Amsterdam Sinfonietta 16.03.12

Page 1

de puur muziek

16.03.2012 | 20:00 | CONCERTZAAL

amsterdam sinfonietta de amerikaanse vier seizoenen


programma

UITVOERDERs

Philip Glass (°1937) | ‘The American Four Seasons’ (2009), Belgische première Concert nr. 2 voor viool, strijkorkest en synthesizer

Amsterdam Sinfonietta Viool 1 Candida Thompson Laura Oomens Arnieke Beilschmidt - Ehrlich Karen Segal Ingrid van Dingstee Nicoline van Santen

Prologue Movement I Song no. 1 Movement II Song no. 2 Movement III Song no. 3 Movement IV

Viool 2 Jacobien Rozemond Cecile Gouder de Beauregard Petra Griffioen Melissa Ussery Frances Thé Inki Varga

PAUZE Tristan Keuris (1946-1996) | Variations for Strings (1985) voor 12 strijkers

Altviool Daniil Grishin Anna den Herder Els Goossens Ernst Grapperhaus

John Adams (°1947) | Shaker Loops (1978,rev.1982) I Shaking & Trembling II Hymning slews III Loops & Verses IV A final shaking

Cello Kaori Yamagami Michiel Weidner Lena Wignjosaputro Claire Bleumer Contrabas | Matthew Midgley, Uxia Martinez Botana Synthesizer | Dante Boon Candida Thompson | artistieke leiding Robert McDuffie | vioolsolo

2


de amerikaanse vier seizoenen king met theatermakers. Vaak neigt Glass’ muziek naar rock, niet in de laatste plaats door de stuwende ritmiek en zijn gebruik van elektronische klankbronnen. “Ik kan me uitdrukken met elektronica, maar ik houd ook van een gewoon orkest,” verklaarde hij bij de première van zijn Eerste vioolconcert – een genre waarin hij zich hoorbaar thuis bleek te voelen.

Philip Glass - Vioolconcert nr. 2 ‘The American Four Seasons’ Philip Glass is een sleutelfiguur uit de naoorlogse muziekgeschiedenis. De première van zijn megaopera Einstein on the Beach in 1976 maakte hem wereldberoemd als een heraut van de minimal music – een term die al spoedig misverstanden opriep en die in het promotiemateriaal van Glass’ uitgever zorgvuldig vermeden wordt. Evenals zijn geestverwanten Steve Reich en John Adams is hij sindsdien steeds verder afgedreven van het oorspronkelijke ‘minimalistische’ concept. Dat concept was gebaseerd op voortdurende herhaling met subtiele variaties. Uit op zich simpel toonmateriaal, en met op zich simpele procedures, werden duizelingwekkende klankweefsels gecreëerd. Dat kan op veel manieren, getuigen de verschillende wegen die de grondleggers van meet af aan zijn ingeslagen. Logisch, want die eenvoud van materiaal en techniek vertelt niet het hele verhaal. Zoals Reich aanknoopt bij Afrikaanse slagwerkmuziek en Joodse gezangen, put Glass uit een pantheon van zeer verschillende muzikale en muziekfilosofische invloeden. Zijn stukken zijn niet alleen de uitkomst van een enkele geslaagde vondst, maar van een optelsom die begon in de radiowinkel van zijn vader, waar hij als kind de muziek ontdekte. Daarna volgden de studies wiskunde en filosofie, compositielessen bij onder anderen Darius Milhaud, Aaron Copland en Nadia Boulanger, een grondige bestudering van Indiase muziek, onderzoeksreizen naar Noord-Afrika en de Himalaya en een intensieve samenwer-

Een tweede concert lag dan ook in de lijn der verwachting, al had Glass niet kunnen voorzien dat violist Robert McDuffie hem zou vragen een eigentijds antwoord op Vivaldi’s Vier Jaargetijden te componeren. Het verbaasde McDuffie zelf in zekere zin ook, want als conservatoriumstudent was hij “een verklaard Glass-hater. We mochten zijn muziek graag afzeiken. Pure onwetendheid, is mij nu duidelijk. We kenden zijn werk gewoon niet. Het is makkelijk zijn formuleachtige structuur te parodiëren, maar niet het muzikale DNA ervan.” De bekeerde McDuffie kreeg zijn concert, en heeft goede reden om ermee op missie te gaan; als er één Glass-stuk in staat is om eventuele afkeer van diens muziek te bezweren is het wel deze American Four Seasons. Vivaldi en Glass hebben genoeg raakvlakken: een vergelijkbare continue ritmische stuwing en dezelfde obsessieve herhalingen van notenreeksen. Het benaderen van Vivaldi’s klankbeeld ging Glass opmerkelijk goed af. McDuffie had een paar specifieke eisen die prima in het concept bleken te passen: de obligate klavecimbelpartij moest door een synthesizer gespeeld worden (ter verkrijging

3


componisten niet vanzelfsprekend – althans niet zozeer dat Tristan Keuris door zijn vakgenoten geprezen werd om zijn afwijkende muzikale taal. Hoon was zijn deel, want Keuris was spaarzaam met de toen ‘verplichte’ seriële schrijfwijze en bediende zich van de klassieke, welluidende tonaliteit wanneer hem dat uitkwam. Dat mocht niet: Europa was nog steeds in wederopbouw na de oorlog, en de klassiek-romantische tijd was voorbij. Hoe meer die overtuiging de vorm van een oekaze aannam, hoe meer Keuris zich ertegen verzette. Echte erkenning, van critici en collega’s, kwam wreed genoeg pas na zijn voortijdige dood in 1996. Publiek en musici waren al langer aan hem verknocht: eindelijk weer eens een componist die van nature aanvoelt wat lekker ligt voor een instrument, en hoe ‘moeilijk’ een compositie mag zijn om boeiend te zijn voor het publiek. Keuris bleef altijd, zoals hij het zelf verwoordde, “een innige band met de romantiek” houden, en voegde daar zijn eigen (originele, en lang niet altijd zo laagdrempelige) ideeën aan toe. Zijn samenwerking met musici was fameus en van grote invloed op elke compositie. Nog steeds prijzen vele musici (zoals zangeres Jard van Nes, voor wie hij verscheidene stukken schreef) Keuris’ openhartigheid als iets hem niet of juist wel zinde, en zijn liefde voor mooie, kleine details. Over zijn onmodieuze componeerwijze zei hijzelf: “Je moet nooit bang zijn om langs de afgrond te lopen, want juist daar kun je de mooiste bloemen plukken.” Bij een groot orkest voelde Keuris zich als een vis in het water, getuige zijn geraffineerde, veelkleurige instrumentgebruik. Dan moet een stuk voor louter strijkers toch een stapje terug zijn, zou je denken. Maar zelfs uit zo’n zwart-witcoloriet wist Keuris enorm veel nuances te toveren, vergelijkbaar met de scherpe lijnen, brede strepen, waasjes

van “die oorspronkelijke Glass-sound waar David Bowie zo dol op was”, zoals de violist uitlegt) en het slotdeel moest “echt een vette rock-‘n-roll-finale” worden. Mc Duffie daarover: “I’ll tell you what I want. I want it to be the same instrumentation as Vivaldi, but instead of the harpsichord I want you to use the synthesizer and to tap into the indigenous Philip Glass rock-and-roll kickass texture that turned David Bowie on to your music, that turned David Byrne on to your music, and that turned Paul Simon on to your music. I want that indigenous Philip Glass sound to come through so that people can hear the sound of the Philip Glass ensemble.” Overigens nam Glass de vrijheid om elk van de vier delen een inleiding van de soloviool mee te geven; verrassende, soms amper als Glass herkenbare muziek, die volgens de componist ook als zelfstandig vierdelig solostuk kan worden uitgevoerd. Voorts is het concert, ondanks de duidelijke Vivaldi-inslag, vintage Glass. Je hoort de typische golfbeweging van majeur- en mineur-drieklanken, de cyclische patronen, het raderwerk van over elkaar schuivende ritmische lagen. Soms duiken ritmische vertragingen of ‘cantando’accentueringen in de melodievoering op, die het beeld veranderen van Glass als maker van mechanische, robotachtige muziek. De delen hebben geen titels – met opzet. Componist en violist kregen een meningsverschil over welke delen respectievelijk ‘winter’ en ‘zomer’ uitdrukken, maar staan verder nog steeds op goede voet met elkaar. Die interpretatieve vrijheid wordt dus ook de luisteraar gegund. Tristan Keuris - Variations for strings Het is nu amper voorstelbaar, maar in de jaren ‘60 en ‘70 was collegialiteit en begrip tussen

4


vijfentwintig jaar geleden, onder invloed van Steve Reich en Philip Glass was aangemeten. Minimal music is voor hem ook nooit zozeer een doel geweest als wel een middel om een Amerikaanse visie op muziek te geven. Na de voor de hand liggende koppeling aan Steve Reich is Adams’ muziek in verband gebracht met een bonte stoet oude bekenden, onder wie Wagner, Mahler, Sibelius, Debussy, Ives, Messiaen, Louis Andriessen en Duke Ellington. Of dat terecht is of niet is iets wat de componist zelf “geen reet” interesseert, zoals hij in een interview met Sytze Smit verklaarde. Volgens hem kan men niet volhouden dat elke compositie volkomen nieuw moet zijn en nergens op mag lijken. Moderne media hebben zoveel muziektradities ontsloten dat de Europese klassieken al lang niet meer als absolute norm voor kwaliteit gelden. De nieuwsgierigheid naar al die andere muzieksoorten beschouwt Adams als een van de belangrijkste kenmerken van de Amerikaanse muziek. Niet dat de Europese klassieken ontbreken: Nixon in China bouwt voort op de operaseriatraditie, The Death of Klinghoffer zoekt aansluiting bij de koralen van Bach en de Chamber Symphony is gerelateerd aan Schönbergs Kammersymfonie. Maar sterker dan de Duitse, Italiaanse of Franse elementen is, naar zijn eigen zeggen, de invloed die jazz altijd op hem heeft gehad. Terwijl zijn conservatoriumgenoten dweepten met de Europese avant-garde koesterde Adams de muziek van Miles Davis. Daarnaast verraden zijn instrumentaties de invloed van Duke Ellington en Gil Evans, althans in de stukken voor een gemengde bezetting. Shaker Loops is een vroeg werk, en door de onweerstaanbaarheid ervan nog altijd een van zijn meest gespeelde. Het idee voor een stuk waarin een ensemble golvende, glooi-

en diverse arceringen die sommigen met een gewoon potlood kunnen maken. Tijdens het componeren had Keuris de wind mee van het juist voltooide Tweede strijkkwartet – een stuk dat ontegenzeggelijk goed uit de verf was gekomen en duidelijk naar meer smaakte. De opdracht van het Caecilia Consort voor een strijkersstuk dat zonder dirigent gespeeld kon worden, kwam dus precies op het goede moment. Het is muziek die in de eerste minuut misschien schuurt, als een nieuwe broek die zich nog moet plooien naar de vormen van de drager. Maar al snel voelt het stugge beginmateriaal soepeler aan, mede omdat er niet voortdurend nieuwe muzikale gegevens worden aangevoerd. Het hele stuk groeit organisch uit het notenmateriaal van de eerste paar seconden, en ook al wordt dat onherkenbaar vervormd, onder de oppervlakte is het hoorbaar een eenheid. Keuris wilde zijn composities altijd de lading van een doorgaande energiestroom geven, zonder afzonderlijke delen met het obligate, classicistische patroon van snellangzaam-snel; maar zeker in dit werk blijkt hoe sterk de natuurlijke, ademende kwaliteit van zo’n afwisseling is. Het werk begint met een stevige ritmische stuwing en eindigt ook daarmee; dat er halverwege een rustiger, beschouwelijker passage zit, is eerder natuurwet dan design. En het is deze passage waarin Keuris zijn schaamteloze hang naar wonderlijke harmonieën het fraaist realiseert. John Adams - Shaker Loops John Adams’ pakkende orkest- en ensemblestukken en de opera’s die hij samen met Peter Sellars creëerde, hebben de weg geplaveid naar een succes dat niet elke hedendaagse componist heeft. Daartoe moest Adams eerst uit de minimale jas groeien die hem ooit, zo’n

5


BIO

ende patronen speelt met wisselende intensiteit, kreeg Adams toen hij amper het conservatorium had verlaten, en het verraadt de invloed van het toen nieuwe, op geleidelijke verandering gebaseerde componeren van Steve Reich. Het had een strijkkwartet moeten worden waarvan de titel, Wavemaker, niet had misstaan voor een Bondfilm. “Maar”, verklaarde Adams later, “ik beschikte nog niet over de techniek om het effect te creëren dat mij voor ogen stond: een kabbelend, glinsterend complex van patronen, als het oppervlak van een vijver of meer.” Daarop gaf Adams, inmiddels conservatoriumdocent in San Francisco, zijn studenten een rol die Renaissanceschilders vroeger aan leerlingen gaven en striptekenaars aan studiomedewerkers: hij liet ze verschillende processen uitproberen — hetzelfde notenmateriaal werd bijvoorbeeld aan vibrato-, echo- en canontechnieken onderworpen — om daaruit de meest effectieve te kiezen en die toe te passen op de ‘verhaallijn’ die hij intussen zelf had uitgezet. Shaker Loops is dus in zekere zin teamwork. De ‘loops’ uit de titel verwijzen naar een techniek die in de begintijd van de elektronische muziek veel werd gebruikt: begin en eind van een bandopname werden aan elkaar geplakt, zodat het continu afgespeeld kon worden. Het ‘shaker’-gehalte is enigszins dubbelzinnig: het woord verwijst enerzijds naar de bijna voortdurende ‘trillende’ klankmassa, en anderzijds naar de restanten van de Shaker-kolonie in de buurt waarvan Adams opgroeide. Zo’n onzichtbare religieuze sekte prikkelde uiteraard zijn kinderfantasie: hij stelde zich de extatische rituele dansen voor die daar zogenaamd zouden zijn uitgevoerd en herriep die sfeer jaren later in het hier gespeelde werk.

Amsterdam Sinfonietta neemt als enige professionele strijkorkest een unieke plaats in binnen het Nederlandse muziekleven. Het gezelschap, opgericht in 1988, treedt regelmatig op in concertzalen over de hele wereld. In de afgelopen jaren maakte Amsterdam Sinfonietta tournees door Europa, China, Amerika en Australië. Het orkest was onder meer te gast in het Kaufman Center in New York, het International Pianofestival in La Roque d’Anthéron en in het National Centre for the Performing Arts in Peking. Het ensemble bestaat uit 22 strijkers, wordt bij gelegenheid uitgebreid tot kamerorkest en speelt onder leiding van concertmeester en artistiek leider Candida Thompson. Het repertoire omvat uiteenlopende muzikale stijlen, van barok tot hedendaagse composities. In de afgelopen seizoenen speelde het orkest wereldpremières van onder meer Sofia Goebaidulina, Dobrinka Tabakova, HK Gruber en Michel van der Aa. Amsterdam Sinfonietta onderscheidt zich van reguliere kamerorkesten door het grote belang dat wordt gehecht aan de individuele inbreng van de musici: iedere musicus draagt de verantwoordelijkheid van een solist. Deze aanpak garandeert een maximale inzet en een grote betrokkenheid, wat resulteert in optredens met een zeldzame dynamiek en intensiteit. Kenmerkend voor Amsterdam Sinfonietta is de innovatieve programmering; regelmatig brengt het orkest, naast het gevestigde strijkersrepertoire, originele en spannende combinaties van muziekwerken, gaat het onverwachte samenwerkingen aan of voert grensverleggende concepten uit, met onder andere videokunst, dans en theater. In de afgelopen jaren heeft het orkest inten-

© Michiel Cleij. In opdracht van Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam

6


Sinds 1995 is zij als concertmeester verbonden aan Amsterdam Sinfonietta. Sinds 2003 is Candida Thompson tevens artistiek leider van het orkest. Bij het aanvoeren van een project hecht zij grote waarde aan de individuele inbreng van alle orkestleden. Haar muzikale benadering vraagt een maximale inzet en grote betrokkenheid van de musici. Onder haar leiding nam Amsterdam Sinfonietta inmiddels zes cd’s op. De allereerste opname ‘Verdi Tsjaikovski’ werd direct verkozen tot ‘Editors Choice’ door het toonaangevende muziektijdschrift The Gramophone. De daaropvolgende cd ‘Beethoven Walton’ werd zelfs gekroond tot ‘Disc of the Month’. Over de meeste recente opname ‘The Mahler Album’ schreef het NRC ‘hyper-Mahleriaans en prachtig gespeeld.’ Candida Thompson woont sinds 1992 in Amsterdam en bespeelt een viool van JeanBaptiste Vuillaume.

sief samengewerkt met internationale solisten als Thomas Hampson, Jean-Guihen Queyras, Gidon Kremer, Yo-Yo Ma, Martin Fröst, Dejan Lazic, Barbara Hannigan, Sergei Khachatryan, David Fray, Isaac Stern, Janine Jansen, Christianne Stotijn, Ronald Brautigam en Bobby McFerrin. Candida Thompson studeerde bij de vermaarde pedagoog David Takeno aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen, waar zij haar solistendiploma met onderscheiding behaalde. Ze studeerde verder aan het Banff Centre for the Arts in Canada. Daarna behaalde Candida Thompson diverse prijzen op concoursen, onder meer op het Internationale Jeunesses Musicales te Belgrado. Als solist speelde Candida Thompson met diverse orkesten in Europa, de Verenigde Staten en het Verre Oosten. Zo speelde ze als solist onder meer met het kamerorkest van Moskou, de Wiener Symphoniker, het Symfonieorkest van Tokio, het English String Orchestra, Amsterdam Sinfonietta en de Radio Kamer Filharmonie. Candida Thompson is een gepassioneerd kamermusicus. Zij speelde samen met musici als Isaac Stern, Janine Jansen, Julian Rachlin, Isabelle Faust en Bruno Giuranna. Met celliste Xenia Jancovic en pianist Paolo Giacometti vormt zij een pianotrio. Ook was Candida meerdere malen te gast bij het Kuhmo Festival in Finland en La Musica in de Verenigde Staten. Zij werd tevens uitgenodigd door de Canossa Masterclasses te Reggio Emilia, het Gubbio Festival in Italië en het kamermuziekfestival Ernen in Zwitserland. Al vanaf jonge leeftijd voerde Candida Thompson kamerorkesten aan in Scandinavië, Spanje, Nederland en Groot-Brittannië.

Robert McDuffie is een internationaal befaamde vioolspeler. Als solist was hij te gast bij de grote orkesten van de wereld, waaronder deze van New York City, Los Angeles, Chicago, Montreal, Toronto, San Francisco, Philadelphia, Cleveland, Minnesota, Houston, St. Louis, Hamburg Symfonie Orkest, Leipzig Gewandhaus Orkest, het Noord-Duits Radio Symfonie Orkest, het Frankfurt Radio Orkest, de Duitse Kammerphilharmonie Bremen, Orchestra del Teatro alla Scala, Santa Cecilia Orchestra van Rome en de belangrijke orkesten van Australia en Oost-Azië. McDuffie verscheen op A&E’s Breakfast with the Arts, CBS News Sunday Morning, NBC’s The Today Show, PBS’s Charlie Rose, National Public Radio. Daarnaast kreeg hij een voorpagina artikel bij The New York Times en The Wall Street Journal.

7


binnenkort ZA | 17.03.12 | 20:00 Orchestre National de Lille Sibelius, Schumann, Tsjaikovski

WO | 28.03.12 | 20:00 | MIRYZAAL Brodsky Quartet Turina, Puccini, Tanaka, Janacek, Schubert

ZO | 18.03.12 | 17:00 Docentenconcert Octaaf Van Geert

DO | 29.03.12 | 20:00 | UITVERKOCHT Collegium Vocale Gent J.S. Bach: Mattheuspassie

WO | 21.03.12 | 20:00 Compagnie Bischoff Via Dolorosa | Liszt, Glowicka

VR | 30.03.12 | 20:00 Paco del Pozo, Antonio Carrión Andalusische passiegezangen

VR | 23.03.12 | 15:00 Guido De Neve, Frank Agsteribbe J.S. Bach, Haendel, Kennis

VR | 30.03.12 | 22:00 João Escada, Maria da Saudade Traditionele fado

ZA | 24.03.12 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Vitaly Samoshko (piano) Borodin, Rachmaninov, Sjostakovitsj

ZA | 31.03.12 | 20:00 Brussels Philharmonic, Marianne Faithfull (zang) Milhaud, Weill met workshop voor kinderen (6-12j) van 19:15 tot de pauze

ZO | 25.03.12 | 16:00 deFilharmonie, Dirk Brossé (dirigent), Karlijn Sileghem & Ides Meire (acteurs) KIDconcert: Alice in Wonderland

DO | 19.04.12 | 20:00 Grieks-Byzantijns Koor Grieks-Byzantijnse hymnen voor Pasen

WO | 28.03.12 | 14:00 & 16:00 Michiel Hendryckx (verteller), Benjamin Glorieux (cello) De Grote Oorlog - muzikale vertelling voor kinderen (10-14j)

VR | 20.04.12 | 20:00 deFilharmonie, Collegium Vocale Gent, Accademia Chigiana Siena Dvorak: Stabat Mater, opus 58

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

v.u. | Daan Bauwens © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.