Cantus Cölln 27.01.12 - programmaboekje

Page 1

K TE

D LIE EN ST ire

tia

es ev nd

pi oo ek kt rlij de € 2 on afz

de puur muziek

27.01.2012 | 20:00 | CONCERTZAAL

cantus cölln bach & kuhnau


programma

UITVOERDERs

Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) Herr, Deine Augen sehen nach dem Glauben, cantate BWV 102 Solo alt, tenor, bas Koor sopraan, alt, tenor, bas Traverso, 2 hobo’s, 2 violen, altviool en bc

Cantus Cölln Sabine Goetz, Mechthild Bach | sopraan Elisabeth Popien, Margot Oitzinger | alt Hans Jörg Mammel, Virgil Hartinger | tenor Wolf Matthias Friedrich, Markus Flaig | bas Karl Kaiser, Susanne Kaiser | traverso Katharina Spreckelsen, Henriette Boehm | hobo Karin Gemeinhardt | fagot Ulla Bundies, Konstanze Winkelmann, Anne Harer | viool II Anette Sichelschmidt, Cosima Taubert, Elisabeth Bundies | Viool II Friederike Kremers, Volker Hagedorn | altviool Albert Brüggen | cello Matthias Müller | violone Carsten Lohff | orgel

Johann Kuhnau (1660-1722) O heilige Zeit: Geistliche Konzert voor sopraan, alt, tenor, bas 2 violen, 2 altviolen en bc (orgel, theorbe, cello, violone)

PAUZE

Konrad Junghänel | artistieke leiding

Johann Kuhnau Gott sei mir gnädig: Geistliche Konzert voor sopraan, alt, tenor, bas 2 violen, 2 altviolen en bc (orgel, theorbe, cello, violone) Johann Sebastian Bach Missa Brevis in A, BWV 234 Solo sopraan, alt, bas Koor sopraan, alt, tenor, bas 2 traversi, 2 violen, altviool en bc

Dit concert wordt opgenomen door Klara en wordt uitgezonden op dinsdag 6 maart 2012 om 20u.

2


bach & kuhnau pen. Muziek is een natuurlijk mathematische constructie die de menselijke emoties en intuïties versterkt, zelfs bij afwezigheid van de tekst. Kuhnau werd pas cantor van de Thomasschule en Director musices van de belangrijkste kerken in Leipzig in 1701. Daaruit kunnen we besluiten dat het meeste van zijn kerkmuziek dan ook na de publicaties van zijn klaviermuziek geschreven moet zijn. Net als Bach 20 jaar later, werd Kuhnau dikwijls vernederd in zijn nieuwe ambt en spoedig verwierf hij de reputatie van een verbitterde, conservatieve man. Veel van dat ongenoegen kan in verband gebracht worden met de korte periode van 4 jaar dat de jonge parvenu Telemann muziekdirecteur was van de nieuwe kerk in Leipzig (1701-1705). Toen mocht Telemann, als jong rechtenstudentje – volledig vrij van het officiële monopolie dat Kuhnau bezat op de stedelijke kerkmuziek – muziek produceren/componeren voor het nieuw opgerichte collegium musicum. Met zijn aureool van jeugdigheid en ‘moderne’ muziek trok Telemann nogal wat studenten musici aan die anders de lege plaatsen van Kuhnaus koor en orkest hadden bezet. Ook de opera van Leipzig, waar Kuhnau zo’n belangrijke rol vervuld had bij de oprichting, trok een pak potentiële studenten aan. Ironisch genoeg ontwikkelde Kuhnau ook een antipathie voor de opera. Tussen 1701-1703 liet hij bij de stedelijke autoriteiten niets onverlet om Telemann als ‘opera musicus’ in diskrediet te brengen. Toen hij in 1703 bovendien zwaar ziek werd en Telemann hem niet alleen tijdelijk verving maar dreigde aangeduid te

De Duitse musicus, filosoof, componist, theoloog, advocaat, taalkundige, schrijver Johann Kuhnau kennen we als de voorloper van Johann Sebastian Bach. Oh ja, in zijn vrije tijd deed hij ook nog aan zelfstudie en leerde zichzelf onder meer wiskunde, Grieks en Hebreeuws. Zijn gigantische eruditie maakt vandaag de dag net zo veel indruk als in zijn eigen tijd. In 1684 werd hij organist van de beroemde Thomaskirche in Leipzig. In 1701 werd hij er tot cantor benoemd. Als zodanig was hij de voorganger van J.S. Bach. Als componist is Kuhnau het beroemdst om zijn klaviermuziek, en dan vooral zijn ‘Biblische sonaten’. In die bundel laat hij horen hoe instrumentale muziek, zonder gezongen tekst, toch emoties kan uitbeelden. Van de ruim honderd cantates die hij schreef, is meer dan de helft verloren geraakt, en van de andere helft is slechts zelden iets te horen of opgenomen. Veel van de cantates lopen vooruit op de stijl van zijn opvolger J.S. Bach: ze tonen een uitgesproken lyrische stijl, bevatten kernachtige fuga’s en dramatische contrasten. Kuhnau heeft hoogstwaarschijnlijk nog de oude Heinrich Schütz ontmoet (die stierf in 1672). Hij is dan ook zowat de enige belangwekkende figuur die zowel naar Schütz als naar Bach verwijst. Maar Kuhnau is meer dan louter de voorloper van Bach. Kuhnau reveleert ons de laat-orthodoxe Lutherse visie van wat muziek in se betekent, ook wanneer het om seculiere muziek gaat: muziek is ten allen tijde een uiting van een religieuze, metafysische waarde. Muziek kan de verschillende lagen en betekenissen van een tekst oproe-

3


muzikale types op elkaar. Kenmerkend voor Bach is bovendien de combinatietechniek, waarbij hij binnen één deel diverse vormen en genres op elkaar stapelt (zoals koraal en aria, of recitatief en aria) en dankzij die concentratie het expressieve gehalte van de muziek nog intensifieert.

worden als zijn opvolger, vond Kuhnau voldoende inspiratie om zich te verzetten tegen de nieuwe trend om Italiaanse operagenres en –stijlen in de kerkmuziek op te nemen. Nochtans, hedendaags onderzoek toont aan dat zijn zogenaamde antipathie voor vernieuwing overroepen is en dat hij wel degelijk heel wat Italiaanse vormen, die hij veroordeelde bij ‘opera’kerkmuziekcollega’s, heeft opgenomen in zijn kerkmuziek.

‘Herr, deine Augen sehen nach dem Glauben’ is gecomponeerd in 1726 voor de 10de zondag na Trinitatis (25 augustus is dat). Nadat Bach binnen twee jaar na zijn ambtsaanvaarding in Leipzig zo’n 150 cantates heeft gecomponeerd (gemiddeld meer dan een per week), vertraagt zijn tempo. In het voorjaar van 1726 pauzeert hij zelfs volledig, als componist althans, en vult zijn wekelijkse cantateverplichtingen met 18 cantates van zijn neef Johann Ludwig uit Meiningen, zo’n tien jaar eerder geschreven op teksten van de graaf van Saksen-Meiningen, die waarschijnlijk broodheer was van Johann Ludwig. Die teksten bevallen Sebastian blijkbaar zodanig dat hij, wanneer hij medio 1726 weer stevig begint te produceren, zelf een reeks cantates schrijft op teksten uit dezelfde bundel. In de cantate BWV 102 gebruikt Bach, in navolging van zijn neef Johann Ludwig, specifieke teksten en vormen: een passage uit het Oude Testament (recitatief en aria), een passage uit het Nieuwe Testament (aria en recitatief) en een afsluitend koraal. De tekst, in dit geval een waarschuwing over de risico’s van het verstokt kunnen raken in gewoontes en een vermaning om berouw te tonen, is alleen maar losjes verbonden met het Evangelie voor deze dag. De muziek wordt gekenmerkt door een overeenkomstig vermanende toon die al het andere in de schaduw stelt. In Bachs tijd en omgeving boden cantates uitleg en interpretatie van de evangelietekst die de predikant in zijn preek expliciteerde.

Johann Sebastian Bach Zoals gebruikelijk is de zondagse cantate meestal een commentariërende reflectie op de lezing, waarbij teksten uit de bijbel worden gecombineerd met vrije poëzie en toepasselijke koralen. Bij Bach is het koraal een alomtegenwoordig ingrediënt van de cantate. Als geen ander koesterde hij de rijke schat aan melodieën, die vanaf Luther zelf in het begin van de zestiende eeuw werden geschreven als eenvoudige, gemakkelijk door de gelovigen (mee) te zingen liederen in de volkstaal. Naast de koraalmelodieën bestaat de cantate uit recitatieven en aria’s, naar het model van de Italiaanse profane cantate en de opera. De recitatieven geven in een soort spreekstijl, op het tempo van de gesproken taal, een verhaal of de woorden van enkelingen weer. De instrumentale begeleiding is ofwel zeer eenvoudig, alleen met basso continuo (het ‘recitativo semplice’ of ‘secco’) ofwel met een rijkere instrumentatie, zoals strijkers (‘recitativo accompagnato’). In de aria, waarin ruimte is voorzien voor een vaak weelderige melodische ontplooiing, wordt een bepaalde idee of een emotie grondig uitgediept. Aanvullend kunnen uitgebreide koorfragmenten worden toegevoegd, vooral als openingsdeel van de cantate. De structuur is erg flexibel. Variatie en afwisseling gelden als basisprincipes. Zelden volgen twee dezelfde of gelijkaardige

4


structuur: ze zijn zesdelig, een deel Kyrie voor het gehele ensemble, en een symmetrisch, vijfdelig Gloria, waarin openings- en slotkoren drie opeenvolgende aria’s omlijsten. Alleen de verdeling van de tekst over de vijf stukken varieert. De muziek bevat bewerkingen van vroegere cantates. ‘Parodieën’, zoals de technische benaming luidt, kunnen een pejoratieve bijklank oproepen. Voor 18de-eeuwse, ambachtelijke componisten was dat echter een middel om composities voor éénmalige gelegenheden nieuw leven in te blazen. Bachs parodieën zijn in veel gevallen sterker dan het origineel. In de jaren ‘30 parodieerde hij veel cantates voor éénmalige, wereldse gelegenheden (koninklijke huwelijken, geboortes of verjaardagen, raadswisselingen) tot onderdelen van oratoria. Het was een manier om waardevolle composities een toekomst te garanderen. De Kyrie-Gloriamissen zijn zuiver compositorische parodieën. Aan de tekst wordt niet getornd, want dit niet-metrisch proza staat van tevoren vast. Met het hergebruik van cantatedelen in zijn missen verhoogt Bach hun mogelijke gebruiksfrequentie: van één keer per jaar (nl. behorend tot het voor een bepaalde dag voorgeschreven deel van de liturgie, het ‘proprium’) naar alle dagen van het jaar waarop het dagelijks voorgeschreven misgedeelte (het ‘ordinarium’) concertant werd gemusiceerd. Van slechts 4 van de 24 stukken in Bachs Kyrie-Gloriamissen kennen we geen origineel: we kunnen er van uitgaan dat de ontbrekende modellen tot verloren gegane cantates behoren.

Voor de 10de zondag na Trinitatis was dat de tekst uit Lucas 19, de verzen 11-48 waarin Jezus de verwoesting van Jeruzalem aankondigt (een verwoesting die trouwens al had plaats gehad toen de Evangeliën werden opgetekend) en de geldwisselaars uit de tempel verdrijft. Als Bach BWV 102 componeert heeft hij (in 1723 en 1724) al twee keer een cantate op die tekst afgeleverd. Aan de dankbare mogelijkheid tot een barokke schildering van de rampen over Jeruzalem gaat hij daarom deze keer voorbij. Het thema is nu algemener: een waarschuwing tot de verstokten en dolenden die weigeren zich te bekeren en een oproep tot tijdige boetvaardigheid want (koraal) wie vandaag nog frisch, gesund und rot is, kan morgen dood zijn.

Missa Brevis BWV 234 De Lutherse liturgie volgde in Bachs tijd nog altijd de katholieke orde van dienst, met een vijfdelig ‘ordinarium missae’ (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei) maar wel in het Duits. Het latijn was er echter verre van afwezig: er werden Latijnse motetten gezongen en de celebrant intoneerde Gloria en Credo op gregoriaanse manier. Latijnse teksten werden alleen niet concertant (‘figuraliter’) uitgevoerd: de hoofdmuziek was de Duitstalige cantate. Alleen op kerkelijke hoogtijdagen was er ruimte voor een concertant Kyrie & Gloria, en voor een Sanctus. Bach gebruikte daarvoor jarenlang bestaande composities van oude meesters. In 1733 overhandigt hij de nieuwe keurvorst te Dresden zijn eerste Kyrie-Gloriazetting, met een luxueuze, op de Dresdense mogelijkheden afgestemde instrumentatie en voor het daar gebruikelijke vijfstemmige koor. Pas in 1737 of ‘38 begint hij aan een reeks Kyrie-Gloriamissen voor eigen gebruik waarvan we er vier kennen, waaronder BWV 234. Ze hebben alle dezelfde

5


BIO dat alle leden van Cantus Cölln een succesvolle carrière als solist uitgebouwd hebben, halen de recensenten unaniem de uitzonderlijke homogene klank van het ensemble naar voren, die echter niet ten koste van de individualiteit van de afzonderlijke stemmen gaat. Naast de a capella muziek vertolkt Cantus Cölln ook grote vocaal-orkestrale religieuze werken en cantates. Voor producties in grotere bezetting wordt het ensemble naar behoefte met extra krachten uitgebreid, waar mogelijk met steeds dezelfde zangers en instrumentisten. In de loop der jaren heeft het zwaartepunt van het programma zich van madrigalen en motetten uit de vroege zeventiende eeuw uitgebreid tot de gehele ontwikkeling van het geestelijke concert en cantate tot de hoogbarok. Belangrijk criterium bij de selectie blijft steeds of het betreffende muziekstuk zich leent tot een solistische uitvoeringspraktijk en daarbij meer wint dan verliest. Het gaat daarbij niet om de ‘enige juiste’ uitvoeringspraktijk, maar om het volgen van een klankideaal, dat de grootst mogelijke transparantie verbindt met individuele emotionaliteit en klankschoonheid. In 2000 kreeg Cantus Cölln de Buxtehudeprijs van de hanzestad Lübeck voor de verdienstelijke realisaties op het vlak van kerkmuziek. Concerten in heel Europa (festivals in Utrecht, Herne, Stuttgart, Barcelona, Innsbruck, Schleswig-Holstein, Festival van Vlaanderen, Salzburg, Breslau… ) naast uitnodigingen uit Noord- en Zuid-Amerika, Azië, Afrika en Australië dragen evenzeer bij tot de reputatie van Cantus Cölln.

Konrad Junghänel is een van de leidinggevende luitisten van het moment. Zijn reputatie heeft hij te danken aan een opvallend stijlgevoel in het luitrepertoire gekoppeld aan een uitzonderlijke virtuositeit. Zijn repertoire strekt zich uit over de hele luitliteratuur van de 16de, 17de en 18de eeuw. Vandaag de dag wordt Junghänel beschouwd als de leidinggevende interpretator van de luitwerken van Bach en Weiss. Zijn opnames van het solowerk voor luit van Sylvius Leopold Weiss werden bekroond met de Prijs van de Deutschen Schallplattenkritik in 1985. Als solist en kamermuzikant concerteerde Konrad Jonghänel in heel Europa, de Verenigde Staten, Japan, Australië, Zuid-Amerika en Afrika. Naast zijn optredens als solist is hij geregeld te gast met andere solisten en ensembles. Konrad Junghänels discografie is impressionant: hij maakte meer dan 100 opnames voor Deutsche Harmonia Mundi, Harmonia Mundi France, EMI, Accent en Deutsche Grammophon/Archiv Produktion. Cantus Cölln is een vocaal solistenensemble dat in 1987 gevormd werd door de luitspeler Konrad Junghänel. Op enkele jaren tijd werd het een van de beste vocale ensembles ter wereld. Het Franse cd-magazine Diapason had het over ,,Cantus Cölln als een van de belangrijkste Early Music-ontdekkingen van de laatste jaren. In de eerste plaats wijdt het ensemble zich aan het Duitse en Italiaanse vocale repertoire uit renaissance en barok. De herbeleving van een grotendeels vergeten repertoire kende grote weerklank bij het publiek. Ondanks het feit

6


zondag 11 maart 2012: unesco muziekdag in de bijloke repertoire van Jacques (Jakob) Loeillet, een telg uit de beroemde Gentse familie. Loeillets collega’s Pieter van Maldere, Henri-Jacques De Croes, Georg Friedrich Haendel en Georg Philippe Telemann zetten de Gentse invalshoek in een breder Zuid-Nederlands en West-Europees perspectief.

Sinds juni 2009 is Gent opgenomen in de selecte lijst van ‘Unesco Creative Cities Network’. Samen met Bologna, Sevilla en Glasgow maakt Gent de club ‘Creative Cities of Music’ compleet. Een unieke titel. Een initiatief kon niet langer uitblijven, vond Muziekcentrum De Bijloke. En dus is er op zondag 11 maart de eerste Unesco Muziekdag.

De Accademia degli Astrusi uit Bologna focust dan weer op het oeuvre van Padre Martini. Bij ons niet zozeer bekend als componist, maar des te meer als leraar van Mozart. Ook Sevilla zet, net als Gent, met het Orquesta Barroca de Sevilla, in op een 18de-eeuws programma. De Andalusische traditie van Juan Francés staat er tegenover het toenmalige Europa met werken van J.S. Bach, G.F. Haendel, Domenico Scarlatti en Pietro Locatelli.

Die dag slaan Sevilla, Bologna en Gent de handen in elkaar voor een unieke muzikale uitwisseling. Het concept is eenvoudig: we putten uit het ontzettend rijke muzikale patrimonium dat alle steden hebben opgebouwd. Iedere stad selecteert een ensemble, gespecialiseerd in oude muziek, en laat het grasduinen in het renaissance en barokke erfgoed van de eigen regio. In Gent werkt De Bijloke samen met B’Rock, in Sevilla gaat het Orquesta Barroca de Sevilla aan de slag en Bologna brengt de Accademia degli Astrusi in stelling. Alle ensembles spelen ook één werk dat een weerspiegeling is van de internationale Europese stijlen die in de 17de en 18de eeuw opgang maakten: het concerto grosso opus 6, nr. 1 in G van Georg Friedrich Haendel. Het toenmalige Europa ligt er stilistisch in vervat. En Haendel zelf is het ultieme toonbeeld van die Europese stijl: geboren in Duitsland, en aan het werk in Italië en Londen. Het concert van Gent, en dus van B’Rock, heeft een 18deeeuws programma. Het ensemble verdiept zich in het barokke

Kort samengevat: virtuoze muziek uit de laat-barok in Europa, in drie bijzondere concerten. En dat op één dag, én voor een wel erg zachte prijs. Een unieke kans om drie Europese topensembles op een dag aan het werk te zien. Met als toetje een Grand Finale, met de drie ensembles samen op het podium. Het volledige programma vind je op www.debijloke.be ZONDAG 11 MAART | CONCERTZAAL 16:00 | B’Rock (Gent) 19:00 | Accademia degli Astrusi (Bologna, Italië) 21:00 | Orquesta Barroca de Sevilla (Sevilla, Spanje) 22:15 | Grand Finale

Dagticket: € 25 / € 10 (-18) Ticket voor 1 concert: € 10 / € 5 (-18)

INFO & TICKETS 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be Bespreekbureau | J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent | Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00

7


binnenkort WO | 01.02.12 | 15:00 | UITVERKOCHT Ronald Brautigam Van Beethoven, Mendelssohn, Satie, Debussy DO | 02.02.12 | 20:00 | MAETERLINCK Maeterlinck Kwartet Milhaud, Lekeu, Debussy VR | 03.02.12 | 20:00 Brussels Philharmonic, Vlaams Radio Koor, Octopus Symfonisch Koor, Michel Tabachnik (dirigent), Vadim Repin (viool) Berg, Debussy ZA | 04.02.12 | 20:00 | UITVERKOCHT deFilharmonie, Philippe Herreweghe (dirigent), Viktoria Mullova (viool) Brahms, Schubert DO | 09.02.12 | 20:00 Nabla / Joachim Brackx Pàli Consort o.l.v. Benjamin Glorieux Crank o.l.v. Andreas Böhlen Bijloke-Manufactuur ZA | 11.02.12 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Guy Van Waas (dirigent), Ning Kam (viool) Fauré, Saint-Saëns, De Boeck, Strauss

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

WO | 15.02.12 | 20:00 Krassport Portico Quartet Jazz DO | 16.02.12 | 20:00 Me La Amargates Tu Sefardische liederen VR | 17.02.12 | 20:00 Les Plaisirs du Parnasse Kamermuziek van Gabrieli, Piccinini, Marini, Vierdank e.a. ZA | 18.02.12 | 20:00 | UITVERKOCHT The Hilliard Ensemble Muziek op teksten van Petrarca en Dante ZO | 19.02.12 | 20:00 deFilharmonie, Michaël Pas (acteur) Pulcinella, KIDconcert DO & VR | 01 & 02.03.12 | 18:00-23:30 En Avant Mars / Voorwaarts Maart Festival ZA | 03.03.12 | 20:00 Concerto Copenhagen Mendelssohn, Mozart

v.u. | Daan Bauwens • tekst | Frank Pauwels © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.