Muzikale hommage aan Maeterlinck, Symfonieorkest Vlaanderen 11.02.12

Page 1

de puur muziek

11.02.2012 | 20:00 | CONCERTZAAL

symfonieorkest vlaanderen hommage aan maeterlinck


programma

UITVOERDERs

Gabriel Fauré (1845-1924) Suite ‘Pelléas et Mélisande’, opus 80 I. Prélude II. Fileuse III. Sicilienne IV. La mort de Mélisande

Symfonieorkest Vlaanderen Jo Vercruysse | concertmeester Guy Van Waas | dirigent Ning Kam | viool

Camille Saint-Saëns (1835-1921) Vioolconcerto nr. 3 in b, opus 61 I. Allegro non troppo II. Andantino quasi allegretto III. Molto moderato e maestoso PAUZE August De Boeck (1865-1937) Nocturne Richard Strauss (1864-1949) Suite ‘Le Bourgeois Gentilhomme’ I. Ouvertüre II. Menuett III. Der Fechtmeister IV. Auftritt und Tanz der Schneider V. Das Menuett des Lully VI. Courante VII. Auftritt des Cleonte VIII. Vorspiel zum 2. Aufzug IX. Das Diner

Dit concert wordt opgenomen door Klara en wordt uitgezonden op woensdag 15 februari om 20u.

2


hommage aan maeterlinck zelf. Een stuk voor cello en piano herwerkte hij tot een ‘Sicilienne’, en waarschijnlijk was dat werk oorspronkelijk bedoeld voor muziek bij het toneelstuk ‘Le Bourgeois Gentilhomme’ van Molière. Verder nam Fauré een compositie voor fluit en piano – een fantasie – en gaf die een nieuwe plaats in de toneelmuziek. Hij was echter niet van plan om er veel tijd en energie in te steken, want de orkestratie liet hij over aan zijn leerling Charles Koechlin. Later herwerkte Fauré drie stukken uit die toneelmuziek tot een suite om in de concertzalen uit te voeren. De orkestratie van die suite is wel van zijn hand, ook al leunt ze toch heel dicht aan tegen het werk dat zijn leerling geleverd heeft. Fauré hield zich bezig met ‘Pelléas’ terwijl een collega van hem, Claude Debussy, aan een echte opera werkte, gebaseerd op het toneelstuk van Maeterlinck; de Gentse toneelschrijver die graag in Parijs vertoefde nadat er een kritiek verschenen was waarin stond dat zijn stukken beter waren dan die van Shakespeare. Maeterlinck werd een echte beroemdheid in de lichtstad. Debussy zat in de zaal toen ‘Pelléas’ in première ging en hij wilde zo snel mogelijk de muzikale rechten vrijwaren. Toch zou het nog negen jaar duren vooraleer de opera werd opgevoerd. Eigenlijk hoopte het Londense theater, dat een Engelse versie van ‘Pelléas’ bracht, dat ze muziek van Debussy zouden kunnen gebruiken, misschien al enkele flarden van zijn opera in wording. Maar Debussy hield de boot af: hij vond dat zijn muziek pure opera was en dus niet geschikt als muziek bij een toneelstuk. Fauré werd dus tweede keuze. Een bekende

Gabriel en Mélisande Theater en literatuur zijn tot vandaag bronnen van inspiratie voor componisten. Gedichten worden op muziek gezet, verhalen dienen als vertrekpunt voor opera’s, en ook vandaag wordt er af en toe nog eens aan een componist gevraagd om bij een nieuwe (toneel) productie muziek te componeren. Of bij een groot evenement of een speciale gebeurtenis. In de 19de en begin 20ste eeuw gebeurde dat veel regelmatiger. Toneelauteurs en regisseurs konden de aantrekkelijkheid van hun productie vergroten door er muziek aan te koppelen van een bekende componist. Iedereen won er bij: de componist trad binnen in een milieu dat niet het zijne was, en de toneelmakers keken nieuwsgierig over de grenzen van hun eigen métier. Net als het publiek dat aangetrokken werd door die combinatie van tekst en muziek. Gabriel Fauré componeerde in 1898 muziek bij een toneelproductie van ‘Pelléas et Mélisande’ van Maurice Maeterlinck. Het was een Engelse vertaling van het toneelstuk dat in Londen zou opgevoerd worden met een bekende actrice in de rol van Mélisande. Fauré ging wel vaker naar Londen voor privéfestivals die vrienden van hem organiseerden. Eén van hen was de schilder die het bekende portret van Fauré zou maken. Tussen 1892 en 1900 was hij bijna jaarlijks in Londen, en het was in het kader van één van zijn bezoeken dat hij de vraag kreeg om die toneelmuziek te schrijven. Fauré spaarde zichzelf want hij voelde zich overwerkt, dus leende hij twee bestaande stukken van zich-

3


voor de kinderen van Fauré. Ondertussen had Saint-Saëns van een bewonderaar een mooie som geld geërfd die hij moest besteden aan het componeren. Saint-Saëns was ondertussen aan zijn derde en laatste vioolconcerto toe, opnieuw opgedragen aan de vioolvirtuoos Pablo de Sarasate. De componist had heel wat ervaring met het schrijven van concerto’s en hij had een eigen taal ontwikkeld vol herkenbare melodieën die bij iedereen bleven hangen. Ook zijn taal en stijl waren geëvolueerd: alles klonk nu kleurrijk romantisch-harmonisch. Het plaatje klopte. Hij was de complete Fransman geworden. Saint-Saëns componeerde met succes, hij schreef boeken over muziek, filosofie, schilderkunst, literatuur en theater. De man hield van talen, vertelde graag en reisde de wereld rond. Hij werd door velen ervaren als een fenomeen. Eén uit de duizend. Hij bleef zijn leven lang een wonderkind en een creatieve duizendpoot. Een man van het métier. Een vakman die niet zozeer op zoek was naar verdieping, maar wel het publiek de melodieën gaf waar het om vroeg. Saint-Saëns haalde voldoening uit het beleven van zijn groot muzikaal talent. Over de zin van het leven moest je bij hem niet komen aankloppen. In één van zijn bekende uitspraken zegt hij: “Een artiest die zich niet helemaal voldaan voelt als hij mooie lijnen en kleuren kan uitdenken, die verstaat de kunst van het muziek scheppen niet.” Die woorden zijn helemaal van toepassing op zijn ‘Derde Vioolconcerto’, zijn bekendste waarbij SaintSaëns en Sarasate elkaar vonden in uitspattingen van virtuoze levensvreugde.

Engelse actrice werd ingeschakeld om hem te overhalen muziek te schrijven. Zij las aan Fauré de fragmenten uit het toneelstuk voor waarvan zij dacht dat er muziek bij hoorde. “Meneer Fauré luisterde heel aandachtig en zei heel nederig dat hij zijn best zou doen om aan de muzikale wensen te voldoen”, schreef de actrice in haar memoires. Later riep Fauré de hulp in van één van zijn leerlingen om de muziek te herwerken en geschikt te maken voor een gewoon symfonisch orkest. In 1917 klonk deze suite voor het eerst in de Opera van Parijs. Camille e(s)t la vie! “Hij weet alles en mist onervarenheid.” Dat zei Berlioz over de jonge Camille Saint-Saëns. De twee heren waren open over hun andere manier van componist-zijn. “Hij zoekt passie en leven in de muziek”, zei Saint-Saëns over Berlioz, “ik puurheid van stijl en perfecte vormen.” Water en vuur dus. Saint-Saëns was pas enkele jaren getrouwd met een jong meisje, maar het huwelijk was geen succes. De moeder van de componist bleef zich ertegen verzetten, haar zoon had een bijzonder moeilijk karakter en dat alles maakte het samenleven er niet makkelijker op. Het koppel kreeg twee zoontjes, maar die stierven allebei, en de componist vond dat zijn vrouw daarvoor verantwoordelijk was. Terwijl hij met haar op reis was, verdween hij plots. Hij keerde niet meer terug in het leven van zijn jonge echtgenote. Ze zagen elkaar nooit meer en scheidden. Saint-Saëns bleek een slechte echtgenoot en een ‘mislukte’ vader en die gevoelens frustreerden hem. Hij zocht en vond affectie in een intense vriendschap met Gabriel Fauré. Fauré kon wel een gezin uitbouwen en Saint-Saëns voelde zich helemaal thuis in dat warme nest. Hij werd een soort vrijgevige oom

Man uit Merchtem Wat doet August De Boeck – die man uit Merchtem – in dat gezelschap van Fransen? Wel, hij trok de aandacht van Maurice

4


als een korte opera gebaseerd op de mythe van Ariadne, voorafgegaan door enkele scènes uit het toneelstuk van Molière. Voor dat stuk schreef Strauss een sprankelende partituur waarin hij hulde brengt aan Lully, de man die de oorspronkelijke muziek schreef voor het toneelstuk van Molière. Die vreemde dramaturgische constructie was geen hoogvlieger. Dus herschreef Strauss zijn Ariadne-muziek tot een echte opera ‘Aridane auf Naxo’s, en maakte van de oorspronkelijke toneelmuziek een concertsuite in barokstijl: een muzikale pastiche, een soort komisch muzikaal stripverhaal bij de tekst van Molière. Monsieur Jordain uit het toneelstuk probeert hoger te geraken op de sociale ladder, maar ondanks zijn pogingen om uit te blinken in dans, muziek, verleiding en filosofie heeft hij aan het einde van de dag niets geleerd. Wie kan relativeren, kan ook gelukkig zijn. Wie achter het geluk aanloopt als een hond achter een been, kan niets meer relativeren, en eindigt ongelukkig en zonder illusies. Maar dan zitten we bij Joyce, en dat is stof voor een andere keer.

Ravel. Ravel had namelijk enkele liederen van De Boeck in handen gekregen, bekeken, en bleek overdonderd. “Ze zijn even mooi als die van Fauré”, vond hij. De Boeck was onder de indruk van het Franse impressionisme en hij zou ook het Belgische muziekleven laten kennismaken met die nieuwe golf vanuit Frankrijk. Maar De Boeck bleef een bescheiden Vlaming en hij heeft zich nooit willen onttrekken aan het milieu van zijn geboortestreek. Hij speelde orgel in verschillende kerken, en nadat hij muziekdirecteur af was in Mechelen, keerde hij terug naar Merchtem. Met zijn rustige ‘Nocturne’ eindigt een boeiende carrière waarin De Boeck veel muziek componeerde die we vandaag nog te weinig horen. Muziek waarin hij regelmatig een hoog Europees niveau bereikt. De Boeck kende zijn vak en hij citeerde graag Stravinsky: “Leer fuga en contrapunt zolang en zoveel je kan.” Een goede raad voor jonge componisten. Richard relativeert Richard Strauss had Abraham al een tijdje achter zich gelaten wanneer hij in 1920, na de Eerste Wereldoorlog, in Wenen ging wonen. Nogal wat bevoorrechte getuigen in de muziekwereld van toen waren argwanend: was Strauss van plan om zijn opera’s daar op te leggen aan de directeuren? Een man met een missie. Maar neen, Strauss genoot van het Weense muziekleven. En hij trok bekende Europese zangers aan, zorgde voor een herbronning van de klassieke opera met frisse opvoeringen van opera’s van Mozart, en hij dirigeerde zelf nieuwe muziek van mannen als Pfitzner, Schreker, Zemlinsky en Weingartner. Ook in 1920 zette hij met enkele vrienden een jaarlijks zomers muziekfestival op in Salzburg. Als componist verrast Strauss. Zijn muziek voor ‘Le Bourgeois Gentilhomme’ ontstond

BIO Het Symfonieorkest Vlaanderen bestaat uit een zestigtal enthousiaste musici. Het orkest werd opgericht in 1960 onder impuls van Dirk Varendonck, die ook de eerste dirigent was. Vanaf 1984 werd het ‘Nieuw Vlaams Orkest’ gedirigeerd door Patrick Peire, Robert Groslot en Fabrice Bollon. In 1995 werd het omgedoopt tot ‘Het Symfonieorkest van Vlaanderen’ en grondig hervormd onder leiding van intendant Dirk Coutigny. Hij herstructureerde het tot een modern flexibel orkest. Jaarlijks brengt het orkest een tiental producties die worden ontdubbeld in een ruim netwerk van

5


Gossec. Ook de cd die gewijd is aan de Luikse componist André Grétry met sopraan Sophie Karthaüser werd warm onthaald door het publiek. De musici van Les Agrémens spelen op oude instrumenten, en volgens een ietwat ‘Belgische’ speelwijze waarbij men een mengeling van zachtheid en vastberadenheid verkiest boven te agressieve of te sterk gearticuleerde noten.

concerten in eigen land, maar ook in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Italië. In 1998 trok Coutigny de Britse dirigent David Angus aan als chef-dirigent. In oktober 2004 werd David Angus opgevolgd door de Vlaamse dirigent Etienne Siebens. Die dirigent heeft met zijn eigen Prometheus Ensemble reeds bewezen een goede combinatie te maken tussen kwaliteit, vernieuwing en gedrevenheid. In de Vlaamse pers werd de aanstelling unaniem toegejuicht als een boeiende artistieke koers voor de toekomst van een van Vlaanderens meest dynamische orkesten.

Ning Kam is geen onbekende voor het Symfonieorkest Vlaanderen. In 2005 vertolkte ze het ‘Vioolconcerto’ van Schumann, in 2007 dat van Mendelssohn en in 2009 bracht ze een boeiende interpretatie van het ‘Vioolconcerto nr. 2’ van Bartók.

Guy Van Waas heeft een zeer brede muzikale horizon, variërend van klarinettist in voornamelijk oude muziek naar orgelist, klavecinist tot orkestdirigent. Na zijn studies aan het Conservatorium in zijn geboortestad Brussel, in Bergen en aan het Mozarteum in Salzburg, was hij gedurende vele jaren solo-klarinettist in het Symfonieorkest van de Munt en in het Symfonisch Orkest van de Belgische Radio. Daarna heeft hij zich toegelegd op het bespelen van de oude klarinet waarvoor hij een van de meest gevraagde vertolkers werd. Guy Van Waas is klarinettist bij het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen. Daarnaast krijgt hij verschillende opdrachten bij grote orkesten als het Orchestre des Champs Elysées en de Akademie für Alte Musik in Berlijn.

Ning Kam werd geboren in Singapore en ontdekte de viool dankzij haar vader, Kam Kee Yong, zelf violist en componist. In 1987 startte ze aan de Menuhin School, waar ze les kreeg van Sidney Griller, Maurizio Fuks en Wen Zhou Li. Ze vervolgde haar studies aan het Curtis Institute met Jaime Laredo, nadien aan het Cleveland Institute of Music met Donald Weilerstein. Ning Kam won de eerste prijs in het MenuhinConcours voor Junioren te Folkestone in 1991, werd laureaat van de derde Pablo Sarasate Wedstrijd, en bereikte de finales in het Henryk Szeryng Career Awards in Monaco in 2000. Hetzelfde jaar kreeg ze ook the Young Concert Artist Award of Singapore. Toch was de belangrijkste overwinning de Tweede Prijs ‘Prix du Gouvernement Fédéral Belge Eugène Isaye’ in de Koningin Elisabethwedstrijd in 2001.

Hoewel Guy Van Waas een toonaangevende klarinettist blijft, wordt hij steeds meer gevraagd als dirigent van diverse ensembles. Sinds 2001 is hij chef-dirigent van Les Agrémens, een barokensemble van de Franstalige gemeenschap van België. Met dat orkest kon hij al regelmatig optreden en nam hij ook verschillende cd’s op met werken van onder meer Karl Stamitz en François-Joseph

Ning Kam speelt op een Guarneri Del Gesu (1730) die haar geleend wordt door Dhr. en Mevr. Rin Kei Mei uit Singapore.

6


zondag 11 maart 2012: unesco muziekdag in de bijloke repertoire van Jacques (Jakob) Loeillet, een telg uit de beroemde Gentse familie. Loeillets collega’s Pieter van Maldere, Henri-Jacques De Croes, Georg Friedrich Haendel en Georg Philippe Telemann zetten de Gentse invalshoek in een breder Zuid-Nederlands en West-Europees perspectief.

Sinds juni 2009 is Gent opgenomen in de selecte lijst van ‘Unesco Creative Cities Network’. Samen met Bologna, Sevilla en Glasgow maakt Gent de club ‘Creative Cities of Music’ compleet. Een unieke titel. Een initiatief kon niet langer uitblijven, vond Muziekcentrum De Bijloke. En dus is er op zondag 11 maart de eerste Unesco Muziekdag.

De Accademia degli Astrusi uit Bologna focust dan weer op het oeuvre van Padre Martini. Bij ons niet zozeer bekend als componist, maar des te meer als leraar van Mozart. Ook Sevilla zet, net als Gent, met het Orquesta Barroca de Sevilla, in op een 18de-eeuws programma. De Andalusische traditie van Juan Francés staat er tegenover het toenmalige Europa met werken van J.S. Bach, G.F. Haendel, Domenico Scarlatti en Pietro Locatelli.

Die dag slaan Sevilla, Bologna en Gent de handen in elkaar voor een unieke muzikale uitwisseling. Het concept is eenvoudig: we putten uit het ontzettend rijke muzikale patrimonium dat alle steden hebben opgebouwd. Iedere stad selecteert een ensemble, gespecialiseerd in oude muziek, en laat het grasduinen in het renaissance en barokke erfgoed van de eigen regio. In Gent werkt De Bijloke samen met B’Rock, in Sevilla gaat het Orquesta Barroca de Sevilla aan de slag en Bologna brengt de Accademia degli Astrusi in stelling. Alle ensembles spelen ook één werk dat een weerspiegeling is van de internationale Europese stijlen die in de 17de en 18de eeuw opgang maakten: het concerto grosso opus 6, nr. 1 in G van Georg Friedrich Haendel. Het toenmalige Europa ligt er stilistisch in vervat. En Haendel zelf is het ultieme toonbeeld van die Europese stijl: geboren in Duitsland, en aan het werk in Italië en Londen. Het concert van Gent, en dus van B’Rock, heeft een 18deeeuws programma. Het ensemble verdiept zich in het barokke

Kort samengevat: virtuoze muziek uit de laat-barok in Europa, in drie bijzondere concerten. En dat op één dag, én voor een wel erg zachte prijs. Een unieke kans om drie Europese topensembles op een dag aan het werk te zien. Met als toetje een Grand Finale, met de drie ensembles samen op het podium. Het volledige programma vind je op www.debijloke.be ZONDAG 11 MAART | CONCERTZAAL 16:00 | B’Rock (Gent) 19:00 | Accademia degli Astrusi (Bologna) 21:00 | Orquesta Barroca de Sevilla (Sevilla) 22:15 | Grand Finale met de 3 ensembles

Dagticket: € 25 / € 10 (-18) Ticket voor 1 concert: € 10 / € 5 (-18)

INFO & TICKETS 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be Bespreekbureau | J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent | Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00

7


binnenkort WO | 15.02.12 | 20:00 Krassport Portico Quartet Jazz DO | 16.02.12 | 20:00 Me La Amargates Tu Sefardische liederen VR | 17.02.12 | 20:00 Les Plaisirs du Parnasse Kamermuziek van Gabrieli, Piccinini, Marini, Vierdank e.a. ZA | 18.02.12 | 20:00 | UITVERKOCHT The Hilliard Ensemble Muziek op teksten van Petrarca en Dante ZO | 19.02.12 | 20:00 deFilharmonie, Michaël Pas (acteur) Pulcinella, KIDconcert DO & VR | 01 & 02.03.12 | 18:00-23:30 En Avant Mars / Voorwaarts Maart Festival ZA | 03.03.12 | 20:00 Concerto Copenhagen Mendelssohn, Mozart ZO | 04.03.12 | 16:00 | STAM | UITVERKOCHT Tiburtina Ensemble Hildegard von Bingen Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

ZO | 04.03.12 | 17:00 | MIRY Docentenconcert Hobo & slagwerk WO | 07.03.12 | 20:00 Jason Moran Trio Jazz | Monk at Town Hall, 1959 DO | 08.03.12 | 20:00 | UITVERKOCHT Graindelavoix Soefigezangen uit Sicilië VR | 09.03.12 | 20:00 deFilharmonie, Edo de Waart (dirigent) Bruckner: Symfonie nr. 8 in c ZO | 11.03.12 UNESCO MUZIEKDAG 16:00 | B’Rock 19:00 | Accademia degli Astrusi (Bologna) 21:00 | Orquesta Barroca de Sevilla (Sevilla) 22:15 | Grand Finale met de 3 ensembles Barokmuziek uit Sevilla, Bologna en Gent DO | 15.03.12 | 20:00 London Baroque, Reinoud van Mechelen (tenor) Couperin, Haendel, Rameau, Marais, Leclair VR | 16.03.12 | 20:00 Amsterdam Sinfonietta, Candida Thompson, Robert McDuffie (viool) Glass, Keuris, Adams v.u. | Daan Bauwens • tekst | Mark Janssens © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.