De Ingenieur november 2023

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 11 JAARGANG 135 NOVEMBER 2023

DOSSIER VERKIEZINGEN

BÈTA’S IN DEN HAAG We hebben ze gevonden

VEENMOTOR

Brouwen en bouwen De bieringenieurs van Moersleutel

|

SUPERGELEIDING

|

P L A N E TA R I U M

Koos Fockens: Gij zult niet storen

|

SPOORWEGEN

Nooit meer lek Fietsband met NASA-techniek


Zoek je hoogopgeleide technici?

Plaats je vacature op het grootste ingenieursplatform van Nederland! Direct een vacature plaatsen? Ga naar deingenieur.nl/vacatures of neem voor vragen en advies contact op met KIVI via sales@kivi.nl.


Vooraf

Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

Keuze voor de toekomst

De politiek is te belangrijk om alleen aan niet-technici over te laten

Op 22 november gaan we naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Met een toenemend aantal zwevende kiezers draaien de verschillende stemwijzers overuren. Heeft u al bepaald op wie uw keuze valt? Degenen die hun stem het liefst op een technisch onderlegde kandidaat uitbrengen, zullen lang moeten zoeken, want de ingenieurs en andere bèta’s zijn op de kieslijsten weer dun gezaaid. De politiek is te belangrijk om alleen aan niet-technici over te laten, schreven we bij de vorige Kamerverkiezingen al, maar dat heeft er vooralsnog niet in geresulteerd dat veel ingenieurs een loopbaan in de landelijke politiek zijn gaan ambiëren. Politicologen, bestuurskundigen en juristen lijken nog altijd de dienst uit te maken in het hart van de democratie. Toch blijken bij nader onderzoek de meeste partijen wel een kandidaat met een technische achtergrond op de lijst te hebben staan, zij het lang niet altijd op een verkiesbare plaats. Wij hebben wat voorwerk gedaan en in dit nummer presenteren we het resultaat: acht kandidaat-Kamerleden stellen zich voor. We vroegen ze naar hun standpunten op een aantal van de belangrijke dossiers van dit moment, naar de technische speerpunten van hun partij en wat ze in de politiek hopen te bewerkstelligen, mochten ze worden gekozen. In het wispelturige politieke klimaat van dit moment hebben we daarbij gekozen voor kandidaten van de partijen die bij het ter perse gaan van dit blad het hoogste scoren in de gewogen opiniepeilingen. Ik wens u veel leesplezier, en veel wijsheid bij het bepalen van uw keuze.

Op de cover

De verkiezingen voor de Tweede Kamer komen er aan. Stemt u op een bèta? FOTO : DEPOSITPHOTOS

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

1


Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl

Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort

De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. © Copyright 2023 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen.

RUBRIEKEN 37 | Zien & Doen Levende schilderijen in de Kunsthal

4 | NIEUWS

ISSN 0020-1146

Scheepsbouw

Abonnementen 2024 Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): printmagazine: € 162,50 per jaar digitaal: € 104,50 per jaar losse nummers: € 17,50 (inclusief verzending)

Ruimtepuin Zonneauto Rioolslib

Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9 tot 15.30 uur)

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl. Contributie 2024 Regulier lidmaatschap: € 173,30 jaar of jonger: € 47,50,-* Studentlidmaatschap: € 23,50* Seniorlidmaatschap: € 136,50 De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal

56 | M E D I A 40 | Eureka Een kofferbrommer en andere productontwerpen van morgen

Volg ons ook op

Gezichtsherkenning Blauwe Engel

55 | KIVI-activiteiten Nooit meer slopen

De leukste kinderboeken

60 | Voorwaarts IJzeren weg 62 | Startup Zomerdijk Engineering brouwt en bouwt

PERSOONLIJK 46 | DRIVE Koos Fockens over elektromagnetische ruis 59 | Q&A Karin Sitalsing over Blauwestad

COLUMNS 11 | Punt Anne Fleur Dekker 21 | Möring Digitale reanimatie

Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl

De hackers die Nederland veranderden

29 | Podium Lode Lauwaert 39 | Jims verwondering Springschoenen 45 | Rolf zag een ding Een zak en een glimlach 64 | Vragenvuur Muzikant en componist Daniël Lohues


NR. 11 JAARGANG 135

NOVEMBER 2023

foto : depositphotos

12 Kiezen voor de toekomst Op 22 november gaat Nederland vervroegd naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. De komende vier jaar zullen regering en parlement knopen moeten doorhakken op talloze belangrijke dossiers en in sommige daarvan speelt technisch een hoofdrol. Experts uit het veld geven advies.

22 | Bèta’s in Den Haag

48 | Stengels tegen hoogwater

Het aantal bèta’s in het parlement is al jaren laag. Welke kandidaten met een technische achtergrond staan er dit jaar op de kieslijst? Een korte kennismaking met hun standpunten.

Uitvinder Erik Hobijn vormt de wortels van riet om tot een stevig bouwmateriaal. Hij werkt toe naar een veenmotor: een mechanisme om het veen terug te kweken dat in de loop der tijd uit Nederland is verdwenen.

30 | Wondermateriaal? Natuurkundigen die onderzoek doen naar supergeleiding op kamertemperatuur, zullen de zomer van 2023 niet snel vergeten. Het materiaal LK-99 leek een Nobelprijs waard, maar bleek een schoolvoorbeeld van te veel beloven, onoplettendheid en overdrijving.

foto ’ s : de ingenieur ; eise eisinga planetarium

52 | Zonnestelsel op schaal Het Koninklijke Eise Eisinga Planetarium in Franeker is officieel uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed. Hoe belandde dit bewegende schaalmodel van het zonnestelsel in een wolkammerswoning in Franeker? NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

Next-level maritieme simulaties Onderzoeksinstituut MARIN in Wageningen tilt het simuleren van complexe maritieme operaties naar een hoger niveau met het bijna voltooide Seven Oceans Simulator centre (SOSc). Tekst: Jim Heirbaut

Het gebouw is begin oktober opgeleverd en de komende maanden worden alle simulatorsystemen geïnstalleerd. Alles is erop gericht om maritieme operaties waarheidsgetrouw na te bootsen. Het Seven Oceans Simulator centre is 64 meter lang, 24 meter breed en 12 meter hoog. Momenteel zijn de mensen van MARIN druk bezig om de simulatorsystemen te installeren en te testen. De interacties van een schip met de golven, met andere schepen en met de infrastructuur worden zo realistisch mogelijk gemodelleerd. Met steeds als doel: het veiliger en efficiënter maken van maritieme operaties. ‘Op 1 april moet alles het doen’, zegt Arno Bons, hoofd simulatie en visualisatie van MARIN. Het centrum bevat onder meer verschillende simulatorfaciliteiten waar de brug van een schip wordt nagebootst. Die

kunnen met elkaar in hetzelfde scenario varen. Neem de Large Motion Simulator, een ruimte van vier bij vijf meter met daaromheen een bolvormig scherm waarop dertig beamers beelden projecteren. De brug staat in zijn geheel op een hexapod met poten die kunnen bewegen. ‘Deze brug kan met zes vrijheidsgraden bewegen. Dus niet alleen naar voren, opzij, omhoog en omlaag, maar hij kan ook het slingeren en stampen van een schip nabootsen.’ Heel waarheidsgetrouw dus. Elders in het nieuwe gebouw komen vier kleinere multi purpose-simulatoren te staan. Die kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor het simuleren van sleepboten of kraanschepen. Met het gloednieuwe centrum speelt MARIN in op trends in de scheepvaart, zoals het steeds drukker worden van de Noordzee en het steeds autonomer worden van schepen. Vaartuigen zonder personeel aan boord laten nog op zich wachten, maar er zijn wel steeds minder mensen nodig om een schip te besturen. De indeling van de brug zal daarbij veranderen. Maar hoe precies, dat gaat MARIN onderzoeken. Meer lezen: deingenieur.nl/MARIN

In de Large Motion Simulator staat een brug op een hexapod. illustratie : marin

Aanleg waterstof­ netwerk van start Eind oktober is in Rotterdam de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk van start gegaan. Dit is bedoeld voor duurzaam opgewekte (groene) waterstof en moet in 2030 de grote industriële regio’s van Nederland met elkaar en met Duitsland en België verbinden. HyNetwork Services, een dochteronderneming van Gasunie, legt het netwerk aan. Het kabinet wil van Nederland hét knooppunt voor groene waterstof maken. Naar verwachting is het eerste deel van het netwerk klaar in 2025. Dit stuk is 32 kilometer lang en loopt van de Tweede Maasvlakte naar Pernis, bij Rotterdam. (MtV)

Volgende stap in recyclen polycarbonaat Het mechanisch recyclen van de kunststof polycarbonaat was al mogelijk, maar daar komt nu een optie bij: chemische recycling. De Belgische afdeling van het bedrijf Covestro heeft een manier bedacht om gebruikt polycarbonaat af te breken tot bouwstenen waarmee weer ‘vers’ polycarbonaat kan worden gemaakt. De nieuwe methode is geschikt voor het zwarte en grijze polycarbonaat van de behuizing van laptopschermen, tv’s en de beeldschermen van desktopcomputers. Hier is de kunststof gemengd met een kleurstof en andere additieven die mechanische recycling onmogelijk maken. (JH)

Lees het laatste technieknieuws op deingenieur.nl

4

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023


In een lab van het UMC Utrecht druppelt onderzoeker Carlo Vermeulen een DNA-sample op de MinION (onder), het apparaatje dat het tumor-DNA uitleest. Jeroen de Ridder kijkt toe. BEELD : UMC UTRECHT / OXFORD NANOPORE

Aanpak hersentumor kan sneller met DNA-analyse en AI Van een hersentumor is pas twee weken na de operatie duidelijk wat voor soort tumor het betreft. Die diagnose kan veel sneller, laten Nederlandse wetenschappers zien, met razendsnelle DNA-analyse en kunstmatige intelligentie. Tekst: Jim Heirbaut

Bij een tumor in de hersenen of het ruggenmerg snijden artsen vaak de kankercellen weg, een ingrijpende operatie die uren kan duren. Een chirurg wil de tumor zo goed mogelijk verwijderen en gezond weefsel zoveel mogelijk sparen. Het soort tumor bepaalt het behandelplan. Hiervoor stuurt de chirurg tijdens de operatie een stukje tumorweefsel naar de afdeling pathologie. De patholoog bekijkt dit onder de microscoop en bepaalt de aard van de tumor. ‘Niet ideaal’, vertelt bio-informaticus Jeroen de Ridder van het UMC Utrecht. ‘Dit leidt lang niet altijd tot een (specifieke) diagnose en soms zelfs tot een foute diagnose.’

Er is een preciezere analysemethode, maar die duurt twee weken. Hoe de analyse sneller kan, laten artsen en onderzoekers van het UMC Utrecht, het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en het Amsterdam UMC zien. Samen ontwikkelden ze een aanpak waarbij DNA van het tumorweefsel binnen anderhalf uur wordt geanalyseerd. Dat gebeurt met een MinION, een apparaatje waarin een lange streng DNA door een minuscuul gaatje wordt getrokken. Daarbij neemt een elektrische spanning een bepaalde waarde aan, afhankelijk van de base – de bouwsteen van DNA – die op dat moment door het gaatje beweegt. Zo wordt het DNA uitgelezen. ‘Bij traditionele DNA-analyse moet je soms dagen wachten op het resultaat, maar bij de nanopore-methode is er bijna direct resultaat’, legt De Ridder uit. De Ridder en collega’s zoeken naar kleine veranderingen aan het DNA die informatie prijsgeven over de aard van de tumor. Hierbij zetten ze deep learning in. Want hoewel het MinION-apparaatje snel is, kan

het slechts een zeer beperkt deel van het tumor-DNA in kaart brengen in de beperkte tijd dat een operatie duurt. De onderzoekers moeten dus een soort steekproef van het DNA nemen en daaruit tóch de juiste conclusie trekken. ‘Daarvoor hebben

Een lange DNA-streng wordt door een minuscuul gaatje getrokken we een model opgesteld dat op basis van beperkte data betrouwbaar kan voorspellen om welk type tumor het gaat.’ De DNA-analyse gaat direct terug naar de patholoog die de voorspelling naast zijn eigen microscopische bevindingen legt om tot een diagnose te komen. De chirurg kan daarmee besluiten om extra weefsel aan de randen van de tumor weg te snijden of aan de voorzichtige kant te blijven. Deze aanpak wordt inmiddels in de praktijk gebruikt. • NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

Afval in de ruimte

In de Verenigde Staten is voor het eerst in de geschiedenis een boete uitgedeeld voor het achterlaten van afval in de ruimte. Het bedrijf Dish, aanbieder van satelliettelevisie, moet 142.000 euro betalen voor het onjuist afdanken van de in 2002 gelanceerde satelliet EchoStar-7. Deze moest in een speciaal daarvoor aangewezen hoge en dus veilige baan worden gebracht, maar dat mislukte wegens brandstoftekort. Wat voor ruimteschroot cirkelt er verder nog rond de aarde?

Rondvliegende voorwerpen Ruimtepuin bestaat uit door mensen in de ruimte gebrachte voorwerpen die geen functie meer hebben. Voorbeelden van ruimtepuin:

(onderdelen van) kapotte satellieten door astronauten verloren gereedschap

klein afval, zoals verfschilfers, metaaldeeltjes, boutjes en veertjes

Van klein tot groot

Momenteel zweven er miljoenen voorwerpen rond de aarde. Sommige zijn kleiner dan een millimeter, andere tientallen centimeters of meer.

Veel ruimteschroot keert uiteindelijk terug naar de aarde. Volgens NASA is er de afgelopen vijftig jaar elke dag wel een stuk ruimtepuin onze atmosfeer binnengekomen. Het grootste deel daarvan verbrandt in de dampkring.

130 miljoen voorwerpen groter dan een millimeter rond de aarde cirkelt 11.000 ton ruimtepuin

1 miljoen voorwerpen groter dan een centimeter

36.500 voorwerpen groter dan tien centimeter

Oorzaken

Sinds 1957 veroorzaakten ruim 640 explosies, botsingen en andere incidenten ruimtepuin.

Gevaren

Ruimtepuin vliegt rond met enorme snelheden. Kleine objecten kunnen grote schade aanrichten aan bijvoorbeeld satellieten.

6

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

snelheden tot wel 28.000 kilometer per uur

raketten en satellieten vliegen in een eigen baan

Overige voorwerpen Sinds 1957 zijn 15.880 satellieten de ruimte in gestuurd, waarvan er nu nog 10.590 aanwezig zijn. Om botsingen te voorkomen, vliegen deze allemaal in een eigen ‘veilige’ baan.

Ymke Pas/De Ingenieur/Bron: ESA


Volgens experts is een verdubbeling van het aantal in Nederland gebouwde schepen zeker haalbaar. foto : depositphotos

Impuls voor Nederlandse scheepsbouw De overheid gaat de scheepsbouwsector ondersteunen, zowel met geld als met beleid. Dit om te voorkomen dat Nederland straks te afhankelijk wordt van het buitenland. Tekst: Marlies ter Voorde

Het demissionaire kabinet heeft bekendgemaakt extra geld vrij te maken voor innovatieve scheepsbouw. De komende twee jaar trekt de overheid dertig miljoen euro uit voor onderzoek en ontwikkeling van de scheepsbouw. Met cofinanciering vanuit de sector zelf wordt dit zestig miljoen euro. Nederland is voor de bouw van specialistische schepen te afhankelijk geworden van het buitenland, vinden zowel kabinet als vertegenwoordigers van de maritieme maakindustrie. Voor heel Europa geldt dat het mondiale marktaandeel in commerciële zeeschepen is gedaald van 45 procent in de jaren tachtig naar 4 procent nu. Azië, en dan met name China, heeft met overheidssteun een groot deel van deze industrie overgenomen. ‘We zullen meer typen schepen moeten ontwerpen, bouwen en onderhouden. Het gaat dan met name om de bouw van marineschepen voor onze veiligheid en specialistische werk- en baggerschepen voor de energietransitie, onze vitale infrastruc-

tuur en de bescherming tegen water’, schrijft de speciale kabinetsgezant voor de sector, oud-minister Marja van Bijsterveldt, in het voorwoord van No guts, no Hollands Glorie. Dat rapport, met de plannen van de sector, is geschreven door vertegenwoordigers van de overheid en de maritieme maakindustrie, en gebaseerd op een visiedocument van het The Hague Centre for Strategic Studies. Een gezonde Nederlandse scheepsbouwsector is nodig voor activiteiten als het beveiligen van de kust, de bouw van windmolenparken en het vervoer van goederen. Alleen al in de categorie commerciële zeeschepen, waar ook werk- en baggerschepen onder vallen, is in de komende tien jaar een verdubbeling mogelijk, schrijven de auteurs van het rapport. Van de 44 schepen per jaar die gemiddeld tussen 2017 en 2021 werden gebouwd, is volgens hen een groei mogelijk naar ongeveer negentig schepen in 2033. Nederland is van oudsher sterk in het bouwen van de complexere modellen, en zou een voortrekkersrol kunnen gaan spelen bij het ontwikkelen van klimaatneutrale schepen. Het kabinet wil niet alleen inzetten op kapitaal, maar ook op een beter vestigingsklimaat en het versterken van de concurrentiepositie van Nederland. Zo kan de overheid garanties afgeven en slimmer omgaan met het Europese aanbestedingsbeleid bij het bestellen van nieuwe schepen. Als je daarbij naast geld ook het nationale

veiligheidsbelang meeweegt, kom je al sneller bij Nederlandse bedrijven terecht. Zo doen andere landen het ook, zegt Van Bijsterveldt. Wel is hiervoor een intensievere samenwerking nodig tussen de overheid en de bedrijven en tussen de bedrijven onderling. Het hele ecosysteem van werven, toeleveranciers, reders, onderzoeksinstituten

Nederland is te afhankelijk van het buitenland geworden en opleidingen is nodig om schepen te kunnen bouwen, benadrukt Thecla Bodewes, ceo van Thecla Bodewes Shipyards en boegbeeld van de topsector Water & Maritiem, in het rapport. Maar er zijn ook uitdagingen. Bodewes: ‘Goede mensen vinden is lastig. Alles betaalbaar houden ook. We moeten toch concurreren met landen als China en India.’ Ook is er kans op overnamen door buitenlandse investeringsmaatschappijen. ‘China is heel transparant, zij willen de grootste worden. Daarvan moeten we ons bewust zijn. Want als we geen maakindustrie meer hebben, dan ontwikkelen we niet meer.’ • NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Zonneauto kan moeiteloos offroad Tekst: Jim Heirbaut

Met ’s werelds eerste zonneauto die ook offroad kan, heeft Solar Team Eindhoven een duizend kilometer lange testrit door Marokko gemaakt. De studenten reden met de zelf­ gebouwde elektrische Stella Terra door droge rivierbeddingen, over steile onverharde bergpaden en zelfs een stuk door de Sahara. Een groot oppervlak van het dak is ingeruimd voor in totaal 444 zonnecellen. Die laden de accu­ pakketten van de auto bij wanneer de zon schijnt, zelfs wanneer de auto rijdt. Wanneer de wagen even langs de kant van de weg stilstaat, gaat het laden nog veel sneller. De auto is namelijk voorzien van uitklapbare panelen die nog eens 576 zonne­ cellen herbergen. Laadpalen hebben de studenten niet nodig gehad op hun lange test­ rit, zegt teammanager Wisse Bos in een persbericht. ‘We hebben de hele rit op energie van de zon kunnen rijden.’ Tijdens het rijden bleek de wagen zo’n 30 procent minder ener­ gie te gebruiken dan was berekend, een forse meevaller. ‘De efficiëntie van Stella Terra was vooraf moeilijk te voorspellen.’ De uitdagingen waren wel van meet af aan duidelijk. De terrein­ wagen moest bestand zijn tegen de zware omstandigheden van het offroad rijden en licht en zuinig genoeg zijn om voor de aandrijving genoeg te hebben aan zonne­ener­ gie. Om dit voor elkaar te krijgen, moesten de studenten bijna alles zelf ontwerpen, ‘van de ophanging tot de omvormers van de zonnepanelen.’ Dat lukte: de wagen weegt maar twaalfhonderd kilogram en rijdt op een zonnige dag zevenhonderd kilometer op de weg. Offroad is het bereik 550 kilometer. Solar Team Eindhoven doet om de twee jaar mee aan de World Solar Challenge. Vier keer won het team de eerste prijs in de klasse voor gezinsauto’s. ‘Wij willen laten zien dat de transitie naar een duurzame toekomst reden voor optimisme biedt’, aldus Bos. Auto’s zijn niet al­ leen het probleem, maar kunnen ook onderdeel zijn van de oplossing. 8

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

foto : ste / bart van overbeeke


NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

9


NIEUWS

Waterdiertjes maken rioolslib schoon

GIESEN

Ongewervelde waterdieren, zoals mos­ selen, wormen en larven van de dans­ mug, kunnen helpen bij het reinigen van rioolslib, zo laat onderzoekscollectief Aquafarm zien. De diertjes die normaal gesproken op de bodem van de sloot leven, eten een groot deel van het rest­ slib van rioolwaterzuiveringsinstallaties op. De allerbeste slibverwerkers uit de onderzochte groep waren de larven van de dansmug. Met deze larven brak het slib vijf keer sneller af dan zonder. De maximale afbraak die tot nu toe is behaald door waterdiertjes in te zetten, is 50 procent in zeven dagen. ‘Maar ook een gedeeltelijke verwijdering van het slib is winst’, zegt Tom van der Meer van Wageningen Research en de Universiteit van Amsterdam, die begin oktober pro­ moveerde. ‘Elk deel van het slib dat niet hoeft te worden ingedikt en nabehan­ deld scheelt weer geld.’ Slibverwerking met muggenlarven vergt wel een groot wateroppervlak. ‘Maar de larven hebben genoeg aan een diepte van een centimeter of acht, dus in de toekomst zou een vorm van vertical farming ook een optie zijn’, zegt Van der Meer. Dan zouden de bakken met muggenlarven dus in rekken bovenop elkaar worden gestapeld. (MtV) •

GEKNIPT

‘Spectaculaire, solitaire gebouwen en torens die worden omgeven door zeeën van openbare ruimte vormen geen fijne stad waar je graag wilt vertoeven.’ Tien jaar nadat hij begon als architect kwam Sjoerd Soeters begin jaren negentig tot de conclusie dat stedenbouw veel belangrijker is dan de architectuur van losse gebouwen (NRC).

‘Vijf van mijn vrienden, stuk voor stuk op een ander gebied succesvol in de maatschappij, gaven toe dat ze niet wisten wat atomen of moleculen zijn.’ Robert Jan van Wijk van ASML heeft een ontnuchterende ervaring (Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde).

10

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

‘Wat ik echt leuk vind, is het samenwerken met ingenieurs. Ik ben dol op ingenieurs omdat ze zo oplossingsgericht zijn.’ Carolien Gehrels was ooit wethouder in Amsterdam, maar vindt het werken bij Arcadis, als directeur energietransitie, stiekem veel leuker (FD).

‘Vliegt een vogel tegen een windturbine, dan is de windturbine het probleem. Maar botst-ie tegen een vliegtuig, dan is de vogel het probleem.’ Kees van der Leun, expert energietransitie en directeur van adviesbureau Guidehouse, vindt het niet eerlijk (Mastodon).

‘Mensen, wandelende en pratende zakken water en chemische stoffen, zijn erin geslaagd om goed georganiseerd zand te overtuigen om te doen alsof het denkt zoals wij.’ Hoogleraar Ethan Mollick van de Wharton School, University of Pennsylvania, merkt op dat de begindagen van AI al absurd zijn en dat we niet weten wat hierna komt (One Useful Thing).

‘Kijk je even naar buiten, dan meldt het schermpje: “Voor je kijken”’. Redacteur Gert Wisse van het ANWB-magazine Kampioen constateert dat elektrische auto’s steeds meer ontzorgen, maar daarbij af en toe ook te bemoeizuchtig zijn (ANWB Kampioen).

illustratie : matthias giesen


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Anne Fleur Dekker.

Pak klimaatangst aan met techniek! Als ik denk aan klimaatstress, een nieuwe term Stel je voor dat je in een collegezaal zit, omringd die de laatste tijd steeds vaker te horen is, schiet door gelijkgestemden, en je leert over de wondeme meteen het beeld van Greta Thunberg te bin- ren van de wetenschap. Terwijl je notities maakt, nen, die met een frons en een kartonnen bord groeit in je het besef dat je meer kunt doen dan voor het Zweedse parlement zit. Dat Thunberg klagen over de toestand van de wereld. Je kunt een punt heeft is onmiskenbaar, maar soms de wereld daadwerkelijk veranderen. En uitvraag ik me af of millennials zoals ikzelf, maar eindelijk leer je als het goed is genoeg, of je nu ook de generatie na mij niet een beetje zijn door- biologie, scheikunde, natuurkunde, wiskunde geslagen in onze angsten en stress over klimaat- of iets technisch studeert, om daadwerkelijk te kunnen bijdragen aan de innovaties van morverandering. Begrijp me niet verkeerd. Klimaatverandering gen. Wat een ongelooflijk privilege. Dat neemt de angst voor de toekomst natuuris een van de grootste uitdagingen van onze tijd. Maar ik heb het idee dat vooral jongeren door lijk niet helemaal weg. Ik voel die angst zelf ook. Maar zoals een lange wanalle onheilspellende berichdeling soms kan helpen ten online en in het nieuws tegen een dipje, kan direct in een angstcultuur leven. Communiceer wat werken aan de toekomst We lijden aan klimaatstress, er in de industrie een deel van de stress vertoekomstdepressies, burnouts. Er bestaan nu zelfs gebeurt op het gebied dringen. Ik realiseer me dat ik in klimaatpsychologen, terwijl van verduurzaming dit tijdschrift waarschijnlijk al zeker sinds de middelvoor eigen parochie preek. eeuwen iedere generatie en innovatie Daarom nog een aantal denkt dat ze in de eindtijd aanbevelingen, dames en leeft en het niet lang meer duurt eer, letterlijk, de zondvloed komt. Tijd om heren ingenieurs, om onze vakgebieden interessanter te maken voor komende generaties. Er die angst aan te pakken. We zijn onszelf verloren in een zee van de- moet worden gekeken naar het curriculum van monstraties en klimaatmarsen, terwijl er amper de bètavakken op middelbare scholen. En als u wordt gecommuniceerd wat er in de politiek, niet in het onderwijs werkt: probeer jongeren bij maar zeker ook in de industrie gebeurt op het uw bedrijf te betrekken met open dagen, meegebied van verduurzaming en innovatie. Ik loop- en snuffelstages en workshops op scholen. zie dat zelf iedere dag. Toen ik een aantal jaar Probeer überhaupt scholen in de buurt zo veel geleden aan mijn master engineering begon met mogelijk te betrekken bij uw werk en bedrijf. Laat zien dat ‘bèta’ niet saai en moeilijk is, het idee in de ruimtevaart te gaan werken, had ik niet verwacht dat ik uiteindelijk in de wind- maar leuk en spannend. Voor onze planeet, turbinesector zou belanden. Nu werk ik vol trots maar vooral ook voor de jongeren van nu en de toekomstige generaties. mee aan de energietransitie. Misschien wordt het tijd onze ecologische verantwoordelijkheid en de aanpak van klimaat- Anne Fleur Dekker is junior engineer in stress dichter bij huis te zoeken, in de college- de energiesector, bijna in het bezit van een zalen en door bètastudies meer te promoten. mastertitel en activist buiten dienst.

foto : anne fleur dekker

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

11


VERKIEZINGEN 2023

12

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023


T E K S T: P A N C R A S D I J K

Kiezen voor de toekomst

Wat staat er op het spel bij de Tweede Kamerverkiezingen? Op 22 november gaan we naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Over diverse technische onderwerpen moeten de komende kabinetsperiode knopen worden doorgehakt. We vroegen vijf experts om te duiden waar het bij de verkiezingen óók om gaat. Wat zijn vanuit het perspectief van de techniek de belangrijkste kwesties?

FOTO : SHUTTERSTOCK

Het gaat daarbij om vragen als de volgende: wat ligt er op tafel op het gebied van mobiliteit? Hoe dient de overheid zich te verhouden tot de ver voorbij enige democratische controle gegroeide almacht van technologiereuzen als Amazon, Google en Meta? Welk beleid kan helpen om te voorkomen dat eigen startups niet al in de kiem worden gesmoord, maar daadwerkelijk de kans krijgen uit te groeien tot internationale spelers? Is de privacy van burgers nog wat waard of gooien we die in de zucht naar data met het badwater weg? We hebben schone energie nodig, maar hoe gaan we die winnen en in welke mate zijn we bereid daarvoor schaarse natuur op te offeren? En ook: zou de politiek niet gebaat zijn bij meer politici met een ingenieursachtergrond? Zo ongeveer elke politicus heeft steevast de neiging om de aankomende verkiezingen de belangrijkste in jaren te noemen. Zulke hyperbolen voegen evenwel weinig toe aan het inhoudelijke debat. Maar zonder overdrijving kunnen we stellen dat we met elkaar de toekomst van onze samenleving en de richting van de techniek op 22 november een zetje in de goede richting kunnen geven: de richting van een betere toekomst.

De grote maatschappelijke opgaven buitelen in sneltreinvaart over elkaar heen en in vele ervan speelt techniek een sleutelrol. Wie de verkiezingsprogramma’s van de verschillende partijen doorneemt, zal gauw vaststellen dat techniek niet per se neutraal is: welk instrument wordt gekozen voor het aanpakken van welke opgave, is een politieke keuze. Gaan we onze CO2-uitstoot afvangen en opbergen onder de Noordzee of moeten we inzetten op het verminderen van de uitstoot? Pakken we de wooncrisis aan door creatief bij te bouwen, maar waar en hoe dan, of door de grenzen te sluiten? Omarmen we generatieve kunstmatige intelligentie als een waardevol instrument of moeten we die juist strikt aan banden leggen? De nieuwe Kamerleden zullen de komende vier jaar op deze en veel meer onderwerpen een richting moeten kiezen. Om ze niet helemaal onvoorbereid aan de slag te laten gaan, en wellicht om u aan het denken te zetten alvorens u naar het stembureau gaat en het rode potlood ter hand neemt, hebben we een aantal experts uit wetenschap en bedrijfsleven gevraagd om op een vijftal sleuteldossiers een nadere uitwerking te geven.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

13


MOBILITEIT

Opkomende technologie met impact Automatische voertuigen bieden grote kansen op het gebied van toegankelijkheid, mobiliteit en verkeersveiligheid, als we de risico’s op tijd onder ogen zien, zegt Simeon Calvert. De komende jaren staan ons diverse mobiliteitsuitdagingen te wachten, zoals op het gebied van duurzaamheid, leefbaarheid en inclusiviteit. Het aantal verkeersdoden en slachtoffers is sinds 2013 weer aan het stijgen, vorig jaar zelfs met 27 procent. Ook kampen we met infrastructuur die veroudert en aan vervanging toe is, vooral de vele kunstwerken. Er zijn gelukkig trends en technologieën die ons kunnen helpen, zoals de versnelde introductie van elektrische voertuigen of deeldiensten voor auto’s en micro-mobiliteit (steps en fietsen) in steden, waarbij de nadruk verschuift naar mensvriendelijke en leefbare omgevingen in plaats van een dominante rol voor het autoverkeer. Blijvende impact Toch wil ik graag stilstaan bij een opkomende technologie die misschien nog niet wijdverspreid is, maar in de komende decennia een grote impact zal hebben in Nederland: het automatische voertuig, in de volksmond de zelfrijdende auto. Ik hoor u al denken: daar gaan we weer met zo’n utopische technologie, terwijl we opgezadeld zitten met echte problemen in de praktijk. Sta me echter toe kort de midden- en langetermijnmogelijkheden van deze technologie te belichten. De introductie van automatische voertuigen (AV) is een behoorlijke technology push. Maar dat waren smartphones indertijd ook en Automatische die zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit ons levens en bieden veel kansen. Op voertuigen vergelijkbare wijze zullen AVs een blijvende verkleinen impact hebben. de kans op AVs beloven een aanzienlijke verbetering van de verkeersveiligheid op de lange termenselijke mijn. Dankzij geavanceerde sensoren en snelfouten le gegevensanalyse kunnen ze anticiperen op gevaarlijke situaties en de kans op menselijke fouten minimaliseren. Hoewel niet alle ongevallen zullen verdwijnen, kunnen AVs aanzienlijk bijdragen aan het verminderen van ongelukken en verkeersslachtoffers. Het is belangrijk op te merken dat de maatschappelijke acceptatie van AVs hand in hand zal gaan met het besef dat zich nieuwe soorten ongevallen kunnen voordoen. Waar ligt het omslagpunt in acceptatie van slachtoffers door toedoen van een machine, terwijl meer slachtoffers kunnen worden voorkomen? Het kan daarnaast nodig zijn om nieuwe normen voor verkeersveiligheid te ontwikkelen en om verzekeringssystemen aan te passen aan de veranderende aard van ongevallen en mogelijk aan andere eigendomsvormen van deze voertuigen.

Een ander cruciaal voordeel van AVs is de verbeterde toegankelijkheid. Ze vormen een brug tussen openbaar vervoer en particuliere mobiliteit, afgestemd op individuele behoeften, ongeacht leeftijd, beperkingen of financiële draagkracht. Ze brengen een revolutie teweeg in reizen en vergroten de mobiliteit voor beperkte groepen. Bovendien verhelpen ze de nijpende tekorten aan ov-bestuurders, vooral in dunbevolkte gebieden. Een verschuiving in stadsplanning kan het gevolg zijn, waarbij de nadruk komt te liggen op het creëren van leefbare steden die vriendelijk zijn voor voetgangers en fietsers. Daarnaast liften AVs als elektrische voertuigen mee met een uitstootloze trend. Impasse in de regelgeving Met de verkiezingen voor de deur, liggen er ook uitdagingen voor de overheid. De Europese regelgeving is momenteel breed gedefinieerd, waardoor nationale overheden verdere specificaties moeten opstellen. Dat is tot op heden slechts beperkt gebeurd. Bovendien heeft Nederland zijn positie als ‘testland’ voor AVs verloren, vanwege een impasse in de testregelgeving. Dit speelt ook parten bij de goedkeuring van nieuwe AVs die de markt op willen gaan. Wegbeheerders op hun beurt hebben de taak wegen AV-vriendelijk te maken en houden. Automatische voertuigen staan om de hoek: ze komen eraan, of we het leuk vinden of niet. Ze bieden aanzienlijke kansen voor de samenleving wanneer we vroegtijdig de bedreigingen aankaarten en daarop vooruitlopen. Maar dat gaat niet vanzelf. De overheid speelt een cruciale rol en het aanstaande kabinet en de minister van Infrastructuur en Waterstaat moeten het onderwerp de nodige aandacht geven. Toch kijk ik positief vooruit naar de ontwikkelingen en blijf ik me inzetten om deze goed in kaart te brengen en waar nodig te waarschuwen wanneer actie nodig is.

’’

14

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Simeon Calvert is universitair hoofd­ docent smart and sustainable mobility and network management aan de TU Delft, afdeling Transport & Planning. portret : citg / tu delft


PRIVACY

Wat zijn mijn persoonsgegevens waard? Als we niet uitkijken hebben we straks online geen enkele privacy meer over, waarschuwt Bert Hubert. grotere berg data over ons op. Je reed om 23.34 uur te hard en was daarna ook in de buurt van een vechtpartij. De volgende dag werd je behandeld voor een gebroken tand. Hier zijn appjes waar je ruzie zat te maken, hier is het bewijs dat je 1275 euro hebt overgemaakt aan een veroordeelde oplichter, wat was dat? Het is vast allemaal uit te leggen, maar het wordt zo langzamerhand wel een dagtaak. Je hebt misschien niets te verbergen, maar wel steeds meer uit te leggen. En zou de wereld begrijpen dat met meer data mensen alleen al om statistische redenen steeds vaker in een kwaad daglicht kunnen worden gesteld? Overheden en grote bedrijven hebben wél een vloot aan data over ons, maar wij niet over hen (of over andere mensen). En dat verdedigt lastig. Ieder jaar dat er weer meer over ons wordt opgeslagen, wordt deze asymmetrie groter. Recent steunde ons kabinet een voorstel om al onze telefoons verplicht te voorzien van een scanner. Deze meldt iedere verdachte kinderfoto automatisch direct bij de Europese Unie, Europol en je lokale politiebureau. En iedereen vindt het best. Dit wordt pas beter als politici beseffen dat wij (en zij ook) persoonlijk bedolven kunnen worden onder de databerg die over ons wordt opgebouwd. Ik hoop dat dit moment snel komt.

Kwaad daglicht In experimenten blijken mensen bereid werkelijk alles over hun leven aan wildvreemden te vertellen. Pincode, salaris, gezondheidsproblemen – ik heb mensen dit zien delen met een hele zaal. Toch is er een grens: mag ik in je appjes kijken? Dat vindt bijna niemand goed, want daar krijg je gedonder mee. Waarom flirt je met die collega? Of waarom klaag je zo over mij tegen je vriend(in)? En daar zit de clou. Je kunt ellende krijgen met data die mensen over je hebben. Een tien jaar oude ondoordachte Facebook- of Twitterpost kost je zo je nieuwe baan. Overheden en bedrijfsleven bouwen een steeds

Bert Hubert is ondernemer, software­ ontwikkelaar en voormalig toezichthouder op de inlichtingendiensten.

foto : shutterstock ; portret : olivier middendorp

Je hebt misschien niets te verbergen, maar wel steeds meer uit te leggen

’’

t

Privacy lijkt ons bijna niet meer te boeien. In 2017 ging men de straat op over de nieuwe AIVD/MIVD-wet. In 2023 was er vrijwel geen haan die nog kraaide naar een wetswijziging die nog veel verder ging. Privacy behoefde vroeger geen uitleg – de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog was genoeg. De bezetter spoorde Joden op met ons prachtige bevolkingsregister. Ook waren de gegevens erg nuttig om het verzet mee te bestrijden. Daarom was er op 27 maart 1943 ook een aanslag op de registers in Amsterdam. 1943 ligt lang achter ons. Privacy is een theoretisch begrip geworden. Het is vast goed voor je, maar laten we er niet te moeilijk over doen. En waarom zouden we ook? We kunnen onze persoonsgegevens eindeloos weggeven in ruil voor gratis dingen of een gevoel van veiligheid. Die privacy-muntjes gaan nooit op, weggeven kost niets. Toch bouwt er zich een probleem op. Goed mogelijk dat alle ritjes in je auto worden geregistreerd door Google, Apple, Volkswagen of de leasemaatschappij. Vier volledige registers van waar je wanneer bent geweest. Ook al je chatverkeer staat waarschijnlijk geback-upt op een server, evenals al je foto’s. Alle medische handelingen en uitslagen ook, net als al je betaal- en e-mailverkeer en iedere interactie met de overheid. En ik kan nog wel even doorgaan.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

15


ALGEMEEN BESTUUR

Waar blijven de ingenieurs? Het zou goed zijn voor de besluitvorming als er meer bèta’s naar Den Haag gingen, schrijft Margriet van der Heijden.

Besef dat alles samenhangt met al het andere

’’

16

Ooit had de zeventiende-eeuwse wiskundige Leibniz een droom. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf verwees ernaar in zijn lezing voor de Raad voor het Openbaar Bestuur. Leibniz hoopte dat mensen zouden leren om debatten en conflicten te beslechten door net zo ‘tastbaar’ te redeneren als ‘wiskundigen’. Op die manier zouden ‘we onze fouten in één oogopslag kunnen ontdekken’. En waren er meningsverschillen, dan ‘kunnen we eenvoudigweg zeggen: laten we het berekenen – calculemus – om te zien wie gelijk heeft.’ Van die droom is weinig terechtgekomen. Anderzijds: een wereld waarin elke discussie en alle beleid tot een som te reduceren valt, zou vreselijk saai zijn. Haast even saai als een hypothetische toekomstige wereld waarin kunstmatige intelligentie het denkwerk heeft overgenomen. Wat moeten we nog als er niets wezenlijks meer te ontdekken en bevragen valt? Erop hopen dat we wat mogen ‘ravotten’, zoals Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft dat ooit in deze krant noemde. Erg opwekkend klinkt dat niet. Het is dus eigenlijk wel fijn dat we over de wereld kunnen en moeten nadenken. Zelfs al kunnen we die wereld nooit helemaal in formules en redeneringen vangen, of met technologie naar onze hand zetten. En ook al bieden resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Makkelijk is het niet. Tot nu toe maakten kennis en technologie mensen gemiddeld steeds welvarender. De levensverwachting steeg en vondsten als vliegtuigen, smart tools en communicatiemiddelen gaven mensen haast letterlijk en in elk geval figuurlijk vleugels. Dat kwam mede doordat politici en beleidsmakers koersten op de, door zulke innovaties opgedreven, uitkomst van een uitgebreide som: het bbp oftewel bruto binnenlands product, dat decennialang gold als een maatstaf voor welvaart. Minder waarde werd daarbij gehecht aan de waarschuwingen van de ‘peetvader’ van dat bbp, Simon Kuznets. Hij vertelde in 1934 al dat de som zoveel buiten beschouwing laat, dat het bbp helemaal geen maat is voor wat vaak als welvaart wordt gezien. Zo telt onbetaald huishoudelijk werk niet mee. De waarde van schone lucht net zo min. En ook niet hoe welvaart over arm en rijk verdeeld wordt. Of dat een boom al waarde heeft voordat hij in planken gezaagd bij de houthandel ligt. Nu zitten we opgescheept met PFAS, een atmosfeer vol broeikasgassen en kaalgeslagen oerwouden. En ligt er het akelige gegeven dat zulke keerzijden te vaak juist die groepen raken die (nog) het minst van vooruitgang profiteren. Moeten we dus iets minder naar Leibniz en iets meer naar Leonardo da Vinci luisteren? ‘Leer om goed te kijken’, schreef die uitvinder, kunstenaar en voorloper-ingenieur in zijn aantekenboek. ‘Besef dat alles samenhangt met al het andere’. En is dat niet precies wat nodig is bij veel van onze problemen, waarin zaken verknoopt zijn

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

van menselijk gedrag tot oceaanstromen? Dat schreeuwt om een aanpak via ‘een waaier’ aan perspectieven. Om ‘meerstemmigheid’. En zo bezien is het best gek dat sommige stemmen zo zachtjes meezingen op de departementen waar beleid wordt uitgestippeld en over de toekomst wordt gewikt en gewogen. De bètastemmen, inderdaad. Bij het directoraat-generaal Klimaat en Energie heeft één op de tien beleidsmedewerkers een bèta-achtergrond. Bij de meeste andere departementen ligt hun aandeel lager, leerde ik deze zomer. Nogal verrassend, gezien de rol die natuurwetenschap en technologie in de maatschappij spelen. Willen de bèta’s zelf niet? Of zijn anderen bang dat bèta’s het beleid technocratisch maken, zonder oog voor samenhang en subtiliteiten in een samenleving? Vooral fysici staan nog vaak te boek als mensen die via snelle berekeningen ‘op de achterkant van een envelop’ wel even samenvatten hoe een probleem in elkaar zit – of als het moet de hele wereld. Maar: dat gold níet voor de ongeveer twintig jonge deelnemers aan een zomerschool over wetenschapscommunicatie in Eindhoven deze zomer. Vrouwen en mannen, Nederlanders en buitenlanders, promovendi en postdocs én allemaal fysici. Ze lieten me met nieuwe boeken kennismaken en leerden me nieuwe dingen over de schoonheid van verlaten uraniummijnen, wushu, bierbrouwen, de islam, de katholieke kerk en meer. En ze benadrukten dat onder wetenschapscommunicatie juist óók goede communicatie met collega’s uit andere disciplines valt. Ik was ervan onder de indruk. Net als van de in Eindhoven afgestudeerde, bevlogen ingenieur die bij zo’n Haags departement was gaan werken. Tijdens een door Bèta in Bestuur en Beleid georganiseerd interview stelde hij dat het aandeel bèta’s daar nooit boven de 40 procent zou moeten komen. De mix, die was belangrijk. En ik kon het alleen maar beamen: het zou goed zijn als meer bèta’s, net als die ingenieur én als trouwens Rosanne Hertzberger, naar Den Haag zouden gaan.

Margriet van der Heijden is natuurkundige en hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de TU Eindhoven. Deze column verscheen op 4 oktober in NRC. portret : margriet van der heijden


INDUSTRIE

Denk aan Bismarck! Maak ruimte én tijd voor de energietransitie, zegt Gert Jan Kramer, dan is in een vergroenend Nederland ook plaats voor zware industrie. grote (?) partijen staat alleen de VVD hier nog altijd achter. Deze partij betitelt de ambitie als ‘stevig en realistisch’. D66 en CU stellen 60 procent voor, maar worden overtroefd door GL-PvdA met 65 procent. De Partij voor de Dieren stelt zelfs: ‘In 2030 zijn we klimaatneutraal’. De Duitse staatsman Otto von Bismarck (1815-1898) definieerde politiek als ‘de kunst van het mogelijke’. Een paar jaar geleden heeft de Nederlandse regering ervaren dat er grenzen zijn aan het mogelijke, toen ze voorstelde om de gebouwde omgeving in 2030 ‘van het gas los’ te hebben. Niet alleen lukte het niet om ‘de burger mee te nemen’, het bleek domweg onmogelijk. Nu komt de verduurzaming tot 2030 voor een groot deel voor rekening van de energiesector en de industrie. Daar wordt de snelheid van vergroening en verduurzaming simpelweg bepaald door de snelheid waarmee wordt geïnvesteerd. Die investeringen – in wind-op-zee, groene waterstof en nieuwe circulaire processen – vragen om stabiel beleid. En stabiel beleid valt of staat op zijn beurt met een consensus over de haalbaarheid ervan tussen de beleidsgever (de overheid) en de beleidsnemer (de industrie). De voortgaande virtue signaling rond de 2030-doelen in combinatie met weinig concreet beleid maakt het beleidsrisico voor investeringen zo groot dat investeringen dreigen stil te vallen.

portret : jeroen berends / universiteit utrecht ; foto : depositphotos

Politiek is ‘de kunst van het mogelijke’

’’

t

Mijn buren hebben twee GroenLinks-PvdA-posters voor het raam hangen. Een rode met daarop: Schone Energie. En een groene met: Meer Natuur. Onder beide de mededeling: Samen kan het. Ik vermoed dat dat laatste slaat op het groen-rode appel. Maar kan het andere ook samen? Schone energie en meer natuur? In mijn zeer groene en linkse gemeente (Wageningen) is de bevolking tegen windmolens in het bos of in de uiterwaarden, en wil men liever geen zonnevelden op de prachtige Eng. Ik ben daar ook tegen want ik houd van ongerepte landschappen. Maar naast natuurliefhebber ben ik ook voorstander van schone energie. En zowel groen als links heeft mijn sympathie. In mijn vak sustainable energy supply leg ik mijn studenten uit dat een inconvenient truth van duurzame energie is dat het zo’n groot ruimtebeslag heeft. David McKay, bekend van sustainable energy without the hot air, vatte de consequentie van omschakeling naar volledig duurzame energie ooit samen als de ‘industrialisatie van het platteland’. Gelukkig ligt Nederland aan de ondiepe Noordzee die een fantastisch windklimaat heeft. Dat neemt bij de verduurzaming van het Nederlandse energiesysteem de druk op het land wat weg en biedt tevens ruimte om onze (basis)industrie te verduurzamen (zie het rapport Groene keuzes voor de Nederlandse basis­ industrie) – mits we het over de ‘industrialisatie van de Noordzee’ eens kunnen worden. Spanning zit niet alleen in het ruimtebeslag van duurzaam, maar ook in het tijdsbeslag van het pad erheen. Aan het activistische eind van het spectrum eist Extinc­ tion Rebellion klimaatneutraliteit in 2025, een ambitieniveau waarvoor zelfs Stalin met zijn hooggegrepen vijfjarenplannen zou terugdeinzen, maar ook politieke partijen lijken er een sport van te maken om met steeds scherpere doelen voor 2030 te komen. Waar een reductie met 49 procent een paar jaar terug nog als heel ambitieus werd gezien en tegelijkertijd de basis was voor het breedgedragen Klimaatakkoord, vindt men inmiddels 55 procent niet meer voldoende. Van de

Gert Jan Kramer is hoogleraar duurzame energievoorziening aan de Universiteit Utrecht. NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

17


SCALE-UPS

Laat innovatie niet weglekken Een bedrijfje starten lukt goed in Nederland, steun genoeg van de overheid, maar wil je doorgroeien dan zijn investeerders lastig te vinden, ziet Iryna Pakhomova. Als ondernemer van allochtone afkomst die momenteel bezig is met het opschalen van een in Nederland gevestigd bedrijf, kan ik eerlijk zeggen dat dit zeker geen gemakkelijke taak is. En hoewel 25 tot 30 procent van mijn tijd als oprichter gaat zitten in het omgaan met verschillende aspecten van compliance en administratieve verantwoording, is toch de grootste uitdaging voor ons tot nu toe de moeilijkheid om groeikapitaal te verkrijgen. Jaren geleden, toen ik het bedrijf oprichtte, was ik onder de indruk van het Nederlandse systeem van overheidssteun voor startende ondernemers. Ja, het kostte ons wat tijd, maar we hadden het geluk dat we de eerste (en meest risicovolle) fase van onze onderneming konden financieren via het zeer genereuze systeem van overheidssteun. Maar toen het bedrijf begon te groeien en steeds meer kapitaal nodig had, werd het echt moeilijk. In veel andere landen wordt de pre-seed- tot seed-fase meestal gedekt door angel investors In andere en hun syndicaten en durfinvesteerders. Maar landen krijgen in Nederland is die eerste groep helaas te klein en ongeorganiseerd – vermoedelijk vanwege investeerders het gebrek aan grote exits (het te gelde maken van de investering). En de tweede groep, op belastingenkele uitzonderingen na, opereert in feite voordeel als private equity – zowel wat betreft risicomijdend gedrag als de gewenste controle over het bedrijf. Dat dwingt bedrijven, waaronder het mijne, om op zoek te gaan naar groeikapitaal in het buitenland. We doen bijvoorbeeld veel zaken in de Verenigde Staten en mijn bedrijf is vaak benaderd door Amerikaanse investeerders die het geweldig vinden wat we doen en er deel van willen uitmaken. Geen enkele investeerder daar heeft gevraagd om de financiële prognoses voor tien jaar of een businessplan van vijftig pagina’s. Zolang het over het algemeen zinvol is en de oprichters eruit zien alsof ze weten wat ze doen, doen ze mee!

’’

Van een andere planeet Maar hier komt een andere uitdaging. Amerikaanse investeerders zijn gewend aan ‘eenvoudig en doeltreffend’, en hebben de neiging Europese bedrijven met al onze regels en voorschriften als van een andere planeet te beschouwen. Dus bieden ze graag hun geld aan, maar alleen op één belangrijke voorwaarde: het hele bedrijf moet zich opnieuw vestigen in de Verenigde Staten. Dan sta je als aspirant Nederlandse tech-ondernemer voor een moeilijke keuze: je blijft ‘thuis’, beperkt je ambities en groeit organisch, of je verhuist het hele bedrijf, inclusief alle gegenereerde octrooien, je team, jezelf en alle betrokken families, naar een compleet ander land. 18

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Als je besluit om de sprong te wagen, is de eerste partij die het meest verliest in dit alles Nederland, het land dat wel belastinggeld heeft geïnvesteerd in het stimuleren van de innovatie, maar niet in staat was om het bedrijf te behouden met al zijn toekomstige bijdragen aan de Nederlandse economie. Als we kijken naar hoe andere landen met soortgelijke uitdagingen omgaan, kunnen we daar veel van leren. De EIS/SEIS-regeling in het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld een goed voorbeeld van hoe de overheid particuliere investeringen in startende technologiebedrijven kan stimuleren. Hierbij krijgen investeerders een aanzienlijk belastingvoordeel als beloning voor het investeren in startende, ‘risicovolle’ bedrijven. Misschien is het een idee dat we in Nederland kunnen kopiëren, net als de andere activiteiten om het investeren met durfkapitaal te stimuleren. Ook zou het makkelijker moeten worden voor Nederlandse bedrijven om durfkapitaal uit het buitenland aan te trekken.

Iryna Pakhomova (Oekraïne) is een serie­ ondernemer die sinds 2016 in Nederland woont. Bedrijfskundige van opleiding is ze op dit mo­ ment ceo en medeoprichter van het Nederlandse techbedrijf Nurtio Technologies. Ook adviseert ze andere tech­startups en non­profits. beeld : shutterstock ; portret : íryna pakhomova


BIG TECH

Doorbreek de afhankelijkheid van big tech We kunnen beter nu al handelen, dan wachten totdat een plotselinge uitval van de cloud de halve Europese economie stillegt, vindt Reijer Passchier. De technologiemarkt wordt van oudsher gedomineerd door grote bedrijven die het rechtstelsel weten te gebruiken om nog machtiger te worden. In bijvoorbeeld de auto-industrie heeft dat ertoe geleid dat een handvol bedrijven decennialang de dienst uitmaakte. Digitalisering maakt het risico op dergelijke marktdominantie nog eens vele malen groter en dat baart me zorgen. Juist in de digitale wereld geldt dat degene met de meeste informatie de beste uitgangspositie heeft. Dit the rich gets richer-principe leidt tot the winner takes all en het ontstaan van omvangrijke monopolies. Voorbeelden te over. De zoekmachinemarkt is vrijwel volledig in handen van Google, het besturingssysteem van Microsoft is dominant, voor clouddiensten is Amazon de grootste speler en Instagram, Facebook, WhatsApp en Messenger zijn allemaal van Meta. Big tech profiteert daarbij van enorme schaalvoordelen. Oliebedrijven moeten elke liter olie uit de grond pompen, wat per eenheid geld kost. In het geval van digitale diensten en producten hoeft men maar één keer iets te produceren; de kosten van het dupliceren ervan zijn vervolgens minimaal. Voor een bedrijf dat eenmaal een goed werkend social-mediaplatform heeft, is vervolgens elke gebruiker pure winst. Digitale technologie is per definitie ook wendbaar. Een olieraffinaderij verplaats je niet zomaar, maar Facebook kan de data en algoritmen die het nodig heeft om te draaien zonder probleem overal neerzetten, of het nu in Amerika, Australië of Afrika is. Niet voor niets hebben die big tech-topmannen zoveel interesse in de ruimte. Daar zijn ze ultiem ongrijpbaar voor landen met hun lastige regelgeving. De aan hyperglobalisering verbonden race to the bottom neemt met digitalisering zo een hoge vlucht. Het feit dat digitalisering als een black box werkt, is hierbij extra problematisch. Een vliegtuig kun je uit elkaar halen, maar niemand weet precies aan welke regels Facebook ons onderwerpt. In die zin zijn we door big tech aan het feodaliseren. Er is een complex machtsspel ontstaan met regels die we niet kennen en waarop we geen invloed hebben. Ook de leiding op het gebied van AI is inmiddels in handen van big tech; andere spelers, waaronder de wetgever, hobbelen daar een beetje achteraan. Maatschappelijk in verval Alle technologische vooruitgang ten spijt zijn we maatschappelijk en constitutioneel gezien sterk in verval. Dat komt doordat we zo afhankelijk zijn geworden van portret : open universiteit

deze grote spelers. Het terugdringen van die afhankelijkheid zou prioriteit moeten krijgen en de overheid moet daarin het voortouw nemen. Onlangs gaf de regering overheden toestemming de clouddiensten van Microsoft en Amazon te gaan gebruiken. Dat is in mijn ogen een stap in de verkeerde richting. De overheid moet juist lokale clouddiensten stimuleren of zelf een clouddienst opzetten. Volgens hetzelfde principe moet de overheid Er zijn de afhankelijkheid van het besturingssysteem van Microsoft terugdringen. Er zijn prima alprima ternatieven voorhanden. alternatieven Dit biedt bovendien grote kansen. Europese voorhanden alternatieven kunnen dan eindelijk tot bloei komen. Ons onderwijsstelsel is goed en we hebben genoeg geld. Maar het begint met het inzicht dat het enkel reguleren van big tech niet genoeg is. Als we big tech willen ‘temmen’ en aan democratische en rechtsstatelijke waarden willen binden, moeten we allereerst onze afhankelijkheid van big tech doorbreken. Jarenlang waren Europese landen afhankelijk van Russisch gas. Pas door de oorlog in Oekraïne, realiseerden ze zich hoe kwetsbaar ze daardoor waren. Onze afhankelijkheid van Microsoft en Amazon is veel groter dan die van Russisch gas. We kunnen wachten tot door plotselinge uitval van de cloud de halve Europese economie komt stil te liggen. Maar beter kunnen we nu al handelen. •

’’

Reijer Passchier is als hoogleraar digitalisering en de democratische rechtsstaat verbonden aan de Open Universiteit. Daarnaast is hij verbonden aan de afdeling staats- en bestuursrecht van de Universiteit Leiden. In 2021 publiceerde hij het boek Artificiële intelligentie en de rechtsstaat. NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

19


ACTUEEL TECHNIEKNIEUWS vind je op deingenieur.nl

Alles wat je zoekt overzichtelijk bij elkaar Wat speelt er vandaag op technologiegebied? Je leest het op de website van De Ingenieur. Elke dag nieuwe berichten geïllustreerd met beeld en video. deingenieur.nl

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR

Ook op de site: • Activiteiten op techniekgebied in een overzichtelijke agenda • Dossiers over onderwerpen als schoon staal, kernenergie in Nederland en droogte • De interessantste vacatures voor ingenieurs


Möring

Marcel Möring is romanschrijver. Dit jaar sprak hij in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 mei-voordracht uit.

Digitale reanimatie ‘Hoe vaak zet je ’m uit?’, vroeg ik. In de jaren tachtig schreef ik als freelancer voor De AutoBuurman had geen idee. matisering Gids, destijds een enigszins deftige krant met ‘Wanneer is-ie voor het laatst geüpdated?’ zeventigduizend abonnees. Daar is niet veel van over en Buurman wist het niet. de krant heet trouwens ook niet meer zo. Tegenwoordig Vier uur duurde mijn digitale reanimatie en in die tijd is het AG Connect. Ik weet niet of dat een verbetering is. Omdat ik er was voor de lange verhalen, werd ik op kwam ik dingen tegen waaraan ik alleen maar huiverend een dag naar de Sociale Verzekeringsbank in Amster- kan denken. Tot in de diepste krochten van het systeem dam gestuurd voor een reportage over de digitalisering moest ik verdachte bestanden verwijderen, waarvan van het systeem dat aan de basis staat van uitkeringen, buurman natuurlijk niet wist hoe die daar waren gekotoeslagen, noem maar op. Ze waren al een jaar of tien men. ‘Ik heb hier ook helemaal geen verstand van’, zei hij bezig en ik had mijn eerste kopje koffie nog niet op of ik begreep dat sint-juttemis eerder zou aanbreken dan de hulpeloos. Dat wist ik inmiddels, al was het maar omdat hij geen voltooiing van het project. Een paar jaar later stuurde het Algemeen Dagblad backup had, terwijl zijn hele bedrijf in die ene computer zat. mij naar de Rekenkamer om met de In de begintijd van de IT directeur te spreken over IT bij de waren systeembeheerders, overheid. Ik koesterde vage hoop dat IT-ers waren vroeger ontwikkelaars en zelfs opehet inmiddels beter ging, maar tijdens magiërs die flink rators magiërs die flink wermijn vooronderzoek was die hoop verden betaald voor niet zo heel dampt. Het werd geen fijn gesprek met werden betaald voor ingewikkelde dingen. Zij de directeur, die mij een brutale vlegel niet zo ingewikkelde waren het equivalent van de vond. Dat was ik misschien ook wel, smid in de brons- en ijzerwant ik heb geen talent voor autoriteit. dingen tijd: mensen die iets konden Het is nu meer dan dertig jaar later waar niemand iets van snapen als ik Onno Eric Blom en Alexander Klöpping, kenners van de IT- en techwereld, mag ge- te, maar wat heel belangrijk was. De smid bleef tot in de loven, is er geen donder veranderd. In NRC schreven zij middeleeuwen een aanzienlijk persoon aan wie bijzonover dezelfde budgetoverschrijvingen, uitgestelde dead- der krachten werden toegeschreven. Zo mocht die van lines en een even groot gebrek aan kennis als waarvan ik het Schotse Gretna Green jonge mensen trouwen die van destijds met mijn ogen stond te knipperen. De woorden hun ouders geen toestemming hadden gekregen. IT-ers waren ook ongeveer zo. Ik was een tijdje operator bij de overheid en IT lijken niet samen te gaan. Als de ellende zo lang duurt kun je eigenlijk maar een NAM, een baantje van niks – het bestaat ook niet meer ding doen: heel lang en heel diep nadenken over wat ten – maar ik verdiende riant. Wij kijken naar de digitale wereld zoals de brons- of grondslag ligt aan het probleem. Vanmiddag had ik daar alle tijd voor, toen ik de com- ijzertijdmens naar zijn bijl, zwaard, mes of ploegschaar puter van mijn buurman EHBO verleende. Eerder die keek. Heel handig, veel beter dan wat er voor was, maar dag was de elektrotechnicus van het keuringsbedrijf zonder enig idee hoe dit tot stand kwam. En zo worden langsgekomen om de infrastructuur van het pand te tes- in onze tijd grote aanbestedingen gedaan zonder dat men ten. Dat moet van de verzekering omdat beneden een een idee heeft van de implicaties. De jongens en meiden galerie is gevestigd waar voor honderdduizenden euro’s van de grote IT-bedrijven zullen hun magie wel laten aan beelden staat en dan wil je graag weten dat het met werken. En die jongens en meiden hebben enerzijds geen idee van de archaïsche complexiteit van overheidsde elektra goed zit. Buurman had zijn computer uitgezet toen de stroom systemen en willen anderzijds de vette vis van een totale er af ging, en toen die terugkeerde gaf het apparaat geen Umwertung binnenhalen. Zo gaat het nu al veertig jaar en ik vermoed dat het einde niet in zicht is. sjoege.

FOTO : HARRY COCK

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

21


VERKIEZINGEN 2023 T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E E N J I M H E I R B A U T

Waar staan de politieke partijen als het gaat om techniek?

Bèta’s over hun partijstandpunten Wat zijn de politieke partijen van plan als het gaat om onderwerpen die raken aan de techniek?

De Ingenieur vroeg het de bèta’s op de verkiezingslijst. Het is goed zoeken, maar dan zijn ze toch te vinden: aspirant-Tweede Kamerleden met een bèta-achtergrond. De Ingenieur speurde hen op tussen de politicologen en bestuurskundigen en belde per kieslijst de hoogst geplaatste bèta. Dat hoefde geen ingenieur te zijn, een gedegen achtergrond in de aardwetenschappen voldeed bijvoorbeeld ook. De kandidaten reageerden enthousiast en soms verrast. ‘Ben ik de eerste bèta op de lijst? Wat erg eigenlijk!’ Want het mag dan zo zijn dat bèta’s nogal ondervertegenwoordigd zijn in de politieke arena, tech-

niek speelt wel een steeds grotere rol bij het oplossen van de uitdagingen waar Nederland voor staat. De Ingenieur vroeg hun naar de partijstandpunten over aan techniek gerelateerde zaken en naar het gewenste beleid rond energie, stikstof, chemische vervuiling, woningbouw, mobiliteit, digitalisering en AI, personeelstekorten in de techniek en innovatiebeleid van Nederland. Het leverde een interessant overzicht op van standpunten. We benaderden de negen volgens de jongste peiling grootste partijen. De PVV reageerde als enige niet.

Naam: Geert Gabriëls Studie: aardwetenschappen, Universiteit Utrecht Partij: GroenLinks-PvdA Plaats op de lijst: 15

‘Ons doel is een duurzame, gezonde, eerlijke en toekomstgerichte samenleving. We zijn dus bondgenoot van bedrijven die groen en sociaal willen innoveren. Wij pleiten voor een nationale technologiestrategie, waarbij de overheid mee-investeert in duurzame innovaties zoals batterijtechnologie. Aansluiten bij het innovatiebeleid van de Europese Unie zien we als noodzaak om sterker te staan in het internationale speelveld.’ ‘Een goed, betaalbaar en fijnmazig openbaarvervoersnet is een basisvoorziening. We vinden dat het openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk moet zijn. We zijn voor een klimaatticket, naar voorbeeld van Duitsland, waarmee mensen voor 49 euro per maand gebruik kunnen maken van alle vormen van openbaar vervoer. Een beter netwerk en goede internationale verbindingen tussen grensregio’s kunnen helpenmensen het openbaar vervoer in te lokken. 22

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Ook moet er meer in ov-beroepen worden geïnvesteerd.’ ‘Om de wooncrisis tegen te gaan, willen we een minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met doorzettingsmacht. De woningbouw is te lang aan de markt overgelaten. De overheid moet het heft weer in eigen hand nemen door actief grond te verwerven en speculatie tegengaan door belasting te heffen op leegstaande panden en braakliggende gronden. Daarnaast willen we bestaande bouw beter benutten door het optoppen of splitsen van woningen. De kostendelersnorm, waarbij mensen worden gestraft omdat ze bij elkaar wonen, vinden we oneerlijk in deze tijd van wooncrisis.’ ‘We willen energiecoöperaties helpen, opdat mensen vanuit hun situatie zeggenschap, kennis en eigenaarschap hebben over lokale energieproductie. Dat is een doelstelling waar kernenergie niet goed bij past.’ portret : gl - pvda


Naam: Jesse Six Dijkstra Studie: artificial intelligence, Universiteit Utrecht Partij: NSC Plaats op de lijst: 9

daar niet transparant over is. Daarom willen wij een strakke wetgeving rondom het ge-

bruik van algoritmen en AI en een beter gebruik van het algoritmeregister.’

‘Bij opkomende technologieën zoals AI moet dienstbaarheid van de technologie aan de mens het uitgangspunt zijn, niet an­ dersom. Generatieve AI kan mooie dingen, maar nog even en niemand weet meer of de persoon met wie hij (video)belt echt is of nep. Dat is beangstigend. Door de digitale rechten van burgers te versterken en te vereenvoudigen, kan worden opgetreden

tegen misbruik van iemands persoonlijke eigenschappen. Ook willen we aanbieders van AI­diensten verplichten met zichtbare en onzichtbare watermerken te werken.’ ‘Er is een herziening van het stikstofbeleid nodig, waarbij wordt gekeken hoe de uitstoot van ‘stikstof ’ omlaag kan in plaats van de depositie. Alle sectoren moeten hieraan bijdragen. Hierbij moeten we maat­ werk leveren en oog hebben voor de sociaal­ economische gevolgen van de maatregelen, om ontwrichtende effecten te reduceren.’

t

‘De digitale leefomgeving is één van onze speerpunten, met een volledig hoofdstuk in ons verkiezingsprogramma. Digitale diensten moeten voor iedereen veilig en met behoud van privacy toegankelijk zijn. Daarvoor is een grondige herordening van de datahuishouding, de archivering en het algoritmeregister van de overheid nodig. De verantwoordelijkheid voor cyber security is momenteel te gefragmenteerd. Hierop moet vanuit een centrale autoriteit scherper regie worden gevoerd. ‘NSC pleit voor meer zorgvuldigheid in de omgang met data van Nederlandse burgers. We vinden het belangrijk dat de privacy van chatverkeer blijft geborgd. Dat lijkt nu door een Europese verordening over berich­ tenscreening op de tocht te staan. We gaan ons inzetten om in Europees verband onze afhankelijkheid van Amerikaanse big tech af te bouwen, betreffende digitale infrastruc­ tuur, softwarediensten en internetplatforms.’ ‘Uit het toeslagenschandaal bleek hoe fout het kan gaan als de overheid de besluit­ vorming uit handen geeft aan algoritmen en

Het aanpakken van de woningbouwopgave is voor alle partijen een speerpunt. foto : depositphotos portret : nsc

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

23


VERKIEZINGEN 2023

Vrijwel alle partijen pleiten voor meer investeringen in het openbaar vervoer, maar sommige blijven de automobilist vooropzetten. foto : depositphotos

Naam: Haidy Hankers Studie: tropische landbouw en facility management, Wageningen University & Research Partij: BBB Plaats op de lijst: 26

‘Techniek hangt voor ons samen met hoogwaardige economie, zoals de maakeconomie, de voedselsector en de woningbouw. De laatste jaren is voor deze sectoren regel op regel bedacht. Die toename in bureaucratie levert veel vertraging op. BBB wil de regeldruk omlaag brengen, dan krijgen ondernemers weer ruimte voor ondernemerschap en innovatie.’ ‘Een eigen energievoorziening is belangrijk. Van sommige regimes op de wereld wil je niet afhankelijk zijn. Wind en zon leveren niet constant, dus kom je uit bij kernenergie – met als bijkomend voordeel dat daarbij geen CO2wordt uitgestoten.’ ‘De chemische vervuiling van Chemours en Tata Steel heeft direct impact op de volksgezondheid. Voor uitstoot met een organische oorsprong geldt dat in mindere mate. Het stikstofprobleem is gebaseerd op wetenschappelijke berekeningen, maar Nederland 24

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

hanteert wel de laagst mogelijke stikstofnorm. De rest van Europa werkt met een hogere norm en heeft geen stikstofprobleem. De Nederlandse norm is dus te streng.’ ‘Voor mobiliteit is het belangrijk onderscheid te maken tussen de steden en de rest van het land. In steden gaat het verplaatsen met openbaar vervoer prima. Maar het overgrote deel van Nederland is geen stad. Daar moet worden geïnvesteerd in goede wegen. Dat is ook nodig voor de economie van Nederland.’ ‘Met kunstmatige intelligentie zijn veel processen te automatiseren. Dat heeft invloed op de werkgelegenheid. Maar uiteindelijk zijn er toch altijd mensen nodig als aannemers, loodgieters en verpleegkundigen om de dingen die we hebben bedacht uit te voeren. De praktijkopgeleide mensen zullen in een toekomst met AI nog essentieler zijn dan nu.’ portret : caroline de cristofaro , aeb amsterdam


Naam: Peter de Groot Studie: civiele techniek (hbo) en technische bestuurskunde, TU Delft Partij: VVD Plaats op de lijst: 22

‘Techniek is steeds vaker de oplossing voor de verschillende maatschappelijke uitda­ gingen. Neem vervoer. Nederland groeit verder in inwonertal en de vraag naar ver­ voer dus ook. Natuurlijk zijn wij als VVD voor het aanleggen van meer wegen, want veel mensen hebben de auto gewoon nodig om snel op hun bestemming te komen. Maar dat is niet het hele verhaal. Ook het ov moet beter, vindt de VVD. Daarbij zijn de uit­ dagingen voor verschillende regio’s anders. In de Randstad moeten er meer bussen en treinen op de netwerken rijden, terwijl op het platteland een grote bus vaak niet vol zit. Daar zijn meer slimme ov­oplossingen no­ dig, zoals een kleine bus of een deeltaxi. En bij het goed op elkaar laten aansluiten van de verschillende modaliteiten kan digitale technologie een rol spelen.’

‘Zelf heb ik lang in de bouw gewerkt, dus die sector heeft mijn speciale belangstelling. De behoefte aan meer woningen is overduidelijk. We moeten zorgen dat aannemers lekker door kunnen, door te zorgen voor meer bouwlocaties en minder regels. Verder zien we dat ons land vooroploopt met de fabrieksmatige pro­ ductie van woningen. Dat is mooi, dat drukt de prijzen van woningen én lost tegelijkertijd het personeelstekort op in de bouw.’ ‘Ten slotte houd ik graag een warm pleidooi voor het onderhoud van onze kunstwerken, zoals bruggen. Misschien minder sexy dan het bouwen ervan, maar goed onderhoud is soms zelfs ingewikkelder dan de bouw en ze­ ker zo belangrijk. Als een brug uitvalt, heeft dat forse stremmingen tot gevolg. Voor goed en duurzaam brugonderhoud is diepe, tech­ nische kennis nodig.’

Naam: Kıvılcım Pınar Studie: business information systems, TU Eindhoven Partij: PvdD Plaats op de lijst: 15

portretten : vvd ; pvdd

is doorgeslagen. En ik verwijt het niet eens de boeren, want die zitten zelf ook gewoon klem in dit systeem. Ze hebben nu maar twee keu­ zen: nog groter groeien of ermee ophouden.’ ‘Onze oplossing is 75 procent minder dieren. Tegelijk willen we boeren een ander ver­ dienmodel aanbieden om de eiwittransitie door te maken, zodat ze een goede boterham kunnen blijven verdienen. De landbouw hangt van subsidies aan elkaar. Wij zeggen, draai die subsidiekraan de andere kant op, richting een duurzame voedselindustrie.’ ‘Op het gebied van digitalisering is de PvdD kritisch op de big tech­bedrijven zoals Google en Meta. We zouden de algorithmen van deze bedrijven veel beter moeten controleren, want die platforms hebben veel te veel macht. Het internet zou van de burgers, van iedereen moeten zijn.’

t

‘De Partij voor de Dieren heeft als lange­ termijnvisie dat we ons niet alleen voor de mensen met veel vinkjes in het westen in­ zetten, maar ook voor dieren en voor het milieu. De partij is opgericht door activis­ ten. Zorg eerst voor de meest kwetsbaren: de dieren en het milieu, dan werkt die houding ook door richting ons, mensen.’ ‘Er zijn veel te veel dieren in ons land. We zijn het slachthuis van Europa en de melk­ boer van de wereld. Dat is overduidelijk nadelig voor de natuur en het milieu. We hebben een ammoniakprobleem, een nitraat­ probleem en ook het grootste deel van het oppervlaktewater is veel te vies volgens stren­ gere normen die eraan komen. Ik begrijp goed waar dit vandaan komt: na de oorlog en de hongerwinter wilden we als land nooit meer een voedseltekort meemaken. Maar dat

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

25


VERKIEZINGEN 2023

Het scheidend kabinet heeft het voornemen uitgesproken twee nieuwe kerncentrales te bouwen. Of het daad­ werkelijk zover komt, wordt vermoedelijk in het nieuwe regeer­ akkoord bepaald. foto : depositphotos

Naam: Eline Vedder Studie: werktuigbouwkunde, Universiteit Twente Partij: CDA Plaats op de lijst: 2

‘Er moeten meer bèta’s in de politiek gaan werken. De top-3 van de lijst van het CDA heeft allemaal een technische achtergrond en wij vinden unaniem dat er meer behoefte is in Den Haag aan dat soort mensen. Ingenieurs begrijpen dat de grote uitdagingen van Nederland niet te reduceren zijn tot een zwart-witdebatje.’ ‘Over de zware industrie, zoals Tata Steel en Chemours, is veel te doen. Sommige partijen zeggen daarover: sluiten die handel. Maar dat vinden wij als CDA echt onzin. Jaag je zulke bedrijven de grens over, dan is dat slecht voor Nederland én gaat de milieuimpact elders gewoon door. Nee, we moeten juist samen optrekken met die bedrijven en stappen zetten op het gebied van verduurzaming. Daarbij is bestendig beleid nodig, dat bedrijven voor langere tijd duidelijkheid geeft. Om te kunnen verduurzamen zijn vaak grote investeringen nodig die er lang over doen om zichzelf terug te verdienen.’ Op het gebied van de landbouw en veeteelt liggen serieuze opgaven, vindt ook het CDA, rond klimaat, stikstof en de slechte

26

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

waterkwaliteit. ‘De veestapel zal licht gaan krimpen, maar bij ons is dat, in tegenstelling tot sommige andere partijen, geen doel op zich, maar het resultaat van de benodigde transitie. Een deel van de boeren wil vrijwillig stoppen, een ander deel zal minder intensief gaan telen of vee houden. Dit kan echter alleen als deze groep daarvoor in redelijkheid wordt gecompenseerd, bijvoorbeeld door boeren te belonen voor agrarisch natuurbeheer.’ ‘De twee kerncentrales waar het huidige kabinet aan werkt, moeten er komen. Kernenergie hebben we gewoon nodig als betrouwbare basisbron van elektriciteit; met alleen zon en wind wordt het energiesysteem immers wel heel volatiel. De techniek is inmiddels zover voortgeschreden dat het slechte imago van kernenergie niet meer terecht is. Ik weet dat het vergunningentraject en de bouw van kerncentrales vaak uitlopen. Dat moet ook zorgvuldig gebeuren, maar dat is voor ons reden te meer om te zeggen: doorpakken nu, want anders komen die kerncentrales er nooit.’

portret : cda


Naam: Murat Memiş Studie: elektrotechniek (mbo) Partij: SP Plaats op de lijst: 16

‘Deze verkiezingen komen op een bijzonder moment. Nederland gaat in november de keuze maken hoe we willen dat ons land er de komende tien, vijftien jaar uit komt te zien. Wij zien helaas dat een tweedeling is ontstaan op allerlei vlakken. De ene groep heeft het heel goed, maar een grote groep mensen komt aan het eind van de maand geld tekort of kan geen woning vinden. De energierekening loopt hard op, het ov is niet meer te betalen en de zorg is uitgekleed. De bestaande politiek heeft lang geroepen dat “de markt” het wel zal oplossen, maar dat blijkt niet zo te zijn.’ ‘Neem nu de energievoorziening, die is te belangrijk om aan de markt over te laten. Daarom wil de SP de energiebedrijven nationaliseren. Dat is een forse ingreep, maar niet onmogelijk. Enkele provincies onderzoeken het al. Verder moet de verduurzaming van de energiesector doorgaan, maar dat moet wel anders, want

subsidies voor verduurzaming komen voor 80 procent bij de rijken terecht en maar voor 20 procent bij de laagste inkomens. Van kernenergie zijn we geen fan, wij zien meer in het massaal plaatsen van zonnepanelen op daken van huishoudens. Daarmee helpen we huishoudens met lagere energierekeningen en stoten we bovendien minder broeikasgassen uit.’ ‘Verder moet de volkshuisvesting terugkomen; als het aan de SP ligt krijgen huurders het weer voor het zeggen. En openbaar vervoer moet op termijn gratis worden. We zien nu steeds meer ov-verbindingen verdwijnen omdat ze niet winstgevend genoeg zijn. Dus stop met het subsidiëren van Tesla’s en investeer dat geld in het openbaar vervoer. Ten slotte wil ik graag meegeven dat techniek de toekomst is. Laten we de vaderlandse maakindustrie zoveel mogelijk hier houden. Investeer meer in de mbo’s, want die leveren de banen van de toekomst.’

Naam: Anne-Marijke Podt Studie: industrieel ontwerpen, TU Delft Partij: D66 Plaats op de lijst: 4

‘Een groen en schoon Nederland staat hoog op onze agenda. Wat Rob Jetten als eerste klimaatminister in gang heeft gezet, willen we doorzetten: een verdubbeling van het vermogen van wind op zee in 2030, een vervijftienvoudiging in 2050, en een groen verdienmodel om duurzaamheid te stimuleren. Waterstof zien we als essentieel onderdeel van de energietransitie. Op kleinere schaal zetten we onder andere in op het right to repair, dat bedrijven verplicht producten zo te maken dat mensen deze kunnen repareren.’ ‘Ons andere speerpunt is onderwijs en wetenschap. D66 maakt zich hard voor de Lissabondoelstelling, die zegt dat elk land 3 procent van het bruto binnenlands product aan onderzoek en ontwikkeling moet besteden. Mbo’ers zijn keihard nodig. Voor personeel in de techniek moeten we naar hen kijken, PORTRET : SP ; D 66

maar ook buiten Europa. Wij pleiten voor een commissie die uitzoekt welke sector hoeveel personeel tekortkomt, om gericht vakmensen te kunnen werven en toelaten. Vergelijk het met de regeling voor kenniswerkers aan de top van de arbeidsmarkt: een raketbouwer komt Nederland zo in. Dat moet straks ook voor betonvlechters gelden.’ ‘Om de woningbouw vlot te trekken, moeten we eerst het stikstofprobleem aanpakken, al zien sommige partijen dat anders. Daarna kan de nieuwbouw van het slot. In de bestaande bouw valt veel te winnen met het verbouwen, optoppen en aanplakken van woningen. En we willen een ministerie voor Digitale Zaken en meer ambtenaren met kennis van zaken over bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie en cybersecurity. De overheid loopt hierbij achter de feiten aan.’ • NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

27


NOMINEER DE INGENIEUR VAN HET JAAR 2024! Met de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs aan de Ingenieur van het Jaar wil KIVI, het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, excellente ingenieurs en hun werk voor het voetlicht brengen.

Ken jij een bijzondere ingenieur die de Prins Friso Ingenieursprijs verdient? Nomineer haar of hem dan voor de verkiezing van Ingenieur van het Jaar 2024. Voor meer informatie: www.prinsfrisoingenieursprijs.nl

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

28

DE INGENIEUR

DE INGENIEUR • MEI 2023


Podium

Experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Lode Lauwaert.

We moeten ook nadenken over de verre toekomst Het lijkt erop dat er een AI-oorlog heerst. Het focus op de toekomst de aandacht voor het heene kamp bestaat uit mensen uit voornamelijk den in de weg zit? Een ander terugkerend tegenargument is dat de humane wetenschappen die focussen op zorgen rond bestaande AI-systemen: discriminatie, de focus op AGI berust op speculatie. Voor een privacy, milieu, etc. In het andere kamp vinden deel is dat terecht: het gaat tenslotte om een heel we de tech-mensen en veel AI-wetenschappers nieuwe technologie. Maar van louter speculeren die hun blik op de verdere toekomst hebben ge- is geen sprake. Wereldwijd streven tientallen richt. Die laatste groep maakt zich zorgen over bedrijven naar de ontwikkeling van AGI en ze de mogelijke risico’s van artificial general intelli- investeren er miljarden in. De rekenkracht van gence (AGI), ofwel slimme systemen die wellicht computers neemt toe en naar verwachting manog deze eeuw worden ontwikkeld en die mo- ken de klassieke, op chips draaiende machines gelijk de meeste dingen zullen kunnen die ook op termijn plaats voor kwantumcomputers. Hoe verantwoord is het dan dat ethici beweren dat mensen kunnen. Volgens de humane wetenschappers moeten we geen aandacht moeten besteden aan wat er binnen pakweg vijf dewe uitsluitend focussen op de cennia kan aankomen? bestaande systemen en dus niet Is dan wel vol te houden op AGI. Die stelling is eigenaarDe kans op dat we louter mogen fodig. Neem atoomsplitsing. In cussen op het probleem het midden van de vorige eeuw vernietiging door dat ChatGPT in mannewerd nauwelijks nagedacht over AI is niet nul lijke termen spreekt als de grootschalige onbedoelde gewe ‘ceo’ typen, terwijl volgen van die technologie. Het we moeten zwijgen over doembeeld van een nucleaire AGI? winter werd lange tijd niet seriHet is onze plicht om de huidige problemen eus genomen, terwijl zeker in de Cubacrisis een kernoorlog nabij was. Zouden we vandaag nog aan te pakken, maar ook om na te denken over steeds beweren dat we niet over de toekomst van de (verre) toekomst. Want wat als AGI in pakweg Noord-Korea of Rusland wordt ontwikkeld? atoomsplitsing moeten nadenken? Een van de argumenten is dat de focus op Ik denk niet dat AGI de mensheid zal vernietitoekomstige mogelijke problemen de aandacht gen, maar dat neemt niet weg dat er mogelijke wegneemt van bestaande problemen. Natuurlijk, andere catastrofes kunnen plaatsvinden. Stel dat ik ongelijk heb: de kans op vernietidie verdienen óók onze aandacht, maar toch snijdt het argument geen hout. Het is immers ging is toch niet nul. Beeld je eens in dat astronoperfect mogelijk dat de internationale gemeen- men het erover eens zouden zijn dat de kans dat schap voorrang blijft geven aan de aanpak van binnen vijftig jaar een asteroïde op de Aarde zal bestaande systemen, terwijl tegelijk ook al wordt inslaan 0,05 procent is. Zouden wij er dan niet alles aan doen dat (proberen) te voorkomen? Of nagedacht over de toekomst. Ten tweede: er circuleren vandaag tientallen zouden we zeggen dat die voorspelling louter de niet-bindende ethische richtlijnen en de Euro- belangen dient van enkele witte westerse wereldpese AI Act komt eraan. Hoewel de AI-ethiek vreemde wetenschappers die in feite op zoek zijn nog niet is uitgekristalliseerd, is wel duidelijk dat naar onderzoeksgeld? eerlijkheid en privacy prominent in die richtlijnen figureren en AGI niet. Als de bestaande Lode Lauwaert is hoogleraar techniekissues (terecht) al goed verankerd zitten in deze filosofie aan de KU Leuven. Dit is zijn documenten, hoe groot is dan het risico dat de laatste Podium-bijdrage. PORTRET : KOEN BROOS

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

29


N AT U U R K U N D E T E K S T: B A R R Y F I T Z G E R A L D

Materiaal LK-99 zette de natuurkundewereld een zomerlang op zijn kop

Hete supergeleiding Natuurkundigen die onderzoek doen naar supergeleiders zullen de zomer van 2023 niet snel vergeten. De ontdekking van het materiaal LK-99 leek even Nobelprijswaardig, maar bleek al snel een schoolvoorbeeld van te veel beloven, onoplettendheid en overdrijving. Supergeleiders zijn materialen die elektriciteit gelei­ den zonder enige weerstand. De belofte is groot, maar er zit een addertje onder het gras: ze moeten daarvoor wel worden gekoeld tot heel lage temperaturen, ver be­ neden het vriespunt van water. Het materiaal LK­99 zou dit probleem oplossen door zich als supergeleider te gedragen bij temperaturen ver boven nul graden Celsius. Die belofte bleek vals, maar zelfs nu nog zijn er onderzoekers die de atomen van LK­99 manipuleren in de hoop er alsnog een supergeleider in te ontwaren. Waarom al die drukte over een supergeleider met een naam die klinkt alsof hij uit een superheldenfilm komt? Preprint publicaties De gebeurtenis die de natuurkundewereld drie weken in haar greep hield, begon op 22 juli 2023. Die dag ver­

De standaardtest voor supergeleiding is te laten zien dat het materiaal kan zweven. foto : depositphotos 30

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

schenen er twee wetenschappelijke artikelen op de preprint-server arXiv waar wetenschappers hun artikelen meteen kunnen publiceren zodra ze af zijn. De auteurs van het Quantum Energy Research Centre in Seoul in Zuid­Korea presenteerden LK­99, een ma­ teriaal dat bestaat uit koper, lood, fosfor en zuurstof, en zijn naam ontleent aan een project dat hoofdonderzoe­ kers Lee Sukbae en Kim Ji­Hoon in 1999 uitvoerden. Dit project leverde een materiaal op dat volgens de twee wetenschappers een hogetemperatuursupergeleider was. Het materiaal werd supergeleidend bij temperaturen bo­ ven de 100 graden Celsius, meer dan tweehonderd gra­ den boven de temperatuur van het materiaal dat nu aan de top staat als supergeleidend (zie kader Druk doet er toe). Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het dat meestal ook.


De ‘supergeleider’ LK-99. FOTO : SHUTTERSTOCK

Tegenspraak ‘Ik was op vakantie toen het nieuws naar buiten kwam’, herinnert experimenteel natuurkundige Anne de Visser, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam, zich. ‘Een student uit mijn groep hoorde van de artikelen en seinde me in. Toen ik terug was van vakantie en de stukken las, realiseerde ik me al snel dat LK-99 geen supergeleider was.’ Die mening wordt gedeeld door natuurkundige Mazhar Ali, universitair hoofddocent aan de TU Delft. ‘In beide artikelen stonden grafieken die in tegenspraak waren met de conclusies. Ik was er niet van overtuigd dat ze gelijk hadden.’ Opgeschrikt door de claims over zo’n grensverleggend materiaal gingen onderzoekers van over de hele wereld

aan de slag om te bewijzen of juist te ontkrachten dat LK-99 een revolutionaire supergeleider is. Vloeibaar helium en kwik Het verhaal over supergeleiding gaat terug tot het jaar 1911, toen de wereld voor het eerst kennismaakte met het fenomeen. Het was Heike Kamerlingh Onnes aan de Universiteit Leiden die in 1908 helium omzette van een gas in een vloeistof. Tegenwoordig misschien een onbeduidende handeling, maar helium afkoelen tot het kookpunt van -269 graden Celsius (4,2 kelvin) was geen geringe prestatie. Het leverde hem in 1913 de Nobelprijs voor Natuurkunde op voor zijn werk. Met zijn ultrakoude helium ging Kamerlingh Onnes aan de slag. Hij gebruikte het onder meer om te bestuderen wat er gebeurt met de elektrische weerstand in een metaal als dat het absolute nulpunt benadert van 0 kelvin, ofwel -273,15 graden Celsius. Destijds waren wetenschappers het niet eens over wat er zou gebeuren. De Britse chemicus en natuurkundige James Dewar voorspelde dat de weerstand zou wegvallen, terwijl Lord Kelvin – de naamgever van de

Op arXiv zijn duizenden artikelen te vinden, over onderwerpen als wiskunde, informatica en natuurlijk supergeleiderfysica. De resultaten gepubliceerd in een online artikel op arXiv zijn echter nog niet onafhankelijk gecontroleerd door andere onderzoekers. En zo begint het verhaal van LK-99.

Weerstandloos stromen Het is geen sciencefiction, supergeleiders bestaan echt. Ze zijn zo geweldig omdat elektronen erdoorheen kunnen stromen zonder elektrische weerstand te voelen. Elektriciteit kan zelfs eeuwig door een supergeleider stromen. Maar deze materialen moeten wel héél koud zijn om supergeleidend te worden.

In een traditionele hogetemperatuurgeleider met weerstand bewegen de elektronen onafhankelijk van elkaar. In een supergeleider gaat dat een beetje anders – de elektronen bewegen in harmonie. Bovendien vormen de elektronen ook paren: Cooperparen, genoemd naar de Nobelprijswinnende natuurkundige Leon Cooper.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

31


N AT U U R K U N D E

Supergeleiders kunnen zweven dankzij het Meissner-effect. BEELD : SHUTTERSTOCK

temperatuurschaal – dacht dat elektronen zouden bevriezen en de weerstand naar oneindig zou gaan. Als metaal voor zijn testen koos Kamerlingh Onnes kwik, wat een vreemde keuze lijkt gezien de giftigheid ervan. Maar de vloeibare toestand van kwik bij kamertemperatuur maakte het gemakkelijk om onzuiverheden eruit te verwijderen. Die komen voor in de meeste metalen en dragen bij aan de weerstand. Onzuiverheden verstrooien elektronen, en hoe meer onzuiverheden er zijn, hoe meer verstrooiing er plaatsvindt en hoe groter de elektrische weerstand van het metaal is. In experimenten die hij in 1911 deed, zag Kamerlingh Onnes dat de weerstand van een draadje van zuiver kwik daalde naar nul als de temperatuur daalde onder 4,2 kelvin. Kamerlingh Onnes had de eerste supergeleider ontdekt.

Supergeleiders nu Meer dan een eeuw later worden supergeleiders ongemerkt gebruikt in onze maatschappij. Wie een MRI-scan laat maken, wordt in een gigantische, cilindervormige supergeleidende elektromagneet gelegd, die wordt gekoeld met vloeibaar helium. Die supergeleider is onmisbaar om het sterke magnetische veld te creëren dat nodig is om binnen het lichaam gedetailleerde scans te maken. In deeltjesversnellers zoals de large hadron collider (LHC) worden supergeleidende magneten gebruikt om de enorme magneetvelden op te wekken die de bundels met hoogenergetische deeltjes de versneller rondsturen. In theorie kunnen supergeleiders worden gebruikt om elektrische energie door elektriciteitsleidingen te transporteren zonder verlies door warmte. Die toepassing schetst een wereld waarin groene stroom – opgewekt door zonnepanelen of windmolens – over duizenden kilometers wordt getransporteerd via supergeleidende kabels. Dat zou de energietransitie een stevige duw in de rug geven. Maar het probleem blijft dat er geen materialen zijn die bij atmosferische druk en normale temperaturen al supergeleidend zijn. Het gebruik van supergeleidende kabels bij een zeer lage temperatuur zou veel te veel elektriciteit en geld kosten voor de koeling. Zweven of niet zweven Een test die onderzoekers vaak gebruiken om supergeleiding aan te tonen, is de – sterk gekoelde – supergeleider boven een magneet te laten zweven. ‘LK-99 is geen echte supergeleider, dat is zeker’, zegt De Visser over het nieuwe materiaal. ‘Hij zweeft niet echt, hij zweeft maar half boven de magneet door op één uiteinde te balanceren.’ Volgens Ali zou LK-99 helemaal niet moeten zweven als de metingen kloppen. ‘De magnetische veldsterkte aan het oppervlak van een neodymiummagneet van 2,5 centimeter is ongeveer één tesla. Dit is meer dan het dubbele van het kritische veld dat nodig is om supergeleiding te vernietigen, zoals is af te leiden uit de gegevens in hun artikel. Dus als het materiaal een supergeleider is, zou het in plaats van te zweven eigenlijk gewoon op de magneet moeten liggen. De levitatie-experimenten kloppen niet met de geclaimde elektrische metingen.’

Druk doet ertoe Bij atmosferische druk is het materiaal Hg12Tl3Ba30Ca30Cu45O127, dat behoort tot de familie van de cupraten (verbindingen met geoxideerd koper), de supergeleider met de hoogste kritische temperatuur van -135 graden Celsius (138 kelvin). Dit is de temperatuur waarbij dit materiaal zich als supergeleider begint te gedragen. Die kritische temperatuur is echter te verschuiven naar hogere temperaturen, namelijk door de druk op het materiaal te verhogen. 32

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Dit is een truc die veel onderzoekers gebruiken om de temperatuur dichter bij kamertemperatuur te brengen. Superhydride LaH10 (lanthanumdecahydride) gedraagt zich bijvoorbeeld als een supergeleider bij een in verhouding ‘gloeiendhete’ -23 graden Celsius (250 kelvin). Het enige probleem is dat de druk daarvoor 170 gigapascal moet zijn, meer dan een miljoen keer de druk van de aardatmosfeer!


Grote kristallen van een hoge temperatuursupergeleider van koperoxide. beeld : anne de visser

Het laten zien een zwevend materiaal wordt gezien als de gouden standaardtest voor supergeleiding. Dit wisten de Zuid-Koreaan- 16 augustus se onderzoekers natuurlijk ook. Door beelden kwam een van een vermeende zwevende toestand (levieind aan drie tatie) te delen, hoopten ze misschien andere onderzoekers af te leiden van het graven in veelbelovenhun gegevens. Maar onderzoekers als Ali en de weken De Visser laten zich niet zo snel afleiden, zeker niet als de claim zo opzienbarend is.

’’

Geschiedenis in herhaling Op 16 augustus kwam er een einde aan de drie veelbelovende, maar controversiële weken van LK-99. Een nieuwsartikel in Nature gaf een gedetailleerde samenvatting van verschillende onderzoeken uit de hele wereld die LK-99 verwierpen als supergeleidend materiaal. Terwijl de wereld van de supergeleiders nog aan het bijkomen was van de tekortkomingen van LK-99 kreeg een artikel dat eveneens was gepubliceerd in Nature en afkomstig van onderzoekers van de University of Rochester, op 1 september 2023 een editor’s note. De redactie van het blad liet weten dat ze de betrouwbaarheid van het manuscript onder de loep nam. Eerste auteur van dat artikel, Ranga Dias van de University of Rochester, kondigde op een bijeenkomst van de American Physical Society in maart 2023 in Las

t

Leren zweven Dat supergeleiders kunnen zweven komt door het Meissner-effect, ook wel het Meissner-Ochsenfeldeffect genoemd naar de Duitse natuurkundigen Walther Meissner en Robert Ochsenfeld die fenomeen in 1933 ontdekten. Als de temperatuur daalt richting de kritische temperatuur van een supergeleidend materiaal, dan wordt het magnetische veld, indien aanwezig, verdreven vanuit het binnenste van het materiaal door afschermende elektrische stromen aan het oppervlak van het materiaal. Wanneer het supergeleidende materiaal vervolgens dicht bij een magneet wordt gebracht, leiden de afschermende elektrische stromen tot een tegengesteld magnetisch veld aan het oppervlak van het materiaal, dat het magnetische veld van de magneet eronder afstoot.

Deze eigenschap van supergeleiders wordt gebruikt als basis voor magnetische levitatie, waarbij treinen boven een spoor zweven. Zulke maglevtreinen kunnen met hoge snelheden rijden dankzij de afwezigheid van wrijving, waardoor slijtage min of meer wordt voorkomen. De snelste maglevtrein heeft een indrukwekkende topsnelheid van 603 kilometer per uur gehaald.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

33


N AT U U R K U N D E

De Josephson-diode van de Delftse onderzoekers onder leiding van Mazhar Ali bestaat uit verschillende lagen kwantumkristallen. De ‘groene’ elektronen bewegen in paren in supergeleiding; De ‘oranje’ elektronen bewegen in meer moeizame gewone geleiding. beeld : tu delft / ella marushenko

Vegas, de vondst aan van een supergeleider op kamer­ temperatuur, maar wel bij een druk van ruwweg tiendui­ zend keer de aardatmosfeer. De supergeleider bestond uit de elementen lutetium, stikstof en waterstof, en heeft de chemische formule LuNxHy – de wetenschappers on­ derzochten verschillende waarden voor x en y. ‘Ik was bij de lezing van Dias in Las Vegas’, vertelt Ali. ‘Iedereen uit het vakgebied was er. Of het praatje me overtuigde van de resultaten? Eerlijk gezegd niet.’ De Visser herinnert zich dat zijn indruk van het arti­ kel na lezing veranderde. ‘Op het eerste gezicht vond ik het artikel een degelijk stukje werk, maar na zorgvuldig lezen van het manuscript zag ik een aantal dingen in de grafieken die vroegen om nadere toelichting.’ Dit is niet de eerste controverse rond Dias. Eind maart van dit jaar werd een artikel van hem en zijn medewer­ kers over de elektrische eigenschappen van mangaan­ disulfide ingetrokken door het tijdschrift Physical Review Letters. En op het gebied van supergeleiders lieten Dias en zijn collega’s in september 2022 een ander artikel over supergeleiders bij kamertemperatuur intrekken. Ironisch genoeg verwezen de Zuid­Koreaanse onderzoekers in hun arXiv­papers naar dit ingetrokken artikel van Dias. Nieuwe materialen ‘In het algemeen zijn de verhalen over LK­99 en de Ro­ chester­artikelen erg slecht voor de wetenschap, en heel slecht voor het onderzoeksgebied van de supergeleiders’, merkt De Visser op. ‘Voor onderzoeksgroepen zoals de mijne, die zich richten op de fundamentele kant van supergeleiders, leidt dit alleen maar af.’ 34

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

De Vissers groep aan de Universiteit van Amsterdam wedijvert niet met de Zuid­Koreaanse onderzoekers of met Dias, die de heilige graal van supergeleiders bij kamertemperatuur najagen. De Visser is juist geïnte­ resseerd in de fundamentele kant van onconventionele supergeleiders en topologische isolatoren, nieuwe mate­ rialen met bijzondere eigenschappen. ‘Externe magnetische velden verzwakken supergelei­ ding, maar wanneer elektronen worden gekoppeld in triplet­toestanden zou dit de sleutel kunnen zijn tot het behouden van een supergeleidende toestand in dergelij­ ke velden’, zegt De Visser. ‘Topologische isolatoren zijn bijzondere materialen, omdat ze zich aan de binnenkant gedragen als een isolator, en aan het oppervlak als een geleider. Dit kan mogelijkheden bieden voor toekom­ stige supergeleidende materialen.’ Eenrichtingsverkeer In Delft heeft Ali met zijn onderzoeksgroep het concept van eenrichtings­supergeleiding onderzocht. In 2022 publiceerden ze erover in Nature. ‘Stel je een super­ geleidende draad voor waarbij een elektrische stroom al­ leen naar rechts loopt, en niet naar links kan. Dat gedrag lijkt meer op een diode, maar dan met supergeleiders in plaats van halfgeleiders. Samen met mijn collega’s Heng Wu en Yaojia Wang hebben we dat voor elkaar gekregen’, zegt Ali. ‘Deze eenrichtings­supergeleiders kunnen de weg vrijmaken voor supergeleidend computergebruik, waardoor computers sneller en energiezuiniger worden. Maar het zal nog veel werk, veel tijd en heel veel geduld kosten voordat het zover is.’


Maglevtreinen zweven dankzij sterk magnetisme een klein stukje boven de rails, wat te danken is aan supergeleiding. foto : depositphotos

Geduld is wat ontbrak eind juli, toen het nieuws over LK-99 zich via sociale media verspreidde. Wetenschappers en niet-wetenschappers lieten zich meesleuren in de gekte. Velen speculeerden al over de betekenis van de onderzoeksresultaten voor de samenleving, zelfs voordat onafhankelijke onderzoeksgroepen de claims hadden getoetst. ‘Helaas is er ook in de wetenschap een verlangen, misschien gedreven door de socialmediageneratie, om dingen snel te bewijzen en snel aandacht te krijgen. Uiteindelijk verlangen veel mensen naar erkenning van hun onderzoeksresultaten, misschien nog wel meer dan naar wetenschappelijke beloningen en prijzen’, zegt De Visser.

Helaas is er ook in de wetenschap een verlangen om snel aandacht te krijgen

weerleggen. Ja, het is geweldig om te zien dat groepen proactief zijn, maar aan de andere kant betaalt de wetenschappelijke gemeenschap een hoge prijs voor onnauwkeurige wetenschappelijke claims’, zegt Ali.

Springlevend Sommigen zullen beweren dat de zomer van 2023 een slechte zomer was voor supergeleiders, maar de berichtgeving over LK-99 in de reguliere media heeft aangetoond dat de fascinatie voor deze materialen in de maatschappij nog springlevend is. Gerenommeerde wetenschappers over de hele wereld combineerden hun onderzoekskracht om de claims voor LK-99 te weerleggen, maar de supergeleiderwereld is omvangrijk. De zoektocht naar supergeleiders bij kamertemperatuur is bovendien nog maar net begonnen. ‘Er zijn nog veel materiaalcombinaties om te onderzoeken’, zegt Ali. ‘Dat vergt veel geduld, maar het is een nog grotendeels onontgonnen gebied van de supergeleiderwereld.’ De Visser mag dan niet achter supergeleiders op kamertemperatuur aanzitten, toch wijst hij het mogelijke bestaan ervan niet a priori van de hand. ‘Het is goed om te dromen over de mogelijkheid van supergeleiders bij kamertemperatuur en erover te fantaseren wat ze zouden kunnen betekenen voor een toekomstige duurzame samenleving. Zullen we ze ooit vinden? Die vraag kan ik niet beantwoorden, maar wetenschap kan je altijd verrassen.’ •

’’

Hoge prijs In de nasleep van LK-99 werden socialmediaplatforms ineens de plek om de laatste supergeleider-preprints en analyses te delen. ‘X, voorheen Twitter, is niet het juiste forum voor het voeren van een nauwgezette wetenschappelijke discussie over welk veld dan ook’, merkt Ali op. En hoewel de bekendheid van LK-99 op social media een groot aantal groepen kan hebben gemotiveerd om supergeleiding te onderzoeken, leidde ze ook tot een ander probleem. ‘Het controleren van LK-99 door wetenschappers kost tijd en geld. De apparatuur kost geld. Uiteindelijk weet ik zeker dat het duizenden uren onderzoekstijd – die beperkt is – en dus ook vele euro’s heeft gekost voor meerdere groepen om de claim te

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

35


Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement


WAAR

KUN N EN

W E

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

T IP T

T E K S T: J I M H E I R B A U T

t/m 24/3/’24 Leren van Escher Op de valreep van het Escherjaar 2023 start in Den Haag de tentoonstelling Net als Escher. Escher in Het Paleis schotelt bezoekers werken voor van beroemde hedendaagse kunstenaars en ontwerpers als Damien Hirst (op de foto een detail van Memento), Iris van Herpen, Chris Ofili en Carlijn Kingma, die het gedachtengoed van Escher uitdagen. Dat betekent: optische illusie, reflectie, natuur en architectuur als uitgangspunt voor de kunstwerken. De mix van werken laat zien hoe actueel en confronterend de thema’s van Escher nog steeds zijn en hoe zijn werk doorleeft en evolueert in de hedendaagse cultuur. Meer info: escherinhetpaleis.nl/ tentoonstelling/net-als-escher/

t/m 1/4/’24 Meester van de digitale kunst Kunsthal Rotterdam presenteert de eerste solotentoonstelling van de Turkse kunstenaar Refik Anadol in Nederland. Hij wordt wel gezien als een van de meest vooruitstrevende kunstenaars op het gebied van digitale kunst. In zijn zinnenprikkelende installaties verkent Anadol de symbiotische relatie tussen mens en machine. Door het gebruik van geavanceerde technologieën zoals kunstmatige intelligentie, gegevensvisualisatie en algoritmen, schildert hij als het ware met data. Meer info: kunsthal.nl/nl/plan-je-bezoek/tentoonstellingen/refik-anadol/

t/m 7/1/’24 Bestemming Kosmos

t/m 9/6/’24 Waar ons voedsel vandaan komt Beelden vertellen soms meer dan woorden. In het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is tot halverwege volgend jaar Food for

beeld : refik anadol studio ; kadir van lohuizen / noor images ; damien hirst , memento ( detail ) , 2008 . kunstmuseum den haag

Thought te bezoeken, ondertitel Een vogelvlucht door de wereld van ons voedsel. In deze tentoonstelling gaat fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen op zoek naar de oorsprong van ons voedsel en de rol van Nederland en de scheepvaart in het voedselsysteem. Van hypermoderne zaadveredeling en gigantische opslagloodsen tot verticale boerderijen en slachterijen. Van de havens van Rotterdam en Amsterdam tot de cargoterminals van Schiphol. Met fotografie, film- en dronebeelden wordt de bezoeker meegenomen naar plekken waar iemand normaal niet komt. Meer info: hetscheepvaartmuseum.nl/ doen/tentoonstellingen/verwacht/food-forthought

Maak nu zelf een ruimtereis, met Destination Cosmos: The Immersive Space Experience. Deze expositie in Fabrique des Lumières in Amsterdam leidt de bezoeker door een wereld van sterren, planeten, nevels, gaswolken en supernova’s. Van het European Space Center tot de eerste stappen op de maan van Neil Armstrong en een robot-‘selfie’ op Mars: deze reis gaat voorbij de grenzen van ons zonnestelsel. Ervaar hoe reusachtig het heelal is. Meer informatie: fabrique-lumieres.com/nl/destination-cosmos

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

37


Book your stand

Be part of Europe’s leading event for the entire Offshore Energy industry WWW.OFFSHORE-ENERGY.BIZ/OEEC2023

Created and produced by


Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Schoenen met springplank Au! Ik schrijf deze column een paar uur nadat ik de halve marathon van Amsterdam heb gelopen. Gedoucht en wel zit ik trots en voldaan met natte haren op de bank met de laptop op schoot. Neem ik echter net even een verkeerde houding aan, dan schiet de kramp in mijn kuit of bovenbeen. Misschien was mij dit bespaard gebleven als ik de nieuwste innovatie op het gebied van hardloopschoenen had aangeschaft. Ik hoorde erover toen ik vlak vóór mijn eigen race op tv de Hele Marathon – hoofdletters uit respect – van de hoofdstad bekeek. Volgens commentator en oud-hardloper Michel Butter rennen de toplopers met een nieuw type schoen, waarin een stijve, gekromde plaat van carbon een soort springplank creëert; ik zeg het nu even in mijn eigen woorden. Sinds die schoenen op de markt kwamen, sneuvelen de records als rijpe kersen. Onlangs nog ging het mannenrecord eraan in Chicago, het staat nu op 2 uur en 35 seconden. Het is nog een kwestie van tijd voordat de twee-uurgrens wordt geslecht. Door die carbonplaat in de schoen kan de loper grotere passen maken, vertelde Butter. En nóg een voordeel: de klappen op spieren, pezen en gewrichten schijnen minder heftig te zijn. Dat heeft als voordeel dat de loper sneller herstelt en dus vaker of langer kan trainen. Dat een verende plaat lopers voordeel kan geven was al bekend. Paralympische atleten waarbij de onderbenen zijn

geamputeerd, kunnen niet in de reguliere categorie meedoen. Want de verende blades waarmee ze over de atletiekbaan rennen geven hun zo’n hoge snelheid dat ze door voortschrijdende materiaalontwikkeling over een tijdje mogelijk sneller gaan dan de sprinters zonder de blades. Maar is de springverende schoen daarmee geen oneerlijke concurrentie? Misschien niet tussen de huidige toplopers, want die kunnen allemaal deze schoenen aanschaffen. Maar wel tussen de huidige toppers en die van vóór de invoering van deze innovatie. Want de verende schoenen geven een extra zetje mee en dat biedt duidelijk voordelen. De schoenenkwestie doet daarmee denken aan het haaienpak dat in 2008 in de zwemsport werd ingevoerd. Door het gebruikte materiaal en het oppervlak gaf dat full body-pak de zwemmer meer drijfvermogen en een lagere weerstand in het water. Door het haaienpak namen de topzwemmers ineens enorme happen uit de wereldrecords. Onder druk van aanhoudende kritiek besloot de internationale zwembond FINA in 2010 om de nieuwe pakken te verbieden. Ik zie eigenlijk niet wat er met de springveren hardloopschoen anders is. Misschien moet ik toch maar gaan sparen voor de carbonschoenen. Niet dat ik zo geïnteresseerd ben in het breken van records. Het winnen van wedstrijden zit er ook niet in. Maar wat minder spierpijn na een wedstrijd lijkt me wel wat. Au!

De Nike Air Zoom Alphafly NEXT% 2, een hardloopschoen met carbonplaat. PORTRET : ROBERT LAGENDIJK ; FOTO : NIKE

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

39


Productontwerpen van morgen

Kofferbrommer Een oplossing voor de ‘eerste en laatste kilometer’ van forensen is volgens sommigen de sleutel tot duurzame stedelijke mobiliteit. Misschien is die oplossing de Honda Motocompacto die is op te vouwen tot kofferformaat. De Motocompacto is een moderne opvolger van de Motocompo, een opvouwbare scooter met benzinemotor die Honda in 1981 op de markt bracht. Dat voertuig was vooral bedoeld om achterin de auto mee te nemen. De Motocompacto daarentegen moet de auto juist geheel of gedeeltelijk overbodig maken. Honda richt zich nu namelijk op het snel afleggen van de relatief korte afstanden tussen de begin- en eindbestemming naar treinstation of bus-, tramof metrohalte. Of natuurlijk vanaf de parkeerplaats naar een autoluwe stadskern. 40

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Wat maakt de Motocompacto daarvoor anders dan andere scooters? Volgens Honda is dat vooral het hele platte en compacte, smartphone-vormige ontwerp. In opgevouwen toestand is dat pakket 74 bij 54 centimeter groot en een krappe 9,5 centimeter dik. Onder het gladde uiterlijk ligt een aluminium frame. Het voorwiel met de elektromotor voor de aandrijving ligt mooi binnen de rechthoekige carrosserievorm. De verlichting zit in de carrosserie weggewerkt. Om op de scooter weg te rijden klapt de gebruiker het

stuur, zadel en achterwiel eerst naar buiten. De Motocompacto heeft een maximumsnelheid van bijna 25 kilometer per uur en een bereik van een kleine twintig kilometer. Opladen van de batterij duurt 3,5 uur. De scooter weegt nog wel bijna negentien kilogram, wat redelijk veel is om trappen in trein- en metrostations mee op en af te sjouwen, al is de opgevouwen brommer ook voort te rollen. De Honda Motocompacto komt in november allereerst in Amerika op de markt voor een prijs van 995 dollar, ongeveer 940 euro. (PS)

foto : honda


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L

Minipomp met micromotor Wie lichtbepakt op reis wil, maar geen puf heeft zelf een luchtbed op te blazen, is wellicht geholpen met dit minuscule pompje. Met een gewicht van slechts 62 gram is de Zero Pump abso­ luut de lichtste pomp van het moment. Daarmee verslaat het Chinese bedrijf Flextail zijn eigen, tot voor kort lichtste ont­ werp, de Tiny Pump X met een gewicht van tachtig gram. Flextail wist de pomp zo klein te maken met een gepatenteerde micromotor in combinatie met het eveneens gepatenteerde luchtcirculatie­ systeem Airvortech. Door een draaikolkachtige luchttoevoer en een efficiënte warmteafvoer slaagt de pomp erin om in een

cilinder met een lengte van 7,6 centimeter en een diameter van 2,5 centimeter te passen: het formaat van een Marsreep. Met een volle batterij kan Zero Pump 25 matjes oppom­ pen binnen elk vijftig tot ze­ ventig seconden. Bijgeleverde opzetstukken maken de pomp geschikt bijna alle bekende luchtbedmerken. Ook kan men de pomp gebruiken om een matje leeg te laten lopen of als vacuümpomp. Het ding zou zelfs als blaasbalg geschikt zijn, om een kamp­ vuurtje op te poken. De pomp trekt veel aan­ dacht op lanceringsplatform Indiegogo waar deze voor 34 euro wordt aangeboden. Vanaf deze maand is de pomp lever­ baar. (SB)

Draadloos contact tussen pacemakers Een minipacemaker zo groot als een vitaminepil was tot voor kort alleen geschikt voor één vijfde van de patiën­ ten. Onderzoekers van Amsterdam UMC maakten de minipacemaker geschikt voor álle patiënten door twee mini­ pacemakers in het hart draadloos te laten communiceren. Wanneer het hart te traag of onregelmatig klopt kan een pacemaker nodig zijn. Een pacemaker geeft stroomstootjes af om het hart weer in het juiste ritme te krijgen. Het is een kastje dat onder het sleutelbeen zit en via een draad door een ader is verbonden met het hart. Een kwetsbare opstelling, omdat de draden kunnen breken, losraken of infecties veroorzaken. Dat kan ertoe leiden dat een patiënt moet terug­ komen voor een operatie. Al ruim tien jaar geleden ontwikkelden onderzoekers van Amsterdam UMC een alternatief: een pacemaker zo groot als een vitaminepil – zonder kastje of draden – die ze via de lies in het hart plaatsten. Dat kon alleen in de hartkamer, waardoor slechts één vijfde van de patiënten erbij gebaat was. Voor de optimale samentrekking van het hart hebben de meeste patiënten namelijk een pacemaker nodig die ook in de boezem werkt. Dat is een consortium onder leiding van Am­ sterdam UMC nu gelukt, door twee minipace­ makers – een in de hartkamer, de ander in de boezem – via elektrische pulsjes met elkaar te verbinden. ‘Dit is het eerste systeem ter wereld waarbij minipacemakers draadloos communi­ ceren’, schrijft promovendus Karel Breeman. In augustus 2022 werd het systeem voor het eerst geïmplanteerd bij een patiënt. Inmiddels zijn de minipacemakers al bij driehonderd patiënten geplaatst en blijkt het systeem na drie maanden veilig en betrouwbaar. De Ame­ rikaanse Food and Drug Administration heeft het systeem inmiddels goedgekeurd. Europese goedkeuring wordt verwacht in 2024, zodra de zesmaandenresultaten bekend zijn. (SB)

beeld : flextail ; amsterdam umc

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Telescooparm tilt e-bike op Elektrische fietsen op de dakdrager krijgen is geen eenvoudige opgave. Met de Ebikelifter daarentegen is een zware fiets moeiteloos met een telescooparm de lucht in te zwaaien. Sommige dakdragers maken het de e-bikebezitter iets makkelijker. Daarvan kantelt een framedeel zijwaarts langs de auto naar beneden, dichter bij de grond, maar de gebruiker moet de fiets daar nog altijd optillen. Dat tilwerk is met de Ebikelifter van het Duitse bedrijf Pender verleden tijd. Die bestaat uit een basisdeel dat op het dak wordt bevestigd en een daaraan scharnierende telescooparm die de fiets vanaf de straat op het dak tilt.

42

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

De telescooparm draait zijwaarts helemaal omlaag naar de fiets toe. Aan het uiteinde zit een haak. Om het frame van de dure e-bike te beschermen, wordt voor die haak tussen de zadelpen en het balhoofd van de fiets een spanband bevestigd. Twee gasveren leveren vervolgens de benodigde krachtondersteuning om de arm met weinig moeite helemaal omhoog te duwen. In de bovenste positie schuift de telescooparm iets in elkaar zodat de fietsbanden in de

bevestigingspunten zakken en daar kunnen worden vastgezet. Het systeem is ontworpen voor elektrische fietsen van zo’n dertig kilogram met standaard wielmaten tussen de 26 en 29 inch. De telescooparm is afneembaar wanneer er geen fiets wordt vervoerd. De telescooparm is volgens Pender compatibel met alle reguliere personenauto’s, SUV’s en bestelbusjes. Wie twee fietsen wil vervoeren moet aan weerszijden van het dak een Ebikelifter installeren. (PS)

foto : wegner / ortloff gbr


Antivirushandschoen Wegwerphandschoenen zijn onmisbaar in de gezondheidszorg. Toch kunnen ze straks misschien vervangen worden door een virusvernietigende handschoen. Tijdens de coronapandemie ontstonden pro­ blematische tekorten aan onder meer mond­ maskers en wegwerphandschoenen. Een team van Rice University in de Verenigde Staten werd hierdoor getriggerd om een alternatief voor de wegwerphandschoen te bedenken. Het idee ontstond om virussen die op de handschoen komen te vernietigen met hitte. Het onderzoeks­ team ontwikkelde daarvoor een handschoen op basis van smart textile. De handschoen bevat aan de buitenkant materiaal dat elektriciteit geleidt. Door de elek­ trische weerstand daarvan wordt de buitenkant van de handschoen heel snel meer dan 100 graden Celsius. Bij die temperatuur gaan binnen vijf seconden 99,99 procent van alle virussen, zoals het coronavirus SARS­CoV­2, kapot. Dankzij een isolerende laag aan de binnenkant van de handschoen wordt het binnenin tijdens dit proces niet warmer dan 36 graden Celsius. Het medisch personeel zou zo in enkele seconden de handschoenen kunnen desinfec­ teren zonder ze uit te trekken. Op die manier kan een handschoen honderden keren achter elkaar worden gebruikt, waardoor volgens de Rice­onderzoekers zo’n negen kilogram aan wegwerphandschoenen wordt bespaard. Het materiaal leent zich ook voor andere wegwerp­ kledingstukken, zoals gezichtsmaskers en medische schorten. (PS)

Luchtloze banden Een rubberen fietsband die nooit lek raakt. The SMART Tire Company gebruikte de techniek van NASA om zo’n band zonder lucht te ontwikkelen. Op weinig plekken kan een lekke band zo ongelukkig uitkomen als op een andere planeet. Bovendien werken luchtbanden er niet vanwege de vaak lage luchtdruk. Daarom ontwikkelde ruimtevaartorganisatie NASA een band zonder lucht. Die techniek wil The SMART Tire Company nu ook gebruiken voor voertuigen op aarde. Te beginnen bij fietsbanden, waar de regelgeving minder strikt en de vraag naar banden die niet lekrijden groter is dan bij de auto­industrie. De band is gemaakt van een nikkel­titanium­ legering (nitinol), een materiaal dat sterker is dan titaan, maar toch enigszins elastisch. Dat materi­ aal is opgerold tot een veer die het wiel rondgaat. Door het indrukwekkende vormgeheugen van nitinol kan de veer tot 8 procent van de oorspron­ kelijke lengte worden uitgerekt en vervolgens weer terugspringen naar het originele formaat. Dat maakt dat wanneer een wiel van nitinol­veer bij druk indeukt, gelijk weer terugveert, zoals een rubberen band ook doet. Voor extra grip is de veer verpakt in een jasje van polyurethanium: een gepatenteerd, rubber­ achtig materiaal. Daarmee gebruikt de band slechts de helft van de hoeveelheid rubber van een normale fietsband. The SMART Tire Compa­ ny werkt aan methoden om de band opnieuw van profiel te voorzien wanneer het polyurethanium door gebruik is versleten. Tot nu toe lijken de banden te zwaar om interessant te zijn voor racefietsers, maar wel geschikt voor gravel­, mountain­ en e­bikes. Andere voordeel is dat de banden een lagere rolweerstand hebben dan ‘gewone’ luchtbanden. Bovendien, claimt het bedrijf, gaan de banden net zo lang mee als de fiets zelf. Al zal het van de fiets afhangen, hoe lang dat precies is. (SB)

foto : gustavo raskosky / rice university ; the smart tire company

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Demontabel bouwen De vraag naar duurzame en flexibele woonen werkruimte groeit. Overtreders W ontwerpt daarom demontabel en herbruikbaar. Hester van Dijk en Reinder Bakker van Overtreders W uit Amsterdam noemen zichzelf materiaalchoreografen. Ze ‘nemen de regie’ over bouw­ materialen om daarmee tijdelij­ ke bouwwerken te vormen. Ze ontwerpen modulair en houden de originele afmetingen van de materialen daarbij intact, zodat die weer van elkaar kunnen worden gescheiden. Daarvoor experimenteren ze met oncon­ ventionele bouwtechnieken.

44

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

In Veenhuizen realiseerde Overtreders W recent STAPEL OP: een klein bouwwerk dat balancerend op een beton­ nen poot boven het maaiveld zweeft. Het bouwwerk is vol­ ledig gebouwd met geleende materialen uit de omgeving van Veenhuizen. STAPEL OP is volledig demontabel gebouwd. Alle bouwmaterialen zijn met spanbanden vastgesjord, waarbij de gekleurde span­ banden zowel constructief als

decoratief zijn ingezet. Eind dit jaar wordt het bouwwerk weer uit elkaar gehaald en gaan alle materialen terug naar de eige­ naars, klaar voor het volgende bouwproject. Van Dijk en Bakker willen op die manier bouwmateriaal veel gebruikscycli laten maken als alternatief voor bouwen en slopen, wat veel afval gene­ reert. Uiteindelijk zijn immers praktisch alle gebouwen tijde­ lijk. (PS)

foto : overtreders w


Rolf zag een grootheid

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Papieren zak

Origami microvliegers Onderzoekers van de University of Washington ontwikkelden origami vliegerpapiertjes die hun route kunnen wijzigen door van vorm te veranderen. Handig, om sensoren vanaf een drone mee te verspreiden. Om processen als klimaatverandering in kaart te brengenmaar ook bij bijvoorbeeld digitalisering in de landbouw zijn er veel meetpunten nodig. Amerikaanse onderzoekers ontwikkelen zogenoemde microvliegers, sensoren op papier ter grootte van een postzegel, die zich als een zwerm verspreiden wanneer ze worden losgelaten vanaf een drone. Daarvoor brachten de onderzoekers een speciale vouwing aan in het papier. Deze techniek, geïnspireerd op Miura-ori-origami maakt het oppervlak van papier kleiner. Aangedreven door zonne-energie, kan de vlieger wisselen tussen de gevouwen en uitgestrekte stand. In gevouwen stand daalt de vlieger verticaal af, zoals een esdoornblad. In uitgestrekte stand dwarrelt de vlieger chaotisch naar beneden zoals het blad van een iep. ‘Die kleine verandering in vorm heeft een behoorlijk dramatisch gevolg voor de luchtstroom en daarmee de afdaling van de vlieger’, schrijft computerwetenschapper en onderzoeksleider Vikram Iyer. Wanneer losgelaten in uitgestrekte vorm op veertig meter hoogte kan de vlieger bij een lichte bries bijna honderd horizontale meters afleggen. Er zijn verschillende manieren waarop de vliegers een signaal kunnen krijgen om van vorm te veranderen. Dat kan via een druksensor die is ingesteld op een bepaalde hoogte, via draadloze communicatie met Bluetooth of via een automatisch ingestelde timer die voor elke vlieger op een ander tijdstip staat. Nadeel van de vliegers is dat ze na verspreiding weer moeten worden opgehaald. Daarom werken de onderzoekers – behalve aan een methode om de vliegers automatisch met een magneet te verzamelen – aan het biologisch afbreekbaar maken van de vliegers én sensoren. Iyer: ‘Biologisch afbreekbare zonnecellen zijn al door andere onderzoeksgroepen gedemonstreerd. Onze groep heeft eerder bewezen dat draadloze communicatie sterk is te vereenvoudigen. We zijn erg enthousiast dat we nu draadloze communicatie kunnen combineren met biologisch afbreekbare technologie.’ (SB)

FOTO : MARK STONE / UNIVERSITY OF WASHINGTON ; ROBERT LAGENDIJK ( PORTRET )

Gert-Jan komt op mijn verjaardag binnen met een lege papieren zak en een grote glimlach. Hij weet dondersgoed dat geld en cadeaubonnen binnen onze vriendengroep niet oké zijn: over een cadeau moet je hebben nagedacht. ‘Maar dit ga je leuk vinden!’, verdedigt hij zich ongevraagd. Hij draait de zak om en daarop staat met dikke viltstift: ‘Voor twintig euro te vullen bij de KaasKampanje.’ Een week later sta ik in de winkel en laat de zak zien. Na vakkundig advies heb ik voor elf euro aan lekkers uitgekozen. De kaaskenner stopt de kaas in mijn tas, pakt een stift, krast de twintig euro door en zet er negen euro op. Klaar. Zo simpel kan het zijn. Ik vraag waarom de KaasKampanje niet meedoet met een cadeaukaartsysteem? Zo’n kaart zouden klanten online kunnen bestellen en vervolgens bij de jarige laten bezorgen. ‘Dat willen we juist niet. We staan hier voor persoonlijk advies, en daar past een onpersoonlijke kaart niet bij.’ Goed punt. Volkskrantcolumnist Jasper van Kuijk schreef laatst een sterke column over de neiging van (grote) bedrijven en instellingen om administratieve processen, zoals het indienen van declaraties, half te automatiseren zodat ‘je het zelf kan’ en de administratie wordt ontlast. Dat daarbij de administratie misschien kleiner wordt, maar de totale tijd aan de handelingen juist stijgt, was Van Kuijks terechte punt. Wat hij niet noemt, maar wat ik me nu door de papieren kaaszak realiseer: de waarde van persoonlijk contact. Als ik op de universiteit niet precies weet hoe ik zorg dat de aankoop van apparatuur wordt betaald uit het budget van het juiste project, dan loop ik even binnen bij onze eigen groepondersteuner. We maken een praatje, ik leg mijn probleem uit en het wordt opgelost. Eigenlijk is dat praatje het belangrijkste: ik hoor de laatste nieuwtjes over de afdeling en leer over wijzigingen in ons financiële systeem. Als ondersteuners niet in je groep zitten, maar verstopt achter een ‘maak een call of ticket aan’-systeem, heb je het equivalent van een cadeaubon die je online moet bestellen: het lijkt superefficiënt, maar de smeerolie van het persoonlijke contact is eruit. Dat betekent niet dat we niet kritisch naar processen moeten kijken: vaak kunnen dingen echt wel beter. Maar vergeet niet dat ‘beter’ niet altijd een technische oplossing is, maar soms een papieren zak met een getal erop geschreven. PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien.

Rolf Hut is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

45



Wat drijft de hedendaagse ingenieur?

Koos Fockens is gepensioneerd elektrotechnisch ingenieur en zendamateur. Vorige maand promoveerde hij op elektromagnetische achtergrondruis die overlast veroorzaakt onder andere voor amateurzenders en noodsystemen als C2000.

‘Gij zult niet storen’ Tekst: Astrid van de Graaf • Foto: Bianca Sistermans

‘Op mijn tiende kreeg ik van mijn ouders een bouwdoos voor een buisradio. Na wat aanloopprobleempjes werkte de radio en toen wilde ik meer. Een bekend boek in die tijd was Zoo… werkt de radio! van E. Aisberg, speels geschreven zodat een beginneling het kon volgen. Dat gaf mij de basiskennis van elektronica in de radiotechniek. Ik kon al Scheveningen Radio en Norddeich Radio Duitsland horen. Ook mocht ik de oude radio van mijn ouders uit elkaar halen en daarmee experimenteren. Op mijn zestiende bouwde ik een kortegolfradio voor zendamateurs. Als zendamateur praat je met andere zendamateurs over de hele wereld. Dat was toen uniek, nu is er internet. Mijn drive is altijd het experiment geweest. Toen ik begon, was enkelzijbandmodulatie in opkomst als vorm van radiotelefonie. Later volgden de telex-over-radio en nieuwe digitale modulatiemethoden. Nog steeds ontstaan er nieuwe technieken.’ Pionieren ‘Elektrotechniek aan de Technische Hogeschool in Twente was voor mij de logische studiekeuze. Ik wilde de techniek in, radio bleef mijn hobby. Via een hoogleraar kwam ik midden jaren zeventig bij Nedap terecht, een toeleverancier van fijnmechanische producten en transformatoren, maar die markt liep ten einde en men wilde overstappen op elektronica. Ik begon met de ontwikkeling van een antiwinkeldiefstalsysteem. Daarover was geen literatuur te vinden, dus haalden we de installatie van een concurrent uit elkaar. We begonnen ook vroeg met toepassingen voor RFID, radiofrequente identificatie, een verwante techniek met een breed toepassingsgebied, van de veehouderij tot handsfree toegangscontrole. Ik ben daar gebleven tot mijn pensionering in 2011. Ik had veel vrijheid en kon op mijn eigen manier pionieren. Na de eeuwwisseling ontstond het plan voor powerline-communicatie (PLC): razendsnel internet via het elektriciteitsnet. Ik vond het van begin af aan een slecht

idee. Elektriciteitsleidingen zijn niet bedoeld om hoogfrequente signalen te transporteren: dan gaan ze als antenne fungeren en zelf hoogfrequente signalen uitzenden. Storingen zijn dan het resultaat, in huis en in de omgeving. In een werkgroep over het niveau van de achtergrondruis bleek al gauw dat er weinig kennis was. Er zijn wel pogingen gedaan om die ruis te meten, maar de uitkomsten waren zo belabberd dat ze nooit zijn gepubliceerd. Uiteindelijk was ik de enige die een meetplaatje kon produceren dat ergens op sloeg.’ Atmosferische ruis ‘Puur uit nieuwsgierigheid was ik thuis met mijn antennes elf jaar lang atmosferische ruisniveaus gaan meten, op verschillende frequentiebanden. Daar begon ik zes jaar voor mijn pensionering mee. Na 2013 kregen we als zendamateurvereniging VERON steeds meer klachten van leden dat de elektromagnetische storing snel toenam. Toen zijn we op 59 plaatsen in Nederland gaan meten. VERON wilde daar een wetenschappelijk rapport van hebben. Het idee ontstond er een promotietraject aan vast te knopen, en zo kwam ik weer bij de Universiteit Twente terecht. In mijn proefschrift geef ik een aantal aanbevelingen om de achtergrondruis te verminderen. Of daar iets van terechtkomt, ligt aan de politiek. Een van mijn aanbevelingen is dat er een omgevingslimiet moet komen voor man-made-ruis. De Europese regelgeving zegt: gij zult niet storen, maar nu wordt alleen naar de elektromagnetische emissies van apparaten gekeken. Bij het vaststellen van de standaarden gaat het fout. De industrie heeft in die commissie sterke lobbyisten, de radiowereld is ondervertegenwoordigd. Dit is eigenlijk de rol voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, vroeger het Agentschap Telecom, maar dat valt onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En dat geeft belangenverstrengeling. Ik pleit er dan ook voor dat het agentschap weer onafhankelijk moeten worden.’ • NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

47


ZEESPIEGELSTIJGING T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

Kunstenaar­ontwerper Erik Hobijn wil Nederland ophogen

Dromen van de terugkeer van het veen Erik Hobijn dresseert rietwortels om stevig bouwmateriaal te maken. Dit is de basis voor de ‘veenmotor’: een mechanisme om het veen terug te kweken dat in de loop der tijd uit Nederland is verdwenen. Hiermee wil hij het land ophogen en beter bestand maken tegen de zeespiegelstijging. Rond de werkplaats van kunstenaar en uitvinder Erik Hobijn staat riet. Riet in emmers en plastic bakken, riet in big bags – de grote, kubusvormige zakken van poly­ propyleen die veel bij bouwprojecten worden gebruikt – riet in gele palletboxen en riet in het water van de ring­ vaart langs de weg. Het atelier staat op het kunstenaars­ terrein Nieuw en Meer in Amsterdam, nabij Schiphol. De sfeer is er gemoedelijk. Een dame die langsfietst, lacht en zwaait. Even later loopt een vrouw voorbij met een

De drijvende oevers bevorderen de bio­ diversiteit. Als Erik Hobijn het riet uit het water haalt, maakt een krab zich uit de voeten. foto : de ingenieur 48

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

kruiwagen. ‘Dat is zakelijk begeleider Rianne Cuppen’, zegt Hobijn. In de kruiwagen ligt een peuter te slapen. Hier werkt Hobijn aan een project waarmee hij Nederland van verdrinking hoopt te redden. De veen­ motor, noemt hij het zelf. ‘Wie door het groene hart rijdt, kijkt als het ware op tegen wegen en treinen’, zegt Hobijn. ‘Dat zijn een soort littekens in het landschap, omdat alles er omheen is gezonken.’ Als we dat landschap weer tot aan de bovenkant van de dijken kunnen ophogen, wordt


Nederland veiliger, stelt Hobijn. ‘We zitten nu op sommige plekken wel zes meter onder zeeniveau. En dat terwijl de zeespiegel stijgt.’ Terugkeer van het veen Hobijn wil de verdere inzakking van het land niet alleen een halt toeroepen, maar het mechanisme zelfs omdraaien. Bij de reversed poldering die hij voor ogen heeft, moet het veen weer terugkomen. De hoofdrol in dit proces is weggelegd voor – u raadt het al – riet. En dan met name vanwege de wortels. Riet is een ingenieus gewas, vertelt Hobijn. De wortelstokken (rhizomen) van riet zijn hol en kunnen een bijzonder stevig netwerk vormen met een sterk drijvend vermogen. Rhizomen groeien beurtelings omlaag en weer omhoog, en hechten zich intussen aan elkaar vast met het soort baardharen dat een mossel ook gebruikt om zich aan steen te hechten. Als dat in de natuur gebeurt, ontstaat een drijvend tapijt. Hobijn: ‘Maar laat je het riet gecontroleerd in bakken groeien, dan krijg je grote, stevige blokken.’ Het materiaal noemt hij voorlopig wortelbeton. ‘Al zei een vriend van me, een aannemer, dat rietzudde-fundatie een beter woord is.’ Wat voor naam het spul ook krijgt – Hobijn staat open voor suggesties (zie kader Denk mee over de veenmotor) – het is een bijzonder oeverbouwmateriaal. ‘Een deel van de potentie is dat het materiaal levend is en zichzelf koppelt. Als we het in geschikte vormen laten groeien, hebben we bouwmateriaal dat zichzelf vastzet. Daarmee is drijfland te ontwikkelen.’ Met het aansturen van die groei van de rhizomen is Hobijn momenteel druk aan het experimenteren. In water groeien de wortelstokken horizontaal, zodra ze bodem voelen gaan ze verticaal omlaag. ‘Door met het waterpeil te spelen, kan ik die wortels dus verleiden een bepaalde kant op te groeien. En dat gaat razendsnel.’ In de bakken op het erf is te zien hoe dit werkt. ‘Ik zorg dat het riet in de war raakt’, zegt Hobijn. ‘Soms vul ik de bak helemaal met water, dan geef ik de plant het gevoel: ik drijf! Maar vervolgens gooi ik het water er weer uit en houd ik hem alleen vochtig. Dan denkt hij dat hij in vaste bodem zit, en gaat hij verticaal groeien. Zo weef ik met de wortels.’ De droom van Hobijn is dat het proces dat nu op zijn erf in bakken plaatsvindt, straks in het groot in de polders zal gebeuren. Als het waterschap het waterpeil goed regelt, kan het wortelbeton het land ophogen. ‘Het groeit dan omhoog, naar verwachting met een tot twee meter per jaar. En daarna gaan we er veen van maken. Dát is mijn idee.’

Naast de veenmotor werkt Hobijn ook aan andere projecten. Zo denkt hij samen met De Nieuwe Helden, een groep ontwerpers die hij leerde kennen bij de Dutch Design Week, over biobased bouwmateriaal. Hobijn: ‘Als je klei aan het riet toevoegt en bacteriën die calcium maken, en je droogt het, ontstaan er harde blokken. Dat moeten we alleen nog wel uitproberen.’ Daarnaast werkt hij aan een ‘champagnefontein’ voor in de stad, maar dan voor vervuild water. ‘Ken je dat? Zo’n toren van champagneglazen, die zo is gestapeld dat je alleen champagne in het bovenste glas hoeft te schenken om uit-

eindelijk alle glazen te vullen?’ Iets dergelijks wil hij maken van de gele palletbakken met riet die nu nog op zijn terrein staan. De bakken zijn eenvoudig met een heftruck op elkaar te zetten. ‘Zo is een decoratieve waterzuiveringsinstallatie te bouwen, bijvoorbeeld voor het water uit de gracht. Zo’n installatie maakt de stad trouwens ook hittebestendiger en vergroot de biodiversiteit.’

De bakken met riet (foto boven) zijn ideaal voor in de stad. Hobijn wil ze stapelen tot een ‘helofytenfontein’, waarbij water door alle bakken loopt en onderweg wordt gezuiverd. foto : de ingenieur

Wortelbeton conserveren Hoe dat laatste in zijn werk moet gaan, heeft Hobijn ook al bedacht – al krijgt hij graag zo veel mogelijk feedback van experts. ‘Als de wortelmassa een paar meter dik is en we gaan het riet snoeien, dan lopen de rhizomen vol water en sterft alles af. Maar als we het water vervolgens verzuren en we planten er veenmos op, dan is het afgestorven wortelbeton te conserveren.’ Vergelijk het met aardbeien die door suiker zijn geconserveerd in de jam of met veenlijken die intact bleven omdat ze in het

Afvalwaterfontein

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

49


Door telkens aan de onderkant een nieuwe bak toe te voegen, groeien de rhizomen steeds verder omlaag. foto : de ingenieur

Denk mee over de veenmotor Wie een wild plan bedenkt, wil nog wel eens iets over het hoofd zien. Vandaar dat Erik Hobijn lezers met een techniekachtergrond vraagt om mee te denken. Wat vindt u van het plan? Kan het werken? Waar zitten de valkuilen? En, als u toch bezig bent: weet u misschien een beter woord dan ‘wortelbeton’ of ‘rietzuddefundatie’ voor het materiaal waaruit de rhizoomblokken bestaan? Hobijn: ‘Het gevaar bij het bedenken van een uitvinding is dat je heel erg solo gaat werken en daardoor de complexiteit uit

50

het oog verliest. Dat je belangrijke dingen over het hoofd ziet omdat je verblind bent geraakt. Ik ben daarom voortdurend op zoek naar gesprekspartners, zoals ingenieurs, mensen van de waterschappen, ecologen en burgerorganisaties. Ik wil hun kritiek en bezwaren horen. Ik wil de mogelijke struikelblokken ontwaren.’ U kunt uw reactie sturen naar redactie@ingenieur.nl. Wij sturen deze dan door naar Erik Hobijn, en selecteren de leukste suggesties voor een overzicht in een van de volgende nummers van De Ingenieur.

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

In een vorig project leerde Erik Hobijn de kracht van riet kennen, zoals de rhizomen zélf tot stevige pluggen laten groeien. foto : de ingenieur

veen waren geconserveerd. ‘Onderzoeksbureau B-ware doet iets dergelijks al jaren, maar dan alleen met veenmos, zonder de rietfundatie’, zegt Hobijn. ‘Ik hoop dat zij een tandwiel van de veenmotor willen worden.’ Door de rietconservering ontstaat nieuwe bodem, is het idee, waarmee het land dat al eeuwenlang omlaag zakt eindelijk weer omhoog zal komen. En dat niet alleen: riet neemt stikstof en CO2 op uit de lucht, dat op deze manier wordt vastgelegd. ‘Al met al wordt het land zo vooral veel veiliger’, zegt Hobijn. ‘Het zou dus zo in het partijprogramma van de VVD kunnen. En dat terwijl je in één moeite door óók de doelen van PvdA-GroenLinks haalt!’ Water en boeren Het klinkt als een mooi idee. Maar is een van de redenen dat het veen is verdwenen niet juist dat de waterschappen helemaal geen hoge waterstand willen handhaven? Boeren hebben immers belang bij een laag waterpeil: als het land te drassig is, dan kan het vee de wei niet in en is het lastig om zware trekkers en landbouwwerktuigen te gebruiken. ‘Ik wil dit samen met de boeren ontwikkelen’, antwoordt Hobijn. ‘Maar er is veel dat we simpelweg nog niet weten. Hoe lang duurt het voor het land hoog ge-


Het telen van riet kan op termijn uitgroeien tot een verdienmodel voor boeren. foto : de ingenieur

Als de rietwortels in een plastic bak groeien, vormt zich uiteindelijk een stevig blok materiaal: wortelbeton. foto : de ingenieur

noeg is om weer te kunnen gebruiken? Zal het gras er goed op groeien? Wanneer valt er weer een boterham mee te verdienen? In de tussentijd ben ik er ook op gespitst dat het telen van het riet zélf een verdienmodel voor boeren wordt.’ Als boeren riet gaan kweken op de plekken waar het land moet worden opgehoogd, heeft dat twee voordelen. Ten eerste vermindert het transportbewegingen en dus CO2-uitstoot. Hobijn: ‘Veel riet wordt nu uit China of Roemenië gehaald en eerder ook uit Oekraïne. Dat vind ik echt onverteerbaar.’ Het tweede voordeel is dat boeren de stikstofuitstoot van hun bedrijf met het kweken van riet kunnen compenseren. Wie naast een natuurgebied zit, heeft rond zijn bedrijf stikstofreducerende landbouw nodig, om te voorkomen dat er te veel stikstof in de natuur terechtkomt. Riet is een snelle groeier en neemt heel veel stikstof op. Als een boer dat kweekt in een big bag, blijft die stikstof met de rhizomen achter in de zak. ‘Of het haalbaar is, dus of op deze manier inderdaad stikstofreducerende landbouw is op te zetten in natte veengebieden, wil ik gaan uitzoeken.’ Dit zal in eerste instantie gebeuren in een park, waarvoor Hobijn een subsidie uit het Stimuleringsfonds heeft gekregen. ‘Een omhooggroeipark’, zegt Hobijn.

Gevouwen oevers Het idee om met riet te gaan werken kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Hobijn heeft al jaren ervaring met het dresseren van dit gewas. Het begon met het project ‘gevouwen oevers’, dat Hobijn ontwikkelde voor hoogheemraadschap Rijnland. Hierbij zou riet langs de oevers van de Nieuwe Meer worden ingezet om het water te zuiveren en de biodiversiteit te laten toenemen. Door de oevers uitstulpingen te geven, die als een soort vingers in het water steken, creëerde Hobijn extra oppervlak. Zo gaat het opnamevermogen omhoog, net als bij de longblaasjes van een long. ‘Maar de Nieuwe Meer is in de jaren zestig vol puin gestort, dus de bodem was niet geschikt om riet te verbouwen’, zegt Hobijn. Om die reden ging hij aan de slag met mycelium, een schimmelweefsel dat hij kweekte op hennep, jute of zaagsel van beukenhout en dat hiermee samen drijvende blokken vormde. Hobijn kweekte de blokken in mallen en maakte vormen die met een simpele plug aan elkaar konden worden gemaakt en als fundering en bodem voor het riet konden dienen. ‘En toen, al werkende, leerde ik steeds meer eigenschappen van het riet kennen. Bijvoorbeeld dat ik de rhizomen zélf tot stevige pluggen kon laten groeien.’ Hobijn ontdekte zo de kracht van het riet, de basis van zijn veenmotor • NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

51


STERRENKUNDE T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

Eise Eisinga Planetarium toegevoegd aan Werelderfgoedlijst

Zonnestelsel op schaal

Het Werelderfgoedcomité van UNESCO heeft afgelopen september het Koninklijke Eise Eisinga Planetarium in Franeker uitgeroepen tot werelderfgoed. Hoe kwam dit bewegende schaalmodel van het zonnestelsel in een wolkammerswoning in Franeker terecht? ‘Zoodra ik de eerftemaal in de Courant zag de tyding van de aanftaande Conjunctie der Maan en vier Planeten, op den 8 May zullende gefchieden, wierd ik met verwondering ’er over aangedaan.’ Zo begint het voorwoord van een geschrift dat in het voorjaar van 1774 verscheen bij uitgeverij Ferwerda & Tresling in Leeuwarden. De schrijver – hij noemde zichzelf ‘Liefhebber der Waarheid’ – maakte uit zijn Philosophische Bedenkingen op dat de op handen zijnde samenstand (conjunctie) van de maan, Jupiter, Mars ,Venus en Mercurius wel eens een voorbereiding op de verwoesting van de aarde of zelfs het hele zonnestelsel zou kunnen zijn. Dat wilde hij met zijn boek bekendmaken, ‘ter waarfchouwing van zorgeloze, en overtuiginge van Ongelovige eenigzins te kunnen dienen, als mede ter onderrigting van Onkundige’.

Met een ingenieus bouwwerk van raderen en gewichten wordt de beweging van het slingeruurwerk overgebracht op de horizontaal liggende hoepels (rechts) waaraan de planeten hangen. foto : eise eisinga planetarium

52

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Wat deze anonieme waarheidsprofeet onmogelijk had kunnen bevroeden, is dat er dankzij deze waarschuwing 250 jaar later een planetarium uit Franeker zou belanden op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De angst en het bijgeloof van de Friezen voor het aanbreken van het einde der tijden waren voor amateurastronoom Eise Eisinga (1744-1828) redenen om een huiskamerplanetarium in dit Friese stadje te beginnen. Eisinga, die een achtergrond had in de wiskunde en sterrenkunde, kon berekenen dat de samenstand gewoon een gevolg was van normale planeetbewegingen. Volgens de overlevering wilde hij die bewegingen in het zonnestelsel met een schaalmodel aanschouwelijk maken om de onwetendheid van de mensen te lijf gaan. De enige ruimte die hij voor zo’n lijvig bouwwerk ter beschikking


had, was zijn eigen huis. Daarom bouwde hij het planetarium op en in het plafond van zijn woonkamer. Wie het planetarium bezoekt, ziet dus niet alleen het hemelsblauwe plafond waaronder de planeten hun rondjes draaien, maar bijvoorbeeld ook de bedstee waarin wolfabrikant Eisinga en zijn vrouw de nacht doorbrachten. Bijzonder moment Op 19 september besloot het Werelderfgoedcomité van UNESCO op de jaarlijkse vergadering dit planetarium in Franeker tot werelderfgoed te verklaren. Het planetarium is van uitzonderlijke universele waarde, concludeerde het expertnetwerk ICOMOS (International Council on Monuments and Sites), dat de UNESCO over het accepteren van werelderfgoed adviseert. ‘Het illustreert duidelijk een bijzonder moment in de geschiedenis van de wetenschap en in het begrijpen van het heliocentrische model van het zonnestelsel.’ Het Eise Eisinga Planetarium is dan ook het oudste planetarium ter wereld dat nog steeds werkt. Eise bouwde het zelf, samen met zijn vader, zijn broers en enkele professionele vaklieden, in de periode tussen 1774 en 1781. Op dat moment gold het als het grootste planetarium ter wereld. Bouwwerk Het planetarium in Franeker bestaat uit een raderwerk van houten hoepels en schijven en ruim zesduizend met de hand gesmede ijzeren pinnen, dat wordt aangestuurd door één enkel slingeruurwerk. De schijven en hoepels in de constructie variëren in grootte en hebben verschillende aantallen raderen of pinnen. Hierdoor konden de bouwers elke schijf waaraan een planeet hangt de juiste snelheid geven. Zo zetten Eisinga en zijn helpers zeven hemellichamen in beweging, die sindsdien hun rondjes draaien aan het plafond: de aarde, de maan, en de planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Toen Eisinga met zijn klus begon, waren dat alle bekende planeten. Uranus werd in het jaar van de voltooiing ontdekt, maar om die planeet alsnog toe te voegen had het plafond van de woon- en slaapkamer groter moeten zijn.

Een versnelde versie van de planeetbewegingen, evenals de actuele stand van de planeten op het plafond, is te zien op de website van het museum (zie eisinga-planetarium. nl/het-planetarium). Kunstenaar Paul Becx maakte een prachtige 3D-reconstructie van het raderwerk, die hij tot een miljoen keer sneller afspeelt dan de werkelijkheid om zichtbaar te maken hoe het functioneert (zie paulbecx.com/planetarium-2).

Het raderwerk van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium getekend door H. Noordmans. foto : de ingenieur

Oorspronkelijke staat Sinds de voltooiing van het planetarium toont het al 242 jaar lang op elk moment van de dag de realistische

t

Snelheid ‘En zet hem nu eens aan?’ De vraag van verslaggever Peer Ulijn van de NOS, die op 19 september een reportage kwam maken voor het achtuurjournaal, was eigenlijk best logisch. De bewegingen van de planeten zijn voor het publiek immers nauwelijks waarneembaar, want de tijd waarin de planeten een rondje draaien over het plafond van de Eisinga’s is net zo lang als de tijd die de echte planeten gebruiken om hun rondje om de zon te maken. De aarde doet er een jaar over, Venus 225 dagen, Saturnus bijna dertig jaar. Dit terwijl de baan die de planeten moeten afleggen wél sterk is verkleind: een millimeter aan het plafond van Eisinga representeert liefst een miljoen kilometer in het zonnestelsel. Hierdoor is eigenlijk alleen de beweging van de slingerklok die alles aanstuurt duidelijk waar te nemen.

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

53


De woonkamer van de Eisinga’s heeft een verlaagd plafond. Hierin zijn zeven cirkels gezaagd, elk voor een van de planeten, rondom de zon. Door elk van deze sleuven steekt een pen, waaraan een bolletje hangt dat een planeet voorstelt. Aan de bovenkant is deze pen verbonden met een houten hoepel, die wordt aangestuurd door het raderwerk dat zich tussen dit verlaagde plafond en het oorspronkelijke plafond bevindt. Dat planeten eigenlijk geen cirkels maar elliptische banen draaien, heeft Eisinga om praktische redenen genegeerd. Ook klopt de schaal van de planeten niet met de schaal van planeetbanen – anders waren het geen bolletjes maar minuscule stipjes geweest. De wand met de bedstee is het enige nog authentieke deel van de woonkamer. foto : eise eisinga planetarium

positie van de hemellichamen aan het publiek. Tegenwoordig zijn dat zo’n vijfenzestigduizend bezoekers per jaar. Wat die zien, is overigens niet exact hetzelfde als wat Eisinga destijds achterliet. Na zijn dood hebben er ingrijpende verbouwingen plaatsgevonden aan het huis, bleek uit archiefonderzoek dat is gedaan om de status van werelderfgoed aan te vragen. Alleen de wand waarin zich de bedstee van de Eisinga’s zich bevindt en het plafond zijn nog authentiek. Ook het raderwerk is in de loop der tijd bij onderhoudswerkzaamheden aangepast. In de periode rond 1900 gold daarbij als belangrijkste doel dat het mechaniek zou blijven functioneren, schreef architectuurhistoricus Sieger Vreeling in het wetenschappelijke tijdschrift Bulletin KNOB. De stelregel ‘behouden gaat voor vernieuwen’ was destijds nog niet algemeen geaccepteerd. ‘Maar in 1998 heeft een restauratie plaatsgevonden, waarbij deze aanpassingen aan het raderwerk weer grotendeels zijn verwijderd’, zegt Adrie Warmenhoven, directeur van het Eise Eisinga Planetarium. ‘Daarmee is het raderwerk weer in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht.’

Werelderfgoedstatus Werelderfgoed is cultureel of natuurlijk erfgoed dat van uitzonderlijke en universele waarde is voor de mensheid. Om dit erfgoed beter te beschermen is in 1972 het Werelderfgoedverdrag van UNESCO in werking getreden. Dit richt zich op de bescherming en het beheer van gebouwde monumenten, archeologische vindplaatsen, historische stadscentra en natuurgebieden. 54

Nederland heeft dertien werelderfgoederen, waaronder Schokland (1995), de Waddenzee (2009), de Grachtengordel van Amsterdam (2010) en sinds 2021 de Neder-Germaanse Limes, de overblijfselen van de noordgrens van het Romeinse Rijk. Zodra iets tot werelderfgoed is verklaard, is de eigenaar verplicht het goed te beheren en te behouden voor toekomstige generaties.

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Trekpleister En nu? Wat gaat de nieuwe status betekenen voor de toekomst van het planetarium? ‘We merken al dat het beduidend drukker is’, zegt Warmenhoven, ‘en we verwachten dat we straks ook veel meer buitenlandse toeristen kunnen verwelkomen.’ Wel is er een maximum aan mensen dat het museum kan ontvangen, aangezien iedereen natuurlijk de toch vrij kleine woonkamer met het planetarium aan het plafond wil zien. Geld levert de nieuwe status overigens niet op, zegt Warmenhoven. ‘Was dat maar waar. Maar het maakt fondsenwerving wel makkelijker.’ En of de gemeente Waadhoeke (waaronder Franeker valt) anders naar het museum gaat kijken nu het op de werelderfgoedlijst staat? Warmenhoven: ‘Natuurlijk vindt iedereen het prachtig, deze mondiale erkenning. Maar ook zonder deze nieuwe status van werelderfgoed zijn ze altijd al blij met ons geweest.’ •


UIT DE VERENIGING Een greep uit het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).

Meetinstallatie voor zwaartekracht De Einsteintelescoop is een toekomstige meetfaciliteit die zwaartekrachtsgolven extreem nauwkeurig kan waarnemen. Het wordt een driehoekige constellatie met zijden van tien kilometer lang, op een diepte van twee- tot driehonderd meter. In 2026 valt het besluit waar de telescoop wordt gebouwd. Wordt het Sardinië of toch de MaasRijn regio in Zuid-Limburg, Duitsland en België? In deze lezing vertelt Maxim Corvilain, sectormanager bij de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg en valorisatie-expert voor de Einsteintelescoop, waarom Limburg de uitgelezen plek is. Lezing: De Einsteintelescoop, Diepenbeek, België, 16 november, 19.30-21.30 uur, kivi.nl/afdelingen/regio-limburg-zuid/activiteiten

Nooit meer slopen Gebouwen slopen als ze niet meer voldoen en vervangende panden bouwen van nieuw materiaal? Dat gebeurt steeds minder. Demontabel bouwen is nu de duurzame trend. Om kennis over deze manier van bouwen te delen belegt KIVI-afdeling Bouw dit seminar van vijf korte lezingen. Architecten, constructeurs, aannemers en ontwikkelaars vertellen hoe en wanneer demontabel bouwen een goed idee is. Seminar: Demontabel bouwen, Rotterdam, 30 november, 16.00-21.00 uur, kivi.nl/afdelingen/bouw/ activiteiten

Truck op waterstof

Weg met afval

Autofabrikant DAF heeft een verbrandingsmotor op waterstof ontwikkeld die kan worden gebruikt door vrachtwagens. Vergeleken met een brandstofcel is bij deze motor geen groot energieopslagsysteem nodig. Ook is de benodigde koelcapaciteit lager en hoeft de waterstof minder zuiver te zijn dan bij de brandstofcel. De DAF XF H2 Innovation Truck met een waterstofverbrandingsmotor is bekroond met de Truck Innovation Award 2022. Bewonder de prijswinnaar bij het hoofdkantoor van DAF. Bedrijfsbezoek: DAF Head Quarters, Eindhoven, 28 november, 13.00-16.30 uur, kivi.nl/afdelingen/ elektrotechniek/activiteiten

Afval bevat vaak kostbare grondstoffen. De kunst is om die terug te winnen en op die manier uiteindelijk zo weinig mogelijk restafval over te houden. Dit gebeurt steeds geavanceerder. Op de driedaagse Vakbeurs Recycling worden de innovaties op het gebied van afvalmanagement en recyclingtechniek gepresenteerd. Vakbeurs: Recycling, Evenementenhal Gorinchem, 21 t/m 23 november, kivi.nl/activiteiten/activiteit/ recycle-beurs

BEELD : MARCO KRAAN / NIKHEF ; LUCAS VAN DER WEE / CEPEZED ; DEPOSITPHOTOS

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

55


Toegang voor iedereen Hoe de hackersbeweging in Nederland uiteindelijk een van de eerste internetproviders opzette, beschrijft Maarten Reijnders in een kostelijk boek. Tekst: Jim Heirbaut

met mij. Zeg, wat was het wachtwoord De allerjongste lezers kunnen het zich ook alweer?’ Dat zou ze tegenwoordig niet misschien niet voorstellen, maar ooit meer lukken. Toegegeven, nu zijn er weer was er geen internet. Destijds draaide de andere trucs waar we in tuinen. wereld ook gewoon door en bestonden er Reijnders’ boek is op zijn best waar we nog geen phishing, spam, internettrollen lezen over de spannende avonturen van en ander vervelends dat dagelijks online te deze kleine kliek idealistische hackers, vinden is. Maar toen kwam het world die ook internationaal de samenwerking wide web. Hoe het eraan toe ging in zoeken. Ze gaan naar Duitsland en de Nederland in de beginjaren van internet, Verenigde Staten, om daar met gelijkge­ beschrijft Maarten Reijnders heel aardig in stemde jongeren een heel weekend lang zijn nieuwe boek De hackers die Nederland achter computers te zitten en hacktips uit veranderden. De spannende geschiedenis te wisselen. Ook in Nederland wordt in van XS4ALL. 1993 een dergelijk hackersfesti­ De merknaam in de boektitel val gehouden, waarbij honder­ verwijst naar de internetprovi­ den jongeren hun computers der die jaren terug al is ingelijfd meeslepen naar de Flevopolder door KPN. Criticasters zeggen dat sindsdien de service van De provider bij Lelystad. Omdat steeds meer Neder­ XS4ALL achteruit is gehold. KPN zal blij zijn met een merk­ XS4ALL komt landers het wereldwijde web op voort uit de willen, besluit een club uit de naam die staat voor onafhanke­ hackerscene dan maar zelf die lijkheid, privacy, burgerrechten hackerstoegang te gaan aanbieden. Er en online veiligheid. beweging worden modems gekocht en – Waar dat eigen karakter van het is nu haast niet meer voor XS4ALL vandaan komt, laat te stellen – daarop konden de Reijnders zien met zijn ver­ eerste abonnees dan een paar halen over de beginjaren van uur per maand op inbellen. Al XS4ALL en de jaren daarvóór. snel zat alle capaciteit weer vol en moesten Want de provider komt voort uit de er tientallen modems worden bijgekocht. hackersbeweging, een groepje mensen PTT’ers krabden zich eens op het hoofd met een hang naar anarchie, maar ook – wat moeten die bewoners met zoveel met een vaak sterk ontwikkeld gevoel voor telefoonlijnen naast elkaar? – maar legden rechtvaardigheid. ze toch maar aan. De allereerste hackers in Nederland De rest is geschiedenis, zoals dat heet. kraakten halverwege de jaren tachtig XS4ALL was een van de eerste providers computersystemen van bedrijven. Niet om waarmee iedereen het internet op kon. daar zelf wijzer van te worden, maar om De provider onderscheidde zich door op te laten zien hoe slecht die waren bevei­ te komen voor de rechten van internet­ ligd. ‘Hackers zijn gewoon verschrikkelijk gebruikers en de onafhankelijkheid van de nieuwsgierige jongens’, zegt een Duitse gebruiker centraal te stellen. Het was dan hacker in het boek. ‘Het is de kick om met wel een internetprovider, maar die pro­ je computer van zeshonderd gulden een beerde zijn klanten ook bewust te maken computer van zeshonderdduizend gulden van de keerzijden van internet. Een kriti­ af te troeven.’ sche manier van denken, voortkomend uit Het is heerlijk om te lezen over de capri­ de hackercultuur, waar we anno 2023 nog olen van deze hackers. Sommige van hen wel wat meer van kunnen gebruiken. waren echte techneuten, die minstens net zo handig waren met computers en soft­ ware dan de bouwers van de systemen die De hackers die Nederland ze probeerden te kraken. Andere hackers veranderden. De spannende waren vlotte babbelaars, die niet schroom­ geschiedenis van XS4ALL den om de te kraken organisatie even te Maarten Reijnders | 352 Blz. | € 21,99 | bellen met hondsbrutale vragen als ‘Hee, e-boek € 11,99

’’

56

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023


Boeken voor ingenieurs in de dop Met de feestmaand voor de deur ver­ schenen er tal van boeken die bij uitstek geschikt zijn voor de jongste ingenieurs. Tekst: Pancras Dijk

Hoe gezichtsherkenning de privacy om zeep helpt Wat als iemand je met één foto kan identificeren? Tekst: Marlies ter Voorde

Eind 2019 krijgt een journalist van de New York Times een tip. Het bedrijf Clearview AI kan vrijwel iedereen identificeren op basis van een gezichtsfoto en vertelt in een moeite door op welke andere plekken op internet deze persoon te vinden is. Het programma wordt voor het grote publiek geheimgehouden en alleen verkocht aan politiebureaus in de Verenigde Staten. Na een wat moeizame start krijgt de journalist verschillende mensen te pakken die het bedrijf kennen. Ze vraagt deze telkens haar foto in te voeren. Dat levert keer op keer geen resultaat op, maar wel een einde aan het contact. Dit gebrek aan resultaat blijkt een bevestiging te zijn van de accuraatheid van het programma: zodra het weet dat ze voor de New York Times werkt, blokkeert het. Hiermee begint het boek Your face belongs to us. A secretive startup’s quest to end privacy as we know it van Kashmir Hill, waarvan afgelopen maand een Nederlandse vertaling verscheen. De rest van het boek gaat gedetailleerd en nauwgezet in op de geschiedenis van gezichtsherkenning en de voorgeschiedenis van Clearview AI en zijn oprichters. Misschien zelfs iets té nauwgezet. Zo spannend als het boek begint, zo taai wordt het na het eerste hoofdstuk. De inhoud is interessant en wie alles over het onderwerp wil weten moet het boek zeker lezen, maar voor de leesbaarheid was het beter geweest als de schrijfster zich meer op de hoofdlijnen had toegelegd. Toch is het boek de moeite waard, al is het maar omdat het onderwerp zo belangrijk is. Er zijn immers genoeg situaties te bedenken waarin het ongewenst is dat een willekeurige voorbijganger met één druk op de knop alles over iemand weet. Je gezicht is nu van ons Kashmir Hill | 344 Blz. | € 23,50 | e-boek € 12,50

Oorlogen, aanslagen, weersextremen, virussen… Gaat het wel goed met de wereld? Jazeker, weet lucht- en ruimtevaartingenieur Stijn Ilsen. De mensheid, stelt hij, zet elke dag een stapje vooruit. In Word jij de eerste mens op Mars? (9+) voert hij de lezer langs onderwerpen als klimaat, vervoer, ruimtevaart, computers en robotica. Steeds weer maakt Ilsen duidelijk wat ingenieurs allemaal al hebben bereikt en welke vragen nog open liggen. Mooie illustraties en grappige quizjes maken het leesplezier compleet.

Word jij de eerste mens op Mars? Slimme vragen en fascinerende antwoorden over de toekomst Stijn Ilsen e.a. | 156 Blz. | € 15,99

Een onderwerp dat zich lastig lijkt te lenen voor een kinderboek, is de IT-sector. Datacenterplatform Digital Realty presenteerde niettemin Op avontuur in de Cloudwereld. Wanneer de zusjes Bella en Nini met een VR-bril op een spannende achtbaanrit beleven, valt het internet uit. Hun slimme huis is ineens dom geworden, merkt Nini op – het lijken wel de Middeleeuwen! In een supersonisch vliegtuig reizen ze naar de cloudwereld, waarin volwassenen een datacenter zullen herkennen. Uiteindelijk moet de lezer (6+) te hulp schieten om de verbinding te herstellen. Internetten is leuk, maar een écht avontuur beleven is misschien nog wel leuker, is de opvallende boodschap.

Op avontuur in de cloudwereld Melissa Scholten | 30 Blz. | gratis te bestellen bij Digital Realty, via melissas@digitalrealty.com

Yuval Noah Harari, wiens Sapiens ook op ingenieurscongressen steevast wordt aangehaald, bewerkt zijn meesterwerk tot een reeks kinderboeken. Vorig jaar verscheen al Hoe wij het machtigste dier op aarde werden, over ons gebruik van werktuigen. Nu ligt deel twee in de boekhandel: Waarom de wereld niet eerlijk is. Tot tienduizend jaar geleden waren alle mensen ongeveer gelijk, stelt Harari, die mooi weet aan te sluiten bij de belevingswereld van jonge lezers (9+), Maar toen brak de agrarische revolutie uit. Zeer lezenswaardig – ook voor volwassenen. Waarom de wereld niet eerlijk is Yuval Noah Harari | 176 Blz. | € 19,99

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

57


MEDIA

Engel op het spoor Na de oorlog werd het spoorwegnet geëlektrificeerd. Op de lijnen waar dat niet rendabel was, bracht de Blauwe Engel uitkomst. Tekst: Pancras Dijk

58

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

Een gehavend spoorwegnet en fors beschadigd materieel. Hoe moest het treinverkeer na de Tweede Wereldoorlog weer op gang komen? Besloten werd om in te zetten op elektrificatie, maar dat was kostbaar. Voor de minder rendabele secundaire lijnen buiten de Randstad werd daarom een andere oplossing gevonden: nieuw te ontwerpen, relatief lichte dieseltreinen. De Rotterdamse firma Allan & Co, in de negentiende eeuw begonnen als meubelfabriek, ging aan de slag. Het bedrijf, dat zich in het interbellum had gespecialiseerd in de bouw van tramrijtuigen, bussen en treinmaterieel, kwam met een nieuw type dieseltrein, waarbij de aandrijving geheel onder de rijtuigvloer was geplaatst. Daardoor was er geen apart motorrijtuig nodig, wat de capaciteit ten goede kwam. Dunnere beplating, gedeelde, open draaistellen en het weglaten van alles wat als luxe kon worden beschouwd hielpen het gewicht van de nieuwe trein laag te houden. Hoe sober ook: Plan X, zoals het treinmaterieel ging heten, werd geliefd en zou tot eind van de twintigste eeuw dienstdoen.

Daarvoor waren wel verschillende grote opknapronden nodig. Al bij de eerste daarvan, in 1973, verdween de karakteristieke kleur die de trein haar blijvende bijnaam zou opleveren: de Blauwe Engel. ‘Engel’ verwees naar de geschilderde vleugel op de neus van de trein, het handelsmerk van Allan & Co. Treinexpert en auteur Carel van Gastel schreef een boek vol nostalgie over een trein waarnaar velen volgens de auteur heimwee voelen. De Blauwe Engel verbeeldt een tijd waarin ‘het begrip stress nog uitgevonden moest worden’ en ‘alles nog rustig en vooral overzichtelijk’ was. Voor de vijftigplussers vormen de vele foto’s inderdaad een trip down memory lane. Wat ook opvalt op de foto’s: er zijn geen masten te bekennen, geen draden, er is ‘niets wat het zicht verstoort’. Een verademing, aldus Van Gastel. Zo tufte de Blauwe Engel door ‘onaangetast landschap’ – een dieselpluimpje nam men op de koop toe. In het spoor van de Blauwe Engel Carel van Gastel | 176 Blz. | € 39,95

foto : kees van de meene


Q&A

Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.

1 2 3 4 5

Om de krimpregio Oost-Groningen een impuls te geven, werd Blauwestad bedacht en ontwikkeld. Freelancejournalist Karin Sitalsing (Trouw, Vrij Nederland) schreef een boek over een kunstmatig dorp en de grenzen van de maakbaarheid.

Kwantum is moeilijk, maar niet onbegrijpelijk. Wiskundeknobbel Frank Verstraete en talenknobbel Céline Broeckaert leggen het helder en speels uit, vanuit het perspectief van de wetenschappers die kwantum groot maakten.

Tekst: Pancras Dijk

WAAROM NIEMAND KWANTUM BEGRIJPT

328 BLZ. | € 25,99 | E-BOEK € 14,99

Waarom heeft u dit boek geschreven? ‘Dit is geschiedenis in the making, letterlijk, het dorp Blauwestad wordt gebouwd waar je bij staat. Nu is elke plek natuurlijk in ontwikkeling, altijd. Maar de geboorte van een dorp – hoe vaak kun je daar nu getuige van zijn?’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘Voor mensen die verknocht zijn aan een plek. Mensen die wel eens zijn verhuisd, al dan niet noodgedwongen. Mensen die hun omgeving zagen veranderen door een landschappelijke ingreep. Voor mensen die werken in de openbare ruimte. Mensen die plannen maken voor huizen en infrastructuur. Mensen die beslissingen nemen en mensen over wie die beslissingen worden genomen. Voor bestuurders, aannemers, citymarketeers, planologen, sociologen. Maar ook voor mensen die houden van mooie verhalen.’ Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven? ‘Als journalist weet je dat mensen herinneringen afronden in hun eigen voordeel, maar zo extreem als hier had ik het niet eerder meegemaakt. Ook wist ik natuurlijk dat verschillende groepen mensen langs elkaar heen leven, maar het schokte me dat ze daar geen idee van hebben. Ik heb mensen een wijk met alleen koophuizen ‘een afspiegeling van de maatschappij’ horen noemen. Ik kwam mijn eigen achtergrond – ik groeide op in een woningbouwcorporatiehuis in een achterstandswijk – erg tegen, had soms het idee dat ik net als Alice in een konijnenhol was gevallen. Ik was vaker en meer verbaasd dan ik vooraf had gedacht.’ Wat fascineert u in het onderwerp? ‘Wat niet? Het gebied: Oost-Groningen. De mensen: kort voor de kop (licht ontvlambaar, red) en voor de duvel niet bang. Al die geschiedenis: steenrijke herenboeren, straatarme arbeiders, oude tegenstellingen die nu nog doorwerken – het communisme dat nog bon ton is: op de sterfdag van Che Guevara hingen de vlaggen halfstok. Ook hoe mensen zich verhouden tot plekken heeft me altijd geboeid, gevormd ook. Als migrantenkind groeide ik op in een heimweegezin, waar het land van mijn ouders altijd aanwezig was als een onzichtbaar gezinslid. Oost-Groningen is geen Suriname, maar mensen zijn mensen en plekken zijn plekken. Ik sprak iemand die vijf kilometer verderop ging wonen en de stilte daar niet herkende. Dat vind ik fascinerend.’ Waarom zouden ingenieurs dit boek moeten lezen? ‘Er gingen veel dingen mis, waarvan kan worden geleerd. Er gingen ook dingen goed, die ter inspiratie kunnen dienen. Deze geschiedenis is bijzonder. Er is geen tweede Oost-Groningen en al helemaal geen tweede Blauwestad.’

FOTO : FJODOR BUIS

Aan een puntenslijper valt weinig te verbeteren, zou je denken. Met z’n nieuwe waterstraalsnijder maakt YouTuber Stuff Made Here de bizarste varianten. Lollige en leerzame overengineering. STUFF MADE HERE | 29 MINUTEN | YOUTUBE

Hoe halen we meer plezier uit onze computers? Door ze precies te vertellen wat we van ze verlangen. Michael Littman maakt coderen leuk. CODE TO JOY | 232 BLZ. | € 26,44 | E-BOEK € 24,56

Beweegbare bruggen zijn cruciaal voor de mobiliteit. Antea Group maakte een podcastreeks over maatschappelijk belang en problematiek: van verkeersdruk en circulariteit tot hittestress. DE WERELD VAN BEWEEGBARE BRUGGEN | VIJF AFLEVERINGEN | OP ALLE PODCASTPLATFORMS

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

59


Voorwaarts

Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.

De geschiedenis van het spoor begint in de mijnbouw

De ijzeren weg Bielzen en spoorstaven missen de opwindende aantrekkingskracht van een werkende stoomlocomotief. Toch vormen ze de basis van het grote succes van de spoorwegen. In het onlangs verschenen boek Coming of the Railway: A New Global History, 1750-1850 (in september besproken in dit blad) laat de Brit David Gwyn zijn verhaal over de spoorweggeschiedenis beginnen in de mijnbouw. Dat geeft een verrassend perspectief over de geleidelijke perfectionering van het railtransport. Een dat niet de ontwikkeling van stoomkracht centraal stelt, maar juist het grillige verloop van de technologische evolutie laat zien. Houten voorloper In Midden-Europa werd in de zestiende eeuw in de mijnen al gebruikgemaakt van een soort van spoortransport. De Duitse humanist en wetenschapper Georgius Agricola (Georg Bauer) beschreef in zijn boek De re metallica (Latijn voor Over de aard van metalen, 1556) een houten mijnwagentje dat over twee evenwijdige loopplanken reed. Een illustratie (zie afbeelding hiernaast) toont de ijzeren pin tussen de twee voorwielen, die in de geul tussen de planken stak en zo het voertuig in het gareel hield. Rond 1568 brachten ervaren mijnwerkers uit de Zuid-Duitse stad Augsburg dit transportIn 1767 werd het systeem naar een kopermijn in het uiterste houten spoor voor noorden van Engeland. Resten van deze primirails zijn een jaar of twintig geleden gevonhet eerst voorzien van tieve den bij opgravingen in de oude Silvergill-kopereen gietijzeren band mijn bij Caldbeck. De duizelingwekkende Britse industrialisering en verstedelijking in de achttiende eeuw maakten de steenkoolwinning zeer winstgevend. Dat stimuleerde mijnbouwondernemers voortdurend om op zoek te gaan naar efficiëntere methoden om de kolen op de plaats van bestemming te krijgen. Daarbij borduurden zij voort op het zestiende-eeuwse houten mijnwagentje. In die evolutie maakte hout stap voor stap plaats voor ijzer. Dat begon in de vroege achttiende eeuw met het aanbrengen van smeedijzeren stroken op de houten rails. Al gauw werden ook de houten wielen uitgerust met een 60

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

smeedijzeren loopvlak en kregen de wagons een ijzeren as. Niet veel later verschenen de eerste ijzeren wielen. Cruciaal in deze ontwikkeling is het jaar 1767, waarin het houten spoor voor het eerst werd voorzien van een gietijzeren band. Gietijzer was in de loop van de achttiende eeuw steeds beter en goedkoper geworden dankzij de productiemethode van de Britse ijzergieter Abraham Darby, die zijn hoogoven met cokes verhitte in plaats van houtskool. Rond 1786 werden de eerste spoorstaven van volledig gietijzer ingezet voor het transport van steenkool. Deze opsomming van mijlpalen geeft een vertekend van de ontstaansgeschiedenis van de spoorwegen, benadrukt Gwyn in Coming of the Railway. Zo’n lijst primeurs is vaak onnauwkeurig en ontaardt nogal eens in chauvinistische verhalen over glorieuze uitvinders en ingenieurs. Hij waarschuwt dan ook voor whig history of presentisme: geschiedschrijving die het heden als uitgangspunt neemt en het verleden opvat als een onvermijdelijke reeks stappen naar een hogere graad van maatschappelijke en technologische ontwikkeling. Zelf besteedt hij in zijn boek juist ruime aandacht aan de ontelbare doodlopende zijwegen in de spoorweggeschiedenis. Gwyn heeft een scherp oog voor de maatschappelijke en economische achtergronden van technologische vernieuwing. De snelle verspreiding van innovaties in de mijnbouw, die voorafging aan de komst van de trein, werd niet alleen aangewakkerd door winstbejag, maar ook door de heersende vernieuwingsgeest die rond 1800 vaak nauw verbonden was aan radicale, politieke en vrijzinnige ideeën. De bereidheid tot het delen van nieuwe inzichten ontsteeg in die tijd het eigenbelang. Niet alleen de groeiende vraag naar steenkool en dalende prijs van ijzer speelden een doorslaggevende rol. Ook de stijgende prijs van paarden en paardenvoer door de Franse revolutionaire en Napoleontische oorlogen bevorderde de speurtocht naar alternatieven.


1830 ‘Inzichten die we van onze voorouders hebben meegekregen en die we met onze eigen ervaring hebben getoetst, worden in één dag van tafel geveegd, om plaats te maken voor nieuwe ideeën over de toekomst. Snelheid, spoed en afstand, [...] hun betekenis is binnen een paar maanden totaal veranderd: wat vlug was, is nu langzaam; wat ver was, is nu dichtbij. En deze verandering van onze ideeën zal niet beperkt blijven tot de omgeving van Liverpool en Manchester, maar tot de hele samenleving doordringen.’ Henry Booth in zijn boek An Account of the Liverpool and Manchester Railway (1830)

Stoomkracht Het vervoer over spoor was bedoeld om de afstand tus­ sen de mijn en een nabij gelegen rivier of kanaal te over­ bruggen. Daar werd het transport overgenomen door binnenvaartschepen. Aanvankelijk werden de kolen­ wagens nog voortbewogen door mens­, paarden­, water­ en zwaartekracht. De prille inzet van stoomkracht bij het transport van steenkool is een mooi voorbeeld van een vergeten ontwikkeling in de spoorweggeschiedenis. In het begin van de negentiende eeuw achtten veel ingeni­ eurs het gebruik van een stationaire stoommachine – die de wagons met een kabel of ketting voorttrok – efficiën­ ter en superieur aan de inzet van een stoomlocomotief, met name in heuvelachtige streken. Maar na jaren van experimenteren groeide de stoom­ locomotief rond 1815 toch uit tot het transportmiddel

voor de mijnbouw. De voormalige mijnwerker en meca­ nicien George Stephenson speelde daarbij een hoofdrol. Ook was hij de man achter de eerste stoomlocomotieven voor personenvervoer. In 1825 bouwde hij de ‘Locomo­ tion no. 1’ voor de eerste openbare spoorlijn, alhoewel de passagiers van deze Stockton and Darlington Railway eerst nog moesten plaatsnemen in kolenwagentjes, soms zelfs bovenop een lading steenkool. De stoomlocomotieven van Stephenson werden in 1830 ook ingezet op de eerste intercityspoorlijn tussen Manchester en Liverpool. Henry Booth, het zakelijk brein achter deze spoorlijn, omschreef het kort na de opening poëtisch als volgt: ‘Wat vlug was, is nu lang­ zaam; wat ver was, is nu dichtbij.’ Een kernachtige voor­ uitblik op het vervolg van de negentiende en twintigste eeuw. •

Illustratie uit De re metallica (1556), een boek over mijnbouw en metallurgie, van een mijnwagentje dat over een houten spoor. De pin tussen de voorwielen hield het wagentje op de ‘rails’. Dit zestiende-eeuwse systeem was de vroegste voorloper van de huidige spoorwegen. beeld : publiek domein

NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

61


Startup

Elk jaar beginnen er in Nederland vele ambitieuze startups om met technologie de wereld beter te maken. De Ingenieur gaat bij ze op bezoek.

Naam: Zomerdijk Engineering Doel: betaalbare machines bouwen voor bierbrouwers Startjaar: 2021 Aantal medewerkers: 7 Locatie: Alkmaar

Brouwen en bouwen Sommige hobbyisten brouwen zulk lekker bier dat ze doorgroeien tot een bedrijf. Dan hebben ze machines nodig om flessen of blikjes te vullen en in dozen te doen. En die bouwt Zomerdijk Engineering in Alkmaar. Tekst: Jim Heirbaut

Het zijn de vele lege ongebruikte bierblikjes in de grote hal die verraden voor welke sector hier machines worden gebouwd. De Ingenieur is op bezoek bij Zomerdijk Engineering, gevestigd op een industrieterrein in het zuiden van Alkmaar. De startup heeft zich toegelegd op het ontwerpen, bouwen en ter plekke installeren van machines waarmee brouwerijen hun bier kunnen verpakken en verzenden. ‘We maken onder andere machines die lege blikjes of flessen van een vol pallet afhalen en vervolgens naar de vulmachine geleiden. Maar ook machines om gevulde blikjes of flesjes schoon te spoelen, te drogen en van een etiket te voorzien. Al deze machines zijn gewoon te koop, maar wij bouwen ze voor een derde van de prijs, iets wat voor beginnende commerciële brouwe-

Tom Zomerdijk bij een machine die bierblikken verplaatst. foto : de ingenieur 62

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

rijen overal in de wereld heel aantrekkelijk is. Ze hoeven minder te investeren’, vertelt chief operations Tom Zomerdijk. Hobbybrouwvirus Tom is er één van vier broers. Hun vader Sjaak begon vijftien jaar geleden als hobby met het brouwen van bier. Zijn zonen vonden dat wel interessant. ‘Ik was zestien en destijds mocht je nog alcohol drinken’, herinnert Tom Zomerdijk zich. ‘We werden echt besmet met het hobbybrouwvirus. Alleen dachten wij groter.’ De zoons kochten negen jaar geleden een paar tanks, die ze installeerden in een klein fabriekspand, en gingen aan de slag. Brouwerij De Moersleutel was geboren en als beer engineers zijn de brouwers inmiddels een bekende naam onder bierliefhebbers in binnen- en buitenland. Slijterijen hebben hun bier in de schappen staan en zelfs supermarktketens verkopen het. Maar

dertien-in-een-dozijn-bier is het niet wat de Alkmaarders brouwen. ‘We zitten in het hogere segment. De echte liefhebbers hebben een abonnement op onze bieren. Zo’n 2.200 “fans” in heel Europa krijgen om de twee maanden een doos thuisgestuurd met een selectie van onze bieren erin, waaronder altijd een paar nieuwe en bijzondere edities.’ Ingenieurswerk Na de start van brouwerij De Moersleutel werkte Tom Zomerdijk een tijdje voor een Amerikaans bedrijf dat machines voor brouwers maakt. ‘Het idee was vanaf het begin al om daar ervaring op te doen in de praktijk, de markt te verkennen en een netwerk op te bouwen. Daarover ben ik heel open geweest.’ Vervolgens begonnen de vier broers een nieuw bedrijf: Zomerdijk Engineering. In de eerste plaats om zelf de machines te gaan ontwerpen en bouwen die ze bij De

Geleidebaan van staal waar bierblikjes doorheen bewegen tijdens het vulproces. foto : de ingenieur


Volgende maand in De Ingenieur Het beste van 2024 Soms wordt ons een glimp gegund van de toekomst, in de vorm van nieuwe technologie met de potentie om de wereld en onze manier van leven wezenlijk te veranderen. Welke doorbraken staan ons in 2024 te wachten?

Astrotopia Wat bezielt nieuwe ruimtebaronnen als Elon Musk en Jeff Bezos? De Amerikaanse filosoof en sociale wetenschapper Mary Jane Rubinstein noemt de commerciële ruimtevaart een gevaarlijke nieuwe religie.

Weg naar de toekomst Voor een automobilist is een betere wegbedekking dan asfalt nauwelijks denkbaar. Duurzaam is het met bitumen bijeengehouden mengsel van steenslag, zand en vulstof nog niet, maar daar wordt hard aan gewerkt. foto : roof to road

Moersleutel nodig hadden. Maar al snel bleek dat ze daarmee ook andere brouwers konden helpen. ‘We deden daarvóór al wat ingenieurswerk op de brouwlocatie, maar daar groeiden we uit ons jasje. Toen we het potentieel zagen, hebben we verkopers, ingenieurs en monteurs aangenomen.’ Inmiddels bestaat Zomerdijk Engineering uit zeven mensen en groeit gestaag verder. ‘We zijn altijd rustig en organisch gegroeid en hebben nooit geld van buiten nodig gehad.’ Productielijn Een typische klant van de machinebouwers is een brouwer die vanuit een hobby is begonnen, maar inmiddels een flinke productie kan draaien als microbrewery. Zomerdijk: ‘Zo’n brouwer weet vaak niet wat er allemaal komt kijken bij een productielijn. Men denkt vaak klaar te zijn met een vulmachine die het

bier in de blikken of flessen stopt, maar er komt veel meer bij kijken.’ Dat begint al met de depalletiseermachine die pallets vol lege blikjes optilt en de blikjes een voor een in een geleidebaan laat glijden. De vulmachine laat het bier in de blikken stromen, legt er een deksel op en sluit ze luchtdicht af. Maar ook na het vullen zijn machines nodig voor de verwerking. De bierresten worden van elk blikje gespoeld, het blikje wordt gedroogd en er wordt een fraai etiket opgeplakt. ‘In de begintijd van onze brouwerij stopten we die blikjes met de hand in dozen en zetten de dozen weer op stapels. Maar dat is heel eentonig werk, dat heb je na een tijdje helemaal gehad.’ Een machine die casepacker heet, pakt met zuignappen die vacuüm worden gezogen 12 of 24 blikjes op en zet ze in een doos. ‘Wij hebben een semiautomati-

Een machine wordt op de vrachtwagen geladen om naar een klant te worden gebracht. foto : zomerdijk engineering

sche casepacker gebouwd. Die vervangt twee mensen die je liever inzet bij het brouwen. We werken nu aan een volautomatische.’ Het runnen van een engineering-bedrijf is prachtig, vindt Zomerdijk, maar je moet wel goed je hoofd erbij houden. ‘Ik hou ervan om allerlei machines te bouwen, maar het werden te veel verschillende varianten. Nu focussen we sterker op onze belangrijkste machines en doen we creatieve zijprojecten en one-offs niet meer.’ Dat zijn machines waar er maar één van wordt besteld. Ook in de brouwerij zit nog groei. Samen met De Moersleutel zoekt Zomerdijk Engineering naar een groter pand om uit te breiden. ‘We zijn jong en ambitieus, en we zijn nog lang niet klaar.’ Moeite om medewerkers aan te trekken heeft Zomerdijk niet. ‘Dat is de charme van ons bedrijf: we maken een product dat veel mensen mooi vinden.’ •

De depalletiseermachine duwt de lege blikjes rechts van de pallet in het geleidesysteem. foto : zomerdijk engineering NOVEMBER 2023 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Negen lastige vragen aan Daniël Lohues, die inmiddels dertig jaar aan de top van de Nederlands- en Drentstalige popmuziek staat. Afgelopen jaar verscheen zijn veelgeprezen twintigste album. Vanaf maart 2024 gaat hij weer op theatertournee.

Tekst: Pancras Dijk

64

Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?

‘Mijn vader en mijn broer zijn de repareerders bij ons. Ik heb daar niet veel kaas van gegeten. Gitaren, daaraan durf ik nog wel te sleutelen. Een losse input solderen bijvoorbeeld. Of de hoogte van de snaren afstellen. Een fietsband lappen lukt mij ook nog wel. Zelfs een achterband van de fiets vervangen zal mij wel lukken. Maar omdat ik als kind al orgel speelde in de kerk, is mij altijd gezegd dat ik maar niet om moest gaan met een boormachine, een zaag­ machine of andere bij ons thuis heel normale gereedschappen.’

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens wat slims moeten uitvinden?

‘Een soort MIDI­kabeltje dat in het hoofd kan zodat je de muziek die zich daar afspeelt rechtstreeks kunt opnemen. Nu is het de kunst om die nog niet bestaande, maar wel innerlijk klinkende muziek eerst via de handen klinkend te maken. Waarbij je toch nooit echt helemaal precies het gedagdroomde lijkt te kunnen vangen. Maar dat is er misschien ook wel mooi aan. O ja, en een lampje op de autobumper waarmee je “sorry” kunt zeggen. Dat bestaat volgens mij niet. Voor als je op de weg iets doet waarvan je meteen wel doorhebt dat je verkeerd zit. Even dat lampje aan: Sorry, mijn fout!.’

Waarvan denkt u: ik wou dat ik dát had uitgevonden?

‘Ik weet wel dat ik niet de telefoon uitgevonden zou willen hebben. Zit je daar. Wie moet je bellen? Nee, ik zou wel de Mellotron willen hebben uitgevonden. Dat is een soort keyboard waarvan je een toets indrukt, die dan met een op­ namekopje over een geluidsbandje gaat met daarop – op de goeie toonhoogte – een opname van bijvoorbeeld een fluit. Als je dat hebt uitgevonden en Strawberry Fields Forever komt op de radio, dan weet je dat je uitvinding goed is geweest.’

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

‘Geen een. Alles wat de mens kan bedenken zal hij ooit gaan maken. Ik ben niet bang aangelegd wat dat betreft.’

Bent u bang dat een robot uw werk overneemt?

‘Nee, totaal niet. In mijn persoonlijke geval is dat ook niet mogelijk. Iemand liet al eens AI een “Daniël Lohues”­tekst maken. Klopte helemaal niks van. De taal die ik gebruik, snapt AI blijkbaar niet. En bovendien zit er ziel in handgemaakte muziek. Als AI ooit ziel en zaligheid leert genereren, wordt het misschien anders.’

Van welke fout heeft u het meest geleerd?

‘Dat ik mij in het verleden veel te druk heb gemaakt om dingen die er helemaal niet toe doen.’

Zijn de dijken hoog genoeg?

‘Wij zitten hier vele meters boven NAP. Maar ik denk dat ze in het Lage Westen op den duur wel land moeten teruggeven aan de zee. Als de polen smelten, kun je daar niet tegenop verhogen, schijnt.’

Welk sociaal medium zou u niet meer willen missen?

‘Ik mag graag rondkijken op X. Het nieuws is zo vers dat het nog niet eens door de pers is gerold. En verschillende meningen van alle kanten lezen. Er is ook veel onzin en ruziemakerij. Maar ondanks dat zou ik het niet graag meer willen missen.’

U mag een tijdreis maken. Kiest u voor een bestemming in het verleden of in de toekomst?

‘Ik zou graag teruggaan in de tijd. Rond het jaar 1725. Dan ging ik door Oost­Nederland om te kijken hoe men toen leefde en om te luisteren naar de taal. Daarna zou ik van herberg naar herberg trekken richting Leipzig en daar naar de Thomaskirche gaan om J.S. Bach op het orgel te horen improviseren en elke zondag een nieuwe cantate van hem te horen.’

DE INGENIEUR • NOVEMBER 2023

foto : milan vermeulen


COLLECTIEVEN

Collectief KIVI-lidmaatschap

Jouw werknemers up-to-date Goed werkgeverschap begint bij tevreden werknemers, die gemotiveerd, geprikkeld en up-to-date zijn. In de huidige tijd van razendsnelle technologische ontwikkelingen, innovaties en transformaties is professionele wendbaarheid essentieel. Wil jij als werkgever structureel bijdragen aan de technische ontwikkeling van jouw werknemers? Neem dan een collectief lidmaatschap bij het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). Meld tien (of meer) van jouw topingenieurs aan en zij kunnen direct profiteren van alle voordelen van het grootste ingenieursplatform van Nederland.


MEET LIKE ROYALTY Would you like to discuss matters in a friendly environment with atmosphere and style? Then we offer the right location. Various rooms are available for a meeting, training, conference or drinks and suitable catering is possible. Having lunch in the garden is an option, as well as a hackathon in the attic. Moreover, our building is very easily accessible, both by private (Q-park across the street) and by public transport (walking distance from The Hague Central Station). We would like to welcome you in our monumental building opposite the Malieveld. Whether it is with two people (smaller rooms very suitable for e.g. coaching) or with a hundred people. Wil je graag zaken bespreken in een gemoedelijke omgeving met sfeer en stijl? Dan bieden wij de juiste locatie. Voor een vergadering, training, conferentie of borrel zijn diverse ruimten beschikbaar en passende catering is mogelijk. Lunchen in de tuin is een optie, evenals een hackaton op zolder. Bovendien is ons pand zeer goed bereikbaar, zowel per eigen (Q-park aan de overkant) als per openbaar vervoer (7 min. lopen van Den Haag CS en tram 9 stopt voor de deur). Wij heten je graag welkom in ons monumentale pand tegenover het Malieveld. Zij het met twee personen (kleinere kamers zeer geschikt voor bijv. coaching) of met honderd man.

Make reservations for meeting in our monumental building. Boek nu een werkruimte of een vergaderzaal in ons monumentale pand. kivi.nl/zaalverhuur


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.