byrne, Shotaward, Skye McRae, Stephen Bellrichard, Tatsuya Tanaka, thatpnwlife, Yann Arthus-Bertrand, Yuma Yamashita en Yuriy Trebushnoy.

Dada: vimeo.com/166138104

Op de volgende pagina’s tonen we een selectie van inspirerende Instagram-beelden van accounts die ons motiveren bij het creëren, ontwerpen en verzamelen. Zo ontdekken we bijvoorbeeld vergeten beroepen, boeiende fotografen, prachtige gevelbelettering, minia­

40

|

41


follow me

Dadamagazine

instagram inspiratie | moodboard

# 01 .2016

42

|

43


follow me

Dadamagazine

instagram inspiratie | moodboard

# 01 .2016

44

|

45


vakmanschap

ambacht | handwerk wereldbol bij Formule 1-­fabrikante. Wanneer je namelijk een tolerantie(fout) op een bol hebt, heb je al gauw te kampen met een lege ruimte wanneer ieder van de 24 delen van de landkaart die je op een bol wilt kleven 0,1 mm te klein is.

Makers van wereldbollen aan het werk Wanneer een handgemaakte wereldbol uit het atelier van het in Londen gevestigde Bellerby Globemakers mee naar huis wordt gebracht, krijgt de wereld plots een totaal nieuwe betekenis en dimensie. Plotseling wordt thuis het centrum van het universum. Een verhaal over een uniek beroep, vol passie en precisie. Bellerby & Co. is één van de weinige plekken op aarde waar wereldbollen nog met de hand gemaakt worden. Door Dada Magazine – Foto’s Jade Fenster

N

a een twee jaar lange zoektocht naar een wereldbol voor de 80ste verjaardag van zijn vader stond Peter Bellerby voor de keuze: een moderne, ‘politieke’ wereldbol of een zeer fragiel, duur en antiek model kopen – vaak onbruikbaar – of er zelf één proberen te maken.

Bellerby besloot zelf twee wereldbollen te maken: één voor zijn vader en één voor hemzelf. Het zou waarschijnlijk drie tot vier maanden arbeid vragen en een budget van een paar duizend pond. “Ik dacht: hoe moeilijk kan het zijn? Een bol maken en er een kaart op plakken.” Achttien moeizame maanden later veranderde zijn wereld voor altijd. Denk aan kaartlicenties, betrouwbare bronnen, correct gespelde plaatsnamen die ook nog eens

Dadamagazine

# 01 .2016

op de juiste plekken staan. Hij had waarschijnlijk nooit kunnen inschatten dat het ongeveer een jaar lang, minstens 6 uur per dag, in beslag zou nemen om een juiste kaart te bemachtigen. Uiteindelijk besloot Bellerby het helemaal anders aan te pakken en zelf aan de slag te gaan met Adobe Illustrator. Wereldbol in de maak Bellerby zocht een vriend die een programma kon schrijven dat een rechthoekige landkaart omvormde naar meridiaanvlakken, boltweehoeken tussen twee meridiaanbogen die passen op een bol. Hij dacht dat hij tenminste kon rekenen op een fabrikant om een perfecte mal te maken, maar dit was voor het eerst dat hij geconfronteerd werd met de wereld van de tolerantie. Hij vond een aantal bedrijven die bereid waren om een mal voor een bol van 50 cm te maken, maar de mallen waren niet perfect rond en waren verre van accuraat. Nu is de werkelijke wereld ook niet precies rond, maar dat is niet echt het punt. Uiteindelijk kon Bellerby mallen laten produceren

Het duurde nog anderhalf jaar om de meridiaanbogen te perfectioneren. Er zijn namelijk makers die meridiaanvlakken zover overlappen dat ze hele landen uitwissen. Er zijn er zelfs enkele, die om te voorkomen dat het papier gaat ribbelen, kleine driehoekjes uit de landkaart knippen. En zo waren er nog talloze dingen waar ze al lerende tegenaan liepen. Het zou weinig zinvol zijn geweest om twee jaar aan onderzoek te besteden om vervolgens slechte kwaliteit in afwerking te produceren. “We zijn fier dat onze wereldbollen worden gebruikt in Hollywoodfilms (onder meer in ‘Hugo’ van Martin Scorsese nvdr.) en voor BBC-producties, maar wat nog belangrijker is, is dat ze in de smaak vallen bij onze vele klanten over de hele wereld. De vele vrijwillige reacties op onze website zijn een bron van grote trots,” aldus Bellerby.

Ambachtelijke wereldbollen Een klein team van getrainde ontwerpers creëren wereldbollen van hoge kwaliteit, handgemaakte wereldbollen waarvoor Bellerby & Co. erkend is. Van de waterverfkunst tot de cartografische bewerkingen, elk onderdeel is vakkundig en liefdevol gemaakt met behulp van traditionele en moderne wereldbolmaaktechnieken. Elk stuk is een uniek model in stijl en grandeur

Peter Bellerby dient zelfs geen aanvraag in voor octrooi­ en of auteursrechten, omdat hij daarmee alleen maar zijn werkmethoden zouden weg­ geven en de grotere bollen zijn ware kunstwerken. Wereldbollenmaker is misschien wel het meest toevallige beroep in de wereld. “Niemand wordt hiertoe opgeleid,” aldus Bellerby. “Nieuwe medewerkers worden eerst zes maanden fulltime getraind voordat zij de kleinste wereldbollen voor het eerst zelf maken. Ieder heeft een eigen rol

46

|

47


vakmanschap

ambacht | handwerk wereldbol

in het proces, die ze enkel na veel training kunnen beheersen.”

bij deze uniekewereldbollen droom je heerlijk weg naar je volgende reisbestemming

Het moeilijkste deel is volgens Peter het leggen van de meridiaanvlakken. “Je moet zeer fijn papier bevochtigen en uitrekken, zonder het te scheuren, andere vlakken te overlappen of het papier te vermorzelen door het te veel aan te raken. Alles moet gemeten en getimed worden, gedaan met een geoefende en ervaren hand. Mijn favoriete onderdeel is dan ook het leggen van het laatste meridiaanvlak: het geeft zo’n immens trots gevoel wanneer je een stapje terug doet en het werk bewondert dat zoveel tijd in beslag heeft genomen!” Echte kunstenaars “Iedereen in ons team is hier op zeer willekeurige wijze terecht gekomen. Onze nieuwste aanwinst is Leo-

nardo: een kunstenaar uit Venetië die onder andere violen beschildert,” vertelt Jade Fenster, de partner van Peter die onder andere de zeer succesvolle Instagrampagina van Globemakers beheert. “Ik had een foto van hem geliked op Instagram en toen hij een keer in Londen was stond hij spontaan voor onze deur voor een baan. Omdat we op dat moment geen vacatures hadden, bood hij aan vrijwilligerswerk te doen om te tonen wat hij kan. Hij is zo getalenteerd dat wij hem binnen een paar maanden een fulltime baan aanboden. Nu leiden we hem op tot wereldbollenmaker.” Een ander talent in het atelier is de Braziliaanse Iris. “Ze is een geweldige waterverfkunstenares die hier al jaren woont,” aldus Jade. “Via via kwam ze bij ons terecht. Ze verliet haar cafébaan om bij ons in opleiding te komen, maar had vanzelfsprekend nooit kunnen bedenken dat zij haar geld zou verdienen met wereldbollen beschilderen.” Plan je droomreis op een leuke wereldbol De collectie groeit gestaag. Naast de modellen in hun catalogus, aan­ vaardt Bellerby & Co. ook opdrachten met betrekking tot gepersonaliseerde gravures en specifieke kaarten of kunstwerken; “een op maat gemaakte wereld is een uitstekende manier om een speciale gelegenheid of een reis te herdenken.” Na maanden hard werken aan ieder uniek exemplaar, mag het resultaat er zijn. Zij het groot of klein: bij deze wereldbollen droom je heerlijk weg naar je volgende reisbestemming.

Dada: www.bellerbyandco.com www.instagram.com/globemakers www.greatbigstory.com/stories/ globemakers-in-london

Dadamagazine

# 01 .2016

48

|

49


VAKMANSCHAP

productontwikkeling | bokrijk BEELDENDE KUNST | recyclage

"Mag het iets minder zijn, meneer?" No-nonsense man Frits Jeuris besloot zijn eigen instinct te volgen en gewoon de dingen te gaan doen die hij wilde doen. Naar aanleiding van ‘Bokrijkdag – Bokrijks vakmanschap’, vroeg men aan deze hedendaagse ontwerper en ‘artistiek herbestemmer’ om een blogpost te schrijven over vakmanschap.

misschien ook meteen de huidige aantrekkingskracht ervan verklaart. Mijn visie hierop? Ga gewoon aan de slag met je eigen ideeën, zoek zelf oplossingen, durf vertrouwen

Mensen zijn in deze drukke tijden op zoek naar zingeving, vereenvoudiging, simpele en logische oplossingen

E

en blogpost schrijven over vakmanschap? Aangezien mijn laatste opstel dateert van in het zesde leerjaar, was het geen geringe uitdaging die me werd voorgelegd. Maar met de volkswijsheid ‘Schoenmaker, blijf bij je leest’ tijdelijk verbannen naar het achterhoofd, doe ik hier graag een poging om wat hersenspinsels te verwoorden. Ambachten, crafts, handmade, artisanaal ... Je kan geen festival bezoeken, tijdschrift openslaan, verpakking vastnemen of je komt wel één van deze modewoorden tegen. In een wereld die alsmaar sneller lijkt te draaien, hebben we de ingebakken neiging om structuur te zoeken. Om alles in vakjes te stoppen. Labels en stempels

Dadamagazine

# 01 .2016

te geven. Of dit nodig is? Ik denk persoonlijk van niet. Natuurlijk is er een verschil in kwaliteit waarneembaar tussen wel en niet artisanaal, wel en niet handmade. Maar dat is niet de kapstok waar we de hype aan ophangen. Neen, de echte luxe van ambachtelijk werk schuilt volgens mij in merk noch kwaliteit, maar eerder in het statussymbool van de tijd die erin kroop, het unieke moment dat de schepping teweeg bracht of het verhaal dat erachter verscholen zit. In elk weefsel, in elke kleurschakering. Mensen zijn in deze drukke tijden op zoek naar zingeving, vereenvoudiging, simpele en logische oplossingen ... Dat is iets wat de meeste ambachten wel uitstralen en wat

op oude én nieuwe technieken en ga bovenal je eigen weg. Het creëren is in de eerste plaats toch ook een manier om de wereld even stil te laten staan. Een manier om helemaal in het ‘nu’ te komen. Vergeten te eten en sanitaire stops ten spijt omdat je helemaal in de “makers’ flow” zit. Laten we zeggen: een tijdelijke, westerse staat van verlichting. Maar laat je hierdoor niet definiëren. Doe vooral je ding. Er is geen maatstaf of beperking. Inspiratie zit overal. En het contrast kleurt het leven.

— dixit Frits Jeuris

Dada: www.fritsjeuris.be www.jonque58.be

Think a head by Frits Jeuris (Wellen, Belgium)

Alles begint in het hoofd. Zo groeide het idee voor het bouwen van deze meditatieruimte, vergaderplaats, denktank. Kijk door de ogen met zicht op oneindig. Neem langs de oren het landschap in je op. Volledig gecreëert uit afgedankte materialen die samen een nieuw begin maken. Think a head! Everything starts in the head. So the idea was born to build this meditation room, meeting point, thinktank. Look through the eyes overlooking infinity. Take along the landscape through the ears. Completely created from discarded materials which together make a new beginning. Think a head!

50

|

51


VAKMANSCHAP

fotografie | architectuur | bokrijk photoshop | sketch up

Bokrijk bouwt aan zijn toekomst Filip Dujardin is een atypische Belgische kunst- en architectuurfotograaf. Fotografie is een vorm van kunst, dit bewijst zijn werk meer dan ooit. In 2008 kreeg hij internationale bekendheid met ‘Fictions’, een reeks digitale beeldmontages waarbij wonderlijke gebouwen op vernuftige wijze ingebed lijken in het bestaande landschap. Op basis van foto’s van bestaande gebouwen construeert hij met behulp van zijn digitale fotomontages surreële, fictieve bouwwerken die de wetten van de zwaartekracht tarten — het zijn ware luchtkastelen. Pas wanneer je ze van naderbij bestudeert, besef je hoe onwaarschijnlijk hun constructie en vormgeving zijn. Deze beelden leveren commentaar op de hedendaagse architecturale werkelijkheid via een virtuele wereld en met een artistiek uitgangspunt. Dujardin schreef hierover het volgende op de blogpost van Bokrijk.

B

okrijk is ambitieus en kijkt vooruit naar de toekomst. Het is zeker ook een inspirerende plek. Met volle overtuiging ging ik in op de vraag van curator Bart Lens om mijn visie over de toekomst van Bokrijk te geven en deze ook creatief voor te stellen. Als kunst- en architectuurfotograaf heb ik zeer veel respect voor de authenticiteit, puurheid, creativiteit en eigenzinnigheid die hier heerst. Ik nam het patrimonium in het Openluchtmuseum als basis, om

een nieuwe structuur te maken, die zowel het verleden als de toekomst van Bokrijk in zich draagt. Hoe ben ik te werk gegaan … Ik heb het houtskelet als bouwmethode gebruikt om een torenvolume te maken. Opvallend aan deze toren is dat de belijning van het houtskelet de grafiek en het reliëf bepaalt. Binnen deze toren kan je een evolutie waarnemen in abstractie, van beneden naar boven toe. Onderaan zijn de authentieke gebouwen van Bokrijk wel degelijk waarneembaar om gaandeweg over te gaan naar

Ik wilde een sculptuur maken, geen functioneel gebouw. Ik wil de fantasie aanwakkeren bij mensen … uitgepuurde volumes en te eindigen in een open structuur, alsof de toren wacht op een voltooiing. Deze toren draagt mijn visie over de toekomst van Bokrijk. Een Bokrijk dat groeit en nog lang niet voltooid is. Als ik mijn werk in één zin zou moeten omschrijven, dan ga ik voor: ‘een openheid die refereert naar de transitie die Bokrijk momenteel ondergaat’.

— dixit Filip Dujardin

Internationale faam De foto’s van Filip Dujardin worden gepubliceerd in nationale en internationale boeken en tijdschriften. De eerste monografie van architectuurfotograaf Filip Dujardin verscheen bij uitgeverij Hannibal. Zijn werk werd aangekocht door het Metropolitan Museum, het MoMA (New York) en het SFMOMA (San Francisco). Dada: www.filipdujardin.be

Dadamagazine

# 01 .2016

52

|

53


VAKMANSCHAP

fotografie | architectuur | bokrijk photoshop | sketch up

Architectuur op een hoger niveau De historische gebouwen van Bokrijk verbeeldden het leven tussen de zeventiende eeuw en 1973. Curator Bart Lens vroeg vier kunstenaars om hun visie op de toekomst van het openluchtmuseum. Architectuurfotograaf Filip Dujardin creëert in zijn beeldmontages surreële gebouwen. In zijn atelier prijken twee beeldschermen: links Photoshop, rechts het architectuurprogramma SketchUp. Dujardin is een atypische fotograaf. Door Jonas Bruyneel – Bron DeMorgen Magazine – Beelden Filip Dujardin

A

chtereenvolgens gaan vier vakmensen aan het werk om ‘een Bokrijk in verandering’ aan te kondigen. Luc Schuiten, Kamagurka, Sanny Winters en als eerste in de rij architectuurfotograaf Filip Dujardin. Via het project ‘Bokrijk Brandmerkt’

Zijn montages verrassen de kijker met indrukwekkende labyrintische wooncomplexen en vreemde interieurs, balancerend op de dunne grens tussen fictie en realiteit

Dadamagazine

# 01 .2016

(BKRK) zal Bokrijk de volgende jaren vakmanschap van vandaag, gisteren en morgen op een eigentijdse manier ontsluiten in het Openluchtmuseum, en dit samen met sterke partners. “Ik ben een randfiguur. Vaak weet ik zelf niet wat ik ben, ik voel me meer en meer kunstenaar in plaats van fotograaf,” begint Filip Dujardin. Kende je Bokrijk voor Bart Lens (architect en curator voor Bokrijk Brandmerkt nvdr.) je contacteerde? Wie niet? Ik ben er vroeger geweest, en nu ik terug was viel het op hoe het een museum van een museum is geworden: een getuige van een verdwenen manier van tentoonstellen. Bokrijk geloofde in een maakbare wereld, waar je de werkelijkheid kan namaken door de dingen te verplaatsen. Dat is een charmante naïeve gedachte die eigen is aan een tijdperk. Bokrijk is voor veel mensen herkenbaar, tot het emotionele toe. Dat heb ik goed gevoeld. We komen uit de klei, en die klei zit nog altijd in ons. Dat zal dan typisch Vlaams zijn.

Een open archiefkast Hoe begin je aan een constructie als dit? Ik mocht rondlopen in het museum als het gesloten was en heb alles op één dag gefotografeerd. Dat was een unieke ervaring. Er zit een authenticiteit en eerlijkheid in die in hedendaagse architectuur niet meer bestaat. Kijk naar dat houtskelet en die grillige vakwerkbouw. Daarmee heb ik een torenconstructie ontworpen die atypisch is voor Bokrijk. Er zit evolutie in van traditioneel naar haast abstract. Bovenaan is er een openheid waarop verder kan gebouwd worden. Ik had het gebouw aanvankelijk afgemaakt met een rieten dak. Als eenmalige passant was ik verblind door die honderden daken, maar dan zet je er letterlijk een stolp over en is het gebouw af. Nu is er ruimte voor de toekomst. Ik wil het architectonische verleden samenbrengen, zonder dat het een educatief plaatje wordt. Er was bijna discussie dat ik er een soort archiefkast van gemaakt had. Dat klopt wel een beetje, maar het is een open archiefkast. Bokrijk kiest voor vakmanschap? De computer is geen vakmanschap, dat kan iedereen leren. Maar je moet over een eerste moeizame stap raken. Daarna wordt het leuk: personen in en rond het gebouw plaatsen en details toevoegen. Ik zoek actief naar verschillende

Waarom koos je in je constructie voor een houtskelet? Hout is nog steeds actueel, in China maken ze zelfs wolkenkrabbers in bamboe. Ik wilde een sculptuur maken, geen functioneel gebouw. Ik wil de fantasie aanwakkeren bij mensen. Dit gebouw moet een onvervulde droom zijn die mensen in werkelijkheid willen zien. Het heeft een aantrekkelijkheid, je wilt er in wandelen. kleuren. Elke kleur komt uit een gefotografeerd gebouw. Het is belangijk om je perspectieven juist te hebben. In het begin deed ik dat met legoblokjes. Nu maak ik alle perspectieven en structuren in het architectuurprogramma SketchUp. Daarna vul ik elk vakje met fotomateriaal. Er zit een soort traagheid in: het is een traag proces. Is traagheid een essentieel kenmerk van een vakmanschap? Niet alle vakmanschappen zijn traag. Het tekenen van Kamagurka is een vlugheid. Ik probeer er een soort gelaagdheid in te steken, letterlijk en figuurlijk. Dat is waarschijnlijk het ambachtelijke aspect. Het interessante is dat ik op mijn stappen kan terugkeren. Ik kan opnieuw beginnen tot het goed zit. Dat is een groot verschil met de meeste vakmanschappen. Een klomp die niet goed gesneden is, kan je moeilijk corrigeren.

Dat heeft gewerkt! Veel mensen gaan het gebouw effectief zoeken

De relativerende factor Waarom blijft Bokrijk relevant? Volgens mij word je in Bokrijk geconfronteerd met wat architectuur zou moeten zijn. Hedendaagse bouwkunst werkt met dezelfde typologieën: alle gebouwen moeten een draagstructuur hebben, die vallen ook om zonder windverbanden. Is het geen hout, dan is het beton of staal. De essentie – het oerbouwen – zie je daar nog.

Dan hebben de affiches gewerkt. Ik ga steeds voor een plausibiliteit, het is geen sciencefiction. Ik wil vermijden dat mensen zeggen: dit kan niet. Dat is anders dan bijvoorbeeld Luc Schuiten. Hij keist voor het utopische, net over de grens van het haalbare. Bij mij is het echt. Pal voor mijn gebouw staat een ezel, en zelfs die ezel komt uit Bokrijk. Dat is de relativerende actor in het beeld.

Dada: www.filipdujardin.be www.bokrijk.be

54

|

55


vrije grafiek

academie | beeldende kunst computer | ipad | zelfontplooiing

Genkse Academie verwelkomt weldra de iPad In mei ontmoette ik Michel Wieczerniak na vele jaren opnieuw op de eerste Genkse PechaKucha-avond in de Polski klub ‘Polska Sala Genk’, een avond met 14 boeiende sprekers en 14 straffe verhalen.Tijdens de pauze werden er herinneringen bovengehaald over de tijd dat Michel ‘toegepaste grafiek’ introduceerde op de – toen nog – Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten (S.A.P.K.). Sindsdien is hij gebeten door de Apple-microbe. Vol enthousiasme vertelde hij over hoe geweldig het is om de creativiteit van kinderen en volwassenen te stimuleren door hen te laten experimenteren met een iPad. Door Michel Wieczerniak & Joël Neelen

M

“Procreate is de meest geavanceerde teken- en schilderapp ooit ontworpen voor een mobiel apparaat zoals de voor iPad”, aldus Michel Wieczerniak.

Dadamagazine

# 01 .2016

IK GA VOOR ANIMATIE

Alexine Haesevoets

toekomst in die nieuwe techno­ logie in de academie en hij geloofde dat ik dat met mijn grafische opleiding wel zou kunnen”, aldus Michel Wieczerniak, de ‘nieuwe’ directeur van de Genkse Academie voor Beeldende Kunst & Media. Maar dat bleek toch iets eenvoudiger gezegd dan gedaan. Gelukkig kon hij in het weekend vragen stellen aan één van de leerlingen uit het atelier vrije grafiek.

ichel Wieczerniak had nog maar pas kennisgemaakt met de Apple Macintosh en was enthousiast aan het oefenen met het tekenen in Aldus FreeHand (een programma dat leek op Adobe Illustrator nvdr.) en lay-outen in Aldus PageMaker (voorloper van Adobe Indesign nvdr.). Hij had voor zichzelf het besluit genomen dat indien hij de leerlingen enkele stappen voor kon blijven, hij er in zou slagen om hen te leren om creatief te zijn op en met de computer.

Michel gelooft dat zijn team in staat is om, als eerste academie in Vlaanderen, ICT te integreren in het artistieke proces

“Het moet het schooljaar 19911992 geweest zijn, toen de toenmalige directeur van de Stedelijke Academie voor Plastische kunsten, nu de Genkse Academie voor Beeldende Kunst & Media, Jan van de Kerkhof me vroeg of ik niet bereid was om een nieuwe optie op te starten. De nieuwe optie kreeg de naam ‘Toegepaste Grafiek’ en ik zou er met de computer aan de slag gaan. De directeur zag veel

Joël volgde na zijn opleiding grafische vormgeving aan het S.H.I.V.K.V., het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving, een specialisatie ‘integratie en implementatie van nieuwe media’ aan de universiteit van Hasselt. Hij kreeg daar onder meer ‘computerles’. Dus schreef Michel op wat er niet lukte en Joël hielp hem verder met tips en tricks. Ondertussen is er niet enkel de

goed uitgeruste optie architectuurtekenen, waar men beschikt over een 3D-printer en de optie toegepaste grafiek, uitgerust met de nieuwste iMacs. Sinds enkele jaren is er een optie animatiefilm voor kinderen en jongeren. Vanaf 8 jaar kunnen kinderen leren hoe ze stopmotion, cut-out, kleianimatiefilmpjes kunnen maken. Dat doen ze niet meer alleen met camera en computer. Met de iPad wordt dat nog veel eenvoudiger. Je kan er niet enkel overal mee filmen, maar ook fotograferen, audio-opnamen maken en monteren. Alle elementen worden samengebracht tot één film en dat allemaal met een minimum aan technische opleiding.

De afgelopen jaren werkte Michel als trainer en coach voor de pedagogische begeleidingsdienst van het Stedelijk Onderwijs (OVSG) waar hij tal van iPadworkshops gaf aan leerkrachten. Praktische workshops waarbij de klastitularis samen met de leerlingen aan de slag ging in de klas. Een schitterende manier voor leerkrachten om de mogelijkheden van de iPad te ontdekken. Wat daarbij telkens bijzonder opvalt, is dat de leerlingen weinig instructies nodig hebben in het gebruiken van tablet en apps. Hierdoor kunnen ze zich helemaal concentreren op het creëren. Met deze achtergrond zal Michel Wieczerniak in de komende jaren investeren in iPads, andere nieuwe technologie en in opleiding van zijn team. Net zoals Jan van de Kerkhof destijds in hem geloofde, gelooft hij dat zijn team in staat is om, als eerste academie in Vlaanderen, ICT te integreren in het artistieke proces.

Dada: www.gavoorkunst.be www.procreate.si

56

|

57


vrije grafiek

academie | beeldende kunst vakmanschap | zelfontplooiing ontstaan. De drukvlakken zijn qua textuur vlakker en missen daarom de nerftekening van het hout.

IK GA VOOR vrije grafiek

Pierre Alechinsky ;-)

Atelier Grafiek in spiegelbeeld Vrije grafiek is een eeuwenoude kunstvorm die op de dag van vandaag nog steeds relevant is. De manuele werkwijze en de meesterdrukkers zijn dan wel vervangen door hoogtechnologische machines en het blanco papier door een computerscherm, toch blijft de behoefte aan meer begeesterde grafiek bestaan. Grafiek is geëvolueerd tot een autonome kunstvorm binnen de hedendaagse kunst en biedt een eindeloze waaier aan mogelijkheden waarin andere media, zoals fotografie en computer, gemakkelijk hun weg vinden. In de Academie voor Kunst te Genk bieden ze een hedendaagse opleiding in de grafische kunsten aan. Docent en cursisten slaan de handen in mekaar om creatief en gepassioneerd te ageren met de belangrijkste technieken zoals linosnede, etsen, lithografie, zeefdruk en digitale grafiek.

H

Door Dada Magazine

Dadamagazine

et ‘vrije’ in de vrije grafiek wordt ontdekt door de opgedane kennis en het doelgericht experimenteren dat zal leiden tot kruisbestuivingen en een verruiming van de horizon op zowel inhoudelijk als technisch vlak. Het accent ligt op vrij creatief werk en het bereiken van een persoonlijke visuele expressie met als basis

# 01 .2016

een grondige vakkennis. Men kan vrij zijn gedachtengoed ontplooien; reproduceren kan, maar hoeft niet meer; kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. Er wordt vertrokken vanuit het karakter en de persoonlijkheid van de leerling om zo tot een autonoom eigenzinnig werk te komen. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk, daarenboven kan er naar hartenlust met nieuwe dragers en producten worden geexperimenteerd. De begrenzing ligt enkel in de opgelegde limiet van de student zelf. In het atelier vrije grafiek doe je heel wat ervaring op door te (leren) experimenteren met kleuren, inkten, soorten papier ... om uiteindelijk tot ‘het’ resultaat te komen: dé afdruk ... je eigen creatie. Het atelier werkt met non-toxische materialen. De traditionele manier van werken met giftige producten is al geruime tijd vervangen door

Voor mij is er een nieuwe onbekende en boeiende wereld opengegaan. Een wereld die ik niet kende. Mij geraak je binnen het atelier grafiek nog niet meteen kwijt …

grafische kunst, is zich gaan ontwikkelen vanaf het moment dat de fotografie het documentaire karakter van de grafiek overnam. In de loop der tijd is het uitgegroeid tot een autonome kunstvorm waarbij de karakteristiek van verveelvoudiging is behouden. Grafiek laat zich ruwweg opdelen in vijf vormen. Ik som ze hier kort op. Hoogdruk De linosnede is een hoogdruktechniek waarbij de plaat bestaat uit een stuk linoleum. De techniek is te vergelijken met de houtsnede. Omdat het snijden in een plaat lino­ leum makkelijker is – het materiaal is zachter, – kunnen vloeiender lijnen

Eerst wordt er in spiegelbeeld een tekening op het linoleum gemaakt. Rond de afbeelding die moet blijven staan wordt met speciale gutsen het linoleum weggesneden. Als het linoleum warm is, wordt het zachter en is het makkelijker te bewerken. Daarna wordt met een roller speciale drukinkt op de achtergebleven hoge delen aangebracht. Vervolgens wordt er een vel, meestal vrij dun papier, op het linoleum gelegd, dat met een linoleum­pers krachtig wordt aangedrukt. Kleine formaten kunnen ook handmatig met een glad voorwerp, zoals een lepel, worden aangewreven. Hierna wordt de afdruk voorzichtig van het linoleum gehaald en te drogen gelegd. Eventueel kan er nog een drukgang plaatsvinden, bijvoorbeeld in een andere kleur. Van een linosnede kunnen vele afdrukken gemaakt worden voordat het linoleum is versleten. Diepdruk De mogelijke grafische technieken bij diepdruk zijn onder meer etsen, droge naald, vernis-mou en aquatint. Een ets is een diepdruktechniek waarbij een gladde metaal-

een alternatief milieu- en mensvriendelijk systeem. Het woord grafiek, afkomstig van het Griekse ‘grafein’ wat zoveel betekent als tekenen, krassen of graveren, is een verzamelnaam voor verschillende druktechnieken. Grafiek is oorspronkelijk geen autonome kunstvorm, maar een techniek die draait om verveelvoudiging. Juist vroeger werd grafiek dan ook ingezet om een zo groot mogelijk publiek te bereiken. Vrije grafiek, of

58

|

59


vrije grafiek

academie | beeldende kunst vakmanschap | zelfontplooiing

plaat (meestal koper of zink) wordt bedekt met etsgrond; een mengsel van was, hars en asfalt. In deze laag wordt met een etsnaald, of een scherp voorwerp, een tekening gegraveerd. Op de plaats van deze lijnen komt het metaal bloot te liggen. Vervolgens gaat de plaat in een zuurbad waar de blootgekomen delen worden aangevreten (geëtst). Zo ontstaat een tekening in het metaal. Door de etsplaat met inkt (niëllo) in te smeren, vullen de lijnen zich met inkt. De inkt wordt eerst van de plaat afgewreven en daarna scheert men met een snelle beweging, met de muis van de hand, heel licht over de plaat waarbij de etsplaat volledig wordt schoongeveegd. Dit heet ‘afslaan’. Zo blijft er alleen inkt in de geëtste partijen staan. In een drukpers wordt de inkttekening op ingevocht papier afgedrukt.

vet tekenmateriaal een tekening op een kalksteen. De tekening wordt met behulp van arabische gom ‘gefixeerd’. De gom maakt de nietbetekende steen ontvankelijk voor water. Het krijt of de inkt waarmee getekend is, wordt er weer af gewassen, maar de tekening blijft als een ‘vetvlek’ vaag zichtbaar op de steen staan. Daarna wordt de steen nat gemaakt. De ‘vetvlek’, de tekening, stoot het water af, de niet-betekende gedeelten worden vochtig. Met een inktroller wordt drukinkt op de steen aangebracht. De vette inkt blijft alleen op de (vette) tekening

Van een etsplaat kunnen 50 tot 200 afdrukken worden gemaakt. Vlakdruk Lithografie of steendruk (lithos is Grieks voor steen) is een vlakdruktechniek, berust op het principe dat vet en water elkaar afstoten. Eerst maakt de kunstenaar met

Dadamagazine

# 01 .2016

plakken. De rest van de steen is vochtig en stoot de vette inkt af. Het afdrukken gebeurt op een lithopers. De ingeïnkte steen, met daarop het papier, wordt langzaam onder een horizontale balk doorgeschoven. Door de hoge druk van de pers gaat de inkt van de steen over op het papier. De afdruk wordt een litho genoemd. Bij kleurenlithografie wordt voor elke kleur een aparte steen gebruikt. De stenen worden na elkaar op hetzelfde papier afgedrukt. De overgangen tussen tinten kunnen fluweelzacht zijn.

Doordruk De zeefdruk is het bekendste voorbeeld van de vierde grafieksoort, de doordruk. Zeefdruk is een vlakdruktechniek die gebruikt wordt voor vele grafische doeleinden, zoals textieldecoratie, affiches, kunstdrukken en textieldruk. Het principe van de zeefdruktechniek is vrij eenvoudig. Een stuk fijn gaasweefsel van zijde of polyester wordt over een raamwerk gespannen. Belangrijk hierbij is de fijnmazigheid van het weefsel. Dit wordt de zeef genoemd. Hierop worden vervolgens op allerlei manieren de voorstelling aangebracht. Dit kan door sjablonen op de zeef te maken, door op het gaas te schilderen met een snel drogende verf of met behulp van lichtgevoelige laag een fotografische voorstelling aan te brengen die door middel van een positieve film belicht wordt. De op

het positief aanwezige donkere vlakken worden bij het ontwikkelen weggewassen zodat doorlatende plekken op het zeefdrukraam ontstaan, waar de inkt doorheen gedrukt wordt. Men brengt de inkt op het raam aan en smeert deze uit met behulp van een rakel, een soort ruitenwisser, waardoor de vorm van de sjabloon op het te bedrukken voorwerp wordt afgedrukt door de minuscule gaatjes van de zeef. Deze techniek kan herhaald worden met verschillende kleuren en vormen die naast elkaar of over elkaar worden gedrukt. Zeefdrukinkt is goed dekkend wat maakt dat ook gedrukt kan worden op donkere beelddragers. Computergrafiek De laatste grafiekvorm is de computerprent; de techniek van het digitale tijdperk. Op een monitor wordt een voorstelling ontworpen met behulp van speciaal daarvoor gemaakte software. Niet alle instructies die de kunstenaar geeft in het programma zijn direct te zien op het scherm, maar worden pas gevisualiseerd in de print. Praktisch voordeel van de computerprent is het feit dat er qua drukwerk weinig handwerk aan te pas komt.

Er hoeft niet per se een oplage worden gedrukt. Men maakt met behulp van een printer een afdruk op aanvraag, al dan niet met een maximale limiet. Wat mag je verwachten? Iedereen is welkom in het atelier grafiek: van absolute beginners tot mensen die al enige voorkennis hebben. Er is geen enkele vooropleiding nodig om te starten in het atelier; enkel de wil en zin om visuele beelden te maken en aan te leren. Je werkt op je eigen ritme in een ontspannen sfeer zonder geldingsdrang. De docenten staan garant voor een degelijke technische en inhoudelijke begeleiding op maat van elke individuele cursist.

Dada: www.gavoorkunst.be

60

|

61


creatief

grafiek | grafisch ontwerp fotografie | koolmijn | terril

Van creatief vlammetje tot passioneel vuur Plaats van afspraak is de terril van Winterslag. Tijdstip: entre chien et loup oftewel het vallen van de avond. Dan is het licht het mooist. In 1990 begon ik als grafisch ontwerper in Genk met een T-shirtlabel ‘Petit Cobra’. Mijn gedrevenheid om projecten een solide uitstraling te geven én een gezonde mix van grafisch ontwerp, typografie en fotografie liggen aan de basis van mijn grafisch atelier. ‘Dada Design’ is gehuisvest op C-mine, op een steenworp van de terril. De C staat niet toevallig voor ‘creativiteit’ en het voormalige mijngebouw was tevens de locatie waar meerdere edities van het ‘Our House’ festival, waarmee ik mijn oeuvre uitbouwde, hebben plaatsgevonden.

mijn getuigschrift vrije grafiek. Wat ik ontwierp aan het SHIVKV ging ik ‘s avonds zeefdrukken in het atelier van het SAPK. Mijn eigen creaties op papier of textiel kunnen overzetten, was voor mij een groot plezier. Ik zat in die periode van mijn leven vaak drie avonden per week en de volledige zaterdag in het atelier. En als een vlam zich vermenigvuldigt en begint te flakkeren, dan is er sprake van vuur.

Door Joël Neelen

Een computerarme wereld

S

edert de lagere school ging ik naar de tekenschool op zaterdag, in een laag, rood gebouw dat toen nog naast het station van Genk stond. Nadat ik de hele cyclus teke­nen had doorlopen, stapte ik over naar het atelier ‘vrije grafiek’ aan de Stedelijke Academie voor Plas­tische Kunsten (SAPK). Op het einde van mijn middelbare studies drong zich de vraag op wat ik verder zou gaan

Dadamagazine

# 01 .2016

studeren. Via een vriend kwam ik terecht bij het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Kommunicatie en Vormgeving (SHIVKV). In onze vrije tijd bedachten we scenario’s voor stripverhalen die groten­deels door hem werden getekend. Aangezien ik toch al jaren ‘vrije grafiek’ volgde, dacht hij dat ‘grafische vormgeving’ wel iets voor mij zou zijn. In 1990 behaalde ik mijn diploma grafische vormgeving alsook

Ik kom uit een periode dat een computer eerder een zeldzaamheid was. Ik herinner me dat ik in mijn laatste jaar grafische vormgeving zat en dat de eerste Apple Macintosh zijn intrede deed in de academie. Wij gebruikten die computer af en toe eens om een tekst te zetten in een bepaald lettertype – de keuze was toen nog zeer beperkt – in Aldus FreeHand 1.0. Tot dan toe moesten we ons veeleer behelpen met zogenaamde wrijfletters van Letraset of Mecanorma, of zelf de letters tekenen op millimeterpapier. Ik schreef ook vaak teksten met Rotringpennen of stelde woorden samen met uit natuurrubber vervaardigde letters om deze vervolgens met behulp van een stempelkussen te stempelen. Je moest toen veel meer moeite doen om de letters van een woord goed te ‘zetten’. Letter per letter vormde je een zin en het moest, meestal toch, op een rechte lijn staan. Ik ben blij dat ik opgegroeid ben in de knipen plakperiode, in de letterlijke betekenis wel te verstaan, niet de copy-paste die men tegenwoordig

dagelijks meerdere keren toepast met de computer. Ik ben dus na mijn studie geleidelijk aan meegegroeid met de evolutie van de Apple computer. Ik begon in mijn zeefdrukken teksten te verwerken die met de computer gezet waren, maar verder deed ik nog veel op de ‘traditionele’ manier. En zo werd stilaan vrije grafiek omgevormd tot toegepaste grafiek. In 1992 kreeg ik van mijn ouders mijn eerste Apple Mac-computer, een Mac­intosh LCII met een harde schijf van 80 MB; een bom geld voor die tijd, al stond de LC hier nochtans voor ‘low-cost’. Mijn interesse voor de computer nam gestaag toe. Eerst heb ik een tiental jaren in de multimedia­sector gewerkt en heb ik de begin­jaren van het internet bewust meegemaakt. Sinds 2004 heb ik me opnieuw volledig op de printwereld gestort. In al die jaren dat ik creatief bezig ben, heb ik van drie werelden geproefd; de ‘artisanale’ aanpak of het knipen plaktijdperk, de multimedia en tot op heden de print. Met andere woorden, de manier waarop ik creatief actief ben geweest, is grondig veranderd of geëvolueerd door de jaren heen en uiteraard heeft dat ook een invloed op mijn persoonlijkheid als ontwerper. Ik mag wel stellen dat ik meer voldoening haal uit het ontwerpen voor print omdat de tijdspanne vaak korter is waardoor je sneller tot een resultaat komt. Mijn opleiding vrije grafiek heb ik ook altijd als een groot pluspunt ervaren in mijn creatieve loopbaan. Een paar jaar geleden heb ik als gastdocent grafische vormgeving aan de MAD Faculty nog een workshop vrije grafiek georganiseerd voor de derdejaars bachelor- en de masterstudenten grafisch ontwerp. Het plezier dat die ontwerpers in spe daaraan beleefd hebben, deed me opnieuw het plezier herbeleven van mijn ervaringen in het atelier. Ik denk dat het voor een grafisch vormgever heel belangrijk is voeling

te hebben met de technieken waarmee je iets op papier kan zetten. De kennis en de techniek van etsen, linosnede, lithografie en zeefdruk vind ik een meerwaarde voor elke ontwerper.

elk seizoen geeft je een andere kijk op de wereld rondom je. De wereld ligt tegenwoordig ook binnen ieders handbereik, op één muisklik van je beeldscherm. Je moet er uiteraard wel tijd voor vrijmaken om het rustig te ontdekken.

Een eigen stijl Ik hoor vaak dat ik een eigen stijl heb, maar ik zou zelf niet kunnen beschrijven wat die stijl dan wel is. Een stijl is een uiting van een bepaalde tijdgeest. En smaak noemt men de verschillende nuan­ces ervan. Ik probeer me telkens opnieuw te identificeren met de aard van de opdracht om tot een zo goed mogelijk ontwerp te komen, maar dat doet waarschijnlijk elke vormgever. Misschien kan je stellen dat ik vaak een ontwerp maak met een kwinkslag, of met een hoekje af, of ietwat speels. Ik tracht vaak te bedenken wat een kind zou tekenen als men het zou vragen iets op papier te zetten. Als we naar een kindertekening kijken, merken we dat in deze teke­ningen een scheppende kunst te zien is die heel spontaan ten tonele is gebracht. Tekenen is voor hen een vorm van spelen, van experimenteren. Ze maken een kopie van hun ideeën met lijnen, vormen en kleuren. Dat probeer ik ook. Wat wel een feit is, is dat ik met de jaren steeds meer aandacht ben gaan besteden aan de typografie, en alles moet piekfijn tot op de millimeter nauwkeurig zijn. Je mag wel zeggen dat ik een perfectionist ben. In mijn multimediaperiode noemde men mij een ‘pixelneuker’, nu ben ik veeleer een ‘komma­ neuker’ geworden.

Tijdens een studiereis in 1989 bezocht ik het atelier van het grafisch collectief Grapus in Parijs , net voordat het collectief uiteenviel. De manier waarop de groep rond Pierre Bernard propaganda, kunst en grafiek met elkaar verenigde tot geweldige affiches vond ik feno­ menaal. Vanaf toen wist ik vrijwel zeker dat ik ook graag voor de culturele sector wou ontwerpen. Toen ik afstudeerde waren Neville Brody en David Carson grote namen in de wereld van het grafisch ontwerp. Vooral de onorthodoxe manier van het knip- en plakwerk van die laatste heeft mij geïnspirereerd.

Bron van inspiratie

De CoBrA-beweging heeft ook een heel grote indruk op mij nagelaten. Hoe die mannen met zoveel kleur en expressie tekeergingen, was voor mij een openbaring. Dotremont zei ooit: “Cobra est une école.” Met ongehoorzame jongetjes misschien, maar het is een soort school geweest, een vrije school met een zekere discipline. Met een bruisende activiteit en vitaliteit. Je kunt niet zomaar actief zijn, je moet er hard voor werken, en het waren stuk voor stuk harde werkers. Het uitgangspunt met name was dat ze in kinderteke­ningen scheppende kunst zagen. Een kind twijfelt er niet aan dat een lijn een lijn is en een kleur een kleur. Ze geven oprecht uitdrukking aan hun gedachten- en belevingswereld.

Inspiratie vind je overal en nergens. Zelfs het lezen van een bijsluiter kan in sommige gevallen inspirerend zijn, of een goed gesprek, of het zien van een interessante film, of een wandeling in de natuur want

Mijn allereerste logo, ‘Petit Cobra’, een label ontworpen om mijn T-shirts een identiteit te geven, is ontstaan nadat ik me verdiept had in de schilderijen en tekeningen van de CoBrA-beweging.

62

|

63


creatief

grafiek | grafisch ontwerp fotografie | koolmijn | terril

Naast CoBrA ben ik altijd gecharmeerd geweest door Kurt Schwitters, een Duits kunstschilder, typograaf, publicist en dichter, die beroemd werd met zijn collages, zijn klankgedichten en als bedenker van Merz. In 1994 bezocht ik een overzichtstentoonstelling van Schwitters in het Parijse Centre Pompidou. Naast krantenknipsels gebruikte hij materiaal als papier, karton, kippengaas en prikkeldraad, dat hij simpelweg op straat vond. “Nicht Dada, sondern Merz.” Via Schwitters kom je vervolgens snel bij het dadaïsme en het (typo) grafisch werk van onder meer Paul van Ostaijen. Dada Design ontleent zijn naam deels aan deze culturele beweging, deels aan het feit dat het vaak het eerste woordje is dat een kind uitroept – dada betekent soms ook

Je geniet pas écht van nietsdoen als je stapels werk hebt!

Dadamagazine

# 01 .2016

jaja – en deels aan het opstandige stokpaardje, een vrije vertaling uit het Frans. Stokpaardje wordt ook spreekwoordelijk gebruikt: als iemand op zijn stokpaardje zit, wordt bedoeld dat de persoon in kwestie over haar of zijn favoriete onderwerp spreekt, en wel op zo een manier, dat dit gespreksonderwerp altijd weer terugkomt. Creativiteit is een verrijking Enerzijds is het een plezier om iets te creëren waardoor de wereld er een klein beetje fraaier uitziet, al besef ik maar al te goed dat dat heel subjectief is. Anderzijds ben ik wel iemand die altijd creatief bezig is. Als ik niet ontwerp in functie van een opdracht, dan houd ik me bezig met fotografie, het schrijven van een reisverhaal of met een publicatie voor vrienden of voor

mezelf, al rest er de laatste jaren steeds minder vrije tijd om me met zulke nevenprojecten, zoals onder meer dit magazine, bezig te houden. Ik haal er een soort voldoening en rust uit om iets te creëren voor mezelf of voor de weinigen die het te zien krijgen. Een fotoboek met vakantie­foto’s, een website met geïllustreerde reisverhalen, een na­ slagwerk over de geschiedenis van de typografie in de vorm van een

tijdlijn, een magazine maken over creatie en cultuur in Genk, enz. Ik heb gewoon het gevoel dat ik dat moet doen ... waarschijnlijk omdat ik het gewoon graag doe. Of misschien is het een verslaving?! Eigenlijk komt het er gewoon op neer dat je je ding moet doen, met de nadruk op ‘doen’. Onderneem! Make it happen! Je bent wat je doet. Het is ook wel belangrijk dat er mensen zijn die de jongeren daarvoor motiveren en ondersteunen, want ze moeten uiter­aard de kans krijgen. In dit magazine bijvoorbeeld. Een passie voor de terrils De zwarte steenbergen zijn bakens in het landschap van Genk. Je kan ze van heinde en ver aan de horizon zien ophopen. De terrils zijn één van de kleinere nevenactivi­ teiten waarmee ik me in mijn vrije tijd bezighoud. Ik probeer zoveel mogelijk te gaan wandelen in de natuur om tot rust te komen of om het hoofd leeg te maken. Daaraan koppel ik dan vaak ook een fotografisch doel. Ik probeer diverse reeksen van beelden te schieten, bijvoorbeeld over het glooiende en vruchtbare landschap van Haspengouw of het moerassige natuurgebied De Maten. Daarnaast maak ik ook een serie over paddestoelen en uiteraard ook een reeks over de Limburgse ‘bergen’ van mijnsteen, de terrils, onder het motto ‘een goed gesprek en een terril’! Een nieuwe postkaartenreeks, van mijn foto’s van de terril van Winterslag, wordt momenteel te koop aangeboden bij Oja in de Venne­ straat.

Dada: www.dadadesign.be

64

|

65


creatief

dadamagazine

grafiek | grafisch ontwerp fotografie | koolmijn | terril

# 01 .2016

66

|

67


Actueel

documentaire | animatiefilm abandoned places | architectuur | exitus

Exitus acta probat * De Belgische fotograaf en urban explorer Henk Van Rensbergen bundelde zijn meest fascinerende beelden van de verlaten gebouwen, die hij wereldwijd ontdekte, in een verzamelboek ‘Abandoned Places’. In de voetsporen van deze architectuurexploratiepionier heeft het Genkse bedrijf Slammer! een spannende en avontuurlijke achtdelige documentairereeks gemaakt voor televisiezender Canvas. Maak kennis met ‘Exitus’, een indrukwekkende stop-motionanimatiereeks die verwaarloosde plekken terug tot leven brengt. Door Dada Magazine

toegankelijke locaties. Ze proberen er binnen te geraken om hun aparte charme en schoonheid te fotograferen en te documenteren. Ze benaderen hun locaties met het grootste respect, zonder iets stuk te maken en zonder een spoor na te laten. Vanuit hun passie voor animatiefilm gaan ze verder dan de doorsnee urban explorer en brengen de bijzondere plekken na jaren van verwaarlozing weer tot leven door middel van stop-motionanimatie.

Ongezien binnen­raken in verlaten gebouwen is een levensstijl, telkens opnieuw een avontuur

E

xitus dompelt ons onder in een wonderlijke en vaak imposante wereld van verlatenheid en verval, lelijkheid en schoonheid. Duizenden kilometers zijn urban explorers en filmmakers Bob Thissen en Jeroen Swyngedouw onderweg naar geheime plekken en verlaten gebouwen. Ze laten zich inspireren door geschiedenis van de gebouwen, hun architectuur en esthetiek, de mythes, de omgeving, de mensen in de buurt.

* Het doel heiligt de middelen

Dadamagazine

# 01 .2016

Hoe de natuur alles overwoekert en uiteindelijk ook uitwist. Hoe de tijd alles verweert en verteert, hoe stilte en geluiden iets vertellen over de sites die ze bezoeken. Ook dat is Exitus. De reeks laat u kennismaken met een mysterieuze wereld van verlaten kastelen, oorlogsschepen, theaters, fabrieken, gevangenissen, kloosters en zelfs verlaten dorpen in het onbekende Abchazië. Avontuur en architectuur Voor de Nederlander Bob Thissen en de Vlaming Jeroen Swyngedouw is ‘urban exploring’ een levensstijl. Ze gaan op zoek naar verlaten gebouwen en niet openbaar

Adellijke huizen Voor de eerste aflevering trokken de urban explorers naar de Loire­ streek in Frankrijk. Deze streek ligt bezaaid met honderden kastelen uit de 15e en 16e eeuw, de periode dat de Franse koningen de Loirestreek prefereerden boven Parijs. Aan het einde van de 16e eeuw keerde het Franse hof terug naar Parijs en samen met hen, hun adellijke gevolg, architecten en bouwmeesters. Toch bleef de Loirestreek de meest uitgelezen locatie voor exquise optrekjes van de Franse upper class. Het kasteel dat Exitus aandoet stamt uit het einde van de 19e

een passie voor oude gebouwen en verlaten locaties, Plaatsen waar de tand des tijds zijn werk heeft gedaan eeuw. Het werd gebouwd door de excentrieke familie Hodé die verschillende kastelen bezat in de regio. Ze ontdekken het eigenaardige interieur van het kasteel, volgestouwd met een bont arsenaal meubelen en bizarre snuisterijen, waaronder een grote verzameling opgezette dieren … Vandaag de dag zijn zulke kastelen nog amper te onderhouden. Sommige kastelen werden verlaten en gaan stilaan ten onder aan de natuurkrachten. Schoonheid en verval In Philadelphia verkent Exitus een leegstaande gevangenis waar ze het huiveringwekkende isolement van de gedetineerden aan den lijve ondervinden. Ten noorden van New York bezoeken ze een indrukwekkend theater dat al decennia lang niet meer wordt gebruikt. Ze brengen het weer tot leven alsof de tijd gewoon heel even stil is blijven staan. De industriële revolutie heeft gezorgd voor gigantische gebouwencomplexen. Bob en Jeroen bezoeken een oude staalfabriek in Pittsburgh, aan de Amerikaanse oostkust. Een oorlogsschip is een wereld op zich. Op een scheepskerkhof in de buurt van het Franse Landévennec gaan Bob en Jeroen op zoek naar het fregat Le Colbert. In de Abruzzen in centraal Italië

verkennen Bob en Jeroen verlaten kerken en kloosters. Ze brengen de barokke pracht en praal van het katholieke geloof weer tot leven. Abchazië is een opstandige provincie in de voormalige Sovjetrepubliek Georgië. In de tijd van de USSR was de regio aan de Zwarte Zee een geliefkoosd vakantieoord voor de partijbonzen. Exitus ontdekt er de luxe van de “Sovjet Riviera”. Een groot contrast daarmee is het bergachtige hinterland van Abchazië. In de tijd van de Sovjet-Unie floreerde de streek door de steun uit Moskou voor de mijnbouw en industrie. Nu vinden Bob en Jeroen er vooral spookdorpen. Ze ontmoeten enkele van de laatst overgebleven bewoners en brengen de dorpen weer tot leven. Van Kladaradatsch! naar Slammer!

grote onderscheiding zijn masteropleiding beëindigde. Daarna richtten ze samen Slammer! op, dat gehuisvest is in de C-mine Crib. Slammer! produceert en realiseert hoofdzakelijk kortfilms gebruik makend van animatiefilm en fotografie. Ze zoeken de minder bewandelde paden op aan de hand van verschillende opname- en postproductietechnieken. Stop-motion op ware grootte in zijn meest rudimentaire vorm is hun dada. “Ik hecht enorm veel belang aan vorm, stijl, emotie en verhaal,” aldus Toon Loenders, “deze pijlers zijn dan ook zeer belangrijke elementen binnen ons concept als audiovisueel bedrijf. Aan Exitus is bijgevolg ook meerdere jaren gewerkt.” Co-creatie

Wie herinnert zich nog de originele generieken voor tv-programma’s als onder meer ‘Het Huis van Wantrouwen’, ‘Morgen Maandag’ en de komische sketches rond Remo Perrotti, alias “Sjamayee!”. Deze filmpjes werden in fast motion gefilmd en geregisseerd door Toon Loenders. Op de MAD Faculty (nu LUCA School of Arts nvdr.), alwaar Toon gastdocent animatie is, ontmoette hij Bob Thissen die met zijn experimentele animatiekortfilm “Nothing Beside Remains” met

Exitus is een coproductie van Off World, Submarine en Slammer!, met de steun van VAF-Media en de taxshelter van de Belgische Federale Overheid. De reeks wordt uitgezonden op Canvas en op NTR en NPO3 in Nederland.

Dada: www.bobthissen.com vimeo.com/68993490 www.urbanexploration.be

68

|

69


Leesvoer

piekuup

Magazine | vakmanschap creativiteit | co-creatie

muziek | platenspeler vinyl | elpee | jazz

We All Live To Enhance Reality

Vinyl is (alweer) terug van weggeweest

Eindelijk nog eens een écht magazine! Er is veel voorbereiding aan voorafgegaan, maar de crowdfunding-campagne van Mr Cup heeft geleid tot deze prachtige publicatie: Walter.

De platenspeler is aan een opmerkelijke revival bezig. Waren de platenspeler en vinyl nog niet zo lang geleden helemaal afgeschreven, sinds enige tijd is de populariteit van de platenspeler weer groei­ende. Voor de echte muziekliefhebber biedt de platenspeler nog steeds een onovertroffen geluid.

nieuwe kabels en de zwarte contacten zijn gereinigd. Na modificatie en een nieuwe diamant­naald speelt hij weer supermooi, zeker in combinatie met de prachtige sound van een stel Cantara luidsprekers.

V

“Vinyl is terug en opnieuw in, ook bij de jeugd”, zegt Albert Claesen. “Vinylwinkels openen en perserijen kunnen de aanvraag voor vinylplaten niet meer bijhouden. Platenspelers worden opnieuw geproduceerd en dit anno 2016.”

Door Dada Magazine – Foto's Fabien Barral | Walter

M

r Cup is het alterego van de Franse kunstenaar/ ontwerper Fabien Barral. Hij is gepassioneerd door beelden en grafisch ontwerp. “Ik ben wat ik maak. Ik maak wat ik ben.” Walter is niet zomaar een tijdschrift over alleen maar grafisch ontwerp of het zoveelste design­ magazine; Walter kijkt naar creativiteit, naar vakmanschap, naar esthetiek, naar functioneel onderzoek en heeft oog voor detail, onafhankelijk van tijd en plaats. Walter probeert om een grafisch designmagazine te zijn, maar niet

The ultimate goal of any creative project is construction! We must all return to craftsmanship because there is no such thing as professional art. There is no essen­tial difference between the artist and the craftsman. Let us wish, conceive and create the new constructs of the future, that will embrace all in one single form enkel voor ontwerpers. Grafisch ontwerp is namelijk overal: een filmposter, een platenhoes ... “Wij bekijken het als ontwerpers, maar voor de meeste mensen is het gewoon emotie, niet ‘een letter-

Dadamagazine

# 01 .2016

type,’ ‘een kleur ...’ Ook het creatieve proces is belangrijk; hoe een idee een voorwerp wordt!”, aldus Barral. “We leven in een gedematerialiseerd tijdperk: boeken, muziek, alles is minder tastbaar geworden! En toch

inyl klinkt beter, heeft een mooie uitklaphoes en meer charme dan een mp3. Doordat veel digitale muziek gecomprimeerd wordt, gaat er in mp3’s ook veel rijkheid verloren.

ren en getogen Genkenaren, Joris ‘George’ Jaenen en Albert ‘Bèr’ Claesen, een vinylwinkel annex koffie­bar in de Vennestraat. Het is een gezellig praatcafeetje met Braziliaanse koffie en biodrankjes.

De platenspeler is niet alleen geliefd bij de 40-plussers die de oude tijd van de pick-up nog hebben meegemaakt, maar ook jongeren omarmen de platenspeler steeds meer. En nieuwe albums worden steeds vaker ook weer op vinyl uitgebracht. Begin dit jaar openden twee gebo-

Na een bezoek aan George & the Bear haalde mijn jeugdsentiment weer de bovenhand en heb ik de oude Dual platenspeler van mijn vader – waar ik als klein jongetje singeltjes mee afspeelde – terug in huis gehaald. Ik heb de platenspeler vakkundig laten voorzien van

Rest mij in deze rubriek alleen nog enkele elpees voor te stellen die bij Dada Design regelmatig op de piekuup liggen.

de opera van George Gershwin met dezelfde naam uit 1934. Het album werd in vier sessies opgenomen in de Columbia 30th Street Studio in New York City. Het was de tweede keer dat Davis en Evans samenwerkten en het album oogstte veel lovende kritieken. Jazz­critici noemen het album zelfs historisch.

gen werden door zwarte acteurs en actrices. De componist stelde dit als eis.

worden er meer en meer vinylplaten verkocht en klanten willen weten waar hun koffie vandaan komt en wie de bonen geroosterd heeft. We willen authentieke, tastbare en zichtbare dingen”. Walter is een kwartaalmagazine met 180 mooi vormgegeven pagina’s en veel foto’s. De naam van het tijdschrift is ontleend aan een citaat van Walter Gropius, Duits architect en oprichter van Bauhaus (lees hiernaast). De oplage is beperkt tot 3.852 exemplaren (1883 + 1969, data van de geboorte en het overlijden van Walter Gropius). De teksten zijn in het Engels en het Frans.

Dada: www.walter-magazine.com

Porgy and Bess is een studio­ album van jazzmuzi­kant trompettist Miles Davis, in 1959 uitgebracht bij Columbia Records. Het album bevat arrangementen van Miles Davis en Gil Evans van

De opera werd voor het eerst opgevoerd in 1935, in het Alvin Theatre op Broadway in New York, en was weinig succesvol. Het was de ultieme poging van George Gershwin om erkenning te vinden als componist van klassieke muziek. Het bijzondere van dit werk is dat alle rollen gezon-

Dada: www.georgeandthebear.com

In 1936 ging de productie op tournee door Amerika. In het National Theatre van Washington DC mocht er aanvankelijk alleen voor een blank publiek worden opgetreden. Hoofdrolspeler Todd Duncan weigerde onder deze condities te spelen en uiteindelijk werden ook kleurlingen toegelaten. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat het National Theatre voor een gemengd publiek toegankelijk was. Na de dood van Gershwin is de opera populairder geworden.

70

|

71


opinie

reclamewereld | pitchen creatieve beroepen

Pitches doen reclamewereld pijn Op het eerste oog lijkt een bureaupitch een ideale manier om een reclamebureau te selecteren. Je laat drie of vier bureaus opdraven, je kiest het bureau met het meest adequate concept en ‘jat’ na afloop nog een paar ideetjes van de andere deelnemers... Door drs. Peter Swelsen – Bron Limburg Onderneemt

D

e reclamewereld is echter steeds minder bereid om het pitchspelletje mee te spelen. De kostenpost bedraagt namelijk al snel tien mille, terwijl je niet eens zeker weet of je de opdracht krijgt. “Om te groot financieel verlies te voorkomen, is het belangrijk dat alle partijen zich aan de gedragscode van de VEA (vereniging van communicatieadviesbureaus, red.) houdt”, vertelt pitchexpert Hans Bours, van het Maastrichtse ­bureau 20/20.

principieel ben ik tegen pitches. Bouw een duurzame relatie met een bureau op en leef niet bij de waan van de dag

Dadamagazine

# 01 .2016

Voor de buitenwacht lijkt de reclamewereld een flitsend wereldje. Dit beeld wordt door de recente televisieserie Mad Men bevestigd. In deze briljante serie – die zich afspeelt in de sixties – zien we overmatig rokende, promiscue en zuipende creatieven ogenschijnlijk de blits maken. Tegelijkertijd maken ze van hun privéleven een gigantische puinzooi. Anno 2016 is werken in de reclame lang niet meer zo ‘romantisch’. Reclamemensen zijn tegenwoordig gewone hardwerkende professionals, die net als andere bedrijven flink lijden onder de economische crisis. Oneerlijke selectiemethoden zoals de bureaupitch maken het leven van reclamebureaus nog lastiger. “Nog te vaak gebruiken opdrachtgevers een pitch als alibi om iets te onderbouwen dat al beslist was”, meent Hans Bours. “Ook als zo’n pitch wel eerlijk verloopt, is het geen ideaal selectieinstrument. Ik ben dan ook principieel tegen pitches. Het is belangrijker dat een opdrachtgever een duurzame relatie met een bureau opbouwt en niet leeft bij de waan van de dag. Als een opdrachtgever toch per se een bureau wil selecteren, is een

aanbesteding een beter idee. Zo’n aanbesteding kost reclamebureaus als ze meedoen aanzienlijk minder geld. Belangrijk is wel dat ook zo’n aanbestedingsprocedure volgens strakke regels gebeurt. Wij doen alleen mee aan een pitch als aan alle voorwaarden van de VEA-gedragscode is voldaan. Een belangrijk element van die code is dat er objectieve meetcriteria zijn. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat een bureau wordt gekozen vanwege een strak gesneden stropdas of goed zittend mantelpakje. Een tweede belangrijke factor in de VEA-gedragscode is het betalen van een pitchvergoeding aan de bureaus die de opdracht niet krijgen. Het gaat dan gemiddeld om een paar duizend euro. De ‘verliezers’ maken dan nog verlies, maar er gaat in ieder geval niet zo’n groot bedrag down the drain. Tevens garandeert zo’n pitchvergoeding dat de opdrachtgever serieus bezig is.” Je zou verwachten dat in tijden van crisis het aantal opdrachtgevers dat voor een pitch kiest toeneemt omdat het een goedkope manier kan zijn om aan ideeën te komen. In werkelijkheid loopt het aantal pitches de laatste tijd echter zienderogen terug. Dit komt in de eerste plaats omdat er minder opdrachten te verdelen zijn. Bovendien zijn reclamebureaus minder geneigd om aan pitches mee te doen. Als ze uit opportunistische overwegingen toch meedoen, vragen ze gesteund door brancheorganisaties VEA en Pragma meestal een realistische pitchvergoeding. “Grote bedrijven zoals Randstad en Rabobank hebben daar terecht geen enkele moeite mee”, besluit Bours. Hans Bours: “Ik ben principieel tegen pitches. Bouw een duurzame relatie met een bureau op en leef niet bij de waan van de dag.”

72

|

73


kort&bondig

epiloog

Thor Central

In den beginne was er zwart, … of toch wit

‘Thor Central’ is de nieuwe naam van het hoofdgebouw van Thor Park, de hotspot voor technologie, energie en innovatie, gelegen op het voormalige mijnterrein van Waterschei.

H

et Genkse stadsbestuur raadpleegt naar traditie haar inwoners om namen van sites of gebouwen te bedenken. C-mine, SportinGenk Park en Thor Park zijn allemaal namen bedacht door creatieve en geïnspireerde stadsgenoten. ‘Thor Central’ haalde het van 75 inzendingen. “Thor Central is een naam die meertalig bruikbaar is, herkenbaar en duidelijk”, liet de jury noteren. Ontmoetingsplaats “Het hoofdgebouw neemt een centrale plaats in op de site, maar het zal ook een ontmoetingsplaats

worden in onze lokale maatschappij. ‘Central’ doet bovendien denken aan de mijncentrale die er vroeger was gehuisvest. En ‘slimme technologie’, waar het om draait op Thor Park, zal in de toekomst ook meer en meer een centrale plaats innemen in ons leven”, legt Fons Vanden Berghe zijn keuze voor de naam Thor Central uit. Naast een nieuwe naam annex logo zal het gebouw, momenteel dicht wegens renovatie, onder meer een centrale receptie, een auditorium, een horecaplein, een vergaderruimte en zelfs een kinderdagverblijf huisvesten.

Logo Het nieuwe logo voor Thor Central werd ontworpen door het full brand communicatiebureau DesignSkills uit Scherpenheuvel-Zichem. Zij tekenden eerder ook al het logo voor THOR en MOTHOR, evenals het logo voor de Genkse Academie.

Door Ado Hamelryck & Joël Neelen

Dada: www.thorpark.be www.mothor.be

De Andere Markt Als je kon kiezen, wat voor werk zou je dan willen doen? En hoe zou je werkplek er uitzien? Waar zou die werkplek liggen? En met wie zou je willen samenwerken? Zit jij ook met veel vragen rond jouw talenten? Heb je goede ideeën voor nieuwe soorten werkplekken en instrumenten? Dat is waar het project De Andere Markt over gaat: een reeks labs waarin we samen denken en werken rond de toekomst van werk.

H

et thema ‘werk’ is én blijft brandend actueel, denk maar aan de definitieve sluiting van Ford Genk eind 2014. Net daarom wil het project De Andere Markt samen met Genkenaren nadenken over de toekomst van werkgelegenheid in Genk. De Andere Markt wil jongeren uitdagen om samen nieuwe werk­plekken en -instrumenten te bedenken. Werkplekken gericht op je eigen wijk, of juist gericht op de wereld. Instrumenten om aan werk te geraken, om werkervaring

Dadamagazine

# 01 .2016

op te doen of gericht op samenwerken. Kortom: iedereen is welkom in De Andere Markt om mee na te denken en samen te werken rond de toekomst van werk in Genk. Verschillende labo's Je kan komen kennis maken met ons in de straten. We maken portretten van de talenten van Genkenaren. We trekken met onze bakfiets doorheen de straten, verzamelen en etaleren verhalen over lokale talenten in plaats van jobs. We nemen

Ik vermoed dat we ongeveer tegelijkertijd in Genk terechtgekomen zijn. Ado Hamelryck solliciteerde in 1967 voor een job aan de Stedelijke Academie, tot dan toe een plek waar hij bij wijze van spreken nog nooit van had gehoord. Eén jaar later zag ik het levenslicht in het Sint-Jansziekenhuis op de Weg naar As. Direct na mijn geboorte werd ik gedoopt in de kapel waar ik ongeveer twintig jaar later les in modeltekenen kreeg van Ado. Een ietwat vreemde ervaring, maar de ruimte voelde vertrouwd aan op een of andere manier.

ook interviews af met lokale ondernemers en brengen hun sociaal en economisch netwerk in kaart. Je kan deelnemen aan een Minilab, een lab waarin we spelenderwijs en co-creatief tot nieuwe ideeën komen. In een Designlab kan je die ideeën vervolgens materialiseren tot werkelijke platformen, tools, objects, diensten of ruimtes. In een Gamelab kan je abstracte ideeën spelenderwijs visualiseren. Je kan in een coachingstraject stappen om de kansen te vergroten dat het product, dienst, tool of organisatie in de realiteit kan bestaan en een echte bijdrage kan leveren tot het vraagstuk rond de toekomst van werk. Dada: www.facebook.com/deanderemarkt

T

oen ik enkele weken geleden kunstenaar Ado Hamelryck opbelde en vertelde over mijn initiatief om een magazine te ontwerpen, was hij meteen enthousiast over een nieuw platform om op dergelijke manier informatie te delen met de Genkenaar en zijn omgeving.

de basis was voor een verdere evolutie en karaktervorming. De factor ‘trage tijd’ en ‘er plezier aan beleven’ werden destijds complementair: één geheel. Later werd ik, als docent tekenen, opnieuw geconfronteerd met deze reeds gedeeltelijk gevormde kandidaat op het hoger onderwijs, zijnde het S.H.I.V.K.V. (Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving) eveneens te Genk. Geen ontkomen aan. Daar ging de opvulling van inhoud, en het dieper boren naar visie, verder. Zich aanpassen deed hij vlot. Tekenen werd in de breedte gegeven. Alle disciplines kwamen aan bod: waarnemingstekenen, presentatietekenen, motorisch tekenen én modeltekenen. Maar ook in de diepte, inhoudelijk en filosofisch. Tekenen als middel.

Mijn eerste contact met de prille student, Joël Neelen, was in het atelier Tekenkunst van het S.A.P.K. (Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten) te Genk. Hij was één van de studenten die, geduldig en disciplinair, de vele opdrachten uitvoerde, bestaande uit passieve puntjes en actieve lijntjes. Discipline was toen troef voor die pubers en het was de eerste aanzet ‘om de jonge boom te leiden’.

De stille en zwijgzame Joël kweet zich met interesse van zijn taken en bleef een waardevol student, waar ook ik genot aan beleefde. Later werden we zelfs even collega’s, en nu zijn we nog steeds respectvolle kennissen.

Ado Hamelryck Ere-docent aan de Katholieke Hogeschool Audiovisuele Kunsten

Joël toonde begrip voor de zin van de zinloze opdrachten en werd zo in deze filosofische visie gekneed, dit zonder gemor of onbegrip, maar wel met het besef dat dit

74

|

75


waren de goden kosmonauten?

netwerk | link dada design

Activeer wifi, kies één van de beschikbare netwerken en voer het juiste wachtwoord in Zonder netwerken leer je geen nieuwe mensen kennen. Mijn netwerk, dat voor een deel schuilgaat achter de artikels in dit magazine, is een inspirerend netwerk “van, voor en door” creatievelingen die daar informatie, kennis en ervaringen over willen delen. De volgende keer log je automatisch in op mijn Dada-netwerk.

kennis, informatie en contacten. In principe is iedereen die je kent of gekend hebt én die een positieve indruk van jou heeft, je netwerk. Ik situeer kort welke ‘link’ er is tussen de artikels in dit magazine en mezelf en/of Dada Design:

Door Joël Neelen – Foto’s Els Gielen

N

etwerken is het leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je carrière en je

Dadamagazine

# 01 .2016

privéleven. Dat netwerk is er niet alleen voor jou, het is de bedoeling dat ook anderen er wijzer van worden. Het doel is het delen van

— 8 — Eén van de drijvende krachten achter de schermen bij netwerk Anti.Anti., Danny Bierset, is een zeer goede kameraad en spitsbroeder bij het ter ziele gegane Our House en kunstencentrum Tor.

— 12 — Jacques Maes en Lise Braekers zijn twee getalenteerde oud-studenten van de MAD Faculty in Winterslag, Genk. Ik had het genoegen hen te mogen begeleiden als docent grafisch ontwerp tijdens hun bachelor- en masterproef. Sindsdien zijn ze een koppel en tekenen ze onder meer leuke kinderboeken en geboorte­kaarten, op een zeer plezante manier en met een geheel eigen stijl. — 16 — De mens achter Studio Wunderkind en Visuals Internatio­ nals heet Wouter Medaer en hij was eveneens een oud-student grafische vormgeving aan de MAD Faculty. Een man van weinig woorden, maar met spannende ideeën die hij koppelde aan, een tot dan toe voor mij onbekend gedrag, namelijk ‘procrastinatie’. — 18 — Jean Manca, geboren en getogen op de eerste cité van Winterslag, is sinds de middelbare school in Bokrijk een goede kame­

raad. Tijdens mijn passage aan UHasselt organiseerden we samen lezingen onder de noemer ‘kaos’. Gastsprekers waren onder meer wijlen journalist, columnist en satiricus Johan Anthierens, professor archeoloog Marc Waelkens en wijlen filosoof Jaap Kruithof. Dada Design ontwerpt momenteel het logo voor het Phys-X-LaB en X-LaB van Professor X. — 22 — Begin 2016 kreeg ik de vraag van Koen Meyvisch, vroeger badmintonkompaan en medeoprichter van de Generale Klank Maatschappij, om een beeldlogo te ontwerpen voor hun concept. Als referentie voor het ontwerp reikte Koen het oude logo van de ‘Generale Bank’ aan. Naast de vraag om voor hen een logo te tekenen, kreeg Dada Design ook de opdracht een cd-hoes te ontwerpen voor hun debuutcd. Dada Design creëerde hiervoor een unieke zeshoekige verpakking als alternatief voor het alombekende vierkante cd-hoesje.

— 26 — Tijdens de periode dat ik gastprofessor was aan de MADfaculty, leerde ik Andrea Wilkinson kennen als een Nieuw-Zeelandse die Genk kwam ‘onderzoeken’. Voor het onderzoeksproject Keep Forget werkte ze nauw samen met onder meer Thomas Billen, een Genkse oud-student grafisch ontwerp. — 32 — Na mijn studie aan het S.H.I.V.K.V. ontmoette ik Jos Coenen opnieuw tijdens mijn specilisatiejaar aan de UHasselt. Tijdens de opleiding ‘integratie en implementatie van nieuwe media’ kwam hij, in opdracht van Musica, tonen hoe we digitale reproducties konden maken van grootbeelddia’s. Dit kaderde in een cd-romproject ‘Muziek aan het hof van Margaretha van Oostenrijk’ met in een hoofdrol meesterpoly­fonist Pierre de la Rue. Later ontmoette ik Jos opnieuw tijdens de periode dat ik zelf lesgaf aan de academie. We delen beide een passie voor terrils, elk op zijn eigen manier.

76

|

77


waren de goden kosmonauten?

— 38 — Een goede vriend liet me een paar jaar geleden kennismaken met het debuutalbum van Mad About Mountains en ik was danig onder de indruk van deze Limburgse band. Sindsdien volg ik de muzikale omzwervingen collega-grafisch ontwerper Piet De Pessemier. Temeer mijn moeder op jonge leeftijd overleden is aan de ziekte van Alzheimer trok hun derde album opnieuw mijn aandacht. Na enkele live-concerten in Muziek­ odroom, een huiskamerconcert bij Carine Decoster en bij George & the Bear – mijn favoriete platenen koffiezaak in de Vennestraat – beluister ik de muziek van Mad About Mountains ook regelmatig op kantoor. — 46 — Het gevoel van avontuur – of verwondering – is niet iets dat stierf met Marco Polo. Volgens mij is reizen nog steeds zeer nuttig en zinvol. Je wordt geconfronteerd met dingen waar je geen weet van hebt. Anderzijds is het natuurlijk

Dadamagazine

# 01 .2016

een huizenhoog cliché, dat reizen een zoektocht is naar jezelf. Je gaat niet bewust op zoek, je wordt geconfronteerd met bepaalde zaken en daaruit leer je. Mijn advies: ontdek de wereld om het beste te vinden! En dat begint met het heerlijk wegmijmeren bij een unieke wereldbol, op droomreis in je hoofd. — 50 — Frits Jeuris heb ik leren kennen op een feestje bij gemeenschappelijk vrienden. Frits is een zeer getalenteerde en eigenwijze doe-het-zelver die fantastische ideeën heeft en zeer instinctief te werk gaat met gerecycleerde materialen. Zo bouwde hij bijvoorbeeld uit houtoverschotten een gigantisch hoofd in zijn tuin, een speelplek voor de kinderen en een brainstormruimte voor volwassenen. “Dit project zat al lang in mijn hoofd,” grapt hij daarover. Of met de planken van een duivenhok maakte hij een moduleerbaar bankstel met de geestige naam

netwerk | link dada design

‘Kom kom kom Bankstel’. Of van een oude aardappeltransportband maakt hij een ‘patattenstoel’ … Doe het hem maar na! Dada Design ontwierp voor Frits Jeuris een poster voor Beaufort ‘Buiten de Grenzen’ alsook een mini-brochure over zijn projecten. — 56 — Tijdens mijn jeugd volgde ik ‘tekenschool’ in een laag rood gebouw naast het station van Genk dat er al lang niet meer staat. Later koos ik voor de optie Vrije Grafiek aan de Stedelijke Academie waar ik les kreeg van wijlen Rik Jacobs en Michel Wieczerniak. Ik heb veel van mijn vrije tijd doorgebracht in het atelier want het is fantastisch om je eigen ontwerpen te kunnen drukken op een ambachtelijke manier. Toen Michel me onlangs vertelde dat het leerlingenaantal de laatste jaren enorm gedaald is, leek het me opportuun om een bijdrage te leveren om mensen te motiveren om opnieuw naar de academie te gaan.

— 74 — Een paar maanden geleden ben ik zelf nog maar eens in de val gelopen. Iemand deed via freelancenetwork.be een oproep voor een ’grafisch vormgever magazine’: “De freelance grafisch vormgever zal dan instaan voor de totale opmaak van ons magazine dat maandelijks zal verschijnen vanaf augustus. Deze zal tevens werken vanuit zijn eigen thuisbasis en levert maandelijks het magazine per mail in drukkwaliteit DPI 300 zodoende het 16 tot 20 paginas tellende magazine kan worden gedrukt.” Vrij snel nadat ik per e-mail reageerde, werd ik uitgenodigd om het project te bespreken. Er was in de omschrijving totaal geen sprake van een ‘pitch’, maar bij aankomst bleek dat de persoon in kwestie een beknopte briefing had klaarliggen waarbij er gevraagd werd om volledig autonoom een magazine te ontwerpen mét inhoud, redactionele teksten, interviews, … en foto’s. Al deze taken kwamen toe

aan de ontwerper. De ‘professionele vakjury’ van de persoon in kwestie zou beslissen wie de ‘gelukkige’ is die de maandelijkse opdracht toegewezen zal krijgen op basis van een volledig uitgewerkt magazine, inclusief logo, waarvoor ik enkele werkdagen kreeg. Wat stond daar tegenover? Niets. “Ah neen, want ik mocht blij zijn dat ik bij de enkele gegadigden was die straks mogelijks zo’n mooie opdracht mocht uitvoeren.” Ik had natuurlijk gewoon kunnen besluiten om deze opdracht te negeren na de briefing, maar ja … Het voordeel van de twijfel? Ik besloot toch om deel te nemen en alvorens ik het magazine per pdf opleverde, registreerde ik ook twee domein­ namen die mijns inziens interessant konden zijn voor het concept. Nog geen 24 uren later kreeg ik hetvolgende per e-mail te lezen:

u niet werd geselecteerd door de vakjury. Spijtig te moeten vaststellen dat u onze domeinnaam www.verbouwmagazine.be heeft … Mvg, Ignace Leysen ” Is het dan zo moeilijk om elke, door hen geselecteerde, grafisch ontwerper een bepaald honorarium of onkostennota te vergoeden in ruil voor een terdege uitgewerkt ontwerpvoorstel? Nu voelt het alsof ze er enkel op uit waren om goede ideeën te ronselen … Creatief werk wordt helaas nog steeds niet naar waarde geschat. En sommige mensen voelen blijkbaar totaal geen schroom.

Dada: www.dadadesign.be

“Geachte Heer Neelen, Wij willen u bij deze melden dat

78

|

79


creativiteit

stimuleren | techniek presteren

13 technieken om snel je creativiteit te stimuleren Om creatief te zijn, moet je vooral je hersenen leren om buiten de geijkte hokjes te denken. “Your mind is like a parachute. It only works when it's open”, zei Frank Zappa al. En gelijk had hij: creatief denken kan alleen als je jezelf toelaat buiten de geijkte hokjes van ‘het normale’ te denken. Gelukkig zijn er heel wat strategieën die je creatieve brein naar een plek ‘out of the box’ kunnen helpen. Door Hanne Vlogaert – Bron DeMorgen

C

reativiteit wordt vaak gezien als iets dat slechts een kunstzinnige enkeling gegeven is. Niets is echter minder waar, want hoewel sommige mensen – dankzij hun specifieke psychosociale achtergrond – zeker een grotere gevoeligheid voor artisticiteit vertonen, zit het vermogen om ‘creatief te denken’ toch onvermijdelijk bij iedereen in zijn menselijke natuur ingebakken.

Hoe diep dat vermogen daar echter bedolven zit onder geestdodende dingen als conformisme, sociale druk en ander ‘psychologisch puin’, hangt in grote mate van de manier waarop je je hersenen stimuleert om zich tegen al die verwachtingen en beperkingen te verzetten om los daarvan ook eens buiten de geijkte kaders te denken.

Deze dertien technieken kunnen je misschien helpen om je eigen p Koot een creatieve potentieel (opnieuw) alvas dbol vanonder het stof te halen.

werel

1. Dagdroom Om echt creatief te zijn, moet je je geest daar ook de speelruimte voor geven. Mensen die tijd nemen om even helemaal niets te doen en enkele uren aan een stuk te dagdromen, geven hun hersenen de vrijheid om af te dwalen van wat ‘normaal’ en voor de hand liggend is. Los van logisch denken en rechtlijnige causaliteit, geven ze hun geest op die manier de kans om nieuwe verbanden te leggen

Dadamagazine

# 01 .2016

tussen de concepten, fantasieën en ideeën die hun hoofd bevolken. Het associatieve proces waarlangs dat ‘creatief denken’ verloopt, heeft dan ook veel weg van dat van een droom: door het automatisch en ogenschijnlijk willekeurig samenvoegen van beelden en ideeën uit heden, toekomst en verleden kan er tot een nieuw, wonderbaarlijk product gekomen worden. De link tussen dagdromen en creatief denken is overigens verre van nieuw, en werd al in 1907 geïntroduceerd door de grondlegger van de psycho­analyse Sigmund Freud.

neth Goldsmith. Vorig jaar richtte hij binen de opleiding ‘Creative Writing’ aan de Universiteit van Pennsylvania dan ook het vak ‘Tijd verdoen op het internet’ in. “Afleiding, dagdromen en multitasken zijn verplicht”, zo klinkt het.

maar lopen op die manier dus ook de emotionele, cognitieve en sociale voldoening van meer inspannende, creatieve activiteiten mis. Luistertip

De manier waarop doelloze gebruikers van het internet letterlijk rondzwerven in de oneindige speeltuin van het wereldwijde web, is dan ook vrij letterlijk een simulatie van de manier waarop het creatieve denkproces vorm krijgt in iemands hoofd: net zoals er online eindeloos van de ene naar de andere website, blog of social media post kan worden doorgeklikt, zo zijn ook innovatieve ideeën het resultaat van een incoherente opeenvolging aan overspringende ‘vonken’ in de bedradingen van ons denken.

Dat veel creatievelingen de comfortabele omgeving van hun kantoor of eigen living graag al eens inruilen voor het bruisende interieur van een koffiebar of ‘open workspace’, lijkt wel degelijk een gegronde reden te hebben. De juiste hoeveelheid achtergrondgeluid zou namelijk aanstekelijk inwerken op de creatieve vermogens. En laat een koffiebar nu net over die ‘juiste hoeveelheid’ beschikken. Volgens een onderzoek naar het fenomeen aan de Universiteit van Illinois Urbana-Champaign zouden mensen creatief het best presteren in een geluidsomgeving van om en bij de 70 decibel. Voor wie vertoeven in een open werkomgeving of verkassen naar een koffiecafé niet meteen een optie is, geen nood, want ook de digitale wereld biedt tal van ‘luisterrijke’ oplossingen. Zo verzamelde de app Coffitivity een reeks geluiden zoals die ook te horen zijn in een echte bar: gaande van tikkende schoenen, tot flarden van een gepsrek en het geluid van versgemalen koffie.

De ‘kunst’ bestaat er dan natuurlijk wel nog in deze ‘vonken’ toch als een meestersynthese tot één alomvattend creatief product samen te ballen. Maak 3. Verveel je

Door enkele uren gewoon niets te doen, geef je je hersenen de vrijheid om los te komen van wat voor de hand liggend en logisch is am stagcrhien n I 2. Surf wat doelloos rond miss 45 p.41 op het internet Iemand die het principe van de ‘vrije geest’ ook bijzonder goed begrepen lijkt te hebben is Ken-

e een waonpdde g lin il terr

Ook een stevige portie verveling zou ons creatief vermogen enorm ten goede komen. Naast het feit dat heerlijk niets doen, je de ruimte geeft om te dagdromen, zou het ervaren van verveling ons er ook toe aanzetten ons wat nuttiger te gaan bezighouden. “Verveling zorgt ervoor dat mensen – in tegenstelling tot de situatie waarin ze zich op dat moment bevinden – hun inspannende activiteiten als meer zinvol gaan beschouwen, en die activiteiten dan ook sneller terug zullen gaan nastreven”, zegt Andreas Elpidorou onderzoeker aan de Universiteit van Louisville. Mensen die hun ‘gelukzalige’ nietsdoen niet door verveling verstoord zien, zullen geneigd zijn in die onvervullende situatie te blijven hangen,

4. Zorg voor een geluidje op de achtergrond

op p.71

5. Neem pen en papier Wie zijn creatieve vermogens pas echt welig wil laten tieren, doet er – om verschillende redenen – goed aan pen en papier ter hand te nemen. Ten eerste kan schrijven mensen helpen om orde te scheppen in onze ideële chaos. Dagelijks komt er een massa prikkels op ons af en krijgen we tonnen informatie te verwerken. Het overgrote merendeel van die informatie wordt automatisch door ons brein opgenomen, gefilterd en – indien nodig – opgeslagen. Dat maakt

echter dat er ook bijzonder veel van die gevens door mazen van ons aandachtsnet glippen. Door je hersenen de kans te geven alle passerende prikkels en gedachten in een soort van ‘écriture automatique’ naar buiten te brengen, kan je een deel van de informatie toch recupereren. Door je gedachten een uitwendige, tekstuele vorm mee te geven, kan je er bovendien afstand van nemen, wat het overzicht op het geheel dan weer ten goede komt. 6. Schrijf een (fictief) verhaal Voor wie zich bekwaamt in creatief schrijven (fictie) zouden er volgens de Freudiaanse psychoanalyse nog meer voordelen verborgen liggen. Door de esthetische component die in het schrijven van een mooie prozatekst of een stukje poëzie verborgen ligt, zou er een innerlijke sensor van schamelijke zelfcensuur uitgeschakeld worden, waardoor meer inzicht verkregen kan worden in emoties of kennis zoals die eerst niet door ons bewustzijn erkend werd. Zo zou de fictieve aard van een prozatekst ervoor zorgen dat mensen de vrijheid krijgen om zichzelf in alternatieve scenario’s te plaatsen. Doordat de wereld in de tekst niet noodzakelijkerwijs samen hoeft te vallen met die in werkelijkheid, wordt het denken er ook niet door gelimiteerd. Die mentale flexibiliteit zorgt ervoor dat we onszelf dingen en gedachten durven toelaten, die in ons werkelijke leven letterlijk ‘niet denkbaar’ zouden zijn. Op die manier geeft fictie mensen ook de ruimte om abnormale en afwijkende ideeën op te doen. 7. Breng wat tijd alleen door Veel kunstenaars en creatievelingen worden wel eens beshouwd

80

|

81


creativiteit

stimuleren | techniek presteren

als zogenaamde ‘lone wolfs’ of outsiders: ze gedijen vaak het best in hun eentje en maken van dat zelfgekozen isolement handig gebruik om hun ideeën in alle vrijheid te laten sluimeren en groeien. Creatieve mensen laten zich meestal ook niet opslokken door één of andere kuddegeest. Ze durven erkennen dat ze uniek zijn, enig in hun soort, en durven die apartheid ook te zien als een kracht, eerder dan als een gebrek. Die durf is dan ook precies wat originele concepten nodig hebben: de moed om boven de massa uit te springen, om anders te zijn dan een ander. 8. Kijk met ‘nieuwe’ ogen De kern van een creatief idee bestaat erin iets op een fundamenteel nieuwe manier uit te drukken: de dingen te bekijken zoals niemand dat al ooit eerder deed. Dat kan door zaken – los van hun gebruikelijke en alledaagse context – in een nieuw licht te plaatsen. Ten minste dat is hoe verschillende moderne kunststromingen er over denken. De readymades van Marcel Duchamp hadden effectief als doel een gebruiksvoorwerp uit de realiteit te halen, het in een andere context te plaatsen en het publiek er op die manier met nieuwe ogen naar te laten kijken. Volgens die theorie van Victor Schklovsky ligt de kracht van kunst (en literatuur in het bijzonder) in het de-automatiseren van de ervaring: mensen banale en alledaagse dingen met andere ogen laten bekijken, als ware het de allereerste keer dat ze die gewaarworden. Hoe kunst daarin slaagt? Door haar mooie, maar complexe en symbolische vorm. Doordat de kunstige vorm moeilijk is en interpretatie nodig heeft, blijven mensen er ook langer bij stilstaan. Daardoor wordt het automatische

Dadamagazine

# 01 .2016

proces van interpretatie doorbroken, en komt er een nieuw proces van bewustwording tot stand. Als je er als persoon in slaagt de wereld op een dergelijk frisse manier te bekijken, zal je brein meer geneigd zijn originele, creatieve linken te leggen die artistiek Lee aandoen. luist s en 9. Lees, kijk en luister

op p.e7r0tips -71

Het is waarschijnlijk ook om die reden dat ‘kunst kijken’, vaak ook ‘kunst doet maken’. Doordat artistieke producten je door hun creatieve aanpak anders naar wereld en werkelijkheid doen kijken, en op een andere manier laten nadenken, zorgen ze niet zelden voor een spontane uitbraak van artistieke inspiratie. Een van de voornaamste bronnen voor het gedachtegoed van veel creatieve geesten is dan ook een rijk cultureel leven en een luisterrijk arsenaal aan boeken, films, schilderwerken, fotografisch materiaal, etc. Of – zoals T.S. Eliot het al stelde: 'Good artists borrow, great artists steal'.

kringen heel wat mensen lijken te bewegen met een zwaar persoonlijk verleden of een een geschiedenis in psychische problematiek, doet vermoeden dat het gelegde verband wel degelijk gegrond is. Wat kunstenaars en mensen met een psychische gevoeligheid dan ook met elkaar gemeen lijken te hebben, is een bepaalde sensitiviteit: de diepe – en vaak onvermijdelijke – capaciteit om hun emoties diep te doorleven en te voelen. Voor veel artiesten of creatievelingen lijkt die ervaring omzetten in kunst dan ook een ideale – zo niet de enige – manier om ermee om te gaan.

degelijk ook door de wetenschap onderbouwd. Verschillende studies tonen aan dat de reizen een posi­ tieve invloed uitoefent op de cognitieve flexibiliteit van onze hersenen en ook op de mate waar­ in onze hersenen diepgewortelde linken kunnen leggen tussen verschillende ideeën en deelgebieden. “Nieuwe geluiden, geuren, smaken en sensaties activeren nieuwe synapsen in ons brein, en bieden onze geest dus de kans zichzelf nieuw leven in te blazen”, zegt Adam Galinsky, professor aan de Columbia Business School en expert op gebied van reizen en creativiteit. 12. Doe aan sport

Creativiteit is geen kwestie van wachten op een geniale inval, maar van hard werk en een ijzeren Je hebt discipline vast een

Ook sport zou onze creatieve vermogens behoorlijk kunnen stimuleren. Marily Oppezzo, doctoraatsstudent leerpsychologie, en Daniel Schwartz, professor aan de Stanford Graduate School of Education, ontdekten dat wandelen – zowel binnenshuis als in de openlucht – creatief denken bevordert.

Om te bepalen of het nu juist de verandering van omgeving dan wel de fysieke activiteit was die de gunstige invloed tot stand bracht, richtte het duo een aantal experimenten in. Daaruit bleek dat het wel degelijk de beweging zelf was die de creatieve stromen op gang bracht: wie eventjes van zijn stoel opstond om te wandelen – onder welke vorm en in welke omgeving dan ook – vertoonde tot 60 procent meer creativiteit, dan wie de hele dag achter zijn bureau bleef zitten. De resultaten van Oppezzo en Schwartz worden onderschreven door tal van andere studies die de link tussen creativiteit fysieke activiteit bevestigen.

hand in gehad. Ze weten dat dromen zichzelf niet maken, maar dat er veel hard werk en een aardige dosis discipline bij komt kijken om ze ook daadwerkelijk te realiseren. Creatieve geesten werken dan ook niet zelden ‘dag en nacht’. Wanneer een vlaag van inspiratie toeslaat, maken ze daar handig gebruik van – of dat nu om drie uur in de namiddag of om 5 uur in de ochtend is. Toch is artistieke productie niet puur een kwestie van wachten tot er vanzelf een geniale ingeving opduikt, maar van een ijzerserke wil, een vaste regelmaat van oefenen en proberen en vooral ook van vallen en opstaan.

13. Houdt er een goede werkethiek op na Tot slot komt creativiteit natuurlijk ook niet zomaar uit de lucht gevallen. Mensen met de meest originele ideeën en het omvangrijkste artistieke oeuvre op hun palmares, hebben daar vooral zelf een grote

bestemming gevondenl op de bo

10. Gebruik je eigen pijn

11. Ga reizen

Verschillende wetenschappelijke studies toonden al het verband tussen creativiteit en een psychosociale gevoeligheid voor depressie en andere stemmingsstoornissen aan. Zo onthulde een recent onderzoek aan Harvard University dat mensen met een lager DHEAS-gehalte in het bloed – een hormoon dat ook gelinkt wordt aan depressie – ontvankelijker zouden zijn voor het ontwikkelen van creatieve ideeën. Wanneer die mensen daarenboven ook nog eens aan negatieve gevoelens worden blootgesteld, zou dat hun creatief vermogen nog meer de hoogte in jagen. Het feit dat er zich in kunstenaars-

Dat verandering van omgeving de geneugten van het creatieve brein aanwakkert, ondervonden verschillende grote kunstenaars uit onze wereldgeschiedenis al aan den lijve: zo maakten veel 18e eeuwse kunstenaars een Grand Tour door Europa, vond Ernest Hemingway de inspiratie voor een groot deel van zijn oeuvre in Spanje en Frankrijk en houdt ook menig schrijver er vandaag een buitenverblijfje in het warme zuiden op na. De link tussen reizen en een ver­ groot creatief vermogen is echter geen kwestie van perceptie alleen, het verband tussen beide is wel

Design is in everything we make, but it’s also between those things. It’s a mix of craft, science, storytelling, propaganda, and philosophy.

– Erik Adigard


Bouwen of verbouwen? De keuze ligt niet altijd voor de hand. tijdens onze pit(ch)stop * verbouwen wij uw magazine met grote vakbekwaamheid, kwaliteit en efficiëntie binnen de door u vooropgestelde tijd!

www.dadadesign.be

* pits·stop (de; m; meervoud: pitsstops) 1. het stilhouden bij een autoherstelplaats 2. een korte stop in de Pits (motorsport) tijdens een race tegen de tijd.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.