TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST
DE INGENIEUR NR. 2 JAARGANG 136 FEBRUARI 2024
ONTWORPEN DOOR AI Wat heeft generatieve kunstmatige intelligentie te bieden aan ingenieurs?
KERNFUSIE
|
KLIKWERKERS
|
KIVI-JAARCONGRES
Ingenieur van het jaar Maak kennis met de drie finalisten
|
U V- L I C H T
|
YOUNG KIVI
Eureka Iedereen z’n eigen bodycam
‘An engineer’s career is never straightforward, but their professional development should be’
Als KIVI-lid heb je onbeperkt toegang tot ingenieurscoaches (online mogelijk) Scan de QR-code of ga naar kivi.nl/formulieren/aanvraagformulier-voor-ingenieurscoach
Vooraf
Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.
Ingenieurs van vlees en bloed
De mogelijkheden van generatieve AI lijken eindeloos
Geef de mensheid generatieve kunstmatige intelligentie en wat is het resultaat? AI-beelden van een naakte zangeres Taylor Swift in niets verhullende poses. De nep-foto’s gingen zo snel de wereld rond dat het zelfs Elon Musks X, dat toch niet bepaald bekendstaat om z’n goede smaak, te gortig werd. Wie een paar dagen geleden de naam van de Amerikaanse superster als zoekterm op het sociale medium intikte, kreeg een foutmelding. De mogelijkheden van generatieve AI (GAI) lijken eindeloos. Een van de functies waarvoor GAI zeer geschikt is, is ‘die van ontwerper of ingenieur’, meldde ABN AMRO afgelopen maand in een rapport over AI als duurzaamheidsversneller. Maar is dat wel zo? Wat kan GAI wel en waarvoor is de technologie minder geschikt? Wat behelst GAI eigenlijk en hoe werkt het? De in AI gespecialiseerde freelance journalist Bennie Mols, van wie afgelopen jaar het veelgeprezen boek Slim, slimmer, slimst verscheen, zet het op een rij in het omslagverhaal van deze maand. Echte ingenieurs – die van vlees en bloed – vindt u gelukkig ook volop in dit nummer. Laat ik er hier drie uitpikken: Pavlina Nanou, Kim Ragaert en Christoff Heunis. Inderdaad: de drie genomineerden voor Prins Friso Ingenieursprijs. Lees hun portretten en stem op uw favoriet. Of beter nog: kom op 13 maart naar het KIVI-jaarcongres in Den Haag om ze persoonlijk te ontmoeten. Hopelijk tot dan!
Op de cover
‘Wat heeft AI ingenieurs te bieden?’ Dat was de prompt die vormgever Eva Ooms invoerde bij Shutterstock.AI, dat vervolgens met dit beeld op de proppen kwam. BEELD : SHUTTERSTOCK . AI
PORTRET : ROBERT LAGENDIJK
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
1
Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl
Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort
De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. © Copyright 2024 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen.
RUBRIEKEN 28 | Inbox Reacties van lezers 37 | Zien & Doen Uitvindingen als erfgoed
4 | NIEUWS RoboChem Lasercommunicatie Duurzame AI Kinetische kunst
ISSN 0020-1146
56 | M E D I A
Abonnementen 2024 Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): printmagazine: € 162,50 per jaar digitaal: € 104,50 per jaar losse nummers: € 17,50 (inclusief verzending)
Universum te koop
Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9 tot 15.30 uur)
De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl.
Techniek staat voor iets Landschapsarchitectuur CES 2024 in beeld
40 | Eureka Een krekelkweekkas en andere productontwerpen van morgen 55 | KIVI-nieuws Collectief lidmaatschap voor Open Universiteit 60 | Voorwaarts Circulaire geniesoldaat 62 | Startup Lyras vindt alternatief uit voor pasteurisatie
11 | Punt Arent van Wassenaer en Marcel Hertogh bepleiten vernieuwende aanpak Van Brienenoordbrug
Contributie 2024 Regulier lidmaatschap: € 173,30 jaar of jonger: € 47,50,-* Studentlidmaatschap: € 23,50* Seniorlidmaatschap: € 136,50 De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl Volg ons ook op
COLUMNS
29 | Möring De beste uitvindingen zijn simpel 35 | Podium Thijs ten Brinck 39 | Jims verwondering Groen licht PERSOONLIJK 46 | DRIVE De Tovertafel van Hester Anderiesen-Le Riche 59 | Q&A Maarten Sukel over De AI-revolutie 64 | Vragenvuur Muzikant Lucky Fonz III
45 | Rolf zag een ding Kerstverlichting-reprise 48 | Enith Afvalcobra
NR. 2 JAARGANG 136
FEBRUARI 2024
beeld : alan warburton /© bbc / better images of ai / plant / cc - by 4.0
12 Wat biedt generatieve AI de techniek? ChatGPT kennen we inmiddels allemaal: 2023 betekende de doorbraak voor AI-systemen die nieuwe teksten en beelden kunnen genereren. Hoe kunnen deze generatieve AI-systemen wetenschappers en ingenieurs productiever maken?
21 | Wie wint de Prins
49 | Verborgen werknemers
Op 13 maart 2024 wordt de Prins Friso Ingenieursprijs uitgereikt. Maak kennis met de drie genomineerden: Pavlina Nanou, Kim Ragaert en Christoff Heunis. Vergeet niet te stemmen voor de publieksprijs!
Wie denkt dat makers van machine learning alleen in Silicon Valley te vinden zijn, vergist zich. De rol van slechtbetaalde ‘klikwerkers’ is essentieel, zegt socioloog Antonio Casilli. Zij trainen de software, en krijgen daar nauwelijks waardering voor.
Friso Ingenieursprijs?
30 | Kleiner is beter Kernfusie kan het ontbrekende puzzelstukje worden in de volgende fase van de energietransitie. Probleem is alleen dat deze vorm van energieopwekking lastig te realiseren is. Waar een internationaal megaproject als ITER lijkt te stokken, bieden kleine startups mogelijk uitkomst. foto ’ s : max gruber / better images of ai / cc - by 4.0 ; eddie mol
52 | ‘KIVI relevanter dan ooit voor jonge ingenieurs’ De maatschappij lijkt vergeten wat ingenieurschap inhoudt. Laten we 2024 gebruiken om onszelf opnieuw uit te vinden en op de kaart te zetten, stelt Celina van den Bank, voorzitter van Young KIVI Engineers (YKE). FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
3
xxxx p.22
xxxx p.23
xxxx p. 26
ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT
xxxxx p.18
REDACTIE@INGENIEUR.NL
Robot helpt moleculen bouwen Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam automatiseerden het proces van molecuulsynthese. Dat levert grote tijdwinst op. Tekst: Marlies ter Voorde
‘RoboChem’ is een zelfstandige robot die meehelpt met het ontwikkelen van nieuwe moleculen. Het op machine learning gebaseerde apparaat, ontwikkeld door het Van ’t Hoff Institute for Molecular Science van de Universiteit van Amsterdam, is sneller en beter dan zijn menselijke collega’s, en wordt nooit moe. Met hun machine haalden de onderzoekers eind januari het wetenschappelijke tijdschrift Science. RoboChem maakt gebruik van een combinatie van fotokatalyse en flowchemie. Een robotnaald zuigt de uitgangsstoffen op en mengt ze, waarna ze door dunne, flexibele slangetjes door een fotochemische reactor worden geleid. Daar reageren de stoffen met elkaar onder invloed van het licht van ledlampen. Daarna wordt het reactiemengsel automatisch geanalyseerd en beslist een computer op basis van
een machine learning-algoritme welke aanpassingen er nodig zijn om de reactie verder te optimaliseren voor een zo hoog mogelijke opbrengst en productiviteit. RoboChem heeft wel mensen nodig om zijn werk te kunnen doen, vertelt Timothy Noël, leider van de onderzoeksgroep. ‘Een chemicus stelt de basisoplossingen samen waarmee een experiment begint en bepaalt de randvoorwaarden waarbinnen RoboChem experimenteert. Vervolgens past RoboChem verschillende parameters aan, zoals reactietijd, lichtintensiteit, concentratie, katalysator en verhoudingen van de stoffen in de startoplossing, en verandert zo het recept totdat het optimaal is.’ Uiteindelijk doet RoboChem in een week waar een promovendus maanden over zou doen en in 80 procent van de gevallen nog met een betere uitkomst ook, zegt Noël. Nieuwe moleculen zijn nog niet uit de experimenten gerold. Noël: ‘Onze focus ligt nu op het optimaliseren en schalen van bestaande chemische reacties. We zijn nog niet actief op zoek naar nieuwe moleculen of reacties. Maar wie weet wat de toekomst brengt.’
Door slangetjes stromen volumen van slechts 650 microliter waarin de reacties plaatsvinden. FOTO : VAN ’ T HOFF INSTITUTE FOR MOLECULAR SCIENCE , UVA
Verdachte vaarbewegingen in haven Rotterdam Het Havenbedrijf Rotterdam test een systeem, SEAGULL Surveillance genaamd, dat bewegingen op en rond het water detecteert en vastlegt in een geautomatiseerd logboek. De hoop is dat het systeem helpt bij het opsporen van illegale activiteiten. Daarmee zou het een extra paar ogen kunnen zijn voor politie en douane, die voortdurend bezig zijn om criminaliteit in het havengebied te bestrijden, van illegaal vissen en de smokkel van drugs of andere goederen tot zelfs mensenhandel. De software herkent het scheepstype en legt de snelheid vast waarmee een schip vaart, samen met de locatie. (JH)
Pleister geeft een simpele tatoeage Onderzoekers in Japan hebben een methode ontwikkeld om een tatoeage aan te brengen. Ze maakten een soort pleister met micronaaldjes erop. De naaldjes zijn gemaakt van een onschadelijke vaste stof gemengd met inkt. Na aanbrengen van de pleister lost die stof op in de huid om door het lichaam te worden afgevoerd, waarbij de inkt achterblijft. De tatoeagepleister is succesvol getest voor het merken van dieren. Misschien dat ook mensen in de toekomst zo kunnen worden getatoeëerd. (JH)
Lees het laatste technieknieuws op deingenieur.nl
4
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Het grondstation bij TNO in Den Haag. foto : tno
Satellietdata verstuurd met laserlicht Normaal gesproken worden satellietdata via radiogolven naar de aarde gezonden. TNO kan het nu met laser, wat veel sneller gaat en veiliger is. Tekst: Marlies ter Voorde
Onderzoekers van onder andere TNO hebben eind januari bekendgemaakt dat het is gelukt om data met een laserstraal vanaf een satelliet naar een grondstation in Den Haag te sturen. Hiervoor gebruikten ze het lasercommunicatiesysteem SmallCAT (small communication active terminal): een kubus van 10 bij 10 bij 10 centimeter aan boord van een satelliet van de Noorse ruimtevaartorganisatie NOSA die in april 2023 werd gelanceerd. Rond de aarde cirkelen duizenden satellieten, voor observatie-, navigatie- en communicatiedoeleinden. Vaak verrichten deze metingen of maken ze foto’s, waarna ze de gegevens via radiogolven met een snelheid van honderden tot soms duizenden megabits per seconde naar de aarde sturen. Met laserlicht kunnen veel meer data tegelijk worden verstuurd: omdat de frequentie van laserlicht hoger is, kan laserlicht honderd tot duizend keer meer informatie per tijdseenheid bevatten. Dat is belangrijk vanwege de enorme groei aan data. Ook is informatieoverdracht met
optische technologie een veiliger manier om data over te brengen, wat van belang is voor bijvoorbeeld defensie en het bankwezen. Een laserstraal is sterk gebundeld en waaiert niet uit zoals radiogolven. Dat maakt afluisteren lastiger. Bovendien is een lasersysteem kleiner, lichter en energiezuiniger dan een systeem met radiogolven en raakt het radiofrequentiespectrum al behoorlijk vol. De grote uitdaging was de informatie precies op de plek van bestemming te krijgen. SmallCAT vliegt met een snelheid van 28.000 kilometer per uur op een afstand van vijfhonderd kilometer van de aarde. De satelliet moet exact weten waar het grondstation zich bevindt. Daarvoor bedachten de onderzoekers het volgende. Als de satelliet een grondstation nadert, stuurt hij via radiogolven gps-gegevens door van de afgelopen twaalf uur, waaruit de baan waarin hij zich bevindt exact kan worden bepaald. Hieruit berekenen algoritmen waar en wanneer de satelliet zichtbaar is vanaf het grondstation. Het grondstation stuurt dan eerst een laserstraal naar de satelliet, als baken waarop deze zich kan richten, waarna SmallCAT uiteindelijk de data per laserstraal naar het grondstation zendt. ‘Wij zijn niet de eersten die erin zijn geslaagd gegevens te transporteren met optische technologie’, zegt Kees Buijsrogge,
directeur Space & Scientific Instrumen tation bij TNO. ‘Dat waren de ESA en Airbus, met hun Europees Relaissysteem voor gegevensoverdracht.’ Dat systeem stuurde echter gegevens van de ene satelliet naar de andere en hoefde dus niet door de atmosfeer van de aarde. Juist het verstorende effect van die atmosfeer maakt de operatie lastig.
Laserlicht bevat wel honderd tot duizend keer meer informatie In de VS, Japan en Duitsland is het wel eerder gelukt data met lasers door de atmosfeer te transporteren. Buijsrogge: ‘Maar wij zijn de eersten die dat met zulke kleine satellieten doen. Daarmee hopen we in de toekomst constellaties van duizenden satellieten te maken, vergelijkbaar met Starlink.’ De bedoeling is dat SmallCAT straks ook met andere Europese grondstations kan communiceren en in andere satellieten wordt ingebouwd. Zo moet uiteindelijk een betrouwbaar lasercommunicatienetwerk ontstaan: het Optical Nucleus Network. • FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
5
NIEUWS
Generatieve AI voor duurzaamheid
Generatieve AI is de kunstmatige intelligentie die zelf tekst, 3D-ontwerpen en computercodes kan creëren. Maar ook voor grote maatschappelijke opgaven zoals verduurzaming kan generatieve AI worden ingezet, concludeert ABN AMRO in een recent rapport. Zo kan AI materialen ontwerpen, gebouwen optimaliseren, adviseren bij precisielandbouw en duurzaamheidsadvies geven. Toch gaat dit altijd gepaard met een negatieve bijdrage aan de duurzaamheid: het forse energiegebruik van AI-technologie.
Duurzaamheidsdoelen
Investeringen
De VN-ontwikkelingsdoelen zijn gebaat bij de inzet van AI, ook al werkt AI soms remmend op het bereiken van specifieke sub-doelstellingen.
remmend
Bijdrage in procenten per ontwikkelingsdoel:
ondersteunend
100
100
91
Toch lopen de investeringen in duurzame AI-startups na een piek in 2021 terug.
25
90
20
69 40
28
13
geen honger
15
34
10 10
schoon water en sanitair
betaalbare industrie, innovatie en duurzame en infrastructuur energie 90
16
20
verantwoorde klimaatconsumptie en actie productie
5 0
duurzame steden en gemeenschappen
2018
2019
2020
2021
2022
2023
88
70
59
Investeringen in miljarden dollars per jaar:
13
8
leven in het water
leven op het land
AI
Duurzame energie voorop
Van de circa 4000 AI-startups die actief zijn op duurzaamheidsgebied, richten de meeste zich op energie. Aantal actieve AI-startups per ontwikkelingsdoel: 0
400 800 1200
betaalbare en duurzame energie duurzame steden en gemeenschappen
verantwoorde consumptie en productie
Generatieve AI kleine technologie
In AI-startups wordt veel geld gestoken, in generatieve AI-startups vooralsnog veel minder. Investeringen 2018-2023 (in euro's) producten en ontwerpen
geen honger
biotechnologie en materiaalwetenschappen
industrie, innovatie en infrastructuur leven op het land schoon water en sanitair leven in het water
AI totaal 80 miljard
generatieve AI 732 miljoen
duurzaamheidsinzichten en -advies
Ymke Pas/De Ingenieur/Bron: ABN AMRO
6
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Ultracentrifuges, de apparaten die het Stuxnet-virus onklaar maakte, bij een tentoonstelling over atoomenergie in Teheran in 2018. foto : shutterstock
De verwoestende werking van Stuxnet Het computervirus dat in 2007 honderden ultracentrifuges van het Iraanse atoomprogramma kapotmaakte, was binnengesmokkeld door een Nederlander, zo onthulde De Volkskrant onlangs. Drie vragen over Stuxnet, waarmee het tijdperk van digitale oorlogsvoering begon. Tekst: Jim Heirbaut
De digitale aanval op Iraanse nucleaire machines was de allereerste keer dat malware werd ingezet om fysieke schade toe te brengen aan apparaten. Dat de Verenigde Staten en Israël hiervoor hadden samengewerkt met de Nederlandse veiligheidsdienst AIVD was al wel bekend, maar uit onderzoek van journalist Huib Modderkolk bleek afgelopen maand dat het de Nederlandse ingenieur Erik van Sabben was die het computervirus de fabriek binnen bracht, via een waterpomp die hij er kwam installeren. Wat is Stuxnet?
Voor zover bekend was Stuxnet het eerste computervirus dat fysieke installaties kapot liet gaan. Het virus dringt daarvoor bepaalde PLC’s (programmable logic controller) binnen. Dat zijn kastjes die industriële processen aansturen en een brug vormen tussen het digitale domein van compu-
ters en het fysieke domein van kleppen en turbines. Fabrieken zitten er vol mee. Stuxnet kan ultracentrifuges kapotmaken door de kleppen dicht te zetten, waardoor gas zich ophoopt en de centrifuges zich kapotdraaien, of door het hoge toerental van de ultracentrifuges nog verder te laten oplopen tot de apparaten uit elkaar knallen. Ultracentrifuges worden gebruikt voor het verrijken van uranium, een belangrijke grondstof voor kerncentrales en voor atoomwapens. De verdenking was destijds dat Iran in het geheim werkte aan een eigen atoomprogramma. Hoe werkt het virus?
Stuxnet dringt Windowscomputers binnen via een usb-stick (of via een waterpomp) en maakte in het geval van de Iraanse centrale gebruik van vier zero day vulnerabilities in de software die een PLC aanstuurt en nog niet eerder waren ontdekt. Vervolgens maakte Stuxnet Windows wijs dat het te vertrouwen is door gestolen softwarecertificaten te gebruiken. Ten slotte opereert Stuxnet in stealth-modus, waardoor het onzichtbaar is voor de computergebruiker. Het indrukwekkendst is dat Stuxnet zich in de controller nestelt en daar regels code verandert. Dat is een moeilijke en specialistische klus die maanden aan testen en bijschaven vergt. In het geval van de Iraanse installatie verraadde dat, dat er goed
geschoolde en gefinancierde softwarespecialisten aan het werk waren geweest. Wat was het belang van Stuxnet?
Het virus was zo specialistisch, dat maar weinig softwarebouwers of hackers in de wereld dit konden maken. Het ontwikkelen van Stuxnet zou meerdere manjaren moeten hebben gekost, meenden experts, en dat
Stuxnet nestelt zich in de controller en verandert regels code kan alleen met de kennis en financiële steun van een heel land. Stuxnet was eerst alleen een computervirus, maar de makers gaven het later ‘wormcapaciteit’, waardoor het zichzelf kon vermenigvuldigen en verspreiden. Daarmee namen de VS en Israël het risico dat Stuxnet in de openbaarheid zou komen. En precies dat gebeurde in juni 2010. De grootste bedreiging was daardoor niet Stuxnet zelf, maar de mogelijkheid dat techniek die in de worm voor het eerst werd gebruikt, gemeengoed zou worden onder hackers. Meer lezen? Online staat het uitgebreide verhaal: deingenieur.nl/stuxnet. • FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
7
NIEUWS
Cruiseschip met een parel van een kunstwerk Tekst: Jim Heirbaut
Techniek maakt magistrale kunst mogelijk. Neem The Pearl, een veertien meter hoog en vijftien meter breed ‘kinetisch’ kunstwerk dat is ontworpen door studio BREAKFAST, onder leiding van kunstenaar Zolty. Wie de trap op loopt, ervaart het golven van de talrijke tegels, gerangschikt in een Fibonacci-patroon dat in de natuur veel voorkomt: op het ene moment rustig als een kalme zee, op een ander moment als in een woeste storm. The Pearl verbeeldt de weersomstandigheden in het Caribisch gebied. Dit grootste kinetische kunstwerk ter wereld bevindt zich namelijk niet aan de wal, maar op de Icon of the Seas, een 365 meter lang cruiseschip dat vorige maand in gebruik werd genomen in Miami. Onder elk van de bijna drieduizend tegeltjes zitten drie lineaire motoren die het in alle mogelijke richtingen laten kantelen en het zelfs een stukje in- en uit kunnen schuiven. ‘Dit kunstwerk is ongelooflijk complex om te bouwen’, vertelt Zolty in een e-mail. ‘We hebben er met ons team vier jaar aan gewerkt. Alles hebben we zelf ontwikkeld, van de motion control-software voor de vloeiende bewegingen, tot het duurzame mechanische en elektrische ontwerp.’ In totaal zijn er bijna negenduizend elektrische motoren en drieduizend ledringen. Elke tegel verbruikt niet meer dan een standaard ledlampje, bezweert Zolty. ‘Efficiëntie is een belangrijk aandachtspunt voor ons en we doen veel moeite om onze kunstwerken zo zuinig mogelijk te maken.’ Maar wie duurzaamheid echt belangrijk vindt, heeft mogelijk sowieso al weinig zin in een Caribische cruise. 8
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
foto : breakfast
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
9
NIEUWS
Tata Steel zuigt stof beter af
GIESEN
Eind januari heeft Tata Steel in IJmuiden drie ontstoffingsinstallaties in gebruik genomen. Deze dragen bij aan het verminderen van de uitstoot van stof, lood en andere zware metalen en vormen daarmee een grote stap binnen het programma Roadmap Plus. Dat werd in 2018 in het leven geroepen. In die tijd speelde het probleem van de grafietwolken in het naburige Wijk aan Zee. ‘We kwamen toen tot het inzicht dat hoewel we voldeden aan de wettelijke eisen, er toch aanzienlijke hinder was voor de omgeving van Tata Steel’, zegt Tjeerd Meenks, programmamanager van Roadmap Plus. Bij de hoogovens zijn zes extra afzuiginstallaties geïnstalleerd, die de stofuitstoot tijdens het aftappen van vloeibaar ruwijzer met circa 75 procent verminderen. Ook bij de staalfabriek wordt stof beter afgezogen. Daar ontstaat stof wanneer gloeiend heet ruwijzer in grote potten bovenop schroot wordt gegoten. De restjes vuil die daarin zitten, kunnen tot rookwolken leiden. Tot slot is er om stof bij de pelletfabriek af te vangen een doekfilterinstallatie gebouwd. (JH) •
GEKNIPT
‘Als een bedrijf bij ING komt en zegt: we willen onze fabriek uitbreiden, dan zeg je: prima, maar we willen dan wel graag een klimaatplan zien.’
‘Een quotum zorgt ervoor dat er meer vrouwen de sector binnenkomen, maar de cultuur bepaalt of ze ook blijven.’
ING doet volgens directeur Donald Pols van Milieudefensie te weinig om de CO2-uitstoot van bedrijven terug te dringen en de organisatie bereidt een rechtszaak voor (NRC).
Saniye Çelik, bijzonder hoogleraar diversiteit en inclusie aan de Universiteit Leiden, over het vrouwenquotum dat de faculteit lucht- en ruimtevaarttechniek van de TU Delft invoert voor eerstejaars (de Volkskrant).
‘Techniek is sowieso hartstikke tof om lekker mee bezig te zijn en je creativiteit in kwijt te kunnen. En als je ermee verder gaat: er zijn zoveel banen in!’ De techniek kan zich geen betere ambassadeur wensen dan werktuigbouwkundige Emile Luijben, ofwel YouTube-held MasterMilo (NOS Jeugdjournaal).
10
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
‘Het is niet alleen technisch moeilijk, maar ook erg kapitaalintensief. Het is enorm. En het is niet sexy… iedereen gebruikt en bezit cement, maar men ziet het niet.’
‘Het kwaakt als een zwart gat, het ziet eruit als een zwart gat, het is een zwart gat!’ Sterrenkundige Heino Falcke, die vijf jaar geleden als eerste een foto van een zwart gat wist te maken, is blij dat andere onderzoekers zijn prestatie hebben weten te herhalen (LinkedIn).
‘Iedereen wil mee-eten uit die subsidieruif. Maar er worden geen strategische keuzes gemaakt.’ Startup-gezant Constantijn van Oranje is kritisch op het feit dat startende bedrijfjes in Nederland zich allemaal kunnen laten 'begieteren' met beetjes subsidie (Trouw).
Ceo Leah Ellis van Sublime Systems beseft dat het duurzamer maken van cement een van de moeilijkste dingen is om als startup te doen (MIT Technology Review).
illustratie : matthias giesen
Punt
Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Arent van Wassenaer en Marcel Hertogh (rechts).
Wie knipt, moet plakken De aanbesteding van de vervanging en renova reëel budget heeft geresulteerd, gaan de partij tie van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam en gezamenlijk aan de slag, om het plan als één is onlangs op een mislukking uitgelopen, met opdrachtgever uit te voeren en onverwachte zeker vier jaar vertraging tot gevolg. Demissio ontwikkelingen samen op te pakken. Als er nair minister van Infrastructuur Mark Harbers uiteindelijk geld overblijft, wordt dat verdeeld. kondigde een nieuwe aanpak aan, waarbij hij Als er geld te kort komt ook, maar met een cap het omvangrijke project lijkt te willen opknip op het aandeel van de marktpartijen. Deze werkwijze wijkt af van tweefasenme pen in drieën. Wij pleiten daarentegen juist thoden, waarin de samenwerking alleen tij voor een geïntegreerd alliantiecontract. De renovatie van de Van Brienenoordbrug dens de ontwerpfase bestaat. Bij een alliantie is oorspronkelijk op de markt gezet als een zetten de partijen de samenwerking voort tij geïntegreerde constructie waarbij de aan dens de uitvoering. Dat kan hier nodig zijn, nemer de verantwoordelijkheid voor bouw en gelet op het beheersen van de hinder voor de scheepvaart en het verkeer ontwerp overneemt van de op de ring van Rotterdam. opdrachtgever. In reacties Op dit moment is het re op de Kamerbrief van Har Maak van de gelen daarvan een taak van bers is veel kritiek geuit op Rijkswaterstaat en heeft deze aanbestedingsmetho renovatie van de de aannemer daar voor de en de nu voorgenomen Van Brienenoordbrug geen mogelijkheden. Ook ‘knip’. het verdere omgevings ‘Goede reputatie van Ne een alliantieproject management kan het best derlandse infra staat op het samen gebeuren. Met deze spel’, zei Doekle Terpstra, verregaande vorm van sa voorzitter van Techniek Nederland, in het Financieele Dagblad. ‘Juist menwerking zijn goede ervaringen opgedaan: nu we in ons land veel verouderde infrastruc op A2 Hooggelegen en bij de dijkversterkings tuur moeten vervangen, lijkt Rijkswaterstaat projecten Markermeerdijken en Gorinchem niet te willen luisteren naar de markt’, aldus Waardenburg. Een alliantie is geen doel op aan bestedingsadvocaat Greetje Fimerius in zich, maar voor dit project waarschijnlijk wel een beproefd middel. De geleerde lessen kun diezelfde krant. Eerdere slechte ervaringen laten immers nen worden meegenomen bij de voorbereiding zien dat opknippen vermoedelijk tot veel ho van de vernieuwde aanpak van de Van Brie gere kosten en een hoog risicoprofiel voor de nenoordbrug. Of de overheid deze aanpak ziet zitten? La staat zal leiden. Remmy Uffen, algemeen di recteur van Knook Staal en Machinebouw, vat ten we het bemoedigend noemen dat de ver te het op LinkedIn bondig samen: ‘De grootste antwoordelijke RWSdirecteur op LinkedIn liet weten daar met alle discussies mee te lezen. uitdaging wordt: wie knipt, moet plakken.’ Wij pleiten voor het serieus onderzoeken van een geïntegreerd alliantiecontract. Hier Arent van Wassenaer is jurist en lid van Prebij wordt eerst de totale opgave van het pro solve, expertisecentrum voor geschillenvrij ject onderzocht, inclusief verkeers en om bouwen. Marcel Hertogh is hoogleraar integevingsmanagement, kansen, bedreigingen en graal ontwerp en beheer aan de TU Delft en de beheersmaatregelen. Als dat eenmaal in een Erasmus Universiteit en ook lid van Presolve.
portretten : arent van wassenaer
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
11
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E T E K S T: B E N N I E M O L S
Ontworpen door AI Wat heeft generatieve AI de ingenieur te bieden?
12
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Een kamerplant bezien door een gefragmenteerd glazen raster, als metafoor voor de manier waarop kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning biologische gegevens kunnen analyseren. beeld: alan warburton/© bbc/better images of ai/plant/cc-by 4.0 FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
13
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
Het jaar 2023 stond in het teken van de doorbraak van AI-systemen die nieuwe teksten, beelden en codes kunnen genereren. Gaat generatieve AI ook helpen om wetenschappers en ingenieurs productiever te maken? En welke obstakels staan er in de weg? ‘Nieuwe ontwerpen moeten wel kloppen met de natuurwetenschappelijke realiteit.’
‘Sinds januari van 2023 versturen wij als bedrijf wel een paar voorstellen per week om uitdagingen van klanten op te lossen met generatieve AI’, zegt Joop Snijder, hoofd van het Research Center AI van IT-bedrijf Info Support. Info Support is een bedrijf met zo’n 550 consultants en ingenieurs, onder wie zo’n dertig die zich bezighouden met AI. Snijder: ‘Eerst keken klanten de kat uit de boom om te zien of ChatGPT geen flauwekuldingetje was, maar toen het nuttig bleek, stroomden de aanvragen binnen.’ ChatGPT werd eind november van 2022 geïntroduceerd door het Amerikaanse bedrijf OpenAI en is sindsdien razendsnel het uithangbord geworden van generatieve AI. Generatieve AI, kortweg GAI, is een vorm van AI die op basis van opdrachten (prompts) nieuwe teksten, afbeeldingen, video, audio en computercodes
genereert. Daarin verschilt het wezenlijk van de voorspellende AI van de decennia daarvoor. Voorspellende AI, zoals automatische beeldherkenning, ziet patronen in data en trekt daar conclusies uit – bijvoorbeeld: ‘op dit plaatje staat een auto die wacht voor een stoplicht’ – maar creëert niets nieuws met die data (zie kader Wat is generatieve AI?). Kenniswerkers In 2023 was er bijna geen economische of maatschappelijke sector die niet experimenteerde met GAI: van onderwijs tot zorg, van creatieve industrie tot financiële instellingen en van de juridische sector tot wetenschap en techniek. In zijn vooruitblik op het jaar 2024 schreef Stanford-econoom Erik Brynjolfsson: ‘Ik verwacht dat massale toepassing door bedrijven zal leiden tot een aan-
Wat is generatieve AI? Generatieve AI creëert op basis van tekstaanwijzingen nieuwe content zoals tekst, beeld, audio of programmeercode. Technisch gezien hoort GAI bij de groep van machinaal lerende systemen, en daarbinnen weer tot de subgroep diepe neurale netwerken. Behalve tekstgenerator ChatGPT van het bedrijf OpenAI, en de vergelijkbare Bard en Gemini van Google, kent GAI ook bekende toepassingen als DALL-E (ook van OpenAI) en Midjourney voor het genereren van beeld, Copilot van Microsoft, en open source toepassingen als het Franse Mistral en Llama 2 (van Meta in samenwerking met Microsoft). Al deze toepassingen zijn gebaseerd op grote taal14
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
modellen, modellen die voorspellen hoe een stukje invoertekst verder gaat. Grote taalmodellen hebben een groot aantal instelbare parameters (in de orde van miljarden), zijn getraind op enorm veel data (boeken, artikelen, code, websites, Wikipedia) en vergen veel rekenkracht. Om nieuwe tekst te genereren, berekent het taalmodel de waarschijnlijkheid van vele mogelijke vervolgteksten. De meest waarschijnlijke vervolgtekst is vaak ook de saaiste. Hoe risicovoller de vervolgtekst, hoe creatiever, maar ook minder feitelijk betrouwbaar de tekst wordt. Welk stuk tekst het model kiest, hangt af van de modelinstellingen. Hoewel de oorspronkelijke grote taalmodellen werden gebouwd voor tekst, kunnen ze
net zo goed worden getraind op andere tekens dan gewone taal: beelden zijn immers om te zetten in pixelinformatie, audio in geluidsinformatie en programmeercode is op zichzelf al een op tekens gebaseerde taal. Deze eigenschap maakt GAI, in tegenstelling tot vroegere (voorspellende) AI, multimodaal. Omdat de modellen zijn getraind op een breed spectrum van ongeordende en ongelabelde gegevens die ongefilterd van het internet zijn geschraapt en omdat ze multimodale taken kunnen uitvoeren, worden ze ook wel foundation models genoemd. Het idee is dat ze een algemene fundering vormen waarboven specifieke toepassingen kunnen worden gebouwd.
weg dirt jump polo bmx mtb touring baan cruiser forens stads cyclocross overige trials kinder tijdrit bak hybride gravel fat bike
MIT-ingenieurs trainden diverse AI-modellen op duizenden fietsframes, afkomstig uit een dataset van volledige fietsontwerpen. Elk fietstype heeft een eigen kleurcode. beeld : mit news oktober 2023
“
tal van de productiviteitsvoordelen waar we al met het bedrijfsleven een gerobotiseerd scheilang op hopen. Kenniswerkers, mensen aan kundelab te ontwikkelen waarin ook GAI een Teksten wie de computerrevolutie van de afgelopen rol gaat spelen. Van Deursen heeft met zijn maken is dertig jaar goeddeels voorbij is gegaan, zullen onderzoeksgroep net een studie afgerond naar hiervan gebruik gaan maken.’ hoe softwareontwikkelaars in de praktijk GAI laagHet laaghangende GAI-fruit is vooral het gebruiken. hangend creëren van teksten, het zoeken van informaGAI-fruit tie en het maken van samenvattingen. Maar Data en rapporten maken wat heeft GAI wetenschap en techniek te Joop Snijder van Info Support vertelt dat GAI bieden voorbij deze voor de hand liggende voor zijn klanten momenteel het meeste te toepassingen? Kan GAI nieuwe technische bieden heeft als het gaat om opdrachten die te ontwerpen maken, nieuwe geneesmiddelen maken hebben met het geautomatiseerd verbedenken, nieuwe materialen ontdekken en nieuwe werken van taal. ‘Een van onze klanten zoekt naar een software schrijven? En hoe zit het met de zorgen over manier om auditors bij wijze van spreken al in de auto betrouwbaarheid, transparantie, uitlegbaarheid, desin- terug naar huis te laten inspreken wat ze hebben waarformatie, discriminatie en plagiaat van GAI? genomen binnen het bedrijf dat ze moesten evalueren en De Ingenieur sprak met drie professionals die voor het ingesproken verhaal automatisch om te zetten in een hun technisch-wetenschappelijke werk de ontwikke- gestructureerd uitgeschreven rapport. Daarvoor gaan we ling van GAI op de voet volgen en zelf gebruiken: de GAI inzetten.’ al genoemde Joop Snijder van IT-bedrijf Info Support, GAI wordt ook geregeld gebruikt om synthetische hoogleraar fysisch-organische chemie Wilhelm Huck data te genereren. Zo wilde een andere klant een beeldaan de Radboud Universiteit en hoogleraar software herkennende smartphone-applicatie ontwikkelen die engineering Arie van Deursen aan de TU Delft. Huck zeecontainercodes automatisch herkent. Snijder: ‘Het is bezig om samen met wetenschappelijke partners en liefst hebben we dan van alle cijfers en letters die
t
’’
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
15
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
Wetgeving: Europese AI Act In de afgelopen jaren heeft de Europese Commissie gewerkt aan een voorstel om AI binnen de Europese Unie via wet- en regelgeving zoveel mogelijk in goede banen te leiden: de AI Act, de eerste AI-wet ter wereld. Nadat er in december 2023 politiek overeenstemming over werd bereikt, wordt de AI Act naar verwachting begin 2024 formeel goedgekeurd. Daarna is er een overgangsperiode van twee jaar, waarna de wet in 2026 volledig van kracht wordt. De AI Act probeert een balans te vinden tussen het beschermen van burgers en consumenten aan de ene kant en het niet al te veel hinderen van technologische innovatie aan de andere kant. De wet is gebaseerd op risicocategorieën. Hoe groter het risico dat een AI-systeem vormt voor gezondheid, veiligheid of grondrechten van EU-burgers, hoe strenger de regels. AI-systemen met een onaanvaardbaar risico worden verboden. Hieronder valt bijvoorbeeld een sociaal kredietsysteem waarin het gedrag van burgers op basis van een uitgebreide dataverzameling en AI-analyse wordt beoordeeld.
16
Ook toepassingen als emotieherkenning op het werk of in het onderwijs, gedragsmanipulatie en specifieke predictive policing-toepassingen worden verboden. AI-systemen met een hoog risico, zoals systemen die cv’s van sollicitanten beoordelen, gezichtsherkennende camerasystemen in de openbare ruimte, medische instrumenten, biometrische identificatie en vervoermiddelen worden onderworpen aan specifieke wettelijke voorschriften.AIsystemen die niet als risicovol worden gezien, blijven grotendeels ongereguleerd, zoals het gebruik van AI voor het doen van productaanbevelingen. Generatieve AI, general purpose AI en foundational models hebben in de AI Act een speciale vermelding gekregen. Wat betreft GAI moeten burgers en consumenten bijvoorbeeld worden geïnformeerd wanneer ze ermee omgaan en ook of bepaalde teksten en beelden met GAI zijn gemaakt. Voor GAI-systemen die een grote impact kunnen hebben, moeten uitgebreide evaluaties en risicobeoordelingen worden uitgevoerd.
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
in die codes voorkomen ongeveer evenveel trainingsafbeeldingen. Maar dat is in de praktijk niet zo. Sommige tekens komen veel minder vaak voor. De oplossing is dan om met GAI synthetische afbeeldingen te genereren en die te gebruiken om het beeldherkennende systeem op te trainen.’ Snijder ziet echter ook allerlei schaduwkanten van de grote aandacht voor GAI. ‘GAI ligt nu als een deken over andere technieken heen’, zegt Snijder. ‘Klanten denken te snel dat ze voor de oplossing van al hun problemen GAI moeten gebruiken. Geregeld moeten we tegen klanten zeggen dat hun probleem veel eenvoudiger is op te lossen met een ander algoritme dat al lang zijn waarde heeft bewezen.’ Technische ontwerpen Met één potentiële klant onderzocht Snijder of GAI kan helpen nieuwe meubels te ontwerpen. ‘We kwamen echter tot de conclusie dat deze toepassing nog te zeer in de kinderschoenen staat’, zegt Snijder. Een van de problemen bij het gebruik van GAI bij technische ontwerpen, is dat het nieuwe ontwerpen maakt op basis van statistische gelijkenissen met oude ontwerpen, maar geen rekening houdt met specifieke ontwerpeisen. A priori heeft GAI namelijk geen kennis van natuurkunde, scheikunde of biologie. Eind vorig jaar lieten MIT-onderzoekers zien wat er gebeurt bij het trainen van een GAI-model op duizenden bestaande fietsframes. Het model ging toen frames die vergelijkbare afmetingen hadden beschouwen als frames met vergelijkbare prestaties. In werkelijkheid week het ene frame een klein beetje af van het andere. Dat was te klein om op te vallen in de statistische gelijkenissen die het model analyseerde, maar maakte het ene frame wel veel zwakker dan het andere. Maar de MIT-onderzoekers lieten ook zien dat twee generatieve modellen die wel rekening houden met specifieke ontwerpeisen in staat zijn fietsframes te ontwerpen die lichter en sterker zijn dan bestaande frames. Ze concludeerden dan ook dat GAI die rekening houdt met ontwerpeisen een effectieve co-piloot kan zijn in ontwerpprocessen: ‘Zo kan AI ingenieurs helpen om beter en sneller innovatieve producten te maken.’ Experimenten tekort Hoogleraar fysisch-organische chemie Wilhelm Huck van de Radboud Universiteit leidt het onderzoeksprogramma ‘Robotlab: De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen’. Doel van dit programma is om in zeven jaar een met AI geautomatiseerd scheikundelaboratorium te ontwikkelen om nieuwe chemische componenten sneller, beter en betrouwbaarder te ontwikkelen. Het programma ontving vorig jaar een bijdrage van 97 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds. Huck volgt de GAI-ontwikkelingen met scheikundige toepassingen op de voet. ‘In de scheikunde staat GAI nog helemaal aan het begin’, concludeert hij. ‘Het kernprobleem is dat we vaak niet genoeg experimenten hebben om de modellen mee te trainen. Het tweede probleem is dat de eigenschappen van een stof niet zijn terug te brengen tot de losse eigenschappen van een molecuul.
Een door AI gegenereerde afbeelding op basis van de prompt: een geautomatiseerd scheikundelab om nieuwe moleculen te ontwikkelen voor medicijnen met AI. beeld : shutter stock . ai
“
A priori heeft GAI namelijk geen kennis van natuurkunde, scheikunde of biologie
Een molecuul is in de scheikunde meestal onderdeel van een groter systeem. Wanneer suiker oplost in water, verandert bijvoorbeeld de stroperigheid of de brekingsindex van het water op een manier die niet volgt uit de structuur van een suikermolecuul in kristalvorm. Als je dan GAI wilt gebruiken, moet je elke keer contextspecifiek trainen, maar dat wordt dan weer beperkt doordat er maar weinig data zijn. Daarom denk ik dat toepassingen van GAI in de meer complexe scheikunde voorlopig nog vrij langzaam gaan.’ Wat wel al veel gebeurt, is dat GAI wordt ingezet om via instructies de wetenschappelijke literatuur te doorzoeken om nieuwe protocollen op te stellen voor ingewikkelde experimenten, zegt Huck. ‘Daar zijn veel academische groepen mee bezig, maar ook bedrijven als
Google en IBM. Dat is ook voor ons robotlab een interessante toepassing.’ In opkomst is ook het gebruiken van GAI die tijdrovende en dure computersimulaties van moleculaire dynamica vervangt. ‘Op dit onderwerp hebben we in Nijmegen net een onderzoeker aangenomen’, zegt Huck. De meest gebruikte huidige toepassing van GAI binnen de scheikunde, en dan vooral binnen de biochemie, is moleculen vinden die op een specifieke plek aan een eiwit binden. Dat kunnen kandidaten zijn voor nieuwe geneesmiddelen. Het grote voordeel van deze toepassing is dat er op dit terrein al veel trainingsdata beschikbaar zijn. ‘Hier is GAI inderdaad heel nuttig’, zegt Huck, ‘maar voor het ontwikkelen van een nieuw medicijn is het vinden van dat ene molecuul niet het
t
’’
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
17
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
Hoe verloopt de ontwikkeling van een GAI-systeem? 1) Dataverzameling voor trainen van het AI-systeem. 2) Datacuratie: data wordt gefilterd, geanonimiseerd of opgeschoond. 3) Training: het model zoekt in de omvangrijke database naar patronen. 4) Aanpassing: het model wordt verder aangepast en verfijnd. 5) Implementatie van het model in de praktijk. Bron: Scan Generatieve AI, Rathenau Instituut (2023). ILLUSTRATIE : LAURA MARIENUS / RATHENAU INSTITUUT
Risico’s van generatieve AI In december 2023 publiceerde het Rathenau Instituut het rapport Generatieve AI over kansen en risico’s van GAI. Het rapport is geschreven op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Rathenau Instituut concludeert dat GAI bestaande risico’s in de digitale samenleving versterkt en nieuwe introduceert. Deze risico’s betreffen veiligheid (zoals privacy, desinformatie, transparantie en complexiteit), mensgerichtheid (Wat betekent het om mens te zijn in een wereld vol AI?), eerlijkheid (Wie profiteert? Wie draagt de lasten? Hoe verandert werk? Wat is de impact op het milieu?) en op een overkoepelend niveau ook over onze democratie (Welke invloed 18
kan GAI hebben op democratische processen?). Volgens het Rathenau Instituut is het maar de vraag of de Europese AI Act, hoewel een belangrijke stap vooruit, voldoende is om de samenleving te beschermen tegen de grote impact van GAI. Daarom doet het instituut vijf aanbevelingen aan het kabinet. (1) Creëer het vermogen om schadelijke GAI-toepassingen van de markt te halen. (2) Zorg voor toekomstbestendige juridische kaders. (3) Investeer in internationaal AI-beleid om mondiale innovatieprocessen van technologiebedrijven bij te sturen. (4) Stel een ambitieuze agenda op voor maatschappelijk verantwoorde GAI. (5) Stimuleer maatschappelijk debat over de wenselijkheid van GAI.
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
grootste probleem. Het grootste probleem is om daar een geneesmiddel van te maken dat ook in het lichaam wordt opgenomen en naar de juiste plek gaat. Dat probleem is niet opgelost met het verzinnen van een molecuul dat ergens in een eiwit past.’ Programmeerassistent Omdat ChatGPT al vanaf het begin was getraind op programmeerliteratuur, ontdekten computerprogrammeurs al snel het nut van GAI bij het schrijven van computerprogramma’s. ‘In wezen werkt GAI dan als een co-piloot of programmeerassistent’, zegt hoogleraar software engineering Arie van Deursen van de TU Delft. ‘De co-piloot leest mee welke code een programmeur schrijft en doet suggesties voor de volgende woorden.’ De vraag is in hoeverre zo’n co-piloot computerprogrammeurs daadwerkelijk productiever maakt. Om daar achter te komen bouwde Van Deursen samen met enkele collega’s een plugin die een jaar lang voor twaalf programmeertalen (waaronder Python, Java en C++) registreerde hoe programmeurs omgaan met de suggesties van drie GAI-modellen. Over de belangrijkste conclusies vertelt Van Deursen: ‘Het percentage suggesties dat programmeurs accepteerden varieert, afhankelijk van programmeertaal en GAI-model, tussen 0,5 en 8 procent. Voor het best presterende model ligt het percentage rond de 3. We zagen ook dat zo’n 70 procent van de suggesties niet letterlijk werd overgenomen, maar een beetje gewijzigd. Dat laat zien dat de programmeurs heel alert moeten blijven.’ Van Deursen verwacht dat GAI in de toekomst niet alleen op het niveau van woorden nieuwe code kan genereren, maar ook op het niveau van abstractere structuren een bijdrage kan leveren. ‘De structuur van computercode kun je abstract weergeven in een zogenoemde graaf, [een verzameling lijnen en knooppunten, die weergeven
Door AI gegenereerde afbeelding op basis van de prompt: een co-piloot of programmeerassistent helpt een programmeur bij het schrijven van code. beeld : shutterstock . ai
“
rechter in de Verenigde Staten of in Europa hoe verschillende onderdelen met elkaar saIn de menhangen, red.]. Ik verwacht dat we in de scheikunde straks besluit dat de data waarop copyright zit niet meer mogen worden gebruikt? Dan toekomst ook GAI gaan krijgen die suggesstaat GAI zijn er waarschijnlijk toepassingen op drijfties kan doen om bijvoorbeeld een bestaande graaf verder uit te breiden.’ zand gebouwd. Zowel met tekst als met beeld nog Behalve als programmeerassistent verwacht is al aangetoond dat GAI-toepassingen zijn helemaal Van Deursen dat GAI een belangrijke rol kan getraind op beschermd materiaal.’ aan het spelen bij het testen van software. ‘Bij het verOok Van Deursen maakt zich zorgen over zinnen van testgevallen is het juist goed om het gebruik van programmeercode waarop begin een beetje out of the box te denken. We weten auteursrechten berusten. ‘Wij hebben laten dat GAI zo nu en dan feiten verzint, of halluzien dat zelfs software waarvan de makers cineert, zoals dat heet. Bij het schrijven van beweerden dat er geen copyright-materiaal code is dat natuurlijk onwenselijk, maar voor inzat, het wel degelijk bleek te bevatten. Daarhet verzinnen van manieren om software te testen, zou naast zijn er aanwijzingen dat met GAI geschreven code het juist handig zijn wanneer een GAI-tool rare testge- meer veiligheidsproblemen bevat. En uiteraard ligt het vallen bedenkt.’ gevaar op de loer dat menselijke programmeurs te veel gaan vertrouwen op de automatisch gegenereerde code.’ Nieuwe kansen, nieuwe zorgen ‘Mijn grootste zorg’, zegt scheikundige Huck, ‘is dat Het is duidelijk dat GAI ook voor technische toepassin- GAI-modellen niet zijn gebaseerd op enige fysische gen talloze nieuwe kansen biedt, maar wetenschappers eigenschappen. De komende jaren zullen we daarom en ingenieurs staan pas aan het begin om die nuttig en moeten proberen meer scheikundige basiskennis in die betrouwbaar te maken. Snijder, Huck en Van Deursen modellen te stoppen.’ hebben alle drie ook zo hun zorgen over het toepassen Die conclusie geldt veel breder voor GAI. Of het nou van GAI in de techniek. gaat om het creëren van tekst, code of beeld: een van Snijder: ‘Ik maak me vooral zorgen over de uitlegbaar- de grootste uitdagingen ligt erin om generatieve AI bij heid van de GAI-modellen en over het schenden van te brengen hoe de wereld werkt, ja zelfs om heel basaal auteursrechten bij het trainen van de modellen. Naar uit- te leren logisch redeneren. In wetenschap en techniek legbaarheid doen we zelf veel onderzoek. En wat betreft moeten nieuwe ontwerpen kloppen met de natuurhet schenden van auteursrechten: wat gaat er gebeuren wetenschappelijke realiteit en niet zomaar aardig vermet het fundament onder GAI-modellen wanneer een zonnen zijn. •
’’
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
19
22 en 23 maart 2024
RAI Amsterdam
De Techniek Carrièrebeurs
2024
Hét grootste Techniek carrière-evenement van Nederland waar on- en offline talent acquisition en employer branding feilloos op elkaar aansluiten! Voordelen voor u als werkgever + Ruim 10.000 bezoekers + Direct talent acquisition + Employer branding + Nationale exposure in marketingcampagne + Opbouw van online Match&Meet talentpool(s) voor, tijdens en na de beurs waarbij u na de beurs kunt filteren wie wel of niet geweest zijn + Netwerken + Effectieve gesprekken door Match&Meet
Bij deelname aan De Techniek Carrièrebeurs – onderdeel van De Nationale Carrièrebeurs die naar verwachting in 2024 ruim 300 werkgevers en ruim 10.000 bezoekers verwelkomt – heeft u als exposant aankomend jaar ook de beschikking over online Match&Meet talentpools via uw desktop én Carrièrebeurs app met een top 5 positie sociaal netwerken in Nederland ten tijde van de beurs. Hierdoor kunt u tot 4 weken voor, tijdens én na de beurs contact hebben met de (meest) relevante geregistreerde bezoekers. Een effectieve beursdeelname dus, zowel on- als offline!!
Haakt uw organisatie ook aan? Mail naar sales@memory.nl voor meer informatie Naast De Techniek Carrièrebeurs organiseren wij op 22 & 23 maart ook De Carrièrebeurs Overheid, Master Fair, International Hospitality Fair, Werken in de Caribbean, Working in Dubai Hospitality, De IT-, Energie& Duurzaamheid-, Chemie & Lifescience-, Maritieme & Offshore-, Logistiek & Transport-, Zorg & Welzijn- en Retail Carrièrebeurs. Wilt u met uw organisatie liever hierbij aansluiten? Dan is dat natuurlijk ook mogelijk! Meer informatie vindt u op memory.nl of stuur een mailtje naar sales@memory.nl
O.a. de onderstaande organisaties gingen u voor op De Techniek Carrièrebeurs. Haakt uw organisatie ook aan?
INGENIEUR VAN HET JAAR T E K S T: P A N C R A S D I J K , J I M H E I R B A U T E N M A R L I E S T E R V O O R D E
Prins Friso Ingenieursprijs 2024
Wie wordt Ingenieur van het Jaar? Wordt het Kim, Pavlina of Christoff? Maak kennis met de drie genomineerden voor de Prins Friso Ingenieursprijs 2024. Op deingenieur.nl kunt u stemmen op de kandidaat van uw keuze. van KIVI is. Na Friso’s veel te vroege overlijden in de zomer van 2013 gaf zijn weduwe prinses Mabel namens de koninklijke familie aan de ingenieursvereniging toestemming om de jaarlijkse prijs voor de beste ingenieur naar de prins te vernoemen. Op deze pagina’s kunt u met de drie finalisten van dit jaar kennismaken. Vergeet niet om vervolgens op deingenieur.nl of prinsfrisoingenieursprijs.nl uw stem uit te brengen op een van de drie, en zo mede te bepalen wie van hen de publieksprijs wint. Voor de derde keer op rij wordt ook de KIVI Engineering Student Team Award uitgereikt, aan het technische studententeam dat zich het beste weet te onderscheiden op basis van teamgeest, innovatiekracht, maatschappelijke impact en expertise. Op pagina 25 leest u welke drie teams er in de race zijn voor deze eervolle onderscheiding. (PD)
▼
De drie genomineerden voor de Prins Friso Ingenieursprijs vormen het zoveelste bewijs voor de stelling dat het ingenieursveld zeer divers is, maar dat er tegelijk ook altijd overeenkomsten te vinden zijn tussen ingenieurs. Uit de tientallen voorgedragen kandidaten koos de jury uiteindelijk drie topkandidaten: Kim Ragaert en Pavlina Nanou, beiden chemisch technoloog, en biomedisch technoloog Christoff Heunis. Een van hen wordt op het KIVI-jaarcongres, dat op 13 maart in De Haagse Hogeschool plaatsvindt, uitgeroepen tot de ‘Ingenieur van het Jaar’, de eretitel die is weggelegd voor de winnaar van KIVI’s ingenieursprijs. Die prijs, die dit jaar voor de tiende keer wordt uitgereikt, draagt de naam van prins Friso, een broer van koning Willem-Alexander en een zoon van prinses Beatrix, die tevens al sinds jaar en dag beschermvrouwe
Tien jaar Prins Friso Ingenieursprijs Sinds 2015 wordt de Prins Friso Ingenieursprijs uitgereikt aan de ‘Ingenieur van het Jaar’. De eerdere winnaars zijn:
2023 Jacquelien Scherpen • 2022 Marijn van Rooij • 2021 David Fernandez Rivas 2020 Bas Reedijk • 2019 Maja Rudinac • 2018 Nima Tolou 2017 Rick Scholte • 2016 Tim Horeman-Franse • 2015 Allard van Hoeken
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
21
INGENIEUR VAN HET JAAR
Pavlina Nanou
‘Aan deze duurzame toekomst wil ik bijdragen’ De Grieks-Nederlandse Pavlina Nanou heeft een innovatieve, duurzame behandeling voor rioolwaterslib ontwikkeld en opgeschaald naar een demo-fabriek. Maar het begon met roeren in koeienmest. Als scholier was Pavlina Nanou nog niet zo met techniek bezig, maar toen het bij de profielkeuze ging tussen talen, biologie, economie en bèta, hoefde ze niet lang na te den ken. ‘Ik vond alles leuk en was in heel veel dingen goed’, zegt Nanou, ‘maar ik houd het meest van uitdagingen die me aan het denken zetten.’ Daarbij was haar vader een bron van inspiratie. ‘Als scheepsmachinist had hij gereedschap waarmee hij ook thuis alles kon fixen, of het nu elektrisch of mechanisch was. Dat sprak zeer tot mijn verbeelding.’ Nanou werd geboren in Groningen, maar woonde vanaf haar zesde in Griekenland. Daar ging ze ook stu deren: olie en aardgaswinning. Als Erasmusstudent belandde Nanou in Emden in Duitsland. Daar kwam ze voor het eerst in aanraking met het concept hernieuw bare brandstoffen. ‘Ik heb er zes maanden in mest staan roeren om zo biogas te maken. Bizar, maar tegelijkertijd ging er een wereld voor me open. Mijn hele studie had ik alleen maar over fossiele brandstoffen geleerd, en in eens besefte ik dat er ook andere brandstoffen mogelijk waren. Ik wist: dit wordt de toekomst en daaraan wil ik bijdragen.’ Met een Grieks hbodiploma op zak keerde Nanou te rug naar Nederland, waar ze in Twente chemische tech
22
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
nologie studeerde, gevolgd door een promotieonderzoek naar de vergassing van biomassa voor methaanproduc tie. Bij TNO ontwikkelde ze Torwash, een technologie die het mogelijk maakt om zuiveringsslib, dat nu nog als afval wordt gezien, met gepatenteerde bewerkings methoden om te zetten in groene producten. ‘We wilden de technologie eerst bij een groot bedrijf onderbrengen om opschaling mogelijk te maken, maar toen die niet direct toehapten, gingen we door als spinoff. Die bestaat nu vier jaar en sinds eind vorig draait onze eerste de monstratieplant.’ Om de grote, maatschappelijke uitdagingen succesvol aan te pakken, zijn innovatieve technologieën echter niet genoeg, stelt Nanou. ‘Alleen door samenwerking kunnen wij significante stappen zetten richting een duurzame toekomst’, zegt ze. ‘We moeten ook nieuwe waardeketens ontwikkelen, waarin we deze technologieën op een duurzame manier kunnen toepassen. Dit kan alleen door breed gedragen initiatieven waar overheid, bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten samenwerken.’ En, voegt Nanou meteen toe, in dat speelveld moeten het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en de Ingenieur van het Jaar zeker hun plek opeisen. (PD)
foto : rikkert harink
Kim Ragaert
‘Mythen moeten we ontkrachten met feiten’ Kim Ragaert werkt aan circulaire plastics. Ze kijkt daarbij niet alleen naar de technische, maar ook naar de maatschappelijke kant van de zaak.
foto : jonathan vos
waardeketens en wetgeving, over de grenzen van vakgebieden heen.’ Mythen ontkrachten met feiten ziet Ragaert als één van de belangrijke maatschappelijke taken van ingenieurs. Er wordt in de politiek, de media en de maatschappij te veel op gevoel geargumenteerd, vindt ze. ‘Iedereen denkt bijvoorbeeld dat je beter tasjes van papier dan van plastic kunt gebruiken, terwijl papieren tasjes netto meer CO2-uitstoot veroorzaken. Het is onze taak de mensen op dat soort misvattingen te wijzen en om met feiten en berekeningen te komen.’ En om oplossingen voor problemen te bedenken natuurlijk, voegt ze eraan toe. ‘Maar dan wel inzetbare oplossingen. Aan high-tech ontwikkelingen die op de plank belanden heeft niemand iets.’ Ragaert wil ervoor strijden om het internationale karakter van ingenieursopleidingen te behouden. ‘Een internationale groep studenten is fantastisch om mee te werken. Het geeft ze een bredere blik, dat zie je meteen gebeuren. Bovendien werkt er bij de grote multinationals werkelijk niemand die Nederlands spreekt.’ En haar boodschap aan scholieren? ‘Ga studeren wat je interessant vindt, maar realiseer je ook dat techniek echt sexy is en veel maatschappelijke impact kan hebben.’ (MtV)
t
‘Germaanse talen’, zei Kim Ragaert vroeger, als haar werd gevraagd wat ze wilde studeren. Haar ouders waren wiskundigen, daar moest het zo ver mogelijk vanaf liggen. Nu is ze hoogleraar circulaire plastics aan de Universiteit Maastricht en houdt ze zich bezig met het duurzaam gebruiken en recyclen van polymeren. ‘Uiteindelijk heb ik toch gekozen wat ik het interessantst vond en ben ik via de wis- en natuurkunde en de elektromechanica in de materiaalkunde beland.’ Wis- en natuurkunde waren haar uiteindelijk te abstract, vertelt Ragaert. ‘Als ingenieur kun je voor je zien hoe de dingen werken.’ Inmiddels werkt Ragaert al vijftien jaar aan het verduurzamen van plastic. ‘Al was in het begin niemand in dat onderwerp geïnteresseerd.’ Eerst was ze verbonden aan de Universiteit Gent, sinds eind 2021 leidt ze haar eigen onderzoeksgroep aan de Universiteit Maastricht. Ook is ze daar een van de ontwikkelaars van de opleiding circular engineering. ‘Wat ik belangrijk vind, is dat we niet alleen uitzoeken wat voor nieuwe materialen we kunnen maken of hoe het technisch mogelijk is om plastic te recyclen, maar ook wat er in de industrie daadwerkelijk werkt’, vertelt Ragaert. ‘Dan moet je dus breed kijken, ook naar
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
23
INGENIEUR VAN HET JAAR
Christoff Heunis
‘Ik wil de tech-kloof helpen overbruggen’ Christoff Heunis kwam zeven jaar geleden vanuit Zuid-Afrika naar Nederland voor een promotie. Inmiddels heeft hij een robot ontwikkeld voor vatenchirurgie en leidt hij een startup. In 2017 verhuisde Christoff Heunis voor een promotieonderzoek aan de Universiteit Twente naar Nederland. ‘Mijn vrienden en collega’s verklaarden mij voor gek. Bij ons was het niet gebruikelijk om in het buitenland te gaan promoveren. Maar ik zag het als een kans om het buitenland te verkennen.’ Met de Nederlandse directheid leerde Heunis snel omgaan. ‘Ik zie die als transparantie, het niet hebben van een verborgen agenda, en gewoon zeggen wat je bedoelt.’ De werktuigbouwkundig ingenieur ontwikkelde een vernuftige magnetische robot die vaatchirurgen kan helpen bij operaties. Om die vinding naar de markt te brengen, startte hij Flux Robotics. Het viel als werktuigbouwer niet mee om bij chirurgen aan tafel te komen. ‘Het duurde wel een jaar, maar ik moest en zou met die chirurgen samenwerken, want that is where the magic happens. Om de zorg goed te helpen met technologische oplossingen, moet je eerst weten wat de diepe behoefte van de specialist is.’ Heunis vindt zichzelf een ingenieur van het pragmatische soort, een praktisch persoon. ‘Ik denk dat ik vrij goed kan inschatten of een idee over tien jaar in de
24
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
praktijk zou kunnen werken. Ik heb een aardig gevoel ontwikkeld of iets haalbaar is.’ In zijn thuisland Zuid-Afrika zag hij dat patiënten in de omringende landen lang niet allemaal toegang hebben tot dure operatierobots en andere hoogtechnologische zorg. ‘Ik wil eraan bijdragen om die tech-kloof te overbruggen, door wat we hier in Nederland ontwikkelen over de hele wereld te helpen verspreiden’, vertelt Heunis. Wat vindt Heunis van het beeld dat veel ingenieurs in relatieve afzondering van de maatschappij werken en vrij onzichtbaar zijn in de maatschappij? ‘Met dat clichébeeld ben ik het toch niet helemaal eens. Het ingenieurschap is behoorlijk veranderd in de afgelopen dertig jaar. Mijn vader, ook werktuigbouwkundig ingenieur, vertelde me dat hij vroeger alleen verantwoordelijk was voor zijn eigen deelopdracht en meer niet. Nu overziet een ingenieur veel meer en is zij breder opgeleid. Die enge blik op het ingenieurschap kunnen we ons trouwens ook niet meer permitteren. De wereld is qua duurzaamheid niet in de best mogelijke staat. Daar moeten we met een zo breed mogelijk team aan disciplines naar kijken.’ (JH)
foto : rikkert harink
Drie kanshebbers op de KIVI Engineering Student Team Award Naam: Afterlife Wageningen UR Aantal leden: 6 Actief sinds: 2022
De wereld staat voor een dringende uitdaging. De vraag naar voedsel, met name eiwitten, groeit snel, maar de milieubelasting van de productiemethoden moet juist flink omlaag. De productie van dierlijke eiwitten vergt veel hulpbronnen, is inefficiënt en niet duurzaam; plantaardige alternatieven zijn vanuit duurzaamheidsoogpunt weliswaar beter, maar ruimtebeslag en waterverbruik blijven enorm. Met schimmelfermentatie ontwikkelt studententeam Afterlife daarom mycoproteïnen. De magie vindt plaats in een bioreactor, waardoor de land- en waterbehoefte beperkt blijft. Allemaal om te streven naar een betere toekomst.
Naam: Solid Technische Universiteit Eindhoven Aantal leden: 23 Actief sinds: 2016
Voor opslag en transport van waterstof is nog altijd geen eenvoudige oplossing. SOLID vond de sleutel in ijzerballetjes. Met een eigen proefopstelling, de Steam Iron Reactor One, hebben de studenten het principe inmiddels getest. De energie van waterstof wordt opgeslagen via een reactie met ijzeroxide, waarbij ijzer en water ontstaan. Het ijzer doet daarbij dienst als opslagmiddel dat eenvoudig kan worden vervoerd. Wordt het ijzer vervolgens in contact gebracht met stoom, dan blijven waterstof en ijzeroxide over. Zo ontstaat een cyclus waarin ijzer als ‘waterstofbatterij’ fungeert, waarbij niet de waterstof maar het ijzer wordt opgeslagen.
Naam: SublimeStone Universiteit Maastricht Aantal leden: 14 Actief sinds: 2023
Wat hebben de piramide van Gizeh, het Parthenon in Athene en de stadswallen van Maastricht gemeen? Het bouwmateriaal: ze zijn zoals vele monumentale bouwwerken gemaakt van kalksteen. Nadeel: ze hebben zwaar te lijden onder de gevolgen van klimaatverandering. De bekende reparatiemethoden zijn kostbaar, niet duurzaam en laten bovendien hun sporen achter. SublimeStone ontwikkelde een alternatief waarin twee bacteriën de hoofdrol spelen: de ene produceert het mineraal calciet en de tweede een DNA-streng. Via DNA-origami kan het calciet naar wens worden gevormd – en benut om gebarsten kalksteen te herstellen. • FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
25
KIVI JAARCONGRES 2024
Blik op de toekomst De Dag van de Ingenieur valt dit jaar op woensdag 13 maart. KIVI grijpt de gelegenheid aan voor een extra feestelijk Jaarcongres, dat wordt afgesloten met de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs. U bent van harte welkom op De Haagse Hogeschool om deze dag bij te wonen en mee te praten over de toekomst van het ingenieurschap. Het programma van het Jaarcongres met als thema Engineering the future is veelbelovend. Vooraanstaande experts gaan in keynotes, lezingen, workshops en discussies in op nieuwe technologische ontwikkelingen, het samenwerken met diverse disciplines, omgaan met weerstand tegen vernieuwing en nog veel meer. Genoeg ingenieurs hebben immers goede ideeën om de grote problemen in de wereld op te lossen. Veel van hen hebben zelfs een duidelijk beeld van hoe de wereld
er in de toekomst uit kan zien en hoe de ingenieur daarin een rol kan spelen. De stap naar het concreet maken van deze ideeën blijkt echter moeilijk. Dat kan alleen maar met elkaar. Omdat ingenieurs een grote rol te spelen hebben in het oplossen van problemen en het creëren van de toekomst, wil KIVI hier op het Jaarcongres 2024 bij stil staan. Natuurlijk is er ook uitgebreid gelegenheid om te netwerken, bij te praten en nieuwe contacten op te doen. •
Keynote-sprekers
David Abbink, hoogleraar Human-robot interaction TU Delft David Abbink gaat in op de samenwerking tussen mens en robot. De robotisering van de maatschappij en de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie bepaalt voor een groot deel hoe de toekomst eruit zal zien. Hoe gaan wij hiermee om? En wat vraagt dat van ingenieurs? 26
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Lotte Krabbenborg, universitair hoofddocent Radboud Universiteit Socioloog en politiek filosoof Lotte Krabbenborg onderzoekt de publieke participatie in de ontwikkeling van wetenschap en technologie. Vanuit de maatschappij is vaak weerstand tegen technische vernieuwingen. Hoe kunnen we daar als ingenieursgemeenschap mee omgaan?
Sander Mertens, lector Energy in transition De Haagse Hogeschool Voor de aan De Haagse Hogeschool verbonden Sander Mertens is het Jaarcongres een thuiswedstrijd. Hij geeft in zijn keynote zijn visie op de technologische toekomst met in het bijzonder aandacht voor de energietransitie. Het motto van zijn verhaal: Engineering the engineer. BEELD : DE HAAGSE HOGESCHOOL ; KIVI
KIVI JAARCONGRES 2024
Programma 9.30 – 9.45 uur
Opening door KIVI-president Jacolien Eijer - de Jong en Hans Nederlof, lid College van Bestuur van De Haagse Hogeschool
9.45 – 10.30 uur
Keynote 1: David Abbink, robotica: uitdagingen voor de toekomst
10.30 – 11.00 uur
Koffiepauze
11.00 – 12.00 uur
Vijf parallelsessies met lezingen, workshops en discussies A) Energietransitie B) Verantwoordelijke AI C) Techniek in de toekomst: PBL en CBS D) Softskills E) De ingenieur van de toekomst
12.00 – 13.00 uur
Lunchpauze
13.00 – 13.45 uur
Keynote 2: Lotte Krabbenborg, Hoe gaat de massa om met verandering
13.45 – 14.45 uur
Vijf parallelsessies met lezingen, workshops en discussies A) Energietransitie: oplossingen B) Smart data driven maintenance C) Architecture in Health D) Technologische vernieuwingen bij Defensie E) Saving the World Together
14.45 – 15.30 uur
Keynote 3: Sander Mertens, Visie op de (technologische) toekomst
15.30 – 16.00 uur
Einde Jaarcongres Pauze en inloop voor de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs 2024
Aanmelden kan op kivi.nl/jaarcongres. Daar vindt u ook meer informatie. Entree is gratis voor KIVI-leden en vijftig euro voor niet-leden.
Programma Prins Friso Ingenieursprijs 2024 16.00
Opening
16.05
Lezing door Sander Mertens (De Haagse Hogeschool)
16.25
Pauze-act
16.30
Lezing door Jacquelien Scherpen, winnaar Prins Friso Ingenieursprijs 2023
16.50
Korte presentatie jury
17.00
Dinerbuffet
18.30
Uitreiking Prins Friso Ingenieursprijs en KIVI Engineering Student Team Award 2024
19.30
Borrel
21.00
Einde
Aanmelden kan op www.kivi.nl/activiteiten/activiteit/dag-van-de-ingenieur-uitreiking-prins-friso-ingenieursprijs-2024 FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
27
LEZERS
REA GEREN
Nederland ophogen met een veenmotor? Voor het novembernummer van 2023 ging De Ingenieur op bezoek bij uitvinder Erik Hobijn op het kunstenaarsterrein Nieuw en Meer in Amsterdam. Hobijn maakt bouw materiaal van de wortels van riet (rhizomen) en werkt aan een mechanisme om Neder land op te hogen met zelfgekweekt veen: de veenmotor. Op verzoek van Hobijn vroeg de redactie u mee te denken. Een greep uit de inzendingen.
Drijvende potjes Het idee om Nederland op te hogen door op slimme wijze veen te laten groeien spreekt tot mijn verbeelding! Wat ik voor me zie is een soort fabriek die drijvende potjes met daarin riet en veenplanten samenvoegt in een groot net, dat vervolgens over een wateroppervlakte wordt gespannen. Het veen groeit dan vanuit de potjes horizontaal en verticaal, en zal na enige tijd het comple te wateroppervlakte bedekken. Bemesting kan vanuit de lucht plaatsvinden. Het net kan grote oppervlakten bedekken en voorkomt schade door golven op het zich ontwikkelende veen. De netten met potjes kunnen op rollen worden versleept naar locatie en daar worden uitgerold, op dezelfde manier als men blokkenmatten uitrolde vanaf het werkschip de Cardium bij de aanleg van de Oosterscheldedam. Roland Ogilvie, Voorburg
Puzzelen Hierbij een aantal gedachten over en alternatieve benamingen voor het wortel beton van Erik Hobijn. Een wortelstelsel lijkt op 3Dspacerstof, een textiel dat wordt gebruikt voor matrassen en versterking in composieten. Eigenlijk is de natuur met de wortels aan het weven, breien en vlechten. Voor de rietwortelblokken dacht ik aan namen als ReedBricks, ReedWool (als variant op RockWool, wereldmarktleider in steenwolisolatie), RhizoShapes, RizomatriX, HorizoM of Growth Drivers. Verder bedacht ik woordspelingen als Rietinforcements of Reedinforcements (dus reinforcement met riet), Concriet of
Concreed (=concrete met riet/reed), Hybriet (van hybride, landwater), Kluitstulpingen of PontonPlaggen. Hopelijk helpt dit het brainstormproces verder. Ik heb in elk geval lol gehad met het puzzelen! Jorrit de Jong, Arnhem
Ronde Venen Over dit onderwerp denk ik al langer na. Ik woon in de Ronde Venen, genoemd naar een voormalige veenkoepel bij Mijdrecht, Wilnis, Vinkeveen en Waverveen. Jarenlang woonde ik in Mijdrecht, in het hart van deze veenkoepel, ongeveer zes meter onder zee niveau. Hier ligt nu nog altijd vijf tot zeven meter veen op het Pleistocene zand. Ooit heeft hier dus minimaal twaalf meter veen gelegen (de koepel stak boven het land schap uit). Dat veen is opgebouwd sinds de laatste ijstijd van tien tot twaalfduizend jaar geleden en groeide dus met een gemiddel de snelheid van ongeveer een millimeter per jaar. Ik heb daarom nooit hoge verwachting en gehad van een snel herstel van het veen. Hobijn heeft het over een opbouw van twee meter per jaar. Ik geloof best dat een plant zo snel groeit, maar als plantmateriaal ver gaat tot veen (of zwarte grond) verliest het nog veel volume. De opbouw van blubber in sloten gaat voor mijn gevoel wel sneller dan een
millimeter per jaar: zij worden ieder jaar leeg getrokken, anders slibben ze dicht. In Waverveen en Wilnis zijn stukken weiland dertig centimeter onder water gezet voor natuurontwikkeling. Ik zit vol verwachting te kijken wanneer deze dichtslibben, maar dat valt vooralsnog tegen. Soms denk ik: ‘Moet ik daar niet stiekem veenmos uitzetten?’ Lang heb ik gevonden dat iedere boer aan mestvergisting zou moeten doen. Zonde om die groene energie niet te gebruiken! Tot mijn huidige buurman me er op wees dat hij liever de koolstof uit de mest op zijn land heeft, omdat dat de sponswerking vergroot. Dat was voor mij een ahaerlebnis: Alles wat zwart is op het land is koolstof. Zwarte grond is vet en rijk, uit grijze en lichtbruine grond is de koolstof verloren gegaan. Uiteindelijk houd je dan grond over waar je niets aan hebt. Dit zit in het verlengde van veenopbouw. In hetzelfde nummer van De Ingenieur stond het artikel ‘Waterdiertjes maken rioolslib schoon’. Daarbij gingen bij mij de alarmbellen af. Rioolslib is ook koolstof. Dat moet niet worden afgebroken, dat moet (gezuiverd) op het land! Het slib kan worden gestort op de rietzudden waaraan Hobijn klei wil toevoegen. Dat draagt bij aan de opbouw van een veenlaag. Patrick van Zijl, Wilnis
Wilt u reageren op een artikel in De Ingenieur? U kunt uw brief, bij voorkeur niet langer dan driehonderd woorden, mailen naar redactie@ingenieur.nl of sturen naar De Ingenieur, Postbus 30424, 2500 GK Den Haag. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten en te redigeren of te weigeren.
28
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
foto : de ingenieur
Möring
Het omvangrijke werk van schrijver Marcel Möring omvat onder meer Eden (2017), Amen (2019) en Familiewandeling (2021).
De beste uitvindingen zijn simpel Op een toilet in een Rotterdams restaurant zag ik het licht. Het duurde even voor ik mijn inzicht kon delen, want de automaat voor droogdoekjes was leeg en het kostte me moeite om met mijn natte vingers de zakdoek uit mijn broek te trekken. Ik sta bekend als de man met de witte zakdoek. Niet als onderhandelaar in conflictsituaties, haast ik mij te zeggen. De wereld is ingewikkeld genoeg zonder dat ik mij er mee bemoei. Zelf gebruik ik mijn witte zakdoeken nooit, maar in geval nood – verdriet, bloedneuzen, kleine ongelukjes – kan er op mij worden gerekend. Ik heb bij een begrafenis wel eens de vraag van een snikkende dame moeten beantwoorden waarom ik zo goed was voorbereid terwijl ik daar met droge ogen zat. Waarop ik uitlegde dat het geen kwestie was van voorbereiding, maar dat mijn moeder mij zo had opgevoed – schone zakdoek, gepoetste schoenen en, niet te vergeten, ‘loop rechtop’ – en dat ik overigens nooit huil op begrafenissen omdat de dood een zekerheid is in het leven en dus niet iets om je druk over te maken. Met dat laatste, ik waarschuw u maar vast, maak je geen vrienden. Mensen schijnen te denken dat je met zo’n levensopvatting geen gemis kent. Terug aan ons tafeltje legde ik mijn vrouw uit dat ik een niche had ontdekt en dat we dankzij mijn ontdekking binnenkort in weelde zouden leven. Wat dat was, die uitvinding. ‘Een telefoonhouder aan de muur boven de pissoirs’, zei ik. ‘Dat je binnenkomt en dan klik je je telefoon daarin en dan kun je gewoon naar YouTube of Insta kijken terwijl je...’ ‘Dat is jouw idee?’ ‘De beste uitvindingen zijn zo simpel dat iedereen zich afvraagt waarom dat niet eerder is bedacht’, zei ik nuffig. Mijn toilettelefoonhouder – ik zoek nog een pakkende naam – voorziet in twee cruciale behoeften. De houder is ten eerste een oplossing voor plasschaamte, iets dat veel mannen overvalt in toiletten in publieke gelegenheden. Tussenschotjes helpen niet, maar geluid en afleiding misschien wel. Ten tweede wil de moderne mens niets liever dan de hele dag op de telefoon kijken. Op weg naar de toiletten had mij dat getroffen toen ik een jong paar passeerde dat tegenover elkaar aan een tafeltje zat, een schaal bitterballen tussen hen in, en zij die allebei met hun telefoon FOTO : HARRY COCK
bezig waren. Hij, zag ik in het voorbijgaan, bekeek de voetbaluitslagen, zij was aan het appen. ‘Maar dat is een heel slechte gewoonte!’, zei mijn vrouw. ‘En jij moedigt dat aan met jouw uitvinding.’ Dat laatste woord sprak ze uit alsof het een zeldzaam smerig soort worm was. ‘Ik moedig het niet aan’, zei ik. ‘Ik voorzie in een behoefte.’ ‘Dat zeggen cokedealers ook’, zei mijn vrouw. Ethische bezwaren en nieuwe technologie, dat is net zoiets als politiek en sport: the twain shall never meet. Over AI wordt in kringen van filosofen en politici flink gediscussieerd. Begrijpelijk, want we willen niet in een wereld leven waar we echt niet meer van kunstmatig kunnen onderscheiden. Hoewel er ook mensen zijn die zeggen dat die wereld er allang is. Maar iedereen weet, alle discussies en aangekondigde Ethische bezwaren en wetten ten spijt, dat nieuwe technologie de geest uit de fles is en daar nooit meer is als politiek en sport in terug zal gaan. Zo ging het met de atoombom, de automatisering en allerlei genotsmiddelen die niet gezond maar wel lekker zijn. Als AI ons niet aanstaat, kunnen we maar het beste hopen dat die zal tegenvallen. Net als de robot die al het werk zal overnemen en zijn schepper overbodig maakt. Daar loopt het ook zo’n vaart niet mee. Als het om AI gaat zijn de financiële en politieke belangen ook te groot. Als het besparingen oplevert wordt het moeilijk om de verleiding te weerstaan en ik weet wel zeker dat wij, in het Westen, misschien ethische bezwaren hebben, maar dat ze er in Noord-Korea en Rusland er waarschijnlijk heel anders over denken. Maar mijn vrouw heeft natuurlijk gelijk. Ik wil het gebruik van de mobiele telefoon niet aanmoedigen. Als ik zo’n paartje tegenover elkaar zie zitten, allebei naar het eigen scherm turend, zakt de moed me al in de schoenen. Misschien kan ik iets bedenken waardoor mensen in café’s en restaurants hun telefoon niet kunnen gebruiken, net als de kinderen op school. FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
29
KERNFUSIE T E K S T: J I M H E I R B A U T
Sneller bouwen, testen, leren en verbeteren
Kleiner is fijner Kernfusie kan het ontbrekende puzzelstukje worden in de volgende fase van de energietransitie. Probleem is alleen dat deze vorm van schone energieopwekking lastig te realiseren is. Waar het mega project ITER wordt geplaagd door tegenslag, zijn het nu juist de kleine startups die razendsnel doorgaan met innoveren. Op het terrein van de grote kernfusiereactor ITER in het zuiden van Frankrijk is al enorm veel gebouwd. De oplevering is nabij, zo lijkt het. Maar het internationale samenwerkingsproject kampt al jaren met ernstige ver tragingen. Milestones die niet worden gehaald, onder delen die niet goed op elkaar passen. Onlangs nog moest worden besloten dat de binnenwand niet meer van be ryllium wordt gemaakt, maar van wolfraam. Een ingrij pend besluit dat gevolgen heeft voor andere onderdelen. Ondertussen halen talloze startups die een fusiereactor willen bouwen, grote investeringen binnen. Tien miljoen hier, enkele tientallen daar. Eentje heeft zelfs twee miljard dollar opgehaald. Investeerders hebben duidelijk fiducie in de plannen van deze kernfusiestartups, waarvan er nu wereldwijd zo’n vijftig zijn. Overheden trouwens ook. Opvallend was de oproep tot meer internationale samenwerking van klimaatgezant John Kerry van de Verenigde Sta ten op de laatste klimaattop. De Amerikanen denken
Luchtfoto van het ITER-terrein in september 2023. De fusiereactor lijkt bijna klaar, maar het project kampt met talloze vertragingen. foto : iter / ejf riche 30
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
de ontwikkeling van kernfusie te versnellen door over heid en bedrijfsleven te laten samenwerken. Ook in GrootBrittannië zet de overheid de deur open voor het bedrijfsleven, zegt Niek Lopes Cardozo, hoogleraar Wetenschap en technologie van kernfusie aan de TU Eindhoven en al decennia actief in het internationale kernfusieonderzoek. ‘Zo stelt het onderzoekscentrum in Culham, nabij Oxford, ruimte op het terrein beschik baar voor startups die een demonstrator willen bouwen.’ Snel bouwen, snel leren Het kernfusieonderzoeksveld is echt veranderd, ziet ook Marco de Baar, directeur van energieonderzoeksinstituut DIFFER. Decennialang was het werken aan kernfusie vooral een zaak van overheidsinvesteringen; het waren landen die er onderzoek naar deden, met als grootste project ITER. ‘Nu is er een veld vol paddenstoelen – be drijfjes – die de grond uit schieten. Niet zo erg als er een wordt platgetrapt, want dan komt er ergens anders wel
Zo werkt kernfusie Bij het samensmelten van twee waterstofkernen komt veel energie vrij. Gebeurt dat heel beheerst, dan is op basis van dit fusieprincipe een energiecentrale te bouwen. Althans, dat denken fusiewetenschappers en -ingenieurs; het is nog nooit gedaan. Voorwaarde is
dat een gas extreem heet wordt gemaakt, zodat in het gevormde plasma veel waterstofkernen met elkaar botsen en fuseren. De energie die hierbij vrijkomt, wordt geoogst in de vorm van warmte, die direct wordt gebruikt of waarmee elektriciteit is te produceren.
teen na de lancering ontploften. Maar van de gemeten data leerde SpaceX zoveel dat de volgende versie van de raket veel beter was. En dat nog een keer. Kleine donutreactor Van alle bedrijven in de kernfusie verwacht Lopes Cardozo het meeste van Commonwealth Fusion Systems uit de Verenigde Staten. Het heeft inmiddels twee miljard dollar aan investeringen achter zich, heeft veel mensen in dienst genomen en groeit nog snel. De technologie komt voort uit MIT. ‘Rond 2016 zag hoogleraar Dennis White dat de overheidsprogramma’s op het gebied van fusie te langzaam gingen’, vertelt Lopes Cardozo. ‘Hij dacht: wij zijn MIT, wij moeten dat beter en sneller kunnen.
▼
weer een omhoog. De beer is nu echt los, dat is iets van de laatste paar jaar.’ De startups pakken het heel anders aan dan het ITER-project. Ze willen snel een eerste reactor bouwen en van de ervaringen leren, om direct een volgende, betere versie te bouwen. Een apparaat zo groot, log en peperduur als ITER moet in één keer goed zijn. De Baar wijst erop dat ITER met startups vergelijken, eigenlijk hetzelfde is als appels met peren vergelijken. ‘ITER is een wetenschappelijk experiment om een brandend plasma te onderzoeken. Men kijkt naar verschillende methoden om het plasma te verhitten. Ook wil men de kweekdeken testen, een aanpak om in een dikke laag om de binnenwand heen de brandstof tritium te ‘kweken’ uit lithium. Dit leidt tot een enorm omvangrijk wetenschappelijk programma.’ Aan de andere zijde zitten de startups die zo snel mogelijk vooruit willen. ‘Dat is voor die bedrijven een groot voordeel. Maar dat wil nog niet zeggen dat het een gelopen race is.’ Het sterkste punt van de startups, zegt Lopes Cardozo, is dat ze profiteren van een snelle evolutie van hun apparaten. De ITER-reactor is ontworpen om zeker dertig jaar mee te gaan als onderzoeksfaciliteit. Daar moet bijna alles kloppen en het apparaat moet lang meegaan. Misschien gaat ITER uiteindelijk werken, maar doordat de ontwikkeling zo enorm lang heeft geduurd, zal een volgende, betere versie veel te lang op zich laten wachten. ‘Dat pakken die startups veel slimmer aan. Kleinere, eenvoudigere machines die hoogstwaarschijnlijk niet meteen zullen voldoen, maar waarvan zoveel te leren is dat ze eenvoudig en snel kunnen worden verbeterd. De leercurve is veel steiler dan bij ITER, en dat is goed.’ Deze aanpak doet denken aan de beginfase van ruimtevaartbedrijf SpaceX van Elon Musk. Het bouwde snel nieuwe raketten die de eerste paar keer vrijwel me-
Computertekening van de reactor SPARC die startup Commonwealth Fusion Systems ontwikkelt, een spin off van het MIT. ILLUSTRATIE : T . HEN DERSON , CFS / MIT - PSFC FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
31
KERNFUSIE
Wokkelreactor Er zijn ook bedrijven die niet met een tokamak werken als fusiereactor. Zij gebruiken bijvoorbeeld een stellarator, een exotisch ogende reactor in de vorm van een wokkel. Het grootste voordeel daarvan is dat instabiliteiten in het
plasma minder makkelijk ontstaan dankzij de gekke vorm. Het is goed bedacht, vindt Marco de Baar, ‘maar je bent het ene probleem kwijt en krijgt er een ander voor terug, namelijk een complexer ontwerp.’
Segment van het plasmavat voor de Wendelstein 7-X stellarator tijdens de productie. FOTO : MAX - PLANCK - INSTITUT FÜR PLASMAPHYSIK / WOLFGANG FILSER
32
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Zijn doel was om de eerste generatie commerciële fusiereactoren dertig jaar naar voren te halen.’ Commonwealth werkt met een tokamak, een donutvorm net als ITER, maar dan vier keer kleiner. De tokamak heeft zich in verschillende landen al bewezen als onderzoeksreactor. Maar Commonwealth heeft een sterke troef in handen voor het opwekken van het magneetveld dat het plasma binnen zijn begrenzingen houdt: hogetemperatuursupergeleiders. Lopes Cardozo: ‘Die hoef je “maar” te koelen tot 20 kelvin, wat eenvoudiger is dan koelen tot 4 kelvin. Deze supergeleiders krijgen bij 20 kelvin supergoede eigenschappen. Als ze de magneten van hun reactor SPARC aan de praat krijgen, dan gaat deze reactor werken.’ Wel met een lager vermogen dan ITER, 150 megawatt om 500 megawatt, maar het kleinere formaat heeft ook voordelen. Zo is een kleinere tokamak sneller te bouwen. ‘Het bedrijf verwacht hem in vier jaar te kunnen bouwen in plaats van de twintig jaar die het kost om ITER in elkaar te zetten. Als dat onrealistisch snel klinkt, moet je beseffen dat ITER’s voorganger JET ook ooit in vier jaar is gebouwd.’ Het Amerikaanse bedrijf ontwerpt z’n machine verder zo modulair mogelijk, zodat onderdelen geschikt zijn voor serieproductie. Volgens Lopes Cardozo denkt het bedrijf ook al na over het opzetten van een hele toeleveringsketen. Samenpersen Een heel andere aanpak die volgens Lopes Cardozo zeker kans maakt, is inertial confinement fusion. Daarbij worden fusieomstandigheden bereikt door een kleine hoeveelheid fusiebrandstof snel samen te persen en te verhitten. Dit geeft een heel hoge druk, waardoor waterstofkernen fuseren. Dat samenpersen in een kleine ruimte kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld mechanisch door een projectiel met hoge snelheid op een holte te schieten waar de fusiebrandstof in zit. Het Britse bedrijf First Light Fusion zit op deze route. ‘Dat gebruikt hiervoor een railgun, een elektromagnetisch systeem. Maar ik geloof dat ze dat nog niet werkend hebben.’ Andere onderzoekers denken dat inertial confinement fusion beter met lasers kan. Deze aanpak is ontwikkeld aan het Lawrence Livermore National Laboratory in de Verenigde Staten. Lopes Cardozo is er onlangs nog geweest. ‘De laser staat in een gebouw van tien verdiepingen hoog en neemt in totaal een oppervlakte van drie voetbalvelden in. Hij kan maar een paar keer per dag schieten, zo lang moet hij telkens afkoelen.’ Ook hier zijn nog technologische uitdagingen genoeg. Zo moeten de laserbundels van alle kanten heel precies gelijkmatig het target beschieten, anders vliegt het weg. ‘Toen de onderzoekers hier één keer in slaagden, kon je nog spreken van een geluksschot. Maar inmiddels hebben ze het meerdere keren gedaan, dat was een doorbraak. Ze kunnen dit nu reproduceren.’ Een toekomstige energiecentrale op basis van een tokamak draait op kernfusie die voor langere tijd plaatsvindt, in de orde van uren per sessie. Dat is een stabiel proces, heel anders dan bij inertial confinement fusion, waarbij kernfusie steeds maar ultrakort – enkele nanoseconden – plaatsvindt, maar dan vele malen achter elkaar. Het is een beetje te vergelijken met een
Technici aan het werk in de target-ruimte van de National Ignition Facility van het Lawrence Livermore National Laboratory, waar het onderzoek naar laserfusie begon. foto : publiek domein
“
afhankelijk van welke startup de fusierace verbrandingsmotor die ook werkt met een gaat winnen. Zo zit in Nederland het bedrijf hoop kortdurende explosies die na elkaar De vraag is StarWarden dat heat pipes ontwikkelt, strucvolgen, maar die toch een constant vermogen altijd: hoe turen die extreem hoge warmtestromen kunlevert. ‘Dat het lukt om meerdere bolletjes na nen afvoeren. In kernfusiereactoren heersen elkaar te beschieten, moet nog worden beis dit te immers extreem hoge temperaturen die op wezen’, zegt Lopes Cardozo. De Baar gelooft niet dat de aanpak met lasers uiteindelijk zal vertalen naar geen enkele andere plek op aarde optreden. leiden tot een bruikbare energiecentrale. ‘De een reactor Heemskerk Innovative Technology heeft zich gespecialiseerd in het testen van en traivraag is hoe dit te vertalen is naar een reactor. nen met de robots die de ITER-reactor gaan Het punt is dat bij een tokamak de energie in onderhouden. Die opgedane kennis zou ook de supergeleidende spoelen blijft zitten. Bij inzetbaar kunnen zijn bij een andere fusiede lasertechniek moet je de energie er telkens weer inpompen, want na elke slag ben je die weer kwijt.’ reactor. Idem dito voor het in Eindhoven gevestigde Ignition Computing, dat door ITER is ingehuurd om het bewegende plasma te modelleren en te analyseren. Europa, Japan en China Het zijn er niet zoveel als in de Verenigde Staten, maar Ook over Kyoto Fusioneering uit Japan is Lopes Cardoook Europa heeft startups op het gebied van kernfusie. zo enthousiast. ‘Dat heeft een paar sleuteltechnologieën Neem Gauss Fusion in Duitsland. Dat gaat niet zelf een in de vingers die zeker nodig zijn, los van welk concept reactor bedenken, maar ‘bestaat uit een paar grote in- reactor je wilt bouwen.’ Bijvoorbeeld voor het verrijken dustriële partijen die de handen ineen hebben geslagen van lithium dat nodig is voor een kweekdeken, waarin en zeggen: wie een goed idee heeft voor een reactor, de fusiebrandstof tritium wordt gemaakt. Ook China lanceerde vorig jaar een groot publiekkom naar ons, dan gaan wij die voor je bouwen. Daarbij werken ze al samen met nationale labs in Duitsland die privaat project voor kernfusie, zegt De Baar, die sinds verstand hebben van de werking van een reactor’, aldus een jaar het Chinese kernfusieprogramma adviseert over plasma-diagnostiek, allerhande metingen aan een plasLopes Cardozo. Ook zijn er Europese bedrijven die aan een onder- ma. ‘China is een publiek-private samenwerking gestart deel van de toekomstige energiecentrale werken, on- met enkele enorme bedrijven erin. En met ver-
t
’’
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
33
KERNFUSIE
bazing zag ik dat er een tijdje later een tweede Chinees consortium opstond, ook weer met grote partijen erin.’ Voor China is kernfusie een strategische technologie, zegt Lopes Cardozo. En niet alleen vanwege de enorme energiehonger van het land, maar ook vanwege het feit dat China een belangrijke rol wil spelen op het gebied van de materialen voor in de fusiereactoren.
Leren van ITER Met alle problemen die ITERingenieurs tegenkomen naast de vele startups die grote investeringen ophalen en snel stappen maken, wordt het geen tijd om met ITER te stoppen? Dat is een logische vraag, vindt Niek Lopes Cardozo. ‘De Europese Commissie laat nu ook door externe consultants onderzoeken of doorgaan met ITER nog zinvol is. Maar we hebben enorm veel geleerd van het ontwikkelen van ITER en we blijven nog steeds bijleren.’ Met de kennis die dit megaproject heeft opgeleverd kun-
nen in ieder geval ook andere kernfusieonderzoekers en -ondernemers hun voordeel doen. ‘Wat we hebben geleerd van het fusieprogramma, en van ITER nog gaan leren, is publiek gefinancierde kennis’, zegt De Baar van DIFFER. ‘Die kennis is, in de vorm van publicaties, voor iedereen beschikbaar. Maar ik zie nu al zaken rommelig verlopen, bijvoorbeeld met open source-softwarepakketten waarop de industrie in één keer kan voortbouwen en daar dan toch weer een claim op wil leggen.’
Een doorkijk bij de bouw van ITER, in januari 2023. Te zien zijn twee segmenten van het te bouwen vacuümvat die elk 440 ton wegen en tijdelijk zijn opgehangen wachtend op verdere montage. De ITER-plasmareactor wordt samengesteld uit negen van deze sectoren. FOTO : ITER 34
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Metamorfose De wereld van de kernfusie is in de afgelopen jaren flink veranderd. Toen de eerste kernfusie-startups zich tien jaar terug aandienden, werden ze koeltjes ontvangen door de ingenieurs en plasmafysici van de grote overheidsprojecten, herinnert Lopes Cardozo zich. Maar dat is allang niet meer zo. ‘Nu proberen overheden samen te werken met de startups. Ze hebben gezien dat sommige van die bedrijven supercompetent zijn. Zo’n Commonwealth Fusion Systems stond er in het begin helemaal alleen voor; later kreeg het steun van de Bill Gates-achtige investeerders. Nu klopt de Amerikaanse overheid bij hén aan voor samenwerking.’ In mei gaat Lopes Cardozo met pensioen, maar het veld overziend, heeft hij er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. ‘Dankzij de wedergeboorte van kernfusie zullen een of twee bedrijven over vijf tot tien jaar een werkende demonstrator hebben. Vanuit hun eerste fusiereactor zullen zij een route vinden om tot een commerciële energiecentrale te komen en dan kunnen ingenieurs en product developers aan de slag. Het vertrouwen van overheden en investeerders is dan nog verder toegenomen.’ Volgens De Baar ligt de bal nu bij Japan en Europa. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we nu de versnelling zien die ervoor zorgt dat commerciële kernfusie er komt.’ Wanneer precies, dat is de million dollar question, maar De Baar wil zich best aan een voorspelling wagen: ‘Tussen 2040 en 2050 zal er een eerste commerciële reactor zijn. Dat is al een stap verder dan een testreactor. Maar anderzijds geldt: één reactor is geen reactor. Vervolgens moet een industrie worden ingericht die duizenden reactoren kan bouwen. Dat wordt nog een uitdaging, want een industrie die dat kan, bestaat nu niet.’ •
Vraag naar kernfusie-ingenieurs De snelle groei van de fusie-industrie zoals Marco de Baar en Niek Lopes Cardozo die zien ontstaan, vraagt om meer ingenieurs met verstand van kernfusietechnologie. Die opleiding is nog niet op veel plekken in Europa te volgen, zegt Niek Lopes Cardozo, die aan de TU Eindhoven de master science and technology of nuclear fusion leidt, de enige in Nederland. ‘We hebben nu een instroom van dertig studenten per jaar, maar dat moeten er zeker twee keer zoveel worden om straks aan de vraag naar fusie-ingenieurs te kunnen voldoen.’
Podium
Vier experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Thijs ten Brinck.
Met vier uur accuopslag de winter door In een dunkelflaute is het koud, donker en Klopt natuurlijk, maar dat is ook niet waar deze windstil. Het favoriete weertype van mensen accu’s voor zijn bedoeld. Een team van ruim met een hekel aan wind- en zonneparken. Want twintig grote en kleine fossiele elektriciteitser zijn winters denkbaar waarin windturbines centrales heeft de Nederlandse elektriciteitsén zonnepanelen wekenlang vrijwel niets op- voorziening de afgelopen decennia overeind leveren. Dus waarom zouden we wind- en gehouden. Het zou een wonder zijn als één enkele investering in energieopslag dat volledig zonneparken bouwen? Ondanks de reële kans op een dunkelflaute overneemt. Met een nieuw team van twintig grote en vertrouwt de energiesector duidelijk wel op weersafhankelijke energie. De helft van de kleine accu’s hebben we al voldoende opslag Nederlandse elektriciteitsproductie kwam voor vier uur gemiddeld elektriciteitsverbruik. vorig jaar al uit hernieuwbare bronnen. Wind- Nog steeds geen oplossing voor een dunkelflaute, maar wel een welkom alturbines en zonnepanelen hadternatief voor het aanzwenden de hoofdrol. gelen van gascentrales, elke Daarmee groeit de invloed De gedroomde keer als na een stralende van wind- en zonnestroom op zomerdag de zon toch ook de elektriciteitsprijs, die van uur rol van accu’s onherroepelijk ondergaat. tot uur verschilt. Als het waait is draaiuren van Dat is de gedroomde rol en zonnig is, dalen de prijzen van accu’s. Verder uitstellen inmiddels scherp. Gedurende gascentrales van het moment dat brandhonderden uren kregen elektrivoorkomen stoffen nodig zijn om onze citeitsverbruikers in 2023 zelfs vraag naar elektriciteit te geld toe. Als het bewolkt en dekken. Elke dag weer. Want windstil is, bepalen fossiele centrales echter nog steeds de prijs. Die ligt in die accu’s zijn, in tegenstelling tot steenkool en aarduren juist flink hoger dan voorheen, vanwege gas, duizenden keren opnieuw te gebruiken. Accu’s die in vier uur leeg zijn, kunnen vier opgelopen kosten voor aardgas en CO2-rechuur later alweer vol zijn. Technisch is drie keer ten. De toegenomen volatiliteit op de elektri- per dag volledig op- en ontladen mogelijk. In citeitsmarkt spoort ondernemers aan om te de praktijk is dat de meeste dagen niet econoinvesteren in energieopslag. Aankondigingen misch maar twee- à driehonderd keer per jaar van steeds grotere opslagprojecten volgen el- op- en ontladen lijkt prima lucratief. Bij elkaar kaar in rap tempo op. Zeecontainers vol accu’s, voorkomen we zo elk jaar een week of zes aan die betaalbaar zijn dankzij de massaproductie draaiuren van gascentrales. Het daarmee uitgespaarde aardgas houden voor elektrische auto’s, dragen straks bij aan de verdere verduurzaming van onze elektriciteits- we mooi achter de hand voor donkere windstille winterweken. Totdat we ook dat laatste beetsector. Rond de aankondiging van zo’n indrukwek- je aardgas overbodig maken. Voor zes weken kende accu meldt zich altijd wel een liefhebber dunkelflaute een duurzaam alternatief vinden van ouderwets winterweer. Die weet feilloos is tenslotte veel eenvoudiger dan voor alle 52 voor te rekenen dat de accu in kwestie het ge- weken in het jaar. middelde Nederlandse elektriciteitsverbruik nog geen kwartier kan dekken. Ofwel: je hebt Thijs ten Brinck is duurzaamheidsadviseur ook niets aan accu’s als het in de winter weken- bij We-Boost Transitions en publicist op WattisDuurzaam.nl. lang donker en windstil is. FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
35
Aan deelname zijn geen inschrij�osten verbonden
WAAR
KUN N EN
W E
N A A RT O E?
DE
IN GEN IEU R
T IP T
T E K S T: J I M H E I R B A U T
Online inspiratieplatform met uitvindingen De vijf wetenschapsmusea NEMO Science Museum, Rijksmuseum Boerhaave, Teylers Museum en de universiteitsmusea in Utrecht en Groningen presenteren een gezamenlijke online digitale collectie op het inspiratieplatform Vind het uit! Op deze website zijn de belangrijkste uitvindingen op het gebied van energie te vinden, duizend objecten, van de zeventiende eeuw tot nu. Het platform, dat eind januari live ging, zal later andere collecties ontsluiten over andere thema’s zoals klimaat, informatietechnologie en biotechnologie. Meer informatie: vindhetuit.nl
t/m 30/6/’24 Leonardo het genie De veelzijdigheid van Leonardo da Vinci staat centraal in de tentoonstelling Da Vinci - De kunstenaar, de ingenieur, de fijnproever in station Luik-Guillemins in België. De tentoonstelling is meer dan tweeduizend vierkante meter groot en laat zien waarom Da Vinci vandaag de dag nog steeds wordt beschouwd als een van de grootste genieën uit de geschiedenis. De tentoonstelling richt zich op drie aspecten van zijn leven: kunst, techniek (de foto toont zijn ontwerp voor een raderstoomboot) en, verrassender, gastronomie. Meer info: europaexpo.be/expo/index.php/nl/davinci/tentoonstelling
t/m 10/3 Kunst over techniek in het LUMC
Hyperloop in het Spoorwegmuseum
Versie van de Hyperloop van Delftse studenten uit 2018. beeld : europa expo ; delft hyperloop ; teylers museum
In het Spoorwegmuseum in Utrecht kan de bezoeker, naast alle historische treinen en modeltreintjes, ook een Hyperloop bewonderen. De trein die over magneten zweeft in een vacuüm getrokken holle buis is niet bedacht door Elon Musk, zoals sommigen misschien denken. Ideeën voor vervoer met een capsule in een vacuüm gezogen buis bestaan al ruim tweehonderd jaar. Deze buizenpost-techniek is voor vervoer van mensen echter nooit doorgebroken, maar wie weet kunnen studententeams in Delft en andere plekken op de wereld de techniek het beslissende zetje geven. Lukt dat niet dan eindigt de Hyperloop in het... museum. Meer info: spoorwegmuseum.nl/ontdek/ nu-in-het-museum/hyperloop/
Nog een maandje kunnen bezoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum genieten van kunstwerken over techniek in de zorg. Deelnemende kunstenaars belichten de rol van kunstmatige intelligentie en computers. Die worden steeds slimmer en krijgen steeds meer informatie over ons, zowel in de zorg als in het dagelijks leven. In hoeverre zijn wij mensen straks overbodig en neemt de techniek het over? Meer info: fotoexpositie.nl/ exposities/techniek_zorg_ zegen.html
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
37
)RU PRUH LQIRUPDWLRQ JR WR ZZZ WXGHOIW QO 3UR 7HFK
Process Technology for non-Process Technologists
How to get from here...
UNDERSTANDING PROCESS ENGINEERS AND THEIR WORK
...to there?
3-day course by TU Delft Proces & Product Technology Institute 10-12 April 2024, Delft, The Netherlands
Process Technology for ACTUEEL non-Process Technologists
TECHNIEKNIEUWS
Understanding process engineers and their work 3-day course by TU Delft Process 3URGXFW Technology Institute vind je op deingenieur.nl (3UR 7HFK) - ��r�l 202 , Delft, The Alles Netherlands wat je zoekt
overzichtelijk bij elkaar Wat speelt er vandaag op technologiegebied?
Je leest het op de website van De Ingenieur. Elke dag nieuwe berichten met beeld, video's en links. www.deingenieur.nl
Ook op onze site: • Activiteiten op techniekgebied in een overzichtelijke agenda • Dossiers over onderwerpen als de quantumcomputer en kunstmatige intelligentie • De interessantste vacatures voor ingenieurs
TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST
DE INGENIEUR
Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.
Met schwung door groen? De mobiele telefoons van tegenwoordig kunnen echt alles, zelfs een verkeerslicht op groen laten springen! De app die dit mogelijk maakt, heet Schwung. Momenteel test de gemeente Hoofddorp het systeem, enkele andere gemeenten gingen haar al voor. Wie wil dat nou niet, was mijn eerste gedachte: een truc om het licht op groen te laten springen als je nog op behoorlijke afstand bent, topidee! Maar toen ik doorlas over de techniek er achter, werd mijn enthousiasme snel minder. De app legt voortdurend vast waar jij je als fietser bevindt en kom je in de buurt van een verkeerslicht, dan gaat er via het platform van Schwung een seintje naar dat – speciaal geprepareerde – stoplicht. Ik begon Schwung al wat minder cool te vinden. Want een of ander bedrijf, dat ik niet ken, legt vast waar ik mij bevind, op een digitaal platform waar ik ook al geen zicht op heb. Klinkt eng. En dat alleen om fietsers beter te laten doorstromen in het verkeer. Daar zijn toch heel andere middelen voor? Wat is er mis met een paar lusjes in het wegdek die fietsers detecteren wanneer ze op het verkeerslicht af rijden? Een beproefde techniek die altijd werkt en overal wordt toegepast. Nee, zei een slimmerik op X. Sommigen mensen hebben tegenwoordig een fiets van carbon en daarbij werkt een
WAA R
KUNNEN
W E
DEZ E
MAAND
detectielus in de weg niet. Nu lijkt mij het aantal fietsen met een frame van carbon nog beperkt in dit land, maar ik kan het mis hebben. Het bedrijf achter Schwung bezweert op zijn website dat er geen persoonsgegevens worden opgeslagen. Een fietser die de app aanzet krijgt voor elke rit een uniek ID-getal, waaruit op geen enkele manier de identiteit van de fietser te achterhalen is. Het dient alleen om de fietser gedurende zijn tocht te volgen. Maar hoe moeten we deze uitleg op de website van de Schwung-bouwers dan duiden? ‘De Schwung-app begint na een tijdje de gewoonten en vaste routes van de fietser te herkennen, waardoor het aanvragen van groen licht steeds sneller en efficiënter wordt.’ Zelfs áls deze app kan werken met behoud van privacy, blijven er nog veel vragen over. Wat kost het prepareren van de stoplichten op een kruising in vergelijking met het frezen van een lusje in het fietspad? Gaan mensen de app wel gebruiken, wetende dat iPhone-gebruikers hem elke fietsrit weer opnieuw moeten aanzetten? En is een app eigenlijk niet een verkeerde oplossing voor een op zich prima doel, namelijk het stimuleren van fietsen? Op X vat iemand het goed samen: ‘Voordeel van lussen is dat ze niemand buitensluiten. Een app zal niet werken voor een groep ouderen, jonge kinderen en mensen van buiten de gemeente. If it ain’t broke, don’t fix it.’
NAARTOE ?
DE
INGE NIE UR
TIP T
t/m 19/4/’24 Duik in een zwart gat Het Valkhof Museum in hartje Nijmegen tart de verbeelding met een tentoonstelling over zwarte gaten. Into the Black Hole brengt wetenschap en hedendaagse kunst samen om bezoekers het mysterie van het zwarte gat te doen ervaren. Zwarte gaten stellen ons bevattingsvermogen op de proef en roepen vragen op over ons eigen bestaan. Ze zijn het punt waar de wetenschap eindigt en de verbeelding begint. Betreed het ruimtevoertuig, laat de zwaartekracht los en neem een duik Into the Black Hole. Let op: het museum zit tijdelijk aan het Keizer Karelplein. Meer info: valkhofmuseum.nl/nl/bezoek/agenda/into-the-black-hole FOTO ’ S : ROBERT LAGENDIJK ( PORTRET ) ; WIKIPEDIA / CC BY 4.0 DEED
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
39
Productontwerpen van morgen
Slimme voorruit Multifunctionele smart glass-technologie van Zeiss verandert iedere ruit in een bruikbaar display. De Duitse fabrikant wil de technologie nu naar de consumentenmarkt brengen. Zeiss werkt al enkele jaren aan een technologie om onder meer holografische en augmented reality-beelden te kunnen projecteren vanuit glaspanelen. Dat punt zou nu zijn bereikt met multifunctionele smart glass-technologie. Die is gebaseerd op een flinterdunne, optische laag van polymeer die op een glaspaneel wordt aangebracht. Deze laag is voor 92 procent transparant en kan met hoge precisie licht projecteren en detecteren. De technologie heeft een reeks aan toepassingsgebieden. De 40
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
autobranche is er daar een van. Bijvoorbeeld om dashboardgegevens op de voorruit te projecteren, of video’s voor de passagiers af te spelen op de zijruiten. Een andere mogelijkheid is het naar wens verduisteren van de ruiten. Volgens Zeiss is het mogelijk om de projecties alleen van binnen naar buiten of andersom zichtbaar te maken. Een ander toepassingsgebied zijn de smart homes en kantoren. Grote ramen kunnen worden gebruikt als smart screen om 3D-holografische beelden in de ruimte te projecteren. Daarbij is
ook videobellen mogelijk, waarbij inkomende camerabeelden in het glas worden geprojecteerd. Het glaspaneel fungeert tegelijk als camera door inkomend licht op te vangen, te concentreren en naar sensoren in het raamframe te leiden. Deze techniek kan ook worden toegepast om inkomend zonlicht van buiten geconcentreerd naar zonnecellen in het raamframe te leiden. Zeiss gaat deze en andere toepassingen niet allemaal zelf ontwikkelen. De fabrikant biedt de technologie ook in licentie aan. (PS)
•
foto : zeiss
T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L
Veilig zwemmen met airbag Zwemmen in open water is niet zonder gevaar. Met het gestroomlijnde zwemvest van de Belgische startup Hexoray kan de gebruiker in geval van nood een airbag activeren. In 2019 stierven naar schatting 236.000 mensen de verdrinkingsdood, onder wie getrainde zwemmers. Het dragen van een zwemvest had in sommige gevallen het verschil tussen leven en dood kunnen maken, maar het probleem is dat zwemvesten zijn gemaakt voor gebruik op met name boten - en niet erg geschikt zijn om mee te zwemmen. Het SwimVest van de Belgische startup Hexoray is juist speciaal ontworpen voor openwaterzwemmers, duikers en snorkelaars om te dragen tijdens het zwemmen. Het bestaat uit
een kort hesje van dun, licht neopreen – het materiaal waarvan wetsuits worden gemaakt – dat alleen het bovenste deel van de borst bedekt. In geval van nood trekt de zwemmer aan een koord om de gepatenteerde airbag op de borst en rug met een CO2-patroon op te blazen. Dat patroon zit tussen de schouderbladen gepositioneerd, waar het weinig weerstand oplevert. Na verwisseling van het patroon is de airbag herbruikbaar. Het SwimVest weegt een halve kilo. Het vest is klaar voor productie, al was het beoogde financieringsdoel van bijna veertigduizend euro op crowdfundingsplatform Kickstarter eind januari nog lang niet in zicht. Mocht het toch lukken, dan is het zwemvest in mei 2024 naar verwachting leverbaar, voor 199 euro per stuk. (SB)
•
Vliegende brandslang Om de risico’s voor brandweerlieden te beperken, ontwikkelen Japanse onderzoekers een vliegende robotbrandslang. Deze Dragon Firefighter navigeert naar extra risicovolle branden om die zelfstandig te blussen. De ontwikkeling van de vliegende robotbrandslang startte in 2016 aan de Tohokuuniversiteit. Sindsdien hebben onderzoekers en studenten van verschillende universiteiten eraan gewerkt in samenwerking met Japanse brandweermensen. Dat resulteerde inmiddels in een prototype. Dat bestaat uit een brandslang van vier meter lengte die op een rijdende robot is gemonteerd. In de robot zitten een besturingsmodule en een verbinding met een brandweerwagen met veertienduizend liter water. De slang is voorzien van acht bestuurbare waterjets, waarvan er vier in de spuitmond en vier in het midden van de slang zitten. Deze maken het mogelijk dat de slang op twee meter boven de grond kan vliegen en zichzelf kan sturen. In de spuitmond van de slang zitten een gewone en een warmtebeeldcamera die helpen om naar de brandhaard te navigeren. Het team werkt momenteel aan verdere ontwikkeling zodat het systeem sneller inzetbaar is, alle onderdelen voldoende hittebestendig zijn en de waterstraal sterk en goed bestuurbaar is. De grootste uitdaging is het verlengen van de vliegende slang naar meer dan tien meter lengte. Volgens de onderzoekers kan het nog tien jaar duren voordat de Dragon Firefighter in de praktijk door brandweerkorpsen kan worden ingezet. De technologie wordt wel open source beschikbaar gesteld om die ontwikkeling te bespoedigen. (PS)
•
foto ’ s : hexoray ; akita - universiteit , japan
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
41
EUREKA
Elektronisch fietssleuteltje Nooit meer een fietssleutel kwijtraken, dat is de droom van Zweedse ontwerper Marcus Kjellsson. Met O-lock ontwierp hij een elegant, digitaal fietsslot voor privégebruik. Alhoewel digitale sloten steeds vaker op de markt verschijnen, zijn ze zelden zo elegant als O-lock, het fietsslot van ontwerper Marcus Kjellson. Het slot bestaat uit één gebogen stalen pijp waar de elektronica en een batterij inzitten. ‘Dat was ook gelijk de uitdaging’, vertelt Kjellson die twee jaar geleden nog onervaren aan het proces begon. ‘Krijg al die elektronica maar eens in die stalen pijp. Bovendien ontbrak het ons in eerste instantie aan hulp van de juiste fabriek.’ Nadat het project de nodige vertraging had opgelopen is O-lock inmiddels aangesloten bij een van de grotere fietsslotfabrieken wereldwijd. Het slot is
42
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
naar verwachting vanaf maart leverbaar. Het slot opent met een app via Bluetoothverbinding; de fiets op slot zetten moet de gebruiker handmatig doen. ‘Dat is een vereiste van verzekeringsmaatschappijen in Scandinavië, om te voorkomen dat het slot tijdens het fietsen door een appfout opeens sluit.’ Om ruimte te besparen koos Kjellson voor een usb-oplaadbare batterij die een jaar meegaat. Daarnaast kan de elektronica van het slot – in open stand – met één schroef worden verwijderd wanneer deze aan vervanging toe is. Ook heeft het slot tracking en heeft de app een sleuteldeelfunctie,
waarmee elektronisch de sleutel te sturen is naar een ander die de fiets wil gebruiken. Al die functies maken het slot wel flink duurder dan andere ringsloten op de markt: 150 euro. Ringsloten hebben overigens überhaupt een vrij regionale markt, vertelt Kjellson, vooral Noord-Europa en Japan maken er gebruik van. ‘Toen ik de Kickstartercampagne lanceerde in de VS, reageerden men er verontwaardigd: met zo’n slot kun je een fiets toch gewoon optillen en meenemen? Ik heb ze toen eerst moeten uitleggen dat het slottype niet nieuw is, maar dat ik het digitaal had gemaakt.’ (SB)
•
foto : o - lock
Deurbel op de borst Met een bodycam is bewijsmateriaal vast te leggen, maar agenten zijn ook blij met het de-escalerende effect dat de camera in lastige situaties blijkt te hebben. Het Nederlandse Slimdesign maakt er een voor gewone burgers.
Krekelkwekerij Met een krekelkwekerij op de keukentafel wil ontwerper Kyran Knauf insecten eten de gewoonste zaak van de wereld maken. ‘Gelet op klimaatverandering is het niet meer dan logisch dat insecten deel gaan uitmaken van ons eetpatroon als alternatieve eiwitbron’, stelt de Frans-Duitse ontwerper Kyran Knauf. ‘Dat gebeurt ook al in Aziatische landen, zij het niet vanwege milieuoverwegingen.’ Om ook in Europa mensen aan het denken te zetten, ontwierp Knauf de ge-3D-printe krekelkwekerij Crikorama: een half doorzichtige kwekerij voor op het aanrecht. ‘De krekelkwekerij past goed in het farm-to-forkprincipe, de hyperlocale leefstijl waarin restaurants, zoals het Deense Noma zich specialiseren’, gaat Knauf verder. De techniek is wel tijdrovend: het produceren van dertig krekels met Crikorama neemt ongeveer twee maanden in beslag, terwijl het eiwitgehalte in een biefstuk gelijk staat aan 45 tot 60 krekels. Veel onderhoud vraagt het apparaat niet: je schuift simpelweg een lade met krekeleitjes in vochtige aarde in het apparaat. Knauf: ‘Wanneer de krekels uitkomen, kun je ze voeren met snijafval uit de keuken die je door een gleuf naar binnen schuift. Water zuigen de krekels uit een spons.’ Door een rooster boven de ‘eilade’ leggen de krekels nieuwe eitjes in de aarde. Zijn er genoeg eitjes in de lade, dan kieper je de volwassen krekels met een draai aan een knop in de onderste oranje bak en plaats je die in de koelkast waar de krekels niet meer levend uitkomen. ‘Dat lijkt misschien wreed, maar het zenuwstelsel van een insect is een stuk eenvoudiger dan dat van zoogdieren, waardoor we aannemen dat ze minder pijn ervaren.’ Interesse in Crikorama is er volop, van particulieren tot restaurants. Knauf wil zich in eerste instantie op de laatste groep richten en werkt aan een nieuw ontwerp voor een prijs onder de driehonderd euro. (SB)
Slimdesigns PhoneCam is een kleine cameramodule die zichtbaar op borsthoogte kan worden gedragen, bijvoorbeeld op een T-shirt, trui of jas. De module is voorzien van een breedbeeldcamera met een resolutie van 1080 pixels, een opnamesnelheid van dertig beelden per seconde en een microfoon; 4G, 5G en wifi zitten er ook op. Naast de camera zit een knop. De drager kan in een potentieel bedreigende situatie op de knop drukken, waardoor de camera in standby-modus gaat. Omstanders kunnen dit zien aan wit oplichtende ledlicht rondom de knop. De aanwezigheid van een camera zou de-escalerend moeten werken. Is dit niet het geval, dan kan de PhoneCam-drager nog een keer op de knop drukken: nu licht de ledring rood op en is de camera echt aan het opnemen. Eenmaal geactiveerd stuurt de PhoneCam de video en audio direct naar een cloudserver, waar ze worden opgeslagen als mogelijk bewijsmateriaal. Daarnaast stuurt de PhoneCam via de app een melding aan een vooraf ingestelde noodcontactpersoon. Die kan via de app meekijken en -luisteren met de livestream van de camera. Ook zijn de locatiegegevens zichtbaar op een kaart en kunnen de twee personen via de app met elkaar praten. Via een kleine standaard kan de PhoneCam op een fietsstuur of op het dashboard van een auto worden geplaatst. De PhoneCam kan ook aan een muur worden bevestigd of worden gebruikt als deurbel met beveiligingscamera. De PhoneCam won onlangs op de Consumer Electronics Show in Las Vegas de Innovation Award 2024. Slimdesign zoekt partners om de PhoneCam wereldwijd op de markt te brengen. (PS)
•
•
FOTO ’ S : KYRAN KNAUF ; SLIMDESIGN
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
43
EUREKA
Bakfiets met oplegger Gemeenten mogen vanaf 1 januari 2025 zero-emissiegebieden in de stad aanwijzen. Een cargofiets als de pelicanTrain kan voor bezorgdiensten uitkomst bieden door met aanhangers de hoeveelheid lading op en af te schalen. De pelicanTrain is een twee wielige cargofiets met alumi nium frame. De fiets heeft een maximaal laadvermogen van honderd kilogram en een laad volume van driehonderd liter. Wie meer wil meenemen, kan een driewielige trailer aankop pelen met een laadvermogen van maximaal tweehonderd kilogram en een laadvolume van vijftienhonderd liter. Aan deze trailer is nog een tweede identieke trailer te koppelen. Het treintje dat zo ontstaat heeft een totaal laadvermogen van vijfhonderd kilogram en laadvolume van 3300 liter – ver
44
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
gelijkbaar met het laadvolume van een compacte bestelwagen. De gebruiker hoeft al dat gewicht niet volledig op eigen kracht voort te stuwen. De cargofiets is voorzien van elek trische trapondersteuning en ook de trailers hebben een ei gen elektromotor. Een controle systeem synchroniseert het accelereren en afremmen van de fiets met de trailers erachter. De cargofiets en de trailers hebben ook een eigen batterij pakket. Bij maximale traponder steuning leveren die in iedere configuratie van het treintje een bereik van vijftig kilometer.
Voordelen van de pelicanTrain zijn dat deze emissievrij rijdt, op het fietspad mag om files te omzeilen en makkelijk is te parkeren op de stoep, al zullen voetgangers daar wellicht min der blij mee zijn. Binnen het frame van de trai ler zijn allerlei cargosystemen te plaatsen, zoals een vloeistof tank, koelcel of plat laadplat form. Volgens Pelican kan de cargofiets met een volle trailer hellingen tot achttien graden oprijden. De trailers hebben een noodrem die ze tot stilstand brengt, mochten ze losschieten van de fiets. (PS)
•
foto : pelican
Rolf zag een ding
Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.
Warme lampjes (reprise)
Zalmfluisteraar Om het welzijn van zalmen in kwekerijen te verbeteren, hebben Noorse onderzoekers een sensor ontwikkeld die inzicht geeft in de gezondheid van individuele zalmen. De gezondheid van zalmen in kwekerijen op het land of voor de kust laat vaak te wensen over door ruimtegebrek, gebruik van pompen en slechte waterkwaliteit. Wetenschappers van onder andere het Noorse instituut SINTEF Ocean deden al onderzoek naar hoe zalmen als school reageren op gevangenschap in een zalmkwekerij, maar methoden die het gedrag en de gezondheid van individuele zalmen kunnen meten ontbraken nog. Promovendus Eirik Svendsen ontwikkelde daarom een sensor die zuurstofgehalte in het bloed, hartslag, temperatuur, bewegingsrichting en versnelling van individuele zalmen meet. ‘Voor zover we weten, is geen enkel ander implantaat voor vissen in staat zoveel parameters tegelijk te meten’, schrijft Svendsen. ‘Hiermee kunnen we een inschatting maken van stress en daarmee uiteindelijk de gezondheid van de zalm bepalen.’ De cilindervormige sensor is 4,7 centimeter lang en 1,3 centimeter in doorsnee, en bestaat uit een batterij, geheugenkaart, microcontroller en sensoren. Er is een chirurgische ingreep nodig om de sensor in de buik van de zalm in te brengen, maar daar herstellen de zalmen volgens Svendsen goed van, te oordelen naar de vitale signalen. ‘De sensor is al kleiner en lichter dan andere implantaten op de markt en wordt niet gebruikt bij zalmen lichter dan zeshonderd gram’, aldus Svendsen. Om het implantaat nog verder te verkleinen zouden de elektronische onderdelen speciaal moeten worden ontworpen en vervaardigd, wat veel duurder is dan de kant-en-klare componenten die Svendsen nu gebruikt. Het idee is om slechts enkele zalmen uit te rusten met een sensor en die gegevens te extrapoleren naar de rest van de school. Mocht blijken dat de zalmen in slechte gezondheid verkeren, dan kan het zijn dat de viskwekerij de ophoping van de zalm en de pompinstallaties moet verbeteren. Svendsen: ‘Daar wil ik verder naar kijken. Maar eerst is het zaak dat de industrie deze technologie op grote schaal gaat ontwikkelen.’ (SB)
•
FOTO : DANIEL GLØSEN ; PORTRET : ROBERT LAGENDIJK
Vlak voor kerst 2022 vertelde ik u over de kerstgloeilampjes van mijn ouders en hoe de overweging om die te vervangen door ledlampjes een lastigere levenscyclusanalyse vereist dan je op het eerste gezicht verwacht. Alle overwegingen waren ineens zinloos geworden toen de lampjes begin januari van dit jaar bij het opruimen stukgingen. Tijd dus voor een reprise van die eerdere column. Ma baalde. De kerstverlichting was een huwelijkscadeau van wijlen haar ouders, ondertussen 45 jaar geleden. Al die jaren hadden de lampjes de kerstboom verlicht en verwarmd. Ze vroeg mij of de verlichting nog te fixen was. Met een voltmeter had ik al snel door welke drie lampjes het hadden begeven. Maar 45 jaar oude gloeilampjes in de vorm van een kaarsje, vijftien volt, drie watt: die heeft een moderne lampenwinkel niet op voorraad. Op goed geluk ging ik bij de kringloop langs en in een doos met uiteenlopende oude gloeilampen vond ik de jackpot: een hele zak reservelampjes, precies degene die ik zocht! De warme kerstlampjes kunnen weer een paar jaar mee. Ik wil hier twee punten maken. Ten eerste dat bij het opstellen van een levenscyclusanalyse moet worden meegenomen dat een product stuk kan gaan. Wie een duurzaam product wil maken, kan er maar beter voor zorgen dat een defect product niet direct wordt weggegooid, maar te repareren is. Hadden deze lampjes, zoals veel moderne lampen, met een plastic klikverbinding vastgezeten, dan had ik ze nooit kunnen vervangen. Verder moeten consumenten weten hoe ze aan vervangende onderdelen kunnen komen of waar ze een product kunnen laten repareren. Niet iedereen heeft mijn knutselhok tot z’n beschikking. Bedrijven die 45 jaar na verkoop nog reserveonderdelen of een reparatieservice aanbieden krijgen van mij een pluim. Ik heb het voor het schrijven van deze column even nagekeken: ik vond alleen op Marktplaats nog wat van deze reservelampjes. aangeboden door particulieren. Dat brengt me op mijn tweede punt: deze kerstlampjes gaan dus al 45 jaar mee. Voor kerstverlichting, en nog veel meer huishoudelijke elektra, moet dat van mij de ontwerpnorm zijn. Ik weet dat het naïef is en dat elk bedrijf dat ontwerpt op ‘stuk na drie jaar’ het economisch wint van het bedrijf dat ontwerpt op 45 jaar. Maar elke ingenieur die ontwerpt op ‘stuk na drie jaar’ mag wat mij betreft thuis zonder warme lampjes kerst vieren. PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien. Rolf Hut is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
45
Wat drijft de hedendaagse ingenieur?
Hester Anderiesen-Le Riche is industrieel ontwerper en oprichter van Tover, een bedrijf dat interactieve games inzet om mensen met cognitieve uitdagingen weer te laten bewegen. In 2023 werd zij tot TU Delft Alumnus van het Jaar verkozen.
‘De kracht van betekenisvol spelen’ Tekst: Astrid van de Graaf • Foto: Bianca Sistermans
‘Bewegen is de rode draad in mijn leven. Alle sporten die ik doe, van ooit turnen en basketballen tot later windsur fen en nu trailrunnen, doe ik heel fanatiek. Op de middel bare school was ik een bètatype, talen lagen me niet zo. Ik heb nog een tijd overwogen psychologie te gaan studeren, uit oprechte interesse in mensen en waarom wij ons op een bepaalde manier gedragen, maar uiteindelijk kwam ik uit bij industrieel ontwerpen aan de TU Delft. Ik was enthousiast over de studie, maar echt fanatiek werd ik pas tijdens mijn masterprojecten ‘design for interaction’ en ‘ou deren van de toekomst’. Daarin kwamen het creatieve en het technische samen met menselijke en psychologische aspecten. Dat wakkerde mijn interesse aan voor de oude ren in onze maatschappij. Na mijn master wilde ik eigenlijk nog geen afscheid ne men van de faculteit, er was nog zoveel te leren. Toen ik vervolgens ook nog een bijzondere ontmoeting had met hoogleraar klinische neuropsychologie Erik Scherder, was de keuze voor promotieonderzoek gauw gemaakt. Het probleem dat hij me voorlegde, met al zijn passie en charisma, was zo schrijnend. In zijn onderzoek naar het effect van beweging op het fragiele brein had Scherder gemerkt dat het onmogelijk is ouderen met dementie in beweging te krijgen en te houden. Hij vroeg me letterlijk: Jij bent toch ontwerper, kun jij wat bedenken? Dat was de start van mijn PhD. Na tientallen aanvragen om zelf financiering op te halen, kon ik starten. Ik heb eerst literatuuronderzoek gedaan naar welke spelervaringen uit de game design verband houden met hersengebieden die bij mensen met alzheimer worden aangetast. Die studie maakte duidelijk dat ik moest kiezen voor welke van de opeenvolgende fasen van dementie we een product wilden ontwerpen. Ik koos voor het laatste stadium. Deze mensen zijn het minst actief. Juist voor hen een interactief spel ontwerpen
leek mij de grootst mogelijke uitdaging. Al heel vroeg ver liezen mensen met dementie het vermogen tot zelfinitiatief. De spanningsboog voordat ze weer afdwalen of apathisch voor zich uitstaren, is soms seconden. De interactie met een spel zal dus nooit starten bij de gebruiker, realiseerde ik me. Dat zette het productontwerp voor mij op zijn kop. De basis van onze spellen werd daarom een projectie op een tafel, de Tovertafel, die steeds weer langskomt om een reactie uit te lokken en de speler opnieuw bij het spel te betrekken. Dat ik Tover ben gestart, kwam door wat ik zag gebeu ren rondom de tafel. Dat was zo bijzonder. Iemand van wie de familie al een jaar lang de stem niet had gehoord, ging door onze spellen weer zingen. Iemand die in zichzelf was gekeerd, deed ineens fanatiek mee. Ik begon Tover stapje voor stapje met bootstrapping: winstgevend groeien zonder externe financiering. Alleen die stapjes gingen wel heel hard. Uit allerlei hoeken van de zorg kregen we de vraag of we iets voor ze konden maken. We kenden een vliegende start in Nederland. Om te blijven doorgroeien, keken we ook over de grens en naar andere doelgroepen, maar altijd met de focus op mensen of kinderen met een cognitieve uitdaging. Daar zitten onze kennis, kracht en passie. We willen de kracht van betekenisvol spelen overal en voor zoveel mogelijk mensen inzetten. Twee jaar geleden hebben we voor het eerst externe financiering opgehaald en een aantal nieuwe producten ontwikkeld. Daarmee hebben we onder andere spellen voor de onderwijsmarkt in Amerika ontwikkeld en nieuwe hardware, de Tovertafel Pixie. Deze is licht en verrijdbaar, kan makkelijk op allerlei plekken in een zorg instelling worden gebruikt en kan ook op de muur en het plafond projecteren. De huidige tijd, zeker in de ouderenzorg, kent haar uit dagingen. Maar we zien ook dat ieder jaar meer Tover tafels worden aangeschaft.’ • FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
47
Enith
Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.
48
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E
Algoritmetrainers verzamelen, annoteren en verifiëren continu data
Verborgen werknemers De makers van machine learning en algoritmen zijn slimmeriken die bijvoorbeeld te vinden zijn in Silicon Valley. Maar onderschat ook de rol van ‘klikwerkers’ niet, zegt socioloog Antonio Casilli. Zij trainen de software: een essentiële, maar slecht gewaardeerde taak.
Proletariaat ‘Dit gaat om laag gewaardeerde en slecht betaalde ba nen, vaak onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden’, vertelde Antonio Casilli afgelopen najaar in een lezing aan de Rijksuniversiteit Groningen. Casilli, hoogleraar sociologie aan het Institut Polytechnique de Paris, onder zocht samen met collega’s van de onderzoeksgroep Di gital Platform Labor (DiPLab) de werkomstandigheden van deze verborgen werknemers. ‘In de automatisering werken zo’n 28 miljoen ontwikkelaars’, zegt Casilli. ‘Daar tegenover staan 445 miljoen mensen die data verzamelen
om algoritmen mee te trainen. Het is het proletariaat van de digitale arbeidsmarkt.’ Klikwerkers: zo worden deze arbeidskrachten ook wel genoemd. Vaak werken ze met tijdelijke, zéér kortlopen de contracten, waarbij het werk is opgedeeld in micro baantjes, die elk een paar seconden duren en een paar centen opleveren. Toepassingen als ChatGPT hebben hun succes aan dit soort constructies te danken. ‘GPT staat voor generative pretrained transformer’, zegt Casil li. ‘En de pretrainers, dat zijn deze onzichtbare arbeids krachten.’ De pretrainers verzamelen de data waarmee algo ritmen worden getraind of annoteren en verifiëren de gegevens. Software die vogels kan determineren werkt immers pas nadat iemand duizenden keren heeft aan gegeven of een aangeboden beeld een roodborstje laat zien of een merel. ‘Data liggen niet voor het oprapen’, zegt Casilli. ‘Data worden geproduceerd. Om een com puter beter te leren schaken dan topspeler Garri Kas parov, waren 25 miljoen potjes schaak nodig.’
Klikwerkers zijn de onzichtbare arbeidskrachten in de AI-industrie. beeld : max gruber / better images of ai / cc - by 4.0
Grillen en geld Soms is het trainen van algoritmen psychisch zwaar werk. Om software te ontwikkelen die zelfstandig (sek sueel) geweld op sociale media wegfiltert, moeten eerst de trainers zich door vaak traumatiserende filmpjes en foto’s heen worstelen.
t
In Brazilië lopen mensen rond die hondenpoep op sporen om die vervolgens op de foto te zetten. Niet omdat ze een rare fetisj hebben of bezig zijn met een kunstproject, maar als baan. Het zijn werknemers van de AIindustrie, die in dit geval de data verzamelen waarmee robotstofzuigers de uitwerpselen van een hond herkennen. Zo kan de stofzuiger om de poep heen manoeuvreren, in plaats van deze door het hele huis te verspreiden. Bij stofzuigermerk Roomba (model j7+) is het algoritme getraind met honderdduizenden afbeel dingen van uitwerpselen van honden en katten, pocht de fabrikant. Het verzamelen van die afbeeldingen is gedaan door werknemers van hightechbedrijven – maar dan wel uit een andere categorie dan de ontwikkelaars in de kantoren van Silicon Valley.
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
49
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
De microbaantjes uit de automatisering worden aangeboden op platforms als Amazon Mechanical Turk of Appen. Die platforms zijn weinig transparant en verplaatsen zich makkelijk naar een andere locatie – bijvoorbeeld een land met andere wetgeving. Hierdoor, en omdat werknemers er beoordelingen krijgen waardoor ze buiten de boot kunnen vallen, zijn datawerkers overgeleverd aan de grillen van werkgevers. Het loon is gedurende de afgelopen jaren gehalveerd, vertelt de Braziliaanse Sônia Coêlho, die tien tot twaalf uur per dag aan microwerk besteedt, in een artikel op Rest of World – een website die rapporteert over het effect van technologie op plekken die meestal over het hoofd worden gezien. ‘Mechanical Turk biedt een manier om de arbeids- en overheadkosten die gepaard gaan met het inhuren van tijdelijk personeel beheersbaar te houden. Door gebruik te maken van de vaardigheden van onze werknemers op basis van betaling-per-taak, kunt u de kosten aanzienlijk verlagen’, schrijft het bedrijf intussen in fraaie bewoordingen op zijn website. Wat dit voor de werknemers betekent, wordt er niet bij vermeld.
Data zijn niet kant en klaar, maar worden gemaakt. beeld : max gruber / better images of ai / cc - by 4.0
Nep-algoritmen Soms worden data-arbeiders ingezet voor Artificial Artificial Intelligence. Dan wordt er gefaked dat een algoritme is gebaseerd op kunstmatige intelligentie, maar doen gewone mensen het werk. Een klassiek voorbeeld hiervan is de Mechanische Turk, een schaakrobot uit het einde van de achttiende eeuw, waar uiteindelijk een levende en behoorlijk getalenteerde schaker in bleek te zitten. Een moderner voorbeeld is een algoritme dat winkeldiefstal tegengaat met slimme camera’s. Dit algoritme stuurt een seintje naar de kassamedewerker als iemand stiekem iets
50
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
in zijn of haar tas laat glijden. De software is gemaakt door een Europees bedrijf, maar leunt eigenlijk op 120 mensen in een kantoor in Madagaskar, zegt socioloog Antonio Casilli. ‘Zij zijn het die de camerabeelden in de gaten houden en doorgeven als er sprake is van winkeldiefstal. En dat al vijf jaar lang. Er is in dit geval dus nog helemaal geen algoritme.’ Drie wetenschappers van het DiPLab, waaronder Casilli, publiceerden deze bevindingen in juli 2023 in het wetenschappelijke tijdschrift Big Data & Society. Om welk bedrijf het gaat wordt niet vermeld.
Banen verschuiven Het onderzoeksteam van Casilli deed onderzoek in vier landen: Venezuela, Madagaskar, Brazilië en Frankrijk. Het type werknemer dat via platforms aan de productie van data werkt, varieert per land, ontdekten zij. In Madagaskar – een land met veel armoede en werkloosheid – wordt het klikwerk als een goede baan gezien, al is circa honderd euro per maand voor mensen in de stad niet genoeg om rond te komen. Tweederde van de microwerkers is hier man, driekwart is hoogopgeleid. In Brazilië en Frankrijk zijn het juist voornamelijk vrouwen die het werk doen, vaak alleenstaande moeders. In Frankrijk heeft 40 procent van deze arbeiders een universitaire opleiding afgerond en dient het werk meestal als extra inkomen. ‘En Venezuela is een grote speler’, zegt Casilli. ‘Hier zijn het hele families die bijdragen.’ De angst dat er steeds meer banen verdwijnen door de opkomst van slimme software en machine learning is ongegrond, blijkt uit de bevindingen van het DiPLab. Het werk verandert alleen en het verplaatst zich naar andere landen. De ongelijkheid in de wereld wordt hierdoor versterkt, zegt Casilli. ‘Regio’s als Europa en de Verenigde Staten profiteren van de economische vooruitgang die innovaties opleveren, terwijl in het mondiale zuiden goedkope arbeid wordt verricht.’ Vooringenomen Het heeft ook voordelen dat klikwerkers niet allemaal westerse mensen zijn. ‘Diversiteit bij de arbeidskrachten die AI-modellen trainen leidt tot meer inclusieve en representatieve resultaten’, zegt George Azzopardi, AI-wetenschapper aan de RUG. ‘We hebben in het verleden gezien dat er een demografische bias in de resultaten zat, waarbij sommige groepen slecht werden gerepresenteerd. Een diverse groep data-labelers helpt om evenwichtiger en effectievere systemen te bouwen.’ Het bekendste voorbeeld van een demografische bias is software voor gezichtsherkenning, die onder meer
Tekening van Joseph Racknitz zoals hij dacht dat de Mechanische Turk werkte (1789). beeld : joseph rack nitz / publiek domein
wordt gebruikt om smartphones te ontgrendelen. Die werkt het beste voor witte mannen, concludeerde het Amerikaanse onderzoeksinstituut National Institute of Standards and Technology (NIST) in 2019 uit een onderzoek aan 189 algoritmen van 99 verschillende ontwikkelaars, waaronder Microsoft en Intel. Gezichten van Afrikaanse en Aziatische origine werden tien tot honderd keer vaker fout herkend dan Europese gezichten, doordat de datasets waarmee de algoritmen waren getraind niet divers genoeg waren. Zelfsturend leren Het bestaan van de flexibele klikbanen is voor sommige mensen gunstig. Ze kunnen op zelfgekozen tijden werken of extra inkomen verdienen, zegt Azzopardi. Maar de werkomstandigheden moeten wel verbeteren, vindt ook hij. ‘AI-bedrijven zouden zich moeten committeren aan ethisch verantwoorde dataproductie met gegarandeerd eerlijke lonen, transparante taakomschrijvingen, psychologische ondersteuning van de mentale gezondheid van de werknemers en goede procedures voor het
indienen van klachten en het leveren van feedback.’ Uiteindelijk zal het werk van de klikwerkers veranderen door de algoritmen zelf, denkt Azzopardi. Bij de nieuwe generatie machine learning methoden zal namelijk sprake zijn van self-supervised learning, waarbij ook het controleren en labelen van de data – dus de pretraining – door algoritmen wordt gedaan. Casilli heeft weinig hoop dat dit het aantal klikwerkers zal verminderen. ‘Veel mensen zien de gegeven situatie als een transitiefase, maar in de tien jaar dat ik dit werk doe, is het alleen maar erger geworden. Er zullen altijd mensen nodig blijven – en hoe meer AI er wordt gebruikt, om hoe meer mensen dat gaat.’ Dat klopt, maar ‘het werk van de menselijke trainers verandert wel met self-supervised learning’, reageert Azzopardi. ‘Zij moeten straks de kwaliteit van de modelresultaten van de automatische pretrainers verifiëren en verfijnen, de ethische standaard bewaken, bias voorkomen en de ingewikkelde gevallen voor hun rekening nemen. En daarvoor zal steeds vaker gespecialiseerde kennis nodig zijn.’ • FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
51
OPINIE Een duidelijke mening over een actueel ingenieursonderwerp
YKE-voorzitter Celina van den Bank:
KIVI
Engineering Society
Young KIVI Engineers
‘KIVI relevanter dan ooit voor jonge ingenieurs’ De maatschappij lijkt te zijn vergeten wat het ingenieurschap inhoudt. Laten we 2024 gebruiken om onszelf opnieuw uit te vinden en op de kaart te zetten, stelt Celina van den Bank, voorzitter van Young KIVI Engineers. Tekst: Celina van den Bank
Sinds een jaar mag ik ingenieurs onder de 36 jaar vertegenwoordigen als voorzitter van Young KIVI Engineers (YKE), de jongerenafdeling van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Het was meteen een druk jaar waarin duidelijk werd dat het hoog tijd was om YKE te vernieuwen. En dat hebben we gedaan: YKE sluit nu beter aan bij de huidige vraag uit de maatschappij. Niet alleen hebben we YKE hervormd, we vieren dit jaar ook ons twintigjarig bestaan. Ik neem jullie graag mee in het reilen en zeilen van de jonge ingenieurs van vandaag om te laten zien wat jullie van YKE kunnen verwachten in 2024, zodat we als KIVI de krachten kunnen bundelen om onze jonge ingenieurs te helpen. Problematische realiteit Nederland kampt met een gigantisch tekort aan technisch geschoold personeel. Hierdoor staat niet alleen de groei van de technische sector onder druk, maar ook de werkomstandigheden van onze ingenieurs komen in het geding. Je hoeft het nieuws maar aan te zetten of het is duidelijk dat ingenieurs van alle disciplines hoognodig zijn. Van overstromingen door het bezwijken van dammen en dijken, het enorme huizentekort door beperkte ruimte, trage vergunningstrajecten en stikstofproblematiek, energieproblemen door afhankelijkheid van andere landen en continenten, tot gevaar voor de veiligheid van onze infrastructuur door cyberaanvallen op onze netwerken en data en achterstallig onderhoud aan tunnels, bruggen, stuwen en dijken. Het zijn de ingenieurs die er elke dag voor zorgen dat Nederlanders veilig, vrij en comfortabel kunnen leven. Zíj maken de wereld elke dag beter, stapje voor stapje. Geruisloos zijn we een problematische realiteit ingerold. Jaar in jaar uit kiezen minder leerlingen van het voortgezet onderwijs voor een technische richting. 52
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Cruciale studierichtingen dreigen de deuren te moeten sluiten. Het uitblijven van technische aanwas dendert voort en wij, jonge ingenieurs, ondervinden de gevolgen ervan in ons dagelijks werk. Probleem 1 Wat is en doet een ingenieur? Het belang en de betekenis van ingenieurschap zijn in de vergetelheid geraakt. Nederland is vergeten waarom ingenieurs belangrijk zijn, waar ze te vinden zijn en wat hen en het vak zo bijzonder maakt. Ingenieurs zijn echte doeners en makers. Ze werken oplossingsgericht en houden van het betreden van ongebaande paden. Waar anderen denken dat er geen weg meer verder is, plaveien ingenieurs simpelweg een nieuw pad. Ook is er een beweging te bemerken van havoen vwo-leerlingen die uit frustratie naar het mbo gaan om daar actief iets te ‘doen’, omdat ze voor hun gevoel nu enkel met de neus in de boeken zitten. Deze trend, waarin we collectief zijn vergeten wat het vak van ingenieur precies inhoudt, vormt een directe bedreiging voor de maatschappij van morgen. Probleem 2 Tekort aan technici Op dit moment zijn er per ingenieur vier banen te kiezen. Dat klinkt als de ideale arbeidsmarkt voor wie werk zoekt. Maar om Nederland draaiende te houden, hebben werkgevers op het moment geen andere keuze dan ‘brede banen’ aan te bieden. Dat houdt in de praktijk in dat een ingenieur naast de eigenlijke kerntaken ook taken moet doen die normaal gezien worden vervuld door een andere ingenieur... die er immers niet is. Het gevolg van deze personeelstekorten en bijkomende ‘brede banen’, is dat jonge ingenieurs te veel verantwoordelijkheden dragen en vaak niet volledig
kunnen doen waar hun passie ligt. Daardoor komen ze tijd te kort om alternatieven te verkennen, voldoende diepgang te leveren of te overleggen met andere specialisten, want waar zijn die binnen het bedrijf? Dit is onder andere terug te zien in een toename van het aantal burn-outs, vooral onder jonge ingenieurs. Probleem 3 Ontwikkelkansen ontbreken Jonge ingenieurs van vandaag zijn ambitieus. Ze willen hun vak goed verstaan en op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied. De combinatie van een hoge werkdruk en de vele maatschappelijke uitdagingen die samen drukken op de beschikbare tijd van de ervaren ingenieurs, brengen het op de juiste manier opleiden van jong personeel in het gedrang. Ingenieurs raken zo maar al te vaak verstrikt in het op dagelijkse basis blussen van brandjes. Daar waar onze jonge ingenieurs tijdens de studie hun vakkennis en persoonlijke ontwikkeling gemakkelijk naar hartenlust kunnen verbeteren, komt deze generatie na hun opleiding vaak in een ‘ontwikkelgat’
terecht, waarin ze de mogelijkheden ontberen om zich verder te ontplooien. De (vaak) onbereikbare mogelijkheid zich te ontwikkelen, resulteert in een toename van het aantal uitstromers. Technisch succesvol en onmisbaar personeel verlaat de sector en zet zo opnieuw extra druk op de personeelsketel. De rol van KIVI De problemen zijn duidelijk. De vraag is welke rol een ingenieursvereniging als KIVI kan en moet nemen bij het vinden van oplossingen. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat KIVI relevanter is dan ooit. Het is hoog tijd het roer om te gooien en gezamenlijk te zorgen voor: • een continue toestroom van ingenieurs. KIVI is de aangewezen instantie om Nederland te laten zien dat techniek een mooi vak is en duidelijk te maken dat leerlingen die zo graag iets willen dóen in plaats van studeren juist ingenieur moeten worden. Ingenieurs zijn mensen met een missie die moet worden gezien en gehoord.
Twaalf ingenieurs van YKE. Bovenste rij v.l.n.r.: Bob Zwartendijk, Robbie Jaspers, Gino Koolman. Middelste rij: Nelleke Valk, Teodora Waanders, Maria Mahbub, Abdelrahman Eshy. Onderste rij: Maarten de Jong, Sabine Batenburg, Celina van den Bank, Arwen Matthijssen en Thaddeus Anim-Somuah. foto : eddie mol
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
53
OPINIE
Celina van den Bank is als bouwkundig ingenieur gespecialiseerd in de richting van innovatie en digitalisering. Bij de bouwbedrijven van VolkerWessels houdt ze zich bezig met het optimaliseren van bedrijfsprocessen. Voorheen werkte ze onder meer op het bureau van KIVI. Deze tekst sprak ze uit op de KIVI-nieuwjaarsreceptie op 9 januari. foto : eddie mol
• een plek waar ingenieurs hun ambitie kunnen verwezenlijken. KIVI is idealiter een mooie mix van jong en oud en ingenieurs die elkaar willen helpen door ervaringen met elkaar te delen. Jonge ingenieurs zijn kwetsbaar en we dienen alles op alles te zetten om deze groep te ondersteunen in hun ontwikkeling. • het verbinden van ingenieurs. KIVI moet weer de plek zijn waar ingenieurs bij elkaar komen en samen komen tot de juiste oplossingen voor het tackelen van maatschappelijke uitdagingen. We moeten een plek creëren waar gelijkgestemden uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven veilig hun kennis kunnen uitwisselen. Waar staat YKE voor? Onze afdeling vertegenwoordigt ingenieurs vanaf het moment van afstuderen tot 36 jaar, een tijd waarin ze van junior naar medior en zelfs senior doorstromen. Een belangrijke fase in de carrière van elke ingenieur die vraagt om specifieke ontwikkeling. YKE gebruikt drie pijlers om jonge ingenieurs te laten excelleren: • We ondersteunen het ontwikkelen van vakkennis • We faciliteren het groeien in persoonlijke vaardig heden • We bouwen een netwerk dat relevant is voor jonge ingenieurs van vandaag en morgen 2024 wordt een jaar waarin YKE jonge ingenieurs weer een stem geeft, het belang van het werk van een ingeni eur laat zien en een jong netwerk uitbouwt waarin we onderwijs, overheid en bedrijfsleven dichterbij elkaar brengen. Om jonge ingenieurs een duwtje in de rug te geven, heeft YKE onlangs de rol van Portfolio Manager in het 54
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
leven geroepen. Portfolio Managers bij YKE vergaren kennis van hun vakgebied en delen deze met de vereni ging. Zo werken jonge ingenieurs aan hun eigen passie en profilering, terwijl zij anderen helpen met vak inhoudelijke informatie, door het delen van artikelen, evenementen en cursussen of opleidingen. Voor ambitieuze jonge ingenieurs is het YKEGroei programma in het leven geroepen. Dat is bedoeld voor het ontwikkelen van excellente ingenieurs, waarbij we gebruikmaken van de faciliteiten die KIVI reeds te bieden heeft. Op basis van de passie en ontwikkelwens kunnen KIVIcoaches deze ambitieuze, jonge inge nieurs helpen met het uitstippelen van het juiste pad en coachen bij het vinden van de juiste balans in het ontwikkelen van vakkennis (activiteiten) en persoon lijke vaardigheden (soft skillstrainingen). Tot slot zet YKE dit jaar in op het actief uitbouwen van het jonge ingenieursnetwerk en daarmee het KIVInetwerk. Zo creëren we de mogelijkheid om andere Youngnetwerken (denk bijvoorbeeld aan Young ASML, Jong NLingenieurs of Young VDL) te laten profiteren van geselecteerde YKEactiviteiten. Om zulke samenwerkingen te kunnen aangaan, is het natuurlijk belangrijk dat iedereen weet wat YKE is, wie we vertegenwoordigen en waar we voor staan. Dat maken we duidelijk door wat we doen, maar om zeker te weten dat de andere jonge ingenieursverenigingen direct een gezicht hebben bij YKE, hebben we ook een ander initiatief genomen: de YKEjaarkalender. Een van de twaalf foto’s ziet u op deze pagina afgebeeld. Laten we van 2024 een jaar maken waarin we KIVI weer op de kaart zetten, door onze jonge ingenieurs te inspireren met het prachtige beroep, te ondersteunen in hun passie, en hun een krachtig netwerk te bieden zodat ze hun ambities kunnen waarmaken. •
UIT DE VERENIGING Een greep uit het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).
Nieuwe hijskranen De installatieschepen Wind Osprey en Wind Orca van de firma Cadeler worden gebruikt bij het bouwen van windturbines. Omdat die laatste steeds groter worden, krijgen de schepen komende winter nieuwe hijskranen. Het bedrijf GustoMSC voert deze operatie uit op de kade van Mammoet Europe in Schiedam. Bij deze bijeenkomst kunt u een blik werpen op de werkzaamheden vanaf de bovenverdieping van The Bolder, het hoofdkantoor van Mammoet. Daarna volgen twee presentaties over het project. Lezingen op locatie: Replacement of the cranes on the Cadeler Vessels Wind Osprey and Wind Orca, Schiedam, 15 februari, 17.30-21.30 uur, kivi.nl/afdelingen/offshore-techniek/activiteiten
De energietransitie volgens Shell
De toekomst van kernenergie
In Amsterdam-Noord, een veerponttochtje verwijderd van station Amsterdam Centraal, bevindt zich de Shell Energy Transition Campus Amsterdam. Hier bereidt het bedrijf zich voor op de toekomst en werkt het onder meer aan waterstofelektrolyse, synthetische kerosine en pyrolyse. U bent welkom voor een bezoek aan drie laboratoriumopstellingen. Welke dat zijn, wordt nog bekendgemaakt. Bedrijfsbezoek: Shell Energy Transition Campus Amsterdam, 27 februari, 13.00-15.00 uur, kivi.nl/afdelingen/werktuigbouwkunde/ activiteiten
Collectief lidmaatschap De Open Universiteit heeft een collectief KIVI-lidmaatschap afgesloten. Hierdoor wordt de OU opgenomen in het KIVIkennisnetwerk en krijgen studenten en medewerkers toegang tot KIVI-faciliteiten zoals het reisfonds, coaching, activiteiten en korting op een abonnement op De Ingenieur. Ook zullen er gezamenlijke bijeenkomsten (inspiratiesessies) worden georganiseerd. Op 9 januari tekenden Petra de Weerd-Nederhof, decaan van de faculteit bètawetenschappen, en Miguel Delcour, directeur van KIVI, de overeenkomst bij KIVI in Den Haag. BEELD : CADELER ; MARION GOLSTEIJN / WIKIMEDIA / EIGENWERK / CC BY - SA 3.0 ; DEPOSITPHOTOS ; KIVI
Kernenergie kost weinig ruimte, geeft nauwelijks CO2-uitstoot en levert voor een minimale hoeveelheid brandstof een enorme hoeveelheid energie op. Ferry Roelofs, accountmanager research & innovatie bij de Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) praat u (in het Engels) bij over de nieuwste ontwikkelingen: van kleine, watergekoelde modulaire reactors tot gasgekoelde-, vloeibaar metaalen gesmolten zoutreactors. Heeft kernenergie de toekomst? Lezing: The future of nuclear energy, UTwente, 12 maart, 19.30-21.00 uur, kivi.nl/ afdelingen/kst/activiteiten
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
55
Revolutie in rakettenland Het is misschien minder zichtbaar voor het grote pu bliek, maar er is een revolutie gaande in de ruimtevaart. Jonge bedrijven maken het lanceren van raketten vele malen goedkoper. Ashlee Vance schreef er een onder houdend boek over. Tekst: Jim Heirbaut
56
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
In 2010 schreef De Ingenieur over Copen hagen Suborbitals, een stel astronomie liefhebbers in Denemarken die in hun vrije tijd raketten in elkaar knutselden. Dat begon bescheiden, maar binnen een paar jaar hadden ze al vergevorderde plan nen een mens in een baan om de aarde te brengen. Van de Deense raketamateurs is sindsdien weinig vernomen, afgezien van een van de oprichters, die een gruwelijke moord pleegde op een zelfgemaakte duik boot en in de gevangenis belandde. Nu, ruim een decennium verder, zijn nieuwelingen in de ruimtevaart een stuk serieuzer te nemen. Sterker nog: ze zijn druk bezig de sector op te schudden. Waren het vroeger alleen grote overheids organisaties als NASA en ESA die raketten bouwden voor ruimtevaartmissies, tegen woordig doen kleine commerciële partijen dat, en in de regel veel goedkoper. De bekendste ruimtevaartliefhebber die erin is geslaagd de gevestigde garde naar de kroon te steken, is natuurlijk Elon Musk. Hij is met zijn SpaceX nauwelijks nog een nieuweling te noemen. Musk zette begin deze eeuw een hoop in gang door helemaal vanuit het niets nieuwe raketten en motoren te gaan bouwen en daarmee raketlanceringen vele malen goedkoper te maken. Inmiddels heeft Musk met Starlink duizenden internetsatellieten gelanceerd. In kleine raketten is SpaceX niet meer ge interesseerd, Musk wil met een gigantische, herbruikbare raket mensen op Mars zetten. In het ontstane gat van de kleine betaalbare raketten zijn andere bedrijven gesprongen, zoals het NieuwZeelandse Rocket Lab. Ashlee Vance schrijft er sma kelijk over in het lijvige Universum te koop. Was Musk al een verrassende nieuw komer in rakettenland, Rocket Lab’s op richter Peter Beck is dat al helemaal. Geen ingenieur, geen universitair diploma, nooit eerder bij een ander lucht of ruimte vaartbedrijf gewerkt. En toch slaagt Beck erin om met zijn bedrijf in NieuwZee land – dat ook al niet bekend staat om een florerende ruimtevaartindustrie – een succesvol bedrijf te creëren dat raketten bouwt om kleine ladingen in een lage baan om de aarde te brengen. Daaraan blijkt
namelijk grote behoefte te bestaan. Satel lieten zijn al lang niet meer de kolossale apparaten ter grootte van een stadsbus. Veel kunstmanen zijn niet groter dan een pak melk, of hooguit een paar pakken melk aan elkaar. Dat is groot genoeg om een paar goede camera’s en ondersteunen de elektronica in te schroeven. Het maken van beelden van het aard oppervlak is de killer application van kleine satellieten geworden, schrijft Vance. Het meest succesvol daarin is het bedrijf Planet, dat is opgericht door de excentrie ke Engelsman Will Marshall. Planet pro duceert observatiesatellieten, Doves, die in de orde van een miljoen dollar kosten. Ter vergelijking: NASAsatellieten kostten vroeger soms wel een miljard dollar. Zo’n goedkope sateliet kan misschien minder scherpe foto’s maken, maar door dat er rond de tweehonderd rond de aarde cirkelen, maakt de kwantiteit veel goed. ‘Zij nemen dagelijks vier miljoen foto’s van het aardoppervlak’, schrijft Vance. Zo wordt een levende geschiedenis van acti viteit op aarde vastgelegd. ‘Het archief van Planet bevat inmiddels tweeduizend foto’s van elke plek op aarde.’ Planet verkoopt de beelden aan wie maar wil; ze zijn interes sant voor boeren, journalisten en milieu wetenschappers en natuurlijk voor legers en inlichtingendiensten. Universum te koop is een geweldig boek om te lezen. Wat het zo aantrekkelijk maakt, is het feit dat de auteur jarenlang regelmatig op bezoek ging bij verschil lende startende ruimtevaartbedrijfjes. Toen niemand nog een cent gaf voor de kansen van Peter Beck, ging Vance er al op de koffie. Als journalist voor Bloomberg Businessweek kon hij dit ook doen, en hierdoor was hij er vaak vroeg bij. Elon Musk kende hij nog van een eerder boek, een biografie over de excentrieke ingeni eurondernemer uit ZuidAfrika. Vance is goed ingevoerd in het onderwerp en de ideale gids om de lezer bij de hand te nemen. Voor wie belangstelling heeft in de ruimtevaart, is dit een boek om te blijven lezen, vol met wetenswaardigheden. Universum te koop Ashlee Vance | 592 Blz. | € 25,99
Tofste gadgets uit Las Vegas Het ene nieuwe product is nuttiger dan het andere, maar vermakelijk zijn de aftermovies van de Consumer Electronics Show (CES) 2024 in Las Vegas zeker. Tekst: Jim Heirbaut
Hoe techniek ons tot mens maakt Daniël Tijink en Peter-Paul Verbeek bieden een nieuw perspectief op de verhouding tussen mens en technologie. Tekst: Pancras Dijk
Volgens de klassieke techniekfilosofie bepaalt de techniek in hoge mate hoe de samenleving eruitziet. Techniek mag dan wel mensenwerk zijn, maar technische ontwikkelingen en hun invloed op de samenleving hebben een eigen dynamiek, waarbij de mens niet aan het roer staat, maar slechts waarneemt waarheen de techniek ons brengt. Het gevolg van deze manier van denken is dat techniek gauw als bedreigend wordt ervaren: een autonome macht die achter onze rug om ons leven bepaalt. De roep om begrenzing van de invloed van techniek is dan een logisch gevolg. Daniël Tijink (projectleider Ethiek en digitalisering bij ECP|Platform voor de informatiesamenleving) en Peter-Paul Verbeek (hoogleraar filosofie en ethiek van wetenschap en techniek in een veranderende wereld, rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam en oud-columnist van dit blad) stellen hier een ander perspectief tegenover. De klassieke tegenstelling tussen techniek en mens ruilen ze al in het eerste hoofdstuk van hun fijnzinnige essay De techniek staat voor iets in voor een ethiek waarin juist de verwevenheid van techniek en samenleving centraal staat. De opkomst van ‘ethisch disruptieve’ zelflerende robottechnologieën noopt daarnaast tot weer nieuwe conceptuele kaders. Ethische waarden, maken de auteurs duidelijk, zijn niet in gestolde vorm aan een technologie toe te voegen en ze staan ook niet als scheidsrechter aan de zijlijn: ethiek is onlosmakelijk onderdeel van de dynamiek tussen techniek en samenleving. Knap van de auteurs is dat ze hun ethiektheorie concreet weten vorm te geven. Ze doen dat in de vorm van een begeleidingsethiek, waarin juist de praktijk ons leert om het juiste te doen op het juiste moment.
Elke januari trekken liefhebbers van consumentenelektronica naar de gokstad Las Vegas. Voor wie er niet bij was, biedt YouTube uitkomst. Een goed beeldverslag om mee te beginnen is de korte video van verslaggever Chris Velazco van de krant The Washington Post. Opgewekt neemt hij – met rugzak om en gemakkelijke schoenen aan – de kijker mee op zijn wandeltocht door de hallen van CES 2024. Velazco toont een metalen ring voor om de vinger die niet alleen lichaamsfuncties meet, maar ook fungeert als infraroodafstandsbediening voor apparaten in huis. Onzinnige technologie? Niet voor ouderen of andere mensen die slecht ter been zijn. Velazco loopt langs een enorm beeldscherm van Samsung waar ook deels doorheen is te kijken; is dat handig? Dan een elektronisch kattenluikje dat alleen iemands eigen kat binnenlaat, doordat op AI gebaseerde software het beestje herkent. Komt de kat met een (half)dode muis aanzetten, dan wordt hij niet binnengelaten. Het meest enthousiast is Velazco over Ballie, een rijdend robotje van Samsung voor in huis, waaraan je vragen kunt stellen en opdrachten kunt geven. Grappige troef: het heeft een kleine beamer aan boord waarmee het een witte huiskamermuur ineens omtovert tot extra computerscherm. Leuk voor speelfilms of voor serieuzere toepassingen, zoals videogesprekken met een arts. Voor wie meer tijd heeft, is er het overzicht van tech-website The Verge. Nog niet verzadigd? Klik dan op de zeventien minuten durende video die YouTuber Smart Home Solver maakte van de beurs: propvol bijzondere elektronica waar je mond van openvalt. Wat te denken van een supergroot, plat tv-scherm dat als een harmonica in elkaar is te vouwen. Het knappe is dat die losse segmenten in uitgevouwen vorm, wanneer ze samen het enorme display vormen, helemaal niet meer los herkenbaar zijn. Er is geen naad te zien, een knap staaltje gezichtsbedrog, dat komt doordat naburige pixels wat harder stralen. De prijs? Tweehonderdduizend dollar. Aftermovies Chris Velazco: youtu.be/mc8gZlOCNhc; The Verge: youtu.be/ yq5zmfwP1Vs; Smart Home Solver: youtu.be/SVaECrWjnQs
De techniek staat voor iets. Samen richting geven aan techniek en samenleving Daniël Tijink en Peter-Paul Verbeek | 160 Blz. € 22,90 | e-boek € 17,90 BEELD : VIDEOSTILL VELAZCO
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
57
MEDIA
Landschap als mensenwerk Veel inspirerende voorbeelden in het Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland. Tekst: Pancras Dijk
58
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
Graven in een dijk geldt in de regel als onverstandig. Toch werd er in 2022 een honderd meter lange, één meter diepe sleuf aangelegd in de Knardijk, de scheiding tussen Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Met de bliksemvormige loopgraaf (zie foto onder) wilde architect Dingeman Deijs geïnteresseerden in staat stellen om voor de verandering een keer niet op, maar in een dijk te wandelen en zich zo één te voelen met deze in de jaren vijftig opgeworpen grondmassa. Bezoekers konden daarbij luisteren naar het verhaal van de dijk, die ooit als zuidelijke buitendijk van Oostelijk Flevoland waterkerend was, maar al decennia geen beschermende functie meer heeft. Hoe is een breder publiek ertoe te verleiden na te denken over het landschap? Nou, bijvoorbeeld zoals Waterschap Zuiderzeeland en Land Art Flevoland dat hebben gedaan met de inmiddels overigens alweer ontmantelde installatie op de Knardijk. Dat vindt althans de selectiecommissie die de 22 opmerkelijkste projecten heeft uitgekozen voor het Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland 2023.
De commissie heeft haar werk uitstekend gedaan. De geselecteerde projecten zijn allemaal de moeite waard: van woonbuurten met een uitgekiende mix tussen jong en oud en bijzondere oplossingen voor de huisvesting van statushouders tot het Sluishuis. Dat laatste is een opvallend wooncomplex dat volgens de commissie een ‘prachtig slotstuk’ van het opgespoten Amsterdamse eiland IJburg vormt. Het krijgt in één moeite door overigens ook een veeg uit de pan: de dure woningen zouden ‘exclusie’ in de hand werken, ‘in een tijd dat wonen in de stad toch al onder druk staat.’ Verdiepende essays over actuele thema’s zoals de toepassing van het principe ‘bodem en water sturend’ maken het boek van de onvolprezen uitgeverij Blauwdruk relevant voor iedereen die het leuk vindt na te denken over het landschap, of dat nu op het platteland is of juist in de stad. Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland 2023 Mark Hendriks (hoofdredacteur) e.a. 170 Blz. | € 36,50
foto : rené de wit
Q&A
Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen, podcasts en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.
In De AI-revolutie beschrijft machine learningexpert en data-onderzoeker Maarten Sukel hoe de nieuwe technologie de samenleving verandert, en de grootste kans én uitdaging van deze eeuw vormt. Tekst: Pancras Dijk
1 2 3 4 5
Waarom heeft u dit boek geschreven? ‘Kunstmatige intelligentie fascineert me al heel lang. AI gaat de maatschappij net zo sterk veranderen als de industriële revolutie dat heeft gedaan en daarom heb ik mijn boek De AI-revolutie genoemd. Revoluties gaan vaak gepaard met chaos. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat deze revolutie harmonieuzer verloopt dan die van tweehonderd jaar geleden en dat de nieuwe techniek de mensheid juist ten goede komt.’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘In mijn hoofd had ik een lezer die over tien jaar minister van digitale zaken hoopt te worden en zich nu vast wil inlezen, haha! Iedereen gebruikt inmiddels AI, zij het vaak zonder het te weten. Het lijkt mij daarom belangrijk dat zo veel mogelijk mensen begrijpen wat AI wel en niet kan. Daarom heb ik het boek geschreven voor een breed publiek.’ Wat fascineert u in het onderwerp? ‘AI raakt werkelijk aan elk vakgebied. Ik heb een korte concentratieboog dus vind ik het heerlijk dat ik dankzij AI steeds weer iets heel nieuws kan leren. De ontwikkelingen gaan ook zo snel. Ik ben een paar jaar met dit boek bezig geweest en heb veel stukken moeten schrappen omdat ze alweer verouderd waren. Neem generatief gecreëerde afbeeldingen: wat we een jaar geleden nog geweldig mooi en knap vonden, is nu allang overtroffen door nog veel betere afbeeldingen.’ Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven? ‘Mijn grootste les ging over het schrijven zelf. Hoe kan ik een verhaal vertellen dat voor de lezer helder is? In mijn hoofd wist ik op een gegeven moment precies wat ik wilde schrijven, maar is dat voor iemand anders ook direct duidelijk? Ik heb het idee dat het is gelukt.’
Waarom zouden ingenieurs dit boek moeten lezen? ‘Ik werk als machine learning engineer bij Picnic. Vrijwel alle collega’s – ikzelf trouwens ook – hebben daar continu een AI-tool open staan. Om software te schrijven werken we steeds meer samen met AI-tools en die worden steeds complexer. We zullen op een andere manier moeten gaan denken. Wie het AI-systeem benadert alsof het een mens is, gaat gegarandeerd de mist in. Maar hoe moet het dan wel? Daarover gaat het boek ook.’
De AI-revolutie Maarten Sukel | 192 Blz. | € 20,00
PORTRET : BOB BRONSHOFF
Planeet Mars in het jaar 2200. Sciencefiction–cyberpunk in een Franstalige animatiethriller – volgens regisseur Jérome Périn wetenschappelijk nog verantwoord ook. MARS EXPRESS | 88 MINUTEN | IN BIOSCOPEN DOOR HET HELE LAND
Kunnen en moeten we globalisering anders vorm geven? En welke rol kan technologie daarin spelen? AnnaCarolina Zuiderduin van Stichting Toekomstbeeld der Techniek onderzocht het. TOEKOMST VAN GLOBALISERING | 130 BLZ. € 17,50 | VIA INFO@STT.NL
Wat wordt de rol van waterstof op zee en hoe zit het met het groeiende aantal onbemande vaartuigen? De makers van Fugro’s langlopende podcastreeks Planet Beyond spreken met experts. CUTTING CARBON AT SEA | PLANET BEYOND 36 MIN. | OP ALLE PODCASTPLATFORMS
Colin Stuart legt uit hoe cirkels hoeken hebben, dat er verschillende soorten oneindigheid zijn en waarom taart altijd verkeerd wordt aangesneden. GETALLEN. 10 FEITEN DIE JE ZOU MOETEN KENNEN | 120 BLZ. | € 16,90
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
59
Voorwaarts
Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.
Koolzuurbemesting in de glastuinbouw
Pionier in duurzaamheid De Maastrichtse zeepfabrikant, chemicus, uitvinder en kunstweldoener Edmond Hustinx was een wegbereider van het milieubewustzijn dat vanaf 1970 tot bloei kwam. Hij was zijn tijd ver vooruit. Het moet ergens in de jaren twintig van de vorige eeuw zijn geweest dat de jonge Edmond Hustinx in de tuin achter zijn ouderlijk huis aan de Maastrichter Looiersgracht begon aan een experiment dat hij ‘koolzuurbemesting’ noemde. Hustinx (1898-1984) deed hiervan verslag in een getypt document, dat in het bezit is van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg. In juli 1968 – Hustinx liep inmiddels tegen de zeventig – blikte hij daarin terug op zijn studententijd in Amsterdam en de jaren voordat hij directeur werd van zijn vaders zeepziederij. Plantenkunde Als zeventienjarige begon Edmond aan een studie geneeskunde in Amsterdam. In zijn terugblik vertelt Hustinx dat hij ‘in het najaar van 1916 in de grote stampvolle collegezaal van de Hortus Botanicus het afscheidscollege mocht bijwonen van de beroemde professor Hugo de Vries’. Het college van de plantkundige, die met zijn mutatietheorie Darwins evolutietheorie verfijnde, wekte bij Hustinx enthousiasVoor de tuinders- me op voor de plantenfysiologie. Hij volgde colbiologie, filosofie, natuurkunde en chemie, wereld was deze leges maar geneeskunde werd geen succes. In 1919 werkwijze nog brak hij zijn studie af. Terug in Maastricht ging hij aan de slag in te vreemd de zeepfabriek van zijn vader aan de Looiersgracht, waar het gezin ook woonde. Met zijn nieuwe kennis van de botanica begon hij in zijn vrije tijd aan de proef met ‘koolzuurbemesting’. Hustinx bouwde in de tuin twee broeikasjes. Beide kasjes verwarmde hij met stadsgas. Bij het ene kasje liet hij de verbrandingsgassen ‘op de klassieke manier’ naar buiten. Bij het andere kasje hield hij ze binnen. Hustinx schreef in zijn terugblik: ‘Na een maand was het plantje in kasje B minstens het viervoudige in grootte.’ Hij zette zijn experiment voort op de groentekwekerij Helwig aan de Mergelweg even buiten Maastricht. ‘Gedurende jaren 60
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
bracht de heer Helwig zijn mooie groenten naar de veiling met een voorsprong van weken en dus met groot financieel succes’, aldus Hustinx. Pogingen om de methode, waarop hij in 1930 octrooi had aangevraagd, uit te rollen, liepen op niets uit. Het artikel dat hij erover schreef voor het blad De Tuinderij werd niet geplaatst. ‘Blijkbaar was voor de tuinderswereld deze nieuwe werkwijze te vreemd en Europa is op heden nog steeds te conservatief ’, typte Hustinx in 1968. De gezondheid van zijn vader ging echter achteruit en 1931 nam hij het directeurschap van de Zeepfabriek Hustinx over. Zijn octrooiaanvraag liet hij vervallen. Pas vanaf het midden van de jaren zestig zou het circulaire gebruik van CO2 in de glastuinbouw in zwang raken. Dit eerste innovatieve project van Hustinx tekent de rest van zijn opmerkelijke loopbaan. Ook zijn latere uitvindingen en innovaties hielden vaak verband met wat hij ‘coproductie’ noemde. ‘Een productiewijze zodanig uitgevoerd dat uit een of meer grondstoffen naast het beoogde hoofdproduct een of meer bruikbare nevenproducten ontstaan, zonder dat afvalstoffen ontstaan’, aldus zijn eigen definitie die vrij goed verwoordt wat nu een ‘circulair productieproces’ wordt genoemd. Hustinx werd daarbij aangemoedigd door de Maastrichtse fysisch chemicus Peter Debye, winnaar van de Nobelprijs voor scheikunde in 1936. Hustinx ontmoette Debye toen deze in 1937 werd gehuldigd in zijn geboortestad. Het was het begin van een lange vriendschap. Debye waardeerde zijn jongere, autodidactische vakgenoot, omdat die zich niets aantrok van de grenzen tussen wetenschappelijke vakgebieden. Veelzijdig uitvinder De lijst van welgeteld 1.116 uitvindingen, proeven en ideeën die Hustinx notarieel liet registreren, geeft een indruk van zijn veelzijdigheid, maar ook van zijn gebrek aan focus. Daarnaast heeft hij enkele tientallen octrooien op zijn naam staan. Succes had hij vooral met de uitvindingen
1968 ‘In beide kasjes werd een klein asperagusplantje gepoot. Verbazingwekkend was het verschil in groeisnelheid. Na een maand was het plantje in kasje B minstens het viervoudige in grootte. [...] Het duurde meer dan drie decennia voordat de tuinderswereld interesse toonde. Vooral de laatste drie jaren wordt het procedé in versneld tempo toegepast, daar eindelijk beseft wordt dat koolzuurbemesting een wereldvoedingsobject gaat worden.’ Edmond Hustinx blikt terug hoe hij in de jaren twintig experimenteerde met ‘koolzuurbemesting’ (Manuscript, juli 1968).
die verband hielden met zijn eigen bedrijf: verbeteringen in het productieproces van zeep en verf. Zijn succesvolste uitvinding betrof de productie van natriumsilicaat, ofwel waterglas, dat wordt ingezet als een ingrediënt van schoonmaakmiddelen en lijmen of voor het waterdicht maken van beton. Hustinx bracht in 1948 een continu roterende oven op de markt, waardoor de bereiding van waterglas een stuk efficiënter werd. Onder zijn leiding groeide het door zijn opa opgerichte bedrijf uit tot een concern met vestigingen tot in Duitsland en Frankrijk. Hustinx bleef zijn leven lang (ongehuwd) wonen in het ouderlijk huis aan de Looiersgracht. De inkomsten uit zijn fabrieken en licenties stelden hem vanaf de jaren zestig in staat meer tijd te besteden aan zijn hobby’s: tekenen, schilderen en schaken. Zijn fortuin zette hij in ten bate van het algemeen belang. Sinds 1961 stelt de Stichting Edmond Hustinx subsidies en prijzen beschikbaar aan de meest uiteenlopende wetenschaps- en kunstprojecten. Hustinx was een twintigste-eeuwse homo universalis, een kruising tussen een ‘weldoener’ uit de negentiende en een ‘maatschappelijk ondernemer’ uit onze eeuw.
Maar hij was meer dan dat. Techniekhistorici duiden de jaren tussen 1920 en 1970 wel aan als het ‘technocratisch paradijs’. Ingenieurs stonden op een voetstuk en kregen carte blanche om met hun vernuft de productie en de welvaart almaar verder op te voeren. Daar kwam ruim een halve eeuw geleden abrupt een einde aan. De snel groeiende aandacht voor het belang van natuur en milieu had als gevolg dat de helden van het voorgaande tijdperk plots degradeerden tot kortzichtige, autoritaire specialisten, asfaltboeren, landschapvernietigers en milieuvervuilers. Hustinx met zijn vernieuwende ideeën over coproductie en vroege waarschuwingen tegen water- en luchtvervuiling, was een geniesoldaat van die omwenteling. Hoewel zijn naamsbekendheid niet veel verder noordwaarts reikt dan Venray, heeft hij over erkenning nooit te klagen gehad. Hoogleraar fysische chemie Frits Böttcher (1915-2008), één van de oprichters van de Club van Rome, prees Hustinx bij het verschijnen van het rapport Grenzen aan de Groei (1972) als een van de eerste Nederlandse ondernemers die van afvalstoffen nieuwe producten maakte. •
Edmond Hustinx poseert in zijn laboratorium achter het huis aan de Looiersgracht in Maastricht. foto : shcl / archief edmond hustinx
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
61
Startup
Elk jaar weer beginnen er vele ambitieuze startups om met technologie de wereld beter te maken. De Ingenieur gaat bij ze op bezoek.
Naam: Lyras Doel: pasteurisatie vervangen door behandeling met uv-licht Startjaar: 2017 Aantal medewerkers: 60 Locatie: Aalborg, Denemarken
Uv-licht vervangt verhitting Pasteurisatie doodt de ziektekiemen in allerlei vloeistoffen, waardoor ze veilig te drinken of anderszins te gebruiken zijn, maar het energie- en waterverbruik is hoog. Het Deense Lyras doet het nu met ultraviolet licht. Tekst: Jim Heirbaut
Er zijn in een ver verleden nogal wat mensen overleden na het drinken van een glas melk. Zuivelconsumptie werd immers pas veilig nadat Louis Pasteur een verhittingsproces had ontdekt om ziektekiemen in een drank te doden. De mensheid heeft dus veel te danken aan het pasteurisatieproces van Pasteur, maar er is ook genoeg op aan te merken. Om de vloeistof te verhitten tot boven de 72 graden Celsius is veel water en energie nodig. Ook gaan bij voedingsmiddelen, zoals melk, belangrijke bestanddelen verloren bij te sterke verhitting. Dat kan beter, meent technologiebedrijf Lyras; de naam is een samenvoeging van het Deense woord voor licht (lys) en ‘ras’ van oprichter Rasmus Mortensen. De Deense startup ontwikkelde een eigen technologie op basis van uv-licht. In plaats van met hitte worden bacteriën, virussen en sporen
(slapende schimmels) gedood met licht van korte golflengte. Dat principe wordt al toegepast in de drinkwaterzuivering, maar Lyras zet uv-licht in voor (deels) ondoorzichtige vloeistoffen, wat een stuk lastiger is. Het proces met uv-licht heeft als voordeel dat belangrijke bestanddelen, zoals enzymen, eiwitten en vitaminen, niet kapotgaan door de hoge temperaturen. Daarnaast kan de inzet van ‘raslysatie’ – de naam van het proces – een meevaller op de energierekening opleveren: het proces gebruikt 60 tot 90 procent minder energie dan pasteurisatie. Daarnaast is er 60 tot 80 procent minder water nodig. Spiraalvorm Lyras is in 2017 opgericht door Mortensen die wel heil zag in het gebruik van uv-licht om bacteriën, virussen en schimmels in vloeistoffen onschadelijk te maken. De
Lyras-medewerkers halen een cassete met uv-lampen uit de installatie om te controleren. 62
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
technische uitwerking die de ingenieurs bij Lyras vonden om een vloeistof zo effectief mogelijk te bestralen met uv-licht, is wat ze zelf een coil noemen. Het is een transparante, spiraalvormige kunststof slang waar de te behandelen vloeistof doorheen stroomt. De vloeistof in de slang wordt turbulent gemaakt, wat een voorwaarde is voor optimale behandeling. Dankzij de spiraalvorm komt de vloeistof meerdere keren langs het uv-licht, een slimmigheid die ervoor zorgt dat bacteriën die misschien bij de eerste blootstelling aan uv-licht de dans zijn ontsprongen, alsnog het loodje leggen verderop in de spiraal. De uv-lampen in een machine van Lyras zenden licht uit met een spectrum van 200 tot 280 nanometer, maar een filter zorgt ervoor dat alleen licht wordt doorgelaten met een golflengte van 254 nanometer. ‘Precies deze golflengte vernietigt DNA en RNA, en
De te behandelen vloeistof stroomt door een spiraalvormige slang, waar uv-licht op schijnt.
Volgende maand in De Ingenieur Impuls voor techniekgeschiedenis Begin januari is het 4TU Centre for History of Technology officieel van start gegaan. ‘De manier waarop we over geschiedenis denken, hangt vaak samen met de manier waarop we over toekomst denken’, zegt wetenschappelijk directeur Erik van der Vleuten.
Hoogwater In 2014 startte het Hoogwaterbeschermingsprogramma, bedoeld om ons land ook in de toekomst te behoeden voor overstromingen. Welke innovaties heeft dat tot nu toe opgeleverd?
Instrument tegen oorsuizen Ongeveer twee miljoen Nederlanders hebben last van tinnitus. Een onderzoeksgroep aan de TU Delft werkt aan een apparaatje dat verlichting moet brengen. BEELD : DEPOSITPHOTOS
is daarom geschikt om microben te doden’, vertelt Jaco Baron, in Nederland werkzaam voor Lyras. ‘De andere golflengten zouden het product meer kwaad dan goed doen, dus die halen we eruit.’ Van pekel tot appelsap Meestal wordt in overleg met de klant een apparaat ontwikkeld en gedimensioneerd. Hierbij zijn twee eigenschappen van de vloeistof van belang, zegt Baron: de doorlaatbaarheid voor uv-straling en de viscositeit. Baron: ‘Hoe lager de doorlaatbaarheid, hoe meer uvlicht er nodig is voor de behandeling.’ Dat is op twee manieren te regelen: de lichtbron intenser maken of de vloeistof langer onder de lichtbron houden. ‘Dat laatste stel je in met de snelheid waarmee de vloeistof door de spiraal stroomt. We kunnen zelfs, indien nodig, de vloeistof twee keer door de spiraal sturen.’
Het bedrijf kan inmiddels talloze vloeistoffen behandelen, variërend van pekel voor het maken van kaas tot appelsap en bloedserum van dieren. ‘En we doen onderzoek naar het behandelen van sinaasappelsap en bier. Dat lukt al, maar daarbij verandert de smaak een beetje. Daarop willen we meer grip krijgen’, vertelt cfo Kurt Ebbe Knudsen. Zuivelsector Lyras zit in een snelle groeifase. Waren er in 2020 vijftien mensen in dienst, inmiddels zijn dat er al zestig. ‘Een grote Amerikaanse order zette in 2021 een versnelling in gang. We zijn overtuigd van de kwaliteit van ons product en het is ons doel onze markt te vergroten’, aldus Knudsen. Enige concurrentie van bedrijven met vergelijkbare technieken is er niet. ‘Wel zijn er bedrijven die transparante vloeistoffen met uv-licht behandelen.
Eén van de machines die Lyras levert. Onderdelen worden ingekocht en in Aalborg worden de machines in elkaar gezet. FOTO ’ S : LYRAS
Dat wordt ook al veel langer gedaan door drinkwaterbedrijven. Maar wij zijn de enige die dit kunnen voor opake vloeistoffen.’ In de zuivelsector zit de meeste potentie voor Lyras. Het deed al opdrachten voor het Deense zuivelcoöperatie Arla, maar het is nu ook bezig voor een grote Nederlandse zuivelproducent. De enorme besparingen op energie en water bij het behandelen van rauwe melk zijn ook voor zuivelproducenten zeer interessant. Voor melk is het nog niet toegestaan om pasteurisatie volledig te vervangen. Het bedrijf heeft er echter vertrouwen in dat de Europese Unie op termijn de uv-technologie zal toelaten tot de markt. Knudsen: ‘Uv-behandeling is al toegestaan voor sommige voedingsmiddelen, alleen nog niet voor melk. Als bedrijven zien dat onze techniek volledig veilig is, zal er een grote vraag komen naar onze producten.’ •
Een van de onderzoekers in het lab aan het werk.
FEBRUARI 2024 • DE INGENIEUR
63
Vragenvuur
Zes lastige vragen aan zanger en songwriter Lucky Fonz III. Hij toert momenteel door het land met de theatervoorstelling Moederland, vol verhalen, grapjes en natuurlijk liedjes.
Tekst: Jim Heirbaut
64
Wat is het laatste dat u heeft gerepareerd?
‘Een gordijntje bij mijn buurvrouw. Ik prutste er wat aan en het klikte toevallig op zijn plek. Verder ben ik helemaal niet handig, ik kan bijvoorbeeld ook niet koken. Die dingen besteed ik liever uit aan anderen die er wel goed in zijn. Volgens mij moet je je talenten ook niet evenredig verdelen, dat gaat ten koste van je grootste talent.’
Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens wat slims moeten uitvinden?
‘De auto, dat is een systeem dat echt niet werkt. Auto’s nemen in steden veel te veel ruimte in en veroorzaken op snelwegen om de haverklap files. Het is toch raar dat iedereen het maar normaal vindt dat onze publieke ruimte zo is geconfisqueerd door die auto.’
Kan een robot uw werk overnemen?
‘Nee joh, mijn werk sowieso niet. AI is gewoon een robot die heel goed kan googelen. Hij levert altijd een soort gemiddelde op van bestaande teksten. Middleof-the-road. En dat is volgens mij juist het tegenovergestelde van echte creativiteit. Bij alles wat ik maak, verken ik de ruimte tussen het bekende en onbekende.’
Wat is – eventueel na de smartphone – uw favoriete gadget?
‘Ik ben niet van de gadgets. Ik ben echt een megaanaloog mens en dol op schriften en mooie pennen en papier. Daar besteed ik best veel geld aan. Ik schrijf al mijn ideeën voor teksten en andere dingen die in me opkomen in schriften. Thuis heb ik alle schriften van de afgelopen dertig jaar in de kast staan. Die blader ik af en toe door en haal er dan soms weer een idee uit voor een nieuw lied. Ik heb ook wel materiaal op een oude laptop staan, maar die ligt op zolder in een la en die haal ik dus nooit tevoorschijn. Te veel moeite. Wat daar op staat, is verloren voor de eeuwigheid.’
Ik wou dat ik dát uitgevonden had!
‘Ik heb enorm veel bewondering voor medische technieken. Neem nou een techniek als in-vitrofertilisatie (ivf), waarmee een op de dertig kinderen in Nederland wordt geboren. Dat vind ik echt een wonder. Die kinderen zouden vijftig jaar terug niet geboren kunnen worden.’
Dilemma, u moet kiezen: met AI een gegarandeerde nummer 1-hit schrijven of voor altijd zonder digitale hulp?
‘Ik ga zeker voor die nummer 1-hit. Maar ik zou wel open zijn over het feit dat ik AI heb gebruikt. Ik vind dat je als artiest niet alleen eigen dingen maakt, maar dat je ook curator bent van random dingen die je tegenkomt. In die zin is AI gewoon een songwriter’s tool. Ik schrijf mijn nummers ook niet vanuit een soort egotrip, maar ik wil iets moois maken. Ik streef naar het beste eindresultaat. Maar ik wil wel vetorecht. Want natuurlijk heb ook ik zitten klooien met ChatGPT, maar die maakt echt bar slechte songteksten. Daar zat werkelijk geen enkel goed idee tussen.’
DE INGENIEUR • FEBRUARI 2024
foto : sanja marušić
Zoek je hoogopgeleide technici?
Plaats je vacature op het grootste ingenieursplatform van Nederland! Direct een vacature plaatsen? Ga naar deingenieur.nl/vacatures of neem voor vragen en advies contact op met KIVI via sales@kivi.nl.