Huelgas Ensemble

Page 1

Lamentaties en passiemotetten ZO | 27.03.11 | 15:00 & 20:00 Huelgas Ensemble PROGRAMMA

UITVOERDERS

Robert White (ca. 1538-1574) Lamentations for five voices Incipit Lamentatio Lectio Prima Lectio Secunda

Huelgas Ensemble Paul Van Nevel | dirigent en artistieke leiding

Jacobus de Kerle (1531/1532-1591) Media vita in morte sumus à 6 Jacob Clemens, alias Clemens non Papa (1510-1555/1556) Qui consolabatur à 5 Nicolas Gombert (1500-1557) Media vita in morte sumus à 6

Poline Renou, Sabine Lutzenberger | cantus Peter de Groot, Kaspar Kröner | altus Achim Schulz, Stefan Berghammer, Bernd Oliver Fröhlich, Tom Phillips, Matthew Vine | tenor Erik Van Nevel | baritonans Tim Whiteley, Joel Frederiksen | bassus

Orlando di Lasso (1532-1594) Lamentationes Hieremiae Feria sexta in parasceve à 5 De Lamentatione Lectio Prima Lectio Secunda Lectio Tertia

Aandacht! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen.


2

TOELICHTING Lamentaties en passiemotetten Paul Van Nevel

De lamentaties van Jeremias De klaagliederen (Thrênoi, Threni, Lamentationes) van de profeet Jeremias werden geschreven naar aanleiding van de verwoesting van de stad Jeruzalem en de val van Juda in 586 vóór Christus. De tekst werd door ooggetuigen geschreven en definitief samengesteld tijdens de Babylonische gevangenschap. Jeremias is dus zeker niet de enige schrijver van de klaaggezangen geweest, en enkele specialisten menen zelfs dat de profeet helemaal geen hand heeft gehad in het redigeren van de tekst. De klaagliederen bestaan uit vijf hoofdstukken. Het eerste, tweede en vierde hoofdstuk zijn qua structuur identiek. Zij bestaan uit telkens 22 verzen, gelijk aan het aantal letters van het Hebreeuwse alfabet. Bovendien bewaart de Latijnse Vulgaat de reminiscentie aan dit alfabet door elk vers te laten beginnen met de eerste Hebreeuwse letter van het vers – een uniek kenmerk van de lamentaties. Het eerste vers van hoofdstukken 1, 2 en 4 begint dus met ‘Aleph’ (gevolgd door de Latijnse tekst), het tweede met ‘Beth’, het derde met ‘Ghimel’… Bovendien begint het eerste hoofdstuk met de aanhef ‘Incipit lamentatio Hieremiae Prophetae’, die echter niet altijd wordt gezongen. De structuur van 3e hoofdstuk staat los van die van hoofdstukken 1, 2 en 4. De kortere verzen (hoofdstuk 1 en 2 bestaan uit drieledige verzen, hoofdstuk 3 uit tweeledige verzen) zijn in het derde hoofdstuk drie aan drie gekoppeld. Deze bij elkaar horende verzen beginnen telkens met dezelfde Hebreeuwse letter, zodat de derde lamentatie geen 22, maar 66 verzen heeft. Ook de Vulgaattekst herhaalt steeds deze letter. Het vijfde en laatste hoofdstuk van de klaagzangen onderscheidt zich van de andere hoofdstukken op verschillende punten. Vooreerst heeft deze klaagzang het karakter van een gebed (de Vulgaat begint met de titel ‘Oratio...’). De lettervermelding ontbreekt bovendien aan het begin van elk vers. Tenslotte zijn deze verzen zeer eenvoudig gestructureerd in een duidelijke tweedeligheid. De tekst van de klaagzangen is emotioneel geladen, met een opvallend rijke beeldspraak en een stijl die zich graag bedient van retorische wendingen. Het is een tekst die, zoals gezegd, door ooggetuigen is geschreven en dus, hoe kan het anders, een enge band vertoont met de droefheid, onmacht, bitterheid en smeekbeden van de bevolking van Jeruzalem. Het is precies deze kwaliteit, de koppeling van dramatische elementen met meditatieve fragmenten, samen met het bezwerend citeren van de Hebreeuwse letters die ongetwijfeld de aandacht heeft getrokken van de componisten uit de middeleeuwen en voornamelijk de renaissance. Want hoe is het anders te verklaren dat een tekst die – in tegenstelling tot de mis bijvoorbeeld – slechts eenmaal in het jaar gebruikt werd (in de Goede Week) zoveel componisten heeft geïnspireerd?


TOELICHTING Vanaf de middeleeuwen worden gedeelten van de klaagzangen gebruikt op een bepaald ogenblik van het officie, namelijk tijdens de metten van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag. De metten, een gebeds- en zangstonde die plaatsvond vóór zonsopgang, bestond uit drie delen, drie nocturnes. Elk van deze nocturnes werd gevormd door achtereenvolgens drie psalmen en drie lectio’s. De klaagzangen van Jeremias werden gebruikt voor de drie lectio’s van telkens de eerste nocturne op die laatste dagen van de Goede Week. In het totaal werden dus 9 lectio’s gewijd aan de lamentaties. Het lamentatiegebruik tijdens de metten had nog een andere eigenaardigheid. Op het einde van elke lezing werden de lamentatieverzen afgesloten met het vers “Jerusalem, Jerusalem, convertere ad dominum deum tuum”. Deze tekst was geen Bijbeltekst, maar deed dienst als een soort refrein dat na elke lezing herhaald werd. Het aantal (en welke) verzen er voor elke lezing gebruikt werd, is tot aan het Concilie van Trente (1545-1563) van streek tot streek erg wisselvallig geweest. Keuze, hoeveelheid en rangschikking van de klaagzangverzen was afhankelijk van lokale tradities en voorkeur. Na het Concilie, dat een zekere wetmatigheid probeerde te installeren, bleef er, ondanks een betere standaardisatie, toch nog ruimte voor een zekere lokale willekeur, zoals de luisteraar kan merken aan de lamentaties die deze avond worden uitgevoerd. Door het desolate karakter van de tekst én door de plaats in de liturgie van de lamentaties (’s nachts, vóór zonsopgang, tijdens de meest sombere dagen van het kerkelijk jaar) is het evident dat de meerstemmige klaagzangen een heel eigen en exclusief karakter uitstralen. Ontdaan van alle feestelijke opsmuk, keren deze composities terug naar de essentie van de meerstemmigheid, waarbij het minste detail, het kleinste effect al wonderen doet. Nicola Vicentino (1511-1572) schrijft in zijn traktaat ‘L’antica Musica ridotta alla moderna prattica’ (Rome, 1555) over het intact houden van het meditatieve karakter van de lamentaties het volgende: “… elke zanger moet ervoor oppassen dat, wanneer hij lamentaties zingt, hij geen enkele versiering maakt, omdat anders het trieste karakter zou omslaan in een vreugdevolle sfeer…” (boek IV, hoofdstuk 42). Elk van de twee klaagzangen in dit programma toont aan dat, ondanks het globale, eenvormige karakter, de stijlen toch uiteenlopend kunnen zijn. Robert White (c.1538-1574) is een van de grootste renaissancecomponisten. Hij genoot reeds tijdens zijn leven grote faam. Nadat hij afstudeerde in Cambridge, werd hij eerst ‘Master of Choristers’ in Ely en daarna in Chester. In 1570 nam hij een gelijkaardige job aan in Westminster Abbey. Hij stierf samen met zijn hele familie in 1575 aan de pest. De vijfstemmige klaagliederen behoren tot Whites mooiste werken. De Hebreeuwse openingsletter is steevast bijzonder melismatisch uitgewerkt, terwijl de verzen in een meer syllabische stijl geschreven zijn. Maar het meest opvallende stijlkenmerk is de rijke harmonie die

3


4

TOELICHTING hij in zijn contrapunt weet te introduceren. Dit esthetische kenmerk bezorgt Whites lamentaties een bijna tijdloos karakter. De vijfstemmige lamentaties voor Goede Vrijdag van Orlando di Lasso zijn een hoogtepunt in de lamentatieliteratuur en ook in zijn eigen oeuvre. Ze werden gedrukt in München in 1585 en opgedragen aan de abt van het klooster van Benediktbeuren. De Hebreeuwse aanvangsletters zijn in een uitgebreide melismatische stijl gecomponeerd. De zeer afwisselende compositiestijl drukt op plastische wijze de tekst uit. Voorbeelden zijn legio. Op de tekst “Defixae sunt in terrae portae ejus” (vers 2 van de eerste lectio), “Sederunt in terra” (vers 3 van dezelfde lectio) en “Tenabras” (vers 1 van de derde lectio) gebruikt Lassus uitermate lage tessituren. Bewuste tekstherhalingen, bv. op “Quis medebitur tui” (tweede lectio) ondersteunt hij met opvallende meditatieve herhalingen. Deze lamentaties zijn een bijbel voor het kunnen van Lassus. Media Vita Halfweg het concert brengen we twee composities met een verklanking van eenzelfde tekst, ‘Media Vita’, ‘temidden van het leven staan wij in de dood’. De composities van Jacobus De Kerle (1531/32- 1591) en Nicolas Gombert (c.15001557) tonen aan hoe verschillend de benadering kan zijn, ondanks het feit dat beide meesters zich van eenzelfde stijl bedienen. In alle polyfone vormen – missen, motetten, psalmen, responsoria, hymnen, magnificat, requiem en allerhande gelegenheidscomposities – toont de Kerle zich een meester wiens kunst ver boven het louter technische uitstijgt. Zijn melodievoeringen bestrijken alle vormen van expressie, van meditatieve tot wervelend melismatische kunst. Zijn behandeling van de samenklanken gaat verder dan de tot dan toe gekende Palestrinastijl; zo schrikt hij er niet voor terug om dissonante spanningen langer te laten duren dan de welluidende oplossing ervan. Een voorbeeld van deze gerijpte kunst is het zesstemmige motet ‘Media Vita’. Rondom een tienmaal herhaalde cantus firmus in lange notenwaarden op de tekst “Te rogamus audi nos” ontwikkelt zich een rijk contrapunt dat alle mogelijkheden van de melodische en harmonische gevoeligheden uitspeelt: van het meditatieve begin in de dorische modus tot het enerverende, repetitieve “Irasceris” op het einde van het eerste deel en het berustende einde van het werk. De ‘Media Vita’ is een hoogtepunt uit Gomberts oeuvre; een zesstemmig stuk dat uiting geeft aan donkere kleuren. Geïnspireerd door de tekst “in het midden van het leven” is het – heel toepasselijk – de middelste stem (tenor) die de imitatie aanvangt. Geleidelijk sluiten de sextus, bassus, quintus, cantus en altus zich aan, waardoor het stuk zesstemmig wordt. In de loop van het stuk overlappen de imitaties elkaar constant, en worden ze constant op originele wijze gevarieerd. In dit werk horen we Gombert op zijn best; met


TOELICHTING eenvoud en densiteit creëert hij een atmosfeer van intieme warmte waarin zich het vloeiende contrapunt nestelt. Geen onnodige ornamenten, geen melodische woordschildering, geen details verstoren het meditatieve karkater. Gombert verlaat de duidelijke formele constructies van de generatie van Josquin, en kiest voor een meer gesloten structuur. Gomberts esthetiek komt op sublieme wijze tot uiting in ‘Media Vita’: de thema’s van het motet, met hun ontwikkeling in kleine intervallen en hun ongecompliceerde stijl, sluiten nauw aan bij het Gregoriaans. Ook de behandeling van de tekst is voornamelijk syllabisch. Dat dit werk Gombert nauw aan het hart lag, blijkt uit het feit dat hij het later gebruikte als basis voor zijn ‘Missa Media Vita’. ‘Qui consolabatur’ Onder de fine fleur van de 16e-eeuwse polyfonisten is Jacob Clemens een van de meest tegenstrijdige figuren geweest. Zijn opvallende, soms eigenzinnige contrapuntische kwaliteiten staan buiten kijf; bewijs daarvan zijn de veelvuldige drukken van zijn werken – tot lang na zijn dood – en de roem die hem door tijdgenoten werd toebedeeld. Vanaf 1546 begint een periode waarin Jacob Clemens een ongelooflijke productiviteit in het componeren van motetten aan de dag legt. Vanaf die datum tot ver ná zijn dood worden niet minder dan 233 motetten gepubliceerd, eerst in Antwerpen, Leuven (Phalesius, Clemens’ belangrijkste motetuitgever) en Parijs, daarna, en vooral ná zijn dood, in heel Europa. In zijn ‘Practica musica’ (Wittenberg 1556) merkt de componist en theoreticus Hermann Finck terecht op dat Clemens non Papa tot de groep van vernieuwers van de muziek behoort. In het motet ‘Qui consolabatur’ springt de kleuring van de diverse modaliteiten het meest in het oog. Met behulp van de commixtio (het gebruik van meer dan één modus) is Clemens’ compositiestijl erg eigenzinnig en persoonlijk, maar het beklemtoont tegelijkertijd de grilligheid waarmee hij in zijn leven te kampen had.

5


6

BIO Huelgas Ensemble Het Huelgas Ensemble is een van Europa’s meest gerenommeerde ensembles voor de uitvoering van het polyfone repertoire uit de middeleeuwen en de renaissance. Interpretatie wordt dooraderd met een gedegen kennis van de opvattingen uit de middeleeuwen en de renaissance. Stemmen in pers en media loven de spontane levendigheid en buitengewone helderheid waarmee het Huelgas Ensemble zijn repertoire brengt en waarmee het voortdurend nieuwe normen vestigt. Voor Harmonia Mundi nam het Huelgas Ensemble werk op van o.a. Dufay, Brumel, de Rore, Richafort, de Kerle, Ferrabosco. In het voorjaar van 2009 verscheen de cd ‘Rossi’, de eerste cd in het kader van de nieuwe samenwerking met Sony Classical. Het Huelgas Ensemble geniet de steun van de Vlaamse Overheid, de Provincie Vlaams-Brabant en de Stad Leuven. Paul Van Nevel Paul van Nevel is artistiek directeur van het Huelgas Ensemble, dat hij 1970 oprichtte in het verlengde van zijn activiteiten aan de Schola Cantorum Basiliensis. Hij benadert de originele bronnen op een interdisciplinaire wijze en houdt steeds rekening met de tijdgeest (literatuur, oude uitspraak, temperament en tempo, retoriek...). Paul Van Nevel gaat op zoek naar onbekende werken, waaronder de vergeten schatten van de Vlaamse polyfonie. Hij is gastdocent aan de Musikhochschule van Hannover en dirigeert regelmatig andere ensembles, zoals het Nederlands Kamerkoor en het Deens Radiokoor. Hij schreef onder meer een monografie over Johannes Ciconia en een werk over Nicolas Gombert. Hij gaf ook transcripties van renaissancemuziek uit (Bärenreiter).


TEKSTEN 1. Robert White Lamentations for five voices Incipit Lamentatio Lectio Prima Heth. Peccatum peccavit Ierusalem, Propterea instabilis facta est: Omnes qui glorificabant eam spreverunt illam, Quia viderunt ignominiam eius, Ignominiam eius: Ipsa autem gemens et conversa est retrorsum, Retrorsum, Et conversa est retrorsum. Teth. Sordes eius in pedibus eius, Nec recordata est finis sui: Deposita est, Deposita est vehemter, Non habens consolatorem: Vide, Domine, vide, Domine, Af flictionem, afflictionem meam, Quoniam erectus est inimicus, inimicus, inimicus. Iod. Manum suam misit hostis ad omnia, ad omnia desiderbilia eius, Quia vidit gentes ingressas sanctuarium suum, Sanctuarium suum, Sanctuarium suum, De quibus precepras, de quibus preceperas Ne intrarent in ecclesiam tuam, Ecclesiam tuam. Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Convertere ad Dominum, convertere ad Dominum Deum tuum, Deum tuum.

7 Lectio Secunda Caph. Omnis populus eius gemens, Et querens panem, Dederunt prociosaquaeque, Dederunt preciosaquaeque procibo Ad refocillandam animam: Vide, Domine, Et considera, et considera, Quoniam facta sum vilis, vilis. Lamed. O vos omnes, Qui transitis per viam, Attendite, et vidte si est dolor sicut dolor meus: Quoniam vindemiavit me, Ut locutus est Dominus, Dominus in die irae furoris sui. Mem. De excelso misit ignem in ossibus meis et erudivit me, Et erudivit me: Expandit rete pedibus meis, Convertit me retrorsum, retrorsum, Possuit me desolacionem Tota die merore confectam, confectam. Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Ierusalem, Convertere convertere, convertere, convertere, Convertere ad Dominum Deum tuum, Deum tuum, tuum, Deum tuum. 2. Jacobus de Kerle Media vita in morte sumus Ă 6 Media vita in morte sumus, quem querimus adiutorem nisi te Domine qui pro peccatis


8

TEKSTEN nostris iuste irasceris Sancte Deus, sancte fortis, sancte et misericors salvator amarae morti ne tradas nos. Tenor: Peccatores te rogamus audi nos. 3. Jacob Clemens, alias Clemens non Papa Qui consolabatur Ă 5 Qui consolabatur me recessit a me / quaero quod volui et non invenio / fundent oculi mei lacrimas / Quia repletus sum amaritudine. 4. Nicolas Gombert Media vita in morte sumus Ă 6 Media vita in morte sumus; Quem quaerimus adiutorem, nisi te Domine? Qui pro peccatis nostris iuste irascerus. Sancte Deus, Sancte fortis, Sancte et misericors Salvator noster, amarae morti ne tradas nos. 5. Orlando di Lasso Lamentationes Hieremiae Feria sexta in parasceve Ă 5 Lamentatio Prima Secundi Diei De Lamentatione Jeremiae Prophetae Heth. Cogitavit Dominus dissipare murum filiae Sion:

tetendit funiculum suum, et non avertit manum suum a perditione: luxitque antemurale, et murus pariter dissipatus est. Teth Defixae sunt in terra portae ejus: perdidit, et contrivit vectes ejus: regem ejus et principes ejus in Gentibus: non est lex, et prophetae ejus non invenerunt visionem a Domino. Iod Sederunt in terra, conticuerunt senes filiae Sion: consperserunt cinere capita sua, accincti sunt ciliciis, abjecerunt in terram capita sua virgines Jerusalem. Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum. Lamentatio Secunda Secundi Diei Mem. Cui comparabo te? vel cui assimilabo te, filia Jeruzalem? cui exaequabo te, et consolabor te, virgo filia Sion? Magna est enim velut mare contritio tua : quis medebitur tui? Nun. Prophetae tui viderunt tibi falsa et stulta, nec aperiebant iniquitatem tuam, ut te ad poenitentiam provocarent: viderunt autem tibi assumptiones falsas


TEKSTEN et ejectiones. Samech. Plauserunt super te manibus omnes transeuntes per viam. /Sibilaverunt, et moverunt caput super filiam Jerusalem: Haeccine est urbs, dicentes, perfecti decoris, gaudium universae terrae? Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum. Lamentatio Tertia Secundi Diei Aleph. Ego vir videns paupertatem meam in virga indignationis ejus. Me minavit, et adduxit in tenebras, et non in lucem. Beth. Vetustam fecit pellem meam et carnem meam, contrivit ossa mea. Aedificavit in gyro meo, et circumdedit me felle et labore. Ghimel. Circumaedificavit adversum me, ut non egrediar : aggravavit compedem meum. Conclusit vias meas lapidibus quadris, semitas meas subvertit. Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum.

9


10

NIEUWS Akram Khan & de Indiase Katahkdans dansvoorstellingen, concerten, kathak-dansinitiaties, en muzikale vertellingen DO | 31.03.2011 20:00 Gnosis Akram Khan (choreografie en dans) VR | 01.04.2011 20:00 Gnosis Akram Khan (choreografie en dans) ZA | 02.04.2011 10:30 – 12:30 Kathak dansinitiatie 14:30 – 16:30 Kathak dansinitiatie 15:00 Kathak als Indiase flamenco (concert) Spectra Ensemble; Amparo Cortés, cantaora 17:00 – 18:00 Wonderlijke Nachten (muzikale vertelling, kinderen 6+) Gerda Dendooven (verteller), Faheem Mazhar (harmonium en zang) 20:00 Gnosis (dansvoorstelling) Akram Khan (choreografie en dans) ZO | 03.04.2011 10:00 – 11:00 Wonderlijke Nachten (muzikale vertelling, kinderen 6+) Gerda Dendooven (verteller), Faheem Mazhar (harmonium en zang) 11:00 – 12:00 Noord-Indiase klassieke liederen (concert) Faheem Mazhar (zang), Kartik Raghunathan (Indiase viool), Sanju Sahai (tabla) 14:30 – 16:30 Kathak dansinitiatie 17:00 – 18:00 Wonderlijke Nachten (muzikale vertelling, kinderen 6+) Gerda Dendooven (verteller), Faheem Mazhar (harmonium en zang) 20:00 Gnosis Akram Khan (choreografie en dans) Het volledige programma – mét documentaires, films en lezingen – vindt u op www.debijloke.be


NIEUWS

11

Akram Khan & de Indiase Kathakdans Van 31 maart tot en met 3 april vindt in Muziekcentrum De Bijloke Gent een dans- en muziekfestival plaats rond choreograaf Akram Khan. Khan gaat in première met zijn voorstelling ‘Gnosis’ en wordt daarbij live begeleid door een ensemble van vijf uitzonderlijke muzikanten uit India, Pakistan en het Verenigd Koninkrijk. Akram Khan is één van de fascinerendste dansers-choreografen van zijn generatie en wordt internationaal gewaardeerd voor zijn multidisciplinair werk dat over de grenzen van verschillende culturen heen reikt. In zijn nieuwe voorstelling ‘Gnosis’ combineert hij zijn roots in de Indiase kathakdans met hedendaagse dans. Naast de dansvoorstellingen staat een concert van het Spectra Ensemble met cantaora Amparo Cortes gepland, een concert met Noord-Indiase liederen, een muzikale vertelling voor de hele familie van en met Gerda Dendooven, dansinitiaties kathak, gratis films en dansfilms, een documentaire en lezingen rond de Indiase kathak.

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00, za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 tickets@debijloke.be www.debijloke.be Colofon Tekst programmaboekje | Paul Van Nevel Inleiding | Paul Van Nevel en Frederik Styns Programmaboekjes | Sophie Cocquyt v.u. | Daan Bauwens © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


12

BiNNENKORT WO | 30.03.11 20:15 | Miry Mix (in Handelsbeurs) Meta4 Dutilleux, Haydn, von Zemlinsky DO |31.03.11 - ZO | 03.04.11 Kathak- en Akram Kahn Festival WO | 06.04.11 20:00 | Jazz+ Pascal Schumacher & Friends Reflections on Brandenburg 3 DO | 07.04.11 20:00 | East of Eden+ Solisten van de Byzantijnse muziek Grieks-orthodoxe hymnes tijdens de Goede Week VR | 08.04.11 20:00 | Musica Antiqua 2+ Collegium Vocale Gent, Akademie für Alte Musik Berlin, Daniel Reuss (dirigent) Der Tod Jesu ZA | 09.04.11 20:00 | Symfonisch 2+ Sergei Istomin (cello), Viviana Sofronitsky (pianoforte) Mendelssohn, Liszt, Chopin DO | 28.04.11 20:00 | Musica Antiqua 2+ Ronald Brautigam (pianoforte), Yodo Kurahashi (shakuhachi) Beethoven, Kurahashi ZA | 30.04.11 20:00 | Symfonisch 3+ Alexander Gavrylyuk (piano) Chopin, Scrjabin, Liszt, Rachmaninov, Prokofjev

DO | 05.05.11 20:00 | East of Eden+ Spectra Ensemble, Filip Rathé (dirigent), Ann De Renais (sopraan) East meets West - Reflecties op gagaku VR | 06.05.11 20:00 | Symfonisch 1+ Defilharmonie, Collegium Vocale Gent, Accademia Chigiana Siena, Philippe Herreweghe (dirigent) Haydn, Die Jahreszeiten VR | 13.05.11 20:00 | Musica Antiqua 1+ The King’s Consort, Robert King (muzikale leiding) Henry Purcell at the Chapel Royal ZA | 14.05.11 20:00 | Symfonisch 2+ Symfonieorkest Vlaanderen, Seikyo Kim (dirigent), Alina Ibragimova (viool) Enescu, Mozart, Berlioz KT | Kinderen Toegelaten WO | 18.05.11 20:00 | Jazz+,Mix Philip Catherine (gitaar), Jacky Terrasson (piano) DO | 19.05.11 20:00 | Miry+ (in Miryzaal, Hoogpoort 64) Quatuor Mosaïques Haydn, Beethoven, Mozart VR | 20.05.11 20:00 | Musica Antiqua 2+ Masques, Hana Blazikova (sopraan), Olivier Fortin (muzikale leiding) Stylus Phantasticus


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.