de puur muziek
de
09.12.12 | 16:00 | STAM REFTER
BRUCE DICKEY & LIUWE TAMMINGA Muziekcentrum Gent
Virtuozen in de 16de eeuw
Programma Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594) Io son ferito ahi lasso, Madrigaal gediminueerd door Giovanni Battista Bovicelli (Milaan, 1594)
Giovanni Maria Trabaci (c. 1575-1647) Canzon francese terza (libro primo, Napels, 1603) Consonanze Stravaganti (orgel solo) Ascanio Mayone (c. 1575-1627) Canzone francese quarta (libro secondo, Napels, 1609)
Gioseffo Guami (1542-1611) Canzon La Brillantina Canzon La Guamina (orgel)
Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594) Ricercar (orgel) Domine quando veneris, motet gediminueerd door Riccardo Rognoni
Anonimo Tarantella (orgel)
Giovanni Gabrieli (1556-1612) Canzon del 2째 tono (orgel) Canzon a 5 (1615) Ricercar del 10째 tono (orgel) Canzon II a 4 (1608) Canzon La Spiritata (1609) (orgel)
Gaetano Greco (c. 1657- c. 1728) Tarantella con varie partite (ms. Napels)
Uitvoerders Bruce Dickey | cornetto Liuwe Tamminga | orgel
2
Bruce Dickey & Liuwe Tamminga Virtuozen in de 16de eeuw Inleiding De cornetto, in het Nederlands ook wel ‘zink’ genoemd, is één van die bijzondere blaasinstrumenten die lange tijd stof vergaarden vooraleer ze tijdens de oude muziek revival opnieuw ‘ontdekt’ werden. Bruce Dickey laat u tijdens dit concert kennis maken met de smeuïge, buigzame klank van de cornetto. Hij legt zich reeds sinds de jaren ’80 toe op dit moeilijk te bespelen instrument. Door zijn volgehouden zoektocht naar de oorspronkelijke speeltechniek van de cornetto, slaagt hij erin om aan een hedendaags publiek opnieuw te laten horen waarom het instrument vroeger zo vaak vergeleken werd met de menselijke stem. In zijn handen klinkt het instrument omfloerst, delicaat en met eindeloos veel dynamische nuance. Hij brengt vandaag muziek mee uit de gouden eeuw van de cornetto; de Italiaanse late 16de eeuw. Venetië was toen het belangrijkste muzikale centrum van Italië met muziek van onder andere Giovanni Gabrieli, maar bijvoorbeeld ook Francesco Guami. De cornetto maakte vast deel uit van de muziekkapel van de San Marco. Vaak verdubbelden de cornetti de bovenste stem in vocale composities. Maar ze behoorden er ook tot de gepriviligieerde vertolkers van de eerste vormen van puur instrumentale muziek. Ook muziek uit het zuiden van Italië komt vandaag aan bod. Componisten als Trabaci en Mayone werkten in Napels in dienst van
de Spaanse Kroon. In de tarantella’s, waarmee het programma besluit, horen we dan weer echo’s van een veel volkser geluid uit het zuiden van Italië. De organist Liuwe Tamminga zal Bruce Dickey begeleiden. Hij is de vaste bespeler van wat volgens veel kenners de mooiste historische orgels ter wereld zijn: de orgels gebouwd door Lorenzo da Prato (1471-1475) en Baldassare Malamini (1596) in de Basilica di S. Petronio te Bologna.
Cornetto De oorsprong van de cornetto is waarschijnlijk te herleiden tot allerlei soorten van ‘koehoorns’ die reeds in de middeleeuwen en vroeger in gebruik waren. In zijn ‘klassieke’ vorm zien we het instrument vanaf de 15de eeuw opduiken in schilderijen en instrumentencollecties. De cornetto is gemaakt van hout, maar langs buiten omwikkeld met leer. Aan de binnenkant is de cornetto conisch, maar langs buiten heeft het instrument een mooi achthoekig profiel. Het kleine mondstuk heeft dezelfde vorm als de embouchure van een trompet, maar dan veel fijner en kleiner. De cornetto bestaat in een rechte vorm, maar de meest courante is de gebogen cornetto. De hoogdagen van de cornetto spelen zich vooral af in de tweede helft van de 16de eeuw. Niet alleen in Italië, maar bijvoorbeeld ook in Duitsland was de cornetto erg populair. Daarna raakte het instrument steeds meer in onbruik.
3
Het instrument verdween lange tijd volledig van het toneel tot pionier Christopher Monk in de jaren 50 van de vorige eeuw het instrument opnieuw leven inblies. De klank van de cornetto bezit, wanneer ze goed bespeeld wordt, een unieke expressiviteit. Toentijds werd de klank van de cornetto vaak vergeleken met de heldere sopraan van een knaapje. Mersenne, een belangrijk muziektheoreticus uit de 16de eeuw, omschreef de klank van de cornetto als een ranke straal zonneschijn temidden van de lange schaduwen in een kerk: “Il est semblable à l’éclat d’un rayon de soleil qui paroist dans l’ombre ou dans les ténèbres lors qu’on l’entend parmy les voix dans les Églises, Cathédrales ou dans les Chapelles.” Tegelijk waren ook alle tijdgenoten ervan overtuigd dat het geen eenvoudig instrument was om te bespelen. Alleen de allerbesten slaagden erin om de lipspanning perfect te beheersen en de cornetto echt haar zoetgevooisde geluid mee te geven. Cornetti virtuosi waren dan ook meestal geen amateurs. Het was een instrument van professionele muzikanten die zichzelf rigoureus trainden en daarnaast geen enkel ander instrument bespeelden. De beste cornettospelers genoten een brede bekendheid en werden soms zelfs meer betaald dan de kapelmeester van dienst.
na, weinig muziek geschreven die echt voor instrumenten bedoeld was. Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw veranderde dit. De barok kondigde zich aan en in het zog daarvan gingen componisten steeds vaker muziek schrijven waarin instrumenten solistisch konden schitteren in hun eigen instrumentale idioom. Zo ook met de cornetto. Aanvankelijk werd het instrument vooral gebruikt om de bovenste stem van een vocale compositie te verdubbelen, zeker in kerkmuziek was dat heel gewoon. De cornetto speelde vaak virtuoze diminuties bovenop die eerste stem. Daarbij werden lange notenwaarden uit de melodie versierd met wervelende slierten van kleinere notenwaarden. De notenwaarden werden dus letterlijk ‘verkleind’ (diminuere), maar de schittering van de muziek werd groter. Een beetje zoals bij een diamant: hoe kleiner het snijvlak hoe groter de briljantie. Deze diminutiepraktijk was destijds heel gewoon en werd vaak geïmproviseerd. Tijdens de 16de eeuw verschenen er talloze handboeken met aanwijzingen over hoe men het beste kon diminueren en vaak ook met tabellen waarin voor elk muzikaal interval een aantal voorbeelden stonden uitgewerkt. Zo’n diminutie kreeg een zelfstandig karakter wanneer ze werd uitgevoerd door enkel instrumenten, zoals bijvoorbeeld de cornetto en het orgel. We horen vanavond twee dergelijke voorbeelden, telkens gebaseerd op een vocale compositie van Palestrina. Bruce Dickey baseert zich hiervoor op voorbeelden die neergeschreven werden in de diminutiehandleidingen van Riccardo Rognioni en
Repertoire Instrumenten stonden tijdens de renaissance voornamelijk ten dienste van vocale muziek. Ze versterkten de vocale partijen of speelden in consorts, instrumentenfamilies, vocale muziek na. Maar er werd, op dansmuziek en ceremoniële muziek
4
Gabrieli. Verder bestaan de canzona’s meestal uit een opeenvolging van korte contrasterende secties. Qua stijl maken ze meestal een afwisseling tussen het nieuwe instrumentale geweld en melodieën die verrassend vocaal aandoen. De viool en de cornetto waren de meest geliefde instrumenten voor deze nieuwe solo-muziek. Sommige componisten experimenteerden graag met een schrijfstijl die op het lijf van de viool geschreven was, maar op hun titelpagina’s vermeldden ze toch vaak beide instrumenten. Het was aan de uitvoerders zelf om te beslissen welke stukken het beste pasten bij hun instrument. De begeleiding van deze canzona’s was in handen van een basso continuo. De samenstelling van de basso continuo was variabel, maar het orgel was zeker in die vroege periode een vast ingrediënt. Bovendien speelde het orgel als polyfoon solo-instrument ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van de nieuwe instrumentale muziek, getuige hiervan de ricercares en canzones voor orgel solo in dit programma.
Giovanni Battista Bovicelli. Rond de eeuwwisseling werd in Italië de renaissance polyfonie ingeruild voor het nieuwe barokke idioom van solostemmen begeleid door een basso continuo. Dit opende ook nieuwe deuren voor een instrumentale muziek die zich vanaf nu losmaakte van de vocale modellen. Deze nieuwe instrumentale composities droegen verschillende namen: sonate, simfonia, canzona, concerto. Maar ze hadden allemaal hetzelfde doel: de instrumentale expressiviteit doen schitteren. In het programma van vandaag horen we vooral canzona’s. De term ‘canzona’, of specifieker nog, canzon francese, doelde oorspronkelijk op de instrumentale uitvoering van polyfone Franse chansons. Typisch voor die Franse chansons was het gebruik van korte motieven, vaak bestaande uit herhaalde noten en het gebruik van imitatie. Deze kenmerken bleven bewaard in de instrumentale canzona’s voor één of meerdere solo-instrumenten en basso continuo, zoals bijvoorbeeld die van Giovanni
5
Bio Liuwe Tamminga Liuwe Tamminga, geboren in Friesland, wordt internationaal beschouwd als één van de grootste kenners op het gebied van de Italiaanse orgelmuziek uit de 16de en 17de eeuw. Hij is, samen met Luigi Ferdinando Tagliavini, titularis van de Basilica di S. Petronio te Bologna, waar hij de beide schitterende instrumenten van Lorenzo da Prato (1471-1475) en Baldassare Malamini (1596) bespeelt. Hij maakte talrijke cd’s, waaronder het volledige werk van Marc’Antonio Cavazzoni (Diapason d’Or, Preis der Deutschen Schallplattenkritik 2005, Goldberg vijf sterren), de Fantasieën van Frescobaldi (beste plaat van de Amadeus-maand 2006 en Diapason vijf sterren), Mozart on Italian organs (Preis der Deutschen Schallplattenkritik 2006 en Diapason vijf sterren), en de opname gewijd aan Andrea en Giovanni Gabrieli, samen met met L.F. Tagliavini (Choc de la musique en Internationale Platenprijs Antonio Vivaldi van de Fondazione Cini te Venetië 1991). In 2006 verscheen Gli organi storici dell’Appennino Modenese (Historische orgels in de Apennijnen bij Modena), bekroond door Musica en Diapason met vijf sterren. In 2008 verschenen drie cd’s, achtereenvolgens gewijd aan de componist Fiorenzo Maschera, de orgels op de Canarische Eilanden en aan Giacomo Puccini (Diapason d’Or).
verzorgde ook verscheidene uitgaven van orgelmuziek, waaronder de Ricercares uit Musica nova (1540), werken voor klavier van Giovanni de Macque en Pierluigi di Palestrina (Uitgeverij Andromeda), de Ricercares van Jacques Buus (Uitgeverij Forni) en muziek voor twee orgels van Italiaanse meesters rond 1600 (Doblinger Wenen). Hij kreeg uitnodigingen om masterclasses te geven aan de Accademia di Musica Italiana per Organo te Pistoia, de Corso Internazionale di Musica Antica te Urbino, de Conservatoria van Parma, Mantua, Pesaro, Bergamo, Potenza, Matera, Krakow, Wroclaw, Utrecht, Rotterdam, het New England Conservatory te Boston en het Lemmensinstituut te Leuven. In 2002 was hij docent aan de Internationale Zomeraccademie in Haarlem. Op verzoek van het Koninklijk Huis verleende hij als organist medewerking aan de uitvaartdienst van Prins Claus. In 2010 werd hij benoemd als conservator van de muziekinstrumentencollectie San Colombano-Colezione Tagliavini in Bologna. Zijn intensieve concertpraktijk bracht hem overal in Europa, en in de Verenigde Staten en Japan.
Bruce Dickey Bruce Dickey, trompettist van opleiding, studeerde eerst musicologie aan de Indiana University School of Music. Hij maakte er kennis met de blokfluit en dat deed in hem
Hij speelt regelmatig met de ensembles Concerto Palatino en Odhecaton. Hij
6
de interesse voor oude muziek ontstaan. Hij trok naar de Schola Cantorum Basiliensis in Basel, Zwitserland. Hij studeerde er één jaar blokfluit, maar schakelde al snel over op de cornetto. Hij is vandaag nog steeds verbonden aan de Schola Cantorum maar dan als docent cornetto. Gedurende vele jaren trad hij op en nam hij deel aan cd-opnames met de allergrootsten uit het veld: Jordi Savall, Andrew Parrott, Nikolaus Harnoncourt, Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Monica Huggett, Philippe Herreweghe, en vele anderen. De ervaringen die hij daar opdeed resulteerden uiteindelijk in wat vandaag zijn belangrijkste muzikale project is: het Concerto Palatino, een blazersensemble met trombones en cornetti onder leiding van hemzelf en de trombonist Charles Toet. Bruce Dickey schittert op ontelbaar vele opnames. Zijn solo-cd, Quel lascivissimo cornetto ontving de prestigieuze Diapason d’Or.
tions, een kleine uitgeverij die zich toelegt muziek uit 17de eeuwse Italiaanse kloosters. In 2000 ontving van de Historic Brass Society de prestigieuze Christopher Monk Award voor “his monumental work in cornetto performance, historical performance practice and musicological scholarship”. In 1981 verhuisde Bruce Dickey naar Italië ten dele om dichterbij de oorsprong, de materialen en de muziek voor zijn geliefde instrument te zijn. Hij woont momenteel in Bologna, de thuisstad van het historische Concerto Palatino en de stad waar men de beste pasta ter wereld serveert.
Naast zijn concertpraktijk is Bruce Dickey ook een veelgevraagd pedagoog, zowel wat betreft het spel op de cornetto als de 17de-eeuwse uitvoeringspraktijk. Hij is vast verbonden aan de Schola Cantorum Basiliensis, maar geeft ook regelmatig les aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, de Accademia Chigiana in Siena en het Early Music Institute van de Indiana University, daarnaast verzorgt hij ook masterclasses over de hele wereld. Hij is tevens actief als onderzoeker en publiceerde samen met Michael Collver een catalogus met alle overgeleverde muziek voor cornetto. Hij beheert samen met zijn vrouw Candace Smith ook Artemisia Edi-
7
binnenkort WO | 12.12.12 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Isabelle Faust (viool), Alexander Rudin (cello), Alexander Melnikov (piano) Schumann, Van Beethoven, Smetana
WO | 09.01.13 | 14:00 | Kraakhuis Nathan Braude (altviool), Polina Leschenko (piano) Chopin, Schumann, Jongen, Franck
VR | 14.12.12 | 20:00 | Kraakhuis Rolf Lislevand (luit, theorbe, barokgitaar), Kayhan Kalhor (spijkervedel) Iraanse en Europese improvisaties
ZA | 12.01.13 | 20:00 | LAATSTE TICKETS deFilharmonie, Philippe Herreweghe (dirigent), Isabelle Faust (viool) Schumann, Van Beethoven
ZO | 16.12.12 | 15:00 Brussels Philharmonic & Vlaams Radio Koor & Octopus Symfonisch Koor, Michel Tabachnik (dirigent) Verdi: Requiem
DI | 15.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Dan Tepfer (piano) Improvisaties op de Goldbergvariaties
WO | 19.12.12 | 20:00 | Kraakhuis Benjamin Van Esser, Daan Vandewalle, Keiko Shichijo Van Esser, Vandewalle, Shichijo, Nuyts, Blake ZO | 23.12.12 | 19:00 | UITVERKOCHT Collegium Vocale Gent, Philippe Herreweghe (dirigent) Bach: Weihnachtsoratorium
WO | 16.01.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Hugo Wolff Quartet Van Beethoven, Webern, Mendelssohn VR | 18.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Canto Coronato Ciconia, Da Perugia ZA | 19.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Surjeet Singh Ensemble Sikh-tradities uit Punjab DI | 22.01.13 | 20:15 | Handelsbeurs Quatuor Modigliani Franck, Ravel, Saint-SaĂŤns
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Annemarie Peeters Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be Š Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)