De Ingenieur september 2022

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR THEMANUMMER ROBOTICA

NR. 9 JAARGANG 134 SEPTEMBER 2022

COBOTS Een robot als collega

ANGST VOOR AI

De top van de techniek Kom kijken en luisteren naar Inspirerende Ingenieurs

|

ZORGROBOTS

|

EDWIN DERTIEN

|

GASWINNING

Rose Sharifian: Stap over naar de groene kant

|

SCHONE SCHEPEN

Tuinierrobot Meer dan alleen grasmaaien


De Ingenieur Storytelling In de huidige, oververhitte arbeidsmarkt wordt technisch talent overspoeld met opties. Hoe val je als werkgever op tussen al het aanbod aan banen? Storytelling kan je helpen om een aantrekkelijk en krachtig werkgeversmerk te bouwen. Jouw employer brand wordt verteld op jouw eigen pagina binnen De Ingenieur. Deze wordt gelinkt met het gehele platform van De Ingenieur, waar alle vacatures, artikelen en advertorials over jouw bedrijf samenkomen.

Bereik Engineering Works Magazine De Ingenieur: oplage 17.500 print en 4000 digitaal. Bezoekers deingenieur.nl: 84.0000 unieke bezoekers en 150.000 pageviews per maand Ontvangers wekelijkse nieuwsbrief De Ingenieur: 17.500 Bezoekers kivi.nl: 13.000 unieke bezoekers en 96.000 pageviews per maand Ontvangers tweewekelijkse KIVI-nieuwsbrief: 24.500

Nieuwsgierig? Benieuwd hoe andere bedrijven dat hebben gedaan? Neem hier dan vast hier een kijkje: deingenieur.nl/engineering-works


Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

Mens en robot Kent u een veiliger sport dan schaken? Toch liep een zevenjarig jongetje onlangs bij een zomertoernooi in Moskou een gebroken vinger op. Op het moment dat hij een zet wilde doen, greep zijn tegenstander hem bij zijn uitgestoken hand. Het kostte enkele te hulp geschoten volwassenen nog de nodige moeite het schaaktalentje te bevrijden. Het was ook niet zomaar een tegenstander, maar een schaakrobot. Het joch had te snel gespeeld, zei de organisatie, en de robot zou daardoor in de war zijn geraakt. Wie het filmpje van het incident bekijkt, ziet echter dat de zevenjarige weinig te verwijten valt. Als zelfs een onschuldig potje schaak met een robot al zo riskant blijkt te zijn, hoe zit dat dan in bijvoorbeeld de industrie? Daar kent men de geEen cobot varen: industriële robots worden er alleen op veilige afstand van hoeft niet mensen ingezet. Met de opkomst achter van de cobot lijkt dat nu te gaan hekken veranderen. Zo’n collaboratieve robot hoeft niet achter hekken, maar kan plaatsnemen aan hetzelfde werkblad of bureau als zijn menselijke collega’s. Voor het omslagverhaal van dit themanummer over robotica onderzocht onze medewerker Lukas Graff hoe die innige samenwerking tussen mens en robot eruit kan zien. Noteer trouwens alvast in de agenda: 2 oktober, Inspirerende Ingenieurs. Dit (gratis toegankelijke) evenement vindt plaats in het kader van het nationale Weekend van de Wetenschap en op pagina 52 leest u welke fantastische vakgenoten u er allemaal kunt ontmoeten. We hopen dat u die dag even binnenwipt op het KIVI-gebouw in Den Haag; ook uw partner, kinderen, vrienden, collega’s en cobots zijn natuurlijk van harte welkom!

ROBOTICA

Vooraf

Vooraf.ai

Dit maakt robotredacteur Copy.ai ervan. Beter?

Robot en mens Het is veilig om te zeggen dat er geen veiligere sport is dan schaken. Maar als je een gevaarlijker alternatief moet kiezen, zijn het de Russische zomerschaaktoernooien. De wereld is veranderd. De vaardigheden die je de afgelopen jaren hebt geleerd, zijn niet langer bruikbaar. De kinderen van vandaag moeten klaar zijn om totaal nieuwe problemen aan te pakken en ze op totaal nieuwe manieren op te lossen. Als mensen het over robots hebben, denken ze meestal aan industriële machines die metaal smeden of gaten boren. Deze robots zijn groot, zwaar en gevaarlijk. De nieuwe generatie cobots is flinterdun en ongevaarlijk in vergelijking met die reuzen Robots zijn maar zelfs een schattige cobot kan net groot, zwaar zo gevaarlijk zijn als de monsterrobots, en gevaarlijk als hij te dicht in de buurt van mensen komt! Daarom nam Lukas Graff dit fenomeen onder de loep voor onze coverstory: hoe dicht kunnen mens en cobot samenwerken? Als je dit jaar een Inspirerende Ingenieur wilt vieren, hebben wij precies het juiste weekend voor je. Zoals je op pagina 52 kunt lezen, hoef je daarvoor niet de ruimte in te reizen of een robot te bouwen. In plaats daarvan kan het hele gezin leren over wat ingenieurs doen en waarom ze zo belangrijk zijn in ons moderne leven. Er zijn optredens en verhalen van zowel professionals als studenten. En uw kinderen, natuurlijk.

Op de cover

Collaboratieve robots, of cobots, kunnen veilig naast een menselijke werknemer aan het werk worden gezet. FOTO : DEPOSITPHOTOS

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

1


Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl

ROBOTICA

Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde

Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort

De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. © Copyright 2022 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen. ISSN 0020-1146 Abonnementen Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): magazine: € 128,50 per jaar digitaal: € 69,- per jaar losse nummers: € 15,- (inclusief verzending) Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9 tot 14 uur)

RUBRIEKEN 35 | Zien & Doen The Energy Show Ode aan de baksteen David Hockney 37 | Inbox Reacties van lezers

Energiezuinig Ethereum 40 | Eureka De oplaadrobot en andere productontwerpen van morgen 51 | Uit de vereniging Klimaatadaptatie en groene daken

60 | Voorwaarts Geen zorgen over gas

Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl Volg ons ook op

Energieopslag in de bergen PFAS opruimen nu technisch mogelijk 54 | M E D I A

Het uitvindersbrein Een cyborg manifest Wetenschappelijke tekeningen How Do They Do It?

Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl.

Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging.

Renault gunt robots tweede ronde

58 | Gas, olie en aardbevingen Voorpublicatie: Sam Gerrits schreef een geschiedenis van fossiele brandstoffen

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf

Contributie 2022 Regulier lidmaatschap: € 145,30 jaar of jonger: € 40,-* Studentlidmaatschap: € 20,-* Seniorlidmaatschap: € 115,De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal

4 | NIEUWS

COLUMNS 11 | Punt Peter van der Graag over de Groningse bodem

62 | Teamgeest De studenten van MachyTech maken robots voorspelbaar

PERSOONLIJK 46 | Doelen & drijfveren Rose Sharifian haalt CO2 uit zeewater 59 | Q&A KIVI’s huishistoricus Willem Ankersmit 64 | Vragenvuur Neerlandica en filosoof Lotte Jensen

19 | Van creator naar curator Aaron Mirck bepleit een nieuwe kijk op AI 23 | Podium Vanessa Evers 27 | Möring Patroonherkenning 34 | Enith Aspiraties 39 | Jims verwondering Rommel uit de ruimte 45 | Rolf zag iets nieuws Wachtrij op Schiphol


NR. 9 JAARGANG 134

12

SEPTEMBER 2022

beeld : depositphotos

Een robot als collega De meeste industriële robots staan in fabriekshallen achter hekken ter bescherming van de medewerkers. De opkomst van de cobot brengt hierin verandering. Hebben we in de nabije toekomst een robot als collega?

20 | Schoon schip

24 | Angst voor AI

48 | Robothanden aan het bed

Bij het schoonmaken van scheepsrompen

Robots en kunstmatige intelligentie kunnen

Om de ouderenzorg betaalbaar te houden,

belandt een hoop viezigheid in het water.

op termijn de mensheid bedreigen.

moeten vaker technologische innovaties

Opruimrobots bieden uitkomst. In de Rotter-

Het Existential Risk Observatory, een

worden ingezet. Maar in de zorg kunnen

damse haven zijn die sinds kort actief.

Nederlandse non-profitorganisatie, trekt

robots medewerkers niet vervangen, zeggen

nu aan de bel.

Annabella Hermans en Aniek Kimenai.

28 | Robot in de hoofdrol Vanaf oktober op de planken: Ravi de Robot, waarin een aandoenlijke robot de show steelt. De Ingenieur liep een dag mee met de maker en bestuurder van Ravi, robotingenieur Edwin Dertien.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

Rli: Vergeet de burger niet bij besluiten over kernenergie Meer kernenergie opnemen in het energiesysteem? Beantwoord dan eerst enkele fundamentele vragen, adviseert de Raad voor de leef­ omgeving en infrastructuur. En betrek de burger bij het proces. Tekst: Jim Heirbaut

Om de klimaatdoelen van Parijs te kunnen behalen, ziet de huidige regering een belangrijke rol weggelegd voor kernener­ gie. Maar het bouwen van kerncentrales is een tijdrovend proces. Daarom moet de overheid snel een besluit nemen over de rol van kernenergie in het toekomstige energiesysteem, schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een begin september verschenen rapport. Die haast moet echter niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid, waarschuwt de raad. ‘Zou het kabinet nu overhaast een besluit nemen, dan loop je een gerede kans dat verderop een procedure opnieuw moet. Dan ontstaat er juist meer vertraging’, zegt Jan Jaap de Graeff, voorzitter van de Rli.

De raad spreekt zich niet uit vóór of tegen kernenergie. De boodschap is dat er eerst een debat moet worden gevoerd over deze energievorm. Daarin moeten belangrijke vragen worden beantwoord over de kosten van kernenergie in vergelijking met andere vormen van energieopwekking, effectiviteit in de energietransitie, risico’s en radioactief afval. Het kabinet moet ‘beleidskeuzen over de rol van kernenergie niet geïsoleerd nemen, maar laten passen in de keuzen voor het energiesysteem als geheel’, aldus het rap­ port. ‘Keuzen voor of tegen de ene vorm van energieopwekking hebben consequen­ ties voor de andere opties.’ De raad signaleert ook dat Nederlanders rond het thema energie zorgen hebben over energiezekerheid, betaalbaarheid, veilig­ heid, duurzaamheid en rechtvaardigheid. ‘Het kabinet zou de zorgen van de mensen moeten adresseren’, zegt Emmy Meijers, lid van de raad. ‘Wanneer de regering burgers er goed bij betrekt, bijvoorbeeld via een burgerforum, dan is een bredere acceptatie te verwachten.’ •

De kerncentrale van Borssele. foto : depositphotos

Nederlandse CO2 opgeslagen onder Noorse Noordzee Kunstmestproducent Yara Sluiskil uit Zeeuws-Vlaanderen gaat op de uitstoot van CO2 besparen door die af te vangen en naar Noorwegen te verschepen. Daar bergt het bedrijf Northern Lights de CO2 op onder de bodem van de Noordzee. Vanaf begin 2025 vangt Yara achthonderdduizend ton pure CO2 af. In gecomprimeerde, vloeibare vorm wordt de CO2 naar de opslagplek getransporteerd voor de kust van West-Noorwegen. Die opslagplek is een aquifer, een poreuze zandsteenformatie bedekt door een ondoorlaatbare gesteentelaag, op een diepte van 2600 meter onder de zeebodem. (MtV)

Demonstraties met drones Vorige maand vlogen drones boven een aantal Nederlandse steden. De demonstraties in Amsterdam, Enschede en Rotterdam vonden plaats onder coördinatie van het NLR en dienden om een nieuw systeem voor de luchtverkeersleiding voor drones te testen. U-Space is ontwikkeld om meerdere drones veilig in een stedelijke omgeving te laten vliegen. Het veelomvattende systeem geeft onder meer drones toestemming om op te stijgen en te landen, en houdt ze tijdens de vlucht in de gaten om conflicten tussen drones te herkennen en vervolgens op te lossen. (JH)

Lees het laatste technieknieuws op www.deingenieur.nl

4

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022


Grote stap op weg naar energiezuinige blockchains Blockchains verbruiken veel elektrici­ teit. Ethereum maakt nu de overstap naar een energiezuiniger systeem. Tekst: Jim Heirbaut

De wereld van crypto en blockchains houdt de adem in, want er staat iets groots te gebeuren. Rond 15 september verandert Ethereum, het op een na grootste cryptonetwerk, de manier waarop nieuwe blokken in de keten worden vrijgemaakt. Als alles goed loopt, dan leidt dat tot een drastische verlaging van het energie­ verbruik. Ethereum is de blockchain waaraan de cryptomunt ether is gekoppeld en waarop de meeste NFT’s (niet­inwisselbare digitale eigendomscertificaten) draaien. Nu maakt Ethereum, net als zijn grote­ re broer Bitcoin, gebruik van het principe proof-of-work om nieuwe blokken in de keten te creëren. Zware computers rekenen dag en nacht aan ingewikkelde sommetjes om kans te maken op de beloning: het vrij­ maken van een nieuw blok én een beloning in cryptomunten. Deze methode vreet energie en levert CO2­uitstoot op. Alleen al het in de lucht houden van het Ethereumnetwerk beeld : depositphotos

stoot net zoveel CO2 uit als heel Denemarken, becijferde de techwebsite CNET. De zware computerberekeningen zijn echter nodig om een barrière op te werpen tegen criminelen. Doordat het Ethereumnetwerk nu draait op honderdduizenden computers verspreid over de wereld, kunnen die daarop nooit de hand leggen. Alleen van die energieverslindende com­ puters moeten we af, weet de Ethereum­ gemeenschap al jaren. Het idee is nu dat het gereken van al die computers wordt vervangen door het stallen van geld: proofof-stake (stake betekent ‘aandeel’ of ‘belang’). Wie dat wil, stalt een vastgesteld bedrag op de blockchain en doet vervolgens mee aan een loterij. Wordt iemands nummertje getrok­ ken, dan krijgt die het recht om een blok op de Ethereumblockchain vrij te maken. In dit nieuwe systeem blijft het voor kwaadwillen­ den nagenoeg onmogelijk om de boel over te nemen, maar er zijn voortaan geen rijen rate­ lende computers meer nodig. De Ethereum Foundation schat zelf dat het elektriciteits­ verbruik met meer dan 99 procent zal dalen. Of deze overstap slaagt, zal moeten blijken. Experts hebben al hun zorgen geuit. ‘Er blijft

enige onzekerheid over het gedrag van gebrui­ kers’, mailt Davide Grossi, adjunct­hoogleraar multi-agent decision making aan de Rijks­ universiteit Groningen. ‘Er zou bijvoorbeeld competitie kunnen ontstaan tussen een deel van de gemeenschap dat overstapt en een deel dat op de oude proof-of-work­manier verdergaat.’

Het energieverbruik daalt met meer dan 99 procent Toch maakt Ethereum de overstap niet uit het niets. Op de achtergrond draait al anderhalf jaar een aparte blockchain paral­ lel aan de hoofdketen, die aan allerhande stresstests is onderworpen. De beheerders van Ethereum hebben er blijkbaar voldoen­ de vertrouwen in dat ook de hoofdketen klaar is voor de grote overstap. Lees verder over blockchain en energieverbruik op onze website: tinyurl.com/eth-pos • SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

Energieopslag in de Alpen

Deze zomer is één van de grootste waterkrachtcentrales van Europa in werking gesteld. De Nant de Drance-centrale heeft een vermogen van 900 megawatt en verplaatst water tussen het Vieux Emosson-reservoir en het Emosson-reservoir in de Zwitserse Alpen. De centrale fungeert als opslag voor zonne- en windenergie.

Bern

Zwitserland Frankrijk Italië

25 miljard liter water 20 miljoen kilowattuur

Vieux Emosson-reservoir

Diepte: 600 meter

Nant de Drance

verval: 425 m

Emosson-reservoir

Balans tussen vraag en productie

De waterkrachtcentrale houdt de productie van elektriciteit in balans met de vraag. Als zon- en windparken meer produceren dan nodig, wordt de overtollige elektriciteit gebruikt om water omhoog te pompen. In perioden met weinig zon en wind laat men dit opgepompte water weer omlaag stromen om zo toch elektriciteit op te wekken. Als er te veel groene stroom is ...

Als er te weinig groene stroom is ... - Hele reservoir leeg 20 uur - Efficiëntie 80 procent

... wordt overtollige energie gebruikt om water omhoog te pompen.

... wordt elektriciteit opgewekt door water omlaag te laten stromen.

- 1 reservoir: jaarlijks elektriciteitsgebruik van 6500 Nederlandse huishoudens

Ymke Pas/De Ingenieur

6

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

bron : nant - de - drance . ch


De antiaanbaklaag van pannen bevat vaak PFAS. Bij verhitting boven de 250 graden Celsius kunnen schadelijke gassen ontstaan; door slijtage raken deeltjes los. foto : deposit photos

Komen we toch nog van PFAS af? PFAS zijn schadelijk voor de gezondheid en nauwelijks afbreekbaar. Voor een deel van deze stoffen vonden chemici afgelopen maand een manier om ze af te breken. Tekst: Marlies ter Voorde

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen), de synthetische materialen die maken dat vlees in een Tefalpan niet aanbakt en waardoor een regenjas zelfs tijdens een stortbui waterdicht blijft, zijn nauwelijks afbreekbaar. Die eigenschap maakt de stoffen geschikt voor allerlei toepassingen, maar is tevens de reden dat ze zich blijven ophopen in het milieu. Zelfs ons regenwater zit vol PFAS, schreven onderzoekers vorige maand nog in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Science & Technology. Deze groep van meer dan negenduizend verschillende verbindingen wordt dan ook wel forever chemicals genoemd. En dat is zorgelijk, want PFAS zijn al in kleine hoeveelheden schadelijk voor de gezondheid. Ze vergroten bijvoorbeeld de kans op kanker en onvruchtbaarheid. Een groep chemici uit China en de Verenigde Staten heeft nu een manier gevonden om sommige soorten PFAS toch af te breken, zonder dat daarbij zeldzame (en dus dure) chemicaliën of extreem hoge

temperaturen nodig zijn. Tot nu toe lukte het namelijk alleen bij temperaturen van vierhonderd graden Celsius of meer, bij de nieuwe methode is 120 graden Celsius al voldoende. De onderzoekers hebben de achilleshiel van de molecuulstructuur gevonden, schreven ze in Science. Wat PFAS zo sterk maakt, zijn de verbindingen tussen de fluor- en koolstofatomen. Een PFAS-molecuul bestaat uit een sliert van deze atomen, met aan één van de uiteinden een andere groep. Dat kan een carbonzuurgroep zijn, die geladen zuurstofatomen bevat, of een sulfonaatgroep. De nieuwe afbraakmethode werkt voor die eerste groep. Door de PFAS op te warmen in dimethylsulfoxide (DMSO) en natriumhydroxide (natronloog) wordt de carbonzuurgroep aangevallen en het molecuul als het ware ‘onthoofd’. Dat is het begin van een kettingreactie waarbij de fluor zich uit het molecuul kan losmaken. Gaan we dan eindelijk van deze groep PFAS afkomen? Dat niet, zegt Annemarie van Wezel, hoogleraar milieu-ecologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Het is goed nieuws, dat zeker. Maar PFAS zitten overal, tot in het grondwater aan toe, en we kunnen moeilijk alles op 120 graden Celsius gaan verwarmen.’ Om PFAS af te kunnen breken zullen we het eerst op één plek moeten concentreren, zegt Van Wezel.

‘Op sommige locaties kan dat en heeft het zin, maar het kost veel energie.’ Jacob de Boer, hoogleraar milieuchemie en toxicologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, is het met haar eens. ‘Als de nieuwe methode op industriële schaal is toe te passen, kan het bijvoorbeeld ingezet worden voor bodemreiniging rond teflonfabriek Chemours in Dordrecht.’ Hierin zit de PFAS-variant PFOA die later is vervangen door GenX – allebei stoffen waarvoor de nieuwe methode goed werkt. De Boer: ‘Ook kunnen fabrieken hun afvalstoffen

We komen pas echt van PFAS af als we stoppen met produceren hiermee straks netjes op hun eigen terrein verwerken.’ De meeste PFAS komen echter via het gebruik van producten als brandblusschuim en regenbestendige make-up in het milieu terecht, benadrukken beide wetenschappers, en daar helpt deze methode niet tegen. De Boer: ‘Om écht van PFAS af te komen, moeten we ophouden ze te produceren.’ • SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Robots Renault krijgen een tweede leven Tekst: Jim Heirbaut

Hier vindt een soort aderlating plaats bij een robot. Niet omdat hij ziek is, maar omdat hij een grote beurt krijgt tussen twee klussen in. De technicus laat de olie uit de assen van de robot lopen, als onderdeel van een controle en verjongingskuur. De robot staat in de Refactory van autobouwer Renault in Flinssur-Seine, een plaats ten westen van Parijs. Deze fabriek richt zich sinds eind 2020 helemaal op de circulaire economie. Gebruikte auto’s worden er weer als nieuw gemaakt (refurbished is de vakterm), en sinds kort knapt een klein team er ook gebruikte robots op uit productielijnen van Renault. Dus toen de autobouwer vorig jaar stopte met de productie van de Renault Kangoo, kwam een legertje werkloze las- en behandelingsrobots vanuit de stad Maubeuge naar de Refactory. In plaats van te worden ontmanteld werden ze er door technici onder handen genomen. Die lieten de oude olie eruit lopen, maakten onderdelen schoon en vervingen ze waar nodig. Vervolgens kregen de robots nieuwe gereedschappen, een update van de besturingssoftware en werden ze onderworpen aan precisieen duurzaamheidstesten. Daarna ging elke robot stevig verpakt op weg naar zijn nieuwe werkplek. In plaats van Kangoos lassen, verven en verlijmen ze voortaan elektrische Méganes. Met het verlengen van de levensduur van industriële robots wil Renault bijdragen aan een meer duurzame productie, maar het levert ook gewoon een besparing op. Vanaf volgend jaar wil de Refactory 170 robots per jaar retrofitten om de overstap te maken van een productielijn voor fossiele auto’s naar elektrisch aangedreven Renaults. Dat bespaart per jaar zo’n drie miljoen euro. Ten slotte zorgt het opknappen van de robots ervoor dat Renault minder vaak nieuwe hoeft te bestellen. ‘We hebben onze toeleveringsketens verkort. De levertijden voor nieuwe robots worden steeds langer, van twintig weken voorheen naar veertig weken nu’, zegt de afdelingsmanager van de Refactory in een persbericht. 8

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

foto : renault


SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

9


NIEUWS

Satelliet ontdekt methaanuitstoot

GIESEN

Het meetinstrument Tropomi van het Nederlandse ruimte-onderzoeksinstituut SRON heeft vanuit de ruimte vier vuilnisbelten ontdekt die extreem veel methaan uitstoten. Deze vuilstortplaatsen in Argentinië, India en Pakistan, brengen samen 47 ton methaan per uur in de lucht, schrijven de onderzoekers in Science Advances. Een kilogram methaan warmt de aarde dertig keer sterker op dan een kilogram CO2. Op jaarbasis heeft dat hetzelfde effect op de klimaatopwarming als de broeikasgasuitstoot van 2,5 miljoen auto’s. Tropomi vangt in de ruimte het gereflecteerde licht van de aarde op. Uit de golflengten daarvan bepaalt het de samenstelling van de atmosfeer, zoals de concentraties ozon, aerosolen en methaan. Tropomi doet wereldwijde analyses met een resolutie van zeven bij zeven kilometer. De vondst van de ‘methaanlekken’ is in feite goed nieuws, schrijft SRON. Deze uitstoot is relatief simpel terug te dringen, bijvoorbeeld door GFT-afval te scheiden van het andere afval en te composteren of door methaan af te fakkelen. ‘Het verbranden van een ton methaan levert 2,75 ton CO2 op’, mailt onderzoeker Bram Maasakkers van SRON. Het opwarmende effect neemt door het affakkelen met ruim een factor tien af. (MtV) •

GEKNIPT

‘Op de Rietveld Academie heb ik geleerd hoe je onderzoeker wordt. De belangrijkste vraag die daar werd gesteld: wat heb je vandaag ontdekt?’

‘Ik wil écht niet tot de generatie behoren die de natuur definitief heeft verkwanseld.’ Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) is niet de persoon om achterover te leunen (Cobouw).

Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onderbrak tijdelijk zijn studie natuurkunde omdat hij verveeld raakte op het uitgestippelde pad (HP/De Tijd).

‘Waarom is er niet ingegrepen, dat vraag ik me vaak af. We zijn als bestuur tekortgeschoten. Wij waren ook in het pand toen dit gebeurde. We waren er wel, maar hebben het niet gezien.’ Voorzitter Lucas Honée van het Delfts Studenten Corps (DSC) vindt de officiële waarschuwing voor ontgroeningsincidenten terecht (Omroep West).

10

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

‘Heel veel dingen moeten mislukken voordat iets werkt. Het delen van zulke mislukkingen, al is het maar tijdens een koffiepauze, is essentieel: Ineke Sluiter, mijn voorganger als voorzitter van de KNAW, noemde dat failing forward.’ Biofysicus Marileen Dogterom dankte een Nature-publicatie aan een opmerking bij de koffie (de Volkskrant).

‘Laat Nederland niet bang zijn voor techniek, te beginnen bij de alfa’s en gamma’s in de politiek!’ Voor ingenieurs heeft bijna alles een oplossing en alleen al daarom moeten we ze koesteren, stelt hoogleraar en schrijver Louise Fresco in een welgemeende liefdesverklaring aan een gehele beroepsgroep (NRC).

‘We gaan dit project goed uitvoeren. We móeten dit project goed uitvoeren. We willen snel, maar het moet ook veilig. En precies. En betrouwbaar.’ De druk is hoog bij de renovatie van de Haringvlietbrug, weet Jaap van Beek van bouwbedrijf Mobilis (Land+Water).

illustratie : matthias giesen


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand Peter van der Gaag.

Stop met het benadelen van de Groningers Sinds begin jaren negentig wordt de provincie trof een Belgisch laboratorium in de Groningse Groningen geteisterd door aardbevingen ten ge- klei hoge percentages van het mineraal smectiet volge van gaswinning. Dat leidt tot schade aan aan, dat een aanwijzing voor zwelklei is. Daarnaast heeft Groningen last van het grote gebouwen. Bij de afhandeling daarvan moet eerst worden vastgesteld of de schade inder- contrast tussen de lichte slappe holocene (jonge) daad door de aardbevingen is veroorzaakt. bodemlagen en de zware, door het ijs ingedrukte Daarbij wordt nu de invloed van de Groningse pleistocene (oude) zanden en potklei. Dit verondergrond nauwelijks meegenomen, terwijl oorzaakt het in rechtszaken tegen het Instituut de bodem grotendeels bepalend is voor die be- Mijnbouwschade Groningen (IMG) vaak genoemde impedantiecontrast: de slappe bodems vingsschade. En dat benadeelt de Groningers. De invloed van de ondergrond op de gevolgen versterken de aardbevingsgolven die naar het van een aardbeving op een gegeven locatie heet aardoppervlak op weg zijn, waardoor Groninhet site effect. Dit site effect wordt in Gronin- gen zich als het ware in de branding van deze gen bepaald door geologische omstandigheden golven bevindt. Tot slot heeft Groningen ook nog in toenemendie in andere aardbevingsgebieden vrijwel de mate te maken met niet voorkomen. De Groningse zoute kwel, omhoogondergrond bestaat namelijk uit Groningen bevindt komend diep grondaardbevingsgevoelige bodemwater. Dat vermindert lagen met trilveen, loopzand en zich als het ware de weerstand van de zwelklei. Die namen zeggen in ondergrond tegen horifeite al genoeg. in de branding zontale trillingen. Trilveen is een uiterst slappe van de Ondanks dit alles kijkt bodem die op water of modder het IMG bij het evaluedrijft en makkelijk in trilling aardbevingsgolven ren van aardbevingswordt gebracht. Loopzand is met schade nauwelijks naar water verzadigd wadzand dat onder de geringste beweging gaat ‘lopen’. Als het site effect. Het gebruikt een regionaal model dat gaat trillen, zoekt het de weg van de minste dat op grond van een adres zegt of schade al dan weerstand en stroomt het de sloten in. Gebou- niet door een aardbeving kan zijn veroorzaakt, wen die daarop staan, kunnen dan scheef zak- waar bovengenoemde eigenschappen van de ken. Zwelklei is klei die opzwelt door water op Groningse ondergrond niet in zitten. Ik sprak mensen die schade zagen ontstaan bij de gaste nemen en vast te leggen. Zelf heb ik met een internationale groep geo- beving van Huizinge in 2012, maar geen gehoor logen vanaf het jaar 2000 onderzoek gedaan krijgen omdat dit model zegt dat dit niet kan. naar de zwelklei in Groningen. We zagen dat Dat is een wel heel aparte toepassing van de boerderijen die in deze klei waren gefundeerd omgekeerde bewijslast. Dat is geen wetenschap extra schade hadden bij aardbevingen: de druk maar schetenpap. Weg ermee! Want het negeren van de zwellende klei kan een boerderij onder van de eigenschappen van de ondergrond duspanning zetten, waardoor een aardbeving meer peert Groningers en toont onvoldoende respect effect heeft. Ons rapport daarover ging via de voor de bewoners van de provincie Groningen. provincie Groningen naar de kennisinstituten. Maar die meldden, zonder extra onderzoek te Peter van der Gaag is onafhankelijk geoloog doen, geen zwelklei te hebben gevonden. De en doet al jarenlang onderzoek naar de onderprovincie liet het daarbij zitten, maar in 2020 grond van Groningen.

FOTO : NANCY ZWAAL

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

11


foto : depositphotos

12

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022


ROBOTICA

Samenwerken met robots kan een mens verrijken

Een robot als collega


A R B E I D S O M S TA N D I G H E D E N T E K S T: L U K A S G R A F F

De meeste industriële robots staan in fabriekshallen achter hekken ter bescherming van de fabrieksmedewerkers. De opkomst van de collaboratieve robot – de cobot – moet hierin verandering brengen. Gaan we massaal met robots samen­ werken of moeten we vrezen voor onze baan? Zo’n twintig jaar geleden werd een groepje Deens ingenieurs door de overheid aan het werk gezet om de inzet van robotica in de voedselindustrie te bevorderen. Uiteindelijk maakte het team voor een klein bedrijf een grote, loodzware robot die alleen maar kon worden gebruikt om taarten van precies hetzelfde formaat te versieren met aardbeien. Voor drie van de ingenieurs was dit gelijk de eerste stap naar de oprichting van Universal Robots, inmiddels de grootste speler ter wereld op het gebied van collaboratieve robots, of cobots. Wereldwijd heeft het bedrijf er nu al meer dan vijftigduizend verkocht. De cobots die Universal Robots produceert, lijken inmiddels nauwelijks meer op de lompe taartversierder waarmee het ooit begon. Het zijn lichte, flexibele robotarmen waarvan de hand een gereedschap naar keuze is. Met de juiste software en voorzien van passend gereedschap zijn deze cobots inzetbaar voor een veelheid aan taken, zoals het sorteren, verplaatsen of verpakken van producten in een fabriekshal of distributiecentrum. Deze robotarmen zijn momenteel de meest voorkomende

Traditionele industriële robots staan vaak achter een hek. foto : depositphotos 14

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

vorm van cobots, samen met automatisch geleide voertuigen (AGV’s), karretjes die zelfstandig over de werkvloer van fabrieken en pakhuizen rijden en zijn gemaakt om botsingen te voorkomen. Veilig naast elkaar Bij het Achterhoekse bedrijf Van Raam, producent van aangepaste fietsen, heeft men ervaring met het werken met een cobot. Van Raam, gevestigd in een groot pand in Varsseveld, maakt lage instapfietsen, driewielers en andere alternatieven voor wie met de klassieke tweewieler niet overweg kan. Door het magazijn rijdt een werknemer op een driewieler rond. Een aangrenzende fabriekshal is opgedeeld in tal van hokjes waarin mensen of traditionele robots fietsframes lassen. In een fabriekshal verderop bevindt zich de cobot die veilig naast mensen kan werken: een robotarm die aan rails hangt. Het ding bestaat uit een aantal buizen die onderling met scharnieren zijn verbonden en aan het uiteinde zit een grijphand. Deze cobot kan producten,


De cobot bij fietsproducent Van Raam in Varsseveld. foto : van raam

zoals de as van een fietswiel, verplaatsen. De De veiligheid mag staan’, vertelt Sandee. In tegenstelling tot die cobots de traditionele fabrieksrobots, beschikt een arm wacht geduldig voor de deur van de macobotarm namelijk over krachtsensoren. Op chine die ze produceert tot deze klaar is en bieden is het moment dat de cobot meet dat de kracht opengaat. Dan pakt hij voorzichtig de wielas eruit en net als de grijper uit een kermisappa- een van hun die hij moet leveren groter is dan de verwachraat beweegt de robotarm vervolgens langs de te kracht, zoals ingevoerd door zijn operator, sterkste rails naar een bak waarin hij de as laat vallen. zal hij stil staan. De cobot zal dus niet zopunten Daarna beweegt hij weer naar de machine en maar een werknemer aan haar of zijn overall begint het proces opnieuw. meesleuren en verwonden. Ook beweegt een Toch stelt de samenwerking met deze in cobotarm rustig, zodat hij geen harde klap naam collaboratieve robot nog niet al te veel kan uitdelen en zijn sommige cobots, zoals voor. ‘Ik zet hem aan en dan doet hij al het werk’, vertelt de AGV-karretjes, voorzien van nabijheidssensoren om een werknemer over het werken met de grijparm. Zelf kan te voorkomen dat ze botsen met mensen of objecten. deze werknemer vervolgens met haar rug naar de cobot Hoewel dit allemaal vrij basaal klinkt, is de veiligheid haar eigen werk uitvoeren dat lijkt op de taak van de cobot. die cobots bieden een van hun sterkste punten. Omdat Ook Heico Sandee, oprichter en chief technology officer ze zonder hekken zij aan zij met mensen kunnen wervan het Nederlandse cobotbedrijf Smart Robotics, geeft ken, nemen cobots veel minder ruimte in beslag dan toe dat samenwerken met cobots in praktijk vaak neer- traditionele robots. Ook zijn cobots al beter inzetbaar komt op veilig naast elkaar werken. Een hoger niveau voor iets ingewikkeldere taken, omdat hun operator ze van samenwerking lijkt hem bovendien niet altijd wen- veilig verder kan helpen als ze vastlopen bij zo’n taak. In selijk: ‘Vaak wil je een fabricageproces optimaliseren tegenstelling tot fabrieksprocessen waar een robot ontdoor iedereen te laten doen waar die goed in is, met een zettend vaak precies hetzelfde autoframe moet lassen, is zo hoog mogelijke snelheid. Dat gebeurt meestal niet in het werk van cobots in magazijnen van grote webwinsamenspel.’ kels bijvoorbeeld veel afwisselender. Ze moeten daar allerlei verschillende soorten pakketjes verplaatsen en Zonder hekwerk stapelen. ‘Dat is best uitdagend voor een robot en gaat Smart Robotics koopt cobotarmen in van internationale dus niet altijd goed’, legt Sandee uit. ‘Een cobot werkt spelers als Universal Robots om ze vervolgens van eigen bijvoorbeeld een uur zelfstandig en detecteert dan dat software te voorzien en op maat te maken voor specifieke hij vastloopt bij een bepaald product. Dan komt hij tot (logistieke) toepassingen voor zijn klanten. ‘Een cobot stilstand en laat een rode lamp branden.’ Voor de menseis een robot die zonder een hekwerk op de fabrieksvloer lijke cobotbegeleider is dit het signaal om naar het

t

’’

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

15


A R B E I D S O M S TA N D I G H E D E N

Een cobot van Smart Robotics wordt bijgesteld. FOTO : SMART ROBOTICS

apparaat toe te komen en een handje te helpen, door de robot bijvoorbeeld een pakketje aan te geven. ‘Dat zou je op zich toch collaboratief kunnen noemen’, zegt Sandee. De mogelijkheid om de cobot uit te rusten met verschillende grijpers en softwareprogramma’s maakt hem breed toepasbaar. Bij de cobot van Van Raam zijn de grootte van de materialen en de plek waar de cobot ze op moet halen makkelijk in te stellen. Ook kan de arm materialen of zijn eigen grijphanden schoonmaken.

Koudwatervrees Van Raam is een snel groeiend bedrijf met een productieruimte van achttienduizend vierkante meter en bijna 250 medewerkers. Het ligt voor de hand dat een zo groot bedrijf dat bovendien al vol staat met meer traditionele robots, ook een cobot inzet. Maar hun prijs, flexibiliteit, kleine voetafdruk en veiligheid maken cobots juist ook uitermate geschikt voor minder grote spelers. Toch weet het midden- en kleinbedrijf (mkb) de weg naar de cobot

Robotgebruik in het Nederlandse bedrijfsleven De Nederlandse robotdichtheid ligt met 194 robots per tienduizend werknemers ruim boven het Europese gemiddelde van 114, maar dat maakt ons land nog geen

internationale koploper op het gebied van robotica. Uit cijfers van het CBS blijkt bovendien dat grotere bedrijven vaker robots gebruiken dan kleinere bedrijven.

De robotdichtheid (het aantal robots per 10.000 menselijke werknemers) in Nederland tegenover enkele andere landen. BRON : IFR 2020

16

ven ië

nd

Slo

rla

na

da

itse Zw

kije wa

Ca

ijk nkr

Slo

ina

Fra

Ch

Sp an je Oo ste nrij k

nd rla

ë

lgië

de Ne

Be

Ita li

VS

Tai wa n

rke n Ho ng ko ng

ma

ne

ed en

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

De

nd

Zw

an

itsl a Du

Jap

Ko id-

Zu

Sin

ga

po

re

rea

918 855 364 346 277 243 242 234 228 219 211 194 191 189 187 177 169 165 161 157


Robothuis Samenwerken met een cobot betekent in de praktijk dus vooral naast elkaar werken en hem hoogstens een af en toe een handje helpen. Robotica­onderzoekers van de TU Delft voorzien niettemin een toekomst waarin de samenwerking tussen mens en machine verder gaat dan dat. Hieraan werken ze samen met startups en studentengroepen vanuit RoboHouse in Delft. Daar

worden niet alleen robots gemaakt, maar ook in de prak­ tijk getest. Het hoogtepunt is het AIRlab dat is ingericht als supermarkt, waar een robotarm de schappen vult. De ambitie van de ontwikkelaars is niet enkel om een effici­ ente vakkenvuller te ontwikkelen. Geen klant wordt blij van een vakkenvuller die stug blijft doorwerken als hij of zij in de buurt komt. Daarom moet hun robot ook attent zijn, klanten beleefd de ruimte geven en als het even kan de zilvervliesrijst op het bovenste plankje aangeven aan diegenen die er niet bij kunnen, hoewel dit attente gedrag nu nog in de kinderschoenen staat. Samen zagen In RoboHouse wordt ook onderzocht hoe daadwerke­ lijke samenwerking tussen robots en mensen eruit kan zien. Zo ontwierp een onderzoeksteam onder leiding van Jens Kober, universitair hoofddocent binnen de afdeling cognitieve robotica aan de TU Delft, een manier waar­ op mensen robots letterlijk bij de hand kunnen nemen. Het doel daarvan is bijvoorbeeld om de robotarm in het supermarktlab te leren vakkenvullen. Een medewerker doet eerst een paar keer deze handeling ‘voor’ door de arm vast te pakken en op de juiste manier van een krat naar het schap te bewegen. Zo leert de robot zelf deze taak uit te voeren. Deze vorm van samenwerking is nog niet zo innig als de vorm die Luka Peternel, universitair docent op dezelfde afdeling, onderzoekt. Hij programmeerde een robotarm die de bewegingen van zijn menselijke maatje zo goed aanvoelt dat de twee in staat zijn om samen een zaag of polijstmachine te hanteren.

t

nog onvoldoende te vinden, meent Thijs Dorssers. Als manager van branchevereniging Holland Robotics pro­ beert hij met het project MKB Robotiseert de kloof tus­ sen het mkb en de robotica te dichten. Sandee snapt wel waarom het mkb de cobots nog niet omarmt. ‘Een werkende cobot kost minstens vijftig­ duizend euro en die investering moet een bedrijf wel kunnen terugverdienen’, vertelt hij. Dat terugverdienen gaat sneller bij een groot bedrijf dat de cobot zeven da­ gen per week dag en nacht kan laten doorwerken dan bij een kleine onderneming. Ook op kennisgebied vragen cobots een investering. Sandee: ‘Cobots worden wel eens aangeprezen als doodeenvoudig, maar de ervaring leert dat er behoorlijk veel kennis, ervaring en kunde nodig zijn om ze te programmeren en zinvol in te zetten.’ Binnen het project MKB Robotiseert wordt daarom een gratis cursus voor bedrijven ontwikkeld en een scan voor de mogelijkheden van robotica voor een specifiek bedrijf, vertelt Dorssers. Of en hoe cobots het beste inzetbaar zijn verschilt namelijk sterk per bedrijf, beaamt ook Sandee. ‘Ik zou iedere mkb’er een expert toe­ wensen die hem bij de hand neemt en specifiek naar zijn bedrijfsproces kijkt.’

Hoogleraar David Abbink werkt aan de robotvakkenvuller in RoboHouse (links), die de klus daarna zelf af kan. foto ’ s : guus schoonewille

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

17


A R B E I D S O M S TA N D I G H E D E N

Attente robots zijn in de maak en onderzoekers zagen al planken met ze. Komt de mensachtige robotcollega eraan? David Abbink, hoogleraar human-robot interaction aan de TU Delft en verbonden aan RoboHouse, wijst dat idee van de hand. ‘We moeten af van de metafoor dat robots supermensen zijn. Dat geeft een verkeerd beeld’, zegt hij. Het menselijk lichaam en de menselijke intelligentie zijn immers totaal anders dan wat de robotica en kunstmatige intelligentie voortbrengen. Daarom zijn robots goed in andere dingen dan mensen. Toch ziet Abbink de robot van de toekomst ook niet als machine die zonder interactie enkel zijn eigen werk doet. Bij RoboHouse beschouwt men de gewenste toekomstige relatie tussen mens en robot als een symbiose, waarin twee compleet verschillende (dier)soorten beter af zijn door samen te werken. De robot is dan geen collega, geen volledig op zichzelf staande machine, maar eerder onze herdershond. Vuil en vies werk Volgens Abbink zijn er verschillende manieren waarop robotica de werkvloer kan veranderen ‘Er wordt vaak gezegd dat robots de banen over zullen nemen die dull, dirty en dangerous zijn. Dat klinkt fantastisch, maar ze nemen ook leuk werk weg of maken het saai’, stelt hij. Wie op dit moment robots wil inzetten voor een specifieke taak, moet ervoor zorgen dat deze taak relatief simpel en repetitief is, want anders kan de robot (en zelfs de iets flexibelere cobot) er niets mee. Is een taak complex of veelzijdig, dan zal die dus eerst moeten worden versimpeld voordat die geschikt is voor automatisering. Wanneer een proces in zijn geheel wordt geautomatiseerd, is dit wellicht geen probleem, maar volgens Abbink blijft er vaak een restje over dat menselijke werknemers moeten uitvoeren. Het veelzijdigere en waarschijnlijk interessantere werk dat de werknemer eerst moest uitvoeren, is dan gereduceerd tot een eenzijdige, repetitieve en saaie taak, zoals het begeleiden en af en toe helpen van

een cobot. Of denk aan de werknemer die bij Van Raam tegenover een cobot werkt en min of meer hetzelfde werk doet als de cobot maar dan bij een andere machine. Zij voert een taak uit die is geoptimaliseerd voor de cobot, en dat zou haar werk saaier kunnen maken. Daarom pleit Abbink voor bottom-up robotisering, waarbij de mensen die uiteindelijk met de robot moeten werken vanaf het begin af aan centraal staan in het ontwerpproces. Ook moet het op de toekomstige onderzoekslocatie van FRAIM (in veel opzichten de opvolger van RoboHouse) in Delft mogelijk zijn voor personeel om een dagje of langer met een nieuw robotprototype te werken om te ontdekken of deze het werk inderdaad aangenamer maakt. Op deze manier hopen Abbink en zijn collega’s te zorgen dat robots ons werk niet afpakken of saaier maken, maar juist verrijken. •

Vijf eisen voor een robot die echt kan samenwerken Wanneer is er sprake van echte samenwerking tussen mens en robot? Hoogleraar human-robot interaction David Abbink stelde een lijst met vijf eisen op.

18

Veilig

Transparant

Responsief

Flexibel

Verrijkend

Het is essentieel dat samenwerkende robots veilig zijn, zowel fysiek als op het gebied van cybersecurity.

Om goed met cobots te kunnen samenwerken, moeten mensen zonder kennis van robotica kunnen begrijpen wat een cobot op elk moment kan doen. Ook moet het duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele fouten tijdens het werk.

De cobot moet de mensen waarmee hij samenwerkt op zo’n niveau begrijpen dat hij kan inspelen op hun gedrag. De cobot moet de mens zowel letterlijk als figuurlijk zien staan en de gebruiker moet invloed hebben op wat de robot doet.

De cobot moet het werk in veel situaties kunnen uitvoeren, maar ook door veel verschillende werknemers kunnen worden gebruikt. Hierdoor wordt iedere sector toegankelijk voor een grote diversiteit aan werknemers.

De medewerker moet uiteindelijk groeien van de samenwerking met de cobot. De cobot moet niet enkel mensenwerk overnemen, maar ervoor zorgen dat het resterende werk leerzaam, leuk en uitdagend wordt.

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Luka Peternel zaagt met een robotarm een plank. FOTO : LUKA PETERNEL


COLUMN T E K S T: A A R O N M I R C K

ROBOTICA Tijd voor een nieuw verhaal over AI

Van creator naar curator Robots nemen onze banen niet in, ze veranderen hooguit ons werk. Het is bovendien hoog tijd kritischer te zijn op de werking van algoritmen, stelt columnist Aaron Mirck.

Krantenberichten en knallende presentaties van trend­ watchers liegen er niet om: de wereld verandert in rap tempo. Sneller dan ooit zelfs. Kunstmatige intelligentie (AI) komt eraan en zal de wereld overnemen. Denk maar aan films als The Matrix en Terminator. Een chatbot van Google zou volgens de ontwikkelaar een vorm van be­ wustzijn hebben (gehad), net zoals de mens. Het duurt niet lang meer voor robots en algoritmen ons werk over­ nemen en de mens overbodig is. Dit verhaal – de robots komen eraan – is inmiddels zo vaak herhaald, dat veel mensen het als heel aannemelijk beschouwen. Er zit ook een kern van waarheid in. Wie naar de supermarkt gaat, ziet dat zelfscankassa’s de plek van kassières hebben overgenomen. Wie de klanten­ service van een bedrijf probeert te bereiken, communi­ ceert vaak eerst met een chatbot die de simpelste vragen beantwoordt. Sommige liedjes of krantenberichten wor­ den gemaakt door AI. Er is zelfs een songfestival voor door AI­gegenereerde muziek. Ander werk Toch bestaan die zelfscankassa’s niet zonder mense­ lijk personeel dat de boodschappen van klanten steek­ proefsgewijs controleert. Doordat zelfscankassa’s een deel van het werk overnemen, verandert de baan van kassière naar die van boodschappen­controleur. Door­ dat chatbots simpele vragen beantwoorden, verandert de baan van klantenservicemedewerker naar medewer­ ker­voor­de­moeilijkste­vragen. Zelf heb ik geëxperimenteerd met een vorm van AI (GPT­3) die mijn gedichten veranderde in nieuwe poëzie. Dat leerde me dat de baan van schrijver veran­ dert van componist naar curator. Een algoritme bedenkt nieuwe content en de kunstenaar bepaalt welke creaties de moeite waard zijn om te delen. Ik werd niet over­ bodig, maar ik kreeg ander werk.

werk bestaat uit repetitieve handelingen. Waarom ge­ beurt dit niet? Omdat de investering zich pas heel laat terug verdient; het is op korte en middellange termijn goedkoper om een paar mensen in een niet­wettelijk dienstverband met een tuinslang aan het werk te zetten. Als arbeid maar goedkoop genoeg is, wordt er niet geautomatiseerd. Toch wordt er steeds vaker met robots en al­ goritmen gewerkt. Daarbij schuurt het op een Blindelings andere manier: men blijkt niet kritisch genoeg vertrouwen op de werking van algoritmen. Een inmiddels overbekend voorbeeld: de op AI kan Belastingdienst gebruikte een algoritme om rampzalige te bepalen wie er extra op fraude zou moeten worden gecontroleerd. Dit algoritme bleek gevolgen racistisch; haast alle slachtoffers van de toe­ hebben slagenaffaire zijn allochtone Nederlanders. Was het algoritme van de Belastingdienst kri­ tischer gevolgd, dan was de toeslagenaffaire voorkomen. De Matrix­achtige les is niet dat robots de mens over­ bodig maken. De les is dat blindelings vertrouwen op AI rampzalige gevolgen kan hebben. Het is tijd dat er meer aandacht is voor dat verhaal over AI en robotisering.

’’

Aaron Mirck is tech-dichter. In 2021 verscheen zijn dichtbundel Dit Algoritme Deugt Niet. •

Goedkoop Soms blijkt de verwachte robotisering helemaal niet plaats te vinden, bijvoorbeeld wanneer de arbeids­ kosten erg laag zijn. In het Verenigd Koninkrijk zijn twintigduizend mensen werkzaam als autowasser, van wie maar duizend in een wettelijk dienstverband. Vroeger werden Britse auto’s gewassen door machines, maar van de negenduizend autowasstraten zijn er nog maar 4200 over. Dat is minder dan de helft. Het werk van autowassers valt prima te automatiseren, want het foto : depositphotos

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

19


SCHEEPVAART T E K S T: A M A N D A V E R D O N K

FOTO’S: FLEET CLEANER

Robots maken reiniging scheepsromp milieuvriendelijker ROBOTICA

Schone schepen Bij het schoonmaken van scheepsrompen belandt er een hoop milieuvervuilende troep in het water. Robots die de viezigheid gelijk opvangen, kunnen uitkomst bieden. De Ingenieur voer mee door de Rotterdamse haven en zag zo’n schoonmaakrobot van dichtbij aan het werk.

De Thunderbird 2 in actie bij een groot containerschip.

20

Op een razendsnel werkbootje scheuren we vanaf de Pistoolhaven in Rotterdam naar de terminal van EECV, het Ertsoverslagbedrijf Europoort. We zijn op weg naar de Thunderbird 2, die daar een bulkschip zou schoon­ maken. Maar dan zien we haar ineens langs varen, op weg naar een andere klant. Met een snelle zwiep maakt onze boot een U­bocht en gaat dan naast de Thunderbird 2 liggen, zodat we aan boord kunnen stappen. Wat blijkt: de Spar Lyra, een ander bulkschip, is inmiddels gearri­ veerd in de EMO­terminal op de Maasvlakte en ook die is toe aan een schoonmaakbeurt. ‘Wij staan onderaan de voedselketen’, schreeuwt Lode­ wijk Middelburg boven het lawaai van golven en scheeps­ motoren uit. ‘Schepen komen altijd aan op een andere dag dan we verwachten. Wij moeten ons daaraan aanpas­ sen.’ Middelburg is commercieel manager bij Fleet Cle­ aner, een Delftse startup die schoonmaakrobots voor de

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

zeescheepvaart maakt. Er zijn inmiddels drie Thunder­ birds actief; dit zijn omgebouwde binnenvaartschepen met een schoonmaakrobot aan boord. In de kajuit bij een kop thee vertelt Middelburg over het ontstaan van Fleet Cleaner, inmiddels zo’n negen jaar geleden. ‘Het concept is bedacht door Alex Noordstrand en Cornelis de Vet, die, net als ik, maritieme techniek studeerden in Delft. Niet veel later kwam ik erbij. Het verbaasde ons dat de scheep­ vaartindustrie zo weinig oog had voor verduurzaming.’ Aangroei Het reinigen van schepen is namelijk een smerige aan­ gelegenheid. De scheepvaart heeft veel last van de aan­ groei van organisch materiaal aan scheepsrompen, zoals algen en schelpen. Fouling wordt dat genoemd, en het gevolg is extra weerstand en dus een hoger brandstof­ verbruik. Om die aangroei te minimaliseren krijgen


De magnetische schoonmaakrobot scheert langs de scheepwand en verwijdert de aangroei.

Scheerapparaat Noordstrand en De Vet wilden een duurzamere oplossing bieden, zonder dat het de scheepseigenaren extra tijd kost, zonder downtime dus. Maar door de dubbele kromming van scheepsrompen was het ontwerpen van een geschikt apparaat nog een hele uitdaging. Ze maakten prototypen van magnetische karretjes en lieten zich inspireren door de Philishave, het scheerapparaat van Philips dat drie onafhankelijk roterende scheerkoppen heeft. Voor de juiste positionering werden de karretjes uitgerust met sensoren en dieptemeters. Na tests op een ponton van rederij Wagenborg en op het marineschip Karel Doorman, werd de robot verder doorontwikkeld. Inmiddels is die aan zijn derde versie toe.

Vijf jaar geleden werd Fleet Cleaner operationeel in de haven van Rotterdam. Voorlopig varen de Thunderbirds alleen in de havens tussen Antwerpen en Groningen. Met een schoonmaakbeurt kunnen klanten tussen de 5 en 20 procent brandstof besparen. Het gaat goed, vertelt Middelburg. ‘We zitten altijd vol. Onze klanten zijn grote containerrederijen, bulkvervoerders en oliemaatschappijen.’ Fleet Cleaner richt zich vooral op het megasegment: denk aan containerschepen en very large crude carriers (VLCC’s). Ook megakraanschepen, zoals de Thialf en de Pioneering Spirit, werden al een keer door het bedrijf onder handen genomen. Gemiddeld doet een robot tussen de 12 en 24 uur over één schip. Sinds het bedrijf een speciale explosieveilige certificering heeft, mag het ook olietankers aan de terminal schoonmaken. Ruig werk Inmiddels is de Thunderbird aangekomen bij de Spar Lyra. We lopen naar het dek, waar een 150 meter lange oranje slang van de spoel wordt afgerold. Aan het uiteinde van de slang is de schoonmaakrobot bevestigd; een gevaarte van zo’n twee bij twee meter met een blauwe behuizing en zichtbare slangen, spuitkoppen en wielen. De vele krassen op de behuizing laten zien dat deze robot zich staande moet houden onder soms pittige (weers) omstandigheden. Met een kleine kraan wordt de robot het water in gelaten. Zijn magneten zetten zich vast aan de zijkant van het schip. Drie koppen spuiten onder hoge druk

t

scheepsrompen een chemische coating die biociden bevat. Middelburg: ‘Dit zijn stoffen die beestjes doden. Die coating blijft niet zitten – na vijf jaar is die helemaal afgesleten. In die tijd heeft het middel dus niet alleen beestjes op de romp, maar ook in de zee gedood.’ Tussentijds zijn er ook nog schoonmaakbeurten nodig; daarvoor zijn er cleaning hubs in landen met minder strenge regelgeving, zoals de internationale wateren nabij Zuid-Spanje of Singapore. Duikers verwijderen daar de aangroei, en daarbij komen ook coatingdeeltjes vrij. Het vuil wordt niet opgevangen en belandt dus rechtstreeks in het water. Ook invasieve exoten die meereizen komen zo in het water terecht; dit zijn uitheemse planten of dieren die in een andere omgeving zonder natuurlijke vijand veel overlast kunnen geven, zoals de zebramossel.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

21


SCHEEPVAART

Het vuil van de scheepswand wordt uit het water gefilterd, opgeslagen in witte zakken en naar een afvalverwerker gebracht.

zeewater tegen de romp om de aangroei los te maken. De oranje slang zuigt het vieze water op. Intussen is er ook een bunkerschip aangekomen. Via een kraan, over de Thunderbird heen, levert die brandstof aan de Spar Lyra. ‘Gelukkig kan de kraan over ons heen en hoeven we niet aan de kant.’ Want het bunkerschip staat toch nog wat hoger in de pikorde, vertelt Middelburg. ‘Met een vieze boeg kan een schip nog wel varen, maar zonder brandstof natuurlijk niet.’ We dalen af in de buik van het schip, waar een grote filterinstallatie is te zien. Hier wordt het inkomende water gefilterd en gescheiden; het schone water gaat direct weer de zee in. De droge, lichtbruine substantie die resteert wordt in grote witte zakken opgeslagen en later afgeleverd bij een afvaldienst. Omdat er in het mengsel ook giftige stoffen uit de scheepscoating zitten, rest hiervoor niets anders dan de verbrandingsoven. ‘Bijkomend voordeel is dat we gelijk microplastics uit het zeewater filteren.’ Pitstop Verderop in het schip is de werkplaats, met een opslagruimte voor reserveonderdelen, zoals extra koppen en wielen. Middelburg: ‘Ik vergelijk ons altijd met Max Verstappen. De slijtende onderdelen zijn zodanig gemaakt dat we ze net als bij een pitstop eraf kunnen halen en vervangen.’ Tenslotte bezoeken we de control room voor de schoonmaakrobot, waar ROV(remotely operated vehicle)-supervisor Broes Koenen naar zes grote schermen staart. Met een joystick kan hij de robot de gewenste kant op laten rijden. Op de schermen is een blauwdruk van de Spar Lyra te zien, camerabeelden van de voor- en achterkant van de robot en allerlei parameters. ‘Nu gaan we zuigen’, zegt 22

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Koenen en met een simpele muisklik begint de robot zich langzaam te verplaatsen. Aan de voorkant is duidelijk groene aanslag op het schip te zien, aan de achterkant kleurt de romp weer roodbruin. ‘Kijk’, wijst Koenen naar het scherm, ‘hij filtert nu 51 kubieke meter per uur’. Op het scherm is ook schematisch te zien hoe de robot zich horizontaal over het schip beweegt, waarbij de delen die al zijn schoongemaakt blauw kleuren. Bedienen is niet ingewikkeld, zegt Koenen. ‘Als je van gamen houdt, valt het mee. Maar het navigeren aan de andere kant van het schip, daar waar hij aan de kade ligt, kan lastig zijn. Voor je het weet ligt er een “achtje” in de slang. En dat is gevaarlijk met een hydraulische slang. Je moet dus wel scherp blijven. Het grootste gevaar is dat je lui wordt en bijvoorbeeld vergeet om de slang te ontluchten.’ Semiautonoom De robot is nu semiautonoom; hij kan zelf rechte lijnen op het schip maken en hij weet voortdurend waar hij is. De kleinere, lastigere stukken gaan nog handmatig. Maar de omgeving is ook weer niet zo complex, aldus Middelburg. ‘Als Tesla een auto kan maken die op een drukke weg over kan steken, dan moet het ons toch ook lukken om een karretje over een stalen plaat zonder tegenliggers te laten rijden.’ De verwachting is dat verdere automatisering de efficiëntie en kwaliteit verbetert, zelfs als het zicht slecht is. Zover is het nog niet. Vooralsnog heeft Fleet Cleaner wat last van groeipijnen. Het bedrijf is in vijf jaar tijd gegroeid tot zo’n zestig medewerkers, maar meer personeel en investeerders zijn moeilijk te vinden. Middelburg: ‘Er zijn niet zoveel innovaties in de scheepvaart. Met een goed team is het ons toch gelukt om in deze sector een plekje te verwerven.’ •


Podium

Vier experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Vanessa Evers

Lieve studenten: red ons van een planetaire catastrofe Het academische jaar is weer begonnen. Ik schreef het hier al eens eerder: we weten Grofweg tienduizend studenten zijn gestart allemaal wat van ons wordt verwacht om aan een van de technische universiteiten: een planetaire catastrofe te voorkomen, allemaal toekomstige abonnees van De maar toch doen we het niet. Onze houding Ingenieur natuurlijk. Met elkaar staan al die is er een van: ‘We gaan er toch aan dus dan nieuwe studenten voor de haast onmogelijke maar een laatste hedonistisch feestje.’ ‘Mijn opgave de mensheid te redden: uitstoot van zonnepaneel maakt heus het verschil niet.’ stikstof en CO2 naar nul, auto’s, container- ‘Als het echt zo urgent is, zal de regering schepen en vliegtuigen rap op waterstof, al- wel ingrijpen.’ ‘Zeur niet aan mijn kop! Ik ternatieve energiebronnen per ommegaande kom nauwelijks rond, mijn gezondheid is opschalen, ondersteuningstechnologie voor beroerd, dus kom bij mij niet aanzetten met hybride auto’s.’ zelfstandig ouder worden We denken (teontwikkelen en zo het tekort We weten allemaal recht) dat als er een in de zorg opvullen, water- en ramp in slow motion voedseltekorten oplossen, etc. wat er van ons gaande is, onze overDe studenten hebben vijf wordt verwacht, heid en overheden jaar om zich te scholen en wereldwijd radicaal dan nog drie voor het oplosmaar toch doen ingrijpen. Vooral sen van al deze problemen. we het niet de regeringen die Want zo rond 2030, weten we hebben gekozen we inmiddels, hebben we het want zij vertegenwoordigen ons en onze keerpunt wel bereikt. Hoe gaan wij als gesettelde generatie deze belangen. Helaas betekent ingrijpen allerlei jonge mensen helpen? Op de een of andere maatregelen en keuzen die de kiezer niet wil. manier moeten wij de boel zo stabiel moge- Regeringen zijn of bang niet de wil van de lijk houden om zo wat extra tijd voor hen te kiezer te volgen of hebben de capaciteit niet kopen. Politiek stabiel, economisch stabiel, de juiste middelen te bedenken om die doelstellingen te bereiken. sociaal stabiel, ecologisch stabiel. Terug naar onze verse, toekomstige abonDus wat houdt dat in voor de gewone m/v/x van middelbare leeftijd en ouder? nees van De Ingenieur. Lieve studenten, red Zonnepanelen aanschaffen, niet meer vlie- ons. Het liefst doen we zelf niets, want we gen, elektrisch rijden (veel liever nog per zitten te wachten tot onze overheden tot befiets of met het openbaar vervoer), van het zinning komen en alles uit de kast trekken. gas af, afval scheiden, bewust consumeren Al onze hulpeloze hoop is gevestigd op jullie. van lokaal geproduceerde producten, geen Leer, creëer en bloei op. Op jullie schouders vlees eten (of heel weinig en heel bewust), rust de toekomst van mens, dier en plant. Vragen we te veel van jullie? Ja, dat doen het huis isoleren, warme sloffen en een dikke trui aan deze winter, hard werken, veel we. Vooral als we intussen maar blijven volvrijwilligerswerk doen en verstandig ons de- houden dat we toch best in die goedkope mocratische recht gebruiken voor optimale dieselauto kunnen blijven rijden als we één politieke, sociale en economische stabiliteit. keer niet op vliegvakantie gaan.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

23


ROBOTICA Experts waarschuwen voor existentiële gevaren van kunstmatige intelligentie

Wat als AI de wereld overneemt? Robots en kunstmatige intelligentie kunnen op termijn de mensheid bedreigen. Dat geloven steeds meer AI-wetenschappers. Ook het Existential Risk Observatory, een Nederlandse non-profitorganisatie, trekt aan de bel.

illustratie 24 D E : I depositphotos NGENIEUR

• SEPTEMBER 2022


RISICOMANAGEMENT T E K S T: J I M H E I R B A U T

Existentiële risico’s Het Existential Risk Observatory is de eerste Nederlandse non-profitinstelling die zich richt op existentiële risico’s voor de mensheid. Ze werd in mei 2021 opgericht door duurzame energieingenieur Otto Barten en heeft inmiddels tien mensen in dienst, een mix van bèta’s en gedragswetenschappers. In het buitenland wordt de organisatie uiterst

serieus genomen. Eerder dit jaar kreeg de instelling geld van de filantropen Jaan Tallinn (de Est is een van de ontwikkelaars van Skype) en Steven Schuurman, een Nederlander die het succesvolle techbedrijf Elastic mede oprichtte. Daardoor kon Barten fulltime voor het Existential Risk Observatory gaan werken en kan het nu meer mensen aannemen.

10,0%

7,5%

5,0%

2,5%

0,0% *

lig

d ne

na

U

AI

ën

nd

Pa

a

v at

r de

an

er

im

Kl

g

in

ie

em

g

rn

Ke

*

ap

lo

r oo

u

at

N

m ur

re de

s* o’

ri

c si

An

* AI waarvan de doelen niet samenvallen met die van de meesten van ons. ** Bekende risico’s, zoals nanotechnologie en alles wat zich reproduceert of ongelimiteerd groeit, en onbekende risico’s. BRON: ORD, THE PRECIPICE: EXISTENTIAL RISK AND THE FUTURE OF HUMANITY (2020).

bedoeld ‘beter in het uitvoeren van cognitieve taken’ – dan is dat met recht reden tot zorg. Paperclips Een bekend voorbeeld van een doel dat een AI kan nastreven, is het maken van paperclips, zegt Barten. Dat klinkt als een onschuldige taak, maar wie doordenkt en zich realiseert dat een AI die alle taken beter kan dan mensen én rigide vasthoudt aan zijn opdracht, overál een paperclip van zal willen maken. ‘Dan probeert hij uiteindelijk mensen om te vormen tot paperclips.’ Iets dergelijks gebeurde al in Tom Poes en de namaker (1975) van Marten Toonder. Daarin braken robots de omgeving af om kopieën van zichzelf te maken, met chaos tot gevolg. Maar ook wanneer een AGI andere doelen meekrijgt, kan dat catastrofaal aflopen. Neem de taak: bereken het getal pi tot op zoveel mogelijk decimalen achter de komma. Aangezien dit getal oneindig veel decimalen heeft, duurt deze taak tot in de eeuwigheid. ‘Aan die opdracht komt dus geen einde en een superintelligente AI zal dan alle hulpbronnen op aarde aanboren om maar zijn opdracht te kunnen afmaken.’ Als dat zo werkt, ligt de oplossing dan niet in het begrenzen van elke AI? Barten: ‘Een begrijpelijke gedachte, maar onderzoekers hebben hiervoor nog geen technische oplossing gevonden. En al vinden ze die wel, dan moeten we bij elke AI die ergens ter wereld wordt gecreeerd, een begrenzing inbouwen. Hoe willen we dat regelen? Dat is praktisch gezien heel lastig uitvoerbaar.’

Alleskunner De kern van het probleem zit hem in wat unaligned artificial general intelligence (AGI) wordt genoemd. ‘Een AGI is een AI die in staat is om alle taken uit te voeren die mensen ook kunnen, en dan beter’, legt directeur Otto Barten van het Existential Risk Observatory uit. Hij is opgeleid als adviseur duurzame energie, maar toen hij besefte dat existentiële risico’s nog belangrijker zijn dan klimaat, richtte hij het Existential Risk Observatory op. Een alleskunnende AI lijkt misschien verre toekomstmuziek, maar Barten wijst op een recente ontwikkeling van Google DeepMind. Dit bedrijf ontwikkelde het AI-model Gato, dat zeshonderd taken kan uitvoeren op het niveau van mensen. Van het schrijven van bijschriften bij foto’s tot het spelen van games en het stapelen van objecten met een robotarm. De toevoeging unaligned betekent dat de AI niet de belangen van de mensen dient, maar zijn eigen doel(en) heeft. Als een AI enkel en alleen zijn eigen doelen nastreeft, én ook nog eens ‘slimmer’ is – hiermee wordt

Existentiële risico’s voor de mensheid Kans op voorkomen in de komende 100 jaar

Dit wordt geen vrolijk verhaal. Het gaat over computers die de wereld overnemen van mensen. Dat klinkt als sciencefiction en het is nog lang niet zeker dát het zal gebeuren, maar verschillende onderzoeksgroepen, zoals het Future of Humanity Institute in Oxford en het Center for the Study of Existential Risk in Cambridge, nemen deze mogelijkheid serieus. Zo ook het Existential Risk Observatory, een Nederlandse non-profitorganisatie die existentiële risico’s in kaart brengt en er aandacht voor vraagt. Het gaat om risico’s waarbij het voortbestaan van de mensheid wordt bedreigd, zoals een kernoorlog, extreme klimaatverandering of pandemieën. Kunstmatige intelligentie, ofwel AI (artificial intelligence), valt daar ook onder, meent het Existential Risk Observatory. Overdreven? De afgelopen jaren heeft het gebruik van AI laten zien dat het ook nadelen met zich meebrengt, zoals vooringenomenheid of zelfs discriminatie. De mensheid uitroeien is natuurlijk nog wel een paar graden heftiger.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

25


RISICOMANAGEMENT

Wetenschappers (rechts) proberen in een talkshow te waarschuwen voor naderend onheil. VIDEOSTILL UIT DE SPEELFILM DON ’ T LOOK UP

‘Kijk niet omhoog’ Dat het ongekend lastig is om mensen te doordringen van het gevaar van iets abstracts liet recent de speelfilm Don’t look up zien. Daarin moet een op de aarde afstormende komeet klimaatverandering symboliseren. Een groepje wetenschappers probeert politici en het brede publiek te waarschuwen, maar tot hun groeiende frustratie gelooft bijna niemand hen. Het roept de vraag op: als bij klimaatverandering mensen

al zo langzaam in beweging komen, hoe moet dat dan bij zoiets abstracts als AI? ‘Dat wordt inderdaad zeker een grote uitdaging; en ik vond trouwens die film ook sterk’, zegt directeur Otto Barten van het Existential Risk Observatory. ‘Daarom is het ook zo belangrijk dat we hier meer over communiceren. Op dit moment zijn er nog weinig artikelen in de media over de existentiële risico’s van AI. Als dit verandert, zou dat zeker helpen.’

Het probleem is dus een AI die taken beter kan uitvoeren dan de mens en zichzelf kan verbeteren. Daardoor wordt zo’n AI nóg beter in die taken, waardoor hij zichzelf weer verder kan verbeteren: een positieve feedbacklus. Dit fenomeen wordt ook wel een ‘intelligentie-explosie’ genoemd, een concept waarvoor in de jaren zestig van de vorige eeuw voor het eerst werd gewaarschuwd. ‘Het is de grote vraag hoe snel en tot hoevér AI zichzelf kan verbeteren’, zegt Barten. ‘Stel dat een AGI veel verbeteringen in algoritmen kan vinden, dan kunnen de capaciteiten van een AGI snel en flink groeien. Als er daarentegen verbeteringen nodig zijn in hardware of meer data, dan zou het geleidelijker kunnen gaan.’ Risico’s managen Een andere reactie die Barten en collega’s regelmatig horen is dat ze te hard van stapel lopen. Begrijpelijk, vindt hij, ‘maar we willen waarschuwen voor het risico dat onbegrensde AI kan opleveren voor de mensheid. En nee, AI ís nog geen existentieel probleem, maar er is een kans dat het dat wórdt. Risico’s moet je managen, vinden wij. We bouwen toch ook dijken.’ De opwarming van de aarde is nu al een probleem, terwijl nog moet blijken 26

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

hoe problematisch AI wordt. Hoe verhoudt AI zich als risico ten opzichte van klimaatverandering? ‘Als je risico definieert als kans maal gevolg, dan ligt dat cijfer voor AI vele malen hoger dan voor klimaatverandering, veel hoger dan wij denken.’ Het verschil is dat de algoritmen waaruit AI bestaat, gewoon draaien op computers. Daar kan toch te allen tijde de stekker worden uitgetrokken, als het uit de hand dreigt te lopen? Barten: ‘Dat denken meer mensen, maar dit is volgens ons én volgens de paar honderd andere wetenschappers die hieraan werken waarschijnlijk niet mogelijk. Het kan bijna niet missen dat minimaal één AGI op het internet terechtkomt. Dat zou betekenen dat we de stekkers uit alle serverparken wereldwijd zouden moeten trekken, zonder dat de urgentie hiervan bij alle eigenaren van deze parken direct duidelijk zal zijn.’ Barten wijst erop dat wereldwijd miljoenen mensen werken aan het afremmen van klimaatverandering of het opvangen van de gevolgen ervan, terwijl er nog maar een paar honderd werken aan de existentiële dreiging van uit de hand lopende kunstmatige intelligentie. ‘Dat laat zien dat je als wetenschapper veel meer kunt bijdragen wanneer je je nu gaat richten op de existentiële risico’s van AI.’ AI-veiligheid op de agenda Eigenlijk zou iedereen zich in het onderwerp moeten inlezen en er met anderen over praten, vindt Barten. ‘Help om informatie zoals die van ons breed te delen, bijvoorbeeld via sociale media. Ben je wetenschapper of student, spoor dan je instelling aan om onderzoek te gaan doen naar de existentiële dreiging van AGI.’ Wetenschappers kunnen natuurlijk ook zelf dat onderzoek opzetten en AI-wetenschappers kunnen meer van zich laten horen in de media om AI-veiligheid op de agenda te zetten. Op de achtergrond proberen Barten en collega’s te lobbyen bij de overheid. ‘We vinden het belangrijk dat de regering dit probleem onderkent. Het zou goed zijn als er bijvoorbeeld op Binnenlandse Zaken een directeur-generaal voor existentiële risico’s komt. Ook kan de Nederlandse overheid, bij voldoende politieke druk, eenvoudig het wereldwijde aantal onderzoekers op dit gebied verdubbelen. Dan hebben we echt impact.’ •


ROBOTICA

Möring

Marcel Möring is schrijver. Eind vorig jaar verscheen van zijn hand de openhartige vertelling Familiewandeling.

Robotpolitie In de jaren zeventig reisde ik een paar keer per jaar naar Het is een geval van typisch menselijke zelfoverschatting om Engeland als literatuur- en natuurminnende rugzaktoerist. te geloven dat we in staat zijn om waardevrije algoritmen te Meereizende vrienden gleden als schimmen door de douane bedenken, als we maar heel erg ons best doen. Mijn grensoverschrijdende ervaringen in de jaren zeen moesten vervolgens een half uur wachten tot ik weer opdook. Ik werd ondertussen uitgebreid ondervraagd, mijn ventig schoten me weer te binnen toen ik las dat Singapore bagage was het onderwerp van uitgebreide inspectie en vaak is begonnen met een robocop-proef, hoewel ze dat daar pluisden de beambten mijn personalia ook nog even na in natuurlijk niet zo noemen. Voorlopig controleren de robotde internationale opsporingsregisters. Het is nooit zover ge- wagentjes van de politie alleen asociaal gedrag en parkeerkomen dat er een met een vastberaden blik in zijn ogen een overtredingen. Dubai heeft robotpolitiewagens, ontwikkeld latex handschoen aantrok en mij beduidde voorover te bui- in Singapore, met iets ruimere bevoegdheden. Ze mogen gen. Waarschijnlijk was men toen wat lakser in die dingen. crimineel gedrag opsporen en eventueel tot achtervolging Tegenwoordig zou ik bij voorbaat huiveren. Daarom, als ik overgaan met de drone die aan boord meereist. RoboCop: ik zag die sciencefiction-actiefilm destijds in de nu de landsgrenzen overga, zorg ik dat ik fris geschoren ben bioscoop en dacht tegelijkertijd en goed gekapt. En dan wil het trouwens dat het nooit zover zou komen nog wel eens misgaan. Tip: antwoord nooit en dat zo’n toekomst helemaal op de vraag wat je beroep is ‘schrijver’. Dat Het verschil tussen niet onwaarschijnlijk was. Net is vragen om moeilijkheden. In Canada zoiets als de Koude Oorlog, die heb ik eens een dik uur in een klein hokje computers en ook terug is van weggeweest, en gezeten met een even zwaarlijvige als humensen is dat wij boer Koekoek die nu Farmers meurige douanier die mij pas vrijliet toen Defence Force heet. ik met de ambassade begon te schermen. twijfelen en ons De instanties die de robocops De douaniers heb ik het destijds overikunnen vergissen testen, bezweren dat het zo’n gens nooit kwalijk genomen. De Baader vaart niet loopt met hun persoMeinhof Gruppe was nog springlevend en neelsleden op wielen en dat het op het eerste gezicht, ik geef het onmiddellijk toe, paste ik best tussen de zwart-witfoto’s op de opspo- met de algoritmen ook helemaal goed zit. ‘We hebben een ringsbiljetten die in politiebureaus en postkantoren hingen. tekort aan politiemensen’, zeggen ze in Singapore en Dubai. In die woelige jaren zeventig zag het menselijke algoritme ‘De simpele taken moeten we daarom overlaten aan machi– in de vorm van het brein van de beambte van dienst – nes.’ Maar is de beoordeling van gedrag een simpele taak? We een lange, bebaarde zwerver, met een Duitse achternaam, Franse voornamen en een Nederlands paspoort. Daar bleef laten dat nu al vaak over aan iemand die naar cctv-scherde blik als vanzelf aan haken. Net zoals het algoritme van men kijkt, beveiligingscamera’s aangesloten op een gesloten de belastingdienst bij exotisch klinkende achternamen of circuit. De knorrige bromsnor die kwajongens op zijn dagenationaliteiten voor de zekerheid maar een vlaggetje bij het lijkse ronde aansprak en eventueel met de ouders overlegde is een relict uit Swiebertjes tijd. Wie nu wordt betrapt op individu in kwestie zet. Patroonherkenning is een bijzondere eigenschap die com- wildplassen, graffiti spuiten of wheelies maken met de bromputers en mensen delen. Het verschil tussen hen en ons is dat mer wordt administratief afgehandeld. Volgens mij werkte wij twijfelen en ons kunnen vergissen. Daar houden we zelfs het intermenselijke contact een stuk beter. Ik ben in mijn rekening mee. Vergissen is menselijk, zeggen we dan. In het jeugd wel eens aangehouden door een agent omdat ik in het geval van een computer is dat niet zo. We geloven zo sterk in voetgangersgebied fietste en daarvan herinner ik mij vooral mathematische onfeilbaarheid dat het heel lang kan duren de schaamte, dat die agent je toesprak te midden van winvoor we er aan willen dat er een weliswaar logische maar kelend publiek dat je afkeurend bekeek. Maar waarschijnlijk verkeerde beslissing is genomen. Die overigens altijd onze is niet alleen de kuierende agent maar ook mijn schaamte schuld is, want wij zijn het die het algoritme hebben bedacht. archaïsch.

FOTO : HARRY COCK

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

27


De twee hoofdpersonen: Ravi de Robot en Sas, een rol van Whitney Sawyer. foto : benning & gladkova

28

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022


R E P O RTA G E T E K S T: J I M H E I R B A U T

FOTO’S: RIKKERT HARINK

ROBOTICA

De kunst om robots om te laten gaan met mensen

De acteur is een robot Vanaf oktober op de planken: het jeugdtheaterstuk Ravi

de Robot, waarin een aandoenlijke robot de show steelt. De Ingenieur loopt een dag mee met de maker en bestuurder van Ravi, robotingenieur Edwin Dertien. De robot is gebouwd door Edwin Dertien, vanuit het Robot Theater Lab, een nieuw opgezette broedplaats die wordt ondersteund door het fonds Creatieve Broedplaat­ sen in de regio Twente. Robotkind Het stuk draait om Sas, een meisje dat bij haar vader woont, maar o zo graag een vriendje of vriendinnetje had. Op een dag komt ze thuis met Ravi, een robot ter grootte van een kind. Ravi heeft drie wielen, een lijf van aluminium en kunststof en een klein hoofd met grote, heldere ogen. Vanaf het eerste moment zijn Sas en Ravi onafscheidelijk, wat de vader maar lastig kan accepteren. Ravi praat, Het mooie is dat Ravi een volwaardige rol maar het heeft in het muzikale toneelstuk. De mense­ lijke acteurs praten en zingen tegen Ravi, kij­ duurt even ken hem aan, en pakken hem af en toe bij de schouders. Wie net de repetitieruimte binnen­ voor duideloopt, zou denken dat Ravi autonoom is, maar lijk is waar dat is hij niet. Hij wordt bestuurd door robo­ de stem vantingenieur Edwin Dertien, die op de tribune daan komt zit, vol concentatie met een gamecontroller in de handen. Zijn subtiele tikjes tegen de joys­ tick worden vertaald in uiteenlopende bewe­ gingen van Ravi. De robot praat ook, maar het duurt even voor duidelijk is waar die stem vandaan komt; hij behoort toe aan acteur Georgi Sztojanov, die in een geluidsdichte kamer achter het decor zit.

’’

Timing Robotbouwer Edwin Dertien is een drukbezet mens, hij jongleert met meerdere banen: onderzoeker aan de Universiteit Twente, oprichter en bestuurder van een werkplaats voor mensen met autisme en daarnaast al twintig jaar robotbouwer voor kunstenaars en theater­ makers. Vandaag draait hij mee met een repetitiedag van Sonnevanck, bedoeld om te kijken hoe ver het stuk is en welke praktische dingen er nog moeten worden ver­ anderd aan het decor, de robots (er is nog een bijrolle­ tje voor een tweede, eenvoudiger robot) of aan andere techniek. Naast de acteurs, van wie sommige op sokken, zijn zo’n beetje alle makers aanwezig, van de regisseur tot de decorbouwer, en van het hoofd techniek tot de com­ ponist van de liedjes en de geluidsman die samen achter hun knoppenbord zitten.

t

Op een ochtend in juli schijnt de zon boven Enschede vanuit een staalblauwe hemel. Toch zit in het oude pak­ huis van Theater Sonnevanck in het centrum van de stad een groepje mensen binnen. Het is de laatste dag voor een welverdiende vakantie. Nog eenmaal repeteert het kleine theatergezelschap zijn scènes. De sfeer is ontspan­ nen maar gefocust. Een streep daglicht valt naar binnen en vermengt zich met de bundels uit de theaterlampen. De acteurs spelen een scène een paar keer opnieuw, waarna de regisseur steeds weer aanwijzingen geeft. Tus­ sen de acteurs beweegt een opvallende collega op rub­ beren wielen, en hij kijkt de anderen aan met schattige led­ogen. Het is Ravi, de robot die het centrale karakter is van het stuk Ravi de Robot, een coproductie van The­ ater Sonnevanck en muziektheatergezelschap Silbersee.

‘Onder de motorkap’ kijken bij Ravi. Te zien zijn onder andere controllers voor de elektromotoren, een audioversterker, een radio-ontvanger en een aantal Arduino-bordjes (populaire open source elektronica).

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

29


R E P O RTA G E

Edwin Dertien in overleg met het productieteam van Ravi de Robot.

Middenin een van de scènes moet Sas, de vrouwelijke hoofdpersoon, Ravi bij de hand nemen. Dan laat ineens de metalen onderarm los en valt op de grond. ‘Oeps!’ zegt ze schuldbewust. Dertien schiet te hulp, het blijkt eenvoudig terug te klikken. Wie het stuk volgt, krijgt vanzelf sympathie voor Ravi, met zijn zachte stem en zijn levensechte bewegingen. De grootste uitdaging voor Dertien is Ravi zo te laten reageren op de menselijke acteurs dat die interactie er natuurlijk uitziet. ‘Dus Ravi moet iemand aankijken die tegen hem praat en ook zijn hoofdbewegingen zijn belangrijk. Maar het allerbelangrijkste is timing. De soepele omgang tussen mensen drijft daar voor een groot deel op.’ Daarom gaat Dertien twee maanden lang met het gezelschap mee op tournee, om Ravi te besturen. ‘We

Honderd jaar ‘robot’ Hoewel Edwin Dertien als robotbouwer in een theatergezelschap misschien een wat vreemde eend in de bijt is, is het woord ‘robot’ juist oorspronkelijk afkomstig uit het theater. In 1920 introduceerde de Tsjechische schrijver Karel Čapek 30

het woord in zijn toneelstuk R.U.R., ofwel Rossum’s Universal Robots. Hij heeft zich voor het woord ‘robot’ waarschijnlijk laten inspireren door een Oudkerkslavisch woord, ‘robota’, wat dienstbaarheid of dwangarbeid betekent.

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

houden de optie open om de bewegingen van Ravi van begin tot eind in te programmeren, maar dat willen we liever niet. De voorgeprogrammeerde animatronics in de Efteling zien er ook aardig uit, maar dat maakt het nog geen theater. Het stuk wordt live opgevoerd en ik vind het juist mooi dat de acteurs elke dag net weer een ander tempo aanhouden. Dat tilt het stuk een beetje op.’ Bezieling Lunchpauze. In de lichte foyer schuiven aan een lange tafel de acteurs, technici, geluidsmensen en andere mensen van de productie aan. Ze storten zich op de bruine boterhammen met kaas, ham, hummus of hagelslag. Romain Bischoff van productiehuis Silbersee vertelt over de keuze voor Edwin Dertien. ‘We wilden dat de robot bijna als een bezield mens zou worden. Dat kan alleen als je werkt met iemand die van die techniek veel afweet en zelf muzikaal is. Zo kwamen we bij Edwin uit, die al veel heeft bewezen. Niet alleen heeft hij de kennis, maar hij is ook sensitief voor wat er om hem heen gebeurt. Dat moet ook bij zo’n theaterproject. Als elk teamlid op zijn eilandje blijft zitten, gaat het niet werken.’ Dertien vult aan: ‘Ik gebruik hier alles wat ik heb geleerd: de techniek is op hoog niveau, maar ik moet ook steeds pragmatisch handelen. Daarbij kan ik terugvallen op mijn ruime theaterervaring en muzikaliteit, ik speel piano en bas. De liedjes komen vanzelf in mijn hoofd terecht, waardoor ik weet wanneer er in de muziek iets gebeurt en de robot iets moet doen. Zonder die muzikale aanleg zou ik dit project niet kunnen doen.’


Edwin Dertien en Ravi de Robot.

ik gemerkt dat het Ravi nog niet helemaal rijdt zoals ik zou willen. Daar ga ik nog wat aan sleutelen.’ Robotpiloot Een belangrijk punt in de vergadering is waar ‘robotpiloot’ Dertien straks moet zitten als hij de robot bestuurt. Nu zit hij nog in de zaal, maar kan dat tijdens een echte voorstelling nog? ‘In sommige theaters wel. Daar kun je hoog in de zaal zitten, tussen het publiek’, oppert iemand uit het team. ‘Dat zou mijn voorkeur hebben’, zegt de regisseur. ‘Ik ben nu nog al die bewegingen aan het leren, die moeten er inslijten, zodat elke beweging direct wordt vertaald van mijn hoofd naar de robot. Ben ik eenmaal zover, dan verwacht ik ook nog wel te kunnen switchen van positie’, zegt Dertien. Dertien begint zijn spullen op te ruimen, het overleg zit erop. Ineens haalt hij het hoofd van Ravi de Robot af. Iemand slaat een kreet van ontzetting. ‘O, sorry, ik had misschien even moeten waarschuwen. Dit moet ik trouwens ook niet doen waar kinderen bij zijn.’ De verschrikte reacties komen doordat we Ravi zien als een mens. Dat is met opzet zo gedaan, legt Dertien uit. ‘Een flink deel van die authenticiteit is het gevolg van het specifieke samenspel van ogen, hoofd en nek. Ook zijn kijkrichting – de gaze – is hierbij extreem belangrijk. Net als bij de mens bewegen de lichaamsdelen met verschillende snelheid. Eerst draaien zijn ogen, dan het hoofd, en dan pas komt het lijf erachteraan. Zo komt het gedrag veel natuurlijker over.’ t

Stand in De acteurs gaan nog even de vloer op voor de laatste scène, een lied waarin Ravi wordt toegezongen. Robotman Dertien draait volwaardig mee in het team en heeft schijnbaar steeds alles onder controle. Toch gaat er wel eens iets mis, vertelt hij op een rustig moment. ‘Vorige week zei een spanningsregelaar “poef ”, toen stond mijn hele atelier vol rook. Zoiets kan ook gebeuren midden in een voorstelling, en dat is het laatste wat je wil.’ Hoe is technisch falen te voorkomen? ‘De techniek die ik gebruik lijkt misschien houtje-touwtje, maar ik heb al die dingen wel al vaker in theatervoorstellingen gebruikt. De onderdelen zijn robuust en hebben zich bewezen. Zo gebruik ik in Ravi componenten uit robots die ik bouwde voor een tv-programma.’ Als back-up bouwt Dertien een exacte kopie van de robot. ‘Op Marktplaats heb ik exact dezelfde speakers dubbel gekocht.’ Ravi is zoveel mogelijk gebouwd uit tweedehands onderdelen, omdat Theater Sonnevanck zich ten doel heeft gesteld de CO2-uitstoot van zijn producties zoveel mogelijk te beperken. Dertien kan veel zelf, maar als software te complex wordt, maakt hij gebruik van zijn aanstelling aan de Universiteit Twente. ‘Als mijn kennis van programmeren tekortschiet, raadpleeg ik een collega.’ Dan zit het repeteren van de scènes erop. De acteurs wensen elkaar een prettige vakantie, de leden van het productieteam houden nog een laatste overleg. Robotbouwer Dertien krijgt als eerste het woord. ‘Vandaag heb

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

31


R E P O RTA G E

Robot Ravi poseert voor het decor.

Leden van het productieteam halen inmiddels het decor uit elkaar. Ze lopen af en aan met planken, kabels en kisten vol decorstukken. Met enkele doelgerichte bewegingen maakt Dertien de kabeltjes en stekkertjes los die de verschillende componenten van Ravi de Robot met elkaar verbinden. Alles gaat in een stevige kist. Hij trekt er een dikke rugzak bij open, die tjokvol blijkt te zitten met speciale tangetjes, schroevendraaiers, kabeltjes om microprocessoren mee te programmeren, een draagbare oscilloscoop en een mini-lijmpistool. ‘Alles draait eigenlijk om deze rugzak, dít is het echte geheim 32

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

van mijn succes’, lacht Dertien. De robotbouwer staat klaar om Ravi en de bijbehorende hulpmiddelen naar zijn auto te brengen. Kan de redacteur van De Ingenieur misschien helpen door iets te dragen? ‘Dank je’, klinkt het, ‘maar dat doe ik liever zelf.’ • De voorstelling Ravi de Robot gaat op 8 oktober in première in Theater Sonnevanck in Enschede. Daarna op tournee door heel Nederland. Meer informatie: sonnevanck.nl/voorstelling/ravi-derobot.


Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement


ROBOTICA

Enith

Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.

34

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022


WA AR

KUN N EN

WE

DEZE

M A A N D

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

TI P T

T E K S T: J I M H E I R B A U T

t/m 8/1

t/m 5/3

Ode aan de baksteen

Van zon, zonne-energie en menskracht

Hoe zou de wereld eruitzien als die zou draaien op zonne-energie? Dat is de vraag die wordt uitgewerkt in de toegankelijke overzichtstentoonstelling The Energy Show Zon, zonne-energie en menskracht die vanaf begin september te zien is in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. De expositie, samengesteld door curator en ontwerper Matylda Krzykowski, draait volledig om de zon en de mogelijkheden om ermee te ontwerpen. Er is

aandacht voor het persoonlijke energieniveau van de bezoeker en er zijn tientallen innovatieve voorbeelden van zonnetechnologie te zien. De tentoonstelling presenteert projecten van kunstenaars, ontwerpers en onderzoekers van over de hele wereld. Meer informatie: hetnieuweinstituut.nl/ persberichten/aankondiging-nieuwe-tentoonstelling-energy-show-zon-zonneenergie-en-menskracht

Baksteen is een eeuwenoud bouwmateriaal dat overal in onze omgeving voorkomt, voor zowel de constructie van muren als bestratingen. Toch krijgt de gebakken steen maar weinig waardering. Dat maakt Kunsthal KadE in Amersfoort nu in één keer goed met de tentoonstelling BAKSTEEN | BRICK. Wat blijkt? Opvallend veel beeldend kunstenaars voelen zich aangetrokken tot de baksteen. In de expositie tonen zij de esthetische en symbolische aspecten ervan. Meer info: kunsthalkade.nl/nl/ tentoonstellingen/baksteenbrick

Verslaafd aan energie t/m 29/1

De perspectieven van Hockney Dit najaar betoont het Haarlemse Teylers Museum eer aan David Hockney, een van de bekendste en meest geliefde kunstenaars van dit moment. De Brit staat niet alleen bekend om zijn oogverblindende schilderijen, maar ook om zijn voorliefde voor technische hulpmiddelen, zoals de camera lucida (foto links). Het is een instrument waarmee een beeld op papier of doek kan worden geprojecteerd. Teylers plaatst werken van Hockney daarom ook in de historische zalen van het museum. Maak kennis met Hockneys eigenzinnige theorieën over perspectief en het gebruik van optische hulpmiddelen. Ontdek hoe hij hiermee experimenteert en kijk door zijn ogen naar het werk van oude meesters. Meer informatie: teylersmuseum.nl/nl/bezoek-het-museum/wat-is-er-te-zien-en-te-doen/hockneys-eye6 foto ’ s : mirka laura severa ; collectie teylers museum ; depositphotos

Een verwarmd huis, een snelle magnetronmaaltijd en altijd en overal bereikbaar zijn via de telefoon. In ons dagelijks leven zijn comfort en gemak eindeloos beschikbaar. Maar vrijwel alles in ons leven zou tot stilstand komen bij het wegvallen van één enkele bron: energie. Zo bezien zijn we allemaal junkies, verslaafd aan energie welteverstaan. Dat laat de tentoonstelling Energy Junkies van de NEMO-locatie op het Marineterrein in Amsterdam mooi zien. Meer info: nemosciencemuseum.nl/nl/wat-is-er-te-doen/ tentoonstellingen/energyjunkies/

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

35


CONGRES DE INGENIEUZE STAD Reageren op de toekomstige leefomgeving

Ingenieurs zijn ontwerpers van perspectief. Zij bedenken oplossingen voor talloze maatschappelijke vraagstukken. Om alle doelen zoals duurzaamheid, voldoende woningen e.d. op tijd te behalen is versnelling nodig. Dat vraagt om keuzes en slimme oplossingen. Maar hoe maak je de juiste keuzes en welke slimme oplossingen? We hebben geen glazen bol om de toekomst te voorspellen. Wel kunnen we bestaande systemen en denkwijzen proberen te doorbreken. Niet alleen techniek, maar ook gedrag van mensen, hoe zij reageren op naderende veranderingen, speelt hierbij een belangrijke rol, zowel in positieve als negatieve zin. Bezoek het congres en denk mee over onze gezamenlijke reactie op de uitdagingen voor de toekomstige leefomgeving!

Koop nu je ticket! Donderdag 3 november 2022 13.00 – 18.30 uur Pakhuis de Zwijger, Amsterdam nlingenieurs.nl/congres-de-ingenieuze-stad


LEZERS

Batterijen Na het lezen van het coververhaal over de toekomst van het stroomnet in De Ingenieur van augustus, schoot mij een idee te binnen. Er zijn veel zonneparken in de buitengebieden. Misschien is het een optie om ter plekke vervoerbare batterijen op te laden, bijvoorbeeld voor de binnenvaart. Die batterijen worden dan uiteraard met een e-vrachtwagen naar de binnenvaarthavens vervoerd. Grote voordeel van deze aanpak is dat er geen extra druk op het net komt te liggen. Rob Baarda, Amsterdam

Energiezuinig kantoor Bij de infographic over besparingsmaatregelen voor een energiezuinig kantoor in De Ingenieur van juli, wil ik toch graag wat kanttekeningen plaatsen. Een vloer isoleren waaronder zich een gestookte ruimte bevindt, levert weinig op. Bovendien is een vloer isoleren waaronder zich een brandveilig en afgewerkt plafond bevindt, zeer kostbaar en constructief ingewikkeld. Een gewone radiator is een slechte keuze bij gebruik van een warmtepomp: beter is het om vloer- of wandverwarming te installeren. Daarbij is een warmtepomp met een buitenunit op lucht ongeschikt bij vorst. Die wordt daarom altijd gecombineerd met een gasketel. Gezien de klimaatontwikkeling en de noodzaak tot klimaatadaptatie is een vorm van airconditioning bovendien noodzakelijk. Wat ik verder ook nog mis, is een warmte- en koudeopslag waarbij de warmtepomp de ruimte zowel kan koelen als kan verwarmen. Jan Brugman, Ede

Asociale media In het omslagverhaal over sociale media in De Ingenieur van juli wordt als vierde probleem genoemd: ‘Is het gratis? Dan ben jij het product!’ Dat is naar mijn mening echter te eenzijdig gesteld. Voor veel gratis diensten van de grote, datahongerige partijen geldt dat uiteraard wel, maar er zijn ook veel diensten die gratis zijn en geen misbruik maken van je

REA GEREN

gegevens. Enkele voorbeelden: computerbesturingsysteem Ubuntu (en vele andere operating systems), LibreOffice als alternatief voor Microsofts Office, Proton een veilige e-mailservice met end-to-end encryption en Session, de veiligste messenger app die nog beter is dan Signal. Verder is het goed te vernemen dat er nieuwe en Nederlandse pogingen zijn om betere platforms te maken. Ik schaar het platform Mastodon al onder deze groep. Mastodon is peer-to-peer, dus niet zoals Facebook of Twitter die als scheidsrechter, filter of vergaarbak kunnen optreden. Het is een verzameling van kleinere groepen die ieder hun eigen ‘omgeving’ creëren met een creator die ook nieuwe leden beoordeelt en wel of niet toelaat en tevens de inhoud beoordeelt. Zo ontstaan er interessante, veiligere groepen, maar door die vrijheid ook andere groepen met een kwalijker karakter. Het is aan ieder voor zich om te beoordelen of je je bij zo’n groep wilt aansluiten. Je krijgt dus geen ongevraagde rotzooi uit andere groepen dan die waarbij je jezelf hebt aangemeld en waar men je heeft binnengelaten. Ard Rijnhout, Thailand

Stekkerauto of niet? Ik rijd zelf een Prius IV, die heb ik gekozen vanwege mijn woon-werkverkeer van twintigduizend kilometer (De Ingenieur, juni 2022). De vergelijking met diesel viel snel uit in het voordeel van deze zeer zuinige hybride. Na honderdduizend kilometer is het verbruik vier liter per honderd kilometer. Dat komt neer op circa 95 gram CO2 per kilometer. De uitstoot van overige schadelijke stoffen vergeleken met diesel is dankzij een dure katalysator een fractie daarvan. Met een tank van 45 liter is de actieradius rond de duizend kilometer. Bovendien is er geen laadpaal nodig zoals bij elektrische auto’s. Dit laatste is relevant omdat het energienet niet toereikend is als de elektrische auto een groot succes wordt. Mijn conclusie is dat Nederland nog niet klaar is voor volledige transitie naar elektrisch rijden met high voltage batterijen.

Onderzoek leert ook dat er te weinig lithium is om massaal over te gaan op elektrisch rijden. Het alternatief zou uiteindelijk zijn om over te gaan op elektrisch rijden met waterstof. Dit bespaart een woud aan laadpalen en conflicten bij schaarste aan die palen en plekken in dichtbevolkte wijken. Han Hoogendoorn, Nootdorp

Repareren als recht In het artikel over de repareerbaarheid van apparaten in het juninummer van De Ingenieur, concludeert een EU-studie dat er met betere repareerbaarheid van koelkasten en wasmachines niet heel veel meer te besparen valt, onder andere omdat deze al beter reparabel zijn dan bijvoorbeeld smartphones. Een relativerende opmerking is hierbij wel op zijn plaats. In toenemende mate krijgen we te maken met elektronica met een geringere levensduur. Zelden gaat elektronica langer mee dan tien jaar en meestal gaat die ver voor die tijd al kapot. Verder is de tendens om alle mechanische apparatuur van steeds meer elektronica te voorzien om ze ‘slimmer’ te maken. Daardoor wordt de levensduur niet meer bepaald door de mechanische componenten maar de ‘slimme’ componenten en dat leidt tot een veel minder reparabel apparaat met een kortere levensduur. Een voorbeeld: mijn vaatwasser, zeven jaar oud, hield er mee op, niet vanwege een mechanisch euvel, maar vanwege een foutmelding op het display. Uiteindelijk kon de fabrikant de printplaat vervangen, tegen betaling van een kleine vierhonderd euro. Fijn zo’n recht op reparatie, maar uiteindelijk kocht ik toch maar een nieuwe vaatwasser met weer twee jaar garantie. Arian van Mourik, West Betuwe Correctie: Op bladzijde 19 van het augustusnummer staat een kaartje van Nederland met de vijf grootste zonneparken in voorbereiding en gerealiseerd. Per abuis is de locatie Borsele in Zeeuws-Vlaanderen geplaatst. Dit had Zuid-Beveland moeten zijn.

Wilt u reageren op een artikel in De Ingenieur? U kunt uw brief, bij voorkeur niet langer dan driehonderd woorden, mailen naar redactie@ingenieur.nl of sturen naar De Ingenieur, Postbus 30424, 2500 GK Den Haag. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten en te redigeren of te weigeren.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

37


ACTUEEL TECHNIEKNIEUWS vind je op deingenieur.nl

Alles wat je zoekt overzichtelijk bij elkaar Wat speelt er vandaag op technologiegebied? Je leest het op de website van De Ingenieur. Elke dag nieuwe berichten geïllustreerd met beeld en video. deingenieur.nl

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR

Ook op de site: • Activiteiten op techniekgebied in een overzichtelijke agenda • Dossiers over onderwerpen als schoon staal, kernenergie in Nederland en droogte • De interessantste vacatures voor ingenieurs


Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Elon, ruim je rommel op Ineens lichtte tegen de zwarte avondhemel een kromme streep op. Dat blijft mooi, zo’n vallende ster. Half augustus zag ik er voor het eerst sinds lange tijd weer eens een, terwijl ik in een park verkoeling zocht na opnieuw een zinderend hete dag. Het was de tijd van de jaarlijkse Perseïden, een stroom meteoren die wordt veroorzaakt doordat onze aarde door de staart van de komeet Swift-Tuttle vliegt. Maar soms valt er iets van menselijke makelij uit de lucht. Dat ondervond begin vorige maand een schapenboer in Australië. Hij maakte met zijn quad een ronde over zijn uitgestrekte landerijen en zag ineens iets vreemds. Was het een verbrande boom? Een autowrak? Nee, toen hij dichterbij kwam, zag hij dat het wel eens een restant van een raket of ruimtevaartuig kon zijn. ‘Best beangstigend, eigenlijk’, zei hij tegen een journalist van The New York Times. ‘Ik was nogal verrast. Het is niet iets wat je elke dag ziet op een schapenboerderij.’ Hij belde zijn buurman, en die had net een paar dagen ervoor iets soortgelijks gevonden. Ze maakten foto’s van de brokstukken en deelden die met NASA. Na een tijdje kwam het verlossende woord: het bedrijf SpaceX gaf toe dat de brokstukken afkomstig waren van een Dragon-capsule die vorig jaar voor het eerst was gebruikt om astronauten naar het International Space Station te brengen.

Flexibele stroomvraag Het omslagverhaal van het augustusnummer van De Ingenieur over de congestie op het elektriciteitsnet benadrukt het belang van balancering van vraag en aanbod, vooral voor de periode 2030-2050. Maar volgens ons is die balancering ook vóór 2030 al van groot belang. Met het voornemen om in 2030 al ruim 21 gigawatt windcapaciteit op de Noordzee te hebben staan en minstens 27 gigawatt aan zonnepanelen, zullen er zich regelmatig FOTO : ROBERT LAGENDIJK

perioden van overaanbod van groene stroom voordoen, zoals we die nu ook al soms meemaken. Dat is enerzijds slecht voor het milieu, omdat turbines en zonnepanelen dan moeten worden uitgeschakeld, maar het ondergraaft ook de business case voor de bouw van windturbines, omdat de stroomprijs regelmatig negatief zal worden. Wij hebben daarom gekeken naar de vraag hoe de stroom van de recent toegezegde tien gigawatt extra windstroom zal worden benut.

Astrofysicus en YouTuber Brad Tucker ging op bezoek en dankzij hem kunnen we allemaal over de schouder van de boer meekijken naar het neergestorte deel. Zoek het filmpje vooral even op; het zijn fascinerende beelden. Te zien zijn kabels, stukken zonnepaneel en een dikke gaasstructuur van koolstof, bedoeld als warmtewerend paneel. Maar terwijl ik deze video steeds opnieuw bekijk, vraag ik me ook iets af: is het normaal dat zo’n enorm brokstuk bij mensen in de achtertuin dondert? Er zijn nu geen persoonlijke ongelukken mee gebeurd, maar wat als dat wel zo was? Het dertig kilogram zware, drie meter lange deel staat in het gras gespietst. Was het grasveld een mens geweest, dan laten de gevolgen zich raden. Gaat SpaceX dan de boer compenseren die een familielid heeft verloren? Of van wie een deel van het huis is ingestort? Het paneel van de SpaceX-capsule ‘levert geen bijzondere risico’s op’, citeert The New York Times een deskundige. Ik denk dat die deskundige nog nooit zo’n paneel op zijn hoofd heeft gekregen. Een meters groot, tientallen kilogrammen zwaar onderdeel dat met honderden kilometers per uur de dampkring in komt zeilen, levert wel degelijk levensgevaar op. Dat doet namelijk een kokosnoot al, die uit een palmboom valt. Dus als ik een wens mag doen bij de volgende vallende ster: of Elon Musk alsjeblieft zijn rommel kan opruimen.

De Rijksoverheid mikt vooral op de industrie: elektrificatie van processen, groene waterstof en datacentra. Maar de flexibele vraag zit veel meer bij de transportsector (het laden van elektrische auto’s) en huishoudens en kleine bedrijven (warmtepompen). Dat betekent een andere verdeling van de extra windstroom, via het reguliere net. En wat blijkt? Dat levert ook meer CO2-reductie op dan benutting door de industrie. En hoe zit het dan met groene waterstof? EU-regelgeving is hier bepalend,

want in de herziening van de Renewable Energy Directive wordt een minimumpercentage groene waterstof opgenomen van 50 procent in 2030. Er worden ook regels gesteld om productie van groene waterstof vooral met stroom uit nieuwe windparken en uit overtollige groene stroom te laten plaatsvinden. Dat betekent dat groene waterstof maar heel beperkt kan bijdragen aan flexibilisering van de vraag op het net. Bert Metz, Voorburg en Eric Persoon, Valkenswaard

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

39


Productontwerpen van morgen

ROBOTICA

Accu op wielen Door het toenemende aantal elektrische auto’s is het soms zoeken naar een vrije parkeerplaats met laadpaal. De oplaadrobot Ziggy helpt autorijders aan beide. Ziggy is in feite een accupakket op wielen dat naar de klant toekomt. Het Amerikaanse bedrijf EV Safe Charge ontwikkelde de robot speciaal voor bestaande parkeergarages. Het idee is dat de eigenaren geen vaste laadpalen met de bijbehorende elektrische infrastructuur hoeven te installeren. Er is alleen een basisstation nodig waar de robots kunnen opladen en wachten op klandizie. Automobilisten kunnen vooraf een parkeerplaats reserveren. Het reserveringssysteem stuurt Ziggy naar een vrije parkeerplaats 40

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

om deze bezet te houden. De app loodst de bestuurder daar vervolgens naartoe. De robot rijdt de parkeerplaats uit en gaat na het inparkeren dicht achter de auto staan. Daarna moet de bestuurder zelf handmatig de stroomkabel op de auto en de oplaadrobot aansluiten. Zo blijft Ziggy staan tot de eigenaar van de auto terugkomt. De robot bestookt intussen iedereen die langskomt met reclame op een groot display. Na het betalen via de app gaat Ziggy terug naar z’n basisstation. De robot heeft een

elektrische aandrijving en vier stuurbare wielen om makkelijk te kunnen navigeren. Het zwaartepunt ligt laag genoeg om niet om te vallen bij het rijden over drempels of hellingen. Verlichting op de voor- en achterkant, camera’s en sensoren moeten de veiligheid in de parkeergarage waarborgen. Het is nog onbekend of de Ziggy autonoom zijn weg zal gaan vinden of op afstand wordt bestuurd. Ook is het natuurlijk afwachten hoe goed Ziggy presteert in drukke en krappe parkeergarages. (PS)

foto : ev safe charge


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L

ROBOTICA

Stroomlijnwielen Autoremmen moeten hun hitte kwijt, maar opengewerkte velgen zorgen op hoge snelheid voor flink wat luchtweerstand. Het Active Aero Wheel sluit de koelopeningen automatisch af.

Tuinierrobot De grasmaairobot is redelijk ingeburgerd, maar tuinieren is verder nog echt mensenwerk. De Belgische startup Evee wil daar verandering in brengen met de Willow X. Evee introduceerde eerder al de Willow, een rijdende robot die kan grasmaaien, bladeren opruimen of het huis bewaken. Willow vindt zijn weg met hulp van een digitale kaart van de tuin, camera’s en sensoren om obstakels te detecteren. Eigenaren kunnen Willow zelf programmeren en repetitieve taken aanleren. Willow X, waarvan nu een eerste prototype is gebouwd, is de volgende stap in deze ontwikkeling. Net als Willow heeft Willow X twee aangedreven wielen en een derde stabilisatiewiel. Het basisplatform is uitgebreid met twee uitschuifbare, multifunctionele robotarmen met grijphanden. Het idee is dat de robot hiermee allerlei klusjes rondom het huis en in de tuin kan uitvoeren. Denk daarbij aan groente uit de moestuin

FOTO ’ S : EVEE ; COMPACTIVE

oogsten, onkruid tussen tegels vandaan trekken en rommel oppakken. Om dit te vervoeren heeft de robot een container onder een deksel. Daarnaast is het idee dat Willow X allerlei hulpapparaten zelfstandig uit een speciale kast kan halen en bedienen, zoals een stofzuiger of een grasmaaier. Als de batterij leeg raakt of wanneer de robot via een sensor regen detecteert, gaat hij terug naar zijn schuilplaats met oplaadstation. Willow X krijgt een 4K-camera en kunstmatige intelligentie. Eigenaren kunnen de robot straks zelf gaan programmeren en via een Evee-leerplatform taken verder perfectioneren. Evee wil de Willow X eind 2024 in productie nemen. Het basismodel gaat 4200 euro kosten. Deze heeft een batterij met een gebruiksduur van zes uur en kan hellingen van maximaal 25 graden oprijden. De Pro-versie van 4900 euro krijgt een grotere batterij die het twee uur langer volhoudt. Ook kan de Willow X Pro hellingen tot 35 graden nemen. (PS)

De Duitse startup CompActive ontwikkelde het Active Aero Wheel als toepassing voor de actuatoren die het bedrijf maakt. Deze bestaan uit een plaatje met daarop een module. In de module liggen draden van geheugenmetaal die zijn verbonden met een elektrische weerstand. Door de draden te verwarmen, krimpen deze naar de oorspronkelijke vorm en trekken de draden het plaatje krom. Bij afkoeling zetten de draden uit en wordt het plaatje weer recht. De actuatoren voor het Active Aero Wheel werken niet elektrisch, maar op de hitte die de remmen van de auto bij gebruik opwekken. Daarvoor zijn de modules verwerkt in vijf plaatjes die rondom openingen in de velg afdekken. Bij afremmen trekken de actuatoren de plaatjes krom waardoor er koelopeningen ontstaan. Koelen de remmen af, dan worden de openingen vanzelf weer afgesloten. Aangezien ze geen stroombron nodig hebben, zijn de actuatoren eenvoudig op het ronddraaiende wiel te monteren. Door gladde velgen ontstaat er op hogere snelheden minder luchtweerstand rondom de wielen van de auto. Dit effect is niet verwaarloosbaar: bij een elektrische auto kan het tot enkele procenten schelen in het bereik van de auto op een volle accu. (PS)

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Aarden geluidsmuur Geluidsmuren kunnen een stuk duurzamer, door in plaats van gewapend beton gebruik te maken van lokale, opgespoten aarde, zeggen startup Terrestrial en ingenieursbureau Summum Engineering. Beton is na water het meest gebruikte materiaal ter wereld. ‘En dat terwijl één ton cement staat voor één ton CO2-uitstoot’, zegt ingenieur Jelle Feringa van startup Terrestrial, die met robots aarden constructies maakt. ‘Het is spijtig dat de CO2-emmisies niet in de prijs van beton worden doorberekend. Beton is nu te goedkoop, waardoor het maximale constructieve potentieel er niet wordt uitgehaald.’ Er zijn wel degelijk alternatieven voor betonnen geluidsmuren. Samen met Summum Engineering werkt Feringa aan een aarden geluidsmuur, opgespoten met een robotische betonspuit. De muur is niet recht, maar golvend van vorm. Zoals de bouwwerken van de architect Antoni Gaudí of de ‘slangen-

42

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

muren’ van Slot Zuylen. ‘Dat is niet puur esthetisch gekozen’, zegt ingenieur Diederik Veenendaal van Summum Engineering. ‘Het heeft ook een akoestische werking en bespaart materiaal per strekkende meter.’ Bouwen met aarde is de afgelopen dertig jaar weer in de belangstelling gekomen. Mede door de aarden huizen van de Oostenrijkse architect Martin Rauch. De uitdaging voor de industrie is om een manier te vinden dit kosteneffectief te doen. Grondverplaatsingen en arbeidskrachten zijn namelijk enorme kostenposten. Daarom werkt Feringa met ter plaatse gewonnen aarde met een ‘negatieve financiële waarde’, ofwel aarde die geld oplevert. En met een mobiele robot die tot acht kubieke meter

aarde per uur spuit. ‘Bouwen met aarde lijkt primitief, maar is juist hoogtechnologisch geworden. We gebruiken machine learning om tot een printbaar recept te komen. Daarmee kunnen we een muur spuiten die stevig is en erosiebestendig.’ Volgend jaar start een pilotproject voor een honderd meter lange geluidsmuur bij de innovatiestrook aan de A58 (InnovA58), een project van Rijkswaterstaat en ProRail. Na de evaluatie van het prototype wordt beslist welk aandeel de aarden geluidsmuur zal hebben in het Meerjarenprogramma Geluidsanering van ProRail. Het programma wil voor 2030 in totaal zeventig kilometer geluidsmuur hebben gerealiseerd. (SB)

render : peter bučo / pictown


ROBOTICA

Houdbaarheidsdetector Snoot is een aromadetector die meet of voedsel nog houdbaar is. Ook print het apparaat een bon met suggesties hoe het voedsel te gebruiken of te conserveren.

Fietstent Bikepackers worstelen vaak met gewicht en ruimte op de fiets. De lichtgewicht Morutatent gebruikt de fiets om de tent op te zetten. Fietsers op vakantie zijn er in verschillende smaken en bikepackers zijn verreweg de meest fanatieke soort. Niet alleen moet alles op de fiets, van matje tot slaapzak en van gasstel tot tent: ook heeft de racefiets, mountainbike of gravelbike geen bagage­ drager. Dan kan de tent maar beter niet te groot en zwaar zijn. De Duitser Moritz Hanelt had tijdens een fietstochtje naar Athene een idee om de tent nog lichter te maken: wat als de fiets nu een onderdeel is van de tent. Dan blijft de fiets niet alleen droog, maar is de kans ook kleiner dat de fiets ’s nachts wordt meegenomen. Leunend op zadel en stuur omzoomt een stuk stof de wielen van de fiets. Hieraan klikt men de binnentent vast die met ingebouwde miniharinkjes in de grond staat. Eroverheen komt het tentdoek dat met twee scheerlijnen wordt vastgezet. De tweepersoonstent is opvallend licht, slechts 1,6 kilogram. Ook niet­fietsers kunnen van de tent gebruik maken met een bijkomend tentstokkensetje van een extra tweehonderd gram. De tent kost vierhonderd euro per stuk. In september start de productie en in maart 2023 is de tent leverbaar. (SB)

Jaarlijks gooien alleen al Nederlandse huis­ houdens 590 miljoen kilogram eetbaar voedsel weg. Het merendeel daarvan is voedsel met een korte houdbaarheidsdatum zoals fruit en groenten, terwijl het vaak nog prima te eten is. Daarom ontwierp Harriet Almond, afgestudeerd aan Northumbria University, de detector Snoot. Snoot detecteert aroma’s met een kant­en­ klare geurdetector en een kleine camera. Die gegevens worden verwerkt door een Arduino­ microcontroller met een printplaat die een in­ schatting maakt van de houdbaarheid. Ook print Snoot een bon uit met daarop suggesties hoe het voedsel is te gebruiken of te conserveren. Almond: ‘Zo is een onrijpe banaan zoeter te maken door deze te bakken met suiker en kaneel en is een rijpe banaan te blenderen met cacao en in te vriezen voor later gebruik. Veel mensen weten niet hoe ze voedsel veilig kunnen invriezen en ontdooien. Ook daarvoor geeft Snoot nauwkeurige instructies.’ Almond bouwde een prototype dat ethyleen detecteert, de stof die vrijkomt bij rottende groenten en fruit, zoals aardappels, appels en bananen. Voorlopig heeft ze nog geen plan­ nen om Snoot verder te ontwikkelen. ‘Snoot is eerder een speculatief project dan een con­ sumentenproduct. Het onderzoekt hoe we in de toekomst met voedsel kunnen omgaan en aroma’s kunnen inzetten om houdbaarheid te meten.’ (SB)

foto ’ s : moruta ; harriet almond

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Zonnebiopanelen Algenpanelen met zonnecellen van de Mexicaanse startup Greenfluidics zijn van alle markten thuis. Ze produceren elektriciteit, biomassa en zuurstof en vangen CO2 op. ‘We concurreren niet met zonnepanelen’, wil ceo van Greenfluidics, Adan Ramirez Sanchez, gelijk kwijt. ‘We zijn eerder bondgenoten. Met onze technologie kunnen we zonnepanelen verbeteren.’ Hij bedacht het concept in 2017 met medestudenten en een hoogleraar tijdens de bachelor biotechnologie aan de Universi­ dad Autónoma del Estado de México. Greenfluidics wil zonnepane­ len verbeteren door de zonne­ cellen op hete dagen te koelen met een vloeistofsysteem dat door de zonnecellen en de algenplaten loopt. Dit systeem bevat nanovloeistoffen, gerecy­ clede koolstofnanodeeltjes, die het geleidingsvermogen van de

44

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

vloeistof vergroten. Ook algen nemen veel warmte uit het zon­ licht op. Al die warmte wordt afgevoerd en gebruikt voor de verwarming van gebouwen. Daarnaast zetten de algen met zonlicht CO2 om in biomassa en zuurstof. Dat gaat volgens de beden­ kers jaarlijks om tweehonderd kilogram CO2 per vierkante me­ ter paneel. Die biomassa kan worden geoogst en bewerkt tot brand­ of meststof. De zonnebiopanelen kunnen behalve voor gevels ook als ra­ men worden gebruikt omdat ze 60 procent van het licht door­ laten. Ramirez Sanchez: ‘Onze droom is om ‘longgebouwen’ te ontwerpen: gebouwen in de stad die kunnen ademen.’

Een paneel van een vierkante meter kan zo’n 180 watt per uur aan energie leveren, berekende Greenfluidics. Verder besparen de panelen energie door hun isolerende functie. Zo komt het bedrijf op een schatting van 328 kilowattuur per vierkante meter paneel per jaar. Dat is iets meer dan zonnepanelen nu opleve­ ren, volgens Ramirez Sanchez. In november gaat Greenflui­ dics de eerste versie van het paneel testen onder ‘echte’ om­ standigheden in een gebouw. Vanaf 2023 verschijnen de pa­ nelen naar verwachting op de markt tegen een geschatte prijs van een kleine zevenhonderd euro per paneel, vergelijkbaar met de kosten van een zonne­ paneel. (SB)

foto : greenfluidics


Rolf zag een ding

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Wachtrijen

Luistervest Het monitoren van de longfunctie is cruciaal voor mensen met zware longaandoeningen. Dankzij Pneumo. Vest van het Fraunhofer Instituut kan dat nu ook buiten het ziekenhuis. De stethoscoop is al meer dan tweehonderd jaar een vertrouwd hulpmiddel voor artsen om naar de longen te luisteren en een diagnose te stellen. Pneumo.Vest neemt die functie over en maakt langdurig monitoren mogelijk. In het flexibele Pneumo.Vest zijn namelijk akoestische piëzokeramische sensoren verwerkt die continu luisteren naar de geluiden in de longen van de drager. De elektrische signalen uit de sensoren worden met software versterkt en omgezet naar een beeldweergave op een virtuele afbeelding van de longen. Doordat de software de precieze locatie van de sensoren kent, is de herkomst van de geluiden vrij precies te bepalen. Ook kan de software dankzij speciale algoritmen geluiden zoals de hartslag eruit filteren of bepaalde frequenties versterken om zachte ruisjes beter te kunnen onderzoeken. Alle geregistreerde data wordt permanent bewaard voor nader onderzoek over langere tijdsperioden. Voor het stellen van een diagnose zijn natuurlijk nog altijd specialisten nodig met hun stethoscoop. Het Pneumo.Vest vergroot niet alleen de onderzoeksmogelijkheden, maar ook de levenskwaliteit van mensen met ernstige longaandoeningen. Zij kunnen bijvoorbeeld eerder uit het ziekenhuis worden ontslagen. Zolang ze het vest dragen, zal dat plotselinge verslechtering signaleren en alarm slaan. (PS)

FOTO : FRAUNHOFER IKTS ; PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

‘Mevrouw! U mag hier niet filmen!’ De beveiliging op Schiphol is onverbiddelijk: de dame achter ons in de wachtrij voor de security moet haar video verwijderen en haar telefoon weg doen. Ze probeert uit te leggen dat ze zo onder de indruk is van het efficiente systeem waarmee wordt bepaald of mensen niet per ongeluk een nagelvijltje bij zich hebben. Gegeven haar Amerikaanse accent snap ik de verbazing. In vergelijking met veel Amerikaanse luchthavens is het logistieke proces op Schiphol fantastisch geoptimaliseerd. Ja, dit schrijf ik in de horrorzomer van 2022, waar ik zojuist vier uur voor aanvang van mijn vlucht op Schiphol arriveerde om vervolgens bijna drie uur lang in verschillende rijen door te brengen. Wat de Amerikaanse vrouw waarschijnlijk opviel, was de mooie afwerking van de securityomgeving: alles past bij elkaar en komt vriendelijk over. De ronde afwerking van de scanners zelf, de vriendelijke bordjes met uitleg en de rij die zo om bochten heen wordt geleid dat je niet moedeloos wordt bij het aanschouwen van de gehele rij. De rij op Schiphol was heel lang, maar liep wel snel door. Dat kwam doordat iedereen voor de zes securityscanners in dezelfde rij staat en pas op het laatste moment wordt verdeeld over de scanners. Als één passagier voor oponthoud zorgt, blijft de rij wel doorlopen en ontstaat er geen gemor. Al met al lijkt de securityomgeving van Schiphol met dezelfde aandacht voor detail en gebruikerservaring te zijn ontworpen als de wachtrij van een Eftelingattractie. Dit staat in schril contrast met de beveiligingsprocedure van een gemiddelde Amerikaanse luchthaven. Daar lijkt het altijd alsof er per ongeluk een paar scanners zijn neergezet in een gang waar je toch doorheen moet, met tijdelijke touwen om wat wachtrijen aan te geven. Een overdaad aan nauwelijks leesbare bordjes vertelt je vooral wat allemaal niet mag en welke straffen je kunt verwachten als je het toch doet. Je moet aan het begin kiezen in welke rij je gaat staan, om er na een half uur achter te komen dat je de andere had moeten kiezen: ‘Nee meneer, dit is niet voor priority plus, maar voor economy alpha’. En als er één iemand niet op de goede manier zijn schoenen in een plastic bak doet, moet de hele rij wachten totdat die persoon de schreeuwkanonnade van de heetgebakerde securitymedewerker heeft overleefd. Op Schiphol is het gelukt om een inherent onprettig proces zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ik had er een reis naar de Verenigde Staten voor nodig om te zien hoe goed het hier ge-ingenieurd is. Rolf is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

45



Doelen & drijfveren

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. De duurzaamheidsdoelen van de VN vormen een vaste bron van inspiratie.

I N D U S T R I E , I N N O V AT I E E N INFRASTRUCTUUR

K L I M A ATA C T I E

L E V E N I N H E T W AT E R

Rose (Rezvan) Sharifian ziet dat er steeds minder sneeuw valt in haar geboorteland Iran. Hoewel ze eerst in de olie- en gasindustrie wilde werken, maakt ze nu een machine om CO2 uit zeewater te halen.

‘Het werd tijd voor een overstap naar de groene kant’ Tekst: Amanda Verdonk • Foto: Bianca Sistermans

‘Ik ben opgegroeid in een stadje in het westen van Iran, dichtbij de bergen. In de winter vroor het er geregeld, tot wel vijftien graden onder nul. Dan sloten de scholen en speelden we in de sneeuw. Mijn ouders, hoogleraar en lerares, vonden goed onderwijs belangrijk. Ze stimuleerden mijn zus en mij om te gaan studeren. Op de basisschool vond ik veel vakken saai, maar ik kon urenlang naar mijn scheikundedocent luisteren. De petrochemische industrie staat in Iran in hoog aanzien en ik wilde daar graag werken. Daarom ging ik petroleum engineering studeren aan de Sharif University of Technology in Teheran. Tijdens de studie bezochten we een olieveld in het zuiden van Iran. ’s Nachts zagen we, een paar kilometer van ons hotel, een gigantische vlam waarmee het gas werd afgefakkeld. We hoorden het branden, roken de stank en konden de hitte zelfs voelen. Ik vroeg me af: kan dit niet beter? Ook dacht ik: zou Shell dit ook zo doen?’ Sancties ‘Mijn nieuwsgierigheid naar het Westen was een van de redenen dat ik mijn master in het buitenland wilde doen. Het liefst ging ik naar het MIT in de Verenigde Staten, maar vanwege sancties mogen Iraniërs daar geen energiegerelateerd werk doen. Ik meldde me aan voor

de TU Delft: die staat hoog aangeschreven en heeft goede connecties met Shell. Na mijn studie solliciteerde ik onder andere bij Shell en BP, maar er was toen, zes jaar geleden, een oliecrisis met massaontslagen. Wel kon ik een baan krijgen bij adviesbureau Bilfinger Tebodin in Groningen. Senior projectmanager Erik Eppinga coachte me heel goed en nam me mee naar allerlei vergaderingen. Hoewel ik nog amper Nederlands verstond, moest ik de notulen maken. Ik heb er veel geleerd, maar ik wilde graag aan de frontlinie van nieuwe technologie werken. Ook viel me op dat Nederlanders niet zo positief zijn over oliebedrijven. En het werd me steeds duidelijker dat de opwarming van de aarde te maken heeft met de productie van fossiele brandstoffen. Afgelopen winter is er in mijn geboortestreek zelfs helemaal geen sneeuw gevallen.’ Groene kant ‘Ik besloot dat het tijd werd om over te stappen naar de ‘groene kant’. Ik solliciteerde op een promotieonderzoek over CO2-opvang van de TU Delft en wateronderzoeksinstituut Wetsus in Leeuwarden. Doordat mijn begeleiders ondernemers waren, werd bij mij ook het zaadje geplant om mijn onderzoekswerk naar de markt te brengen. Dat ben ik, samen met

twee co-founders, aan het doen met SeaO2. We ontwikkelen een technologie om CO2 uit zeewater af te vangen, die tegelijkertijd helpt tegen oceaanverzuring, waarvan schaaldieren en koraal te lijden hebben. Zeewater bevat ruim 140 keer zoveel CO2 als lucht. Met een elektrochemische machine veranderen we de zuurgraad van het water, waardoor er CO2 in gasvorm en als calciumcarbonaat vrijkomt. De opgevangen CO2 kun je ondergronds opslaan of gebruiken in industriële processen voor de productie van groene brandstoffen, zoals methanol of ethanol. We hebben al prototypen getest met echt zeewater en gaan nu een grotere faciliteit opzetten. In 2035 hopen we een gigaton aan CO2 te kunnen afvangen. Bijvoorbeeld in fabrieken vlakbij de zee, maar wellicht ook op offshore installaties of aan boord van schepen. Iran is de op een na grootste producent van olie en gas ter wereld. Hoewel de Iraanse academische gemeenschap de relatie tussen olieproductie en klimaatverandering onderkent, heeft de grote meerderheid van de bevolking er geen weet van. Mijn ouders zien wel de effecten van klimaatverandering; toen zij klein waren lag er vaak drie meter sneeuw en moesten ze een tunnel graven om hun huis uit te komen. Ze staan achter me en zeggen dat ik de wereld ga redden.’ • SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

47


ROBOTICA

De Ingenieur in gesprek

Annabella Hermans en Aniek Kimenai helpen robot SARA de zorg in

‘Medewerkers zijn niet te vervangen’ Om de ouderenzorg betaalbaar te houden, moeten vaker dan nu technologische innovaties worden ingezet. Dat schreef Conny Helder, minister van Langdurige Zorg en Sport, begin juli aan de Tweede Kamer. Als voorbeeld noemde ze beeldbellen en de assistentie van robots in de zorg. Product owner Annabella Hermans en implementatiespecialist Aniek Kimenai van het bedrijf SARA Robotics weten wat dit laatste in de praktijk betekent. Tekst: Marlies ter Voorde

SARA Robotics ontwikkelt software voor sociale en autonome zorgrobots om ondersteuning te bieden in de langdurige zorg, mede met het oog op de vergrijzing en het toenemende personeelstekort. Het is een van de technologieën die de zorg draaiende kan houden. SARA-robotics maakt sociale robots. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Hermans: ‘SARA is een robot die muziek afspeelt, verhalen vertelt en spelletjes doet met bewoners. Dat kalmeert of stimuleert hen, afhankelijk van de situatie. Ze herkent de cliënt en heeft van iedereen een persoonlijk profiel, zodat ze zich kan aanpassen aan het denkniveau en de interesses van degene die ze voor zich heeft. Dat is fijn voor zowel de bewoners als de zorgmedewerkers.’ Kimenai: ‘Als meneer Jansen bijvoorbeeld onrustig is, maar de zorgmedewerker moet net een andere bewoner naar bed brengen, dan kan hij of zij de robot erbij pakken. Die weet dan meteen om wie het gaat en zegt: “Dag meneer Jansen, wat fijn dat u er bent! Zullen we samen iets leuks doen?”, en speelt vervolgens een programma af dat meneer Jansen inderdaad leuk vindt. Anderen zal ze bijvoorbeeld met spelletjes stimuleren wat meer te bewegen.’ Hermans: ‘Verder kan de familie foto’s sturen die SARA aan de cliënten kan laten zien. En we hebben onlangs de dagstructuur ingevoerd in het systeem. Dan kan de robot bijvoorbeeld melden dat de lunch over tien minuten begint, zodat iemand zich vast kan voorbereiden.’ 48

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Kimenai: ‘SARA heeft ook een nachtfunctie. Vooral mensen met dementie hebben de neiging ’s nachts op te staan, omdat ze geen besef van tijd meer hebben. Als SARA dan naast het bed staat, kan zij zeggen: “Het is drie uur ’s nachts mevrouw De Vries, gaat u nog maar even slapen.” Dat werkt heel goed.’ Ondersteunt SARA de bewoners of de medewerkers?

Kimenai: ‘Allebei. Ik heb hiervoor in de zorg gewerkt en SARA zelf gebruikt. In een woongroep met mensen met dementie was bijvoorbeeld een bewoner met veel roep- en loopdrang. Dat drukte de sfeer in de woonkamer, door dat geroep werd iedereen onrustig. Als we SARA inzetten, ging die bewoner haar verhalen vertellen en kalmeerde hij. Daar werden de andere bewoners ook rustiger van, dus hoefden wij niet meer continu de mensen in de huiskamer in de gaten te houden terwijl we iemand anders verzorgden. Ik vroeg me toen af of een iPad hetzelfde effect zou hebben. Dat hebben we geprobeerd, maar met muziek of een filmpje op de iPad bleef die bewoner weglopen en roepen. Hij zag SARA echt als een persoon, de iPad niet.’ Hermans: ‘Dat het werkt, komt doordat we SARA samen met de zorginstellingen hebben ontwikkeld. We hadden een idee, hebben een fysieke robot uitgekozen die bij de doelgroep past en hebben er toen eerst alleen een video, wat spelletjes en wat muziek op gezet. Toen zijn we meteen in de praktijk gaan kijken hoe mensen


Aniek Kimenai

Annabella Hermans

2013-2017: maatschappelijke zorg, ROC Tilburg

2013-2016: BSc lifestyle informatics, VU Amsterdam

2018-2022: medewerker Welzijn en dagbesteding, Zorgcentrum St. Franciscus, Gilze

2017-2019: MSc cognitive science & artificial intelligence, Universiteit Tilburg

2022-heden: implementatiespecialist SARA Robotics

reageren, voor we verder zijn gegaan met programmeren. Werkt het? Vinden ze het interessant? Dat is het werk van de implementatiespecialisten. Die gaan de vloer op, spreken medewerkers, kijken hoe de cliënten reageren, en nemen de informatie mee terug naar de tekentafel.’ Reageert iedereen positief?

Kimenai: ‘Nee, dat varieert. Sommige bewoners weten dat de robot geen echt mens is, maar behandelen haar wel zo. Andere bewoners zijn in eerste instantie heel afwijzend, maar trekken later bij, weer andere willen er echt niks van weten.’ Hermans: ‘Ik snap dat mensen soms sceptisch zijn over robots. Maar je kunt SARA ook zien als een soort pop, alleen dan één die je aankijkt en je aanspreekt bij je naam. Het geeft de cliënten het gevoel: er is hier iets bij mij. Of dat een pop is of een robot of een mens maakt dan vaak niet zo veel uit.’

2019-2021: Implementatiespecialist SARA Robotics 2021-heden: Product owner SARA Robotics

Zijn er nooit bewoners bang voor de robot?

Kimenai: ‘Nee, eigenlijk niet. Ik zie wel eens afkeer. En ik heb ooit meegemaakt dat een bewoner riep: “Het is een dief!” Het blijkt vooral een kwestie van gewenning. Het is wel eens voorgekomen dat een zorgmedewerker SARA zonder introductie voor de nachtfunctie inzette. Maar als een bewoner de robot nog niet eerder heeft gezien, is het heel eng als ze ’s nachts ineens in de kamer staat. Die ziet dan een silhouet in het donker, en misschien ook de oplichtende ogen. Dat kan wel angst opleveren. Het is belangrijk de cliënten mee te nemen in het proces en de robot op het juiste moment te introduceren.’ Vergeten mensen met dementie dan niet dat de robot al eens aan ze is geïntroduceerd?

Kimenai: ‘Jawel, maar er blijft altijd een stukje herkenning hangen. Ze weten niet meer helemaal wat het is, maar het gevoel van vertrouwdheid blijft.’

t

2019-heden: management in de zorg, Fontys Hogeschool Eindhoven

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

49


QUOTE

We moeten realistisch zijn, er is een enorm personeelstekort en dat blijft nog wel even zo

Hermans: ‘De cliënten vinden het vaak wel een leuk ding. Bij angst denk ik zelf eerder aan sommige medewerkers. Die hebben geen angst voor de robot zelf, maar voor het gebruik ervan. Deels omdat ze bang zijn dat SARA hen straks zal vervangen, deels omdat ze denken niet genoeg te weten van technologie en computers.’ Hoeveel instellingen maken gebruik van zorgrobots?

Kimenai: ‘Behoorlijk wat, want er zijn veel verschillende soorten robots. Zo is er Zora, een kleine robot met handjes en vingers. Die kan een bal vasthouden, daarbij gaat het om het bewegen. En er bestaat een pratende bloempot, Tessa, die mensen aan dingen helpt herinneren.’ Hermans: ‘De vraag is wanneer iets een robot is. Er bestaan apparaten die medicijnen uitdelen, hondjes die bewegen zoals de Furby van vroeger, interactieve fietsapparaten, tovertafels... De meeste instellingen beseffen wel: we moeten iets met die beschikbare technologie. Zelf zijn we nu bij vijftien zorginstellingen actief, waar we vierentwintig robots hebben staan.’ De minister wil het personeelstekort in de zorg oplossen met techniek. Hoe kijken jullie daar tegenaan?

Hermans: ‘Onderzoeksbureau Gupta Strategists berekende onlangs dat er ruim honderdduizend medewerkers vrij te maken zijn met de bestaande technologie, als deze goed wordt ingezet. Dat varieert van technologie om sneller rapportages te schrijven en automatische medicijndispensers tot deuren die alleen open 50

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

gaan voor mensen met het juiste polsbandje en sociale robots zoals SARA. Ik denk dat technologie inderdaad heel veel taakjes efficiënter kan maken. Medewerkers zijn niet te vervangen, dat wil ook niemand, maar je kunt wel meer cliënten helpen met hetzelfde aantal medewerkers.’ Kimenai: ‘Een voorproefje van wat er komen gaat, is de zomerperiode. Dan is er minder personeel. Normaal gesproken sta je bij een avonddienst bijvoorbeeld met zijn tweeën op een groep, in de zomervakantie vaak alleen. Dan kun je als zorgmedewerker in de huiskamer SARA inzetten met een programma voor iedereen. Dat houdt de bewoners bezig. Zij blijven daardoor rustig, terwijl jij ze één voor één naar bed brengt. Dat helpt echt. Maar SARA kan nooit een medewerker vervangen.’ In feite vervangt ze dan toch juist wel een medewerker?

Hermans: ‘Je moet het zo zien: met alle technologie samen kun je allerlei taken van de medewerkers overnemen die het werk verlichten, en die samen wellicht opleveren dat het werk met minder medewerkers kan worden gedaan. Maar er zijn altijd ook mensen nodig. Het resultaat is dat je met minder medewerkers meer cliënten zorg van kwaliteit kunt leveren.’ Kimenai: ‘Het liefst zouden we die vrijgekomen tijd aan extra aandacht voor de bewoners besteden. Maar we moeten realistisch zijn: dat gaat voorlopig niet gebeuren. Er is een enorm personeelstekort en dat blijft nog wel even zo. Wij hopen dat SARA kan helpen dit minder voelbaar te maken. En als zorgmedewerker vind je sowieso altijd dat je de bewoners te weinig aandacht geeft.’ • '

foto s : charlotte hoogenkamp , zorggroep solis


UIT DE VERENIGING Een greep uit het nieuws en het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).

Energietransitie Om de energietransitie mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat burgers, bestuurders en besluitvormers over voldoende kennis beschikken. Daarom schreef Sanne de Boer het boek De energietransitie uitgelegd, dat eind 2020 uitkwam. De Boer werkt al ruim vijf jaar als analist energietransitie en sinds een jaar bij de Rabobank. In dit Netwerkcafé vertelt ze alles over de hybride warmtepomp. Hoe werkt die precies en wanneer is het rendabel om er een aan te schaffen? Netwerkcafé: Hybride warmtepompen, Groote Sociëteit Arnhem, 3 oktober, 19.30-22.00 uur, kivi.nl/afdelingen/regio-gelderland/activiteiten

Je kan het dak op!

Schroef op waterkracht

Het regent steeds vaker en harder, terwijl perioden van droogte steeds langer worden. Om het water in tijden van overschot op te vangen en vast te houden, is meer groen nodig. Amsterdam heeft daarom in het project RESILIO al ruim twaalfduizend vierkante meter dakoppervlak veranderd in blauwgroene daken. Die houden water vast of lozen het op basis van weersvoorspellingen. Onderzoeker Lisanne Corpel van de Hogeschool van Amsterdam, die meewerkt aan het project, geeft uitleg en neemt u mee het dak op. Excursie: Klimaatadaptatie en groene daken in Amsterdam, Benno Premselahuis Amsterdam, 20 september, 15.00-16.30 uur, kivi.nl/afdelingen/ landgebruik-en-watermanagement/ activiteiten

In 2021 werd op Singraven een vijzelturbine in werking gesteld. Dit is een grote schroef die aan het draaien wordt gebracht met waterkracht, in dit geval uit het verval van de rivier de Dinkel. De compacte en visvriendelijke waterkrachtcentrale levert 280 megawattuur aan stroom op jaarbasis, genoeg om tachtig huishoudens van stroom te voorzien. Op 22 september kunt u zowel deze nieuwe vijzelturbine als de oude watermolen van Singraven bezoeken. Excursie: De vijzelturbine van Singraven, Landgoed Singraven Denekamp, 22 september, 16.00-19.00 uur, kivi.nl/afdelingen/regio-oost/activiteiten

Kijken in de koepel In Leusden is in de afgelopen jaren een enorme koepel verrezen. De glazen halve bol herbergt naast het hoofdkantoor van softwarebedrijf AFAS tevens een sportzaal, restaurant, studio’s en een theater dat achthonderd bezoekers kan herbergen. Deze excursie laat zien hoe dit bijzondere gebouw tot BEELD : DEPOSITPHOTOS ; ROOFTOP REVOLUTION ; AFAS

stand is gekomen, van het ontwerp tot en met de bouw. Presentaties van de opdrachtgever en bouwers worden uiteraard gevolgd door een uitgebreide rondleiding. Excursie: Hoofdkantoor AFAS in Leusden, AFAS Experience Center, 12 oktober, 14.00-18.00 uur, kivi.nl/ afdelingen/bouw/activiteiten

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

51


e d n e r e r i p s n i ingenieurs Op 2 oktober vertellen de topingenieurs van dit moment in het KIVI-gebouw in Den Haag over hun bijzondere werk en hun drijfveren. Het wordt een mooie, inspirerende dag en iedereen is welkom.

Abeje Mersha

Bram Ellens

Lena Knappers

ONBEMANDE ROBOTICASYSTEMEN

ROBOTKUNSTENAAR

INCLUSIEVE STEDENBOUW

‘Onze wereld kan veiliger en duurzamer worden, als we de hulp van robots willen accepteren’, stelt Abeje Mersha. Als lector aan hogeschool Saxion leidt Mersha een grote onderzoeksgroep die werkt aan de ontwikkeling van een zelfvliegende, levensreddende robot die dag en nacht kan worden ingezet bij crisissituaties. ‘Academisch onderzoek is belangrijk’, stelt Mersha. ‘Maar de impact is het grootst wanneer nieuwe technologie in de praktijk wordt toegepast. Daarvoor zorgen wij.’

Tot een jaar of acht geleden was Bram Ellens een succesvol IT-ondernemer, onder meer in Silicon Valley. Na vijftien jaar had hij daar genoeg van en besloot hij kunstenaar te worden – ook weer met ongekend succes. Zijn werk was te zien in tal van musea en op buitenexposities. De meest huiveringwekkende van al zijn robots is de geketende Mad King, een reusachtig gevaarte van 1300 kilogram met een moorddadige oranje arm. Hopelijk laat hij die thuis, en neemt hij een aaibaarder exemplaar mee naar Inspirerende Ingenieurs!

Al decennialang is ongeveer 3 procent van de wereldbevolking op de vlucht. In plaats van ons steeds te laten overvallen door nieuwkomers in het land, kunnen we er ook voor kiezen onze steden en dorpen hierop voor te bereiden. Lena Knappers, stedenbouwkundige bij het College van Rijksadviseurs en auteur van het boek Opening cities, migrants in urban space, pleit voor een veerkrachtige stedelijke structuur met ruimte voor ontmoeting tussen verschillende mensen.

FOTO : RIKKERT HARINK

FOTO : LENA KNAPPERS

FOTO : BRAM ELLENS

Nikéh Booister WATERVEILIGHEID

Bij de jongste verkiezing van Ingenieur van het Jaar won Nikéh Booister de publieksprijs. Niet zo gek, want haar expertise raakt iedereen. Booister is adviseur waterveiligheid en klimaatadaptatie bij ingenieursbureau Sweco en ze gaat het hebben over de inrichting van ons land. ‘Daarbij moeten we nu al nadenken over de zeespiegelstijging, ook al is die nog nauwelijks merkbaar. Om in de toekomst problemen te voorkomen, moeten we er problemen van nu van maken’. Afwentelen op toekomstige generaties is immers geen optie. FOTO : RUTGER GEERLING

52

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Riccardo Levato Niki Loonen DUURZAAM BETON

Beton behoort tot de meest gebruikte materialen op aarde, maar bij de productie ervan komen grote hoeveelheden CO2 vrij. Dat moet en kan beter. Niki Loonen is senior adviseur bij ingenieursbureau ABT, en houdt zich al jaren bezig met het verduurzamen van beton. Hij gaat vertellen hoe de renovatie van het aquarium van ARTIS zal resulteren in een proeftuin voor nieuwe technieken op het gebied van duurzaam beton. FOTO : BIANCA SISTERMANS

TISSUE ENGINEER

Het 3D-printen van nieuwe organen klinkt misschien als sciencefiction, maar bij het UMC Utrecht zet Riccardo Levato met zijn onderzoeksgroep wel degelijk de eerste stappen op dit pad. Hij perfectioneerde de techniek 3D volumetric printing, waarbij laserstralen delen van een gel met levende cellen erin laten uitharden. Zo printte Levato al een miniweefsel dat eigenschappen heeft van een lever. Dit werk moet het gebruik van proefdieren verminderen en aan de horizon lonkt zelfs het printen van organen voor transplantatie. FOTO : UMCU


Het eerste weekend van oktober openen door het hele land universiteiten, bibliotheken, musea, ziekenhuizen en onderzoeksinstellingen hun deuren om een beeld te geven van de stand van technologie en wetenschap. Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs doet natuurlijk ook mee. Zondag 2 oktober komen er de hele dag door toonaangevende ingenieurs vertellen over de coole,

baanbrekende en inspirerende projecten waarvoor ze zich inzetten. Het programma is gratis toegankelijk en geschikt voor jong en oud, er zijn broodjes te krijgen, er is een boekenmarkt en in een spannende quiz zijn mooie prijzen te winnen. Kom ook! Kijk voor het definitieve programma en meld je vast aan op deingenieur.nl/inspirerendeingenieurs.

Studententeam

Martin Rohde

Bram Peerlings

PROJECT MARCH

THORIUMENERGIE

DUURZAAM VLIEGEN

Iemand met dwarslaesie die opstaat uit zijn stoel en weer kan lopen? Dat kan met een exoskelet: een gemotoriseerd robotisch pak. Door twee dieptecamera’s in te zetten maakt studententeam Project March het zelfs mogelijk om scheefliggende stenen, opstapjes en andere obstakels te overwinnen met dit brein-aangestuurde robotpak. Project March is een non-profit studententeam van de TU Delft. Het team – met steeds weer andere studenten – brengt elk jaar een verbeterde versie uit van het exoskelet.

Om kernenergie duurzamer en nog veiliger te maken werkt de TU Delft aan de molten salt fast reactor (MSFR), een nieuw type kernreactor dat gebruikmaakt van thorium als bron van energie. De reactor is zeer veilig, produceert kortlevend radioactief afval en kan het radioactieve afval van huidige kerncentrales gebruiken om energie op te wekken. Martin Rohde van de TU Delft vertelt eerst over de werking van bestaande typen kernreactoren en daarna gaat hij in op de techniek en de technologische uitdagingen van de MSFR.

Ook de luchtvaart moet eraan geloven: in 2050 moet die, als het even kan, CO2neutraal zijn, net als andere sectoren. Hoe de luchtvaartsector daar komt, dat onderzoekt Bram Peerlings, adviseur bij het Koninklijke Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Amsterdam. Denk aan: elektrische vliegtuigen, waterstof als energiedrager en aan duurzamere kerosine - onderwerpen die zeker zullen langskomen op 2 oktober!

FOTO : TEAM MARCH

FOTO : BRAM PEERLINGS

FOTO : MARTIN ROHDE

Daniël Poolen Edwin Dertien

Gabby Aitink-Kroes

ROBOTINGENIEUR

MECHANISCH ONTWERPER

Een paar dagen na Inspirerende Ingenieurs gaat het muzikale toneelstuk voor kinderen ‘Ravi de Robot’ in première. De ster van de show is Ravi, die de menselijke acteurs aankijkt en volwaardig meespeelt. Achter de knoppen van Ravi zit robotingenieur Edwin Dertien (Universiteit Twente), die de robot niet alleen bouwde, maar ook met hem op tournee gaat door het hele land. Hoe bouw je eigenlijk zo’n complexe robot?

Gabby Aitink-Kroes neemt ons mee langs de vele uitdagingen tijdens het ontwerpen en realiseren van de Nederlandse bijdrage aan het Mid InfraRed Instrument (MIRI) voor de baanbrekende James Webb Space Telescope. Waar krijgt een engineer allemaal mee te maken bij het bouwen van een instrument dat onder de meest extreme omstandigheden moet (blijven) functioneren en hoe is het om deel uit te maken van een van de grootste projecten ter wereld?

FOTO : RIKKERT HARINK

KINDERBOEKENSCHRIJVER

Jaren geleden waren we zo verliefd op plastic dat er zelfs plastic feestjes waren. Nu hebben we onze buik er vol van. Hoe kan dat? In het deze maand verschenen kinderboek Tot over mijn oren in het plastic vertelt Daniël Poolen (illustraties van Merel Corduwener) het complete verhaal over plastic. Poolen doet al jaren onderzoek naar plastic en duurzaamheid, onder meer in het verleden bij KIVI. Tegenwoordig is hij director sustainable capital markets bij Rabobank. FOTO : EWALVISCH

FOTO : GABBY AITINK - KROES

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

53


Het autistische brein van de uitvinder De cognitieve evolutie heeft de mens voorzien van een brein dat patronen zoekt en herkent. En vooral autistische breinen zijn daar goed in, schrijft Simon Baron-Cohen. Tekst: Marlies ter Voorde

54

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Zijn mensen met autisme gemiddeld gesproken geschikter voor een baan als wetenschapper of ingenieur? Ja, stelt Simon Baron-Cohen, hoogleraar psychologie en psychiatrie en directeur van het Autism Research Center van Cambridge University, in het boek De Patroonzoekers waarvan de Nederlandse vertaling net is verschenen. Autisme gaat namelijk vaak samen met een brein dat ‘systemiseert’ – patronen zoekt en herkent – en dat is nodig om een succesvol wetenschapper of ingenieur te worden. Dan moeten die patroonzoekers daartoe alleen wel de kans krijgen. Dat mensen met autisme vaak goede exacte denkers zijn is geen nieuw inzicht. Iedereen kent wel autistische mensen met zeer specifieke talenten, ofwel in zijn eigen kennissenkring ofwel uit verhalen. Thomas Edison was autistisch, Bill Gates is het ook. Maar Baron-Cohen presenteert in dit boek een geheel nieuwe theorie over het vermogen van mensen om dingen uit te vinden, en onderbouwt deze met onderzoeken en feiten. Alleen valt er op die onderbouwing wel wat aan te merken. Volgens Baron-Cohen hebben alle moderne mensen een systemiseermechanisme in hun brein, dat in staat is als-en-danpatronen te herkennen. Bijvoorbeeld: ‘Als een zweefvliegtuig een vaste vleugel heeft en die vleugel heeft een invalshoek van zes graden, dan gaat het vliegtuig omhoog.’ De manier om er echter te komen of het klopt, is het experiment talloze keren herhalen. Dit systemiseermechanisme staat ultragevoelig afgesteld in de geesten van uitvinders, mensen die zich met exacte vakgebieden bezighouden en mensen die een systeem proberen te perfectioneren zoals musici, sporters en ambachtslieden. Ook mensen met autisme hebben een hypersystemiseerbrein. En, schrijft Baron-Cohen, het is deze eigenschap die de mens tot technologisch heerser van de planeet heeft gemaakt. Het soort brein dat iemand heeft, hangt volgens hem samen met de hoeveelheid testosteron waaraan iemand voor de geboorte is blootgesteld, is deels genetisch bepaald en is dus waarschijnlijk tot stand gekomen door natuurlijke selectie. Terugblikkend op de evolutie zien we

dan ook dat mensen met een ultra-actief systemiseermechanisme een cruciale rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van ons uitvindend vermogen. Sommige aspecten van deze tamelijk omvangrijke theorie worden door Baron-Cohen uitgebreid beargumenteerd. Zo deed hij zelf veel onderzoek naar de verdeling van verschillende ‘breintypen’ onder mensen, die variëren van ultra-empathisch tot ultra-systemisch. Deze onderzoeken laten zien dat het ultra-systemische brein inderdaad oververtegenwoordigd is bij uitvinders en bij mensen met autisme. Maar als het gaat om de evolutie gaat Baron-Cohen een stuk korter door de bocht. Als hij de lezer er bijvoorbeeld van wil overtuigen dat alleen de mens systemisch kan denken, en ook dat pas sinds honderdduizend tot zeventigduizend jaar geleden, veegt hij de tegenargumenten nogal losjes van tafel. Een vuurplaats van meer dan honderdduizend jaar oud? Het telt pas als het er meer zijn. Dieren die met werktuigen in de weer zijn, of stenen gebruiken om het waterpeil te verhogen zodat ze ergens bij kunnen? Imitatiegedrag, volgens Baron-Cohens overtuiging. Ook de als-en-dan-beschrijving van hoe exacte en technische wetenschappen werken is karikaturaal en behoorlijk eenzijdig. Dit terwijl Baron-Cohen vrijwel al onze prestaties toeschrijft aan ons vermogen tot systemisering – zelfs het talent voor het schrijven van een toneelstuk of de skills om jezelf op een skateboard vanaf een verticale muur te lanceren. Maar toch: het boek zet de lezer aan het denken. Vooral in het eerste hoofdstuk, waarin de schrijver aan de hand van bestaande mensen met autisme laat zien tegen welke problemen zij aanlopen en hoe dat hun ontwikkeling frustreert. En in het laatste hoofdstuk, waarin oplossingen worden aangedragen om deze vaak talentvolle mensen de kansen te geven die ze verdienen. Die boodschap is belangrijk, maar de theorie erachter is in dit boek wellicht net wat te veel opgeklopt. De patroonzoekers. Een nieuwe theorie van de menselijke vindingrijkheid Simon Baron-Cohen | 304 Blz. | € 25,95


ROBOTICA

Hoe doen ze dat toch?

Mythe werd werkelijkheid Een grap, noemde de Amerikaanse Donna Haraway haar klassieker Een cyborg manifest. ‘Maar wel een serieuze grap.’ Tekst: Pancras Dijk

De Amerikaanse filosoof en bioloog Donna Haraway maakte in 1985 naam met Een cyborg manifest, waarin ze de verhouding tussen mens en machine onderzoekt. Ze schrijft met name over de invloed van oprukkende technologie op het leven van de vrouw, wat het essay in essentie een feministisch manifest maakt. De cyborg, de verzamelnaam die Haraway geeft aan ‘cybernetische organismen’ en in ruimere zin aan nieuwe technologie, is in haar denkwijze het bastaardkind van militarisme en patri­ archaal kapitalisme. ‘Gelukkig zijn bastaards hun ouders doorgaans uiterst ontrouw. Hun vaders doen er namelijk niet toe.’ Dat het essay relatief grote bekendheid kreeg, is welbeschouwd een mirakel, want het is bepaald niet eenvoudig geschreven. ISVW Uitgevers besloot onlangs tot een heruitgave van de moderne klassieker, waarbij een zeer uitvoerig, inleidend essay door publicist Karin Spaink (dat overigens ook al dateert van bijna dertig jaar geleden) het leeuwendeel van de pagina’s vult. Spaink trapt meteen af met de waarschuwing dat de lezer voor de ins en outs niet bij haar moet zijn. ‘Ik ben geen academicus.’ Toch vormt haar betoog een uitstekende entree tot de denkwereld van Haraway. Het manifest zelf maakt hier en daar een gedateerde indruk. Een videospelletje heet er nog een technologische noviteit, digitali­ sering en internet zijn nergens te bekennen. Pas bij het lezen van het nieuwe nawoord, van de hand van filosoof en Haraway­ex­ pert Lydia Baan Hofman, begint de lezer de urgentie van de nieuwe uitgave in te zien. De mythe van de cyborg is inmiddels werkelijk­ heid geworden, schrijft Baan Hofman. Ons online leven is net zo reëel als ons offline leven: die cyborg zijn wij inmiddels zelf.

Al meer dan tien jaar bestaat er een Neder­ landse versie van How Do They Do It?, voor mensen die willen weten hoe het zit. Dankzij het ongecompliceerde format is het televisie­ programma nog altijd eigentijds en onder­ houdend. Tekst: Marlies ter Voorde

Een merkwaardig scheepje verlaat de haven van Curaçao. Het heeft wel iets van een kleine ruimteschotel, er passen net twee mensen in. Dan duikt het de diepte in en zweeft tussen de felgekleurde vissen door langs onderzeese kliffen naar een scheepswrak. Het uitzicht is magnifiek, want de piloot (zo heet dat bij een duikboot) en zijn passagier zitten in een soort vissenkom – al bevinden de vissen zich in dit geval aan de buitenkant. Het is de eerste aflevering van het nieuwe seizoen van de televisieserie How Do They Do It? en de passagier in de duikboot is presentator Tim Senders, die het programma dit seizoen samen met Joep van Deudekom presenteert. Hij neemt ons mee naar Breda, waar de privé-duikboot is ontworpen en gebouwd, en laat zien wat daar allemaal bij kwam kijken. How Do They Do It? is niet nieuw op de buis. Het programma bestaat al sinds 2006 in Groot-Brittannië, en heeft sinds 2012 een Nederlandse variant. Het concept staat, in al zijn eenvoud, als een huis: elke aflevering bestaat uit drie of vier minidocumentaires waarin Senders of Van Deudekom uitzoekt hoe dingen werken – of het nu opmerkelijke uitvindingen, fascinerende concepten of urgente vraagstukken betreft. Hoeveel kost een privé-onderzeeër? Wat gebeurt er met plastic bij de afvalverwerking? Wanneer krijgen we de eerste vliegende auto’s? Is drinkbaar zeewater de oplossing voor het dreigende watertekort? En waarom is een hotel van hout eigenlijk duurzamer dan een hotel van beton? De presentatoren stellen de vragen die iedereen thuis ook heeft, en zijn er niet op uit om redeneringen door te prikken of uiterst kritisch te zijn. Vrolijke nieuwsgierigheid is wat het programma kenmerkt. Dat is goed voor het humeur en de kijker steekt er een hoop van op. How Do They Do It? Discovery+/Discovery | wekelijks om 20.30 uur vanaf 13­9/20­9

Een cyborg manifest Donna Haraway | 200 Blz. | € 19,99 foto : discovery

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

55


MEDIA

Kennis in beeld Abstracte kennis wordt vaak pas begrijpelijk wanneer die is gevisualiseerd. Een nieuwe Taschen-uitgave bevat de mooiste voorbeelden. Tekst: Pancras Dijk

Artistieke weergave van stofdeeltjes in een zwart gat. 56

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Wat klimaatverandering werkelijk betekent, drong bij velen pas goed door toen ze een streepjescode zagen. Klimaatwetenschapper Ed Hawkins bedacht de temperatuurkleurstrepen, waarbij elk streepje staat voor een kalenderjaar en de kleur de gemiddelde temperatuur van dat jaar aangeeft. In één oogopslag was nu zonneklaar: het wordt op Aarde warmer en warmer. De wetenschap geldt sinds de Verlichting als de belangrijkste bron van kennis en data. Nadeel is dat die vaak nogal abstract van aard zijn. Visualisatie is door de eeuwen heen een krachtige manier gebleken om de wetenschappelijke vooruitgang inzichtelijk te maken: voor andere wetenschappers, maar ook voor een breder publiek. Het door uitgeefhuis Taschen gepubliceerde Science Illustration biedt een fascinerend overzicht dat teruggaat tot de vijftiende eeuw en eindigt in het heden, al ontbreekt Hawkins’ streepjescode. Voor deze uitgave verzamelde samensteller Anna Escardó ruim driehonderd grafische werken: van originele schetsjes tot uiterst precieze ontwerptekeningen. Sommige zijn gemaakt door de wetenschapper zelf, andere door een kunstenaar, weer

andere beelden komen rechtstreeks uit de computer. De onderwerpen bestrijken werkelijk het hele spectrum: van dichtbij – hoe we precies waarnemen met onze zintuigen – tot ver weg: de verkenning van de ruimte. Technische en andere bètawetenschappen komen zeer uitvoerig aan bod: van de fijne ontwerptekeningen van de stoommachine van James Watt tot en met een kleurrijke infographic van de Jiaolong, een Chinese duikboot uit 2012 die een druk van tienduizend ton per vierkante meter kan weerstaan. Daarbij kiest Escardó steeds voor ontdekkingen die er werkelijk toe doen, de mijlpalen binnen de wetenschap. Het boek is chronologisch gerangschikt; elke eeuw begint met korte beschrijvingen van de hoofdrolspelers. De wetenschap, legt Escardó uit in haar inleiding, levert ons de ene na de andere ontdekking op. Al die kennis verandert ons wereldbeeld en maakt ons rijker. Een mooi pleidooi in een tijd waarin de wetenschap nog wel eens wordt afgedaan als ‘zomaar een mening’. Science Illustration. A History of Visual Knowledge from the 15th Century to Today Anna Escardó | 436 Blz. | € 60,00


Q&A

Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, tentoonstellingen en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.

1 2 3 4 5

Ingenieur en historicus Willem Ankersmit dook de archieven in en schreef De drie stichters van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs. Het boekje schetst en passant een mooi beeld van het ontstaan van het hedendaagse Nederland.

‘Gi-ga-groen’ luidt het thema van de kinderboekenweek. Pi-pa-plastic hoort daar natuurlijk niet bij. Plasticexpert en voormalig KIVI-duurzaamheidsingenieur Daniël Poolen vertelt jonge lezers met enthousiasme over onze lange, intense en soms tegenstrijdige verhouding met plastic. tot over mijn oren in het plastic

136 blz. | € 22,99

Tekst: Pancras Dijk

Waarom heeft u dit boek geschreven? ‘In 2015 zocht KIVI iemand om de eigen geschiedenis in kaart te brengen. Ik was de enige sollicitant en werd onbezoldigd huis­ historicus. Ik schreef levensberichten over degenen naar wie in het KIVI­gebouw zalen zijn genoemd en stuitte daarbij ook op de waterbouwkundigen en spoorwegpioniers Frederik Conrad en Leopold van der Kun, en de wis­ en natuurkundige Gerrit Simons. Nu KIVI zijn 175ste verjaardag viert, is het goed bij deze drie stich­ ters van de vereniging stil te staan.’ Wat fascineert u in het onderwerp? ‘De negentiende eeuw is een geweldig tijdvak, waarin dankzij de industriële revolutie in sneltreinvaart enorme technologische en maatschappelijke veranderingen plaatsvonden. Binnen dertig jaar zag de wereld er compleet anders uit. Een van de redenen waarom de drie heren besloten KIVI op te richten, is hun besef dat de ont­ wikkelingen in het buitenland sneller gingen. Om de achterstand in te lopen, was het delen en verspreiden van kennis cruciaal.’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘Met name voor leden van de KIVI­afdeling Geschiedenis der Techniek: allemaal mensen die technisch georiënteerd zijn en tegelijk interesse hebben in geschiedenis. Ik heb het niet overdreven wetenschappelijk opgeschreven, al bevat het boek wel voetnoten en een bronnenlijst. Die zijn handig voor wie dieper wil graven.’ Wat heeft u zelf geleerd tijdens het schrijven? ‘Die snelle veranderingen in de negentiende eeuw verbazen mij telkens weer. Tussen 1600 en 1800 is de wereld met name in de steden niet wezenlijk veranderd, tussen 1900 en nu eigenlijk ook niet, afgezien van de digitale revolutie. Alles gebeurde in die tussen­ liggende eeuw. Er ligt nog veel kennis besloten in het KIVI­archief. Iedereen zou daar eens in moeten duiken. De periode tot 1910 staat grotendeels online, op tresor.tudelft.nl/tijdschrift/kivi.’

Waarover gaat uw volgende boek? ‘Ik ben al materiaal aan het verzamelen over Johannes Blackstone, een KIVI­ingenieur die het schopte tot directeur­generaal openbare werken in Nederlands­Indië. Hij mocht als veertiger met pensioen en stortte zich daarna op de luchtvaart. Ja, zo’n ommezwaai heb ik zelf ook gemaakt. Pas na mijn pensionering ben ik geschiedenis gaan studeren.’ Bestelinformatie: kivi.nl/afdelingen/geschiedenis-der-techniek

De Dataloog is de Nederlandse podcast over big data, data science, machine learning en de datagedreven transformatie. Elke week staat er een nieuwe aflevering online, in lengte variërend van een dikke tien minuten tot drie kwartier. de dataloog | vijf seizoenen | gratis op alle podcastplatforms

Elon Musk en SpaceX-technici beginnen aan een historische en revolutionaire ruimtevaartmissie: NASA-astronauten terugbrengen naar het internationale ruimtestation. Een nieuwe Netflix-documentaire brengt het mooi in beeld. return to space | 128 minuten | netflix

Is de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) funest voor de werkgelegenheid? Integendeel, betogen MIT-experts Thomas Davenport en Steven Miller. Dankzij AI krijgen we eindelijk tijd voor belangrijker werk, tonen ze aan met voorbeelden. working with ai | 312 blz. | € 31,99 (verschijnt eind september)

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

57


V O O R P U B L I C AT I E

Gas, olie en aardbevingen Journalist en aardwetenschapper Sam Gerrits verdiepte zich in de geschiedenis van de wereldwijde olie- en gaswinning en de rol die grote maatschappijen, overheden en burgers daarin hebben gespeeld. Op 27 september verschijnt Gerrits’ boek, De aarde en het gas, met ook veel aandacht voor de aardbevingsproblematiek in Groningen. Een exclusieve voorpublicatie.

In deze voorpublicatie zijn we aanbeland bij de ontdekking en winning van olie op het schiereiland Gaillard’s Peninsula nabij Goose Creek in Texas, ruim honderd jaar geleden.

Olieveld Goose Creek in Texas: een ‘Venetië van boortorens’ (1919). foto : publiek domein /

Gaillard’s Peninsula ligt ten tijde van de ‘Sweet 16’ niet meer dan een paar handbreedtes boven het wateroppervlak. Dus hier is er geen houden aan. Nog geen jaar na het aanboren van de eerste oliespuiter loopt het schiereiland al merkbaar onder water. Maar niemand maakt zich daar echt druk om. Er worden immers krankzinnige winsten gerealiseerd. Geleidelijk aan ontstaat er een soort ‘Venetië van boortorens’ op het wegzinkende schiereiland. Tussen de boortorens, de machines die ze aandrijven en het hoger gelegen land, en tussen de booreilanden onderling, wordt voor honderden meters aan houten wandelbruggen aangelegd, om natte voeten te voorkomen. Voorraden en onderdelen worden geleverd met opgehoogde karren, getrokken door sterke werkpaarden die traag door het zoute water waden. De vegetatie verzuipt en sterft stukje bij beetje af. Uiteindelijk verdwijnt Gaillards complete schiereiland onder water en wordt het kleine baaitje onderdeel van de grote Galveston Bay. Boormeesters houden het wegzakken met peilstokken bij. In 1919 daalt de bodem bij-

library of congress

58

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

na een meter. Het getroffen gebied is dan zo groot als de Maasvlakte. Tussen Goose Creek en de baai is een oliestadje ontstaan dat Pelley wordt genoemd. De inwoners van dit Pelley, nu Baytown, maken in 1918, een eeuw vóór de Groningse aardbevingen van Huizinge en Zeerijp, de eerste gedocumenteerde, geïnduceerde aardbevingen in de geschiedenis mee. Plotseling verschijnen grote scheuren in de grond die onder hun huizen door lopen, dwars door hun straten en door hun gazons en moestuintjes. En dan begint de grond onder hun voeten weg te zakken. De scheuren worden steeds groter. Dat gaat niet gelijkmatig, maar met abrupte schokken, langs het oppervlak van de scheuren. Er ontstaan flinke hoogteverschillen. De zijde van de scheuren richting het olieveld komt steeds lager te liggen. Met name aan de rand van de bodemdalingskom zijn de scheuren groot. Op sommige plaatsen is het verzet langs de scheuren wel veertig centimeter of meer. De grondbewegingen gaan gepaard met aardbevingen die de huizen doen schudden. Vazen en borden rammelen van kasten en tafels en vallen stuk op de grond. Water klotst uit lampetkannen. ‘De bewoners worden over het algemeen verontrust’, zoals kranten met enig gevoel voor understatement melden. Gelukkig zijn de huizen in het


oliestadje van hout en dus flexibel. De schade valt mee, tenzij een huis dwars over een scheur staat. Op Hogg Island, een onbewoond eiland ten zuiden van het olieveld, worden verzakkingen van ‘slechts’ dertig centimeter gemeten. We weten al deze precieze details, tot op de decimeter nauwkeurig, omdat Wallace Everette Pratt (1885–1981), een befaamde Amerikaanse geoloog die in die jaren voor Esso werkte, ze in een uitgebreid rapport heeft vastgelegd voor een belangrijke rechtszaak over bodemverzakking. Esso (dan Standard Oil Of New Jersey, sinds 1947 voor 50 procent eigenaar van de NAM en sinds 1999 bekend als ExxonMobil) heeft in 1919, twee jaar na de ‘Sweet 16’, een meerderheidsbelang in de Humble Oil Company genomen. Esso deed dat, omdat Humble op dat moment enorme oliereserves in Texas bezat. Die dankte het jonge bedrijfje met name aan de fenomenale ‘oliespeurneus’ van Pratt. Doordat de geoloog exploratie wetenschappelijk benadert met zijn teams, zijn de oliereserves van Esso tegen het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog twee keer zo groot als die van de naaste concurrent. Dankzij de gunstige geologie van het Gulf Coast Basin is Pratt onwaarschijnlijk succesvol: van de eerste 180 putten die hij boort zijn er 175 raak. Pratt zal een tijdje in de directie van Esso zitten, maar vindt het besturen uiteindelijk minder interessant dan het zoeken naar olie zelf. De staat Texas eist Goose Creek op In 1920 ligt Gaillard’s Peninsula op het diepste punt drie meter onder de Galveston Bay. En nog steeds maakt niemand zich druk. Tot ambtenaren van de staat Texas langskomen om de oliemiljonairs eraan te herinneren dat alle offshore olie van hen is. Omdat het schiereiland nu in de baai verzonken ligt, claimt de staat Texas het eigendomsrecht. John Gaillard en Esso weigeren dit te erkennen. De Lone Star State sleept alle betrokkenen daarop voor de rechter. Na een lang, technisch gevecht wijst die de claim van de staat af. De basis voor deze be-

slissing is de aanvaarding door de rechtbank van Pratts stelling, dat alle verzakkingen bij Goose Creek, die de beklaagden natuurlijk erkennen, niet het gevolg zijn van natuurlijke processen, maar worden veroorzaakt door menselijk handelen: te weten het verwijderen van enorme hoeveelheden aardgas, olie en grondwater uit het veld. Wallace Pratt toont dit aan met behulp van zeer gedetailleerde tabellen en grafieken, die laten zien hoe nauw de bodemdaling en de aardbevingen samenhangen met de snelheid van het vrijkomen van olie en gas uit de grond. Dit rapport heeft hij in 1926 in een wetenschappelijk artikel samengevat, dat bewaard is gebleven. Het artikel van Wallace Pratt uit 1926 is er zo vroeg bij, dat het geen bronnen citeert. Het is het originele onderzoek naar mijnschade door verzakkingen en aardbevingen en met recht ‘baanbrekend’ te noemen. In dit artikel, Local Subsidence Of The Goose Creek Oil Field, toont Wallace Pratt definitief en onomstotelijk aan, dat alle bodemdaling en de aardbevingen in dit veld zijn veroorzaakt door de winning van olie en aardgas. Als de verzakkingen bij Goose Creek een natuurlijk proces waren geweest, stelt Pratt namens Gaillard en Esso, oftewel ‘een daad van God’, dan zou de staat inderdaad een claim op het verzonken land hebben. Maar zijn werk toont onomstotelijk aan dat dit nieuwe ‘Off Shoreveld’ absoluut het gevolg is van ‘een daad van de mens’. Kortom – als het bedrijf zijn belangen wil beschermen, weet Esso feilloos aan te tonen dat olie- en gaswinning verzakkingen en aardbevingen veroorzaakt. Dit verband heeft het bedrijf zelf al meer dan honderd jaar geleden aangetoond. Esso is niet de enige oliereus die dit inziet. In een later hoofdstuk laat Gerrits onder meer zien dat Esso en Shell al in 1953 onderscheid konden maken tussen tektonische en geïnduceerde bevingen en bovendien wisten dat die laatste zeer grote, zeer plaatselijke mijnschade kunnen veroorzaken. •

De aarde en het gas Sam Gerrits 300 Blz. | € 24,90 Verschijnt op 27 september

SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

59


Voorwaarts

Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.

Gasunie voorspelde een kwart eeuw geleden een rooskleurig 2022

Geen zorgen over gas In tijden van voorspoed wagen mensen zich eerder aan veelbelovende vergezichten. Maar de toekomst zit vol onverwachtse wendingen en dan blijkt voorspellen – zoals altijd – een lastige aangelegenheid. Hoe lastig, illustreert de kordate vooruitblik die de Gasunie in 1997 deed op het jaar 2022. ‘Wij, onze kinderen en kleinkinderen zijn ook in 2022 nog verzekerd van voldoende aardgas’, luidt de kernboodschap van de advertentie die de Gasunie in 1997 had laten plaatsen in NRC Handelsblad. Dat waren volslagen onopgemerkte woorden gebleven als de leveringszekerheid van gas anno nu niet zo zorgwekkend was geweest. De Gasunie onderbouwt haar geruststellende woorden met een reeks cijfers, zoals een raming van het totale aanbod van aardgas tussen 1997 en 2022, de gasexport, de binnenlandse vraag en de resvoorraad winbare aardgas in 2022. Het waren gouden terende Deze oude prognose van de Gasunie heeft tijden en daaraan De Ingenieur voorgelegd aan aardgasspecialist Jilles van den Beukel van het Den Haag Cenzou niet zomaar trum voor Strategische Studies. Hij vergeleek de een einde komen Gasunie-cijfers met zijn ruwe schatting van de werkelijke cijfers, gebaseerd op die van het CBS. Hij concludeert: ‘25 jaar vooruit voorspellen is een enorme opgave met veel onzekerheden. Naar mijn mening heeft de Gasunie het eigenlijk aardig gedaan. Ze zat er niet zo heel veel naast.’ Vredestheorieën Wat vanuit het huidige perspectief vooral opvalt, is de stelligheid waarmee de Gasunie in 1997 verkondigde dat we rustig konden gaan slapen. Die boodschap vormt een heldere afspiegeling van de toenmalige tijdgeest. Het waren gouden tijden en daaraan zou niet zomaar een einde komen. Mede dankzij de val van het communisme had het vertrouwen in de heilzame werking van de markt een ongekende vlucht genomen. Er heerste politieke consensus dat oude publieke verantwoordelijkheden voortaan beter konden worden uitgevoerd door marktpartijen. Zo was 1997 het jaar dat de Europese Unie het startsein gaf voor de stapsgewijze liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt. De Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama had acht jaar 60

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

eerder verkondigd dat steeds meer landen de liberale democratie als staatsvorm zouden omarmen en profeteerde daarmee ‘het einde van de geschiedenis’. Dat groeiende aantal democratieën met een vrije economie gaf bovendien voeding aan de oude overtuiging dat die combinatie tot een vreedzamere wereld zou leiden, de zogenoemde democratische en kapitalistische vredestheorieën. Vrije wereldhandel en de wederzijdse economische verknoping van landen zouden oorlog almaar onaantrekkelijker maken. De aanleg van de gaspijpleidingen Nord Stream 1 en 2 tussen Rusland en Duitsland vloeide mede voort uit dezelfde optimistische en rationele gedachte. De Russische inval in Oekraïne maakte pardoes een einde aan de droom dat geopolitiek een louter rationele aangelegenheid is. Hoewel onze huidige problemen een kwart eeuw geleden in grote lijnen bekend waren, was er nauwelijks benul van de toekomstige ernst daarvan. Bijna alle partijprogramma’s voor de verkiezingen van 1998 vermeldden de noodzaak het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen, maar veel is daarvan niet terechtgekomen. Dat terwijl al in 1991 in de omgeving van het Groningse Middelstum de eerste aardbeving als gevolg van aardgaswinning werd gevoeld. Zes jaar later werd het Drentse Roswinkel opgeschrikt door een zware beving van maar liefst 3,4 op de schaal van Richter. Maar geen van de partijprogramma’s maakte nog melding van deze problematiek, laat staan van de noodzaak de gaswinning te staken. Dat Rusland ooit zou terugkomen op de erkenning van de Oekraïense soevereiniteit (1991), had in 1997 al helemaal niemand kunnen voorzien. Winter 2022 De krantenadvertentie van 1997 wekte in ieder geval nieuwsgierigheid naar het rapport waarop de Gasunie haar prognose had gebaseerd. Wat waren de exacte cijfers die deze onderbouwden, en stond er misschien


1997

‘U ligt er niet echt van wakker, hopen we. Maar voor ons is het dagelijkse kost om een kwart eeuw de toekomst in te kijken. Een marktverkenning – van vraag en aanbod. Ons meest recente lange-termijnplan (tot 2022) geeft aan dat wij – en onze kinderen en kleinkinderen – ook dan nog verzekerd zijn van voldoende aardgas.’ Advertentie van de Gasunie in NRC Handelsblad (10 april 1997).

al iets vermeld over de aardbevingen of over het Nord Stream-project dat in 1997 van start was gegaan? Een e-mail naar GasTerra – de afsplitsing van de Gasunie die het archiefmateriaal onder haar hoede heeft – met het verzoek het desbetreffende rapport te mogen inzien, was echter te vergeefs. De reactie van GasTerra tekent het verschil tussen 1997 en 2022. ‘Ik heb intern overlegd en we hebben besloten het document niet nu aan De Ingenieur beschikbaar te stellen’, luidt het antwoord van communicatiemanager Jan-Hendrik Annema. GasTerra heeft stapels historische documenten, waaronder het opgevraagde Plan van Gasafzet uit 1997, moeten opsturen aan de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEC). ‘We willen graag dat de PEC haar onderzoek afrondt op basis van al deze stukken, verhoren en interviews. Het distribueren van delen van dat informatiepakket, dus losse documenten zonder hun achtergrond, context

en historie, buiten de PEC om, achten wij dan ook niet wenselijk’, aldus de woordvoerder. Alsof dit artikel de waarheidsvinding van de parlementaire enquêtecommissie had kunnen ondermijnen. Van het zelfvertrouwen uit 1997 blijkt in deze tijd van opwarming, aardbevingen en oorlog weinig over. In juli presenteerde gasnetbeheerder Gasunie Transport Services (GTS) een prognose voor een wat kortere termijn dan in 1997. Wordt er voldaan aan enkele randvoorwaarden, zoals een blijvende bezuiniging op het verbruik van aardgas, dan is een gedwongen afschakeling van de industrie deze winter niet nodig. Kan de levering van gas aan huishoudens in gevaar komen? ‘Dat is behoorlijk onrealistisch, dat kan ik me moeilijk voorstellen’, zei GTS-directeur Bart Jan Hoevers tegen de NOS. Daaruit spreekt beduidend meer aarzeling dan uit de geruststellende woorden van zijn voorgangers, die zonder scrupules nog een kwart eeuw vooruit durfden te kijken. • SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

61


ROBOTICA

Teamgeest

Nederland telt tientallen studententeams waarin aankomende ingenieurs zich een jaar lang fanatiek inzetten voor een concreet doel.

Voorspelbare robot Als mensen en robots de werkvloer moeten delen, is het wel zo belangrijk dat de robot voorspelbaar gedrag vertoont. Studenten van MachyTech uit Eindhoven werken aan robots die aangeven wat ze gaan doen. Tekst: Marlies ter Voorde

Steeds vaker rijden in sorteercentra ook robots rond. Ze halen pakjes van de loopband, scannen de barcode, rijden er mee naar een andere plek in de sorteerhal en deponeren ze daar in een stortkoker of op een andere band. Reuzehandig, maar de menselijke werknemer, onmisbaar voor handelingen die meer creativiteit vereisen, moet er wel steeds rekening mee houden. Gaat de robot die op hem of haar af komt rijden rechtsaf, linksaf of rechtdoor? Gaat hij niet net een pakje afgooien? En ziet hij de mens waar hij op af rijdt eigenlijk wel? Studententeam MachyTech werkt aan technologie waarmee de robot kan laten zien wat hij van plan is. Door pijlen op de vloer te projecteren bijvoorbeeld, die de route aangeven die de robot gaat volgen. Of door

een gevarendriehoek voor de voeten van de mensen in de buurt te laten oplichten, om daarmee aan te geven: ‘Ja, ik heb je gezien! Jij mij ook, hoop ik?’ ‘Juist op het snijvlak waar mensen en robots elkaar treffen, ontstaan problemen en potentieel gevaarlijke situaties’, zegt Martijn Stoorvogel, die vorig jaar zijn studie biomedical engineering afrondde aan de Technische Universiteit Eindhoven en daar komend jaar aan de masteropleiding image analysis begint – hij heeft net een tussenjaar achter de rug. Tot nu toe vormde hij het studententeam met zijn maat Timo Thans, die werktuigbouwkunde en elektrotechniek studeerde in Delft en nu computer science volgt aan de University of Maryland in Washington, D.C. Vanaf komend studie-

Team MachyTech ontwikkelt een add-on voor bovenop een robot. foto : machytech 62

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

Naam: MachyTech Aantal leden: 4 Doel: robots laten zien wat ze van plan zijn Perspectief: dat robots vrij en veilig in een ruimte kunnen bewegen en reageren op mensen

jaar zijn ze met zijn vieren. Stoorvogel: ‘Wij maken zichtbaar wat de robot van plan is te gaan doen.’ De insteek van de studenten is dat de robot vrij moet kunnen bewegen in de omgeving. Thans: ‘Veel robots gebruiken vooraf gedefinieerde beweegrichtingen, omdat de lokalisering in de ruimte niet precies genoeg is. Hierdoor wordt niet alles uit de kunstmatige intelligentie gehaald.’ Titanenstrijd Thans en Stoorvogel begonnen het project anderhalf jaar geleden. ‘MachyTech is geen standaard studententeam’, zegt Stoorvogel. ‘Eigenlijk is het een uit de hand gelopen bachelorproject van Timo.’ Voor dat project onderzocht Thans bij het bedrijf Prime Vision in Delft hoe robots met hun omgeving kunnen communiceren. Na afloop had hij het idee dat daar wel meer mee te doen viel. ‘Ik heb iets vets, doe je mee?’,

Robots helpen met het vervoeren van pakketjes in een sorteercentrum. foto : prime vision


De toekomst van ITER

Volgende maand in De Ingenieur

Het rommelt bij samenwerkingsproject ITER, waarin 35 landen samen aan een kernfusiereactor werken. Klokkenluiders beklagen zich met name over de werkcultuur, maar ook technisch moet het roer om, zeggen experts. T. rexperience

Wie Naturalis bezoekt, kan sinds kort ineens oog in oog komen te staan met een levensechte T. rex. Hoe maak je zo’n gevaarte en hoe laat je het zo realistisch bewegen? ‘We redden het ook met tien miljard’

foto : berkelaarmrt

vroeg hij Stoorvogel. Inmiddels hebben de studenten een eigen bedrijf. De naam MachyTech danken studententeam en startup aan het feit dat zowel Thans als Stoorvogel op het gymnasium zat en Grieks in het vakkenpakket had. ‘Daarbij ging het vaak over de Titanomachy, de Titanenstrijd’, zegt Stoorvogel. Dat is een verhaal uit de Griekse mythologie, maar ook een metafoor voor een strijd of lastige klus. Stoorvogel: ‘Dat leek ons wel toepasselijk. Vandaar Machy, en uiteindelijk MachyTech.’ Inmiddels is de titanenklus al aardig gevorderd. Stoorvogel toont een apparaatje met het formaat van een schoenendoos, waar een camera bovenop is gemonteerd. Het is een add-on, vertelt hij, een opzetstuk met een computertje erin, dat je bovenop de betreffende robot kunt zetten. De camera scant de omgeving, een mensenherkenningsalgoritme ziet welke objecten mensen

Is de wereld overbevolkt en plegen we roofbouw op de planeet? Vooruitgangsfilosoof Ralf Bodelier ziet het probleem niet. Telkens weer blijkt de mensheid vindingrijk genoeg, stelt hij.

zijn. In eerste instantie wilden de studenten het kastje daarnaast uitrusten met een lidarsysteem, dat laserstralen gebruikt om de afstand tot objecten in de ruimte te bepalen. ‘Maar dat kan ook met de camerabeelden, bedachten we.’ Op deze beelden worden herkenningspunten vastgesteld, die continu worden gescand. Het algoritme bepaalt de verplaatsing van al die punten ten opzichte van hun vorige positie, en berekent daaruit zowel de oriëntatie van de camera als de afstand van de camera tot het herkenningspunt. Stoorvogel: ‘Zo kon het apparaat licht en simpel blijven.’ Handherkenning Het eerste prototype is inmiddels getest in Amerika, waar de studenten toch al heen moesten om voor Prime Vision robots bij een bedrijf te introduceren. ‘We hebben toen meteen van de gelegenheid gebruikgemaakt

Robots moeten mensen kunnen herkennen en weten waar ze zich bevinden. beeld : machytech

om onze eigen technologie te testen.’ Nieuwe ideeën zijn er ook al. Stoorvogel: ‘We hebben overwogen iets met stemherkenning te doen, maar dan hebben we extra hardware nodig. En er valt technisch gezien niet zoveel eer meer aan te behalen: er bestaan al veel goed uitgewerkte algoritmen op dat gebied. We zouden er in principe gewoon de voiceherkenner van Google op kunnen zetten.’ Wat de studenten nu op het oog hebben om mensen ook aan de robot iets duidelijk te maken, is handherkenning. ‘Dan kun je de robot een stopteken geven of aanwijzen dat hij opzij moet gaan.’ Over een à twee maanden denken de studenten hun eerste product te hebben afgerond. Een afnemer hebben ze al: dat is het Amerikaanse bedrijf waar ze voor Prime Vision zijn geweest. De Titanen uit de Griekse mythe gingen roemloos ten onder, maar dat zal MachyTech niet gebeuren. •

De robot communiceert door projectie van symbolen op de muur of vloer. beeld : machytech SEPTEMBER 2022 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Tien lastige vragen aan Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis. Deze maand verschijnt van haar hand het boek Wij en het water, over onze eeuwige strijd tegen de waterwolf.

Tekst: Pancras Dijk

Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd? Bent u bang dat robots uw werk overnemen?

‘Nee, daar ben ik niet bang voor. Mijn dagelijks werk is het interpreteren van historische en literaire teksten. Ik leg verbanden en plaats ze in een historische context. Heb je ooit een robot bevlogen horen spreken over watersnoodliteratuur of over Joost van den Vondel?’

Zijn de dijken wel hoog genoeg?

‘Het hangt er natuurlijk vanaf hoeveel de zeespiegel stijgt, maar ik ben er niet gerust op. Ik hoop maar dat ze hoog genoeg zijn, want een nieuwe watersnoodramp wil niemand. Zelf woon ik in de Betuwe, een uitermate kwetsbaar gebied. In 1995 moesten alle bewoners hier worden geëvacueerd.’

Wat is – na de smartphone – uw favoriete gadget? Welk non-fictieboek ligt nu op uw nachtkastje?

‘Mijn Senseo-melkopschuimer! Die gebruik ik wel drie tot vier keer per dag. Ik heb een heel ouderwets koffiezetapparaat maar met perfect opgeklopte schuim lijkt het heel wat.’ ‘Wachten op het Westen van columnist en schrijver Nausicaa Marbe. Het gaat over haar jeugd in Roemenië, de politieke geschiedenis van dit land en haar emigratie naar Nederland. Leerzaam en goed geschreven.’

Welk sociale medium zou u niet meer willen missen?

‘WhatsApp. Mijn tweelingzus (schrijver en filosoof Stine Jensen, red.) en ik appen eindeloos met elkaar.’

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

‘Hoewel de smartphone een handig apparaat is, baart het me zorgen dat we er volledig afhankelijk van zijn geworden. Zonder smartphone kunnen we bijna niets meer. Mensen dreigen daardoor uitgesloten te raken, denk aan ouderen. Dat bereikte een dieptepunt toen we tijdens de coronapandemie een QR-code nodig hadden voor alle sport-, horeca- en cultuurbezoek.’

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens iets slims moeten vinden?

‘De ontlezing van jongeren. Het is zorgwekkend hoe weinig jongeren tegenwoordig lezen. Was er maar iets slims waardoor ze weer massaal mooie boeken gingen lezen.’

Waarvan denkt u: ik wou dat ik dat had uitgevonden!

‘De digitale krantenbank. Wat een geweldige uitvinding is dat! Je tikt zoektermen in als “watersnood” en “1953” en je diept zo in een oogopslag artikelen uit het krantenarchief op. Voor mijn nieuwe boek Wij en het water. Een Nederlandse geschiedenis heb ik daarvan dankbaar gebruikgemaakt. Ik kan me niet voorstellen dat ik al dat onderzoek in een fysiek archief had moeten doen.’

Dilemma: e-reader of papieren boek?

64

‘Hoewel mijn vader ingenieur was, ben ik ontstellend onpraktisch. Ik heb laatst geprobeerd om mijn printer zelf te repareren. Dat mislukte. Toen heb ik maar een nieuwe gekocht. Die heb ik trouwens wel zelf geïnstalleerd. Telt dat ook?’

DE INGENIEUR • SEPTEMBER 2022

‘Dan kies ik natuurlijk toch voor een papieren boek. Al die oude drukken of fraaie geïllustreerde uitgaven, daar kan geen elektronisch boek tegenop. Je moet een boek kunnen vasthouden en voelen. Ik houd ervan omringd te zijn door boeken.’ FOTO : BERT BEELEN


We kunnen weer bij elkaar komen

MAAK DAT SPECIAAL! Boek nu een werkruimte of een vergaderzaal in ons monumentale pand. Kijk op kivi.nl/zaalverhuur


e d n e r e r i insp s r u e i n e g in De toppers van de techniek Op zondag 2 oktober laten door het hele land universiteiten, bibliotheken, musea, ziekenhuizen en onderzoeksinstellingen zien waartoe technologie en wetenschap allemaal in staat zijn. Natuurlijk mogen ingenieurs in dit Weekend van de Wetenschap niet ontbreken. Daarom opent het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs de hele zondag zijn deuren, voor een reeks lezingen en demonstraties door de topingenieurs van dit moment. Het programma is gratis toegankelijk, er zijn broodjes te krijgen en in een spannende quiz zijn zelfs mooie prijzen te winnen. Zorg dat je erbij bent!

Dit zijn de inspirerende ingenieurs van 2022 Niki Loonen - schoon beton Bram Ellens - robotkunst Lena Knappers - veerkrachtige stad Abeje Mersha - onbemande vliegtuigen Nikeh Booister - waterveiligheid Edwin Dertien - theaterrobot Daniël Poolen - strijd tegen plastic Gabby Aitink-Kroes - James Webb Space Telescope Bram Peerlings - duurzame luchtvaart Martin Rohde - thoriumreactor Project March - exoskelet Riccardo Levato - weefselbouwer Host: Pancras Dijk, hoofdredacteur De Ingenieur

Kijk voor het volledige programma op deingenieur.nl/inspirerendeingenieurs en meld je aan! 2 oktober van 10.00 uur tot 15.00 uur KIVI-gebouw, Prinsessegracht 23, Den Haag


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.