De Ingenieur december 2023

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 12 JAARGANG 135 DECEMBER 2023

HET BESTE VAN 2024 Elf innovaties met impact

QUANTUMTECHNOLOGIE

Architectural Recovery Team Studenten bouwen voor slachtoffers aardbeving

|

INGENIEURS IN OORLOGSTIJD

|

D U U R Z A A M A S FA LT

Tata-werknemers: In zo’n enorm bedrijf heb je meer impact

|

ZEESPIEGELSTIJGING

Balanceeract Personenauto op twee wielen


3

202

We wensen je een kleurrijk

2024

Het jaar is alweer om! Om samen terug te kijken en te toasten op het nieuwe jaar nodigen we je uit voor de nieuwjaarsreceptie op 9 januari van 16.30 tot 19.00 uur bij KIVI in Den Haag. Leuk als je komt, meld je aan via de qr-code of de KIVI website.


Vooraf

Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

Nooit verstuurd

Twintig jaar lang schreef hij brieven aan zijn kleinkinderen

De strip van wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk is een van de vaste waarden van dit blad. Actueel, scherp en met altijd een verrassende punchline. Vaak put ze uit haar eigen leven. Zo liet ze meer dan eens haar vader in de strip figureren. Als fanatieke filatelist met een mening over fietshelmen of als kritische bitcoinvolger. Die strips zijn gebaseerd op brieven die hij bijna twintig jaar lang schreef aan zijn kleinkinderen. De laatste van die honderden brieven is gedateerd op 12 oktober. De brief ging, zoals uit de strip van deze maand blijkt, over de boerderij waar hij opgroeide en een nieuwe, sanitaire toepassing van warmtewisselaars die hij voor de grap bedacht. De brief is nooit meer verstuurd; 12 oktober werd zijn sterfdag. Juist deze maand schrijven we over een warmtewissselaar in de rioolwaterzuivering, als een van de technologische doorbraken die we voor komend jaar verwachten. Eniths vader zou smakelijk hebben gelachen om dit toeval. ‘Mijn vader leerde me om mensen te nemen zoals ze zijn, niet te snel te oordelen, kritisch na te denken en me te hoeden voor kuddegedrag’, schrijft Enith. En hoewel haar vader er niet meer is, liggen er nog honderden brieven waarop ze kan teruggrijpen voor volgende strips. Zo leeft hij tweedimensionaal nog even door. Intussen wens ik u goede feestdagen. Het volgende nummer van De Ingenieur verschijnt niet op de tweede, maar op de derde dinsdag van januari. Zien we elkaar daarvoor nog op de KIVI-nieuwjaarsborrel?

Op de cover

Welke technologische ontwikkelingen breken komend jaar door? ONTWERP : EVA OOMS

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

1


Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl

Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort

De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. © Copyright 2023 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen.

RUBRIEKEN 37 | Zien & Doen Reis door de tijd

4 | NIEUWS

ISSN 0020-1146

Aanpak zeespiegelstijging

Abonnementen 2024 Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): printmagazine: € 162,50 per jaar digitaal: € 104,50 per jaar losse nummers: € 17,50 (inclusief verzending)

Zelfzeilende Optimist

Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9 tot 15.30 uur)

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl. Contributie 2024 Regulier lidmaatschap: € 173,30 jaar of jonger: € 47,50,-* Studentlidmaatschap: € 23,50* Seniorlidmaatschap: € 136,50 De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl Volg ons ook op

GPT-NL Internetvaardigheden 56 | M E D I A 40 | Eureka Rijden op plastic afval en andere productontwerpen van morgen 55 | KIVI-activiteiten Circulair rubber

De wereld van ASML Gerlachs aardappelparadijs Reclame voor de fabriek Staalwoestijn

60 | Voorwaarts Ingenieurs in nazitijd 62 | Startup Hy2Care werkt aan kraakbeenherstel

PERSOONLIJK 46 | DRIVE Jamilla den Haan en Sarah Kleijn maken Tata Steel duurzamer 59 | Q&A De AI-fabriek van Ilyaz Nasrullah 64 | Vragenvuur Musicalster Lucretia van der Vloot

COLUMNS 11 | Punt Moleculair plantenbioloog Michel Haring over Crispr-cas 25 | Möring Nullen en enen 32 | Enith Warmtewisselaar 33 | Podium Felienne Hermans 39 | Jims verwondering Shop till you drop 45 | Rolf zag een ding Spintronics


NR. 12 JAARGANG 135

DECEMBER 2023

12 Het beste van 2024

foto : j . vd vaart / we drive solar

Welke technologische doorbraken gaan we in 2024 meemaken? Wat zijn de vernieuwende ingenieursoplossingen die komend jaar voor het eerst worden toegepast? Een overzicht van innovaties die zoveel potentie hebben dat ze onze manier van leven wel eens wezenlijk zouden kunnen beïnvloeden.

26 | Nieuwe wegen Voor een automobilist is een betere wegbedekking dan asfalt nauwelijks denkbaar. Duurzaam is het bepaald nog niet, maar daaraan wordt hard gewerkt.

48 | ‘Wennen doet verwoesting nooit’ Met financiële hulp van onder meer KIVI werken Delftse studenten aan noodopvang voor aardbevingsslachtoffers in Turkije. Een blik in het reisdagboek van het Architectural Recovery Team.

34 | De taal van quantum De verwachtingen van quantumcomputers en -sensoren zijn hooggespannen. Maar voor het omzetten van quantumsignalen naar de wereld van elektronica zijn nog geen goede technieken voorhanden. Fysici en ingenieurs in Delft gaan die ontwikkelen.

foto ’ s : art ; rachel liu

52 | ‘Hebben we het recht oneindig te bestaan?’ Elon Musk en Jeff Bezos bezigen vaak religieuze taal, zegt de filosoof Mary-Jane Rubenstein. Dat de tech-baronnen de redding van de mensheid in de ruimte zoeken, is dubieus. DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

‘Stijgende zeespiegel vraagt om ingrijpende maatregelen’ De gevolgen van een zeespiegel­ stijging tot drie meter kunnen met de huidige aanpak worden bestreden, maar de vereiste maatregelen zijn zo ingrijpend dat een compleet andere benadering zich ook opdringt. Dat stelt het Kennisprogramma Zee­ spiegelstijging. Experts uit de ingeni­ eurswereld reageren instemmend. Tekst: Pancras Dijk

De zeespiegel zal de komende decennia als gevolg van klimaatverandering fors stijgen. Met de huidige kennis en techniek kunnen we keringen en zandsuppleties

Voor toekomstige suppleties is veel Noordzeezand nodig. Die zandbehoefte moet worden meegewogen bij de verdere ontwikkeling van de Noordzee, stellen de onderzoekers. foto : depositphotos

4

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

ontwerpen die een zeespiegelstijging van drie meter kunnen weerstaan, maar al deze maatregelen zullen ingrijpende gevolgen hebben voor het huidige ruimtegebruik. Voorwaarde is bovendien dat er voldoende materialen beschikbaar blijven (met name zand en klei) en genoeg mensen zijn om de werkzaamheden uit te voeren. Dat is de strekking van de afgelopen maand verschenen tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, een inmiddels vier jaar lopend onderzoeks­ programma naar langetermijnscenario's in opdracht van de Staf Deltacommissaris en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Niets doen is geen optie, stellen de onder­ zoekers, maar hoeveel tijd er resteert om maatregelen te treffen, hangt vooral af van de snelheid waarmee de uitstoot van broei­ kasgassen vermindert en hoe dat door­ werkt in de zeespiegelstijging. Het KNMI gaat uit van een maximale stijging aan de kust van 1,2 meter in 2100, maar sluit een verdere stijging van 2,5 meter daarna niet uit. Juist vanwege die grote onzekerheid is het zaak ruimte vrij te houden voor maat­ regelen die wellicht later nodig blijken. Bij investeringen in de ruimtelijke inrichting, zoals woonwijken en infrastructuur voor landbouw en duurzame energie en ook natuur, moet daarmee rekening worden


gehouden. ‘Zo geven we volgende generaties ook de kans om Nederland leefbaar te houden’, stellen de onderzoekers. Die grote onzekerheden vormen misschien wel het grootste probleem, zegt Jos van Alphen, als adviseur ‘strategie en kennis’ lid van de staf van de Deltacommissaris. ‘Het liefst weten we precies waar we in 2200 aan toe zijn, om daar­ op te kunnen ontwerpen en bouwen.’ Maar de stip op de horizon is voortdurend in beweging. ‘De komende decennia moeten we leven met die onzekerheid over het einddoel.’ Talloze sluizen, bruggen en gemalen, allemaal daterend van na de Tweede Wereld­ oorlog, zijn juist die komende decennia aan vervanging toe. Een adaptieve aanpak is dan noodzakelijk. Zorg bijvoorbeeld dat de funde­ ring al op het slechtste scenario is berekend, dan kan het kunstwerk zelf gedurende de le­ vensduur relatief eenvoudig robuuster worden gemaakt. ‘Ingenieursbureaus doen hiermee steeds meer ervaring op,’ zegt Van Alphen.

Meerledige aanpak De huidige aanpak van de gevolgen van zee­ spiegelstijging is meerledig. De kustlijn wordt versterkt met extra zand en de dijken worden grootschalig onder handen genomen om in 2050 te voldoen aan strengere veiligheidsnor­ men. Bovendien krijgt het water meer ruimte, onder meer door rivieren te verbreden, en bestaat de mogelijkheid om stormvloed­ keringen te sluiten bij te verwachten hoge waterstand. Zetten we dit beleid voort dan heeft dat wel grote gevolgen. Dijken moeten behalve hoger ook breder worden: minimaal tien tot wel negentig meter, met uitschieters tot 150 meter. Voor zandsuppleties is jaarlijks 35­65 miljoen kuub zand nodig, tot in totaal 11,7 miljard kuub in 2200 ­ meer dan er met de huidige methoden kan worden gewonnen. Storm­ vloedkeringen moeten vaker sluiten, buiten­ dijkse woon­ en havengebieden komen vaker, misschien zelfs permanent onder water te staan. In de Afsluitdijk en bij IJmuiden moeten grotere pompen het water afvoeren. Zoetwatertekort De zoetwatervoorziening komt in het gedrang, stellen de onderzoekers, want naarmate de zeespiegel verder stijgt, groeit het tekort aan zoetwater om de verzilting te bestrijden. Vol­ gens de onderzoekers zal Nederland dan het gebruik van zoetwater moeten verminderen en foto ' s : depositphotos

op sommige plaatsen landgebruik en bedrijfs­ voering erop moeten aanpassen. ‘De zoetwa­ tervoorziening wordt eerder problematisch dan de zeespiegelstijging’, zegt Van Alphen. Henri Deelstra, businesslijndirecteur Stad & Klimaat bij ingenieursbureau Antea Group, wijst in een reactie op de tussenbalans op een ander mogelijk pijnpunt. ‘Op dit moment is de beschikbaarheid van specialisten al een voelbaar punt van zorg. Bij het inplannen van projecten zullen we efficiënt moeten omgaan met deze beperkte personeelscapaciteit.’ Een mogelijkheid kan zijn om losse werken vaker te bundelen tot één groot project.

Wonen in risicogebied Tegelijk brengt het rapport duidelijk de gren­ zen van het huidige waterveiligheidsbeleid in beeld, stelt Deelstra. ‘Dit betekent dat we, naast voortbouwen op het huidige systeem, ons moeten bezinnen op nieuwe ruimtelijke keuzen.’ Misschien, geeft hij aan, moeten we ons gaan afvragen ‘of we wel kunnen blijven wonen en werken op risicovolle plaatsen in Nederland.’ Die denkrichting hebben de onderzoekers zelf ook al verkend. Ze schrijven onder meer over het afsluiten van de Nieuwe Waterweg met een sluizencomplex om de zee buiten de deur te houden en over de aanleg van een enorm meer voor de kust, om hogere rivier­ afvoeren op te vangen en verzilting op het land te beperken. De gevolgen voor de natuur zijn nu nog niet onderzocht. Meebewegen met de zeespiegelstijging is ook een mogelijkheid. Dan zou woningbouw worden geconcentreerd op grote terpen. Ook het landgebruik moet dan radicaal worden aangepast aan de verzilting en de stijgende waterstanden. Nikéh Booister, consultant deltamanage­ ment bij bureau Sweco, noemt de tussenbalans ‘een mooie samenvatting’ van langlopend onderzoek, waarbij het ook ‘heel sterk’ is dat die bandbreedte van onzekerheid in de mogelijke scenario’s goed in kaart is gebracht. De strekking lijkt misschien verontrustend, zeker gelet op de snelheid van de verwachte zeespiegelstijging, maar is uiteindelijk ook geruststellend, stelt Booister: ‘Met de huidige techniek kunnen we al heel veel aan, maar we moeten wel zorgen dat we die op orde hebben.’ In 2026 volgt het eindrapport van het Kennisprogramma. Daarin zijn de te nemen maatregelen verder uitgewerkt. •

Toekomstbestendig investeren Hoe is toekomstbestendig te in­ vesteren? Het tussenrapport van het Kennisprogramma Zeespie­ gelstijging geeft vier manieren: 1 Zorg dat het ontwerp robuust is en bestand tegen (zout) water 2 Bouw zo mogelijk voor een korte levensduur, totdat meer duidelijkheid bestaat over de toekomstige zeespiegelstijging 3 Maak bouwwerken aanpas­ baar, zodat ze op termijn hoger, breder en sterker zijn te maken als dat nodig is 4 Ontwerp demonteerbaar, zodat een object later te verplaatsen is naar een andere locatie

HWBP valt duurder uit De primaire waterkeringen wor­ den momenteel versterkt in het kader van het in 2014 gestarte Hoogwaterbeschermings­ programma. Demissionair minister Mark Harbers van Infra­ structuur en Waterstaat maakte afgelopen maand bekend dat die operatie groter en duurder uitvalt dan gepland. Volgens nieuwe richtlijnen voor waterveiligheid moeten méér dijken, stormvloed­ keringen, dammen en duinen worden versterkt dan in 2014 was aangenomen. Dat betekent dat de totale kosten tot het jaar 2050 geen 12,6 miljard euro bedragen, maar afhankelijk van de precieze opgave 15,7 tot 32,9 miljard euro. (PD)

Lees het laatste technieknieuws op deingenieur.nl

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

51%

11:03 AM

Hoe digitaal vaardig is Nederland?

In Nederland zit 95 procent van de bevolking dagelijks op internet. Maar niet iedereen haalt hier evenveel uit, blijkt uit een trendrapport dat het Centrum Digitale Inclusie van de Universiteit Twente in november publiceerde. Ouderen, laagopgeleiden, mensen met een lager inkomen en mensen met een beperkte geletterdheid profiteren minder dan anderen en zijn minder goed in staat eventuele gevaren af te wenden. Over welke digitale vaardigheden beschikken Nederlanders?

Het apparaat bedienen

Aantal mensen dat een bepaalde vaardigheid beheerst, in % vaardig onvoldoende vaardig 0 10 20 30 40 50 60 Kan een opgeslagen opgeslagen bestand bestandopenen openen

70

80

90

100

Aantal mensen dat een bepaalde vaardigheid beheerst, in % vaardig onvoldoende vaardig 0 10 20 30 40 50 60 Kan vrienden uit contactlijst verwijderen

70

80

90

Kan een nieuw venster openen in de browser

Stemt de manier van communiceren af met de ontvanger

Kan een foto van internet opslaan

Weet wanneer het gepast is om informatie van anderen te delen

Kan op een smartphone de locatie uitzetten

Kan privacy-instellingen aanpassen

Kan een apparaat beveiligen

Kan aanpassen met wie informatie wordt gedeeld

Kan een website bookmarken

Weet wanneer het gepast is om emoticons te gebruiken

Kan documenten, foto’s of andere bestanden in de cloud opslaan

Weet welke informatie wel/niet te delen op internet

privé browsen gebruiken Kan privé

Kan commentaar en gedrag aanpassen aan de situatie online

Kan vervelende pop-ups uitschakelen

Weet wanneer geluid of video uit te schakelen in online meetings

Kan programmeren

Ymke Pas/De Ingenieur Bron: Centrum Digitale Inclusie

Informatie zoeken

Aantal mensen dat een bepaalde vaardigheid beheerst, in % vaardig onvoldoende vaardig 0 10 20 30 40 50 60 70 Kan een eerder bezochte website terugvinden

80

90

Kan informatie op een website vinden, ongeacht het onderwerp Kan de beste zoekwoorden kiezen voor een online zoekopdracht Kan bepalen wat de beste zoekresultaten zijn Vindt de manier waarop websites zijn ontworpen meestal duidelijk Kan geavanceerde zoekfuncties in zoekmachines gebruiken Kan erachter komen of een website te vertrouwen is Kan controleren of online gevonden informatie waar is

6

Communiceren

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

100

100


Diversiteit moet hoger op de agenda bij techniekbedrijven Diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit staan bij veel bedrijven in de techniek nog niet goed op de radar. Dat blijkt uit een onderzoek van Techleap. Tekst: Jim Heirbaut

Een bedrijf functioneert het best als iedereen zich er welkom voelt en zichzelf kan zijn, ongeacht geslacht, geloof, huidskleur of seksuele geaardheid. Techniekbedrijven hebben op het gebied van diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit echter nog een flinke slag te maken, blijkt uit de eerste Inclusion in Dutch Tech Survey, een enquête van Techleap, dat startups en scale-ups ondersteunt, en Motivaction. Ruim duizend Nederlanders die werken bij een bedrijf in de techniek namen eraan deel. Van de ondervraagden vindt 43 procent de aandacht voor diversiteit overdreven en meer dan de helft van de geënquêteerden acht het onnodig erin te investeren. Toch meldde liefst een kwart van de vrouwen in het onderzoek dit jaar al ongepast gedrag aan een vertrouwenspersoon, van intimidatie tot pesten tot seksueel getint gedrag. Ook ondervindt zo’n 25 procent van de ondervraagden soms discriminatie in het dagelijks werk. En een op de drie wil liever niet met collega’s werken die een hoofdfoto : shutterstock

doek dragen. ‘Vooral dat laatste resultaat heeft mij wel geschokt’, zegt Ingrid Tappin, oprichter en directeur van Diverse Leaders in Tech, de nieuwste community van Techleap. ‘Het feit dat er een grote groep is die talent dat niet op hen lijkt, liever buitensluit dan leert kennen, heeft mij in negatieve zin verrast. Gelukkig zien we dat de jongere generatie veel positiever staat tegenover diversiteit en inclusie en zich ook bewust is van de voordelen.’ Een diverser medewerkersbestand heeft volgens Tappin vooral voordelen. ‘Je trekt er het talent mee aan dat je nodig hebt en bent beter in staat dat te behouden. Bedrijven kunnen sneller nieuwe markten aanboren en nieuwe doelgroepen bereiken als ze diverse en inclusieve teams hebben.’ Maar misschien wel de belangrijkste: ‘Een bedrijf neemt veel betere beslissingen en is beter in het oplossen van problemen als de organisatie divers en inclusief is.’ Leidinggevenden denken soms dat ze al goed bezig zijn. De website van het bedrijf straalt dan veelkleurigheid uit, men is bezig om meer vrouwen aan te nemen. Maar er is meer nodig, benadrukt Tappin. ‘Lukt het bedrijven om mensen die ze binnenhalen, voor langere tijd vast te houden? En moeten die mensen zich dan aanpassen aan de norm, of lukt het de organisatie om zichzelf

ook enigszins aan te passen? Dat laatste is nodig om écht de vruchten te plukken van een divers medewerkersbestand.’ Meer ruimte voor diversiteit kan bij de nu dominante groep het gevoel geven dat die moet plaatsmaken. ‘Sommige mensen voelen zich wellicht bedreigd, maar dat is

Een divers bedrijf neemt betere beslissingen niet terecht. Om te kunnen innoveren moet een bedrijf juist éxtra talent aantrekken. De taart wordt niet verdeeld over meer mensen, maar de taart wordt groter.’ De bal ligt vooral bij de leidinggevenden van techbedrijven, vindt Tappin. ‘Iedereen met invloed, macht en decision making power moet zich verantwoordelijk voelen ervoor te zorgen dat onze industrie diverser en inclusiever wordt. Van oprichters tot investeerders en van ceo’s tot managers.’ Jonge medewerkers kunnen hierbij ook hun invloed laten gelden. ‘Als zij merken dat hun bazen niets doen aan diversiteit, kunnen ze hun stem laten horen.’ • DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Zeilen kan AI nu ook al Tekst: Jim Heirbaut

Zonder ook maar iets te weten van windrichting, aerodynamica of hydrodynamica kunnen de kleinste kinderen toch leren zeilen. Zet er een in een Optimist, een kleine eenpersoons zeilboot, en na wat prutsen en proberen is de kans groot dat de jonge zeiler al een beetje vooruitkomt. Min of meer dezelfde aanpak van trial-and-error gebruiken onderzoekers van MARIN bij hun onderzoek naar artificial intelligence (AI) in de scheepvaart. En ook een algoritme dat draait op een computer blijkt binnen korte tijd te kunnen leren een zeilboot te besturen. De maritieme sector verwacht AI steeds meer te gaan gebruiken om de bemanning te ondersteunen; volledig de besturing overnemen is voor de lange termijn. ‘Het besturen van schepen op zee wordt steeds complexer’, zegt Hannes Bogaert, trekker van een AI-werkgroep bij MARIN. ‘Meer schepen, meer windparken, digitalisering van de scheepvaart en steeds autonomer functionerende schepen: bij dit alles is er behoefte aan systemen om mensen te helpen met de besturing, zowel op het schip als vanaf de wal.’ Op de foto is de onbemande Optimist te zien die zichzelf leerde zeilen in een bassin van MARIN, waar het flink waait dankzij ventilatoren. Met een reinforcement learning-algoritme leerde het systeem steeds beter hoe het in elke situatie zeil, roer en gewichtsverdeling moest instellen om vooruit te komen. Het systeem past elke keer iets kleins aan en kijkt dan hoe het gaat. De onderzoekers testten verschillende algoritmen die op verschillende manier bijleren, vertelt Bogaert. ‘Net zoals kinderen niet allemaal dezelfde leerstijl hebben. Het ene leert in het begin razendsnel, maar blijft dan vastzitten, terwijl een ander langzaam op gang komt, maar bij wie de leercurve blijft stijgen.’ 8

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

foto : marin


DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

9


NIEUWS

Nederland bouwt eigen taalmodel

GIESEN

Bedrijven en instellingen in ons land gaan GPT-NL bouwen, een eigen taalmodel met technologie die te vergelijken is met ChatGPT. Nederland wil voor deze technologie niet afhankelijk zijn van de ondoorzichtige data en algoritmen van Amerikaanse bedrijven. TNO, het Nederlands Forensisch Instituut en SURF, waarin alle universiteiten en hogescholen hun digitale krachten bundelen, leiden het project waar de overheid 13,5 miljoen euro in steekt. Gebruik van ChatGPT en vergelijkbare taalmodellen kunnen voor de overheid en bedrijven onvoorziene risico’s opleveren, zegt initiatiefnemer Selmar Smit van TNO. ‘We weten niet precies wat OpenAI in zijn taalmodellen heeft gestopt en hoe die zijn getraind.’ Het programmeren en trainen van GPT-NL start in januari. Nu praten de betrokkenen met partijen die de content kunnen leveren om het model te trainen, zoals overheden, uitgeverijen en mediabedrijven. Smit: ‘Wij merken dat die het belang zien van een eigen, Nederlands taalmodel. Een taalmodel dat anders dan ChatGPT, bestaande teksten niet zonder te vragen gebruikt. Eigenlijk is dat stelen, ik kan het niet anders noemen.’ (JH) •

GEKNIPT

‘Maak het technische beroepsonderwijs gratis en geef studenten die een technisch diploma behalen een bonus.' Doekle Terpstra van Techniek Nederland vindt het tijd voor onorthodoxe maatregelen om het tij te keren (Solar Magazine).

‘We sterven niet uit door bloeddorstigheid, ook niet wegens klimaatrampen, we sterven uit omdat we op superieure wijze onze eigen overbodigheid hebben gecreëerd.’ Door kunstmatige intelligentie gaat de mens een toekomst als ‘fulltime hobbyist’ tegemoet, meent schrijver Arnon Grunberg (Instagram).

10

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

‘Ik werk al lang bij het bedrijf. Al 33 jaar. Altijd naar beste eer en geweten. En dan een dergelijke aangifte: dat doet natuurlijk wel pijn ja.’

‘Laten we zoveel mogelijk gebruikmaken van de brede blik van de nieuwe generatie waterbouwers, in plaats van ze alleen aan te leren hoe we dingen nu doen.’

Hans van den Berg, ceo van Tata Steel, over de strafaangifte door een groep omwonenden (RTL Nieuws).

Voorzitter Femke Zevenbergen van de Vereniging van Waterbouwers gelooft in de jeugd (De Waterbouwer).

‘We hebben in ons land een beroemde en beruchte cultuur als het gaat om hightech innovatie. Degene die iets bedenkt, praat ook rechtstreeks met degene die iets maakt.’ Nederland heeft een perfect klimaat om sleuteltechnologieën te ontwikkelen, vindt Marc Hendrikse, boegbeeld van de topsector High Tech Systemen en Materialen (PIT).

‘Hoe kunnen we voorkomen dat we met fotonica hetzelfde doen als wat we met elektronica hebben gedaan? Namelijk dat we heel veel uit onze handen hebben laten vallen.’ Martijn Heck, hoogleraar geïntegreerde fotonica op de TU/e, ziet de potentie van Nederland op het gebied van de op licht gebaseerde chips, maar waarschuwt voor zelfgenoegzaamheid (Eindhovens Dagblad).

illustratie : matthias giesen


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Michel Haring.

Blijf transparant over gentechnologie in ons voedsel Op de groenteafdeling van de supermarkt verbaas voorgesteld deze nieuwe genetische technieken ik me altijd over de diversiteit aan tomaten. Want (NGT’s) volledig vrij te stellen van regelgeving. als plantenbioloog realiseer me dat achter iedere Als dat doorgaat, gaat Europa straks genetische tomaat een lange geschiedenis van zaadveredeling modificatie van onze voeding toelaten zonder dat schuilt. Nederland is hier goed in: naar schatting te achterhalen is in welke specifieke groente, gra50 procent van de groentezaden wereldwijd is af- nen of vruchten dit is toegepast. Mocht je dus niet komstig van onze bedrijven. Op basis van kruisin- willen dat je voeding genetisch is gemodificeerd, gen ontstaan nieuwe rassen, waarbij fundamen- dan heb je geen keuze meer. Na verloop van tijd tele kennis van wetenschap en bedrijven gericht zullen alle zaden uit de ‘gewone’ veredeling een wordt gebruikt. De meeste energie zit in eigen- geschiedenis van genetische modificatie hebben. Maar er zijn meer argumenten tegen het volschappen die consumenten niet opvallen: kastomaten hebben, net als mensen, last van virus- ledig vrijgeven van deze gentechniek. Chemisen. Die kunnen de hele oogst doen mislukken. sche bedrijven die nieuwe onkruidbestrijdingsmiddelen willen verkopen, Plantenveredelaars zoeken in kunnen met de Crispr-techhun collecties wilde tomaten niek nieuwe, gepatenteerde dus naar virusresistentie, om We hebben het op rassen op de markt brengen die nieuwe eigenschap in de orde voor tomaten, die bestand zijn tegen een kastomaat in te brengen. Dat bepaald soort landbouwgif, duurt ongeveer vijf jaar, tomaar willen sneller en daarmee het gebruik van maten groeien nu eenmaal innoveren in andere deze giftige chemicaliën in langzaam. de landbouw stimuleren. Dat We hebben het goed op voedingsgewassen zagen we de afgelopen dertig orde voor de tomaten, maar jaar, toen het gebruik van zouden wellicht sneller willen innoveren in alle voedingsgewassen. Hiervoor glyfosaat wereldwijd enorm toenam om glyfosbestaat een relatief nieuwe techniek, gebaseerd aatresistente sojateelt voor de veevoederindustrie op genetische modificatie van planten. Crispr-cas goedkoper te maken. Dat past niet bij een duurheet dit biotechnologische gereedschap. Nobel- zame landbouw in Europa. In januari 2024 stemt de EU over het voorstel prijswinnaars Doudna en Charpentier lieten zien dat je met een bacterieel eiwit precieze verande- om de NGT’s volledig vrij te stellen van regelgeringen kunt aanbrengen in het erfelijke materiaal ving. Tot dat moment zou de Europese Commisvan een organisme. Bij planten vallen bijvoor- sie het voorstel nog kunnen bijstellen en ervoor beeld vorm, kleur en resistentie tegen ziekten en kiezen NGT’s alleen vrij te geven voor situaties plagen gericht aan te passen. Verder verandert er waarbij oplossingen in de gewone veredeling niet niets aan de plant, zodat er binnen een paar jaar bestaan en veel milieuwinst is te behalen. Dat een nieuw product op de markt kan worden ge- houdt innovaties niet tegen, maar laat het niet aan de industrie over om keuzen te maken over de bracht. Een enorme versnelling! Europa heeft voor genetische modificatie ech- toekomst van onze landbouw en ons voedsel. De ter strenge toelatingswetten, die langdurige en samenleving hoort controle te houden over onze kostbare veldproeven vereisen. Daarmee verliest voeding en keuzevrijheid te waarborgen. de techniek zijn belangrijkste voordeel: tijdwinst. Daarom is de Nederlandse regering een lobby Michel Haring is moleculair plantenbioloog, begonnen om voor Crispr-cas een uitzondering onderzoeker genetische modificatie en op de EU-wetgeving te maken. Er ligt nu een directeur van het Swammerdam Insitute for dossier op de Brusselse burelen, waarin wordt Life Sciences (SILS). foto : raimond snellings

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

11


HET BESTE VAN 2024 T E K S T: P A N C R A S D I J K , J I M H E I R B A U T E N M A R L I E S T E R V O O R D E

Wat gaat de wereld veranderen?

HET BESTE VAN 2024 December is de maand van het terugblikken. Ook De Ingenieur sluit het jaar traditiegetrouw af met een jaaroverzicht, maar dan een waarin wordt vooruitgekeken. Tijd dus om onze glazen bol af te stoffen. Welke technologische doorbraken maken we in 2024 mee? Wat zijn de vernieuwende ingenieursoplossingen die komend jaar voor het eerst worden toegepast en die de maatschappij en onze manier van leven wel eens wezenlijk zouden kunnen beïnvloeden? Zo hopen we een glimp op de toekomst te bieden, dankzij het innovatieve ingenieurswerk van nu. Ter indicatie van de ingeschatte maatschappelijke impact van de elf innovaties hebben we ze een aantal ballen toegekend, die u bovenaan elke pagina vindt.

12

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023


••••• PLASTIC RECYCLING

Plastic afval wordt nog vaak verbrand. Dat is eigenlijk zonde, want er zitten nog veel nuttige componenten in. Er komen steeds meer chemische processen om die nuttige stoffen eruit te halen en ze opnieuw te gebruiken.

Hoogwaardige olie uit oud plastic resten van stoffen die in het plastic zaten, zoals bijvoorbeeld chloride en silica’, vertelt De Hoog. In de upgrader komt de nog vuile pyrolyseolie in aanraking met een extractiemiddel, dat chemisch zo is gekozen dat het de vervuiling als het ware uit de olie trekt. Plastic fantastic. Kunststof is een prachtig materiaal, ‘In het proces komen de twee stoffen voor een bepaalmaar we gebruiken er te veel van. Inzamelen en recyclen de tijd met elkaar in aanraking door ze heel langzaam kan, maar hoeveel tuinstoelen en bermpaaltjes van laag- door een groot vat te laten stromen. Aan het eind van waardig kunststof kan een land kwijt? Meer dan de helft de installatie is de pyrolyseolie zo goed als gezuiverd. van het ingezamelde plastic wordt nog altijd Het extractiemiddel zelf wordt verderop verbrand, zegt Paul de Hoog, business opporweer schoongemaakt, zodat het opnieuw te tunity manager bij Shell. Zijn bedrijf legt op gebruiken is’, aldus De Hoog. Chemie Park Moerdijk de laatste hand aan Shell is van plan ook zelf pyrolyseolie te de zogenoemde pyrolyseolie-upgrader, een Anders wordt produceren uit afvalplastic. Daarvoor wil het het verbrand bedrijf in Kampen een fabriek gaan bouwen grote installatie die pyrolyseolie zuivert. Pyrolyseolie is een bruine olie die ontstaat met partner BlueAlp. ‘Zo investeren we voor door plastic afval te verhitten tot 400 graden de markt uit en creëren we een markt die er Celsius. Op moleculaire schaal vallen dan nu nog niet is. Pyrolyseolie is nog een relatief de lange polymeerketens uit elkaar en ontnieuw product.’ staat er een bruine olie. Die is in principe geschikt om Shell wil daarnaast in de upgrader in Moerdijk ook zo de ‘kraker’ van Shell in te gaan. Die maakt van fos- pyrolyseolie reinigen die van andere bedrijven is aansiele hoofdstromen (nafta en butaan) basischemicaliën, gekocht. De upgrader gaat zo’n vijftigduizend ton zoals etheen, propeen en butadiëen, grondstoffen voor pyrolyseolie per jaar verwerken; een hoeveelheid die allerhande chemische processen – ware het niet dat de volgens het bedrijf vergelijkbaar is met de hoeveelheid pyrolyseolie nog vervuiling bevat. Die stoffen moeten moeilijk te verwerken plastic die Noord-Brabant elk jaar eruit voordat de kraker er mee aan de gang gaat. ‘Het zijn verbrandt. (JH) In plaats van het te verbranden is plastic afval ook chemisch uit elkaar te halen met pyrolyse. Shell bouwt een fabriek om de olie die daarbij ontstaat, te zuiveren.

’’

Hier wordt het hart van de nieuwe pyrolyseolie-upgrader op zijn plek gezet. foto : shell

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

13


HET BESTE VAN 2024

••••• A Q U AT H E R M I E

De energietransitie vraagt ook om creatieve oplossingen voor onze warmtebehoefte. Uit oppervlakte- en afvalwater blijkt op veel plekken nog prima warmte te winnen.

Rioolwater levert nuttige warmte Bij de rioolwaterzuivering van Utrecht haalt Eneco binnenkort warmte uit het gereinigde rioolwater. Die energie gaat terug naar de huizen via het bestaande warmtenet.

Wie staat er wel eens bij stil dat het eigenlijk doodzonde is dat de warmte van het douchewater, de vaatwasser en de ochtendplas zomaar door het afvoerputje wegvloeit? Die warmte gaat het riool in en zien we nooit meer terug. Of toch wel? Ingenieurs hebben zich bovenstaande vraag natuurlijk ook wel eens gesteld en zijn daarmee aan de slag gegaan. Het resultaat: in de eerste helft van 2024 wordt bij de rioolwaterzuivering in Utrecht een in­ stallatie opengesteld die warmte haalt uit rioolwater. Die warmte wordt vervolgens toegevoegd aan het water van het bestaande warmtenet van Utrecht en Nieuwegein. Naar schatting twintigduizend huishoudens profiteren daarvan bij het douchen en het verwarmen van hun huis. Hoe werkt dat? De installatie gebruikt het effluent van de rioolwaterzuivering, dit is het gezuiverde rioolwater dat daarna wordt geloosd op het oppervlaktewater. Dit water is meestal wat warmer dan de buitenlucht, vertelt ingenieur Sander Tensen van Eneco. ‘Een graad of twaalf in de winter en rond de 24 graden Celsius in de zomer.’ Een systeem met vier warmtewisselaars onttrekt warmte aan dit water. Het water in de warmtewisselaars wordt 14

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

met enorme warmtepompen verder op temperatuur ge­ bracht naar de 75 graden Celsius voor het warmtenet. Het zijn gescheiden circuits, zo komt er geen vervuild water in het warmtenet terecht. Naast de installatie staat verder een enorm buffervat van ongeveer achttien meter hoog en breed. Zo is er altijd voldoende warmte beschik­ baar, ook tijdens piekuren in de ochtend en avond. Het koudemiddel dat in het systeem wordt gebruikt, is ammoniak. ‘We wilden per se geen synthetische koude­ middelen gebruiken, want die staan ter discussie. Van de natuurlijke alternatieven was ammoniak het beste’, aldus Tensen. Dat vergt wel strenge veiligheidseisen voor lekken. Een ander aandachtspunt bij de bouw van de warmtepompinstallatie was het geluid dat de pompen maken. Het gebouw waar ze in staan dempt dat genoeg, zodat de omgeving er geen last van heeft. Het project is het eerste op deze schaal in Nederland. Zweden en Denemarken gingen ons land al voor. Er zijn meer locaties in Nederland die geschikt lijken voor het winnen van warmte uit rioolwater, maar niet bij elke ri­ oolwaterzuivering zal het lukken: die moet maar net plek hebben voor de extra installaties. Ook moet er überhaupt een warmtenet in de buurt liggen. En de rioolwaterzuive­ ring moet dicht bij de stad liggen, want het transporteren van heet water over lange afstand is ook nog eens duur. (JH) foto : eneco


••••• WONINGBOUW

De komende jaren moeten er honderdduizenden woningen bijkomen, terwijl er nauwelijks plaats voor is. Het toevoegen van extra woonlagen aan bestaande bebouwing biedt uitkomst.

Extra verdieping Het aanbod aan woningen is schaars, terwijl de vraag enorm is. De strengere stikstofregels spelen de bouw intussen ernstig parten: nieuwe projecten komen nauwelijks van de grond. De oplossing? ‘Optoppen’, ofwel het verhogen van bestaande bebouwing. Dit najaar lanceerde Hugo de Jonge, demissionair minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een nieuw initiatief dat al in 2024 vruchten moet afwerpen: de Optop2000, waarin overheden, woningcorporaties en marktpartijen samenwerken om van elkaar te leren en versneld met optopprojecten te kunnen starten. Zeker in naoorlogse wijken met veel drie- en vierlaagse flats in het bezit van corporaties is optoppen kansrijk. Volgens minister De Jonge kan dan bovendien direct het gehele complex worden verduurzaamd – waarmee in één moeite door ook een tweede maatschappelijke opgave wordt aangepakt. Tot nu toe wordt er slechts op kleine schaal opgetopt, maar onderzoek heeft al uitgewezen dat de potentie

enorm is, tot wel honderdduizend extra woningen. Daarbij zijn alleen nog maar de woonblokken die dateren van ná 1965 meegenomen; daarvan is de draagkracht volgens onderzoek vaak geschikt om nog een verdieping te dragen. Of dat ook voor blokken van voor die tijd geldt, wordt nog nader onderzocht. Al met al zou er zo’n vijfhonderd miljoen vierkante meter aan beschikbare daken liggen, geschikt voor het plaatsen van een opbouw van hout – dat weegt minder dan steen. Ingenieursbureau Iv is een van de partijen die gelooft in optoppen, al klinkt het makkelijker dan het in werkelijkheid is. ‘Een gebouw is qua fundering en draagstructuur zo gebouwd dat het de huidige constructie kan dragen’, zegt projectleider Rinske Daniëls-de Waard van Iv. ‘Vaak zijn die niet berekend op het dragen van extra verdiepingen. Het is echt een ingewikkelde puzzel om te kijken hoe dat constructief veilig kan.’ Ook de regelgeving zit vaak nog in de weg, schreef Cees van Dillen van bouwbedrijf Van Dillen onlangs in Cobouw. Bestemmingsplannen moeten vaak worden aangepast en de norm dat elke woning een eigen parkeerplaats moet krijgen, kan bij optoppingen in vaak overvolle steden niet altijd worden gehandhaafd. Nu de minister zich persoonlijk als pleitbezorger voor het optoppen profileert, lijkt het erop dat er in 2024 eindelijk schot komt in dit dossier. (PD)

t

De woningbouwopgave is een van de grootste maatschappelijke opgaven van dit moment. Het optoppen van woonblokken is een deel van de oplossing, goed voor zo’n honderdduizend extra woningen of meer.

Een geslaagd voorbeeld is het optoppen van een complex aan het Burgemeester Feithplein in Voorburg. foto : iv groep

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

15


HET BESTE VAN 2024

••••• MAINTENANCE

Door het hele land zijn kademuren aan vervanging toe. Verlenging van de levensduur van de huidige kademuren zou de acute problemen in veel gevallen al kunnen verhelpen.

Lang leve de kademuur De kademuren in de oude binnensteden zijn grotendeels aan het einde van hun levensduur en moeten worden vervangen. Maar dat kan niet allemaal tegelijk. Iv-Infra heeft een tussenoplossing ontwikkeld: de Kade-Fundovatie, die de levensduur met tientallen jaren kan verlengen.

Een kademuur in Amsterdam, waar naar schatting liefst 215 kilometer aan verwaarloosde kademuren moet worden aangepakt. BEELD : IV - INFRA 16

Gemeenten zitten met de handen in het haar: de vervangingsopgave is zo immens dat die niet alleen de begroting verre te boven gaat, maar door het gebrek aan arbeidskrachten ook nooit op korte termijn kan worden uitgevoerd. De bereikbaarheid van de binnensteden zou dan ook ernstig in het geding komen. Maar intussen staan sommige kaden op bezwijken; in Amsterdam is dat zelfs al eens gebeurd. Er zijn verschillende manieren waarop een kademuur kan falen, zegt Harm-Jan van der Giessen, projectleider waterbouw bij Iv-Infra, een van de ingenieursbureaus die zich over de kadeproblematiek heeft gebogen. ‘We zochten een innovatieve, betaalbare oplossing, met onderdelen die zich in de praktijk al hebben bewezen.’ De uitkomst noemt Iv-Infra de Kade-Fundovatie. Die bestaat uit een stalen buispaal, een met een cementmengsel gevuld groutanker en een opzetstuk, waarmee vooral de fundering van de kademuur wordt versterkt. ‘De buispalen worden vanaf een klein ponton aan de waterkant net vóór de kademuur trillingsvrij in de ondergrond geplaatst’, zegt Van der Giessen. De paal bestaat uit losse

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

stukken die in elkaar worden geschoven, zodat die ook onder een boomkroon of op andere plekken met weinig ruimte eenvoudig kan worden geplaatst. Op die paal komt een opzetstuk, dat zowel verticaal als horizontaal tegen de bestaande kade wordt geplaatst. Dat opzetstuk wordt op spanning gezet, opdat de Kade-Fundovatie goed aansluit op de kademuur. Na installatie is de constructie niet zichtbaar, waardoor het aangezicht van de veelal monumentale kaden niet wordt ontsierd. Het systeem kan bovendien eenvoudig worden aangepast en uitgebreid, zodat het voor verschillende kademuren geschikt is. Als de versterking niet langer nodig is, dan zijn de onderdelen eenvoudig weg te halen en te hergebruiken. Is bijvoorbeeld het metselwerk slecht, dan zijn er extra maatregelen nodig. Maar in veel gevallen kan het inzetten van de Kade-Fundovatie de levensduur van de kademuur met minimaal dertig jaar verlengen, zegt Van der Giessen. Dat geeft de gemeenten de kans om de aanpak van de kademuren over een veel langere periode uit te smeren. Komend jaar mag Iv-Infra de innovatie in samenwerking met aanneembedrijf Mobilis voor het eerst in de praktijk testen, aan een Amsterdamse gracht die als ‘proeftuin’ wordt ingericht. Ook Boskalis en Groundwater Technology mogen daar hun innovatieve methoden testen. Alleen al in de hoofdstad is van de zeshonderd kilometer kademuur ruim een derde hard aan vervanging of renovatie toe – een oplossing is hard nodig. (PD)


••••• ZORGTECHNOLOGIE

De zorgsector kampt met een toenemend personeelstekort. Robotisering van de zorg kan in sommige gevallen helpen dit probleem te verkleinen of op te lossen.

Robot voor een buisje bloed Wie bloed moet laten afnemen voor een medisch onderzoek, kan dit binnenkort waarschijnlijk door een robot laten doen. Het Utrechtse bedrijf Vitestro is afgelopen september met een grote trial begonnen voor zo’n ‘autonome bloedafname’. Tot eind 2024 wordt bij tienduizend patiënten – op vrijwillige basis – bloed geprikt door een apparaat in plaats van door een mens. Hiermee hoopt het bedrijf de CE-markering – de Europese goedkeuring voor gebruik van het apparaat – te krijgen. Het eerste ziekenhuis dat de robot in de reguliere patiëntzorg in gebruik gaat nemen, is het OLVG in Amsterdam. Dit betekent niet dat daar straks een mechanische pop in de behandelkamer staat om de prik te zetten. De bloedprikrobot bestaat uit een stoel, een armsteun en een apparaat. Dit apparaat maakt gebruik van een echo en infrarood licht om de exacte locatie van de aderen te bepalen. Daarna kiest het met hulp van kunstmatige intelligentie welke van die aderen het meest geschikt is voor bloedafname. Een robotarm sproeit vervolgens alcohol op de arm, maakt contact met de huid, prikt tot de juiste diepte op de juiste plek en plakt na afloop zelfs nog even een pleister. foto : vitestro

De eerste bevindingen met de bloedprikrobot waren positief, schrijft Vitestro op zijn website. Zowel de patiënten als het personeel van OLVG Lab, de laboratoriumorganisatie waar deze testen plaatsvonden, waren enthousiast. ‘Het is mooie innovatie’, zegt klinisch chemicus Anja Leyte, directeur-bestuurder van OLVG Lab. Een verpleegkundige die bloed afneemt, kan een ader alleen vinden door te voelen en te kijken. Dan is een duidelijk zichtbare, ondiepe ader een vereiste om er zeker van te zijn dat het aanprikken lukt. ‘Door de ultrasound-technologie is dit apparaat in staat als het ware door de arm heen te kijken en de aderen te visualiseren’, zegt Leyte. ‘Dat geeft de mogelijkheid aderen aan te prikken die niet voelbaar zijn door een medewerker bij de bloedafname.’ Het prikken zelf gebeurt snel en precies en buiten zicht van de patiënt. Het grootste probleem dat het apparaat helpt te bestrijden, is de werkdruk. Momenteel komt de zorgsector ongeveer 53.000 mensen tekort. De verwachting is dat dit in 2031 al is toegenomen tot 138.000 mensen, blijkt uit een arbeidsmarktprognose van ABF research in opdracht van demissionair minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport. Met een bloedprikrobot wordt een zorgmedewerker niet overbodig – er moet altijd iemand aanwezig zijn om de patiënt te ondersteunen – maar deze kan nu wel meerdere patiënten tegelijk helpen. (MtV)

t

Een bloedprikrobot ontlast niet alleen de zorgwerknemer, maar verbetert ook de kwaliteit van de zorg. Het Utrechtse bedrijf Vitestro hoopt er in 2024 een op de markt te brengen.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

17


HET BESTE VAN 2024

••••• NETWERK BALANCEREN

Een steeds groter deel van de energievoorziening komt uit groene elektriciteit. Tijdelijke energie-opslag in de accu van elektrische auto’s helpt een overbelast netwerk voorkomen.

Batterij op wielen Van stroom uit zonne- of windkracht is er soms te veel en soms te weinig. Elektrische auto’s die stroom kunnen terugleveren, balanceren het netwerk.

Een zowel op- als ontlaadbare IONIQ5 van het bedrijf We Drive Solar, in het centrum van de stad Utrecht. foto : j . vd vaart / we drive solar

18

Het gaat goed met het opwekken van groene stroom in Nederland. Regelmatig wordt meer zonne-en windenergie opgewekt dan op dat moment nodig is. Wie een energiecontract heeft waarbij de prijs per uur varieert, kan geld besparen door de was te draaien en elektrische auto op te laden als er veel zon en wind is. Met een grote batterij zou op zo’n moment extra energie kunnen worden opgeslagen. En steeds meer mensen hébben een grote batterij: de accu van hun elektrische auto. Het consortium Smart Solar Charging, met daarin onder meer het bedrijf We Drive Solar en de gemeente Utrecht, werkt al jaren aan de inzet van elektrische auto’s voor het bufferen van energie. Hiervoor is nodig dat laadpalen en auto’s ‘bidirectioneel’ zijn, dus de stroom twee kanten op kan: van het netwerk naar de accu en van de accu naar het netwerk. De Utrechtse wijk Lombok had in 2019 de primeur met de eerste terugleverlaadpaal van Europa, die tevens de eerste openbare terugleverlaadpaal ter wereld was. Renault leverde in dat jaar het eerste prototype van een bidirectioneel laadbare auto: de Renault Zoë. In 2021

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

volgde Hyundai met de IONIQ5 – waarvan We Drive Solar nu 25 deelauto’s heeft rondrijden. Dit is nog het enige bedrijf dat de software bezit om dit autotype te ontladen. ‘Destijds wilden we vooral uitzoeken of het werkte’, vertelt Baerte de Brey, netbeheerder bij Stedin. Dat bleek het geval. Inmiddels heeft Utrecht al achthonderd laadpalen die geschikt zijn voor vehicle-to grid (V2G)stroomtransport en is er voor nog eens 1700 laadpalen een aanbesteding gedaan. ‘De verwachting is dat het aantal V2G-laadpalen in Utrecht hiermee in het jaar 2024 over de duizend heen gaat, in het jaar 2025 ruim over de tweeduizend’, zegt De Brey. Ook de auto’s zijn onderweg. Naast Renault en Hyundai hebben ook KIA, Polestar en Volvo plannen om in de loop van 2024 met een bidirectioneel laadbare auto te komen. Utrecht loopt voor de troepen uit, maar de ontwikkeling begint nu overal in het land op gang te komen, ziet De Brey. ‘Rotterdam is er sinds vorig jaar mee bezig, en we worden steeds vaker benaderd door andere steden die willen weten wat onze ervaringen zijn.’ De grootste uitdaging is niet het ontwerp van V2G-systeem zelf, denkt De Brey – al is het zaak dat de gelijkstroom uit de accu wordt omgezet in wisselstroom voor het grid. ‘De grootschalige uitrol orkestreren, met duizenden laadpalen waarbij elk automerk en elke energieleverancier terecht kan. Dát wordt nog ingewikkeld.’ (MtV)


••••• STIKSTOFREDUCTIE

Als er te veel stikstofverbindingen zoals ammoniak en stikstofoxiden in de natuur terechtkomen, verzuurt en vermest de bodem. Nieuwe technologie verandert ammoniak uit koeienmest van een ongewenste afvalstof in een gewilde brandstof.

Mestlucht als brandstof In veel stallen hangen installaties waarmee lucht wordt afgezogen en gereinigd. Deze halen onder meer fijnstof en ammoniak uit de lucht. Ingenieurs- en adviesbureau Antea Group en milieutechnisch bedrijf HMVT ontwikkelden een technologie waarmee de ammoniak vervolgens uit de luchtwasser wordt geoogst, geconcentreerd en gecomprimeerd om als brandstof te kunnen dienen. Ammonia-Q noemden de bedenkers deze technologie. De onderzoekers richten zich in eerste instantie op de melkveehouderij: ammoniak uit koeienmest. ‘Ammoniak als brandstof kan voor de boeren handig zijn voor eigen gebruik’, zegt bodemexpert Bart Aerts van Antea Group, een van de vier ontwikkelaars van het concept. ‘Tegenwoordig hebben zij vaak zonnepanelen of windturbines om energie op te wekken. Als die te veel produceren om terug te kunnen leveren aan het net, kan de overtollige stroom worden gebruikt om de ammoniak te winnen en samen te persen.’ Daarmee legt de boer een eigen energievoorraad aan voor als er een keer weinig zon en wind is. illustratie : antea group

Ammoniak heeft een hoge energiedichtheid – ongeveer de helft van die van diesel – en kan als vloeistof worden opgeslagen in tanks. Bij efficiënte verbranding ervan komen alleen waterdamp en stikstof vrij. Dat is stikstof in de zuivere vorm (N2) die niet schadelijk is voor de natuur. Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn dat wel. Ammoniak wordt regelmatig als geschikte energiedrager voorgesteld: het is te maken uit waterstof en stikstof, wat veel energie kost. Die komt bij verbranding deels weer vrij. ‘In dit geval maken we de ammoniak niet zelf ’, zegt procestechnoloog Roel Steenbergen van Antea Group, die ook aan het concept meewerkte. ‘We isoleren het uit stallucht. Dat kost veel minder energie.’ ‘Bovendien is het probleem juist dat we te veel ammoniak hebben’, zegt Aerts. ‘Daarvoor biedt Ammonia-Q een oplossing.’ De technologie is getest in het lab, de eerste pilots bij boerenbedrijven worden nu opgestart. ‘Veehouders zijn enthousiast, we hebben veel aanmeldingen van bedrijven die willen meedoen’, zegt Aerts. De grootste uitdaging zit niet in de techniek zelf, maar in de opschaling en het zoeken naar het beste verdienmodel. Steenbergen: ‘Gaat de boer de energie straks alleen zelf gebruiken of zijn energiebedrijven ook geïnteresseerd? En wat levert de ammoniak op? Dat zijn belangrijke factoren voor het slagen van het project.’ (MtV)

t

De uitstoot van ammoniak in de veeteeltsector is te hoog. Ingenieurs- en adviesbureau Antea Group en milieutechnisch bedrijf HMVT bedachten een manier om er brandstof van te maken.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

19


HET BESTE VAN 2024

••••• WONINGBOUW

Ons land heeft de komende jaren bijna een miljoen nieuwe woningen nodig. Om vaart te maken is verregaande robotisering bij het bouwen van woningen onmisbaar.

Betaalbare woningen uit de fabriek Er zijn zóveel nieuwe woningen nodig, dat een fabrieksmatige aanpak onmisbaar is. Met een enorme woningfabriek in Heerenveen brengt Van Wijnen brengt die als eerste in de praktijk.

Dit straatje, onlangs gebouwd in Lelystad, laat zien dat woningen uit de fabriek geen eenheidsworst hoeven te zijn. illustratie : van wijnen 20

Een land dat dringend meer woningen nodig heeft en tegelijkertijd kampt met een tekort aan vakmensen, kan er niet omheen om het maken van die woningen te auto­ matiseren. Precies dat heeft Van Wijnen gedaan. In Heer­ enveen heeft het bouwbedrijf een enorme woningfabriek neergezet waar allerlei soorten woningen kunnen worden geproduceerd. Grotendeels door robotsystemen, in com­ binatie met vakmensen die onderdelen monteren. Uit de fabriek zijn al een kleine honderd woningen gerold, maar 2024 is het jaar dat de productie flink wordt opgeschroefd. ‘Kwaliteit gaat altijd voor snelheid’, zegt directeur Hilbrand Katsma van Van Wijnen Components aan de telefoon. De enorme fabriek is een toonbeeld van efficiëntie, met 85 tafels van veertien bij vier meter groot die horizon­ taal door de fabrieksruimte bewegen. Op zo’n tafel kan bijvoorbeeld een gevel worden samengesteld met eerder door robots gemaakt metselwerk, of een betonnen vloer worden gegoten met bewapening en al. ‘Eigenlijk moet je een keer komen kijken om te zien hoe het werkt.’ Voor­ lopig doen we het met een virtuele rondleiding die Van Wijnen online heeft staan en die al een aardig beeld geeft.

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

‘De woningen zijn geen eenheidsworst, er zijn miljoenen varianten mogelijk. We produceren zowel woningen als appartementen. Woningcorporaties, beleggers en project­ ontwikkelaars kunnen alles zelf kiezen.’ Van Wijnen heeft een digitale ontwerpomgeving gecreëerd waarbinnen klanten zelf alles configureren. Dat kan een heel afwis­ selend straatbeeld geven. Het type woning, wat voor ra­ men, welke materialen en metselwerk in de gevel, welke kleuren, welke dakbedekking, hoeveel zonnepanelen, en­ zovoort. In de digitale omgeving wordt de woning samen­ gesteld en vanuit diezelfde data wordt de gehele keten van inkoop tot productie in de fabriek aangestuurd. Snel gaat het ook. De elementen uit de fabriek gaan op de vrachtwagen naar de bouwplaats, waar vakmensen de woning assembleren. Later kan de woning ook weer uit elkaar worden gehaald voor hergebruik. ‘Assemblage van een woning duurt een dag’, zegt Katsma. ‘Dan staat de hele woning er inclusief badkamer en vloerverwarming en is die helemaal afgesloten. Afwerking met dakgoten, dak­ pannen en zonnepanelen duurt dan nog vijftien dagen. Uiteindelijk is de woning in drie weken helemaal klaar.’ Komend jaar komt de woningfabriek in Heerenveen echt op stoom: dan gaat hij duizend woningen maken. ‘Dat zijn al echt aantallen waar Nederland wat aan heeft’, zegt Katsma. Later gaat de productie verder omhoog naar vierduizend woningen per jaar. (JH)


••••• ONDERHOUD

Wanneer het uitvoeren van onderhoudsinspecties voor mensen gevaarlijke situaties oplevert, is het een goed idee robots in te zetten om dit werk te laten doen

Drones op turbine-inspectie Er zijn banen die doodsaai zijn en er zijn banen die een beetje meer spanning met zich meebrengen. En dan is er nog de buitencategorie ‘inspecteur windturbines op zee’. Eerst met een boot naar het windpark varen. Dan via de binnenzijde van de toren tree voor tree omhoog klimmen of in nieuwere turbines met de lift. Om dan aan de buitenkant al abseilend de turbinebladen van dichtbij te onderzoeken op schade en slijtage. Omdat deze manier van windturbines checken niet alleen doodeng is, maar ook arbeidsintensief en daardoor langzaam en duur, werkt TNO samen met het bedrijf SpectX uit Delft aan een andere aanpak: met drones. Het idee is dat twee autonome drones samen de lucht in gaan om bij een windturbineblad stil te hangen. De ene drone heeft een röntgenbron bij zich die de stralen door het blad stuurt. De andere drone houdt een detector achter het turbineblad om de röntgenstraling op te vangen die door het blad gaat. Daaruit zijn röntgenbeelden te berekenen waarop eventuele defecten in het materiaal van het turbineblad te zien zijn, vertelt Sjoerd Drenkelford van TNO. De scans zitten vaak vol ruis. Om daarop toch structuren te herkennen,

zal artificial intelligence (AI) worden ingezet, de specialiteit van SpectX. Binnenkort starten de eerste proeven met deze meettechniek, nu gebeuren ze nog op de grond. TNO richt zich op het andere onderdeel van deze toekomstige manier van onderhoud: preventief onderhoud, ondersteund door een digital twin van de windturbine. Dit is een virtuele windturbine die alleen bestaat in de computer, maar die wel zoveel mogelijk dezelfde eigenschappen van de fysieke turbine op zee heeft, zoals de stijfheid van de turbinebladen, de leeftijd en hoeveel belasting de turbine al te verduren heeft gehad. ‘In de toekomst voorzien we de turbine van sensoren die zaken meten als snelheid, uitrekken en buigen van het blad’, vertelt Drenkelford. ‘Komt er dan een storm langs, dan meten we precies wat die met de windturbine doet. We kunnen dan berekenen dat de levensduur van deze turbinebladen met – zeg – een aantal maanden is omlaaggegaan.’ Hiermee kan de eigenaar van de windturbine op tijd de bladen van de windmolen vervangen, voordat er mogelijk eentje sneuvelt. ‘Maar dit werkt ook de andere kant op. Als uit de digital twin blijkt dat de windmolen nog in prima staat is, kan hij langer mee dan de levensduur die voorheen werd gehanteerd’, aldus Drenkelford. Dat levert besparingen op materialen op, maar ook meer uptime, tijd waarin de turbine draait en duurzame stroom opwekt. (JH)

t

Binnenkort staan er zoveel windturbines dat inspectie door mensen niet langer haalbaar is. Dronekoppels nemen dat werk over.

Toekomstvisie: zo voeren dronekoppels inspecties van wind­ turbinebladen uit. illustratie : tno

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

21


HET BESTE VAN 2024

••••• SCHEEPVAART VERDUURZAMEN

Na jarenlang buiten de regelgeving te zijn gelaten, moet nu ook de scheepvaart emissies beperken. Scheepsbouwers roepen hulp in van de wind.

Een vrachtschip met moderne zeilen In 2040 moet de scheepvaart in Europa de CO2-uitstoot met 70 procent hebben teruggebracht. Met windhulpvoortstuwing besparen vrachtschepen op de brandstof.

Hoe is een vrachtschip emissieloos te maken? Door er zeilen op te zetten. Nu de roep om klimaatvriendelijke schepen toeneemt, grijpen scheepsbouwers terug op dit concept. Dat betekent niet dat de oude zeilschepen terugkeren, zegt Albert Rijkens, onderzoeker en projectleider windvoortstuwing van schepen bij de TU Delft. ‘Die kunnen zich nooit aan de huidige strakke reisschema’s houden, daar is de wind te grillig voor.’ De nieuwe trend is om gemotoriseerde schepen van ‘windhulpvoortstuwing’ te voorzien: constructies waarmee bij sommige koersen de wind als extra aandrijfkracht fungeert. ‘Er varen nu wereldwijd ongeveer dertig vrachtschepen met windhulpvoortstuwing rond’, vertelt Rijkens, ‘allemaal prototypes.’ Eén daarvan is de Canopée van het Zuid-Hollandse bedrijf Neptune Marine. Dit nieuwbouwschip, uitgerust met vier zeilpanelen (oceanwings) van dertig meter hoog en elk 375 vierkante meter oppervlak, werd 6 november uitgeroepen tot Nederlands Schip van het Jaar 2023. Ruimtevaartorganisatie ESA gaat de Canopée gebruiken om raketonderdelen van de Ariane 6 te vervoeren. In Groningen werkt het bedrijf Econowind aan windvoort22

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

stuwing van schepen met soortgelijke verticale vliegtuigvleugels. Andere bedrijven experimenteren met rotoren: een soort draaiende zuilen die een drukverschil creëren. Bij ‘retrofit’-toepassingen wordt een bestaand schip van windhulpstukken voorzien. De brandstofbesparing ligt doorgaans rond de 30 procent. ‘Onder gunstige omstandigheden dan. Het gemiddelde zit op 5 tot 15 procent’, zegt Rijkens. Speciaal voor windhulpvoorstuwing ontworpen schepen zijn efficiënter. ‘Dan kunnen we het schip vanaf de basis voor windondersteuning ontwerpen.’ Een ideaal door de wind ondersteund schip heeft bijvoorbeeld een aangepaste onderwatervorm om afdrijven beter te voorkomen en een schroef die overweg kan met een wisselende belasting vanwege variërende windcondities. Zelf werkt Rijkens mee aan een onderzoeksprogramma van de TU Delft dat zich zowel op retrofit als op nieuwe toepassingen richt. De markt voor schepen met windondersteuning zit in beweging, bevestigt Rijkens. Dat komt met name door nieuwe Europese regelgeving: de CO2-uitstoot van de scheepvaart moet in 2030 zijn teruggebracht met 20 tot 30 procent en in 2040 zelfs met 70 tot 80 procent. ‘En dat is ten opzichte van 2008’, zegt Rijkens, ‘toen de uitstoot 20 procent lager was dan nu.’ Elke innovatie die kan bijdragen is dus welkom, zegt Rijkens. ‘En wind is veelbelovend. Het is een gratis “brandstof ”, op zee vrijwel altijd beschikbaar en je hoeft het niet mee te nemen.’ (MtV) foto : neptune marine


••••• ELEKTRISCH BOUWEN

Het aantal windparken op zee neemt toe en de turbines worden groter. Dat stelt hoge eisen aan de bouwkranen. Om de uitstoot bij de aanleg te verminderen, is elektrificatie noodzakelijk.

Elektrisch gevaarte bouwt torens minder vaak te worden verplaatst, zodat het werk langer door kan gaan’, zegt Gavin Kerr, manager bij Mammoet. ‘En minder zware vrachten, tot drieduizend ton, kunnen voortaan met een grotere radius worden uitgevoerd, wat nieuwe werkwijzen mogelijk maakt.’ De onderdelen van de ringkraan worden grotendeels Offshore windturbines worden steeds groter en staan in Nederland zelf gemaakt. Wat het gevaarte werkeook steeds verder uit de kust. De onderbouw van de lijk baanbrekend maakt, is dat die volledig elektrisch turbines, de zogenoemde jacket, weegt tegenwoordig opereert. Afgelopen jaar introduceerde Mammoet al al gauw tussen twee- en drieduizend ton; de een elektrische variant van het modulaire, turbines groeien toe naar een vermogen van rijdende platform SPMT, bedoeld voor de vijftien tot twintig megawatt, wat een hoogte allerzwaarste vrachten. Die is bedoeld om van boven de 150 meter vereist. klanten in met name de civiele sector te helOok op zee Dat stelt ook steeds hogere eisen aan de pen bij het terugbrengen van de uitstoot van moet de bouwkranen. Het Utrechtse bedrijf Mamhun projecten. Ook werkzaamheden op zee moet neemt komend jaar de SK6000 in gezijn in toenemende mate gebonden aan het uitstoot bruik, de grootste kraan ter wereld. De mastbeperken van de uitstoot, tot uiteindelijk nul. naar nul hoogte van de kraan bedraagt 171 meter en Met de SK6000 borduurt Mammoet voort met gebruik van een uitschuifdeel wordt het op eerdere SK-kranen. De hele serie is ontzelfs mogelijk om een vracht van drieduizend worpen om er alle kanten mee op te kunton op te tillen tot liefst 220 meer hoogte. De nen, zegt Jeremy Haylock, technisch expert enorme omvang van de kraan heeft meerdere voordelen. van Mammoet. ‘We wilden een kraan die schaalbaar en ‘Door klanten de mogelijkheid te bieden om vrachten wendbaar is. De wereld om ons heen verandert zo snel van meer dan zesduizend ton op te tillen, scheppen we en drastisch, dat het ons doel was om een product te met de SK6000 een nieuwe standaard op het gebied van ontwerpen dat met de wensen van de klant kan meeefficiency, veiligheid en productietijd. De kraan hoeft groeien.’ (PD) • Terwijl de Noordzee verandert in een productiegebied voor windenergie, worstelen aannemers met de vraag hoe ze de uitstoot van de bouw van turbines kunnen reduceren. Elektrificatie is ook hier het toverwoord.

’’

De SK6000 van Mammoet is de vergrote uitvoering van de S3500 en volledig elektrisch. foto : mammoet

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

23


22 en 23 maart 2024

RAI Amsterdam

De Techniek Carrièrebeurs

2024

Hét grootste Techniek carrière-evenement van Nederland waar on- en offline talent acquisition en employer branding feilloos op elkaar aansluiten! Voordelen voor u als werkgever + Ruim 10.000 bezoekers + Direct talent acquisition + Employer branding + Nationale exposure in marketingcampagne + Opbouw van online Match&Meet talentpool(s) voor, tijdens en na de beurs waarbij u na de beurs kunt filteren wie wel of niet geweest zijn + Netwerken + Effectieve gesprekken door Match&Meet

Bij deelname aan De Techniek Carrièrebeurs – onderdeel van De Nationale Carrièrebeurs die naar verwachting in 2024 ruim 300 werkgevers en ruim 10.000 bezoekers verwelkomt – heeft u als exposant aankomend jaar ook de beschikking over online Match&Meet talentpools via uw desktop én Carrièrebeurs app met een top 5 positie sociaal netwerken in Nederland ten tijde van de beurs. Hierdoor kunt u tot 4 weken voor, tijdens én na de beurs contact hebben met de (meest) relevante geregistreerde bezoekers. Een effectieve beursdeelname dus, zowel on- als offline!!

Haakt uw organisatie ook aan? Mail naar sales@memory.nl voor meer informatie Naast De Techniek Carrièrebeurs organiseren wij op 22 & 23 maart ook De Carrièrebeurs Overheid, Master Fair, International Hospitality Fair, Werken in de Caribbean, Working in Dubai Hospitality, De IT-, Energie& Duurzaamheid-, Chemie & Lifescience-, Maritieme & Offshore-, Logistiek & Transport-, Zorg & Welzijn- en Retail Carrièrebeurs. Wilt u met uw organisatie liever hierbij aansluiten? Dan is dat natuurlijk ook mogelijk! Meer informatie vindt u op memory.nl of stuur een mailtje naar sales@memory.nl

O.a. de onderstaande organisaties gingen u voor op De Techniek Carrièrebeurs. Haakt uw organisatie ook aan?


Möring

Marcel Möring is romanschrijver. Op 4 mei van dit jaar sprak hij in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 mei-voordracht uit.

Nullen en enen De dag na de opnamen kwam een bericht van de de verleiding te weerstaan om een compleet systeem interviewer. Er stond helemaal niets op. Of eigen- in te bouwen met een lcd-scherm en Apple AirPlay lijk wel iets, maar alleen korte stukjes gevolgd door en gps en… Waarschijnlijk gaf ik dat op omdat mijn lange stukken zonder geluid. Of we het over konden nieuwe auto 21 jaar oud is. ‘Niet dat die recordertjes van vroeger trouwens doen... Een week later zaten we weer in dezelfde claus- zo betrouwbaar waren’, zei ik tegen mijn gesprekstrofobisch kleine studio. De technicus had nu bij genoot en ik vertelde dat ik lang geleden ook samen wijze van back-up een handzaam digitaal recorder- met een andere schrijver werd geïnterviewd. Meer tje meegenomen. Als het weer misging, wat ze niet dan twee uur duurde dat en Andreas Burnier, mijn verwachtte, konden we daarop terugvallen. Omdat collega, was tijdens het gesprek steeds ongeduldiger er nog het een en ander moest worden geregeld zaten geworden. Ze vond de vragen slecht, het duurde te mijn medespreker en ik te staren naar het digitale lang. Na afloop spoelde de interviewer het bandje terug opnamepaneel dat ons een week geleden in de steek om te luisteren of alles er goed op stond. Haar gezicht had gelaten. ‘Er staat niets op’, zei ik. ‘We gebruiken nog de taal trok lijkbleek weg. Er was niets. Ik stond op het punt om ‘ja’ te zeggen toen ze vroeg van bandrecorders.’ ‘Van die dingen met spoelen’, zei ze, lichtelijk nos- of we het heel misschien, alsjeblieft, over wilden doen, maar Andreas was talgisch. mij voor. Geen sprake ‘Een Uher of een Nagra’, zei ik van. Dan had de interviemet zeer recente kennis van zaken, Ik koop wel vaker wer haar werk maar bewant niet heel lang geleden had ik dingen omdat de ter moeten doen: ‘Je had een halve dag over het internet gevoor het gesprek moeten struind om te kijken hoe duur die techniek me fascineert testen of het werkte.’ nu waren. Waarom ik ineens mijn Testen deed de technizinnen had gezet op zo’n kleine recorder weet ik niet goed. Waarschijnlijk vanwege de cus nu wel. We spraken twee uur over een vergeten techniek. Ik koop wel vaker dingen omdat de tech- schrijfster in de wetenschap die na ons gesprek nog niek me fascineert. Na een korte inspectie belanden net zo vergeten zou zijn. Het literaire geheugen is kort, in tegenstelling tot die dan in een la of een kast, tot ik iemand tegenkom die er iets mee wil en kan. Vorige week nog kocht de woorden en begrippen die we gebruiken. We ‘belik een module die ik aan de radio van mijn nieuwe len’ mensen, terwijl er nergens meer een bel rinkelt. auto kan verbinden zodat ik via bluetooth muziek We geven gas in elektrische auto’s en ik ben vast niet de enige die nog altijd in paardenkrachten rekent en kan streamen en handsfree kan bellen. ‘Maar je kunt toch helemaal niet naar muziek luis- verbruik nog hardnekkig in liters per tien kilometer teren in de auto?’, zei mijn vrouw. ‘En bellen doe je telt. Taal is hardnekkig en tegelijkertijd soepel. Heel ook niet.’ Dat is waar. Ik heb zo weinig gehoor dat ik alleen vroeger kreeg ik de opdracht om een stuk te schrijonder zeer gunstige omstandigheden muziek kan ven over de woorden die we voor de digitale wereld herkennen en telefoneren lukt alleen maar omdat de gebruikten: keyboard, hard disc, monitor… Dat was iPhone geluid via mijn hoortoestellen rechtstreeks in in bepaalde kring een bron van zorg. Het probleem heeft zichzelf opgelost. We zeggen toetsenbord, schijf mijn oor toetert. (zelfs als het een ssd is) en beeldscherm. ‘Nee’, zei ik. ‘Ik kan niet naar muziek luisteren.’ ‘Staat het erop?’, vroegen we na afloop van het in‘Waarom koop je dan zo’n ding?’ Vanwege de techniek dus. Omdat ik wil weten hoe terview aan de technicus. Ze knikte. Hoewel er helemaal niets op stond. Er het werkt. Omdat het een nieuw klusje is en ik houd van klusjes. Ik had me nog ingehouden toen ik die waren nullen en enen weggeschreven in een chip. We module kocht. Op de een of andere manier wist ik waren er desondanks blij mee. FOTO : HARRY COCK

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

25


WEGENBOUW T E K S T: P A N C R A S D I J K

De weg van de toekomst Verduurzaming van de asfaltsector

Voor een automobilist is een betere wegbedekking dan asfalt nauwelijks denkbaar. Duurzaam is het bepaald nog niet, maar daar wordt hard aan gewerkt.

26

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023


In Nederland ligt naar schatting 136.000 kilometer asfalt, dat van tijd tot tijd moet worden vervangen. Rijkswaterstaat wil in 2030 een circulaire, klimaat- en energieneutrale infrastructuur hebben, maar heeft op het gebied van asfalt nog een lange weg te gaan. foto : depositphotos

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

27


WEGENBOUW

Stel je voor: van het ene op het andere moment is al het asfalt van de aardbodem verdwenen. Waar wegen lagen, resteert slechts een hoop zand en modder waar met geen mogelijkheid doorheen te ploegen valt met de auto. Geen plek is meer bereikbaar, het leven loopt vast. Als dit dystopische beeld, uit de roman Onder asfalt (2022) van Maarten van der Graaff, iets duidelijk maakt, dan is dat wel het belang van asfalt in onze maatschappij. Er gaat geen dag voorbij of we maken er gebruik van. Hier en daar komt het weliswaar zelfs in de natuur voor, op de sporadische plekken waar teer aan het oppervlak komt, maar al sinds de oudheid is asfalt toch vooral een product dat door mensenhanden wordt gemaakt, door grind en zand met het uit ruwe olie gewonnen kleef­ middel bitumen aaneen te plakken. Honderd jaar asfalt Dit jaar is het honderd jaar geleden dat er voor het eerst in ons land een versgestort stukje asfalt tot weg werd uit­ gewalst, een jaar nadat Shell­dochter Bataafse Petroleum Maatschappij op olie gebaseerd asfalt op de Nederlandse markt had geïntroduceerd. Tien jaar later lag er al drie miljoen vierkante meter asfaltwegdek – zo snel ging Rijkswaterstaat met het wonderproduct aan de slag. Asfalt is altijd een fantastisch, uitermate bruikbaar product gebleven. Misschien is het wel té goed. Want wezenlijke innovatie heeft de afgelopen decennia nau­ welijks plaatsgevonden. In een veel mobielere wereld met een veranderend klimaat en beloften om de uitstoot

Het circulaire asfalt met bitumen van Roof2Road wordt nu nog verwerkt bij een temperatuur van 150 graden Celsius. Onderzocht wordt of dat ook op lagere temperatuur kan, wat milieuwinst oplevert. foto : roof 2 road 28

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

van broeikasgassen aan te pakken en het gebruik van grondstoffen stevig terug te dringen, is de vertrouwde wegbedekking niet langer zonder meer in te zetten. ‘De asfaltproductie is eigenlijk helemaal niet geïnno­ veerd’, zegt David Damen, directeur van ARP enginee­ ring. ‘Asfalt wordt nog net zo gemaakt als men dat ooit heeft bedacht. Wat ze honderd jaar geleden deden, doen ze nu nog. Het enige wat inmiddels anders is, is de toe­ voeging van een percentage gerecycled materiaal.’ De wegenbouw staat voor dezelfde opgaven als andere sectoren: het moet duurzaam, het moet circulair. Kan er asfalt worden gemaakt van reststromen of van oud asfalt? Is het gebruik van bitumen als bindmiddel noodzakelijk of kunnen we ook zonder? Vernieuwen en verbreden Nederland telt negentien asfaltcentrales. Jaarlijks wordt daar tussen de acht en negen kiloton aan asfalt gepro­ duceerd. ‘Door de stikstofregels komen er momenteel weinig Vinex­wijken bij en als gevolg daarvan ook wei­ nig nieuwe wegen’, zegt Damen. ‘Maar wegverbreding en ­vernieuwing kosten ook veel asfalt.’ Jaarlijks verstoken de asfaltcentrales tussen de zeventig en tachtig miljoen kuub aardgas, wat zeshonderd kiloton aan CO2­uitstoot oplevert. Asfalt produceren op een la­ gere temperatuur, wat steeds vaker gebeurt, levert al een hoop milieuwinst op. Omdat het winnen van grondstof­ fen en het transport meer dan 40 procent van de totale uitstoot voor hun rekening nemen, is ook daar nog een


honderdduizend ton hoogwaardig bitumineus materiaal dat zo in de verbrandingsoven belandt. Roof2Road echter doet aan urban mining: het zamelt oude dakbedekkingen en snijresten van nieuwe in, recyclet zelfs complete dakrollen, en vergruizelt die tot granulaat dat in een eigen bitumenfabriek in Amsterdam tot geheel of gedeeltelijk circulair asfalt wordt verwerkt dat misschien wel n beter dan van ‘gewoon’ nieuw asfalt, zegt Bijker, omdat het bitumen in dakbedekking van zo’n hoge kwaliteit is. ‘Circulair asfalt is minimaal gelijkwaardig aan traditioneel asfalt. Het heeft uitstekende eigenschappen en scoort hoge rapportcijfers.’

We hadden de wereldprimeur met 100 procent circulair asfalt

Van dak naar weg Begin van dit jaar werd een innovatief soort asfalt bekroond met een finaleplaats in de innovatiewedstrijd van InfraTech, de grote jaarbeurs voor de infrasector. Het ging om het initiatief Roof2Road, dat een circulaire asfaltketen behelst. Hun grondstof zoeken de bedenkers hogerop: op de daken. Die finaleplaats was niet de enige mijlpaal, zegt Gerben Bijker van Roof2Road. ‘We hadden de wereldprimeur met 100 procent circulair asfalt en we zijn ook als eerste volledig gecertificeerd. We maken verschillende asfaltmengsels en die zijn allemaal gevalideerd voor gebruik op de openbare weg in heel Europa, ook het volledig circulaire mengsel.’ In de rollen waarmee daken worden bedekt, zit kwaliteitsbitumen verwerkt. Aan een dak worden immers hogere eisen gesteld dan aan een stuk wegdek: het moet waterdicht en flexibel toepasbaar zijn en lang meegaan. Is het dak aan vervanging toe of wordt het gebouw waarop het ligt gesloopt, dan wordt de dakbedekking in de regel als puin beschouwd. Jaarlijks gaat het om circa

’’

nederland

Maatschappelijk verantwoord De milieuwinst is fors. Met elke ton Roof2Road-asfalt wordt minstens achttienhonderd kilogram CO2-uitstoot bespaard en ook zijn er veel minder schaarse grondstoffen nodig. Slopers, dakbedekkers, aannemers en gebouweigenaren die oude dakbedekking ter beschikking stellen voor hergebruik in circulair asfalt, krijgen daarvoor een certificaat, waarmee ze kunnen aantonen dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen.

t

wereld te winnen. En dat is precies waar tal van partijen sinds enkele jaren op aansturen.

Kan de aanleg van asfalt emissieloos? BAM Infra Nederland zette eind 2022 een grote stap vooruit met de inzet van een elektrische asfaltspreidmachine en drie verschillende elektrische walstypen. foto : bam infra

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

29


WEGENBOUW

Dit najaar opende koning WillemAlexander het laadplein Watthub, volledig bedekt met circulair asfalt. ‘Deze keuze alleen al levert een CO2-reductie op van 25 procent voor de onder- en tussenlagen en circa 60 procent voor de deklagen’, zegt Gerben Bijker, directeur van Roof2Road. foto : joep rijk

30

Ook pure winst is volgens Bijker de lokale herkomst van de grondstoffen. ‘Gelet op de geopolitieke instabiliteit is het fijn dat het bitumen niet meer uit Rusland of Iran hoeft te komen, maar gewoon circulair uit Amsterdam.’ De wegbeheerder is niet méér geld kwijt voor het circulaire asfalt, zegt Bijker, die bijna tien jaar geleden begon met Roof2Road. Het bedrijf heeft de keten zo in­ gericht dat de kwaliteit van het circulaire asfalt is gega­ randeerd. De oude daken worden voor de sloop gekeurd. Zit er bijvoorbeeld asbest in, dan is het meteriaal niet geschikt voor verdere verwerking en gaat het alsnog naar de verbrandingsoven. Aannemers werken op zo’n manier dat de dakbedek­ king ook tijdens de sloop niet vervuild raakt. Zo moe­ ten alle goede eigenschappen van het bitumen behou­ den blijven. Toegekende keurmerken van onder meer het asfaltkwaliteitsloket CROW geven aan dat de keten­ benadering werkt en goed asfalt oplevert, tegen aanzien­ lijk geringere milieukosten dan gebruikelijk asfalt. Een persoonlijk hoogtepunt beleefde Bijker afgelo­ pen september. Koning Willem­Alexander opende toen

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

bij Geldermalsen het eerste snellaadplein ter wereld, Watthub. Het plein, waar elektrische vrachtwagens en bouwmaterieel de accu kunnen opladen met stroom van aanpalende windturbines, is zo duurzaam mogelijk geconstrueerd en de weg is bedekt met Circularpave, een 100 procent circulair asfaltmengsel dat bouwbedrijf Dura Vermeer op de markt heeft gebracht met als be­ langrijkste ingrediënt het circulaire bitumen van Roof­ 2Road. ‘De koning liep over ons asfalt’, zegt Bijker. ‘Het duurzaamste asfalt ter wereld.’ Bloed, zweet en tranen Bijker is ervan overtuigd dat via Roof2Road een sub­ stantieel deel van de asfaltproductie in Nederland kan worden verduurzaamd. Maar hij is bepaald niet de eni­ ge die zich hiervoor inzet. Op een heel andere manier werkt David Damen ook al jaren met hart en ziel aan verduurzaming van de asfaltproductie. Met zijn bedrijf ARP engineering, gevestigd in Ter Aar midden in het Groene Hart, ontwerpt en bouwt hij al veertig jaar lang installaties en machines voor de asfaltproductie. Hij


haalt een plakboek tevoorschijn. Aan elke foto blijkt een wit. Dat schuim omhult vervolgens de steentjes en de bijzonder verhaal of een mooie herinnering vast te zitten. zandkorrels. Het resultaat: een asfalt met dezelfde eigen­ En sommige roepen bij Damen juist herinneringen op schappen als heet geproduceerd asfalt, klaar om verder aan eindeloos bloed, zweet en tranen alvorens het dan te worden verwerkt en uitgewalst. tóch lukte om bijvoorbeeld een juiste mengmachine te ontwikkelen. In de ban ‘Vroeger waren er nog echte winters’, zegt Damen al Ook al is het al zeker vijftien jaar beschikbaar, toch is bladerend. ‘Toen waren er in een jaar twee duidelijke pe­ lagetemperatuurasfalt nog altijd niet de standaard. Maar rioden waarin de asfaltinstallaties niet werden gebruikt: dat gaat veranderen. De branchevereniging waarin zich de bouwvak en het vorstverlet. Die perioden gebruikten alle grote wegenbouwers hebben verenigd, hebben met wij om nieuwe installaties te plaatsen of onderdelen te Rijkswaterstaat afgesproken dat hogetemperatuurasfalt vervangen.’ Maar de winters worden steeds vanaf 2025 in de ban gaat. De vraag is of het korter: vanaf half december ligt het werk stil, daadwerkelijk duurzaamheidsambities wa­ maar al tegen februari wil men weer aan de ren die hierin de doorslag hebben gegeven. slag. En de zomer? ‘Juist dan wil de overheid Critici vermoeden dat de marktpartijen voor­ dat het onderhoud aan de wegen plaatsvindt. al naar hun eigen portemonnee keken. De We wilden Onze speelruimte is kleiner geworden.’ tonen dat het stookkosten waren te hoog opgelopen. Het was uiteindelijk een proefproject in produceren Gelderland dat in coronatijd tot een volgen­ Lagetemperatuurasfalt Duurzaamheid is sinds twintig jaar een van de van klimaat­ de doorbraak leidde. De provincie wilde de nieuwe provinciale weg A348 zo duurzaam speerpunten van het bedrijf, vertelt Damen. neutraal mogelijk aanleggen – uit de tender sprak een Hij zoekt de foto’s erbij. ‘Kijk, het begint al­ asfalt oprechte, groene ambitie. ‘Ze zeiden niet welk tijd in het lab’, wijst hij. ‘In 2003 begonnen we in samenwerking met BAM met de ontwik­ mogelijk is asfaltmengsel ze wilden, maar enkel dat ze zouden selecteren op de meest aansprekende keling van lagetemperatuurasfalt, LEAB. We ambitie’, zegt Damen. ontwierpen een menginstallatie op labschaal en vonden een methode om asfalt op 90 gra­ den Celsius te produceren, in plaats van op Volledig elektrisch 160 graden.’ Boskalis won en koos Arp engineering als asfaltpartner. Eenvoudig ging dat niet. Zo’n labmenger is zestig keer Ze ontwikkelden een productieproces dat het mogelijk zo klein als een productiemenger, maar er gaat hetzelfde maakt om circa 97 procent gerecycled asfalt te gebruiken mengsel in: de steentjes blijven nul tot dertig millimeter in nieuw asfalt. ‘Uiteindelijk bleek het pas te werken toen groot, die schalen niet mee. ‘Je wilt niet weten hoeveel we de schroefvijzels indirect het asfalt lieten verwarmen uren werk we hierin hebben gestoken. Het was een enor­ via elektrisch verwarmde thermische olie. Ineens leverde me investering. Maar we hadden er vertrouwen in dat dat een asfaltmengsel op dat beter voldoet dan andere het uiteindelijk wel iets zou opleveren.’ hedendaagse mengsels.’ De eisen die aan wegen worden gesteld, worden steeds Ze bouwden ter plaatse een kleinschalige pilotinstalla­ strenger. Een wegdek moet nu vijftien tot twintig jaar tie die volledig elektrisch werkt – wat mogelijk was, aan­ meegaan, zegt Damen, waar dat voorheen misschien ze­ gezien alle innovaties op het gebied van lagetemperatuur­ ven jaar was. Intussen holt de kwaliteit van het beschik­ asfalt en betere scheidings­ en recylingmethoden de bare bitumen achteruit. ‘Bitumen is een restproduct van energiekosten van de productie al met 60 tot 70 procent de olieraffinage. De kraaktechnieken zijn echter steeds hadden gereduceerd. ‘Tijdens het testen en produceren beter geworden, men weet er steeds meer waardevolle hebben we het uiterste van de installatie gevraagd om grondstoffen uit te halen. Alleen de laatste restjes waar ze alles te kunnen testen en we hebben veel gegevens ver­ echt niets meer mee kunnen, gaan naar de wegenbouw.’ zameld, om te gebruiken in een toekomstige full scale Uiteindelijk bestaat hooguit 6 procent van het asfalt installatie’, zegt Damen. ‘We wilden laten zien dat het uit bitumen dat de overige bestanddelen bindt, maar produceren van klimaatneutraal asfalt mogelijk is.’ het bepaalt een groter deel van de prijs. Bitumen kost bij Momenteel bouwt AsfaltNu (BAM/Heijmans) in Am­ benadering een paar honderd euro per ton, de steentjes sterdam een elektrische asfaltcentrale naar het ontwerp misschien een tientje. Minder bitumen aan asfalt toe­ van Arp engineering: de eerste emissiearme en volgens voegen is een mogelijkheid, en er wordt zelfs geëxperi­ Damen ook de meest circulaire asfaltcentrale die er be­ menteerd met andere, natuurlijke bindmiddelen zoals staat. Hij hoopt dat er door het hele land veel meer van lignine, maar dat gaat vaak wel ten koste van de kwaliteit: zulke centrales komen. ‘Het neerzetten van zo’n centrale de weg gaat dan beduidend minder lang mee. is weliswaar een investering, maar dat bedrag is door de Het ontwikkelen van lagetemperatuurasfalt kostte veel lagere energiekosten snel terugverdiend en de stik­ Arp engineering jaren werk. Aan het bindmiddel wor­ stofuitstoot is nul.’ den water en een kleine hoeveelheid van een chemisch, De afgelopen jaren is het aantal asfaltcentrales juist olieachtig schuimmiddel toegevoegd. Bij verhitting ont­ teruggelopen, met alle extra transport­ en daarmee staat stoom, waardoor de moleculen van het bitumen uit milieukosten van dien. ‘We hoeven die centrales echt elkaar vallen. Het volume neemt met een factor twintig niet allemaal zelf te bouwen. Het gaat ons erom dat ook toe en er ontstaat schuim, zoals bij het kloppen van ei­ de asfaltproductie duurzaam kan.’ •

’’

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

31


Enith

Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.

32

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023


Podium

Vier experts delen beurtelings hun inzichten in de technischmaatschappelijke actualiteit. Deze maand: Felienne Hermans.

Wie doet er iets nu het nog kan? Als 2023 érgens het jaar van was, dan was Israël blijft uitvoeren op burgers, onder wie het wel van de terugkeer van de film. Weken- ook veel kinderen. En dat zijn niet de ingelang was er geen gesprek denkbaar zonder nieurs van deze wereld. Mensen in een veel precairdere positie dat ‘Barbenheimer’ ter sprake kwam. ‘Welke dan de meeste goed betaalde bouwers en van de twee heb jij al gezien?’ De truc van de filmstudio’s om Barbie en ontwerpers doen wél wat. In heel Europa, Oppenheimer tegen elkaar uit te spelen had van België tot Spanje, legden bijvoorbeeld niet beter kunnen uitpakken. Voor de inge- havenarbeiders het werk neer, met niet mis nieur is Oppenheimer het aansprekendste te verstane woorden: ‘Wij vervoeren geen verhaal, omdat die bevraagt in hoeverre wij wapens die kinderlevens gaan beëindigen.’ Als we nog bewijs nodig verantwoordelijk zijn hebben dat activisme werkt, voor onze eigen creaties. hoeven we alleen maar naar Hoe relevant die vraag Voor bewijs dat Greta Thunberg te kijken. is, blijkt ook tachtig jaar activisme werkt, ‘Als de wereld eraan gaat, na dato nog. Want een kijk maar naar waarom moet ik dan nog paar maanden later is naar school?’ Met haar klei2023 opeens niet meer Greta Thunberg ne, stille verzet inspireerde ze het jaar van die films, een hele generatie om anders van het eind van het tijdperk-Rutte of van de A12-blokkade, naar klimaat te kijken, en naar verzet. Net als de havenarbeiders kiest ze er nu maar van Gaza. De wrede aanval van Hamas op 7 oktober vormde het startsein voor de voor om wat te doen. Om de stem die zij heeft te delen met mensen die onze solidabloedigste aanval van Israël ooit. In Cosmos, zijn boek over de geschiedenis riteit nu nodig hebben: onschuldige burgers van het heelal, laat Carl Sagan zich kritisch in Gaza. Haar tamelijk oncontroversiële uit over mensen die aan militair-industriële opmerking dat er geen klimaatrechtvaardoelen werken. Hoe zou de wereld eruit zien digheid kan zijn zonder internationale solials al die slimmeriken iets anders zouden dariteit ging sommigen al te ver, en ze krijgt maken, vraagt hij zich af. Als ik nu de tech- nu uit eigen kring sterke kritiek. Hoe je ook kijkt naar de oorzaak, in Gaza niek zie, de bommen, de geweren, de surveillanceapparatuur die er al decennialang sterven nu iedere dag onschuldige burgers naar Israël gaat, dan komt onvermijdelijk onder wie veel kinderen. Het is makkelijk diezelfde vraag in me op. Wie zijn die inge- om over een aantal jaar te zeggen dat je altijd nieurs, die zichzelf bouwers vinden, maar al tegen de algehele verwoesting was, zoals ervoor kiezen om slopers te zijn? Wie kiest je zo vaak ziet in historische conflicten. Het ervoor om dag in dag uit bommen of gewe- is veel lastiger om je nu, in zo’n ingewikkeld ren te ontwerpen, of machines die ze maken? conflict, uit te spreken. Juist makers zouden Nu kun je mij naïef vinden, en roepen dat dat moeten doen. ‘als die mensen het niet doen, anderen het werk zo overnemen’ of dat ‘verzet toch geen Felienne Hermans is als hoogleraar Compuzin’ heeft. Maar er zijn, ook nu, mensen die ter Science Education verbonden aan de zich wél verzetten tegen de aanvallen die Vrije Universiteit in Amsterdam.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

33


QUANTUMTECHNOLOGIE T E K S T: J I M H E I R B A U T

Zoeken naar materialen die signalen kunnen omzetten naar elektronica

Vertalen vanuit quantum Quantumcomputers en -sensoren beloven sneller rekenen en vele nieuwe toepassingen. Maar voor het omzetten van quantumsignalen naar de wereld van elektronica zijn nog geen breed inzetbare technieken voorhanden. Fysici en ingenieurs in Delft gaan die ontwikkelen, met steun van de Kavli Foundation.

In de toekomst voorzien velen een ‘quantummaatschappij’ met talloze apparaten en sensoren die werken op basis van quantummechanische principes. ‘Net zoals nu iedereen persoonlijke elektronische apparaten heeft, zoals een mobiele telefoon en een smartwatch’, zegt Mazhar Ali, universitair hoofddocent bij de TU Delft. Maar met de opkomst van quantumcomputers en -sensoren doemt een probleem op. Wanneer veel apparaten in het quantumdomein werken, moet de informatie worden omgezet naar het ‘gewone’ elektrische domein van computers en waarin een flink deel van onze telecommunicatie plaatsvindt. Quantumtransductie wordt deze omzetting genoemd, ofwel quantumomzetting. Het onderzoeksveld van de moderne quantumtransductie is nog jong. Hoewel de eerste voorbeelden dertig jaar geleden werden gedemonstreerd, wordt er de laatste vijftien jaar veel meer onderzoek naar gedaan, vertelt Ali.

‘Er is veel vooruitgang geboekt, maar de grote uitdaging wordt om de informatie die in het quantumsysteem zit, te vertalen naar het domein van elektromagnetische signalen’, zegt Ali. ‘We willen de informatie behouden die zit versleuteld in de quantumdeeltjes en in de fase ervan.’ Frequentieverschil Een van de problemen is dat de frequenties waarbij informatie wordt overgedragen in het quantumdomein anders zijn dan in het elektromagnetische domein. ‘Daar zit wel een factor duizend tussen. Qubits werken bij een paar gigahertz, terwijl telecommunicatie plaatsvindt bij honderden gigahertz tot in het terahertz-bereik’, zegt Ali. Er zijn al wel wat technische oplossingen bedacht voor de omzetting van ‘quantum’ naar ‘elektronisch’, maar die zijn vaak erg specifiek. ‘Wij gaan in dit project op zoek naar meer algemene oplossingen, noem het breedband-

Quantumrekenen Waar klassieke computers rekenen met bits die ‘0’ of ‘1’ kunnen zijn, werken quantumcomputers met qubits. Die eenheid kan veel meer mogelijke toestanden aannemen – namelijk een lineaire combinatie van 0 en 1 – waardoor complexe berekeningen sneller kunnen verlopen.

Een qubit kan allerlei (super)posities aannemen, een bit slechts twee: 0 of 1. ILLUSTRATIE : DEPOSITPHOTOS

34

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

Iedereen in de natuurkundewereld is wel overtuigd van de belofte van quantumcomputers, maar het bouwen ervan blijkt nog lastig. Dat is nog los van de overgang die informatie moet kunnen maken van het quantumdomein naar het ‘gewone’ elektronische domein en terug.


een heel specifieke, want dit werkt bij een enkele specifieke frequentie. In ons project gaan we nu op zoek naar meer algemene oplossingen,’ zegt Ali. Voor dit onderzoek werken quantumfysici en biofysici samen, afkomstig van de TU Delft, het Kavli Institute of Nanoscience Delft dat daaronder valt en van onderzoeksinstituut QuTech, een samenwerking van TNO en TU Delft. Ze worden ondersteund met vijf miljoen euro van de Kavli Foundation. Ali: ‘We zijn heel blij met deze financiering voor ons onderzoek dat high-risk, high-reward is. We hebben aantal ideeën voor quantumtransductie, maar die zijn nog niet ver ontwikkeld. Het kan zijn dat we prachtige resultaten gaan boeken, maar gegarandeerd zijn die allerminst. Dat is het mooie van deze subsidie van Kavli: dat we toch dit hoogrisico-onderzoek kunnen doen.’

depositphotos

Grafeen en supergeleiders Wat er ook uit het onderzoek komt, één ding is zeker, zegt Ali. ‘We zoeken de oplossing op nanometerschaal en in quantummaterialen. Denk bijvoorbeeld aan grafeen, het bekendste materiaal dat op macroscopische schaal quantummechanisch gedrag vertoont. Het bijzondere van grafeen is dat het een macroscopisch materiaal is waarvoor toch quantummechanica nodig is om het gedrag goed te kunnen beschrijven. Dat geldt niet voor een stukje koper.’

t

transductie.’ Een goede analogie om dit te kunnen begrijpen is volgens Ali een microfoon, een apparaatje dat geluidsgolven, ofwel trillende lucht, omzet in een subtiel elektrisch signaal. ‘Daarvoor is een piëzokristal verantwoordelijk. Dat verandert van vorm door de trillingen in de lucht en wekt een bijbehorend elektrisch stroompje op. De microfoon zet dus de energie van mijn stemgeluid om in elektrische energie en kan dat ook nog heel breedbandig. Ik kan met verschillende frequenties spreken en de microfoon kan die tonen allemaal oppikken en doorgeven aan een computer of luidspreker. Daarvoor zijn niet twintig verschillende microfoons nodig, die ene kan alle frequenties aan.’ Zo’n algemene brug, en dan ook nog eens voor een groot frequentiebereik, is er nu niet tussen de quantumwereld en het elektromagnetische domein. Bij het zoeken naar oplossingen staat voorop dat informatie bij de overgang van het quantumdomein naar het elektrische domein niet verloren mag gaan. Er bestaat al wel een specifiek concept dat dit kan, legt Ali uit. Zijn collega in Delft Simon Gröblacher doet hier bijvoorbeeld onderzoek naar. Het gaat om een antenne die in contact staat met een zogenoemde Josephson-junctie (twee supergeleiders met een isolator ertussen). Die twee samen vormen een qubit. De Josephson-junctie fungeert als het systeem dat kan switchen tussen twee niveaus en de antenne (een resonator) is een manier waarop informatie er in- en uitgaat. ‘Maar dit is maar één aanpak en

Artist impression van een processor in een quantumcomputer. illustratie :

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

35


QUANTUMTECHNOLOGIE

Grafeen, een monoatomaire laag koolstof gerangschikt in een hexagonaal rooster, vertoont quantumgedrag op grotere schaal. illustratie : depositphotos

Grafeen heeft energieovergangen in het frequentiedomein waar de onderzoekers naar op zoek zijn. ‘Het kan een absorptie van energie zijn of een emissie, in ieder geval een vorm van een excitatie (aanslaan) van een hoeveelheid energie die een fysiek proces veroorzaakt. Grafeen heeft dit soort overgangen in het regime dat we nodig hebben. Daarom denken we dat grafeen en andere vergelijkbare materialen nuttig te gebruiken zijn voor quantumtransductie.’ Ook supergeleiders vertonen quantummechanisch gedrag op grotere schaal. ‘Elektronen in deze materialen vormen paren, waardoor de elektrische weerstand praktisch naar nul gaat.’ Bioantennes De onderzoekers gaan daarom veel materialen testen. ‘We verkennen verschillende wetenschappelijke benade-

Wat doet de Kavli Foundation? De Kavli Foundation is in 2000 opgericht door Fred Kavli, een Noors-Amerikaanse ondernemer en voorvechter van de wetenschap, die in 2013 overleed. De stichting ondersteunt wetenschappers door elk jaar een inmiddels prestigieuze 36

prijs uit te reiken. Maar ook met subsidies voor meerjarige onderzoeksprojecten helpt de Kavli Foundation wetenschappers in de onderzoeksgebieden astrofysica, nanowetenschappen, neurowetenschappen en theoretische natuurkunde.

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

ringen en pakken het op allerlei manieren aan, waarvan sommige echt nieuw zijn’, zegt Ali. Soms komt inspiratie uit een onverwacht vakgebied. ‘Zo doet mijn collega Marie-Eve Aubin Tam van de afdeling bionanoscience onderzoek naar dubbele lipidelagen en andere biomoleculen die een belangrijke rol spelen bij de werking van het oog. Verschillende moleculen knikken om als er licht in het oog valt. Die knik veroorzaakt een kleine chemische verandering en die geeft op zijn beurt een elektrische piek die helemaal naar de hersenen gaat. Op die manier kunnen we zien.’ Het vermoeden is dat juist deze biologische structuur misschien te gebruiken is als antenne voor quantumsignalen. ‘Zichtbaar licht zit in het terahertzbereik. Deze moleculen zijn dus een soort antennes voor terahertzsignalen. We willen onderzoeken of we deze moleculen kunnen combineren met onze quantummaterialen als sensoren. De moleculen kunnen dan de overgangen in het materiaal triggeren die de quantuminformatie doorgeven.’ Behalve het fijnzinnigere ingenieurswerk komt er ook nieuwe wetenschap bij dit project kijken, denkt Ali. ‘Met wetenschap weet je het van tevoren natuurlijk nooit helemaal zeker, maar we verwachten dat we echt nieuwe inzichten zullen opdoen. Het is bijzonder dat we al die wetenschappers met verschillende achtergronden kunnen samenbrengen. Wetenschap gaat toch meestal over specialisatie, zeker vandaag de dag. De bredere, grote uitdagingen liggen vaak op landniveau. Dankzij de Kavli-subsidie kunnen we nu de tussenliggende problemen aanpakken.’ •


WAAR

KUN N EN

W E

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

T IP T

T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

t/m 7 januari 2024 Het meisje doorgelicht Het Meisje met de parel is één van de bekendste schilderijen ter wereld. Hoe heeft Johannes Vermeer dit schilderij gemaakt? Wat voor pigmenten gebruikte hij? Waar kwamen deze vandaan? Om antwoorden op dit soort vragen te vinden is de afgelopen jaren een uitgebreid technisch onderzoek naar het schilderij gedaan, door een internationaal team van wetenschappers. De resultaten en een honderd keer vergrote 3D-print van het schilderij die je mag aanraken, zijn te zien in de tentoonstelling Who’s that girl? in de entreehal van het Mauritshuis in Den Haag. Meer info: mauritshuis.nl/nute-doen

t/m 7 april 2024 Reis door de tijd De plaats waar we ons bevinden kunnen we voortdurend wijzigen, maar als het om de tijd gaat zijn we veroordeeld tot slechts één moment: het nu. Hoewel? Met onze herinnering kunnen we naar het verleden, met onze verbeelding naar de toekomst. Bij de tentoonstelling Lingering Echoes, in kunstgalerie Tetem in Enschede, gebruikt kunstenaar Sjoerd van den Acker virtual reality om deze onzichtbare dimensie te betreden. In een vierdimensionale hypercube krijgt elke bezoeker zijn eigen, unieke ervaring. Een versmelting met een mogelijke toekomst, met de nagalmende echo’s van anderen op de achtergrond. Meer info: tetem.nl/event/lingering-echos

t/m 25 februari 2024

t/m 2 juni 2024 Nederland op de tekentafel

Keistad van LEGO

Nederland staat voor uitdagingen die allemaal invloed hebben op de toekomstige inrichting van het land. Huisvesting, klimaatverandering en energietransitie vragen om slimme ontwerpen. Nederland kent een lange traditie in ruimtelijke planning, waarbij elke tijd zijn eigen opgaven en oplossingen kende. Het Nieuwe Instituut laat samen met het College van Rijksadviseurs de toekomstideeën zien van de afgelopen eeuw, rond de thema’s ‘Toekomstbeelden van Nederland’, ‘Transities’, ‘Samen leven’ en ‘Democratie & participatie’. Zo krijgt de bezoeker een beeld van de veranderde blik op zowel de maatschappij als de architectuur. Meer info: nieuweinstituut. nl/projects/100-jaar-rijkscollectie BEELD : SJOERD VAN DEN ACKER ; STUDIO MONNIK ; DEPOSITPHOTOS

Een tandarts met belangstelling voor stadsgeschiedenis, René Vos, bouwde de binnenstad van Amersfoort na in het klein. Van LEGO, welteverstaan. Op basis van foto’s, schilderijen, prenten, archiefstukken en de gebouwen zoals ze er nu nog staan, en gebruikmakend van tienduizenden legosteentjes, reconstrueerde hij de monumentale panden van Keistad. De komende maanden zijn ze te zien in het stadsmuseum Flehite. Meer info: museumflehite.nl/tentoonstellingen

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

37


Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement


Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Minder spullen Wat is het toch fijn om spullen te kopen. Het voelt goed om met een tas vol nieuwe kleding de winkel uit te lopen of met een stapeltje pas verschenen boeken thuis te komen. Zelfs vanuit de luie stoel is shoppen al heel gemakkelijk. Met een paar klikken zet je een extreem efficiënte machinerie in werking, waardoor een dag later een meneer of (zelden) een mevrouw van DHL, DPG of PostNL bij je aanbelt. Hop, weer een behoefte vrijwel direct bevredigd. Maar dit is zo niet vol te houden, waarschuwde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) eind november in het rapport Weg van de wegwerpmaatschappij, dat niet toevallig precies uitkwam rond Black Friday, het feest der overconsumptie. Het maken van al die spullen levert buitensporig veel CO2-uitstoot op, veroorzaakt milieuschade en vreet energie. Nederlanders kopen steeds meer spullen, constateert de Raad, het zijn vaak geen duurzame keuzen en de wegwerpmaatschappij die op deze manier is ontstaan, daar doet de politiek te weinig aan. Het is moeilijk te verteren dat sommige producten niet eens door de consument worden gebruikt, voordat ze worden vernietigd. Voorraden kleding die in rekken blijven hangen, omdat de modebewuste consument alweer met de volgende modehype meeloopt. Online aankopen die worden teruggestuurd en niet meer worden verkocht omdat het te

F OTO ’ S : ROBERT LAGENDIJK ( PORTRET ); DEPOSITPHOTOS

bewerkelijk is om ze weer ‘verkoopklaar’ te maken.Veel burgers ondernemen zelf actie. Ze kopen minder spullen; hoeveel spijkerbroeken en witte T-shirts heeft een mens nodig? Of ze kopen tweedehands spullen, wat in veel gevallen prima kan. Rond Sinterklaas adverteerde Marktplaats met tweedehands speelgoed. Barbiespullen die eerst van een ander kind zijn geweest, kunnen prima een tweede leven krijgen. Hetzelfde geldt voor elektronica. Bij ons thuis kijken we tv op een oude Sony, die iemand voor 35 euro wegdeed op Marktplaats. En wat ik vroeger nooit had gedacht: ik koop nu soms tweedehands kleding. Mijn vrouw vond online drie overhemden van dure merken die ik nieuw niet kan betalen. Nu heb ik ze voor een fractie van de nieuwprijs en ze zijn zo degelijk van kwaliteit dat ze nog jaren meekunnen. Verandering komt dus deels van onderop, maar het is niet genoeg, ziet de Raad, die de overheid oproept in actie te komen. Die moet afdwingen dat bedrijven duurzamer gaan produceren. Ook moeten producten langer meegaan en beter te repareren zijn. En de reparatiemarkt kan nog een stuk professioneler, merkt de Raad op. Repair Cafés met vrijwilligers zijn sympathiek, maar daarmee is lastig de schaalgrootte te bereiken die nodig is voor het massaal repareren van kapotte spullen. Laat het brede publiek kennismaken met spullen die een tweede leven krijgen. Ook dat geeft een goed gevoel.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

39


Productontwerpen van morgen

Minirobot zonder batterij Onderzoekers hebben een zelfrijdende minirobot ontwikkeld die rijdt op licht en radiogolven. Dat werkt vooralsnog alleen omdat de robot niet groter is dan een eurocent en lichter dan een rozijn. Kan een robot ook bewegen zonder batterijen? Wetenschappers van de University of Washington hadden al het een en ander geprobeerd – een robot die op afstand kan laden, een kever met een sensor op de rug en een vliegende robot die zijn energie krijgt van een laserstraal – totdat ze tot de ontdekking kwamen dat een heel kleine, lichte robot genoeg energie kan oogsten uit licht en radiogolven om zich voort te bewegen. De robot, MilliMobile, vangt met een soort zonnepaneel energie op uit licht en haalt met een antenne energie uit radiogolven: een vorm van elektro40

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

magnetische straling. Wanneer de hoeveelheid energie een drempelwaarde bereikt, rolt de MilliMobile een centimeter of wat naar voren, om daar in stilstand verder op te laden voor de volgende stap. Heel hard gaat dat niet, op een bewolkte dag kan de robot zo’n negen meter afleggen. Nog langzamer gaat het op plekken met extreem weinig licht, zoals onder een aanrecht, al slaagt ook daar de robot erin om te bewegen. De onderzoekers zien toepassingen voor MilliMobile voor het Internet of Things (IoT). Het wagentje kan namelijk bijna drie keer zijn eigen gewicht dragen aan sensoren en signalen

versturen over tweehonderd meter. Waar IoT-sensoren over het algemeen op een vaste plek zitten, kan MilliMobile – alleen of als onderdeel van een zwerm – met meerdere punten in de ruimte een gedetailleerder beeld van de omgeving maken. Dat kan op een boerderij zijn waar de robot de temperatuur en luchtvochtigheid meet of in een fabriek waar de robot een geluid of gaslek kan opsporen. Gevaarlijk voor de mens is zo’n mini zelfrijdende robot niet, eerder andersom: een overstekende robot ter grootte van een kever en met de snelheid van een slak wordt makkelijk onder de voet gelopen. (SB)

foto : mark stone / university of washington


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L

Balanceerauto Het hoverboard is een vrij populaire gadget. Shane Chen, de uitvinder van deze elektrisch aangedreven tweewieler, wil hetzelfde balancerende principe nu toepassen op een auto. Shane Chen ontwikkelde de afgelopen jaren met zijn Amerikaanse bedrijf Inventist een reeks aan gadgets, van het hoverboard tot de lunicycle, veelal met balanceertechnologie. Nu heeft hij zijn zinnen gezet op een tweewielige elektrische auto die zijn eigen naam draagt. De Shane-auto krijgt een gestroomlijnde cabine voor vijf personen die tussen twee grote wielen inhangt. De gebruikers stappen in via de neus die daarvoor als een snavel openklapt. De twee grote wielen maken de auto volgens Chen efficiënter dan een vierwieler. Grote banden hebben immers een lagere rolweerstand dan kleine banden. In de wielen zitten

daarnaast ook regeneratieve schokbrekers die elektriciteit opwekken die wordt opgeslagen in het batterijpakket. De twee wielen worden afzonderlijk van elkaar aangedreven. Door de wielen ten opzichte van elkaar te verdraaien kan de auto om z’n eigen as draaien. Dit maakt inparkeren een stuk makkelijker. Het balanceersysteem moet voorkomen dat de cabine tijdens het rijden gaat kantelen. De positie van de cabine verschuift daarom tijdens het rijden automatisch ten opzichte van de wielen om het zwaartepunt te verleggen. Dit compenseert voor het koppel tijdens optrekken en afremmen. De tweewieler zou hierdoor ook op hoge snelheid even stabiel en veilig moeten zijn als een vierwielige auto. Inventist is op zoek naar industriepartners om het Shaneconcept door te ontwikkelen tot een praktisch bruikbare auto. (PS)

Droneparachute

Vallen van hoogte is een belangrijke oorzaak van zware of dodelijke arbeidsongevallen. Twee Italiaanse instituten ontwikkelen een droneparachute die levens kan redden. In Italië overlijden gemiddeld jaarlijks 130 arbeiders in de bouwindustrie door vallen van hoogte. Reden voor het Istituto Italiano di Tecnologia en het Istituto Nazionale dell’Assicurazione contro gli Infortuni sul Lavoro om een onderzoeksproject te starten, dat loopt tot eind maart 2024. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen en implementeren van technologische oplossingen om het aantal ongevallen te voorkomen of in ieder geval sterk te reduceren. De projectfocus ligt op draagbare systemen, zoals exoskeletten en airbags, interactieve trainingen via virtual reality en draagbare drones om de val te breken. Het fall safety device (FSD) is een concept van een draagbare, uitklapbare droneparachute die bij een val van meer dan tien meter hoogte de drager ervan veilig naar de grond brengt. Het hele systeem zit samengepakt in een rugzak die met een harnas aan het bovenlichaam en de bovenbenen vastzit. Als de drager naar beneden valt dan schiet de achterklep van de rugzak weg en komt er aan een koord een drone naar buiten. Deze heeft vier elektrisch aangedreven propellers die in de lucht zichzelf openvouwen en vervolgens de valsnelheid terugbrengen tot vijf meter per seconde, vergelijkbaar met die van een parachutespringer. Momenteel wordt een prototype van het FSD gebouwd. Dit zal exclusief de batterij naar verwachting vijf tot zes kilogram wegen. Een uitdaging is nog om het gewicht verder naar beneden te krijgen. Bovendien is er nog veel onderzoek en testen noodzakelijk voordat het FSD op de markt kan komen. (PS)

BEELD : INVENTIST ; ILLUSION GROUP

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Vooruitroeiboot Roeiers zitten met hun rug naar de vaarrichting, om zo de meeste kracht uit hun beenspieren te halen. Een ingenieus omgekeerd roeisysteem laat de roeier nu naar voren kijken. Stuurmannen, spiegeltje of gewoon veel achteromkijken, op die manier voorkomen roeiers dat ze ergens tegenaan varen. Het Oostenrijkse bedrijf Row & Sail maakt het allemaal overbodig met het ingenieuze RowVista-systeem. Het systeem knipt de roeispaan als het ware op in twee delen om zo de roeibeweging om te draaien. Wanneer de roeier de hendel nu naar voren beweegt, beweegt ook de roeispaan mee naar voren via een speciaal koppelmechanisme. Door gebruik van kogellagers in het koppelmechanisme levert de boot nauwelijks aan snelheid in. Het resultaat: de

42

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

roeihaal blijft min of meer hetzelfde en de boot beweegt in de kijkrichting van de roeier. Het is niet het eerste systeem dat met dit mechanisme werkt, maar uitvinder Jochum Bierma slaagde erin om met een gepatenteerde techniek ook het roeiblad te laten draaien. Net zoals in een gewone roeiboot kan de roeier nu het roeiblad boven water horizontaal draaien om de luchtweerstand zo klein mogelijk te maken. Bovendien is het systeem gemakkelijk te demonteren en te vervoeren in een draagtas. Op het moment werkt het systeem alleen op supboards

en kajaks en nog niet op roeiboten. Omdat supboards en kajaks stabieler in het water liggen, is de leercurve met RowVista veel steiler volgens Bierma. ‘Alleen voor zeer ervaren roeiers is het even schakelen.’ RowVista lijkt bij uitstek geschikt voor het kustroeien – vanaf 2028 voor het eerst ook een olympische sport. Bierma: ‘Je kunt met het systeem beter anticiperen op de golven en botsingen met tegenstanders voorkomen. We willen ons merk ROWonAIR dan ook herinrichten onder de overkoepelende naam: Coastal Rowing Force.’ (SB)

foto : row & sail


Slimme batterijlader Een versleten batterij is vaak de reden waarom mensen hun smartphone wegdoen. De slimme lader van startup Liion Power kan de levensduur van de batterij verlengen.

Auto als bouwpakket Ondanks de technische innovaties zijn de personenauto van nu niet zuiniger dan die van pakweg vijftig jaar geleden: auto’s worden namelijk ook groter. Het Zweedse bedrijf Luvly wil dat tij keren met een mini-elektrische auto die als bouwpakket kan worden verscheept. De gemiddelde Europeaan gebruikt zijn auto het meest voor korte ritjes in de stad, waarbij er vaak niet meer dan één of twee personen in zitten, volgens Håkan Lutz, ceo van het Zweedse bedrijf Luvly. Daarom ontwierp hij een auto die geschikt is voor precies dat doel: de LUV, een afkorting voor light urban vehicle. De auto is klein – 2,7 meter lang en 1,53 meter breed – en licht: met een gewicht van vierhonderd kilogram weegt de auto ongeveer een kwart van de gemiddelde elektrische auto. Wel gaat hij minder ver en hard: op een volle accu heeft de auto een bereik van honderd kilometer en een maximumsnelheid van negentig kilometer per uur. De accu is daarentegen uitneembaar en thuis in het stopcontact binnen een uur opgeladen. Bijzonder aan deze auto is dat die wereldwijd als een bouwpakket wordt verzonden. Pas dichtbij de eindgebruiker wordt Luvly samengesteld in kleine fabrieken. Dat maakt de auto, inclusief productie, verscheping en distributie tot 80 procent energiezuiniger dan elektrische auto’s. En ook een stuk goedkoper: vanaf tienduizend euro is de auto verkrijgbaar. Lutz: ‘Gezien de interesse, zijn we ervan overtuigd dat de eerste LUVs in 2024 op de weg rijden.’ (SB)

Smartphones en andere elektronische apparaten raken veel sneller versleten dan nodig, zagen ingenieurs en oprichters van Liion Power Jardo Stammeshaus en Reuben Moore. Een deel van de oplossing ligt volgens hen bij de consument: die kan beter voor de batterij zorgen. Daarvoor bedachten Stammeshaus en Moore een apparaatje, Leo genaamd, dat een batterij slimmer helpt te laden. En dat betekent: langzamer laden, pauzes inbouwen en niet tot 100 procent laden, dat versnelt namelijk de slijtage van de batterij. Voor een zo lang mogelijke levensduur blijft de laadcapaciteit van een batterij tussen de 10 en 90 procent. Met Leo gaat een batterij tot 50 procent langer mee, berekende het bedrijf. Leo kan praktisch alle elektronische apparaten tot honderd watt en met een usb-poort opladen. Het apparaatje staat standaard op ‘duurzaam laden’, maar een knopje op het apparaat maakt het mogelijk om voor één laadsessie ‘normaal’ te snelladen tot 100 procent zonder het kastje te hoeven loskoppelen. Gelijktijdig ontwikkelt de startup ook een app waarmee de gebruiker extra functies kan instellen, zoals een tijdstop wanneer het laden klaar moet zijn. Stammeshaus: ‘Dit willen we doen op basis van feedback van gebruikers. Ook na aanschaf kunnen we samen met gebruikers nog nieuwe functies toevoegen aan Leo.’ Wel moet die gebruiker stevig in de buidel tasten. Leo kost namelijk 81 euro per stuk. Bestellingen plaatsen kan al, met korting, de levering van de eerste vijfduizend kastjes volgt dan in de eerste helft van 2024. De volgende stap voor Liion Power is om ook slimme laadtechnologie te ontwikkelen voor grotere batterijen, zoals in scooters en e-bikes. (SB)

foto : luvly ; liion power

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Rijden op plastic afval Autorijden zonder benzine of diesel te tanken? De Nederlandse kunstenaar Gijs Schalkx laat dat prachtig zien door zelf brandstof te maken uit plastic afval. Centraal in het werk van Gijs Schalkx staat dat hij de energieinfrastructuur inzichtelijk maakt die veel mensen voor lief nemen. Twee jaar geleden sprak De Ingenieur Schalkx over zijn slootmotor. Om twintig kilometer op deze brommer te rijden, moest hij eerst acht uur in een sloot schoffelen om natuurlijk methaangas te oogsten. Nu ligt zijn aandacht bij een andere vorm van brandstof. ‘Ik had een heleboel plastic afval liggen en dat is natuurlijk gewoon olie’, vertelt Schalkx. ‘Het plastic afval dat gemeenten inzamelen wordt nog altijd voor een deel verbrand. Dus zolang we als samenleving meer plasticafval produceren dan we recyclen kan ik er net zo goed

44

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

op gaan rijden. Om dat mogelijk te maken ben ik een jaar lang proefondervindelijk gaan bouwen en testen.’ Het resultaat is een soort omgekeerde raffinaderij op het dak van zijn Volvo uit 1983, waarmee Schalkx tijdens de Dutch Design Week 2023 door Eindhoven reed. Schalkx kraakt het plastic in een dichte oven zonder zuurstof bij een temperatuur van omstreeks 700 graden Celsius tot gas. Dit wordt vloeibaar in een condensator en opgeslagen in een brandstoftank. ‘Deze wordt verwarmd door koelwater omdat de brandstof iets dikker is dan diesel. Starten en warmlopen gaat daarom op diesel, evenals het laatste stukje van de rit om te voor-

komen dat de brandstofpomp en de verstuivers verstoppen door de dikkere brandstof’, vertelt Schalkx naast de auto waar een lichte geur van warm plastic omheen hangt. De omgekeerde raffinaderij heeft volgens hem een efficiëntie van ongeveer 50 procent. ‘Ik verwacht dat het niet vervuilender is dan rijden op diesel, aangezien je de hele reguliere brandstofinfrastructuur overslaat. Mijn doel hiermee is echter vooral bewustwording van ons energieverbruik. Je kunt met deze auto zoveel rijden als je afval hebt en je ervaart zelf de consequenties van je uitstoot. Misschien stop ik straks dus wel met autorijden omdat de auto zo vies is.’ (PS)

foto : gijs schalkx


Rolf zag een grootheid

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Tandwielen en kettingen

Warmtebatterij Terwijl de gas- en elektriciteitsprijzen de pan uit rijzen, worden zonnecellen steeds goedkoper. Het Britse bedrijf Caldera zet goedkope en duurzame zonne-energie om in warmte voor industriële processen. Veel bedrijven verbruiken nog altijd veel gas om heet water en stoom te genereren. Dat geldt onder meer voor processen in onder meer de farmaceutische, papieren voedselindustrie en in brouwerijen. Caldera wil die gasproductie geheel of gedeeltelijk vervangen door elektriciteit uit zonnecellen. Die zijn te installeren op het fabrieksterrein, het dak of op een stuk land in de omgeving. De stroom gaat via een privékabel naar de fabriek. De goedkoop opgewekte elektriciteit wordt omgezet in warmte en opgeslagen in een reeks grote warmtecellen ter grootte van flinke olievaten. De cellen zijn gevuld met een composietmateriaal van gerecycled aluminium en basalt, oftewel goedkoop vulkanisch gesteente, in vacuümisolatie. Dit materiaal kan heel efficiënt temperaturen van 200 tot 500 graden Celsius vasthouden. Door het materiaal heen lopen enkele elektrisch geleidende buizen die de warmte afgeven en waterbuizen om warmte op te nemen. De warmte wordt on demand vrijgegeven als heet water of stoom met een temperatuur van 80 tot 200 graden Celsius. Volgens een analyse van energieconsultant Gemserv zou het systeem de bedrijfsenergierekening met 45 procent kunnen verminderen. Die berekening is gebaseerd op een bestaand Brits voedselproductiebedrijf dat een eigen zonnepark van zeven megawatt gebruikt. De installatie zou ruim een miljoen euro per jaar besparen en zichzelf binnen zes jaar terugverdienen. Dit zou bovendien leiden tot een besparing van duizend ton CO2 per jaar. Caldera richt zich in Groot-Brittannië op fabrieken die industriële stoom gebruiken, wat goed is voor ruim 30 procent van het landelijke industriële energieverbruik. Het bedrijf kreeg 4,9 miljoen euro van de UK Department for Energy Security & Net Zero om een demonstratiesite te bouwen. Daarnaast hebben ze ongeveer een miljoen euro opgehaald bij investeerders. (PS)

FOTO : CALDERA ; ROBERT LAGENDIJK ( PORTRET )

Dus de spanning in de ketting stelt de elektrische spanning voor... En hoeveel ketting er langs ‘stroomt’ is dan de elektrische stroom… En dit stroef lopende tandwiel een ‘weerstand’. Dat is best slim bedacht als analogie. Voor me ligt Spintronics. Het is moeilijk te zeggen wat Spintronics precies is. Een bordspel? Een lespakket? Het is in ieder geval erg mooi. Een prachtige steampunk-verzameling van kettingen en tandwielen die je magnetisch op een speelbord neerzet om ‘schakelingen’ te maken. Er zit een stripboek bij over een meisje dat de tijd wil vertragen met tandwielen en klokken, afgewisseld met opdrachten om zelf schakelingen te maken die zij nodig heeft. Wat Spintronics anders maakt dan bijvoorbeeld educatief materiaal zoals Spektro, dat met schakelingen werkt waar echte elektriciteit doorgaat, is dat het is gebaseerd op analogie. Enerzijds is Spektro ‘echt’, anderzijds blijven de spanning en de stroom onzichtbaar, terwijl de mechanische analogie van Spintronics die juist tastbaar maakt. Wanneer werken analogieën bij leren? Naar die vraag is veel onderzoek gedaan. De analogie moet bekend zijn: als een leerling niet weet hoe water onder druk stroomt, helpt het niet om dat als analogie voor elektriciteit te gebruiken. De analogie moet passen: een pomp is een batterij en een spons is een weerstand, maar wat is een lek in de waterleiding? Daarvoor is bij stroom geen equivalent. Het mooie aan Spintronics is dat zelfs wie de mechaniek van tandwielen en kettingen nog niet helemaal kent, die gewoon kan zien en voelen. Maar er is ook een probleem: een opstelling die in Spintronics een serieschakeling beschrijft, ziet er uit als een parallelschakeling. Dat kan verwarrend zijn voor leerlingen die dat verschil juist moeten leren. Ik zeg bewust ‘kan’, want of het verwarrend of juist verhelderend is voor leerlingen, is nog niet onderzocht. Ik zou dat graag doen, want dat helpt mij als docent om in te schatten wanneer welke analogieën werken in mijn onderwijs. Ik laat Luuk (10) een aantal dagen met Spintronics spelen. Hij laat trots zien hoe de (mechanische) condensator op- en ontlaadt wanneer hij een (mechanische) schakelaar overhaalt. Ik vraag hem of hij zijn gemaakte opstelling kan tekenen als schakeling. ‘Waarom zou ik dat doen, ik wil gewoon verder spelen.’ Daar zit ook wat in. Misschien laat (mijn?) toekomstig onderzoek zien dat Spintronics een perfecte analogie is voor middelbare schoollessen in elektriciteit, maar hier thuis is het nu gewoon erg mooi bouw- en puzzelspeelgoed en dat alleen is al geweldig. PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien. Rolf Hut is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

45



Wat drijft de hedendaagse ingenieur?

Jamilla den Haan (26, links, master chemical engineering) en Sarah Kleijn (30, rechts, master civiele techniek) werken bij Tata Steel in IJmuiden. Van binnenuit dragen zij op verschillende manieren, bij aan duurzamere processen van het bedrijf.

‘In zo’n enorm bedrijf heb je meer impact’ Tekst: Jim Heirbaut • Foto: Bianca Sistermans

Jamilla den Haan: ‘Als ik vertel dat ik bij Tata Steel werk, zeggen mensen soms: “O, oké”, en dan is het einde gesprek. Het lijkt alsof ze me veroordelen omdat ik bij Tata werkt, terwijl ik met de beste bedoelingen naar mijn werk ga om bij te dragen aan de verduurzaming.’ Sarah Kleijn: ‘Dat er een negatief beeld heerst snap ik ook wel, want veel mensen maken zich oprecht zorgen over het klimaat. Maar het is jammer dat de positieve dingen die we doen soms onderbelicht blijven. Toch merk ik wel dat het publiek steeds beter inziet hoe het precies zit. Iedereen gebruikt staal, dus dat zal ergens moeten worden geproduceerd. Alleen dat moet wel duurzamer.’ Factor duurzaamheid JdH: ‘Samen met drie anderen zit ik in het bestuur van de Green Teams, groepjes werknemers die projecten doen om Tata Steel duurzamer te maken. Dit is drie jaar terug van onderaf ontstaan vanuit de behoefte van Tata-mensen om mee te werken aan verduurzaming. Niet elke medewerker komt daar in zijn dagelijkse werkzaamheden mee in aanraking. Elk half jaar starten er vijf projecten van een half jaar, bijvoorbeeld over duurzamere arbeidsomstandigheden of geluidsreductie bij grondstoffenverwerking, waar de omgeving best last van heeft.’ SK: ‘Ik zit in de Young Board van Tata Steel, zes jonge medewerkers die de Raad van Bestuur gevraagd én ongevraagd advies geven over allerlei onderwerpen, waaronder duurzaamheid. Soms komen wij met een idee voor een project, waarmee dan een Green Team aan de slag gaat. Zo zagen we dat bij onderhoudsprojecten de factor duurzaamheid nog niet zo op de radar stond. Dat hebben we bij het bestuur aangekaart en dat is nu bij een Green Team terechtgekomen.’

JdH: ‘Ik bemoei me met de Green Teams omdat ik duurzaamheid megabelangrijk vind en heel erg een mensenmens ben. Ik maak me altijd druk om mensen. Wat vinden ze, hoe voelen ze zich? We verbinden mensen in het bedrijf die normaal gesproken niet met elkaar in aanraking zouden komen.’ SK: ‘En ik zet me in voor duurzaamheid omdat ik van flinke uitdagingen houd. Ik doe natuurlijk mijn best in mijn werk, maar ik wil ook graag op een andere manier impact maken. In zo’n enorm bedrijf als Tata gaat verandering langzamer, maar is de impact uiteindelijk groter’ Aan tafel! De twee Tata-werknemers gaan soms ook het gesprek aan met de kritische buitenwereld, zoals in de talkshow Op1 en met activisten van Greenpeace en Extinction Rebellion. SK: ‘We hoorden dat Greenpeace een demonstratie had gepland en toen zijn we met 150 Tata-mensen bij ze op bezoek gegaan om te praten. Waarom staan we altijd tegenover elkaar? Kunnen we niet samenwerken? Eigenlijk zijn we het gewoon met elkaar eens dat staal maken duurzamer moet. Toen belde Op1 en ik vond het wel fijn om ook daar ons verhaal te kunnen doen.’ JdH: ‘Ik zat op een open dag van Tata in een paneldiscussie met mensen van Greenpeace en Extinction Rebellion. Dat was pittig, want het ging flink tegen elkaar in, met veel emotie aan beide kanten. Aan de ene kant de activisten, bij wie het hoog zit. Maar er waren ook Tata-medewerkers en die hebben veel hart voor het bedrijf. Best vaak werken opa, vader en zoon uit één familie hier. Het is soms net een familiebedrijf. Ja, er kwam een hoop emotie los. Maar voor het eerst waren beide standpunten naast elkaar in één zaal te horen, dat was al winst.’ • DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

47


BOUWKUNDE T E K S T: M E R I Ç K E S S A F E N L E Y L A V A N D E R W A A R D E

FOTOGRAFIE: ART

Uit het reisdagboek van het Architectural Recovery Team

‘Wennen doet verwoesting nooit’ Met financiële hulp van onder meer KIVI werken studenten uit Delft aan huisvesting voor aardbevingsslachtoffers in Turkije. Op 6 februari van dit jaar werd het grensgebied van Turkije en Syrië getroffen door een verwoestende aardbeving. Daarbij kwamen tienduizenden mensen om het leven en raakten meer dan elfduizend gebouwen verwoest. Bouwkundestudenten van de Technische Universiteit Delft besloten om hulp te bieden en richtten het Architectural Recovery Team (ART) op, met als doel aardbevingsbestendige

noodhuisvesting te ontwerpen, bouwen en plaatsen. Afgelopen maand bracht een delegatie van het team een tweede bezoek aan het rampgebied in de Turkse provincie Hatay, onder meer om afspraken te maken met belanghebbenden om een eerste prototype te bouwen en de behoeften te peilen. Voor De Ingenieur hielden de teamleden een reisdagboek bij. Daaruit publiceren we hier enkele fragmenten.

DAG 1 | Dinsdag – Documentaire De focus ligt vandaag op het filmen van een documentaire voor de NPO. De tv-makers willen de nasleep van de aardbeving vastleggen en laten zien waaraan het geld van Giro 555 is uitgegeven. Na een korte nachtrust verlaten we samen met de filmploeg om zeven uur het hotel in Gaziantep. Drie uur rijden later stoppen we in Tepehan, een dorpje in de bergen vlakbij Antakya, waar de breuklijn zichtbaar is en de aarde letterlijk uit elkaar is gescheurd. Het is zeer indrukwekkend om te zien met hoeveel ‘geweld’ de aardbeving gepaard is gegaan. Na de lunch gaat de reis verder naar het dorp Karsu, waar ons eerste prototype zal komen te staan. Met de documentairemakers spreken we over de architectonische problemen die de enorme verwoesting in de hand hebben gewerkt en de oplossingen die we met ons ontwerp voor ogen hebben.

’s Avonds maken we nog een kleine wandeling door het dorp om te kijken of we een paar families kunnen vinden die we bij het vorige, korte bezoek in juli hebben ontmoet. Op het dorpsplein komen we spelende kinderen tegen. Ze herkennen ons nog. Samen lopen we door het dorp en we worden uitgenodigd om te blijven eten. De vrouwen zijn net terug van het olijven plukken in de olijfgaard en samen hebben ze een heerlijke maaltijd klaargemaakt die we op het tapijt eten. De dag eindigt met onze aankomst bij de container waar we de komende vier nachten zullen slapen.

Tepehan, een dorpje in de bergen vlakbij Antakya, waar de breuklijn zichtbaar is (links). Het ART-team is opgericht door Leyla van der Waarde en Meriç Kessaf (derde en vierde van links, rechterfoto). 48

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023


meer leven op straat dan drie maanden geleden. In de middag praten met wat ambtenaren van de gemeente Hatay. We proberen inzicht te krijgen in de voortdurende inspanningen en uitdagingen en bespreken mogelijke plekken voor ons prototype. Twee plekken komen naar voren, met duidelijke behoefte aan hulp voor de langere termijn. We zoeken contact met de burgemeesters van Defne en Samandag, om de mogelijkheid van een toekomstige ontmoeting en samenwerking te onderzoeken. ’s Avonds volgt nog een werksessie in de plaatselijke cafetaria van Altinözü, waar kinderen en studenten overdag en ’s avonds kunnen werken.

DAG 2 | Woensdag – Plek voor het prototype Vandaag staat in het teken van een reeks bijeenkomsten om inzicht te krijgen in de huidige situatie en de planning voor huisvesting op lange termijn. Onze eerste stop is een bezoek aan Antakya en zijn kapali carsi, letterlijk vertaald ‘de gesloten bazaar’. In juli waren we hier ook al. Terwijl we door de stad lopen, nemen de emoties en aanvankelijke schok bij het zien van alle verwoesting langzaam af, maar wennen doet het niet. We richten ons op de nasleep van de aardbeving. Een paar middenstanders hebben hun buurtwinkel weer geopend en we zien dat mensen hun leven weer hebben opgepakt. Er is

Het leven komt weer op gang in de bazaar na de verwoesting.

Aardbevingsbestendig huis: modulair en flexibel Eind november heeft het Architectural Recovery Team het ontwerp gepresenteerd voor een betaalbaar en veilig huis voor aardbevingslachtoffers in Turkije. Op basis van gesprekken met getroffen bewoners en in samenspraak met architect Hena Micoogullari van Alphen is gekozen is voor een prefab-modulair en flexibel concept. Dat bestaat uit een vast kernblok met elektriciteit en water, twee essentiële voorzieningen. Aan dit blok kunnen

verschillende losse blokken worden geschakeld, zodat de woning geschikt kan worden gemaakt voor allerlei soorten gezinssamenstellingen. Omdat veel bewoners van het gebied bij de ramp invalide zijn geraakt, zijn de woningen rolstoelvriendelijk. Ze kunnen op verschillende soorten ondergrond worden neergezet en voor de bouw ervan worden zoveel mogelijk lokale materialen gebruikt, inclusief puin dat na de aardbeving is achter-

gebleven. Omdat de behoefte aan met name langetermijnoplossingen groot bleek, is het concept volgens de bedenkers geschikt om langdurig in te wonen. In het voorjaar van 2024 wordt het eerste prototype gebouwd, in een dorp in de getroffen provincie Antakya. Een gezin gaat er vervolgens twee maanden wonen, waarna het model op basis van de ervaringen van deze eerste proefbewoners nog kan

worden aangepast. Vanaf mei neemt een lokale fabriek de verschillende woonelementen in productie. Voor de financiering loopt een crowdfundingscampagne, die al enkele duizenden euro’s opleverde. Voor het bouwen van het prototype en het beschikbaar stellen ervan aan één gezin is echter veertigduizend euro nodig. Meer donaties zijn dan ook welkom. Ga daarvoor naar de website architecturalrecoveryteam.com. (PD)

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

49


BOUWKUNDE

ART-leden ondertekenen het protocol dat de samenwerking met de gemeente bekrachtigt.

DAG 3 | Donderdag – Samenwerkingsovereenkomst De dag begint met de aankomst van Bengüsu, ons teamlid uit Istanbul. Nadat we haar een glimp van de omgeving hebben laten zien, vertrekken we naar de gemeente Altinözü, waar we een ontmoeting hebben met de stadsarchitect en de burgemeester. We spreken over ons ontwerp en de resultaten van onze laatste excursie. De gesprekken verlopen goed en we tekenen een protocol waarin de samenwerking tussen onze stichting en de gemeente wordt vastgelegd. Aan het eind van de bijeenkomst komt het dorpshoofd erbij. Op verzoek van de burgemeester laat hij ons alle mogelijke kavels zien voor de bouw van ons eerste prototype. Natuurlijk ontmoeten we ook zijn familie. We hebben het gevoel dat we voorzichtig moeten zijn als we met de dorpsbewoners praten. Omdat we nog niet zeker zijn waar ons prototype komt, willen we waken voor te hoge verwachtingen. Bij onze laatste stop ontmoeten we een vrouw die haar man en zoon bij de aardbeving in Antakya heeft verloren; ze woont nu in het dorp met haar twee dochters en grootouders. Ze logeren in tijdelijke onderkomens vlakbij de moskee, omdat ook de beide huizen van de grootouders in het dorp zijn verwoest.

KIVI Stichting Studie- en Reisfonds Het werkbezoek van de Delftse studenten aan het rampgebied in Turkije is deels gefinancierd vanuit KIVI’s Stichting Studie- en Reisfonds. Met dit fonds wil KIVI studenten financieel ondersteunen en bijdragen aan hun toekomst. Elk jaar is er ruimte voor dertig studenten, die een vergoeding tot duizend euro kunnen krijgen om in het buitenland stage te lopen of af te studeren. Ook bij een studiereis kan Stichting Studie- en Reisfonds helpen.

50

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

DAG 4 | Vrijdag – Vuilstortplaats Antakya Onze laatste volledige dag is gevuld met het documenteren van de locatie en het interviewen van de dorpsbewoners. We worden wakker in een erg koude container en merken dat onze spullen nat zijn vanwege de hoge luchtvochtigheid en het gebrek aan isolatie. Na een ontbijt bij de plaatselijke bakkerij, die wordt gerund door uitsluitend vrouwen, rijden we naar het centrum van Antakya, om nog wat extra plekken te documenteren en te zien hoe in de stad nog altijd puin wordt geruimd. Op weg naar het centrum van Antakya stoppen we bij de vuilstortplaats, waar al het puin uit de stad naartoe is gebracht. De aanblik is pijnlijk. Mensen zijn er bezig staal, raamkozijnen, plastic en kleding te scheiden. Waar wij vanwege het asbestprobleem in Antakya voortdurend worden gemaand om beschermende kleding te dragen als we in de buurt van het stof van een gesloopt gebouw komen, zien we dat de mannen totaal onbeschermd op de stortplaats bezig zijn.


DAG 5 | Zaterdag – Containerkamp Tijd om de koffers te pakken. We verlaten de container waar we de afgelopen vier nachten hebben doorgebracht. Het was goed om hier te slapen en zo iets beter te begrijpen hoe de mensen, die na de aardbeving hun huizen verloren, in dergelijke ‘schuilplaatsen’ leven. Van thermische isolatie is nauwelijks sprake en de wanden zijn zo dun dat we binnen de container alles konden horen wat er buiten gebeurt. Warm water is er alleen in de douche en het kraanwater lijkt wel witgekalkt, een gevolg van een overmatige hoeveelheid chloor. De gastvrijheid van onze ‘buren’ was hartverwarmend, het contact met hen gaf ons een geruststellend gevoel van veiligheid. We drinken een laatste kop koffie voor hun container. Als we het containerkamp hebben verlaten, bezoeken we het dorp nog een laatste keer. We maken nog wat beelden en nemen afscheid, onder meer van het dorpshoofd in zijn winkeltje.

Terugkijkend was het een week met verschillende hoogtepunten. Ten eerste het ondertekenen van een protocol met de plaatselijke gemeente om een plek te krijgen voor ons eerste prototype, ten tweede de gesprekken met de mensen voor wie we een huis gaan bouwen. En als laatste: worden geïnterviewd door twee grote televisiezenders om meer bekendheid te geven aan onze stichting. De verwoesting is nog altijd immens groot en we zullen hier dan ook zeker terugkeren. Met de reisbeurs van KIVI hebben wij deze reis kunnen realiseren en daar zijn wij dankbaar voor. Die stelde ons in staat om belangrijke stappen te zetten in ons project. We hebben nu een duidelijke visie over hoe de locatie van ons prototype eruit zal zien, wat ons alleen maar verder motiveert om door te gaan met onze missie: het versterken van door aardbevingen getroffen gemeenschappen door gezamenlijke innovatie gericht op het bieden van veilige en duurzame huizen. •

Stortplaats vol puin uit Antakya.

In de middag bezoeken we het dorp Karsu opnieuw. Bengüsu en het dorpshoofd gaan het dorp rond om de vier of vijf percelen te documenteren waar ons prototype kan worden geplaatst. Meriç en Leyla maken intussen video’s ter documentatie. We brengen ook tijd door met de lokale bevolking. Met de hulp van de kinderen in het dorp leren we meer over de manier waarop men hier leeft en wat de dagelijkse routines zijn. De dag wordt afgesloten met een diner bij het dorpshoofd. Zijn vrouw en dochter hebben een heerlijk diner klaargemaakt. Zij logeren bij de moskee omdat hun eigen huis de aardbeving niet heeft doorstaan. Al etend praten we over de toekomstige wederopbouw van de dorpen. Daarna gaan we nog even langs bij een ander gezin, om van hun te horen over hun situatie en wensen.

Leden van het ART-team voor hun onderkomen in het kamp in Altinözü. DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

51


De Ingenieur in gesprek

Mary-Jane Rubenstein vraagt zich af waarom de ruimte een oplossing is voor alle problemen

‘Hebben wij het recht oneindig te bestaan?’’ Zonder het door te hebben, gebruiken tech­miljardairs als Elon Musk en Jeff Bezos behoorlijk religieuze taal als ze hun langetermijnplannen uit de doeken doen, constateerde de Amerikaanse filosoof Mary­Jane Rubenstein. Toch is het volgens haar maar de vraag of we de redding van de mensheid in de ruimte moeten zoeken. Tekst: Jean­Paul Keulen

Wie leest over de werkomstandigheden bij Jeff Bezos’ Amazon of Elon Musks bizarre pogingen om X, voor­ heen Twitter, naar zijn hand te zetten, zou niet zeggen dat deze twee miljardairs van plan zijn de mensheid te redden. Niet door de problemen hier op aarde aan te pakken, maar door uit te wijken naar de ruimte. Dit bleef tot nu toe beperkt tot het lanceren van raketten en satel­ lieten uit de keukens van Musks SpaceX en Bezos’ Blue Origin – een opmaat naar permanente bases in de ruimte en op Mars. De logische vraag is in hoeverre die grootse plannen technisch haalbaar zijn. Mary­Jane Rubenstein, hoogleraar religiewetenschappen en wetenschap in de samenleving aan de Wesleyan University in Connecti­ cut, kijkt er in haar recente boek Astrotopia met een heel andere blik naar. Wanneer besefte u, dat u als wetenschapper die zich vooral veel met religie bezighoudt, iets te melden heeft over de ruimtevaartplannen van tech-miljardairs?

‘Dat was toen ik hoorde dat de Japanse modeontwer­ per Yusaku Maezawa alle zitplaatsen had opgekocht aan boord van Elon Musks Starship, dat zijn passagiers in een baan rond de maan zou brengen. Maezawa’s plan was om acht kunstenaars mee te nemen, die dan vanuit de ruimte de aarde op zo’n manier zouden weergeven dat de mens­ heid zich eindelijk zou herpakken en iedereen elkaar in de armen zou sluiten. En ik dacht: dat hebben we eerder gehoord. Toen in het Apollo­tijdperk de eerste foto’s ver­ schenen van de hele aarde, genomen vanuit de ruimte, 52

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

zouden die ons ook gaan verenigen en ervoor zorgen dat oorlogen werden beëindigd en de milieucrises werden opgelost. Daarom begon ik me af te vragen: waarom is de ruimte voor zoveel mensen een plek die een oplossing voor al onze problemen lijkt te bieden? Zelfs mensen die totaal niet gelovig zijn, beginnen zich dan van verheven, ‘hemelse’ taal te bedienen, met woorden als ‘eeuwigheid’, ‘de goden’, ‘onze lotsbestemming’, enzovoort. En toen be­ gon ik de ruimte te zien als een plek waarover religieuze beloften worden gedaan.’ Maar hoe oprecht zijn die grote ruimteondernemers als ze zo beginnen te praten? Proberen ze niet gewoon een lucratieve onderneming te rechtvaardigen?

‘Dat religieuze taal wordt gebruikt om iets te rechtvaar­ digen, is niet nieuw. Denk aan de verhalen die de Europe­ anen zichzelf vertelden toen ze de Nieuwe Wereld gingen veroveren. Ze hádden kunnen zeggen: “We moeten naar Amerika om al die specerijen, al dat goud en al dat land in te pikken.” Maar dat had de hele onderneming niet ge­ rechtvaardigd. Daar hadden ze paus Alexander VI voor nodig, die zei: “Het is jullie plicht om zielen te redden; om dit land voor Christus in bezit te nemen.” Nu wil ik best geloven dat Musk, Bezos en al die bedrijven die delf­ stoffen willen gaan winnen op planetoïden oprecht zijn. Dat het idealistische kapitalisten zijn die geloven dat het heel goed samengaat om een enorme hoeveelheid geld te verdienen én iets geweldigs voor elkaar te krijgen. Dat betekent alleen niet dat ze het bij het rechte eind hebben.’


2006: promoveert in de filosofie aan de Columbia University in New York 2006 – heden: universitair hoofddocent, later hoogleraar aan de Wesleyan University in Connecticut. Haar leer­ stoelen zijn religie en weten­ schap in de samenleving 2017: wint de Wesleyan Binswan­ ger Prize for Excellence in Teaching 2009 – 2022: publiceert de boeken Strange Wonder, Worlds Without End, Pantheologies en Astrotopia

‘Ik denk dat ze zich er totaal niet van bewust zijn hoe religieus ze klinken als ze in feite eeuwige verlossing beloven aan de mensen die hen volgen. Ik bedoel: we staken altijd de draak met mensen die rondliepen met een bord waarop stond: “Het einde is nabij, geloof in een andere wereld!” En dat is precies wat die astronomisch rijke mannen nu roepen.’ Wel zit er verschil in de zienswijze van Musk en die van Bezos, schrijft u in uw boek Astrotopia.

‘Ja, ze worden vaak op één hoop geveegd, maar ze hebben verschillende ideeën over wat het probleem is en hoe dat moet worden opgelost. Wat Musk betreft, is het probleem dat een ramp ooit de mensheid op aarde zal uitroeien – een inslag van een planetoïde bijvoorbeeld. foto : rachel liu

Daarom hebben we een reserveplaneet nodig en Mars is dan de beste optie. En vanaf Mars kan de mensheid dan later andere planeten gaan koloniseren, verder weg. Bezos maakt zich geen zorgen om een planetoïde-inslag, maar om de steeds grotere hoeveelheid energie die we gebruiken. Je kunt dan natuurlijk zeggen, zoals milieubewegingen al tijden doen: oké, dan moeten we minder energie gaan gebruiken. “Ja, maar dat is saai”, zegt Bezos dan. In plaats daarvan wil hij de last van de aarde verlichten door een deel van de mensheid te verplaatsen naar ruimtekolonies tussen de aarde en de maan en de zware industrie naar planetoïden. Dat zou de aarde dan groener, schoner en fijner maken.’ Heeft u meer met Bezos of met Musk?

‘Ik ben een nerd en dat is Bezos ook. Hij denkt systematisch en zet zijn plannen op een heldere manier uiteen. Ook zou ik liever de aarde in haar oude glorie herstellen dan haar opgebruiken en achterlaten, zoals Musk wil.

t

Nu lijken die tech-miljardairs me geen mensen met een uitgesproken religieus wereldbeeld.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

53


QUOTE

We kunnen onze energie beter steken in het zo lang mogelijk leefbaar houden van de aarde

Ik weet alleen niet of Bezos’ manier om onze planeet te redden de juiste is. Daarvoor zou ik onderzoek moeten zien naar wat voor schade zijn plannen met zich meebrengen. Wat doen al die raketten van Blue Origin bijvoorbeeld met de bovenste lagen van de atmosfeer? Hoeveel materialen moeten we hier op aarde delven om ze te kunnen bouwen? Wat zijn de kosten en de baten voor het milieu? Ik heb naar zo’n analyse gevraagd, maar ik geloof niet dat iemand daarmee bezig is. Wat toch gek is, voor een bedrijf dat zegt de aarde te willen redden en waar genieën werken die alles wat ze maar willen kunnen uitrekenen.’ En wat vindt u dan van de logica achter de plannen van Musk: dat we de mensheid over meerdere planeten moeten verspreiden om onze overlevingskansen op de lange termijn te verhogen?

‘Daar zitten twee belangrijke aannamen achter, waar het zelden over gaat. Ten eerste moet je rechtvaardigen waarom de mensheid niet zou mogen uitsterven. We kunnen niet zomaar aannemen dat we belangrijker zijn dan alle andere soorten die ooit op aarde of in het heelal zijn ontstaan en daarom het recht hebben om oneindig lang te blijven bestaan. Misschien is dat zo, maar dat moet je dan wel onderbouwen. Ten tweede is het de vraag of de ruimte per se de redding van de mensheid moet worden. Misschien kunnen we onze energie toch beter steken in het zo lang mogelijk leefbaar houden van de aarde.’ Maar zou het niet alle twee kunnen: de aarde leefbaar houden én de ruimte verkennen? 54

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

‘Dat zou inderdaad het doel moeten zijn: de gezondheid van de aarde in het oog houden én de ruimte verkennen. Want het is zeker zo dat de kennis en de technologie die de ruimtevaart oplevert de aarde kunnen helpen. Maar dat laatste gebeurt niet automatisch; daar moet je je voor inzetten. En dat zouden die extreem rijke, witte, hoogopgeleide mannen prima kunnen. Dus ik zou tegen ze willen zeggen: beperk je niet tot retoriek, maar laat echt zien welk probleem je gaat verhelpen, hoe je dat gaat doen en wie je daarmee helpt.’ Bezos zou u met die argumentatie misschien over de streep kunnen trekken. Maar wat zou u tegen Musk zeggen als u vijf minuten op hem in mocht praten?

‘Laatst zei Musk in een interview dat hij gelooft in het gedachtegoed van Spinoza, die God gelijkstelt aan de natuur. Daarvan uitgaande zou ik Musk aansporen om zijn idee van wat waardevol is uit te breiden van alleen de mensheid naar, in het ideale geval, de hele natuur – of anders naar alle levende wezens.’ Stel nu dat Musk gelijk krijgt: de aarde is veranderd in een post-apocalyptische woestenij, op Mars is een leefbare nederzetting gebouwd. Zou u hier blijven of naar Mars verkassen?

‘Ik zou graag geloven dat ik ervoor zou kiezen hier achter te blijven. Dat ik mezelf zou aanpassen aan de omstandigheden op aarde, in plaats van een andere planeet zich te laten aanpassen aan mijn behoeften. Dat gezegd hebbende kan ik niet garanderen dat ik niet voor de gemakkelijke weg zou gaan als puntje bij paaltje komt...’ • foto : kristin miller


UIT DE VERENIGING Een greep uit het nieuws en het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).

Rubber revisited Rubber is overal: denk alleen al aan auto- en fietsbanden, regenlaarzen of de afdichting van het koffiezetapparaat. Voor elke toepassing bestaat een specifiek soort rubber. Om het materiaal duurzaam te maken, zijn hergebruik en de inzet van biologische grondstoffen noodzakelijk. In deze webinar maakt Enrico Koggel, co-founder van het Circulair Rubber Platform, de luisteraar wegwijs in de wereld van rubber, rubberrecycling en biobased additieven. Webinar: Circulariteit in de rubberindustrie, 13 december, 12.00-13.00, kivi.nl/ afdelingen/werktuigbouwkunde/activiteiten

‘Boegbeeld geotechniek’ Van Seters KIVI-erelid

Lopen met Lopes Wat als lopen niet (meer) gaat? Revalidatie Roessingh in Enschede gebruikt draagbare robotica om mensen opnieuw te leren lopen. Deze technologie wordt ontwikkeld bij de biomechatronics-groep van de Universiteit Twente. Herman van der Kooij, hoofd van deze afdeling, komt langs om over de looprevalidatierobot Lopes te vertellen. Voorafgaand geeft lector podotherapie Marloes Tenten van de Saxion Hogeschool uitleg over de werking van de voeten en wat te doen als lopen niet meer lukt. Science Café: Je beste (robot)beentje voor, Enschede, 14 december, 20.00-22.00 uur, kivi.nl/afdelingen/kst/activiteiten

Op 16 november, tijdens de Geotechniekdag, is Adriaan van Seters benoemd tot erelid van KIVI. Van Seters, momenteel hoofdconsultant bij Fugro, is al sinds zijn afstuderen in 1982 werkzaam in de geotechniek. KIVI-president Jacolien Eijer-de Jong noemde Van Seters in haar lofrede ‘een waar boegbeeld van de geotechniek in Nederland’. Het KIVI-erelidmaatschap is een mooie erkenning voor zijn vele verdiensten, stelde Eijer. ‘Ingenieurs als Adriaan kunnen jongeren inspireren om voor techniek te kiezen en ingenieurs motiveren om zich te blijven ontwikkelen.’ Meer info: kivi.nl/nieuws/artikel/ geotechniek-boegbeeld-adriaanvan-seters-benoemd-tot-kivi-erelid

Gelukkig nieuwjaar! Alle leden van KIVI zijn welkom op de nieuwjaarsborrel in het KIVI-gebouw. We kijken terug op 2023 en proosten op het nieuwe jaar. Met speciale aandacht voor Young Kivi Engineers – want de jeugd heeft de toekomst! Nieuwjaarsbijeenkomst KIVI 2024, KIVI-gebouw Den Haag, 9 januari, 16.30-19.00 uur. BEELD : IMTHAZ AHAMED , VIA UNSPLASH ; UNIVERSITEIT TWENTE ; DEPOSITPHOTOS ; LOOK J . BODEN

Maarten Profittlich (Fugro, links) en KIVI-president Jacolien Eijer flankeren erelid Adriaan van Seters.

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

55


Pion op het geopolitieke wereldtoneel ASML was aanvankelijk vooral een succesvol techno­ logiebedrijf uit Veldhoven, maar groeide uit tot een geo­ politieke factor van betekenis. Journalist Marc Hijink schreef er een boeiend boek over. Tekst: Jim Heirbaut

56

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

Het boek Focus. De wereld van ASML, dat eind oktober verscheen met als onder­ titel Het machtsspel om de meest complexe machine op aarde, vertelt het onwaar­ schijnlijke verhaal over het ontstaan van een Nederlands bedrijf dat met hoog­ technologisch pionierswerk de wereld veroverde. Het gaat over hoe een stel nerds in de jaren tachtig door het grote Phi­ lips op een zijspoor werd gezet met hun ideeën over een lithografiemachine. En hoe daaruit wonder boven wonder tóch een goed draaiend bedrijf ontstond, dat de concurrentie aanging met conglomera­ ten in Japan en de Verenigde Staten. Hoe datzelfde bedrijf zijn technologie door­ ontwikkelde en de Canons en Nikons zelfs ver voorbijging. Hoe de grootste chip­ fabriek ter wereld in Taiwan meeliftte op de lithografietechnieken uit Veldhoven en hoe hierdoor in de meest uiteenlopende apparaten die overal ter wereld over de toonbank gaan, wel een chip zit waarvan de geleidende schakelingen zijn afgebeeld met een ASML­machine. En hoe ASML nu een pion is geworden in een geo­ politiek schaakspel tussen de Verenigde Staten, China en Europa. Auteur van het boek is Marc Hijink, technologieredacteur bij de krant NRC. Hij volgt ASML al jaren en sprak voor zijn boek iedereen die ertoe doet. ASML krijgt credits voor de openheid, want Hijink kreeg ook de hoogste bestuurders te spreken voor zijn NRC­artikelen en dit boek. De lastige perioden in het bestaan van ASML zijn ook beschreven, evenals de onorthodoxe, dominante management­ stijl van opperingenieur Martin van den Brink. Met talloze anekdotes laat Hijink zien dat nieuwe ASML’ers erg aan zijn aanpak moesten wennen, maar dat het bedrijf zonder de inzichten en de vast­ houdendheid van Van den Brink lang niet zo succesvol zou zijn geweest. Wat overheerst bij lezen van Focus is toch bewondering voor wat de mensen van ASML voor elkaar hebben gekregen. In de historie van het bedrijf zijn meer­ dere momenten aan te wijzen waarop een uitdaging waarvoor de ingenieurs stonden simpelweg te groot leek. Beste voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van

de EUV­machine, waarbij EUV staat voor extreme ultra violet. Voor fijnere struc­ turen is licht met een kortere golflengte nodig, maar hóe dat voor elkaar te boksen is, bleek extreem lastig. En exotisch: een druppeltje tin van dertig micrometer doorsnede met een krachtige laser laten exploderen. Bij dat proces ontstaat plasma dat het gewenste uv­licht uitstraalt. Klinkt dat op papier al als onmogelijke science­ fiction, de praktische uitvoering is welbe­ schouwd al helemaal niet te doen. Maar ASML dééd het wel. Hoe dat precies ging, heeft Hijink knap beschreven. Een waterscheiding in de geschiedenis van ASML is ook in het boek terug te lezen. In de begintijd is het bedrijf alleen maar bezig met de finesses van de techno­ logie. Hoe krijgen we een nóg weer betere machine voor elkaar, hoe stellen we met onze volgende lithografiestap de chipfa­ brikanten in staat om de Wet van Moore bij te blijven benen? Hoe krijgen we een nieuwe machine zo snel mogelijk aan de praat bij een klant? Maar op een bepaald moment wordt duidelijk dat ASML’s machines een cruciaal element zijn in het produceren van de ingewikkeldste (lees: krachtigste) compu­ terchips. En chips zitten ook in wapens en worden ook gebruik voor artificial intelligence (AI), allebei zaken die bij oorlogs­ voering kunnen worden gebruikt. De Verenigde Staten willen niet dat de meest geavanceerde ASML­apparaten aan China worden verkocht. Dan zouden ingenieurs daar de Veldhovense machines uit elkaar kunnen schroeven en namaken, zo is de angst. Amerika begint achter de schermen druk op Nederland uit te oefenen. Daar­ mee is ASML een pion op het geopolitieke wereldtoneel geworden. Dat is op zijn zachtst gezegd even wennen voor de bazen van het bedrijf. Met Focus biedt Hijink, behalve een boeiende bedrijfsbiografie van ASML, ook een lezenswaardige les over de vermenging van technologie en geopolitieke belangen. Een Engelstalige versie is in de maak. Focus. De wereld van ASML Marc Hijink | 320 Blz. | € 24,99 | e-boek € 12,99


Gerlachs aardappelparadijs De documentaire Gerlach geeft een ontroerend beeld van een eigenwijze akkerbouwer die de wereld om zich heen ziet veranderen. Tekst: Pancras Dijk

Van idylle tot industrie Saskia Sluiter schreef de geschiedenis van een landschap in de IJmond. Tekst: Pancras Dijk

Uitgestrekte bossen, vruchtbare landerijen. Tot ver in de negentiende eeuw schreven dichters in lyrische bewoordingen over de duinvalleien rond Velsen. Aan dit ‘Noord-Hollands Arcadië’ kwam een eind met de aanleg van het Noordzeekanaal. Waar voorheen boeren, tuinders en hun dagloners van oogst naar oogst leefden, en waar enkel in het jachtseizoen de allerrijksten uit de stad vertoefden, daar was het wereldse rumoer ineens niet langer te vermijden. Vanaf 1918 was de idylle voorgoed verleden tijd, met de komst van Hoogovens. De staalfabriek beslaat inmiddels een gebied van achthonderd hectare, van de zeehaven tot aan Heemskerk. Een vijftienhonderd voetbalvelden metend ‘vervuilend fabrieksconglomeraat dat met zijn processen de omgeving vergiftigt’, stelt auteur en beeldend kunstenaar Saskia Sluiter in De Staalwoestijn. Dankzij uitgebreid archiefonderzoek weet Sluiter in het eerste van de drie delen waaruit haar boek bestaat een gedetailleerd beeld te schetsen van wat er met de aanleg van het kanaal – een waterbouwkundig huzarenstuk op zich – en de komst van de staalindustrie verloren ging. Het tweede deel bestrijkt de jaren vanaf de komst van Hoogovens tot aan de oliecrisis van 1973. Hoewel er al in 1953 voor het eerst werd bericht over ‘gasschade’ aan de omliggende gladiolenteelt, was heel Nederland toch vooral trots op het bedrijf in de IJmond. Vanaf het honderdjarig bestaan kwam het verhaal in een stroomversnelling, schrijft Sluiter in haar indrukwekkende boek. Grafietregens, vernietigende rapporten en de noodzaak tot verduurzaming dwingen wat inmiddels Tata Steel heet, te kiezen. De toekomst is nog ongewis, maar zowel sluiting als op termijn ‘groen’ zal als rampscenario worden beschouwd, afhankelijk van wie je het vraagt.

Boer Gerlach boert al een halve eeuw op z’n eigen land. Het erf en de akkers eromheen vormen z’n wereld, met een eigen winkeltje met verse groenten en fruit, Gerlachs Aard­ appelparadijs. Ondanks de reuma in z’n gewrichten zal hij nooit nalaten de zware zakken vol aardappelen in de auto of fietstassen van de klant te tillen. De buitenwereld dringt intussen steeds brutaler binnen in het aardse paradijs van Gerlach. De luchthaven Schiphol grenst aan z’n akkers, de aanleg van een sneltram en nieuwe stroomkabels kost hem een hoek van zijn perceel en dan heeft McDonald’s zich ook nog eens pontificaal gevestigd pal naast zijn eenvoudige woning. Het voornemen van de fastfoodketen om de openingstijden te verruimen tot diep in de nacht en het besluit van de gemeente om daar in weerwil van gemaakte afspraken mee akkoord te gaan, vecht Gerlach tot in de Raad van State aan. Japanners komen aan de deur, in een dikke auto en met een goed gevulde portemonnee. Ze zijn uit op z’n land, om er distributiecentra te bouwen. Gerlach doet niet eens open. Zelfs na honderd jaar boeren is de kleigrond nog zo vruchtbaar. Bouw je het hier vol, dan ben je die grond voor altijd kwijt, weet hij. Tegen andere indringers is het moeilijk vechten. Klimaat­ verandering slaat in Gerlachs paradijs toe als een reeks oudtestamentische plagen. Op sommige dagen is het ineens te heet om op het land te werken, op andere staan de akkers blank, wat in al die jaren nog nooit was voorgekomen. Tar­ we wil niet langer groeien en Gerlach moet overstappen op mais, ook al moet hij eigenlijk niets van dat gewas hebben. Steeds verder voorovergebogen door z’n gekromde wer­ vels loopt Gerlach over zijn akkers, de ogen noodgedwon­ gen gericht op wat hem het dierbaarst is: de grond. Hij heeft altijd pijn, maar klagen doet hij niet: z’n pretoogjes blijken sterker dan alle donkere wolken die boven zijn land drijven. Gerlach. De laatste akkerbouwer 75 minuten | Vanaf 14 december in de bioscoop

De staalwoestijn. Verandering van een landschap, van Hoogovens tot Tata: een geschiedenis Saskia Sluiter | 336 Blz. | € 24,50 foto : cinema delicatessen

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

57


MEDIA

Reclame voor de fabriek Fabrieksfotoboeken vormen een speciale categorie binnen de foto­ boeken. Dat ze vaak experimen­ teel en vernieuwend van opzet zijn, toont het verzamelwerk Factory Photobooks. Tekst: Marlies ter Voorde

58

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

Al sinds het begin van de twintigste eeuw gebruiken bedrijven fotografie om hun werk en innovatiekracht te etaleren. Dit heeft in de loop der tijd een grote verzame­ ling fotoboeken opgeleverd, die vaak van een verrassend hoge kwaliteit en bijzonder origineel zijn. Ook vroeger was de pr van een bedrijf kennelijk al een factor van belang. Fotograaf Bart Sorgedrager verzamelde meer dan 220 van dit soort fotoboeken over fabrieken en bracht ze samen in het boek Factory Photobooks. Dat levert een fraai overzicht op, niet alleen van de ont­ wikkeling van de industrie sinds het jaar 1900, maar ook van de ontwikkeling van de grafische vormgeving en fotografie. De boeken tonen het interieur van de fabriek, de arbeiders en het productieproces. Het doel was al die tijd met name om vertrou­ wen uit te stralen naar potentiële klanten, die normaliter alleen de buitenkant van de fabrieken te zien kregen. Leuk is de variëteit aan bedrijven die Sorgedrager laat zien – variërend van de wapenindustrie tot margarinefabrieken.

De meeste fotografen die dit soort boe­ ken maakten zijn nog altijd tamelijk onbe­ kend, maar er zijn uitzonderingen. Zoals Ed van der Elsken en Paul Huf: zij werkten mee aan het fotoboek Vuur aan Zee over de Hoogovens in IJmuiden. Naast foto’s van de fabrieken zelf (zoals hieronder die van Volkswagen in het Duitse Wolfsburg) toont Factory Photobooks ook promotiemateriaal zoals legpuzzels, ansichtkaarten, plaatjes voor in de stereo­ scoop en verzamelalbums voor sigaren­ bandjes en kleine foto’s om te sparen. Onze huidige supermarkten waren niet de eerste met dat idee. Ook het idee voor een ver­ zamelboek over fotoboeken was niet nieuw, schrijft Sorgedrager in zijn voorwoord. Zo bestaat er een boek over de belangrijkste na­oorlogse fotoboeken, er zijn boeken over fotoboeken over allerlei steden, er zijn boeken over fotoboeken van vrouwen – de lijst is lang. Het wachten is op een boek over deze verzamelboeken over fotoboeken. Factory Photobooks Bart Sorgedrager | 507 Blz. | € 69,95

foto ’ s : volkswagenfabriek wolfsburg


Q&A

Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen, podcasts en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.

Gaat AI de wereld veranderen, ons werk afpak­ ken of misschien de mensheid uitroeien? In de podcastserie Welkom in de AI-Fabriek (BNR Nieuwsradio) schept Ilyaz Nasrullah helderheid. Tekst: Jim Heirbaut

1 2 3 4 5

De familie Kessler bracht de grondleg­ gers voort van Koninklijke Shell en Hoog­ ovens. Daarmee, schrijft Jeroen Koch, stond ze aan de basis van een nieuwe wereld, gebouwd op olie en staal. de kesslers | 496 blz. | € 29,90

Waarom heeft u de podcast gemaakt? ‘Vooral omdat ik zoveel misverstanden over AI zie langs­ komen. Nu heb ik als columnist bij Trouw wel een platform om hierop in te gaan, maar ik kan daar nooit het hele verhaal kwijt. Dat doe ik hier. Je moet de podcastserie dan ook niet zien als een van vele meningen, de inhoud is steeds weten­ schappelijk onderbouwd. Daarnaast vormen de experts die ik spreek een diversere groep dan die meestal aan het woord komt.’ Voor wie is de podcast bedoeld? ‘De eerste associatie is misschien dat het een tech­podcast is, maar zo zie ik het niet. Hij is meer educatief en gaat in op een onderwerp dat een grote impact op de samenleving kan hebben. De podcast is ten eerste gericht op een breed publiek dat in dit onderwerp is geïnteresseerd en er een totaalbeeld over wil krijgen. Tegelijk zit er ook genoeg in voor experts.’

Glenn van der Burg spreekt onder­ nemers en wetenschappers over TNO’s stevige ambities voor de toekomst van Nederland. Waar staan we en waar willen we heen? dit is onze tijd | zes afleveringen op alle podcastplatforms

Wat fascineert u aan dit onderwerp? ‘Hoezeer AI bij veel mensen tot de verbeelding spreekt. Maar ook hoe gemakkelijk mensen in het idee trappen dat AI in de toekomst een existentiële bedreiging voor de mensheid kan vormen. Dat vind ik gek. Alsof je naar de film Lord of the Rings kijkt waarin Sauron het Grote Kwaad is en vervolgens de bioscoop uitloopt en denkt dat Sauron ook buiten die fantasiewereld een bedreiging is. Dat gebeurt nu met AI.’ Wat heeft u zelf geleerd tijdens het maken? ‘Vooral hoe generatieve AI van invloed kan zijn op de toe­ komst van werk. Dit soort scheppende AI is al te gebruiken om games te maken. Het kan beelden genereren, muziek schrijven, tekst oplepelen. Maar zonder alles te verklappen denk ik niet dat iedereen straks werkloos wordt. Wel ver­ wacht ik dat vooral de junior­banen onder druk komen te staan.’ Waarom moeten we hiernaar luisteren? ‘Omdat het onderwerp heel actueel is. De inhoud zal mensen verrassen en je krijgt dingen te horen die je nog niet wist. Als big tech beweert dat AI de wereld fundamenteel zal verande­ ren, moet je je afvragen of dat een wereld wordt die jij leuk vindt. Wat is die visie van AI­makers dan, daar ga ik op in. En welke alternatieven zijn er? Die vragen zijn belangrijk vanuit het perspectief van burgers. En dus zouden politici dit ook moeten beluisteren, om de geluiden van experts te horen.’

foto : anna van kooij

In zijn toneelstuk R.U.R. introduceerde de Tsjech Karel Čapek het woord ‘robot’. MIT combineert een nieuwe vertaling met een reeks hedendaagse essays. r.u.r. and the vision of artificial life 312 blz. | € 18,99

Bij een nieuwe tentoonstelling brengt het Fashion For Good Museum een lessen­ pakket uit met een podcastreeks over duurzame productiewijzen van katoen. fashion for good | op alle podcastplatforms

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

59


Voorwaarts

Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.

Technici wilden tijdens de bezetting vooral blijven werken

Ingenieurs in nazitijd Niet alleen fascistische ingenieurs in Italië en Duitsland werden gedreven door een ‘ideaal’. Ook Nederlandse nationaalsocialisten hadden een visie op de toekomst van de techniek en de rol van de ingenieur. In de praktijk kwam die vooral neer op de uitsluiting van Joodse vakbroeders en slaafse toewijding aan de Duitse oorlogsinspanningen. Het vorig jaar verschenen Technici en de totalitaire verleiding biedt een fascinerend inkijkje in de Nederlandse ingenieurswereld tijdens de bezetting en de nationaalsocialistische opvattingen over technologie. Volgens auteur Hans Schippers, die als historicus verbonden was aan de TU Eindhoven, toonde het theoretische NSB-blad Nieuw Nederland voor de oorlog weinig belangstelling voor techniek. Best opmerkelijk voor een beweging onder leiding van civiel ingenieur Anton Mussert. Die schaarse aandacht laat zich volgens Schippers opdelen in twee visies: ‘Bij de eerste ging het om een soort terug-naar-de-natuur-beweging die alles wat met moderne techniek te maken had met wantrouwen en vaak afkeer bekeek.’ De pro-technische zienswijze in Nieuw Nederland werd uitgedragen door een zekere ‘dr. G.G.’, vrijwel zeker dr. ir. Gerrit de Gelder, NSB-lid en directeur van de mts in Haarlem. Leidersbeginsel In juli 1935 publiceerde De Gelder een van de weinige artikelen in Nieuw Nederland over technologie. Het loont de moeite dit lange betoog in zijn geheel te lezen. Wat opvalt is dat hij vooral heel stellig tégen van alles was: antikapitalistisch, anticommunistisch, antiliberaal, antidemocratisch en – hoewel dat in 1935 nog geen officiële NSB-politiek was – anti-Joods. Lastiger is het eruit op te maken wat voor een ideale maatschappij De Gelder voor ogen stond. Uit de tekst spreekt een diep terugverlangen naar een tijd dat alles nog in orde was. Toen mensen nog werden bezield door ‘een drang naar zelfopoffering’, ‘primitieve gemeenschapsliefde’, ‘kameraadschap’ en ‘eerzucht’. ‘Evenals vroeger bij de gilden moet de arbeider weder trotsch worden op zijn werk, hij moet zich weer een schepper voelen, hij moet de meester worden van de machine en

Een diep terugverlangen naar een tijd dat alles nog in orde was

60

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

niet meer haar dienaar’, aldus dr. G.G.. Het doet tamelijk onschuldig, zelfs een beetje onnozel aan, totdat de schrijver onthult dat zijn gedroomde ‘gemeenschap’ gelijkstaat aan ‘den fascistischen staat’ en dat hij het leidersbeginsel (Führerprinzip) wil doorvoeren in alle geledingen van de maatschappij. Zijn concrete opvattingen over de toekomst van de techniek blijken toch niet zo pro-technisch als Schippers in zijn Technici en de totalitaire verleiding veronderstelt. De Gelder toont zich een uitgesproken tegenstander van mechanisering of automatisering van fabrieksarbeid. Een begrijpelijk standpunt in jaren dat de werkloosheid in Nederland de 20 procent naderde. Technisch Gilde Amper vijf jaar na het verschijnen van het artikel effende de Duitse inval de weg om de ideeën over ‘de techniek en de technicus in den fascistische staat’ te verwezenlijken. Veel zou daar niet van terechtkomen. De NSB richtte in november 1940 het Technisch Gilde op, dat ervoor moest zorgen dat techniek weer ‘een dienende rol in de volksgemeenschap’ zou krijgen. Kort daarop richtte KIVI de Nederlandse Technische Unie (NTU) op, in een poging de NSB en het Technisch Gilde de wind uit de zeilen te nemen. Op 11 juli 1941 vielen agenten van de Sicherheitsdienst het KIVI-kantoor aan de Prinsessegracht in Den Haag binnen. Hun aanvoerder verklaarde KIVI en de NTU tot verboden organisaties. Een paar weken later maakte KIVI een doorstart, waarbij het predicaat Koninklijk werd vervangen door Nederlands. NIVI kreeg door de bezetter de Duitsgezinde ingenieur E.A. van Genderen Stort toegewezen als voorzitter. Onder hem tekende zich – met de uitsluiting van Joodse ingenieurs – de kille en uiteindelijk moordzuchtige praktijk af van het nationaalsocialistische ‘idealisme’. Van de ongeveer 3500 KIVI-leden in


1935 ‘Nu het fascisme ons den weg gewezen heeft naar een betere gemeenschap, den weg naar het terugwinnen van het verloren ideaal, n.l. ons weten en kunnen in dienst van de gemeenschap, nu breekt voor ons ingenieurs de tijd aan, om volle bevrediging te vinden in ons werk.’ Dr. G.G. (waarschijnlijk Gerrit de Gelder) in het nationaalsocialistische maandblad Nieuw Nederland (15 juli 1935).

het midden van 1941, waren er bij de oprichting van het NIVI nog vijfhonderd over. Het ledental liep in de loop van de bezetting verder terug tot 150. Het rechtstreeks aan de NSB gelieerde Technisch Gilde kreeg nauwelijks meer iets voor elkaar. Het bracht het maandblad Technisch Nederland uit en organiseerde de Dag der Nederlandse Techniek. De ‘ideale roeping’ van het ingenieursvak, waarvan De Gelder in 1935 sprak, was in de laatste oorlogsjaren verschrompeld tot een wanhopige oproep de Duitse oorlogsinspanningen te ondersteunen. Tweeslachtigheid Schippers concludeert in zijn boek dat de ‘gelijkschakeling’ van de technische organisaties in Nederland is mislukt: ‘Je zou kunnen zeggen dat in Nederland de meeste ingenieurs niets moesten hebben van nationaalsocialisme of collaboratie met de Duitse bezetter. Net als de meeste technici in Italië en Duitsland wilden zij zoveel mogelijk hun werk en onderzoek blijven doen.’ Door een

systeem van controle en ruime beloning wisten de nazi’s te bereiken dat veel fabrieken en technici voor de Duitse oorlogsinspanningen bleven werken. Schippers illustreert de tweeslachtigheid van de beroepsgroep met twee voorbeelden. Hooggeplaatste Philips-functionarissen speelden informatie door aan het verzet, maar ondertussen produceerde het concern radiobuizen voor radar en communicatie die van groot belang waren voor de Duitse oorlogsmachine. Op de Technische Hoogeschool Delft werd in 1940 gestaakt tegen Jodenvervolging, ook leverden studenten en docenten een belangrijke bijdrage aan het verzet. Tegelijk was op geen enkele universiteit of hogeschool het aantal ondertekenaars van de loyaliteitsverklaring aan de bezetter zo hoog. Een eenduidige verklaring daarvoor is nooit gevonden. Han Baudet (1919-1998) – geschiedenisdocent aan de TH-Delft, oud-verzetsman en opa van Thierry Baudet – stelde dat technici (in spe) vooral gericht waren op hun studie en werk en weinig belangstelling hadden voor de maatschappelijk context van hun vak. •

Waterbouwkundig ingenieur Anton Mussert, leider van de Nationaal Socialistische Beweging tijdens zijn toespraak in het vakbondsgebouw NVhuis te Utrecht bij de viering van het tweejarig bestaan van het Technisch Gilde in 1942. foto : publiek domein / het utrechts archief

DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

61


Startup

Elk jaar beginnen er in Nederland vele ambitieuze startups om met technologie de wereld beter te maken. De Ingenieur gaat bij ze op bezoek.

Naam: Hy2Care Doel: kraakbeenschade helpen herstellen Startjaar: 2014 Aantal medewerkers: 12 (inclusief zzp’ers) Locatie: Geleen/Enschede

Gel voor kraakbeenherstel Kraakbeenschade is pijnlijk en kan hardnekkig zijn. Startup Hy2Care ontwikkelde een gel die natuurlijk herstel faciliteert en nieuwe klachten voorkomt. Tekst: Marlies ter Voorde

Een misstap, een hard aankomende hockeybal of een val: er zijn veel manieren om het kraakbeen van de knie te beschadigen. Een vervelende blessure, want kraakbeen fungeert als schokdemper en als glijlaag die de botten pijnloos langs elkaar laat bewegen. Jaarlijks krijgen miljoenen mensen in Europa en de Verenigde Staten de diagnose ‘traumatisch focaal defect’ in het kraakbeen van de knie. Deze lokale beschadiging veroorzaakt pijn en ontstekingen en kraakbeen herstelt zich slecht. Startup Hy2Care, gevestigd op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen, wil in dat laatste verandering brengen. Het bedrijf ontwikkelde een hydrogelimplantaat dat beschadigd kraakbeen helpt zichzelf te herstellen. ‘En dan vooral nétjes te herstellen’, benadrukt chemisch ingenieur en ceo Leo

Smit, ‘zodat de patiënt niet opnieuw klachten krijgt.’ Sponsstructuur De truc is de sponsachtige structuur die de gel krijgt zodra het in de knie is ingebracht. Op deze ondergrond kan nieuw kraakbeen gestructureerd teruggroeien, in plaats van vanaf de rand van de beschadiging een soort draden te gaan trekken waardoor er littekenweefsel ontstaat. ‘In beide gevallen ontstaat er collageen’, zegt Smit, ‘maar de materiaalstructuur is verschillend.’ Het collageen dat zonder gel teruggroeit is stugger en minder elastisch. Het beweegt daardoor op den duur niet goed mee met het weefsel eromheen. Dat geeft na een paar jaar slijtage, nieuwe defecten en dus klachten.

Werking van de hydrogel (geel). De polymeerketens vormen een web waar de kraakbeencellen vervolgens naartoe migreren. BEELD : HY 2 CARE 62

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

‘Ons implantaat vormt een gelei’, zegt Smit, ‘een soort snot waarin de kraakbeencellen zich kunnen nestelen. Vervolgens eten die cellen de gel op.’ De gel bestaat uit twee polysacchariden (suikerketens) die van nature ook in het lichaam voorkomen: dextraan en hyaluronzuur. Als de gel is ingebracht, gaan deze polymeerketens een interactie met elkaar aan, net als bij tweecomponentenlijm. ‘Het zijn lange ketens waaraan wij zijtakjes van tyramine hebben gemaakt’, zegt Smit. Daarmee kluwen de ketens zich als een web in elkaar en klampen ze zich ook aan het omliggende weefsel vast. ‘De gel lijmt zichzelf in een minuut vast’, zegt chemisch ingenieur en coo Sanna Severins. Daarna raakt het bevolkt met kraakbeencellen. Die vermenigvuldigen zich en hebben na ongeveer een jaar het vulmiddel vervangen. ‘Op de lange termijn kan de gel misschien ook worden ingezet tegen artrose’, zegt Severins desgevraagd. ‘Dan kunnen we bijvoorbeeld medicijnen tegen ontstekingen toevoegen.’ Maar daar is Hy2Care nu nog niet mee bezig, benadrukt ze. ‘We gaan stapsgewijs te werk, we kunnen het ons niet veroorloven te veel dingen tegelijk te doen.’ Paardenproeven Het idee voor de hydrogel ontstond vijftien jaar geleden in de onderzoeksgroep developmental bioengineering van Marcel Karperien van het TechMed Centre van de Universiteit Twente. In 2011 kreeg dit team een startsubsidie van Netherlands Genomics Institute van NWO om de haalbaarheid van een bedrijf te onderzoeken. In 2013 volgden een onderzoeksbeurs van ReumaNederland en een STW-valorisatiesubsidie. Nadat de wetenschappers hadden aangetoond dat zich bij paarden al twee weken


Volgende maand in De Ingenieur Duurzame luchtvaart De luchtvaart moet duurzamer, maar hoe? Wat wordt de groene brandstof die kerosine gaat vervangen? Op verschillende plekken wordt daaraan gewerkt, zeker ook in Nederland.

Chinese kolen Alleen al vorig jaar kwamen er in China honderd steenkool­ centrales bij, met alle uitstoot van dien. Ze zullen biomassa moeten gaan bijstoken en alle uitstoot ondergronds opslaan – anders lopen de klimaatdoelstellingen gevaar, zeggen weten­ schappers.

Draagbare technologie Hoe valt technologie te verwerken in wat we dragen? De Nederlandse modeontwerper Pauline van Dongen heeft zich erin gespecialiseerd. Het uitgangspunt van alle ontwerpen, vertelt ze, blijft het menselijk lichaam. foto : depositphotos

na implantatie kraakbeencellen in de gel nestelden, werd Hy2Care in 2014 opgericht. Toen ook het herstel van het kraakbeen bij paarden in een studie was aangetoond, kreeg de startup in 2019 een Series A investering van 3,6 miljoen euro – met onder de investeerders Brightlands Venture Partners en ReumaNederland. Vorig jaar volgde nog eens zes miljoen euro financiering uit het Accelerator Program van de European Innovation Council. Veiligheid De start van medische studies bij mensen was uitdagend. ‘Die viel namelijk samen met de aanvang van de coronapandemie’, zegt Severins. Een van de complicaties was een tekort aan materialen en componenten. ‘Het transport lag stil en vaccinontwikkelaars

bleken dezelfde materialen nodig te hebben als wij.’ Uiteindelijk kregen de onderzoekers toch alle benodigde onderdelen bij elkaar. Severins: ‘Mede dankzij enkele partners die daar een goede neus voor hadden.’ De eerste testen draaiden om veiligheid. Tien mensen kregen de gel in hun knie bij het kraakbeencentrum van het UMC Utrecht, om het eventuele optreden van ongewenste effecten te signaleren. Toen dat veilig bleek, begon in februari 2023 de medische studie om aan te tonen dat de behandeling werkt. Dit met 36 extra patiënten en twee extra ziekenhuizen: Maastricht UMC+ en het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. Momenteel is Hy2Care bezig met het verkrijgen van goedkeuring voor medische toepassing in Europa en Amerika: de CE- en

Bereiding van de hydrogel in het lab. foto : hy 2 care

FDA-certificering. Severins: ‘Als je die hebt, vinden bedrijven het interessant om samen te werken bij de distributie of licentiëring of zelfs om je over te nemen.’ Smit: ‘Wij willen dat deze uitvinding niet stopt in de laboratoria, we willen zoveel mogelijk patiënten daadwerkelijk helpen. En Europa en Amerika zijn momenteel de grootste markten.’ Preventie De concurrentie om nieuwe investeerders is groot, maar Smit en Severins zijn optimistisch. Severins: ‘Wat wij doen is preventief. Als hiermee ernstiger aandoeningen en toekomstige operaties worden voorkomen, helpt dat ook het zorginfarct tegen te gaan. Dat lijkt me een zinvolle bijdrage aan de maatschappij.’ •

Hy2Care­coo Sanna Severins en ceo Leo Smit. foto : juul photography / hy 2 care DECEMBER 2023 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Acht lastige vragen aan zangeres en actrice Lucretia van der Vloot. Vanaf deze maand trekt ze het land door met de musical Man van La Mancha, waarin ze de rol van Don Quichots denkbeeldige geliefde Dulcinea vertolkt.

Tekst: Pancras Dijk

64

Wat is het laatste dat u heeft gerepareerd?

‘Repareren laat ik aan anderen over, veel verder dan een kastje van IKEA in elkaar zetten kom ik niet. Waar ik juist wel goed in ben, is het instellen van telefoons en televisies. Op de een of andere manier heb ik daar het geduld voor.’

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens wat slims moeten uitvinden?

‘Vooral in arme landen ligt er nog zoveel plastic afval op straat. Het zou fijn zijn als ze iets uitvinden waardoor dit op een leuke manier kan worden ingezameld. Een betere manier om plastic te verwerken is zeer welkom. Hopelijk is er op een dag helemaal geen plastic meer nodig.’

Waarvan denkt u: ik wou dat ik dát had uitgevonden?

‘Eerlijk gezegd denk ik dat de hele dag door. Vooral waar het gaat om dagelijkse apparatuur en hulpmiddelen. Had ik die uitgevonden, dan was ik nu rijk geweest! Wat ik wel zou willen uitvinden is een apparaat waarmee je vlechten in het haar kunt zetten. Dit kost nu altijd zoveel tijd en als dat sneller kon, dan zou dat geweldig zijn.’

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

‘Met kunstmatige Intelligentie (AI) gaan we misschien wel iets te ver. Ik las laatst dat een robot in een ZuidKoreaanse fabriek een medewerker had doodgedrukt. Dat gebeurt toch alleen in films als Terminator?’

Bent u bang dat robots uw werk overnemen?

‘Ja en nee. Ik denk dat liveoptredens altijd blijven bestaan. De coronatijd maakte nog eens extra duidelijk hoeveel behoefte mensen daaraan hebben. Ik vrees wel dat het werk van stemacteurs steeds meer wordt overgenomen door AI. Ze zijn al zo ver met deze techniek dat je het verschil niet meer hoort.’

Van welke fout heeft u het meest geleerd?

‘Als ik had geweten dat mijn moeder nu dement was, dan zou ik met haar hebben willen reizen of haar verjaardag hebben willen vieren in Hotel New York. Maar is dat een fout geweest? Zo loopt het leven nu eenmaal. Ik heb altijd heel veel gewerkt en mijn moeder begreep dat ik de kansen moest pakken als ze zich voordeden.’

Welk sociaal medium zou u niet meer willen missen?

‘Eigenlijk zou ik ze allemaal willen missen, want ze zijn veel te verslavend. Maar als ik ze verwijder, dan heb ik het gevoel dat ik dingen mis. Ik hoop stiekem dat ze allemaal worden afgeschaft, maar vrees dat het alleen maar erger zal worden.’

Tegen welke windmolens vecht u?

‘Windmolens spelen natuurlijk een grote rol in de musical Man van La Mancha. De hoofdpersoon Don Quichot ziet ze in een van de bekendste scènes aan voor reuzen, tegen wie hij vervolgens het zwaard opneemt. Ik ben juist voor molens, in ieder geval voor de noodzaak over te stappen op groene, duurzame energie.’

DE INGENIEUR • DECEMBER 2023

FOTO : JOUKE BOS


Ben jij onze eerstvolgende Chartered Engineer? “Het chartership past binnen mijn doel om verbonden te blijven met mijn Nederlandse ingenieurswortels. Voor het uitvoeren van managementrollen zal ik zichtbaar zijn als een sterke ingenieur. Het sluit heel goed aan bij mijn kernwaarde van eerlijkheid en bij de verantwoordelijkheden die een ingenieur heeft.”

“Het chartership biedt een raamwerk van competentiegebieden voor de ingenieur om hun doelen en doelstellingen op te bouwen. Dit geeft een proces van voortdurende ontwikkeling van professionele competentie.” Rafik Djigouadi CEng

Willem Keij CEng

Wat biedt professionele registratie jou als ingenieur? Een kwalificatie Een internationaal erkende kwalificatie voor ingenieurs als Chartered Engineer (CEng) of Incorporated Engineer (IEng). Een structuur Biedt een structuur voor kennisuitwisseling en continue professionele ontwikkeling op diverse technische werkvelden en disciplines. Sleutelelementen hierbij zijn: reflectief leren, peer review, en ontwikkeling van de kennis en ervaring van de ingenieur.

Erkenning Een uitgelezen kans voor excellente en toegewijde ingenieurs om zich te onderscheiden van niet-geregistreerde ingenieurs. Bewijs Het is een bewijs van bekwaamheid en betrokkenheid, plus voor het bereiken én behouden van een professionele kwaliteitsnorm.

Toegang tot Toegang tot interessante projecten en dito banen. In een groeiend aantal landen is Chartership vereist voor het verwerven van projecten op hoog niveau. Chartered Engineers stellen de normen die anderen volgen. Start direct! www.charteredengineer.nl



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.