8 minute read
5G en gezondheid
Tijdens een landelijk protest tegen de invoering van 5G, in september 2019, laat een demonstrant een stralingsmeter zien.
5G ZEGEN OF ZORG? Stralingsangst onder elektrogevoeligen
Stapje voor stapje wordt 5G in Nederland ingevoerd. Ons mobiele internet zal
daardoor sneller worden. Voor het 5G-netwerk zijn veel nieuwe antennes nodig, die
dichter op elkaar staan dan bij bestaande netwerken. Een groep elektrogevoelige
mensen is bang dat hun gezondheidsklachten zullen verergeren. tekst Jim Heirbaut
Op een dag in september 2019 demonstreerden er in Den Haag enkele honderden mensen tegen de invoering van 5G. Sommigen hadden een stralingspak aan, anderen een aluminium hoedje op. Ze hielden borden en spandoeken in de lucht met teksten als ‘5G = killing us’, ‘Wij zijn geen proefdieren’ en ‘5Gvluchteling’. De demonstranten maken zich zorgen over dit nieuw telecommunicatienetwerk en waarschuwen voor het gevaar dat het met zich meebrengt. De opvolger van 4G, dat we continu gebruiken met onze smartphones, zit eraan te komen. De provider T-Mobile belooft dit jaar als eerste een landelijk dekkend 5G-netwerk uit te rollen. De demonstranten maken zich zorgen omdat er met 5G veel meer antennes om ons heen komen te staan. Daarmee wordt het nagenoeg onmogelijk om nog te ontsnappen aan elektromagnetische straling. Toch is er nog geen biologisch mechanisme aangetoond dat de klachten verklaart van de elektrogevoeligen.
foto depositphotos.com
Schuilplaats Wat is er zo anders aan 5G? De aard van de elektromagnetische straling (EM) is namelijk hetzelfde; de elektromagnetische golven zijn niet anders dan waarmee de oudere netwerken data verzenden. Alleen zal 5G over een paar jaar ook hogere frequenties gebruiken, zoals de frequentie 3,5 gigahertz. Een natuurkundige wetmatigheid zegt: hoe hoger de frequentie, hoe minder ver straling komt. Dat betekent dat de antennes voor 5G dichter op elkaar moeten staan om signalen van A naar B te krijgen. Er staan straks dus veel meer antennes om ons heen. Dat is wat sommige mensen angst aanjaagt. Ze hebben het gevoel dat ze dan helemaal niet meer om elektromagnetische straling heen kunnen, dat ze nergens meer kunnen ‘schuilen’. ‘Er is een groep mensen, de elektrogevoeligen, die nu al leeft onder uitzonderlijke omstandigheden door de huidige stralingsbelasting’, mailt Rob van der Boom, voorzitter van de Stichting ElektroHyperSensitiviteit (EHS) op vragen van De Ingenieur. ‘Zij moeten elektromagnetische velden zoveel mogelijk vermijden. Dat betekent dat ze zelf geen apparatuur gebruiken, verhuizen naar een minder belaste omgeving en hun huis afschermen van de straling. Je kunt je voorstellen dat dit grote gevolgen heeft voor het leven van deze mensen. Vaak betekent dit het verlies van werk,
32 | de ingenieur 2 | februari 2020 problemen om een opleiding te volgen en geïsoleerd leven van de sociale omgeving.’
Binnen deze groep elektrogevoeligen – die wordt geschat op 3 procent van de Nederlandse bevolking, dus zo’n 500.000 mensen – ondervinden mensen verschillende problemen, variërend van hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieverlies tot geheugenproblemen, slapeloosheid, duizeligheid en oorsuizen. ‘Bij de meeste elektrogevoeligen verdwijnen de klachten als het elektromagnetische veld weer weg is, maar zo’n 20 procent blijft klachten houden’, zegt Van der Boom.
Stralingsbronnen Bij 5G is het idee dat er een hoop kleinere antennes op lantaarnpalen en bushokjes worden geplaatst om gebruikers een netwerk te bieden met totale dekking. Daardoor vrezen elektrogevoeligen dat hun klachten nog veel erger worden.
5G is met zijn hogere datasnelheid, snelle reactietijd en hogere betrouwbaarheid onmisbaar bij allerlei nieuwe toepassingen. Van autonome auto’s die communiceren, operatierobots die op afstand worden bediend tot alledaagse apparaten die deel uitmaken van het Internet of Things.
Zij geven aan dat ze nu al last hebben bij de bestaande bronnen van elektromagnetische straling: telecomnetwerken, wifi-routers, hoogspanningskabels.
Van der Boom ziet het aantal stralingsbronnen toenemen – zowel zendmasten als de apparaten die met het 5G-netwerk verbonden zijn – en daardoor ook de stralingsbelasting op mensen. Daar staat tegenover dat de sterkte van de straling bij de nieuwere types netwerken juist veel lager ligt dan bij 1G en 2G, zegt Hans Kromhout, hoogleraar arbeidshygiëne en blootstellingskarakterisering aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de Commissie Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad, die de overheid adviseert. ‘3G en 4G zijn in de loop der tijd veel efficiënter gaan werken. Belde je in de begindagen van de mobiele telefoon lang met je gsm dan kon je oor helemaal warm worden. Het 5G-netwerk heeft bovendien als voordeel dat de
Na 1G, 2G, 3G en 4G komt nu 5G. Het zijn de verkorte namen voor mobiele communicatienetwerken, waarbij de G staat voor generatie. Op dit moment gebruiken onze telefoons vooral 4G en soms 3G. Met de invoering van 5G in heel Nederland zullen op termijn de oudere netwerken verdwijnen. Met 5G wordt het mogelijk om veel sneller data te ontvangen en te versturen. In theorie kan 5G een datasnelheid van 10 gigabit per seconde halen, dat is honderd keer sneller dan 4G. Maar zeker in het begin, als de hogere frequenties nog niet worden benut, is het al mooi als 1 gigabit per seconde wordt gehaald. Overigens duurt dan het downloaden van een muziekalbum op Spotify nog steeds maar een kwart seconde. Ook is de zogeheten latency veel lager dan bij 4G. Dit is de tijd die het duurt voordat data daadwerkelijk wordt verzonden na het geven van een opdracht. Op het 4G-netwerk duurt dit nog 50 milliseconden, maar 5G belooft een snelheid van 1 milliseconde. Dat kan het verschil maken tussen een korte hapering en vloeiende beelden kunnen zien. Dankzij de grote hoeveelheden data die over het netwerk kunnen stromen, de snelle reactietijd en de hogere betrouwbaarheid die wordt verwacht, is 5G geschikt voor talloze toepassingen. Dat gaat van autonome auto’s die voortdurend met elkaar praten tot operatierobots waarmee een chirurg vanuit Nederland op afstand een patiënt in Zuid-Afrika kan opereren. Vaak genoemd in dit verband is het Internet of Things, dat het mogelijk maakt om alledaagse voorwerpen te verbinden met het internet. Deze trend is al gaande, met smart tv’s, thermostaten die aan internet hangen en slimme speakers waar je tegenaan kunt praten.
straling niet alle kanten op gaat, maar een smalle, gerichte bundel naar een apparaat of andere antenne stuurt.’ De bundel volgt de gebruiker zelfs. Dat zou betekenen dat er juist veel minder straling bij mensen komt die op dat moment het netwerk helemaal niet gebruiken. Toch is Van der Boom er niet gerust op. ‘Het klopt dat de zenders in het 5G-netwerk minder sterk stralen. Maar uit onze metingen blijkt dat de netwerken als geheel steeds sterker zijn gaan stralen door het intensieve gebruik. Wij verwachten dan ook niet dat een vermindering van straling door de efficiëntere vorm van de stralingsbundel de toename van het aantal antennes zal compenseren.’
Recent onderzoek van het Agentschap Telecom (een afdeling van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) laat zien dat de blootstelling van gebruikers aan de elektromagnetische velden van losse 5G-antennes en van gebruikerstoestellen lager is dan de limieten die de Europese Unie aanbeveelt. Dit volgt uit praktijkmetingen aan antennes die het – voor gebruik door mensen – maximale vermogen aan EM-straling naar de grond sturen. Behalve proeven deed het RIVM ook uitgebreid onderzoek naar de bestaande wetenschappelijke literatuur over de blootstelling en eventuele gezondheidseffecten van 5G-systemen. Hieruit volgde geen bewijs dat blootstelling onder de limieten schadelijk is. Wel houden de onderzoekers een slag om de arm, want ze schrijven: ‘Of inzichten over gezondheidseffecten veranderen, zal nog moeten blijken.’
Cellenkwestie Voor de wetenschap is het uiteindelijk de vraag of er een biologisch mechanisme te vinden is waardoor mensen gezondheidsklachten zouden kunnen krijgen van elektromagnetische straling. Daarover zijn verschillende hypotheses. Een ervan is dat EM-straling dna-schade zou kunnen veroorzaken, wat op de lange termijn een verhoogde kans op kanker zou geven. In het lab is aangetoond dat straling dna-schade kan veroorzaken. Dat dit tot een verhoogde kans op kanker bij mensen zou
leiden, is echter niet bewezen. ‘Een andere hypothese is dat straling bepaalde functies van de cellen in het menselijk lichaam zou verstoren, waardoor het ontvankelijker is voor chemische stoffen’, zegt Kromhout. Ook zou de straling allerlei indirecte effecten kunnen hebben. De communicatie tussen cellen zou er bijvoorbeeld last van kunnen hebben. ‘Maar dit zijn allemaal alleen maar hypotheses. Het is nooit bewezen dat dit echt voorkomt bij mensen.’
In het verleden zijn in de onderzoeksgroep van Kromhout dubbelblinde proeven gedaan met elektrogevoeligen, waarbij sommige proefpersonen wel en andere niet werden blootgesteld aan een elektro
magnetisch veld. ‘Daaruit bleek dat de elektrogevoeligen een EM-veld niet kunnen voelen.’ Van der Boom vindt dat deze tests werken met een onjuiste methodiek: ‘Bij deze proeven is een subjectieve waarneming vereist: kun je de straling voelen? Maar een mens heeft geen primair zintuig voor onnatuurlijke elektromagnetische velden. Het gaat echter om de gezondheidsklachten. Elektrogevoeligheid betekent kwetsbaar zijn voor elektromagnetische velden.’
Effecten onderzoeken Kromhout en collega’s doen mee aan de langlopende internationale studie COSMOS met bijna 300.000 mensen, onder wie ongeveer 90.000 Nederlanders, die ze regelmatig ondervragen over hun telefoongebruik. Vooralsnog komen uit het onderzoek geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijke effecten. Ook worden er dierproeven gedaan om te onderzoeken wat straling
34 | de ingenieur 2 | februari 2020 doet met weefsels. ‘Daaruit rolt af en toe een klein effect. Maar dat heeft nog niet geleid tot duidelijke, vastgestelde biologische mechanismen die verklaren hoe straling mensen ziek zou maken’, zegt Kromhout. ‘Weet je waarover ik me wel druk maak? Over het gebruik van mobiele telefoons in het verkeer. Dáárbij vallen doden!’ De stichting die zich inzet voor elektrogevoelige mensen, EHS, pleit voor een stop op het breed invoeren van 5G. ‘Laten we eerst maar eens goed onderzoeken hoe mens en natuur reageren op de bestaande generaties draadloze communicatie’, zegt Van der Boom. ‘Bij het invoeren van nieuwe chemische stoffen moet een bedrijf eerst allerlei effecten op de volksgezondheid onderzoeken voordat het de stof mag toepassen. Het is vreemd dat dit bij straling niet zo werkt.’ Ook Kromhout kan zich daar wel iets bij voorstellen. ‘Je zou de bewijslast bij de producenten van telefoons en de providers kunnen leggen: laat maar zien dat die nieuwe apparaten veilig zijn, net zoals de chemische sector het doet. Dat gebeurt nu niet. We rollen een nieuw netwerk uit en we zien wel.’
Zo’n moratorium zal er waarschijnlijk niet komen. Daarvoor zijn de economische belangen rond 5G te groot; de markt wordt alleen al voor de bedrijven die de infrastructuur aanleggen, geschat op 21 miljard euro in 2025. De markt van bedrijven die gebruikmaken van 5G –streamingdiensten, virtual reality, autonome auto’s, medische apparatuur – zal nog vele malen groter zijn. Een weg terug lijkt er niet te zijn. We zijn totaal afhankelijk geworden van een snelle, betrouwbare internetverbinding, waar we ook zijn. |