de puur muziek
de
16.12.12 | 15:00 | CONCERTZAAL
Brussels Philharmonic & Muziekcentrum Vlaams Radio Koor & Gent Octopus Symfonisch Koor Verdi: messa da requiem
Programma
Uitvoerders
Giuseppe Verdi (1813-1901) Messa da Requiem I. Requiem (introitus) II. Kyrie III. Dies irae (sequentia) IV. Domine Jesu (offertorium ) V. Sanctus VI. Agnus Dei VII. Lux aeterna (communio) VIII. Libera me (responsorium)
Brussels Philharmonic Vlaams Radio Koor Octopus Symfonisch Koor Bart Van Reyn | koorleider Henry Raudales | concertmeester Michel Tabachnik | dirigent Katrin Kapplusch | sopraan Natascha Petrinsky | mezzosopraan Chad Shelton | tenor Christof Fischesser | bas
Er is geen pauze
2
Verdi: Messa da requiem Niet voor de kerk De MEssa da Requiem als vrij kunstwerk “We zijn vandaag geneigd om religieuze muziek als kunst te beluisteren en naar waarde te schatten. Wat de Kerk er lovenswaardig dan wel verfoeilijk aan vindt, laat ons onverschillig … Wij, kinderen van onze tijd, zien in het Stabat Mater, het requiem en zelfs in de tekst van de mis, een gedicht dat weliswaar verheven is door zijn inhoud en traditie, maar toch vooral ten dienste staat van de componist, als materiaal voor zijn werk. Wat hij er voor ons van maakt is een vrij kunstwerk, dat bestaat omwille van zijn eigen artistieke kwaliteit en schoonheid, niet omwille van zijn nut voor de Kerk.”
het Requiem “Verdi’s beste opera” is. Met zijn artikel over de Messa da Requiem diende Hanslick hen van antwoord. “In de concertzalen van Parijs, Londen, en Wenen, presenteerde Verdi zijn werk aan de congregatie voor wie het werk echt bedoeld was: de muzikale gemeenschap.” Dat ook een requiem kon uitgroeien tot een publiek en zelfs politiek ritueel, wist men sinds Luigi Cherubini en Hector Berlioz maar al te goed. Net als de symfonie en de opera bood dit genre een componist, binnen het kader van het burgerlijke concertleven, een forum om met muzikale middelen een universele, humanistische boodschap uit te dragen.
Met deze woorden mengde de beroemde negentiende-eeuwse Weense muziekcriticus Eduard Hanslick zich in een debat dat al van bij de creatie van de Messa da Requiem van Giuseppe Verdi (1813-1901) woedde rond de vraag of de dodenmis van de populaire operacomponist en notoire vrijdenker goede kerkmuziek kon zijn. Kon men van de componist van La Traviata en Rigoletto oprechte religieuze muziek verwachten? Mocht deze muziek in een kerk uitgevoerd worden? Sommige critici vergeleken het Requiem met een niet-geënsceneerde opera. De dirigent Hans von Bülow had het zelfs smalend over een “Oper im Kirchengewande” (“een opera in kerkgewaden”). En ook vandaag nog duikt af en toe de opmerking op dat
Requiem vs opera Sedert het immense artistieke en politieke succes van zijn opera Nabucco (1842), was Verdi zich bewust van de belangrijke symbolische rol die zijn muziek kon spelen op het Italiaanse politieke toneel. Met het beroemde slavenkoor uit die opera had Verdi een muzikale stem verleend aan de politieke beweging van het Italiaanse Risorgimento, aan haar strijd voor vrijheid en nationale eenheid. Dat dergelijke humanistische idealen ook na de uiteindelijke eenmaking van Italië een belangrijke rol bleven spelen in Verdi’s artistieke denken, blijkt uit de ontstaansgeschiedenis van het Requiem. Het verhaal begint met de dood van Gioachino Rossini op 13 november 1868. “Een grote naam is uit de wereld
3
verdwenen”, schreef Verdi. “Hij had de beroemdste en populairste reputatie van onze tijd en was de nationale trots van Italië (“gloria italiana”). Wat zal er ons nog resten, wanneer de andere nationale trots, die nog leeft (Manzoni), er niet meer zal zijn?”
Toen Alessandro Manzoni – de belangrijkste romantische dichter van Italië – in 1873 stierf, vatte Verdi het plan op om zelf een requiem te schrijven, waarin hij het Libera me van de Messa per Rossini een plaats zou geven. Ook nu weer plande hij de eerste uitvoering op de verjaardag van de dood van een beroemde kunstenaar. Manzoni was net als Verdi een voorvechter van de Italiaanse eenmaking geweest. Verdi vereerde de schrijver die de idealen van menselijkheid en rechtvaardigheid steeds hoog in het vaandel had gedragen, en het requiem dat aan hem was opgedragen werd al gauw als een ‘Requiem voor het Risorgimento’ begrepen.
Verdi, door Rossini mateloos bewonderd, stelde aan zijn uitgever Ricordi voor om de eerste verjaardag van Rossini’s dood te vieren met de uitvoering van een nieuw requiem, dat Verdi samen met twaalf andere leidinggevende Italiaanse componisten zou schrijven. De politiek geëngageerde Verdi, al decennia lang het boegbeeld van de Italiaanse eenmaking, was aan het eind van de jaren 1860 zwaar ontgoocheld geraakt in de politieke en militaire leiders van Italië, die hij omschreef als “ijdele roddelaars”. Na enkele militaire nederlagen en aanslepende financiële problemen, behandelden de Europese buurlanden het nieuwe Italië als een tweederangs natie. Toch bleef Verdi een overtuigd patriot. Hij wist dat de kunstenaars van Italië de nieuwe natie nog steeds internationaal prestige verleenden, zodat een collectieve hommage aan de beroemdste componist van Italië veel meer zou betekenen dan enkel een artistiek statement. De uitvoering van de Messa per Rossini, waarvoor Verdi het afsluitende Libera me had gecomponeerd, vond echter om praktische redenen nooit plaats en Verdi trok zich de maanden daarna terug om Aida te componeren voor de officiële opening van het Suez-kanaal in Egypte in 1871.
Omdat de componist voor dit religieuze werk geen nieuwe muzikale taal of sound ontwikkelde, herinnert het Requiem al van bij zijn creatie heel wat luisteraars aan opera’s als Don Carlo, Aida en Otello. De vaak terugkerende muzikale zuchten (voorslagen van een stijgende halve toon) in de houtblazers spelen ook in opera’s als Macbeth en Don Carlo een opvallende rol. Ze zijn slechts één van de stijlkenmerken die veel muziek- en operaliefhebbers bij een eerste beluistering van het Requiem als typisch Verdiaans ervaren. Er bestonden weinig andere requiems waarin de tekst van het Dies irae met zoveel theatrale flair op muziek gezet was. In dat deel barst immers een infernale storm los zoals enkel een groot operacomponist die kan ontketenen. Het orkest speelt vier tutti donderslagen, die bij hun herhaling gescheiden worden door harde, doffe klappen op de grote trom. Er zijn enkele frappante over-
4
eenkomsten met de storm aan het begin van Verdi’s latere opera Otello: nerveuze trillers in de kopers, schrille kreten in de piccolo, wervelende chromatische lijnen en de (typisch Verdiaanse) vertragende triolen in het koor.
kwartetten of ensemblestukken waarin alle solisten samen zingen. Terwijl Verdi in de ensembles van zijn opera’s vooral het contrast tussen verschillende personages uitwerkt, ontbreekt in het Requiem iedere vorm van conflict tussen de solisten. De vier zangers nemen vaak zelfs mekaars muzikale materiaal ‘in imitatie’ over, een archaïserende schrijfwijze die duidelijk aan de traditie van de religieuze muziek refereert.
Er waren weinig requiems waarin vier solisten in zoveel lyrische aria’s en expressieve ensembles aantraden, en waarbij de componist zo’n buitengewone zorg besteedde aan de muzikale uitdrukking van de inhoud van de tekst. Wou een componist een groot publiek of in het geval van Verdi een hele natie aanspreken, dan moest hij een muzikale taal hanteren die naast de kenners ook een breed publiek van leken kon raken. De taal van zijn opera’s, waarin een gesofisticeerde muzikale en dramaturgische structuur hand in hand ging met een direct toegankelijke expressiviteit, had hiertoe de voorbije kwarteeuw alvast haar doeltreffendheid bewezen. Aangezien de aandacht van het publiek in een requiem niet zoals in een opera verdeeld wordt tussen de muziek en de scène, kon Verdi zelfs verder dan gebruikelijk gaan in de muzikale complexiteit, zonder daarbij het brede publiek af te schrikken.
Binnen de overkoepelende structuur van het Requiem vallen de hernemingen van het Requiem aeternam en Dies irae op. Zo voegt Verdi in het afsluitende Libera me een adembenemend mooie a-capellaversie (sopraan en koor) in van de requiem aeternam-muziek waarmee het werk begon. De stormachtige dies irae-muziek duikt maar liefst drie keer op in het verdere verloop van het Requiem. Door haar op het eind van het Requiem, eveneens in het Libera me, te herhalen, doorbrak Verdi elk verwachtingspatroon bij zijn luisteraars. Deze reprises hebben niet enkel structurele maar ook inhoudelijk-expressieve consequenties. De geëngageerde humanist Verdi herinnert de luisteraar immers voortdurend aan het apocalyptische schrikbeeld van de “dag der woede” en geeft een diepere dramaturgische en misschien wel politieke dimensie aan de emotionele smeekbedes om rust, vrede en bevrijding in het afsluitende Libera me.
Toch zijn er heel duidelijke verschillen tussen Verdi’s Requiem en zijn opera’s. In geen enkele opera krijgt het koor een even grote rol toebedeeld als in het Requiem. De koorpartijen bevatten ook technische moeilijkheden die we niet aantreffen in opera’s waar de zangers moeten acteren en hun partituur uit het hoofd zingen. Bovendien bevat geen enkele opera zoveel
De Messa da Requiem per l’anniversario della morte di Manzoni 22 maggio 1874 ging met veel succes in première in de
5
San Marcokerk van Milaan. De uitvoering was volgens Verdi “ons vaderland en de man waardig, om wiens verlies we allen rouwen�. Na de uitvoering in de kerk, volgden meteen drie uitvoeringen in de Scala van Milaan. Daarna begon het werk, met
zijn humanistische boodschap van vrede en vrijheid, aan een zegetocht langs de grote concertzalen van de wereld, waar het in de woorden van Hanslick gepresenteerd werd aan de congregatie waarvoor het bedoeld was.
6
Bio Michel Tabachnik Michel Tabachnik is sinds 2008 als muziekdirecteur een sleutelfiguur in de werking van het Brussels Philharmonic. Zijn eigenzinnige maar tegelijk erg toegankelijke programma’s, waarin het grote orkestrepertoire gecombineerd wordt met de muziek van de 20ste en 21ste eeuw, bereiken een steeds groter en breder publiek. Zijn credo: “We zijn geen museum, maar een platform voor levende muziek.” Met een vaste afspraak in het Concertgebouw van Amsterdam, een residentie in Cité de la Musique in Parijs, regelmatige concerten in het Grosses Festspielhaus in Salzburg en uitnodigingen van de festivals in Besançon en Straatsburg, bevestigt Michel Tabachnik samen met het orkest de sterke internationale reputatie die sinds enkele jaren werd opgebouwd. Dit seizoen staan er concerten in het Musikverein in Wenen en verschillende tournees in onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op het programma. De positieve kritieken voor orkest en chef-dirigent liegen er niet om, zoals deze over de uitvoering van Terretektorh van Xenakis: “Met de energie en de geestdrift die men in Brussel al van hem gewoon is, heeft Michel Tabachnik zich toegelegd op deze moeilijke oefening; het resultaat staat al in de annalen geschreven.” (La Libre Belgique, maart 2010.)
Michel Tabachnik studeerde piano, compositie en orkestdirectie in Genève. Pas afgestudeerd werd hij gecoacht door enkele iconische dirigenten; hij was assistent van Igor Markevitsj in Madrid en werkte vier jaar lang als assistent-dirigent van Pierre Boulez, hoofdzakelijk bij het BBC Symphony Orchestra in Londen. Daarna nodigde Herbert von Karajan hem uit om gedurende verschillende jaren zijn Berliner te komen dirigeren. Als zeer goede vriend van Stockhausen, Berio, Ligeti en Messiaen dirigeerde Michel Tabachnik verschillende wereldpremières, waaronder veel werk van Iannis Xenakis, die hem beschouwde als zijn favoriete vertolker. Michel Tabachnik was chef-dirigent bij verschillende grote orkesten zoals het orkest van de Gulbenkian Foundation in Lissabon, het Orchestre Philharmonique de Lorraine en het Ensemble InterContemporain in Parijs. Hij dirigeerde verder onder meer de Berliner Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Tokyo NHK, het Orchestre de Paris en op festivals in Luzerne, Salzburg en Aix-enProvence.
Katrin Kapplusch De Duitse sopraan Katrin Kapplusch studeerde zang bij professor Joseph Metternich in Keulen. Tijdens haar eerste optredens aan het Theater Plauen-Zwickau (Duistland) vertolkte ze rollen als Tatjana (Eugen Onegin, Tsjaikovski), Agathe (Der
Natascha Petrinsky Natascha Petrinsky werd geboren in Wenen waar ze een juridische opleiding volgde, en werkte als advocate. Ze studeerde zang bij Tamar Rachum aan de universiteit van Tel-Aviv.
Freischütz, C.M. von Weber) en Pamina (Die Zauberflöte, Mozart). Haar focus verschoof geleidelijk van het lyrische naar het meer dramatische repertoire. Ze vertolkte rollen in Aida, Don Carlo en Tosca (Verdi), en verder in Wagners Tannhäuser en Puccini’s Turandot.
Ze vertolkte de rol van Medea (Giasone, Cavalli) op het Spoleto Festival; de rollen Azucena (Il Trovatore, Verdi) en Amneris (Aida, Verdi) in de opera van Leipzig; de Wagner-rollen Wellgunde (Das Rheingold en Götterdämmerung) op de Bayreuther Festspiele en in De Nederlandse Opera, Waltraute (Götterdämmerung) in De Nederlandse Opera en in La Fenice in Venetië; Carmen (Bizet) in Tel-Aviv, Helsinki, Bilbao en Los Angeles; Varvara (Káta Kabanová, Janáček) in de Vlaamse Opera, in het Teatro Real in Madrid en De Nederlandse Opera waar ze ook de titelrol zong in Het sluwe vosje (Janáček); Judith (Hertog Blauwbaards Burcht, Bartók) in de Opéra National de Lorraine in Nancy; Jocaste (Oedipus Rex, Stravinski) in Opera North en op het Edinburgh International Festival; de titelrol in The Rape of Lucretia (Britten) in Lausanne. Daarnaast zong ze in de Scala in Milaan Klementia (Sancta Susanna, Hindemith), Hyppolita (A Midsummer Nights’ Dream, Britten), Gräfin Geschwitz en Baba the Turk (The Rakes’ Progress, Stravinski) in de Opéra de Lausanne, in de Opéra de Bordeaux en in de Opéra National de Paris. Ze vertolkte de Wagner-rollen van Venus (Tannhäuser) in het Teatro dell’Opera in Rome, en van Fricka (Das Rheingold) in La Fenice in Venetië. Met het Los Angeles Philharmo-
In oktober dit jaar was ze één van de opgemerkte solisten in het Requiem van Verdi, een uitvoering met het Symfonisch Orkest van Stavanger o.l.v. Steven Sloane. In het Stadttheater Bonn zong ze de titelrol in een nieuwe productie van Puccini’s Manon Lescaut (regie Christine Mielitz) o.l.v. Stefan Blunier. Ze schitterde als Amelia in Verdi’s Un Balllo in Maschera (regie Thilo Reinhardt) en in Puccini’s Tosca in het Theater Plauen-Zwickau, én in Strauss’ Vier letzte Lieder met de Hofer Symphoniker o.l.v. Daniel Klajner. Ook in de nabije toekomst liggen heel wat engagementen vast: de titelrol in Puccini’s Turandot (regie Yannis Kokkos) aan de Opéra National de Lorraine in Nancy, in Puccini’s Manon Lescaut aan de Oper Graz, en als Elisabeth in een nieuwe productie van Wagners Tannhäuser in het Theater Plauen-Zwickau. Tijdens het seizoen 2013-2014 zal Katrin Kapplusch te horen zijn aan het Aalto Theater in Essen als Lady Macbeth (Macbeth, Verdi), als Leonore (Fidelio, Beethoven), als Ariadne (Ariadne auf Naxos, Richard Strauss) en als Kostelnička (Jenůfa, Janáček).
8
terfly (Puccini) in de Central City Opera (Colorado), als Lysander in A Midsummer Nights’ Dream (Britten) aan het Théâtre de Caen en als Alfred in Die Fledermaus (J. Strauss jr.) aan de Dallas Opera.
nic onder de leiding van Gustavo Dudamel zong ze in de Hollywood Bowl de rol van Carmen. Op het concertpodium zong ze werken van Mendelssohn, Beethoven, Wagner, Berlioz, Bruckner, Elgar en Mahler. Ze trad op onder de leiding van de allergrootste dirigenten. Binnenkort herneemt ze de rol van Gräfin Geschwitz (Lulu, Alban Berg) in de Welsh National Opera, Eboli (Don Carlos, Verdi) in Seoul en Judith (De burcht van hertog Blauwbaard, Bartók) in een concert in Barcelona. Bovendien zal ze te horen zijn in de Wesendonck Lieder (Wagner) in de Carnegie Hall in New York.
Andere hoogtepunten in de carrière van Chad Shelton waren de vertolking van Belmonte (Die Entführung aus dem Serail, Mozart) aan de Opera Australia en de Portland Opera, de rol van Jacquino in Fidelio (Beethoven) aan de Dallas Opera, de rol van Laurie in Mark Adamo’s Little Women aan de Houston Grand Opera, de New York City Opera, de Central City Opera, de Opera Omaha en de Chautauqua Opera. Hij gooide hoge ogen als Alfredo in La Traviata (Verdi) en als Ferrando in Cosi fan tutte (Mozart) aan de Arizona Opera, als Pilade in Rossini’s Ermione aan de New York City Opera, als Don Ottavio in Don Giovanni (Mozart) aan de Opera Colorado, als Romeo in Roméo et Juliette (Gounod) aan de Madison Opera, en als Tom Rakewell in The Rakes’ Progress (Stravinski) aan de Lyric Opera in Kansas City.
Chad Shelton De Amerikaanse tenor Chad Shelton is een graag geziene gast in de operawereld. Onlangs nog zong hij de titelrol in Idomeneo (Mozart), een productie van het Théâtre de Caen i.s.m. het Grand Théâtre de Luxembourg. Hij was ook te horen als Pinkerton in Madama Butterfly (Puccini) in de Opéra National de Bordeaux, als Edgardo in Lucia di Lammermoor (Donizetti) in de Austin Lyric Opera, als Prins in Liefde voor de drie sinaasappelen (Prokofjev) aan het Grand Théâtre de Genève, als Alfredo in La Traviata (Verdi) aan de Austin Lyric Opera, als Don José in Carmen (Bizet) in de Opéra National de Lorraine en het Opéra-Théâtre de Metz, als Giasone in Cherubini’s Medea. Hij vertolkte verder de titelrol in Mozarts Idomeneo én de rol van Guido Bardi in A Florentine Tragedy (Zemlinsky) beide aan de Opéra National de Lorraine. Als Pinkerton was hij te horen in Madame But-
Chad Shelton is regelmatig te horen in de Houston Grand Opera waar hij heel diverse rollen heeft neergezet: Pinkerton in Madama Butterfly (Puccini), Captain Vere in Billy Budd (Britten), Nemorino in L’elisir d’amore (Donizetti), Ferrando in Così fan tutte (Mozart), Janek in De zaak Makropulos (Janáček), Tamino in Die Zauberflöte (Mozart), en Camille in The Merry Widow. Chad Shelton treedt ook regelmatig op
9
(Tristan und Isolde, Wagner), Landgraf (Tannhäuser, Wagner), Gremin (Eugen Onegin, Tsjaikovski), Escamillo (Carmen, Bizet) en Don Basilio (Il Barbiere di Siviglia, Rossini). Aan de opera van Karlsruhe zong hij als Kaspar in Der Freischütz (C.M. von Weber) en als Méphistophélès in Faust (Gounod), in Covent Garden London als Le Comte des Grieux in Manon (Massenet) en als Landgraf in Tannhäuser (Wagner), aan de Wiener Staatsoper als Sir Giorgio in I Puritani (Bellini), en als Don Basilio in Il Barbiere di Siviglia (Rossini). In Antwerpen stond hij op het podium als Padre Guardiano in La forza del destino (Verdi), in München als Il Conte di Walter in Luisa Miller (Verdi), en op het Festival van Salzburg als Sarastro in Das Labyrinth van Peter von Winter.
als concertsolist. Samen met het Minnesota Orchestra vertolkte hij de titelrol in een concertante voorstelling van Candide (Bernstein), en was hij te horen in Mozarts Requiem, in de Symfonie nr. 9 van Beethoven, en in Het dagboek van een verdwenene van Janáček. Met de Pacific Symphony, de Rochester Philharmonic, en het Colorado Music Festival was hij te horen in Beethovens Symfonie nr. 9. Chad Shelton behaalde een Master of Music en een Artist Diploma aan de Yale University School of Music, én een Bachelor of Music aan de Louisiana State University.
Christof Fischesser Christof Fischesser (°Wiesbaden) studeerde zang aan de Hochschule für Musik in Frankfurt/Main. In 2000 won hij het Bundeswettbewerb für Gesang in Berlijn, waarna de opera van Karlsruhe hem voor verschillende seizoenen engageerde. Hij vertolkte onder meer de rol van Sir Giorgio (I Puritani, Bellini), Il Conte di Walter (Luisa Miller, Verdi), Raimondo (Lucia di Lammermoor, Donizetti), Orestes (Elektra, R. Strauss), Figaro (Le Nozze di Figaro, Mozart), Fiesco (Simon Boccanegra, Verdi) én de titelrol in Boito’s Mefistofele.
In de toekomst zal Christof Fischesser ook te horen zijn als Landgraf (Tannhäuser, Wagner) in de Münchner Staatsoper, als König Marke (Tristan und Isolde, Wagner) in de Houston Grand Opera, als Sarastro in Berlijn en tijdens het Festival of Aixen-Provence, als Gurnemanz (Parsifal, Wagner) in Stockholm, én als Landgraf (Tannhäuser, Wagner), als Sparafucile (Rigoletto, Verdi), als Rocco (Fidelio, Beethoven), als Ramphis (Aida, Verdi) en als Sarastro (Die Zauberflöte, Mozart) in het Opernhaus Zürich.
In 2004 debuteerde Christof Fischesser aan de Berliner Staatsoper als Rocco in Beethovens Fidelio, een productie o.l.v. Simone Young. Hij was er verder te horen als Sarastro (Die Zauberflöte, Mozart), Figaro (Le Nozze di Figaro, Mozart), Banquo (Macbeth, Verdi), Ramfis (Aida, Verdi), Klingsor (Parsifal, Wagner), König Marke
Als concertsolist was Christof Fischesser te horen in Beethovens Symfonie nr. 9 tijdens een tournee met het West-EasternDivan Orchestra o.l.v. Daniël Barenboim in Spanje, in Beethovens Missa Solemnis
10
zorgde Tabachnik voor warm onthaalde concerten in binnen- en buitenland.
samen met het Bayrisches Staatsorchester o.l.v. Kent Nagano, de Mis in C (eveneens van Beethoven) met de Wiener Philharmoniker o.l.v. Fabio Luisi in het Musikverein Wien, en in het Requiem van Mozart met het Mahler Chamber Orchestra o.l.v. Claudio Abbado. Op het festival van Lucerne (2010) vertolkte hij de rol van Rocco in Beethovens Fidelio.
Ook op internationaal vlak verovert Brussels Philharmonic een eigen plaats, te beginnen met een residentie in het Parijse Cité de la Musique en jaarlijkse concerten in het Concertgebouw Amsterdam. Voor het seizoen 2010-2011 en 2011-2012 werd én wordt het orkest uitgenodigd door het Festival Musica in Straatsburg en het Festival de Besançon, zijn er verschillende tournees in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Azië, en concerten in Metz, Venetië, Salzburg (Grosses Festspielhaus) en Wenen (Musikverein).
Brussels Philharmonic Brussels Philharmonic werd opgericht in 1935 onder de vleugels van de openbare omroep (NIR). Het orkest concerteerde met grote dirigenten en solisten, en creëerde in de loop van zijn bestaan nieuwe werken van wereldvermaarde componisten als Stravinski, Messiaen en Francesconi.
De uitgebreide ervaring die Brussels Philharmonic samen met het Filmfestival Gent opbouwde rond filmmuziek, onder meer met de Golden Globe-winnende filmmuziek voor The Aviator van Martin Scorsese, wordt intussen internationaal erkend en resulteert in nieuwe projecten zoals de opnames van soundtracks.
De werking van Brussels Philharmonic vertrekt vanuit verschillende reeksen in Brussel, zowel in Flagey, waar het repeteert in de akoestisch tot de wereldtop behorende Studio 4, als in Bozar. Daarnaast is het orkest thuis op de grote podia in Vlaanderen (Concertgebouw Brugge, deSingel, Koningin Elisabethzaal, Muziekcentrum De Bijloke, Kursaal Oostende) en in belangrijke culturele centra als Hasselt, Leuven, Roeselare, Turnhout.
Samen met verschillende partners werkt Brussels Philharmonic aan uiteenlopende cd-reeksen: met Klara rond Vlaamse componisten, met het Palazzetto Bru Zane en dirigent Hervé Niquet rond het repertoire van de Prix de Rome, en met het Filmfestival Gent rond grote filmmuziekcomponisten. In maart 2011 lanceerde het orkest bovendien een eigen label, BXLPHIL recordings, waarmee het referentieopnames van het grote symfonische repertoire zal maken. De eerste release, La Mer van Debussy, kon op internationale bijval rekenen.
Muziekdirecteur Michel Tabachnik is sinds 2008 een sleutelfiguur in de werking van Brussels Philharmonic. Op een creatieve en publieksvriendelijke manier combineert hij het grote orkestrepertoire met de muziek van de 20ste eeuw. Zijn credo: “We zijn geen museum, wel een platform voor levende muziek.” Samen met het orkest
11
Brussels Philharmonic is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap. Mediapartners zijn Klara en Roularta. De heren van het orkest worden gekleed door Café Costume, de dames zijn gestyled door Maasmechelen Village.
gerenommeerde binnen- en buitenlandse instrumentale ensembles zoals Brussels Philharmonic, Brussels Jazz Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Sinfonia Warsowia en Le Concert Spirituel. Naast de hechte band met de vaste partners in Vlaanderen, bouwt het Vlaams Radio Koor ook een steeds grotere aanwezigheid op verschillende internationale podia uit. Vooral in Frankrijk is het koor een graag geziene gast, en krijgt het jaar na jaar meer aanvragen van festivals zoals het befaamde Festival de Musique in Menton, Septembre Musical de l’Orne of het Festival Contrepoints 62, en staat het koor in prestigieuze zalen zoals de Salle Pleyel en het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs en de Opéra Berlioz in Montpellier. Ook in Nederland groeit het aantal concerten, en in Italië kan het koor rekenen op een stijgende interesse, onder meer dankzij de samenwerking met het Palazzetto Bru Zane, de initiatiefnemer van de prestigieuze cd-reeks rond de Prix de Rome.
Vlaams Radio Koor Het Vlaams Radio Koor werd in 1937 als professioneel kamerkoor opgericht door de toenmalige openbare omroep (NIR). Vandaag is het koor een ensemble van uitzonderlijk hoog niveau, dat zowel in binnen- als in buitenland tot de top gerekend wordt. De 24 professionele zangers repeteren onder leiding van chef-dirigent Hervé Niquet in Studio 1 van het bekende Flageygebouw in Brussel, en concerteren in heel Vlaanderen en Europa. Hervé Niquet nam de leiding van het koor vanaf het seizoen 2011-2012. Deze flamboyante en wereldwijd vermaarde dirigent verzorgde de afgelopen jaren al tal van gastprojecten bij het Vlaams Radio Koor, maar is nu als nieuwe chef-dirigent de spil in de werking van het koor. Niquet, die het koor een diamant noemt en bij de Europese top 3 plaatst, wil verder werken aan een herkenbare klank en plant uiteenlopende projecten, van onbekende Franse muziek tot hedendaagse premières.
Deze internationale erkenning geldt evenzeer voor de verschillende cd’s die het Vlaams Radio Koor uitbrengt, en waarin het groot repertoire voor kamerkoor aan bod komt. Het Vlaams Radio Koor behoudt ook zijn unieke status van radiokoor: een groot aantal concertproducties wordt opgenomen door Klara, waardoor het koor een unieke verzameling opnames heeft opgebouwd, onder meer met werk van Vlaamse componisten.
Een eerste belangrijke pijler in de programmering van het Vlaams Radio Koor vormen de a-capellaproducties, waarmee het koor zo’n zes keer per jaar op tournee gaat doorheen heel Vlaanderen. Daarnaast werkt het koor regelmatig samen met
12
sacrale muziek zoals Matthäus-Passion, Johannes-Passion, Weihnachtsoratorium en Hohe Messe (Bach), Messiah en Coronation Anthems (Händel), Requiem (Mozart), Die Schöpfung en Die Jahreszeiten (Haydn).
Het Vlaams Radio Koor is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap. Mediapartners zijn Klara en Roularta. De heren van het koor worden gekleed door Café Costume, de dames worden gestyled door Maasmechelen Village.
Naast de concerten onder leiding van Bart Van Reyn met het eigen orkest op historische instrumenten, werkte het Kamerkoor al samen met orkesten als het Vlaams Radio Orkest, deFilharmonie, Musica Viva Moskou, het Symfonieorkest Vlaanderen, het Orkest van de Vlaamse Opera en barokorkest B’Rock met dirigenten als Yoel Levi, Michel Tabachnik, Sîan Edwards, Alexander Rudin, Richard Egarr, Ottavio Dantone en Philippe Herreweghe.
OCTOPUS SYMFONISCH KOOR Octopus is een veelzijdig ensemble dat naar buiten treedt in wisselende bezettingen van 24 tot 100 zangers onder de vorm van het Octopus Kamerkoor en het Octopus Symfonisch Koor. Octopus werkt sinds de oprichting in 2000 door dirigent Bart Van Reyn op projectbasis, en wist op korte tijd een bevoorrechte positie in Vlaanderen te veroveren. Dit ensemble wordt samengesteld uit gedreven amateurstemmen, conservatoriumstudenten zang en professionelen.
Octopus was te gast op festivals als de Beethoven-happening, het Klarafestival, het Festival van Vlaanderen Gent, Theater aan Zee, en in de grote zalen als Bozar, deSingel, Koningin Elisabethzaal, De Bijloke, Tsjaikofski Conservatorium Moskou, De Doelen Rotterdam en Cité de la Musique Parijs. Er werden verscheidene radioopnamen voor Klara gemaakt.
Hun repertoire gaat van laat-barok tot de 21ste eeuw, met een voorliefde voor oude muziek en het in ere herstellen van de vocale romantiek. Naast vele a-capellaprogramma’s zingen ze ook oratoria en
13
Liedteksten I. Introitus (koor) Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis. Te decet hymnus, Deus, in Sion, et tibi reddetur votum in Ierusalem. Exaudi orationem meam; ad te omnis caro veniet. Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.
Heer, geef hun de eeuwige rust; en het eeuwige licht verlichte hen. U komt een lofzang toe, o God, in Sion, U moet een dankoffer gebracht worden in Jerusalem. Verhoor mijn gebed; tot U komt alle vlees. Heer, geef hun de eeuwige rust; en het eeuwige licht verlichte hen.
II. Kyrie (solisten & koor) Kyrie, eleison Christe, eleison Kyrie, eleison
Heer, ontferm U over ons Christus, ontferm U over ons Heer, ontferm U over ons
III. Sequentia No. 1 (koor) Dies irae, dies illa Solvet saeculum in favilla: Teste David cum Sibylla Quantus tremor est futurus quando iudex est venturus cuncta stricte discussurus!
O die dag, die dag der wrake Zal ’t heelal een ashoop maken, Zo Sybille en David spraken. Hoe zal dan een ieder schromen als de Rechter is gekomen, alles streng wordt doorgenomen.
No. 2 (bas solo & koor) Tuba mirum spargens sonum per sepulcra regionum, coget omnes ante thronum. Mors stupebit et natura, cum resurget creatura iudicanti responsura
Klanken vol van huiveringen zullen door het grafveld dringen allen voor Gods zetel dwingen. Dood en leven zullen beven als het schepsel zal herleven om Hem rekenschap te geven
14
Zie, daar zal een boekwerk wezen waarin alles staat te lezen waarop vooruit wordt gewezen. Als de Rechter is gezeten wat geheim was, wordt geweten niets blijft strafloos of vergeten. O die dag, die dag der wrake Zal ’t heelal een ashoop maken, Zo Sybille en David spraken. Wat zal ik te zeggen wagen? wien als pleitbezorger vragen waar gerechten zelfs versagen?
No. 3 (koor & solisten) Liber scriptus proferetur, in quo totum continetur, unde mundus iudicetur. Iudex ergo cum sedebit, quidquid latet, apparebit: nil inultum remanebit. Dies irae, dies illa Solvet saeculum in favilla: Teste David cum Sibylla Quid sum miser tunc dicturus? quem patronum rogaturus, cum vix iustus sit securus? No. 4 (koor & solisten) Rex tremendae maiestatis, qui salvandos salvas gratis, salva me, fons pietatis!
Koning, voor wiens macht wij beven, die uw heiligen ’t heil zult geven, red mij, Bron van troost en leven.
No. 5 (duet: sopraan & alt) Recordare, Iesu pie, quod sum causa tuae viae: ne me perdas illa die! Quaerens me sedisti lassus, redemisti crucem passus: tantus labor non sit cassus! Iuste iudex ultionis, donum fac remissionis ante diem rationis!
Denk toch, Jesus, mij genegen gingt gij zulke zware wegen, houd die dag mijn vonnis tegen. Zoekend zijt gij moe gelopen, wilt door ’t kruis mijn ziel vrijkopen, niet vergeefs, zo wil ik hopen! Rechtens moet Gij U wel wreken maar ik vraag mij vrij te spreken vóór het oordeel aan zal breken!
No. 6 (tenor solo) Ingemisco tamquam reus, culpa rubet vultus meus: supplicanti parce, deus! Qui Mariam absolvisti et latronem exaudisti, mihi quoque spem dedisti. Preces meae non sunt dignae, sed tu bonus fac benigne,
Schuldig moet ik zuchten slaken, ’t schaamrood jaagt mij naar de kaken spaar wie smekend U genaken! Aan Maria werd vergeven ’s rovers schuld is niet gebleven dan is mij ook hoop gegeven Wat mijn beden niet vermogen schenk mij dat uit mededogen
15
ne perenni cremer igne! Inter oves locum praesta et ab haedis me sequestra statuens in parte dextra!
houd mij aan de hel onttogen! Laat mij met uw schapen weiden wil mij van de bokken scheiden en ter rechterhand geleiden!
No. 7 (bas solo & koor) Confutatis maledictis flammis acribus addictis voca me cum benedictis! Oro supplex et acclinis, cor contritum quasi cinis: gere curam mei finis! Dies irae, dies illa Solvet saeculum in favilla: Teste David cum Sibylla
Als wier schulden vastgesteld zijn in het vreselijk vuur gestort zijn roep mij met die dan gered zijn! ‘k Bid U smekend en gebogen ’t hart vermorzeld door uw ogen met mijn eind heb mededogen! O die dag, die dag der wrake Zal ’t heelal een ashoop maken, Zo Sybille en David spraken.
No. 8 (solisten & koor) Lacrimosa dies illa, qua resurget ex favilla iudicandus homo reus. Huic ergo parce, Deus! Pie Iesu Domine, dona eis requiem. Amen.
’t Zal een dag van tranen wezen, als de mens uit as herrezen ’t oordeel wacht, met schuld beladen Toon hem dan, God, uw genade Milde Heer Jesus, geef hun rust. Amen.
IV. Offertorium (solisten) No. 1 Domine Iesu Christe, rex gloriae: libera animas omnium fidelium defunctorum de poenis infernis et de profundo lacu! Libera eas de ore leonis, ne absorbeat eas tartarus, ne cadant in obscurum! sed signifer sanctus Michael repraesentat eas in lucem sanctam! quam olim Abrahae promisisti et semini eius.
Heer Jesus Christus, Koning van de heerlijkheid: verlos de zielen van alle overleden gelovigen van de straffen der hel en uit de diepe poel! Ontruk hen aan de muil van den leeuw, laat de afgrond hen niet verslinden, laat hen niet neerstorten in de duisternis! maar uw banierdrager, de Heilige Michaël, moge hen binnenleiden in het heilige licht! Zo dat Gij eertijds belooft hebt aan Abraham en zijn zaad.
16
No. 2 Hostias et preces tibi, Domine, laudis offerimus; tu suscipe pro animabus illis, quarum hodie memoriam faciemus: fac eas, Domine, de morte transire ad vitam! quam olim Abrahae promisisti et semini eius. Libera animas omnium fidelum defunctorom de poenis inferni; fac eas transire ad vitam.
Wij dragen U, o Heer, offers en lofgebeden op; neem ze aan voor die zielen die wij heden gedenken doe hen, o Heer, overgaan van de dood naar naar het leven! Zo dat Gij eertijds belooft hebt aan Abraham en zijn zaad. Verlos de zielen van alle overleden gelovigen van de straffen van de hel; laat hen overgaan naar het leven.
V. Sanctus (koor) Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus, Deus Sabaoth. Pleni sunt coeli et terra gloria tua. Hosanna in excelsis. Benedictus qui venit in nomine Domini. Hosanna in excelsis.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der heerscharen Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid Eer en lof zij U in den hoge! Gezegend, die komt in den naam des Heren Eer en lof zij U in den hoge!
VI. Agnus dei (solisten & koor) Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem! Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem sempiternam!
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hun rust! Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hun rust voor altijd en eeuwig!
VII. Communio (alt, tenor, bas) Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum: quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis, cum sanctis tuis in aeternum: quia pius es.
Het eeuwige licht verlichte hen, o Heer, met uw heiligen voor eewig; omdat Gij goedertieren zijt. Heer geef hun de eeuwige rust en het eeuwige licht verlichte hen want Gij zijt goedertieren.
17
VIII. Responsorium (Sopraan solo & koor) Libera me, Domine, de morte aeterna, in die ilia tremenda, quando coeli movendi sunt et terra, dum veneris judicare saeculum per ignem. Tremens factus sum ego, et timeo, dum discussio venerit atque ventura ira, quando coeli movendi sunt et terra. Dies ilia, dies irae, calamitatis et miseriae, dies magna et amara valde, dum veneris judicare saeculum per ignem. Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. Libera me, Domine, de morte aeterna, in die ilia tremenda, quando cocii movendi sunt et terra, dum veneris judicare saeculum per ignem. Libera me, Domine, de morte aeterna, in die ilia tremenda. Libera me!
Heer, bevrijd mij van de eeuwige dood op die verschrikkelijke dag als hemel en aarde geschokt zullen worden, wanneer Gij met vuur de eeuwigheid komt oordelen. Ik beef, en ik ben bang, voor het oordeel dat zal komen, en voor de naderende toorn, wanneer hemel en aarde geschokt zullen worden. Die dag zal een dag van toorn, van rampspoed en ellende zijn, een lange en zeer bittere dag, wanneer Gij met vuur de eeuwigheid komt oordelen. Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. Heer, bevrijd mij van de eeuwige dood op die verschrikkelijke dag, wanneer hemel en aarde geschokt zullen worden, wanneer Gij met vuur de eeuwigheid komt oordelen. Heer, bevrijd mij van de eeuwige dood op die verschrikkelijke dag. Bevrijd mij!
18
philip glass ensemble
FIlmopera la Belle et la BĂŠte Film van Jean CoCteau - operabewerking door philip glass
inleiding door philip glass In samenwerkIng met FIlmFestIval gent
VR 25 & ZA 26 JAN 2013 - 20:00 muziekcentrum De Bijloke gent inFo & tiCkets www.debijloke.be | 09 269 92 92
binnenkort VR | 14.12.12 | 20:00 | Kraakhuis Rolf Lislevand (luit, teorbe, barokgitaar), Kayhan Kalhor (spijkervedel) Iraanse versus Europese improvisaties ZO | 16.12.12 | 15:00 Brussels Philharmonic & Vlaams Radio Koor & Octopus Symfonisch Koor Michel Tabachnik (dirigent) Requiem van Verdi WO | 19.12.12 | 20:00 | Kraakhuis Benjamin Van Esser, Daan Vandewalle, Keiko Shichijo Van Esser, Vandewalle, Shichijo, Nuyts, Blake ZO | 23.12.12 | 19:00 | UITVERKOCHT Collegium Vocale Gent Philippe Herreweghe (dirigent) Weihnachtsoratorium van Bach
DI | 15.01.13 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT Dan Tepfer (piano) Improvisaties op de Goldbergvariaties WO | 16.01.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Hugo Wolf Quartett Van Beethoven, Webern, Mendelssohn VR | 18.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Canto Coronato Ciconia, Da Perugia ZA | 19.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Surjeet Singh Ensemble Sikh-tradities uit Punjab DI | 22.01.13 | 20:15 | Handelsbeurs Quatuor Modigliani Franck, Ravel, Saint-Saëns
WO | 09.01.13 | 14:00 | Kraakhuis Nathan Braude (altviool), Polina Leschenko (piano) Chopin, Schumann, Jongen, Franck
VR | 25.01.13 | 20:00 ZA | 26.01.13 | 20:00 | LAATSTE TICKETS Philip Glass Ensemble, inleiding met Philip Glass Filmopera ‘La Belle et la Bête’
ZA | 12.01.13 | 20:00 | LAATSTE TICKETS deFilharmonie, Philippe Herreweghe (dirigent), Isabelle Faust (viool) Schumann, Van Beethoven
ZA | 26.01.13 | 15:00 | Kraakhuis De Schone en het Beest Muzikale vertelling voor kinderen door Nic Balthazar met muzikale begeleiding van Isolde Lasoen
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst | Jan Vandenhouwe & Johan Van Acker Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)