K TE
D LIE EN ST rl de on afz t ijk ek ire
tia
es ev nd pi oo € 2 an
&a t de
de
e
ali etb
ick
puur muziek
29.03.2012 | 20:00 | CONCERTZAAL
COLLEGIUM VOCALE GENT mattheuspassie
uitvoerders Collegium Vocale Gent Koor en Orkest Julian Prégardien | evangelist Michael Nagy | Jesus Julia Doyle en Grace Davidson | sopraan Franz Vitzhum en Robin Blaze | alt Thomas Hobbs en Hans Jörg Mammel | tenor Peter Kooij en Tobias Berndt | bas Mathias Lutze | Petrus/PontifexII Peter Kooij | Judas/Pilatus Stefan Drexlmeier | PontifexI Alexandra Lewandowska | Uxor Pilatus/ Ancilla I Griet De Geyter | Ancilla II Alexander Schneider | Testis I Stephan Gähler | Testis II
koor 1
koor 2
Sopraan Julia Doyle Griet De Geyter Aleksandra Lewandowska Alt
Grace Davidson Zsuzsi Tóth Dominique Verkinderen
Damien Guillon Robin Blaze Beat Duddeck Edzard Burchards Cécile Pilorger Alexander Schneider
Tenor Thomas Hobbs Hans Jörg Mammel Malcolm Bennett José Pizarro Stephan Gähler Dan Martin Bas Peter Kooij Tobias Berndt Matthias Lutze Stefan Drexlmeier Bart Vandewege Robert van der Vinne
2
Ripieni Naomi Beeldens Meneka Senn Lore Binon Laurence Servaes Lieselot De Wilde Herlinde van den Bossche Constance Malta-Bey Kristen Witmer
orkest 1
Concertmeester
Christine Busch
orkest 2 Anne Katharina Schreiber
Eerste viool Isabelle Farr Bénédicte Pernet
Dietlind Mayer Lotta Suvanto
Tweede viool Baptiste Lopez Verena Sommer Adrian Chamorro Mary Rock Gas Marieke Bouche Michiyo Kondo Altviool Paul De Clerck Kaat De Cock
Brigitte Clément Benoît Weeger
Cello Ageet Zweistra Harmen Jan Schwitters Vincent Malgrange Gésine Queyras Contrabas
Miriam Shalinsky
Dane Roberts
Orgel Maude Gratton
François Guerrier
Traverso Patrick Beuckels Amélie Michel Marion Hofmockel Jan Van den Borre Hobo Marcel Ponseele Benoit Laurent Taka Kitazato Rafael Palacios Fagot Julien Debordes Margreet Bongers Viola da gamba Romina Lischka
3
programma Eerste deel 1 Koor I & II Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen 2 Evangelista, Jesus Da Jesus diese Rede vollendet hatte 3 Koraal Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen 4a Evangelist Da versammelten sich die Hohenpriester 4b Koor I & II Ja nicht auf das Fest 4c Evangelist Da nun Jesus war zu Bethanien 4d Koor I Wozu dienet dieser Unrat 4e Evangelist, Jesus Da das Jesus merkete 5 Recitatief (alt) Du lieber Heiland du 6 Aria (alt) Buss und Reu 7 Evangelist, Judas Da ging hin der Zwölfen einer 8 Aria (sopraan) Blute nur, du liebes Herz 9a Evangelist Aber am ersten Tage der süssen Brot 9b Koor I Wo willst du, dass wir dir bereiten 9c Evangelist, Jesus Er sprach: Gehet hin in die Stadt 9d Evangelist Und sie würden sehr betrübt 9e Koor I Herr, bin ich’s 10 Choral Ich bin’s, ich sollte büssen 11 Evangelist, Jesus, Judas Er antwortete und sprach: 12 Recitatief (sopraan) Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt 13 Aria (sopraan) Ich will dir mein Herze schenken 14 Evangelist, Jesus Und da sie den Lobgesang gesprochen hatten 15 Koraal Erkenne mich, mein Hüter 16 Evangelist, Petrus, Jesus Petrus aber antwortete 17 Koraal Ich wil hier bei dir stehen 18 Evangelist, Jesus Da kam Jesus mit ihnen zu einem Hofe 19 Recitatief met 2 koren (tenor) O Schmerz! Hier zittert das gequällte Herz 20 Aria met 2 koren (tenor) Ich will bei meinem Jesu wachen 21 Evangelist, Jesus Und ging hin ein wenig 22 Recitatief (bas) Der Heiland fällt vor seinem Vater nieder 23 Aria (bas) Gerne will ich mich bequemen 24 Evangelist, Jesus Und er kam zu seinen Jügern 25 Koraal Was mein Gott will, das g’scheh’ allzeit
4
26 Evangelist, Jesus, Judas Und er kam und fand sie aber schlafend 27a Aria met 2 koren (sop/alt) So ist mein Jesus nun gefangen 27b Koor I & II Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden 28 Evangelist, Jesus Und siehe, einer aus denen 29 Koraal O Mensch, bewein’ dein Sünde gross PAUZE Tweede deel 30 Aria (alt, koor I & II) Ach! Nun ist mein Jesus hin 31 Evangelist Die aber Jesus gegriffen hatten 32 Koraal Mir hat die Welt trüglich gericht’t 33 Evang., Testis I/II, Pontifex Und wiewohl viel falsche Zeugen herzutraten 34 Recitatief (tenor) Mein Jesus schweigt zu falschen stille 35 Aria (tenor) Geduld! Geduld! 36a Evangelist, Pontifex, Jesus Und der Hohenpriester antwortete 36b Koor I & II Er ist des Todes schuldig 36c Evangelist Da speieten sie aus in sein Angesicht 36d Koor I & II Weissage uns, Christe 37 Koraal Wer hat dich so geschlagen 38a Evang., Ancilla I/II, Petrus Petrus aber sass draussen im Palast 38b Koor II / Evangelist, Petrus Wahrlich, du bist auch einer von denen 39 Aria (alt) Erbarme dich 40 Koraal Bin ich gleich von dir gewichen 41a Evangelist, Judas Des Morgens aber hielten alle Hohenpriester 41b Koor I & II Was gehet uns das an 41c Evangelist, Pontifex I/II Und warf die Silberlinge in den Tempel 42 Aria (bass) Gebt mir meinem Jesum wieder 43 Evangelist, Pilatus, Jesus Sie hielten aber einen Rat 44 Koraal Befiehl du deine Wege 45a Evang., Pilatus, Uxor Pilati, koor I & II Auf das Fest aber hatte der landpfleger 45b Koor I & II Lass ihn kreuzigen! 46 Koraal Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe 47 Evangelist, Pilatus Der Landpfleger sagte 48 Recitatief (sopraan) Er hat uns allen wohlgetan
5
49 Aria (sopraan) Aus Liebe will mein Heiland sterben 50a Evangelist Sie schrieen aber noch mehr 50b Koor I & II Lass ihn kreuzigen! 50c Evangelist, Pilatus Da aber Pilatus sahe 50d Koor I & II Sein Blut komme über uns 50e Evangelist Da gab er ihnen Barrabam los 51 Recitatief (alt) Erbarm es Gott 52 Aria (alt) Können Tränen meiner Wangen 53a Evangelist Da nahmen die Kriegsknechte 53b Koor I & II Gegrüssetseist du, Judenkönig 53c Evangelist Und speieten ihn an 54 Koraal O haupt voll Blut und Wunden 55 Evangelist Und da sie ihn verspottet hatten 56 Recitatief (bas) Ja! Freilich will in uns das Fleisch und Blut 57 Aria (bas) Komm, süsses Kreuz 58a Evangelist Und da sie an die Stätte kamen 58b Koor I & II Der du den tempel Gotten zerbrichst 58c Evangelist Desgleichen auch die Hohenpriester 58d Koor I & II Andern hat er geholfen 58e Evangelist Desgleiche schmäheten ihn 59 Recitatief (alt) Ach, Golgatha, unsel’ges Golgatha 60 Aria (alt, koor II) Sehet Jesus hat die Hand 61a Evangelist, Jesus Und von der sechsten Stunde 61b Koor I Der rufet dem Elias 61c Evangelist Und bald lief einer unter ihnen 61d Koor II Halt, lass sehen 61e.Evangelist Aber Jesus schriee abermals laut 62 Koraal Wenn ich einmal soll scheiden 63a Evangelist Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriss 63b Koor I & II Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen 63c Evangelist Und es waren viel Weiber da 64 Recitatief (bas) Am Aband da es kühle war 65 Aria (bas) Mache, dich, mein Herze rein 66a Evangelist Und Joseph nahm den Leib 66b Koor I & II Herr, wir haben gedacht 66c Evangelist, Pilatus Pilatus sprach zu ihnen 67 Recit. (SATB, Koor I & II) Nun ist der Herr zur Ruh gebracht 68 Koor I & II Wir setzen uns mit Tränen nieder
6
DE MATTHEUSPASSIE VAN BACH De traditie om in de Goede Week het lijdensvehaal naar een der evangelisten op te voeren gaat ver terug. In de achtste eeuw in de rooms-katholieke kerkliturgie werd eenstemmig door de monniken het lijdensverhaal van Christus zoals opgetekend door Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes gezongen op resp. Palmzondag, dinsdag, woensdag en vrijdag in de Goede Week. Het gegeven van een Mattheuspassie werd behalve door Bach ook op muziek gezet door andere barokcomponisten zoals Schütz, Böhm, Vulpius, Walther en Telemann. De avonddienst op Goede Vrijdag vormde het religieuze hoogtepunt van de passietijd. Bachs voorganger in het ambt van Cantor van Leipzig, Johann Kuhnau, had in 1721 de gewoonte ingevoerd om tijdens de avonddienst een ‘muzikaal lijdensverhaal’ in twee delen op te voeren. Het eerste deel kwam voor de preek, het tweede erna. Om beurten vond dat plaats in de Nicolai-Kirche en de Thomas-Kirche. Tussen 1724 en 1730 voerde Bach op die dag al dan niet eigen gecomponeerde passie-oratoria naar een van de 4 evangelisten uit. Zijn Johannespassie had hij in 1724 uitgewerkt.
zwommen op het gebied van vocaalinstrumentale werken. Hij hanteerde een werkwijze die hij in een groot aantal cantates toepaste. Zijn hoofdelementen zijn recitatieven (de verhaallijn volgens het evangelie van Mattheus), gezongen door solisten. Daarvan zijn twee soorten: het recitativo secco (summier begeleid met lange liggende akkoorden), en het recitativo accompagnato (een recitatief waarin de begeleiding een meer polyfoon karakter heeft), met koralen (die weliswaar uitgecomponeerd de bestaande tekst en melodie volgen van standaardkoralen), aria’s (persoonlijk gedichte teksten, meest in A-B-A-vorm) en koorgedeeltes. Bachs bedoeling was oorspronkelijk om het werk op twee dagen te laten uitvoeren: het eerste deel op Palmzondag, het tweede op Goede Vrijdag. De Mattheuspassie was, zoals alle muzikale passies uit die tijd, immers in de eerste plaats een onderdeel van een liturgische dienst, namelijk de vespers. Het eerste deel van de Passie verhaalt het Laatste Avondmaal, het tafereel in de Hof van Getsemane en de gevangenneming van Jezus. Het tweede deel is gewijd aan het verhoor, de kruisiging en graflegging met daarbij de wake aan het graf.
Toen Bach dus in 1727 als ruim veertigjarige het idee koesterde om een passie te schrijven naar het evangelie van Mattheus, had hij al heel wat watertjes door-
Voor de tekst doet hij een beroep op drie bronnen: de bijbel, waarin hij put uit het
7
verslag van Mattheus over het lijden van Christus (hoofdstukken 26 en 27) en het hooglied van Salomon. Daaraan voegt hij vijftien kerkliedstrofen toe, allemaal uit het eigentijdse repertoire. Twaalf daarvan zijn als vierstemmige koralen uitgewerkt. Als derde inspiratiebron grijpt hij terug op vrije ‘madrigaal’-poëmen van de dichter Picander (schuilnaam van postbeambte Christian Friedrich Heinrici uit Leipzig). Daarin wordt commentaar geleverd op de gebeurtenissen in recitatief-, aria- of koorvorm. Doel was om de inhoud en de boodschap voor de gelovige van toen te becommentariëren en uit te diepen. Bach is een meester in het toepassen van de muzikale retoriek. Alle muzikale middelen worden ingezet om het lijdensverhaal en de boodschap duidelijk te maken: getallensymboliek, klankkleur van instrumenten en de menselijke stem, melodische en ritmische motieven, harmonie, gebruik van verschillende toonaarden, enz.
de voorstelling en de uitwerking van de muzikale thema’s, is een erfenis van de Nederlandse polyfonisten (Orlandus Lassus, voortgezet door Schütz). De concerterende aanpak, waarbij orkest en koor in constante interactieve dialoog treden, ontleende Bach aan de laat-barokke schrijfwijze, die vooral werd gepropageerd door Antonio Vivaldi, wiens werk Bach grondig had bestudeerd. Daar bovenop stapelt hij nog een ander gegeven, namelijk een koraal, waarmee hij zijn voorliefde uit voor de protestantse liederenschat, het alom gekoesterde gemeenschappelijk bezit van alle gelovigen. Door de secularisatie is de religieuze kunst vandaag een curiositeit geworden. Religieuze muziek: wie staat nog stil bij de tekst en de boodschap? Maar Bachs Mattheuspassie wordt zowel door gelovigen als door ongelovigen meer dan als pure schoonheid ervaren. Waarom? Omdat het verhaal over het menselijk lijden zo treffend en indringend wordt vertolkt dat de boodschap duidelijk is, een boodschap die ook alle sektarische, rasgebonden, cultuurgebonden, tijdsgebonden belangen te boven gaat. Dit is een uniek, monumentaal muzikaal epos. Het verhaal wordt, op een manier die onder Bachs tijdgenoten gangbaar was, gedragen door de evangelist. Maar die evangelist is nooit een onverschillige verslaggever. Die zware ‘rol’, weggelegd voor een tenor, wordt emotioneel betrokkener naarmate het momentum van de muziek leidt tot Christus’ onver-
Voor de structuur baseert Bach zich op de muzikale dialoog van vraag en antwoord, wat zich vertaalt in een consequent doorgevoerde dubbelkorige bezetting: twee vierstemmige vocale koren en een dubbelorkest. Op compositorisch vlak is het een briljante synthese van de zeer uiteenlopende stilistische invloeden. De dubbelkorigheid verwijst naar een Venetiaanse, en later in Duitsland overgenomen populaire techniek (Giovanni Gabrieli, Heinrich Schütz). De contrapuntische uitwerking, waarbij alle partijen evenwaardig deelnemen aan
8
mijdelijke vernedering en executie. De andere personen zoals Christus, Judas, Petrus, anonieme stemmen (getuigen), hogepriester, twee maagden, twee priesters, Pilatus en echtgenote hebben kleine zelfstandige rollen. Al die partijen zijn opgevat als ‘secco-recitatieven’. De woorden van Christus worden gezongen door een bariton met nobel dragende stem in een meer melodische recietstijl, omgeven door een muzikaal aureool van strijkersklanken. Slechts éénmaal zwijgen de strijkers: op Jezus’ laatste woorden ‘Eli, Eli, lama asabthani’ (‘Mijn God waarom hebt Gij mij verlaten’) als symbool van de eenzaamheid. Christus hier niet meer als de oppermachtige god, maar als een ontredderd mens in zijn laatste doodsstrijd. De nevenfiguren zingen in de stijl van de evangelist. De woorden van het volk, van de hogepriesters en schriftgeleerden zijn getoonzet in dikwijls dramatische, realistische koorfragmenten (‘turbae’ of volkskoren). De vocale solisten (sopraan, alt, tenor en basbariton) leveren beschouwend commentaar en zorgen voor meditatieve rustpunten. De ariavorm is de da capo vorm: driedelig. Dan zijn er nog wat ‘stemmen’ van toeschouwers langs de weg naar Golgotha. Het koor treedt afwisselend op als primair reagerend ‘volk’ (in de koren) en als beschouwend ‘kerkganger’ (in de liturgische koralen). De koralen onderstrepen het drama op cruciale momenten. Het orkest bestaat alleen uit twee strijkersgroepen (met een solistische viola da gamba) en houtblazers (fluiten,
hobo’s waaronder bijzondere hobotypes, fagotten). Wel een orgel en/of klavecimbel. Koper en slagwerk ontbreken. Het werk raakte zo’n 100 jaar in vergetelheid totdat Mendelssohn het herontdekte en het voor het eerst weer uitvoerde in Berlijn op 11 maart 1829. Dan wel in sterk aangepaste en verkorte vorm: veel zogenaamd ‘saaie’ aria’s liet hij weg en hij gebruikte een romantisch grote bezetting met volledig symfonieorkest en meer dan 100 zangers tellende koren. Mendelssohn was het ook die het werk officieel, maar in verkorte vorm voor het eerst officieel uitgaf. Ondertussen is de traditie van elk jaar opnieuw een Mattheuspassie her en der stevig verankerd in de concertpraktijk. De uitvoeringswijze daarentegen is nog altijd aan verandering onderhevig. Eind jaren zestig van vorige eeuw deed de zogenaamde authentieke uitvoeringspraxis haar intrede: een poging om terug te gaan naar het originele concept, terug naar kleinere bezettingen, oude instrumenten, oude speelwijze, aandacht voor vroegere agogiek, ritmiek, versieringen enzovoort. Ook Philippe Herreweghe hanteerde van meet af aan een fijn penseel doorheen de partituur. Vandaag — wereldwijd erkend als een autoriteit op dit specifieke terrein, en na zovele opvoeringen — blijft hij niet op zijn lauweren rusten. Elke uitvoering is telkens weer een avontuur, een belevenis.
9
BIO De Duitse tenor Julian Prégardien (°1984) verovert de jongste jaren met zijn heldere stemgeluid niet alleen de operabühne maar ook de concertpodia. Hij studeerde zang aan de “Hochschule für Musik” in Freiburg. Al tijdens zijn jaren van studie was hij actief als concertzanger. In de zomer van 2008 nam hij deel aan de Académie Européenne de Musique. Met hen vertolkte hij Haydns ‘L’infedeltà delusa’ in meer dan 20 operahuizen. Sinds 2009 is hij vast verbonden aan de opera van Frankfurt. Hij vertolkte er onder andere Tamino in Mozarts ‘Toverfluit’, Jason in M. A. Charpentiers ‘Medée’ en Novice in Brittens ‘Billy Bud’. Op het concertpodium zong Julian Prégardien zich reeds een stevige reputatie bij elkaar als Bach-vertolker met onder andere het Concerto Kölln en het Collegium Vocale Gent. Net als bij zijn vader, Christoph Prégardien, is zijn heldere timbre uiterst geschikt voor de veeleisende rol van evangelist in de passies van Bach. De Bachpassies brachten hem al tot in het Concertgebouw Amsterdam, de Tonhalle Zürich en het Theater and der Wien. Zijn repertoire omvat naast Bach ook werken uit de vroeg-barok, de oratoria van Haydn en Mendelssohn. Naast dat alles bouwt hij ook een reputatie als gloedvolle liedvertolker uit, onder andere in een samenwerking met pianist Michael Gees en zijn vader Christophe Prégardien.
In 2010 was het precies veertig jaar geleden dat een groep bevriende studenten op initiatief van Philippe Herreweghe beslisten het Collegium Vocale Gent te stichten. Het ensemble paste als een van de eerste de nieuwe inzichten inzake de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale muziek. Die authentieke, tekstgerichte en retorische aanpak zorgde voor een transparant klankidioom waardoor het ensemble in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam verwierf en te gast was op alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, Israël, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong-Kong en Australië. Intussen is Collegium Vocale Gent op een organische wijze uitgegroeid tot een uiterst flexibel ensemble met een ruim repertoire uit verschillende stijlperiodes. De grootste troef bestaat erin dat voor elk project een geoptimaliseerde bezetting bijeen gebracht wordt. De Duitse barokmuziek, en meer specifiek de vocale werken van J.S. Bach, waren en blijven een kroondomein. Vandaag brengt het Collegium Vocale Gent deze muziek bij voorkeur met een klein ensemble, waarin de zangers zowel de koor- als solopartijen voor hun rekening nemen. Meer en meer legt Collegium Vocale Gent zich ook toe op het romantische, moderne en hedendaagse oratoriumrepertoire. Om die reden werd in 2009 een samenwerking aangegaan met de Accademia Chigiana uit Siena. Dat resulteerde ener-
10
zijds in de oprichting van een gezamenlijk symfonisch koor en anderzijds in de rekrutering van zangers op Europees niveau. Op die manier staan ervaring en jong talent zij aan zij en slaagt Collegium Vocale Gent erin een belangrijke pedagogische functie te vervullen. Collegium Vocale Gent bouwde onder leiding van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer dan 75 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia Mundi France en Virgin Classics. In 2010 startte een gloednieuw opnameproject waarbij Philippe Herreweghe zijn eigen label φ (PHI) oprichtte om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen. In 2011 verscheen een nieuwe cd met de Motetten van J.S.Bach (PHI002), gevolgd door opnamen van Bachs H-moll Messe en werken voor koor en orkest van Johannes Brahms.
1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw ten uitvoer bracht. Van 1982 tot 2002 was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de renaissance tot de hedendaagse muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs-Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire opnieuw te laten schitteren op originele instrumenten. Op uitnodiging van de prestigieuze Accademia Chigiana in Siena werkt Philippe Herreweghe sinds 2009 samen met Collegium Vocale Gent actief mee aan de uitbouw van een groot symfonisch koor op Europees niveau.
Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn universitaire studies met een muzikale opleiding aan het conservatorium, waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelfde periode begon hij te dirigeren en in 1970 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun opnames van de verzamelde Bachcantates. Al gauw werd Herreweghes levendige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek alom geprezen en in
Steeds op zoek naar muzikale uitdagingen is Philippe Herreweghe sinds enige tijd erg actief in het grote symfonische repertoire van Beethoven tot Gustav Mahler. Sinds 1997 engageert hij zich als hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic). Philippe Herreweghe werd in 2008 ook vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie in Nederland. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler Chamber Orchestra.
11
binnenkort VR | 30.03.12 | 20:00 Paco del Pozo, Antonio Carrión Andalusische passiegezangen
ZA | 28.04.12 | 20:00 Ensemble Inégal & Choeur de Chambre de Namur Zelenka
VR | 30.03.12 | 22:00 João Escada, Maria da Saudade Traditionele fado
WO | 02.05.12 | 20:00 Bram Van Sambeek, Reto Bieri, Benjamin Engeli Van Beethoven, Bruch, Glinka
ZA | 31.03.12 | 20:00 Brussels Philharmonic, Marianne Faithfull (zang) Milhaud, Weill met workshop voor kinderen (6-12j) van 19:15 tot de pauze
VR & ZA | 04 & 05.05.12 | 20:00 Joachim Brackx, Nabla Maeterlinck (nieuwe productie)
DO | 19.04.12 | 20:00 Grieks-Byzantijns Koor Grieks-Byzantijnse hymnen voor Pasen VR | 20.04.12 | 20:00 deFilharmonie, Collegium Vocale Gent, Accademia Chigiana Siena Dvorak: Stabat Mater, opus 58 MA | 23.04.12 | 20:00 Bijloke-Manufactuur ntb DO | 26.04.12 | 20:00 | MIRYZAAL The Nash Ensemble of London Mozart, Fauré, Ravel, Saint-Saëns
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be
DI | 08.05.12 | 15:00 Takashi Watanabe Goldbergvariaties DO | 10.05.12 | 20:00 Faroski Kantaduri Kroatisch-Dalmatische gezangen uit de Goede Week VR | 11.05.12 | 20:00 Gabrieli Consort & players Gabrieli, Bendinelli, Thomsen, Gussago
ZO | 27.05.12 | 11:00-20:00 Côté Jardin Gratis muzikale picknick in de tuinen van De Bijloke
v.u. | Daan Bauwens • tekst | Frank Pauwels © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)