Het Fiscaal Weekoverzicht

Page 1

semfisc_40_nl.fm Page 1 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

Het Fiscaal Weekoverzicht Week van 9 tot 15 april 2012 - Verschijnt wekelijks - Jaar 2012

Korte inhoud Inkomstenbelastingen Belasting in functie van nationaliteit: de Fransen in België hebben niks te vrezen p. 1 Tijdelijke vennootschappen en de boekhoudkundige verplichtingen van hun leden p. 2 Beroepskosten ambtshalve belast, sidder en beef! p. 4

BTW Het geregistreerd kassasysteem komt er aan: hoe zit het ook alweer? p. 5

Vraagbaak Doorverkoop van een voertuig door een btwplichtige: de mist blijft hangen p. 7

40

Inkomstenbelastingen Belasting in functie van nationaliteit: de Fransen in België hebben niks te vrezen De Franse president deed onlangs een opmerkelijk voorstel. Hij liet verstaan dat eens herverkozen hij voortaan elke persoon met de Franse nationaliteit die ervoor heeft gekozen om in een ander land te gaan wonen zou gaan belasten als ze de keuze om elders te gaan wonen om fiscale redenen was ingegeven. Het voorstel is eerst en vooral opmerkelijk door zijn onlogische karakter. Met uitzondering van het notoire voorbeeld van de VS gebruikt geen enkel Westers land de nationaliteit als belastingcriterium. Het systeem dat is voortgekomen uit verscheidene internationale verdragen doet uitsluitend een beroep op woonplaats als criterium voor belasting. Dat is trouwens volkomen logisch. In zoverre belasting wordt geacht te worden aangewend voor de financiering van de openbare dienstverlening op een grondgebied, is het normaal dat de mensen die er wonen, en alleen zij, bijdragen tot de financiering van die diensten. Daarom zijn personen van buitenlandse nationaliteit, zowel in Frankrijk als elders, belastingplichtigen zoals alle anderen in het land waar ze wonen. Er is dus geen enkele reden om nationaliteit, dat op zich geen enkel recht inhoudt ten aanzien van de staat of haar prestaties, als belastingcriterium te gebruiken. Frankrijk tekende bovendien meer dan honderd overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting (DBO) met een groot aantal landen, inclusief met de landen (België, Zwitserland, Engeland, Luxemburg, Marokko)

die Fransen gebruikelijk kiezen als nieuwe woonplaats. Die verdragen laten de Franse staat niet toe om de inwoners van die landen in Frankrijk te belasten enkel en alleen omdat ze de Franse nationaliteit hebben. Zulke (internationale) verdragen hebben voorrang op de Franse wet die dus niet van toepassing is op de inwoners van die landen, tenzij er opnieuw onderhandeld wordt over die verdragen. De landen die dergelijke verdragen sloten met Frankrijk zijn echter niet verplicht om de wijziging te aanvaarden en hebben er in feite geen enkel belang bij. Men kan zich ten slotte ook afvragen hoe de Franse belastingadministratie onder de twee miljoen Fransen die in het buitenland wonen diegenen eruit gaat pikken die dat enkel hebben gedaan om fiscale redenen, laat staan diegenen die het deden om een combinatie van fiscale en andere motieven. In de vierde eeuw na Christus verlieten de Galliërs overbelast door het Romeinse Rijk hun land om de grens over te trekken die het Rijk scheidde van de gewesten die onder controle stonden van de 'barbaren', gewesten die vandaag in België, Luxemburg en Zwitserland liggen. Het Romeinse Rijk is ten onder gegaan ... ■ Thierry AFSCHRIFT Advocaat aan de balies van Brussel, Genève en Madrid Gewoon hoogleraar aan de ULB en de Ecole de Commerce Solvay Associatie Afschrift

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012

1


semfisc_40_nl.fm Page 2 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

Tijdelijke vennootschappen en de boekhoudkundige verplichtingen van hun leden De fiscale wet voorziet enkel de belasting in hoofde van elk lid ten belope van het aandeel in de winst van de vereniging dat hij heeft ontvangen of geacht wordt te hebben ontvangen

Men vroeg zich in het bijzonder af onder welke formele voorwaarden een voorziening voor risico's en kosten in een tijdelijke vennootschap vrijgesteld kan worden van belasting in hoofde van de leden. Er bestaat geen eenvoudig antwoord op die vraag hoewel er weinig specifieke boekhoudregels voor tijdelijke handelsverenigingen bestaan. Het voornaamste principe vinden we terug onder artikel 3 van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen die aangeeft dat "wanneer het bedrijf van een onderneming ook werkzaamheden omvat die zij als zaakvoerder of deelgenoot in een tijdelijke handelsvereniging of in een handelsvereniging bij wijze van deelneming verricht, haar boekhouding derwijze wordt aangepast dat ze naar het voorschrift van het eerste lid volledig is, zowel wat betreft de betrekkingen met derden als wat betreft de rekening en verantwoording die door de deelgenoten onderling of door zaakvoerder en deelgenoten aan elkaar moet worden gedaan." Artikel 47 uit het wetboek van vennootschappen bepaalt dat "de tijdelijke handelsvennootschap een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid is die zonder een gemeenschappelijke naam te voeren, één of meer bepaalde handelsverrichtingen tot doel heeft." Dit artikel wijst er nog eens op dat een dergelijke vennootschapsvorm geen rechtspersoonlijkheid heeft, wat ook al in artikel 2, § 1 van dat wetboek staat. Het wetboek van vennootschappen bevat nochtans niet meer de regel van het oude artikel 177 uit de gwhv die voorzag dat "de tijdelijke handelsvennootschappen (...) worden gevormd onder vennoten die zelf het doel en de vorm ervan bepalen volgens de belangenverhouding en tegen de voorwaarden die zij onderling overeenkomen."

is meteen het voorwerp van artikel 364 WIB 92 dat bepaalt dat "in burgerlijke vennootschappen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid het geheel van de winst of de baten, geacht wordt aan de vennoten of leden te zijn toegekend op de datum van de afsluiting van de jaarrekening waarop het betrekking heeft of op 31 december van het jaar bij gebreke van een boekhouding; het deel van de niet uitgekeerde winst of baten dat geacht wordt aan ieder lid te zijn toegekend, wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het contract of de overeenkomst van associatie of nog, bij gebreke daarvan, volgens het hoofdelijk aandeel." Op basis van de associatieovereenkomst wordt bepaald waaruit de gerealiseerde winst bestaat en op welk moment die winst wordt gerealiseerd of geacht te zijn gerealiseerd, zelfs en vooral wanneer die winst niet wordt uitgekeerd. In elk geval wordt het ogenblik waarop de winst van de vereniging als gerealiseerd moet worden beschouwd niet als zodanig door de fiscale wet zelf gedefinieerd. De fiscale wet voorziet enkel de belasting in hoofde van elk lid ten belope van het aandeel in de winst van de vereniging dat hij heeft ontvangen of geacht wordt te hebben ontvangen. De winst die gerealiseerd werd in de tijdelijke vennootschap, van zijn kant, is de resultante van alle positieve en negatieve, gunstige en ongunstige elementen die geleidelijk aan hebben bijgedragen tot de samenstelling ervan. Volgens ons laat niets toe om fiscaal gezien aan te voeren dat het deel van de winst dat een lid van een dergelijke vereniging heeft ontvangen zou bestaan uit een deel, perceel of fragment van elk van de bestanddelen van de winst die zich binnen de vereniging bevinden of bevonden wanneer de statuten van die vereniging niets in die zin voorzien. Dat zou ook impliceren dat een deel van elk van die bestanddelen binnen de vereniging (overeenkomstig de participatie van het lid binnen de vereniging) zou toebehoren aan dat lid.

Een tijdelijke handelsvereniging waarvan alle vennoten ingezeten vennootschappen zijn met een commerciële vorm is op zich niet onderworpen aan de vennootschapsbelastingen omdat ze geen rechtspersoonlijkheid Het verslag aan de koning voorafgaand aan heeft, een voorwaarde voor de toepassing het kb nr. 22 van 15 december 1978 tot wijzivan die belasting (artikel 2, § 1, 5°, WIB 1992 in ging van de wet van 17 juli 1975 op de boekcombinatie met artikel 179 WIB 92). houding en de jaarrekening van de Er moest dus een maatregel worden voorzien ondernemingen laat zich als volgt uit over het voor het overdragen van de belasting op de onderwerp van de wijziging in het hierboven vennoten van de tijdelijke vennootschap. Dat aangehaalde artikel 3, alinea 3 van deze wet

2

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012


semfisc_40_nl.fm Page 3 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

(Belgisch Staatsblad, 4 januari 1979, p. 21 en 22). Het geeft aan dat deze wijziging een "uitsluitend technisch van aard is" en geen afbreuk doet aan "de basisprincipes van de wetgeving in kwestie", maar meer aandacht besteed aan "de te bereiken doelstellingen dan de uit te voeren technieken." Zo voorziet het "de aanhechting van de boeking van de verrichting(en) (uitgevoerd in het kader van een dergelijke vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid) aan de boekhouding van de onderneming, de vennoot of zaakvoerder (let op het enkelvoud) die handelde met derden voor rekening van de vereniging. De tekst wil verder ook garanderen dat alle relaties met die derden, ongeacht of het schulden of schuldvorderingen, verbintenissen of beroepen, opbrengsten of kosten betreft, die verband houden met de activiteiten binnen de vereniging, effectief in functie van hun aard en voor het brutobedrag in de boekhouding worden opgenomen en daarmee ook in de jaarrekening van een of meerdere bedrijven, leden van de vereniging of zaakvoerders. Het gaat enkel om de onderneming(en) die gehandeld heeft (hebben) met derden voor rekening van de vereniging. Uit deze passages blijkt dus dat die boekhoudkundige vereisten in alle gevallen helemaal niet van toepassing zijn op alle leden van zo'n vereniging. Na regeling van de boeking van de relaties van de vereniging met derden, onderzoekt het verslag aan de koning de effecten van "iedere uitgevoerde verrichting" binnen een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid "vanuit het perspectief van de betrekkingen tussen vennoten." Het voorziet dat "de boeking van die verrichtingen de uitdrukking van de gevolgen tussen de vennoten garandeert" om periodiek de rekening van de vereniging op te maken (er is dus geen verplichting om die rekening dagelijks bij te houden) en op basis van hun overeenkomsten de uitgevoerde verrichtingen in rekening te brengen", wat moet toelaten om in hoofde van elk van hen voor de opmaak van de jaarrekening hun aandeel in het vermogen en in de resultaten van de vereniging te verrekenen." De tekst "beperkt zich met betrekking tot de boekingswijze tot het voorschrijven van hun noodzakelijke toe-eigening." De fiscale wet voorziet niet dat een formeel gebrek, zoals de boeking van een provisie die een ontkenning of inbreuk van een boekhoudregel inhoudt (bijvoorbeeld gebruik van een verkeerde boekhoudkundige post of een foutieve formulering of rekening), op zich en alleen daardoor bij wijze van fiscale ‘sanctie' de belasting van de als dusdanig samengestelde provisie meebrengt.

De belastingadministratie is dan wel niet gebonden door de boekhouding om de belastbare basis te bepalen. Ze beschikt immers over alle bewijsmiddelen uit het gemeenrecht, behalve de eed (artikel 340 WIB 1992) en over de bijzondere bewijsmethodes inzake de inkomstenbelastingen. Artikel 205, 1° kb WIB 92 vereist overigens evenmin dat een boekhouding wordt bijgehouden volgens de voorschriften van de boekhoudwet (zie Com. IB nr. 360/62). Met het risico dat sommigen teleurgesteld zullen zijn, moeten we benadrukken dat het principe dat vervat is in het arrest van het Hof van Cassatie van 20 februari 1997 - volgens hetwelk "de belastbare winsten van ondernemingen, tenzij de wet er uitdrukkelijk van afwijkt, bepaald worden conform de regels van het boekhoudrecht" (zie Bulletin van de Commissie Boekhoudkundige Normen, nr. 43, maart 1998, p. 2 en 3) - geen oplossing biedt voor het gestelde probleem omdat er geen enkele bijzondere fiscale bepaling bestaat die de administratie hier moet toepassen. Het eerder aangehaalde artikel 364 WIB 1992 verplicht om zich te beroepen op de associatieovereenkomst om, in afwezigheid van duidelijke boekhoudkundige regels en verplichtingen die voor alle leden van de vereniging gelden, de niet-toegekende winsten van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid te bepalen. Dit artikel creÍert evenmin boekhoudkundige verplichtingen voor alle vennootschappen die deel uitmaken van de tijdelijke vereniging en geeft niet aan door welke gebeurtenis die winst wordt gerealiseerd of wordt geacht te zijn gerealiseerd. Op basis van wat voorafgaat, kunnen we stellen dat de verplichting om een voorziening voor risico's en kosten aan te leggen die voldoet aan de boekhoudregels en de regels uit artikel 48 WIB 92 en artikelen 22 en 24 kb WIB 92, niet mag worden uitgebreid tot deelnemers van de vereniging die geen zaakvoerder zijn. Men moet overigens niet denken dat er hierdoor bij de leden van de vereniging die geen zaakvoerder zijn een (belastbare) onderwaardering van het actief zou bestaan. Volgens ons is er eerder een onderwaardering van het passief omdat hun aandeel in de voorziening niet in het passief op hun balans verschijnt. Een onderwaardering van het passief is echter niet belastbaar, en er komt geen onderwaardering van het actief uit voort, maar de afwezigheid van een boeking van kosten, met name de toevoeging aan de voorziening in de boekhouding van die leden, wat hen trouwens niet kan worden verweten, aangezien de boekhoudkundige vereisten uit arti-

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012

3


semfisc_40_nl.fm Page 4 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

kel 3, alinea 3 van de eerder aangehaalde wet toepassing zijn op alle leden van een tijdelijke van 17 juli 1975 in alle gevallen geenszins van vereniging. ■ Roger JASPARD

Beroepskosten ambtshalve belast, sidder en beef! Wanneer de administratie een ambtshalve aanslag vestigt, zij verplicht is om rekening te houden met alle elementen waarvan ze weet heeft

1. Elke fiscalist is vertrouwd met de principes sten die ze kan vermoeden op grond van de van de fiscale aftrek van beroepskosten. gegevens waarover ze beschikt." Een belastbaar inkomen is noodzakelijkerwijze een netArtikel 49 WIB 92 bevat drie cumulatieve to-inkomen, na aftrek van de beroepskosten. voorwaarden: 4. De bovengenoemde bepalingen en princi– de uitgave moet zijn gedaan met het oog pes zijn van bijzonder groot belang in geval op het verwerven of behouden van be- van ambtshalve aanslag. roepsinkomsten; Wanneer immers de voorwaarden voor – ze moet zijn gerealiseerd in de loop van ambtshalve aanslag zijn vervuld, is het doorde belastbare periode waarop de aftrek gaans aan de belastingplichtige om zijn inbetrekking heeft; komsten en kosten te bewijzen om het in zijn – ze moet gerechtvaardigd worden aan de hoofde belastbaar inkomen te bepalen. hand van een bewijskrachtig document. Dat neemt echter niet weg dat wanneer de 2. Artikel 49 WIB 92 voert zelf een eerste matiging aan. Als men niet over een dergelijk bewijsstuk beschikt, kan men de echtheid en het bedrag van de uitgave bewijzen door alle andere door het gemeenrecht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed. Volgens de administratieve commentaar is er enkel sprake van deze matiging in gevallen waarin het onmogelijk of ongebruikelijk is om een bewijsstuk te bekomen of wanneer een individueel of collectief akkoord kan worden gesloten (Com. IB nr. 49/19). 3. Artikel 50 WIB 92 brengt andere matigingen aan het principe uit artikel 49, al. 1 WB 92 aan. Zonder bewijsstuk moet het bedrag van de beroepskosten worden bepaald op basis van een gemeenschappelijk akkoord tussen de belastingplichtige en de administratie of door verwijzing naar een collectief akkoord geformaliseerd door een bij een in de ministerraad overlegd besluit.

administratie een ambtshalve aanslag vestigt, zij verplicht is om rekening te houden met alle elementen waarvan ze weet heeft, met inbegrip van de elementen waarvan ze redelijkerwijze weet zou moeten hebben (zie in die zin, Brussel, 25 mei 2011; Bergen, 18 februari 2005 en Luik, 28 februari 2003). 5. De gecumuleerde toepassing van deze bepalingen gelast de administratie die een indiciaire aanslag vestigt dus om het belastbaar inkomen te berekenen door enerzijds rekening te houden met alle belastbare middelen waarvan ze weet heeft, maar ook met alle kosten waarover ze wordt geïnformeerd of waarvan men redelijkerwijze kan aannemen dat die intrinsiek verbonden zijn met de activiteit van de belastingplichtige of noodzakelijk zijn voor de realisatie van die activiteit (Cass. 7 december 2000). In de praktijk kan de administratie een beroep doen op elementen van de btw-aangifte als de belastingplichtige btw-plichtig is. Zij kan echter ook de situatie van de belastingplichtige vergelijken met die van anderen (Com. IB, nr. 50/13). Beschikt ze daar niet over, zal ze de kosten op een redelijke empirische wijze moeten bepalen.

Als er geen enkel collectief akkoord bestaat en de belastingplichtige, en de administratie komen niet tot een akkoord omtrent het bedrag van de kosten, is het aan de fiscus om ze redelijkerwijze te ramen. Het is de administratie in elk geval niet toegestaan om in om het even welke omstandigheDeze laatste bepaling geldt als een verplichden de bruto-omzet van de ting in hoofde van de administratie (Com. IB belastingplichtige te belasten. nr. 50/01 dat ter ondersteuning verwijst naar de parlementaire werkzaamheden). In geen De sanctie is de nietigheid van de aanslag weenkel geval mag "de belasting worden gehe- gens willekeur (zie in die zin de eerder geciven op bruto-inkomsten" (Com. IB, nr. 50/13). teerde beslissing Brussel, 25 mei 2011, waar de Belgische staat de willekeur van de aanEen argument uit de tekst ondersteunt deze slag erkende). aanmaning. Artikel 351 WIB 92 staat de administratie toe om een ambtshalve aanslag te We menen dat het bijzonder belangrijk is dat vestigen op basis van "de belastbare inkom- de hoven en rechtbanken toezien op de nale-

4

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012


semfisc_40_nl.fm Page 5 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

ving van die normen die bijdragen tot de rechtszekerheid die de relaties tussen de belastingadministratie en de belastingplichtigen moet domineren.

altijd aan de belastingplichtige om het concrete bewijs te leveren dat de belastbare basis die als zodanig correct is bepaald niet overeenstemt met de realiteit van zijn situatie.

6. We kunnen enkele recente beslissingen die afwijken van de bovengenoemde principes dan ook enkel betreuren. Zo liet het hof van beroep van Luik in een arrest van 29 juni 2011 verstaan dat "het verkeerd en contra legem is dat de rechter in eerste aanleg de administratie dacht te kunnen dwingen om het bewijs te leveren van niet-gerechtvaardigde uitgaven of deze op een realistische wijze (!) te ramen omdat een dergelijke redenering willekeur tussen belastingplichtigen doet ontstaan, en vooral dan tussen diegenen die hun uitgaven rechtvaardigen en diegenen die dat niet doen."

Men mag niet uit het oog verliezen dat de ambtshalve aanslag het gevolg kan zijn van een herkwalificatie in beroepsinkomsten van inkomstenwaarvan de belastingplichtige dacht dat ze niet belastbaar waren, zodat hij geen enkel bewijs heeft bijgehouden van de effectieve uitgaven met het oog op het verwerven van die inkomsten. In dat geval is het volgens ons onrechtvaardig om de belastbare basis te bepalen zonder rekening te houden met de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de activiteit, en die een bron zijn van de willekeur die de hoven en rechtbanken moeten bestrijden. ■

Wij denken daarentegen dat het effectief aan de administratie is om de belastbare basis die onderworpen is aan de ambtshalve aanslag op correcte wijze te berekenen. Het is daarbij

Olivier Robijns Advocaat aan de Luikse balie Specialist fiscaal recht

BTW Het geregistreerd kassasysteem komt er aan: hoe zit het ook alweer? In het geregistreerde kassasysteem worden alle gegevens immers vercijferd tot een algoritme, dat onuitwisbaar wordt geregistreerd in een soort “zwarte doos” (black box), waarvan de inhoud enkel nog gecontroleerd kan worden door de btwadministratie en sociale inspecteurs

Situering HORECA-zaken stellen steeds meer de vraag of zij ook een nieuwe geregistreerde kassa moeten aanschaffen. Vanaf 1/1/2013 komt er immers een einde aan het uitreiken van de alom gekende ontvangstbewijzen, beter gekend als btw-bonnetjes, (met uitzondering van de "occasionele maaltijdverstrekkers" waarvan het aandeel in de omzet gerelateerd aan het verstrekken van maaltijden minder dan 10 % bedraagt en die wel nog steeds zullen mogen volstaan met het uitreiken van ontvangstbewijzen) en ook van de tickets van de reeds vergunde kasregisters. Ook kan dan nog slechts één document afgeleverd worden, namelijk het ticket van het geregistreerd kassasysteem. Dit ticket zal onmiddellijk na het verstrekken van de dienst moeten overhandigd worden aan de klant en zal tegelijkertijd dienst doen als controledocument en als vereenvoudigde factuur. Bovendien wordt ook de verplichting ingevoerd om aan elke niet-belastingplichtige natuurlijke persoon een vereenvoudigde factuur uit te reiken. Omzetfraude zal hierdoor worden bemoeilijkt. In het geregistreerde kassasysteem worden alle gegevens immers vercijferd tot een algoritme, dat onuitwisbaar wordt geregi-

streerd in een soort "zwarte doos" (black box), waarvan de inhoud enkel nog gecontroleerd kan worden door de btw-administratie en sociale inspecteurs. Overgangsperiode 2010 - 2012 De systemen zoals voordien ingevoerd en vergund zoals kasregisters (Aanschrijving Nr. 6/1999) of computersystemen (Beslissing E.T. 103.592 van 2 juni 2003), voldoen niet aan de opgelegde normen voor een geregistreerd kassasysteem. Om die reden werd dan ook voorzien in een overgangsperiode van 1 januari 2010 tot 31 december 2012. Op die laatste datum zullen alle machtigingen voor het gebruik van kasregisters definitief en op algemene wijze vervallen. De administratieve beslissing E.T. 103.592 van 2 juni 2003 in verband met computers zal op 1 januari 2013 niet worden ingetrokken, maar toch zullen vanaf dan de bestaande computersystemen nog maar in zeer beperkte mate verder kunnen worden gebruikt. Bestaande ondernemingen Gedurende de overgangsperiode mogen ondernemingen die al bestonden vóór 1 januari 2010, de tot dan bekende controledocumenten blijven gebruiken, zoals het ontvangstbe-

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012

5


semfisc_40_nl.fm Page 6 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

ken aan niet-belastingplichtige particulieren, terwijl de tweede en grootste categorie nog enkel een factuur of een ticket van een geregistreerd kassasysteem zullen mogen aanbieden. Vanaf 1 januari 2013 wordt er dus een einde gemaakt met het kluwen aan regels in Starters en overnemers Btw-belastingplichtigen die pas in de loop verband met het alom gekende ontvangstbevan de overgangsperiode hun horecazaak wijs (btw-bonnetje). opstarten of een bestaande zaak overnemen en die bovendien nog niet vóór 1 januari Wie moet een geregistreerd kassaregister 2010 waren geïdentificeerd en geregistreerd aanschaffen? als exploitant van een inrichting waar regel- Centraal binnen de verplichting tot het houmatig maaltijden worden verbruikt, moeten den van een geregistreerd kassasysteem onmiddellijk bij aanvang van hun activiteit staat het begrip "INRICHTINGEN DIE REGELeen geregistreerd kassa-systeem in gebruik MATIG MAALTIJDEN VERSCHAFFEN OM TER nemen, tenminste van zodra dat operatio- PLAATSE TE WORDEN VERBRUIKT" neel inzetbaar wordt en dus de module op de Dit zijn inrichtingen waarvan de ontvangsten markt te koop wordt aangeboden. voor maaltijden (excl. btw) hoger of gelijk zijn wijs (btw-bonnetje), het kasregisterticket (Aanschrijving Nr. 6/1999) of een computerticket (Beslissing E.T. 103.592) en dit dus tot uiterlijk 31 december 2012.

Occasionele maaltijdverstrekkers Vanzelfsprekend zullen er in de overgangsperiode, dus ná 1 januari 2010, ook belastingplichtigen zijn die hetzij een horecazaak opstarten, hetzij een bestaande zaak overnemen, maar waarvoor de verplichting om onmiddellijk bij aanvang te investeren in een geregistreerd kassasysteem vanuit financieel oogpunt enigszins overdreven lijkt gezien ze slechts in geringe mate maaltijden serveren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan kleinere hotels.

aan 10 % van de totale ontvangsten (excl. btw). Ook volgende personen vallen onder deze regels: – Traiteurs – Hotelexploitanten en bed en breakfast (voor de andere handelingen dan opgenomen in de globale hotelrekening)

– Drankgelegenheid (café, taverne), snackbar, tea-room, cafetaria, verbruikssalon voor ijs of banketgebak en andere verbruikssalons, die zich beperken tot het Voor "occasionele maaltijdverstrekker" werd verschaffen van ‘lichte' maaltijden en gein de nieuwe regelgeving een uitzondering serveerd met brood ingeschreven. Het gaat om volgende lichte maaltijden: Om te bepalen of een maaltijdverstrekker als "occasioneel" dient te worden aangemerkt, – Soepen, moet enkel gekeken worden naar het omzet- – Croques cijfer. Wanneer de omzet uit het verschaffen van maaltijden om ter plaatse te worden ver- – Kroketten (maar niet aardappelkroketten) bruikt (excl. btw en met uitzondering van de – Vol-au-vent, pensen, satés daarbij horende dranken), niet méér bedraagt dan 10 % van de totale omzet excl. – Belegde broodjes (ook hamburgers, hotdogs, pittas, ...) btw in de horeca-afdeling, wordt de btw-belastingplichtige niet beschouwd als een "ex- – Deegwaren (spaghetti, lasagne, ...), pizza, ploitant van een inrichting waar regelmatig quiche, hartige taarten maaltijden worden verbruikt". – Koude salades Het gevolg hiervan is dat hij ontlast wordt van de verplichting om al tijdens de overgangs- – Engelse schotels periode in het nieuwe geregistreerd kassasy- – Omeletten en andere bereide eieren steem te voorzien. – Pannenkoeken, nagerechten, ijs, wafels, gebak, koeken, croissants, milkshakes Situatie vanaf 1 januari 2013 Concreet verschilt de regelgeving voor de oc- Zowel de bestaande ondernemingen als de casionele maaltijdverstrekkers voornamelijk starters/overnemers hebben tijdens de vollevan die van de regelmatige maaltijdverstrek- dige overgangsperiode geen verplichting tot kers, op het vlak van de situatie ná 1 januari uitreiking van een controledocument. Vanaf 2013, waarbij de eerste nog een ontvangst- 01/01/2013 is er voorlopig geen bijzonder bewijs (btw-bonnetje) zullen mogen uitrei- controledocument opgelegd.

6

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012


semfisc_40_nl.fm Page 7 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

Frituren dige overgangsperiode geen verplichting tot Het gaat om de frituren die zich beperken tot uitreiking van een controledocument. Vanaf de verkoop van frieten en het verkopen van: 01/01/2013 is er voorlopig geen bijzonder controledocument opgelegd. – Gerechten die volledig klaar worden ingekocht voor bereiding (hamburgers, frikanFoorkramen, kermissen, markten, volksdellen, viandellen, sticks, satés, loempia's, feesten, sportwedstrijden op voorwaarde kroketten) dat het geen blijvende installaties zijn – Sausen Geen verplichting tot uitreiking van een con– Specerijen (uien, augurken, komkom- troledocument. mers, mosselen, rolmops)

Bedrijfsrestaurants Geen verplichting tot uitreiking van een – Stoofvlees, goulash, vol-au-vent, gehakt- controledocument ■ balletjes in tomatensaus Stefan Ruysschaert – Hardgekookte eieren

– Hot-dogs – Smos (brood, sla, tomaten, ham, kaas, ...) Zowel de bestaande ondernemingen als de starters/overnemers hebben tijdens de volle-

Eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur Docent btw Centrum voor Beroepsopleiding Antwerpen (sector btw) Docent Hogeschool Gent

Vraagbaak Doorverkoop van een voertuig door een btwplichtige: de mist blijft hangen Het beginsel van de fiscale neutraliteit is net de essentie van de btw, die een belasting op verbruik is. Dit betekent dat wanneer er een economische verrichting wordt uitgevoerd tussen twee btw-plichtigen, het effect ervan op de btw nietig is en dat dit zo blijft tot het uitdraait op de realisatie van een economische verrichting tussen een btw-plichtige en een niet-btw-plichtige (of een vrijgestelde btwplichtige)

In een eerder artikel hadden we het al over het goede nieuws dat men bij de doorverkoop van een voertuig dat onder de beperking van artikel 45, § 1quinquies of § 2 btwwetboek viel slechts op 50 % van de verkoopprijs btw moest toepassen.

maar vinden het noodzakelijk om te weten welk mijnenveld de administratie ons heeft in gestuurd met haar constante interpretatiewijzigingen. Het is trouwens nog niet over, want in een btw-beslissing van 23.12.2011 kondigde de administratie nog nieuwe richtlijnen aan ...):

Dit artikel was gebaseerd op punt 5.3 van de btw-beslissing van 20.11.2011. – Voertuig gekocht voor 2011, met toepassing van artikel 45, § 2 btw-wetboek (afOndertussen is de administratie teruggekotrek van 50 % van de btw): bij de men op haar idee en oordeelt ze dat punt 5.3 doorverkoop moet men btw toepassen van die beslissing enkel nog van toepassing is op de volledige verkoopprijs (punt 7 van op voertuigen die onder de beperking van arde btw-beslissing van 23.12.2011) tikel 45 § 1quinquies (punt 7 van de btw-beslissing van 23.12.2011) vielen.

– Voertuig gekocht in 2011, met toepassing van artikel 45 § 2 en zonder toepassing van artikel 45 § 1quinquies (aftrek van btw op het beroepsmatig gebruik van het voertuig met een plafond van 50 %): bij de doorverkoop moet men btw toepassen op de volledige verkoopprijs (punt 7 van de btw-beslissing van 23.12.2011)

In een ander artikel namen we stelling in tegen dit standpunt van de administratie dat volgens ons op geen enkele wettelijke basis berust en wordt tegengesproken door de tekst van de artikelen 45 § 1quienquies en artikel 48 btw-wetboek. We bogen ons in dat artikel over het probleem van het voordeel van alle aard en over de herziening van de aftrek – Voertuig gekocht in 2011 of 2012, met op roerende investeringen. toepassing van artikel 45, § 1quinquies: bij de doorverkoop moet men btw toeDe argumenten die we ontwikkelden zijn inpassen op 50 % van de verkoopprijs (punt tegraal toepasbaar op de problematiek rond 5.3 van de btw-beslissing van 20.10.2011) het doorverkopen van een voertuig.

Dat neemt echter niet weg dat het probleem – Voertuig gekocht ongeacht het jaar van blijft bestaan en dat het ons belangrijk leek aankoop tegen het marginale btw-tarief om de verschillende standpunten van de ad(art. 58 btw-wetboek - geen btw-aftrek): ministratie toe te lichten. We betwisten ze, bij de doorverkoop is de btw verschuldigd

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012

7


semfisc_40_nl.fm Page 8 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

volgens de normale regels zonder rekening te houden met het feit dat de belastingplichtige het voertuig aanvankelijk had gekocht met toepassing van de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge of met toepassing van de normale regeling (artikel 520/8 btw-handboek).

lope van 50 % omdat hij dat voertuig gebruikte in het kader van zijn btw-plichtige economische activiteit, en enkel de btw die betrekking had op zijn werkingskosten? Deze redenering houdt geen steek, want het gaat om hetzelfde goed waarop geen btw werd afgetrokken dat vervolgens werd doorverkocht. Krachtens het beginsel van de fiscale neutraliteit moet men geen btw toepassen En dat allemaal op basis van het beginsel van bij de doorverkoop, vooral wanneer die de neutraliteit van de btw (dat wordt uitvoewordt doorverkocht tegen een lagere prijs rig vermeld in de btw-beslissing van dan de aanschaffingswaarde. 20.10.2011). Men zou kunnen aanvoeren dat een gebouw Sta ons toe te twijfelen aan dit argument. dat was aangekocht met toepassing van de Het beginsel van de fiscale neutraliteit is net registratierechten doorverkocht zou moeten de essentie van de btw, die een belasting op worden met toepassing van de btw omdat verbruik is. Dit betekent dat wanneer er een het werd gebruikt in het kader van de econoeconomische verrichting wordt uitgevoerd mische activiteiten van de btw-plichtige. tussen twee btw-plichtigen, het effect ervan Gezien de onsamenhangende redenering op de btw nietig is en dat dit zo blijft tot het van de administratie over op de marge aanuitdraait op de realisatie van een economigekochte voertuigen en aangezien men ze sche verrichting tussen een btw-plichtige en daarna moet doorverkopen met toepassing een niet-btw-plichtige (of een vrijgestelde van de btw op de volledige verkoopprijs, kan btw-plichtige). men zich de vraag stellen of dezelfde redeneOp basis van dat fundamenteel beginsel is er ring opgaat voor voertuigen die bij aankoop geen enkele reden om 100 % btw toe te pas- onder de beperking van de btw-aftrek vielen. sen op de doorverkoop van een auto waarop Dat beginsel van de fiscale neutraliteit dat de de btw slechts ten belope van 50 % is afge- administratie aanvoerde in haar beslissing trokken, en nog minder op diegene waarop van 20.10.2011 en waarop de volledige btwgeen enkele btw werd afgetrokken omdat materie is geënt, wil daarentegen dat men het voertuig werd gekocht tegen de marge. geen btw moet toepassen op de btw. Hoofdredacteur : Émile Masset Algemeen secretaris van de redactie : Yann Delalande Redactiemedewerkers : Thierry Afschrift & het kantoor Afschrift, Christian Amand, Jean-Pierre Bours, Bruno Colmant, Samah Dugardin, Marc Gielis, Stephen Hürner, Frédéric Ledain, Stéphane Mercier, Luc Michel, Guy Poppe, Olivier Robijns

Op die manier wordt btw toegepast bovenop de btw. Een niet-btw-plichtige die zijn wagen doorverkoopt past geen btw toe. Waarom zou een btw-plichtige die een wagen heeft gekocht waarop hij de btw niet kon aftrekken die dan doorverkopen met toepassing van de btw? Had hij de btw kunnen aftrekken ten be-

Deze vraag zou men aan het Europees Hof van Justitie moeten voorleggen, want deze instantie kan in laatste aanleg uitmaken hoe men de btw in de EER moet toepassen. ■ Emile Masset Hoofdredacteur van Fiscalnet

Abonnements : Jaarlijks abonnement : 290 € De Boeck Services bvba Tel : 0800/39.067 – Fax : 0800/39.068 E-mail : abo@deboeckservices.com http://professionals.deboeck.com Uitgever : De Boeck Professionals Verantw. uitgever : V. Simonart Minimenstraat 39 – 1000 Brussel De redactie en de uitgever besteden de meeste zorg aan de publicatie van de artikels, maar zijn niet aansprakelijk voor eventuele fouten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

=LYRVaLU [V[ KL ILZ[L Ä ZJHSL KH[HIHUR ]VVY KL ]VVYIPQL QHYLU

3 redenen om Fiscalnet te kiezen • De meest volledige Belgische fiscale databank • De snelste fiscale updates • Persoonlijke antwoorden van specialisten

www.fiscalnet.be

Alle artikels van Het fiscaal weekoverzicht zijn gepubliceerd op www.fiscalnet.be © Groep De Boeck n.v.

8

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.