Collegium Vocale Gent & Accademia Chigiana Siena 14.10.2011

Page 1

de puur muziek

14.10.2011 | 20:00 | CONCERTZAAL

COLLEGIUM VOCALE GENT & ACCADEMIA CHIGIANA SIENA P채rt & schnittke


Programma

Uitvoerders

Arvo Pärt (1935°) Magnificat Seven magnificat Antiphons

Collegium Vocale Gent Accademia Chigiana Siena Kaspars Putnins | dirigent

Alfred Schnittke (1934-1998) Boetepsalmen ‘Stikhi pokayannïye’

Soprano I Ulrike Barth, Sylvie De Pauw, Emilie De Voght*, Mette Rooseboom, Louise Wayman Soprano II Edwige Cardoen, Susanna Fairbairn, Alice Foccroulle, Elisabeth Rapp* Alto I Carla Babelegoto*, Ursula Ebner, Gudrun Köllner, Mieke Wouters Alto II Laia Cortes, Lieve Mertens, Lucia Napoli*, Sandra Raoulx Tenor I Malcolm Bennett, Dan Martin, José Pizarro*, Baltazar Zuñiga Tenor II Friedemann Büttner*, Florian Schmitt, Yves Van Handenhove, René Veen Bass I Philipp Kaven, Matthias Lutze, Peter Pöppel, Kai-Rouven Seeger, Frits Vanhulle Bass II Erks-Jan Dekker, Stefan Drexlmeier, Joachim Höchbauer, Bruno Pereira

* choir soloists

Aandacht! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen.

2


Pärt & schnittke zesstemmigheid wordt gesuggereerd. Het resultaat is een zeer sereen klankveld dat heel treffend expressie geeft aan de verrukte en liefdevolle vreugde van de maagd Maria. In de Sieben Magnificat Antiphonen heeft ieder deel een heel eigen karakter, zonder dat de tekst direct in muziek wordt uitgebeeld. Het zijn kleine veranderingen in tonaliteit, dynamiek en structuur van de koorstemmen waarmee Pärt betoverende klankkleuren weet te creëren.

Arvo Pärt Het Magnificat en de Sieben Magnificat Antiphonen schreef Pärt in de jaren ’80 van de twintigste eeuw, de periode waarin hij spirituele muziek begon te componeren. Het zijn duidelijke voorbeelden van zijn tintinnabulitechniek. Na uitvoerige bestudering van middeleeuwse oude muziek en een lange stilte had hij een poëtisch muzikale uitdrukkingswijze ontwikkeld (tintinnabulum is Latijn voor bel of kleine klok). Dat leverde hem veel kritiek op, onder meer vanwege de tonale eenvoud en de religieuze strekking. De basis van die stijl is de drieklank (terts en kwint boven de grondtoon). Alles wat niet essentieel is, wordt geschrapt. Melodie en begeleiding zijn gelijkwaardig en de stilte krijgt evenveel gewicht als een muzieknoot. In essentie volgt de muziek letterlijk de tekst: sterk geaccentueerde syllabes worden vertaald in lange notenwaarden, minder beklemtoonde syllabes krijgen kortere waarden. Pärt gebruikt trance verwekkende dronetonen die zich steeds herhalen. Eén stem volgt de eenvoudige melodie, de andere stemmen evolueren mee in terts en kwint. Dat spel van melodische evolutie en harmonische stilstand roept connotaties op naar tijd en tijdloosheid. In het Magnificat gebruikt hij de oorspronkelijke responsoriale vorm tussen soli en tutti. De sologedeelten zijn tweestemmig, de solosopraan reciteert de tekst op een C en wordt daarbij begeleid door steeds één andere stem uit het koor. De tutti gedeeltes worden door steeds wisselende driestemmige combinaties uit het koor gezongen. Soms worden die in het octaaf verdubbeld waarmee een volle

De zeven Magnificat antifonen zijn zoals het Magnificat opgenomen in het brevier, het rooms-katholieke getijdenboek. Ze worden ook wel ‘O-antifonen’ genoemd omdat iedere aanroep begint met de ‘O’ van verwondering en verwachting. De Zoon van Maria wordt vervolgens met de volgende namen aangeroepen: O Sapientia (Wijsheid) O Adonai (Heer) O Radix Jesse (Wortel van Jesse) O Clavis David (Sleutel van David) O Oriens (Morgenster) O Rex Gentium (Koning der Volken) 0 Emmanuel (God bij ons) Als je de beginletters van onder naar boven leest, dan ontstaat het acrostichon (gedicht waarvan de eerste letters van elke regel of strofe een naam of spreuk vormen) ‘ERO CRAS’: morgen zal Ik er zijn. De teksten zijn vol van geheimzinnige mystiek en zeer beeldend.

3


Al bij al valt op dat ondanks het overheersende introspectieve en wanhopige karakter van de teksten Schnittkes muzikale benadering erg kleurrijk en gevarieerd is opgevat. Boetvaardige gebeden verpakt in een bijzonder rijke en overweldigende toontaal. Op stilistisch gebied serveert Schnittke een mix van oud en nieuw. Het declamatorisch zingen en de open parallelle akkoorden zijn eigen aan de Byzantijnse en Russisch-orthodoxe vocale traditie. Het gebruik van tooncluster en glissandi zijn dan weer moderne technieken. Schnittke behandelt sommige kooronderdelen ook als instrumenten: op vele plaatsen laat hij de bassen een soort drone-effect (aanhoudende toon) produceren door ze met gesloten mond te laten zingen.

Alfred Schnittke - Twaalf Boetepsalmen Bij Alfred Schnittke weet je nooit vanwaar het komt of waar het naar toe gaat. Zijn agressieve, polystilistische stijl omarmde gewoonweg alles, van serialisme tot neo-barokke fantasietjes. Wie naar de sobere Twaalf Boetepsalmen luistert, kan zich nauwelijks voorstellen dat ze geschreven zijn door dezelfde componist. Na decennia van provocatie bekeerde hij zich in de laatste periode van zijn carrière – geplaagd door een slechte gezondheid – in 1982 tot het rooms-katholicisme. Daarbij valt in composities als Concerto voor gemengd koor (1985) de invloed van de Russisch-orthodoxe kerktraditie te bespeuren. Zo ook in de meesterlijke Boetepsalmen. Schnittke had zijn eerste beroerte toen al achter de rug. Hij maakte het twaalfkoppige geheel af in 1988. Op Tweede Kerstdag 1988 gingen de psalmen in Moscou in première ter viering van de duizendjarige kerstening van Rusland. Zijn keuze om een a capella werk te schrijven in die context is dus goed te begrijpen: in de orthodoxe kerk maakt men geen gebruik van instrumenten. De anonieme Russische teksten dateren van de 16de eeuw. De onderwerpen lopen nogal uiteen: de ene gaat over Adams verdriet bij de uitdrijving uit de Hof van Eden, een andere over de historische broedermoord van Svjatopolk op Boris en Gleb in 1015 die de aanleiding vormde voor de eerste heiligen in Rusland. Aanverwante thema´s als zonde en verlangen naar verlossing worden over verschillende psalmen uitgespreid en in strenge en spaarzame muziek gevat. De laatste psalm is woordeloos. Hier neuriëren de bassen bocca chiusa, met gesloten mond vanuit de diepte, en sterft de mysterieuze muziek tenslotte uit in een onrustige pendelbeweging.

4


LIEDTeksten O Koning van alle volkeren, Hun verwachting en verlangen, Sluitsteen, die het gebouw draagt: O kom en red de mens, Die U uit aarde gevormd hebt.

MAGNIFICAT ANTIFONEN O Wijsheid, voortgekomen uit de mond van de Hoogste, de wereld omspant U van het ene einde tot het andere, in kracht en mildheid ordent U alles: O kom, en openbaar ons de weg van wijsheid en inzicht.

O EmmanuĂŤl, Onze koning en meester, Hoop en heiland van de volkeren: O kom, haast U en kom ons te hulp onze Heer en onze God.

O Adonai, Heer en leider van het huis IsraĂŤl, U bent aan Mozes in de brandende braambos verschenen en hebt hem boven op de berg de wetten gegeven: O kom en bevrijd ons met Uw krachtige arm. O Telg uit Jesses geslacht, Gegeven als teken voor de volkeren, De volkeren smeken U: O kom en red ons, verhef U, wacht niet langer. O Sleutel van David, scepter van het huis IsraĂŤl, U opent en niemand kan sluiten, U sluit en geen macht is in staat om te openen: O kom en open de kerker van de duisternis en de boeien van de dood. O Morgenster, glans van het ongeschonden licht. Stralende zon van de rechtvaardigheid: O kom en verlicht diegenen, die zitten in duisternis en in de schaduw van de dood.

5


Before the end, grant me, o Lord, the chance to repent.

BOETEPSALMEN

I Adam sat weeping at the gates of paradise: ‘My paradise, my glorious paradise! You were created for me. Because of Eve you have been closed to me. Woe is me, I am a sinner! Woe, woe is me, I have trespassed! I have sinned against my God and I have broken the commandment. Never again shall I see the fruits of paradise. Never again shall I hear the voice of the archangel. My God, I have sinned. Merciful God, forgive me, I have fallen.’

III That is why I live in poverty. I own no land. I have no place of my own, no vineyard in which I labour. I seek no gain on the seas. I have no trade with merchants. I serve no prince. I am of no use to boyars. As a servant I am useless. I am ill-suited to book-learning. I am not at one with God’s Church. I scorn the dictates of my spiritual father. IV My soul, my soul, why are you in a state of sin? What Will is it that you obey? Why are you so insanely restless? Rise up! Abandon everything and weep bitterly over your deeds up to the moment of your death: for then it will be too late to shed tears. My soul, remember the bitter hours of fear and horror. Remember the eternal torment which awaits the sinner. But rejoice, my soul, and cry out for evermore: Merciful God, save me!

II O wilderness, gather me to your silent and gentle lap like a mother her child. Do not threaten me, o wilderness, with your monsters, me, who flees from the deceitful seductress of this world. O beautiful wilderness, o friendly forest of oaks! You are more dear to me than the tzar’s chambers filled with gold. I shall walk among the meadows of your garden of delights with its many flowers, where the soft winds stir the air swaying the twisted branches of the trees. I shall wander around alone like a wolf, roaming the world, shunning Man and life’s temptations. Howling and crying I shall hide in your savage lap. O Sovereign Lord! You have gladdened me with earthly riches. Do not deny me your heavenly kingdom. Thus I bring the wrath of God upon myself. Good deeds are not my aim. I am filled with disgrace and laden with sin.

V O Man, doomed and wretched, your lifespan is dwindling, your end is nigh, a fearful judgment will be upon you. Woe upon you, wretched soul! Your sun is setting, daylight is fading, a sharp axe will cut at the root. Soul, oh soul, why do you bemoan your mortality?

6


Why are you not afraid of the terrible judgement and of eternal torment? Oh miserable soul! Remember how attentively you observed the sayings of the earthly ruler, who is but mortal, yet you were deaf to the commandments of your heavenly Creator. You dwell in everlasting sin. You refuse to take seriously the teaching of the scriptures, you mock them. Oh my soul! Weep, cry out to Christ: ‘Jesus, save me! Deliver me, in response to the prayers of the saints, from everlasting, bitter torment.’

Oh Soul, tremble before you appear in front of your Maker, before you drink the cup of death, before you suffer the foul-smelling Devil and undergo everlasting torment. Christ, free our souls from that torment, and hear our prayers. VI When they beheld the ship that suddenly came, the two handsome brothers Boris and Gleb cried out: ‘Oh brother Svyatopolk, do not destroy us, we are both still very young! Do not cut off the saplings which have not yet borne fruit. Do not cut the unripe corn. Do not shed innocent blood. Do not cause our mother sorrow. They buried us in Vyshgorod, in Russian soil. Our God be thanked.’

VIII If you wish to overcome unending sorrow be not sorrowful over earthly misfortune. If you are struck or dishonoured or exiled be not sorrowful but rejoice. Be sorrowful only when you have sinned, but even then in moderation. Do not despair then you will not destroy yourself.

VII Oh my soul, why are you not afraid at seeing the bodies in the coffins and the bare, evilsmelling bones? Behold and know: Where is the prince, where the ruler? Where are the rich, where the poor? Where is the beauty of the face? Where is the rhetoric of wisdom? Where are the haughty? Where are those who parade their gold and pearls? Where are pride and love? Where are the greedy? Where is the true judgement which comes the faster the more lies are told? Where is the ruler, where the slave? Is it not all equal, dust and earth and foul-smelling filth? Oh my soul, why do you not tremble with fear?

IX I have reflected on my life as a monk as being unworthy. I am saying now something sad and insecure. Woe is me! What things do I undertake? Where do I live? What do I endure? There are in the monastery abbots, men responsible for property, men responsible for land and money, and many other subordinates as well as older, garrulous monks. They are all consumed by selfishness and

7


for the tzar who has the true faith and for Christendom. Let us resist those who oppress us and retain our honour. Let us not retreat, but confront the enemies and the infidel who wish to destroy our faith. Now is the hour to die in order to secure your eternal life. And if the enemies capture us and then shed our blood, then we shall become martyrs of Christ our God, and we shall wear the martyr’s crown of victory which we have received from Christ our God and Saviour of our souls.

greed for money. They hate their friends. Their avarice unites them. They are set in their malice, doomed. They never do anything abhorrent themselves but they reproach us for minor errors. They have enjoyed choice foods even at inappropri-ate times, but they begrudge us even a bad meal. They have always drunk wine and other drinks. They have despised us, mad with greed. They have more than enough of everything. No one offered us but a single cupful. Insane avarice! Lack of love towards the brethren! They have not considered that godly gifts are intended for everyone. They have forgotten their monastic vows; if they have not forgotten them, they were dishonest in everything. They have filled their bellies. They have piled up heaps of clothing and shown them off before worldly men They have not given attention to vagrants or poor people but even insulted them. Christ, our God, our Lord and heavenly master, grant us the patience to endure their insults and blows. Deliver us from their power. Save us, Lord, save us, friend of Man!

XI I entered this life of tears a naked infant. Naked also I shall leave it. Powerless – why complain? Naked – why worry needlessly, knowing that our life does not last forever? What a wonder! We all pass in the same way from darkness into light, from light into darkness, and, crying, from the mother’s womb into the world and from the sorrowful world into the grave. Tears at the beginning and tears at the end. What fate governs our passing? Dreams, shadows, temptation – they are the beauty of everyday life. Oh woe, oh woe! the magic of the manysided life! It passes, like flowers, like dust, like shadows.

X Christian people, gather together! Let us praise the sufferings of the martyrs which mirrored Christ’s sufferings. They disregarded their bodies, trusting only in God. They bore witness to Christ before dishonourable, godless tzars and rulers and bestowed their souls upon the true faith. Now, friends and brothers, we also suffer for the Christian faith and for the holy kingdom,

XII (without words)

8


BIO aangegaan met de Accademia Chigiana uit Siena. Dat resulteerde in de oprichting van een gezamenlijk symfonisch koor en in de rekrutering van zangers op Europees niveau. Op die manier staan ervaring en jong talent zij aan zij en slaagt Collegium Vocale Gent erin een belangrijke pedagogische functie te vervullen.

Collegium Vocale Gent & Accademia Chigiana Siena In 2010 was het precies veertig jaar geleden dat een groep bevriende studenten op initiatief van Philippe Herreweghe beslisten het Collegium Vocale Gent te stichten. Het ensemble paste als één van de eerste de nieuwe inzichten inzake de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale muziek. Deze authentieke, tekstgerichte en retorische aanpak zorgde voor een transparant klankidioom waardoor het ensemble in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam verwierf en te gast was op alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, Israël, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, HongKong en Australië.

Voor de realisatie van deze projecten werkt het Collegium Vocale Gent samen met diverse historisch geïnformeerde ensembles zoals het eigen barokorkest van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des Champs Élysées, het Freiburger Barockorchester of de Akademie für Alte Musik Berlin. Maar ook met vooraanstaande symfonische orkesten zoals deFilharmonie, het Rotterdams Filharmonisch Orkest, het Budapest Festival Orchestra of het Koninklijk Concertgebouworkest worden projecten opgezet. Het ensemble werd geleid door dirigenten zoals Nikolaus Harnoncourt, Sigiswald Kuijken, René Jacobs, Paul Van Nevel, Iván Fischer, Marcus Creed, YannickNézet-Séguin en vele anderen. Collegium Vocale Gent bouwde onder leiding van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer dan 75 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia Mundi France en Virgin Classics. In 2010 startte een gloednieuw opnameproject waarbij Philippe Herreweghe zijn eigen label φ (PHI) oprichtte om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen. In 2011 verschijnt een nieuwe cd met de Motetten van J.S.Bach (PHI-002), gevolgd door opnamen van Bachs H-moll Messe en werken voor

Intussen is Collegium Vocale Gent op een organische wijze uitgegroeid tot een uiterst flexibel ensemble met een ruim repertoire uit verschillende stijlperiodes. De grootste troef hierbij bestaat erin dat voor elk project een geoptimaliseerde bezetting bijeen gebracht wordt. Muziek uit de renaissance wordt uitgevoerd door een ensemble van zes tot twaalf zangers. De Duitse barokmuziek, en meer specifiek de vocale werken van J.S. Bach, waren en blijven een kroondomein. Vandaag brengt het Collegium Vocale Gent deze muziek bij voorkeur met een klein ensemble, waarin de zangers zowel de koorals solopartijen voor hun rekening nemen. Meer en meer legt Collegium Vocale Gent zich ook toe op het romantische, moderne en hedendaagse oratoriumrepertoire. Om die reden werd in 2009 een samenwerking

9


evolutie. Dit werk van Mahleriaanse proporties betekende voor de componist in zijn eigen woorden “een poging om de klassieke vorm van de vierdelige symfonie, die door de muzikale ontwikkelingen was kapot gemaakt, opnieuw op te bouwen uit resten en fragmenten, en daarbij de ontbrekende oppervlakken vervangend door nieuwe (zoals ik het in Warschau zag, in een heropgebouwde kerk na de oorlog, waar, zonder aandacht voor stilistische eenheid overblijvende stukjes in de nieuwe muren waren geïntegreerd, zodat het tegelijk een oude én een nieuwe kerk was geworden).”

koor en orkest van Johannes Brahms. Het Collegium Vocale Gent geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent. In 2011 werd het ensemble Ambassadeur ven de Europese Unie.

Alfred Schnittke Wie het oeuvre van Alfred Schnittke (19341998) van nabij bekijkt, kan zich terecht afvragen welk compositorisch traject schuil kan gaan achter de vele stilistische contradicties en kronkelbochten in zijn opeenvolgende werken. Zijn stijl is geen individueel herkenbare stijl, geen uniforme eenheid, maar een soort overzicht van de diversiteit van de muziekgeschiedenis.

Allerlei verschillend muzikaal materiaal (met inbegrip van populaire muziek en jazz) volgen elkaar op of worden in lagen boven elkaar gestapeld, niet als een collage, maar als geïntegreerde heterogeniteit. Het aanvankelijk extreme polystilisme en de dissonante heterofonie (waarbij in de verschillende partijen wordt afgeweken van eenzelfde eenstemmigheid) wordt in de loop van de jaren ’70 afgezwakt tot modulaties van stijlen die geen schokeffect meer teweeg brachten. Net als Sofia Gubaidulina, Giya Kancheli, Arvo Pärt of Galina Ustvolskaya was Schnittke (al van voor zijn bekering tot het Rooms katholicisme in 1982) een meer introspectieve weg ingeslagen, waarin fundamentele existentiële vragen op stilistisch vlak een meer meditatieve, religieuze transformatie hadden veroorzaakt. De dood van zijn moeder in 1972 en enkele beroertes (waarvan de laatste hem op 3 augustus 1998 in Hamburg fataal zou worden) hebben zeker ook bijgedragen tot dit hernieuwde religieuze bewustzijn.

Geboren in 1934 uit Joods-Duitse ouders in Engels, de hoofdstad van de Sovjet-Russische Volgarepubliek, werd Schnittke in de jaren ’60 samen met Edison Denisov en Sofia Gubaidulina omschreven als één van de “jonge wilden” die weigerden te buigen voor de dictaten van de officiële Sovjetpolitiek. Tot vóór de relatieve culturele dooi onder Chroestjev onderging Schnittkes werk vooral invloeden van de muziek van Prokofjev en Sjostakovitsj. Door inzage in de partituren van Schoenberg, Berg en Webern begon hij de dodecafonie en later ook de seriële compositietechieken van de Westerse avant-garde te bestuderen. Ook een ontmoeting met Luigi Nono in 1962 zou een verrijkende ervaring blijken, al ging Schnittke nadien wel een andere weg op. Het keurslijf van het purisme van de seriële constructies was niet aan hem besteed.

Opvallend in deze context is wel dat ondanks zijn bekering tot het katholicisme, Schnittkes muziek vooral invloed ondergaat van de

Schnittkes Eerste Symfonie (1969-72) staat centraal in zijn persoonlijke en esthetische

10


ders, parallelle akkoorden en verschillende canonische technieken) ademt fundamenteel eenvoud uit en benadrukt het statisch karakter.

orthodoxe liturgie. Dat blijkt overduidelijk uit enkele van zijn meest indrukwekkende werken, beginnend bij de Hymnen (1979) voor kamermuziekensemble, over het monumentale Concerto voor gemengd koor (1984/85) tot de Twaalf Boetepsalmen (1988). Net als zijn Requiem en de Tweede Symfonie (geschreven op teksten uit het Latijnse ordinarium) zijn deze werken niet bedoeld voor de liturgie, maar voor de concertzaal. Het is ook in deze werken dat Schnittke en zijn Estse collega Arvo Pärt (°1935) op gemeenschappelijk terrein komen. Het duidelijke verschil is dat Pärts tintinnabulistijl die speelt met variaties op drieklanken - een mooi voorbeeld in het Magnificat en de 7 Magnificat Antifonen aan het begin van het programma – zijn wortels heeft in de polyfonie van de NotreDame-school en de vroege renaissance, het soort muziek waar Schnittke weinig of geen affiniteit mee had.

Het hoogtepunt van de cyclus ligt in de zesde psalm, waarin de moord op de twee jongste zonen van Grootvorst Vladimir, Boris en Gleb, door hun oudere broer Svjatopolk in 1015 wordt verhaald. De herinnering aan deze broedermoord op Ruslands eerste heiligen wordt geflankeerd door een reeks psalmen waarin zondebesef en het verlangen naar verlossing centraal staan. Schnittke is erin geslaagd de ingehouden woede van deze boetvaardige gebeden in muziek te vatten. Intens verdriet en lijden spreken uit deze gezangen van naakte schoonheid en intieme spiritualiteit. Schnittke bereikt een soort ideaal van complexe eenvoud waarvan de op het eerste zicht vreemde samenklanken bij herhaalde beluistering steeds kleurrijker en doordringender worden. Alleen al de voortdurend veranderende stemverdeling of onderverdeling zorgt voor een prachtige variatie van timbres. Zo kan de aandachtige luisteraar in de eerste elf boetepsalmen telkens een microkosmos van schaduwen en nuances ontdekken die een muzikaal landschap van pure verbeelding doen ontstaan. De twaalfde en laatste psalm ten slotte is woordeloos en krijgt de aanduiding bocca chiusa (met gesloten mond). Een mysterieuze sfeer van magie en zeurende intensiteit maakt dat het zingen alle pijn en verdriet overstijgt en de poorten van de hemel als het ware opengaan. Het doet denken aan de woorden van Adorno die muziek omschreef als “een gedemythologiseerd gebed”.

De Twaalf Boetepsalmen (Stikhi pokayannïye) werden voor het eerst uitgevoerd op tweede kerstdag 1988 door het Moscow Chamber Choir onder leiding van Valery Polyansky. Schnittke schreef ze bij de herdenking van de duizendste verjaardag van de kerstening van Rusland (door het doopsel van Grootvorst Vladimir in 988). Meer nog dan het Concerto voor Gemengd koor zijn de psalmen schatplichtig aan de melodische en ritmische patronen van de Russisch orthodoxe gezangen. De anonieme verzen die Schnittke in 1986 vond in een collectie oude Russische geschriften uit de zestiende eeuw, zijn overwegend syllabisch en declamatorisch getoonzet. De melodieën met hun afwisseling van halve en hele toontrappen spinnen zich meestal rond een smal tonaal centrum en de hele interne organisatie (met liggende pedaalnoten, chromatische en hele toonlad-

[naar U.Schweikert, “Verse von schwarzer Trauer”]

11


binnenkort ZO | 16.10.11 | 15:00 B’Rock, Rodolfo Richter (viool) Vivaldi, Geminiani, Avison WO | 19.10.11 | 20:00 Daan Vandewalle, Geoffrey Madge Mahler, Reger, Mozart ZO | 23.10.11 | 17:00 | MIRY (in Miryzaal, Hoogpoort 64) Docentenconcerten Docenten jazz/pop WO | 26.10.11 | 20:00 Phronesis Jazz DO | 27.10.11 | 20:00 Brussels Philharmonic, Joeri Basjmet (dirigent & altviool) Tsjaikovski, Sjostakovitsj, Schubert VR | 28.10.11 | 15:00 Jean-Guihen Queyras | UITVERKOCHT Bach, cellosuites nr. 1, 2, 3 | BWV 1007, 1008, 1009 VR | 28.10.11 | 20:00 Akademie für Alte Musik Berlin, Jean-Guihen Queyras (cello) Vivaldi, Caldara

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

ZA | 29.10.11 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Seikyo Kim (dirigent), Anna Vinnitskaja (piano) Tsjaikovski, Prokofjev, Sjostakovitsj VR | 04.11.11 | 20:00 Les Arts Florissants | UITVERKOCHT De Wert, Marenzio, Monteverdi MA | 07.11.11 | 20:00 Romina Lischka Dhrupad Fantasy DO | 10.11.11 | 20:00 Mengal Ensemble Dauprat, Mengal, Cherubini, Gallay, Busschop, Ryelandt, Herberigs, Lecail VR | 11.11.11 | 20:00 deFilharmonie, Kinderkoor van de Vlaamse Opera, City of Birmingham Symphony Chorus, Martyn Brabbins (dirigent) Benjamin Britten, War Requiem WO | 16.11.11 | 20:00 Alexei Lubimov Schubert, Glinka, Hérold ZA | 19.11.11 | 20:00 Jazz & Sounds met o.m. Robin Verheyen, Aki Rissanen en Lisa Cay Miller

v.u. | Daan Bauwens • tekst biografieën | Jens Van Durme © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.